Lloge zandbergen op Co te Rotterdam
Gigantische graverij voor bouw
van Metro
Glasfabriek Sas van Gent
huldigt negen jubilarissen
Afscheid van M. v. d. Putte
te Oost- en West-Souburg
f
VERMOUTH
Aanvaring te
Wemeldinge
Twee koninklijke
onderscheidingen
MARKUN
Aan Leuvehaven
begint reeds
inrichting
WERK VAN JAREN
KANALEN
Op deze plattegrond van de Rotterdamse binnenstad is
het eerste ondergrondse spoorwegtraject in Nederland
getekend. Het is een vijf kilometer lange verbinding tussen
centraal station en Zuidplein met tussen deze eindpunten
vijf ondergrondse stations: Stadhuis, Beurs, Leuvehaven,
Rijnhaven en Maashaven. Het station Beurs krijgt direct al
twee verdiepingen omdat het in de toekomst wellicht een
kruising met de oost-westlijn gaat worden. Te verwachten
is in ieder geval wel, dat hier een aansluitende verbinding
zal komen met de Prins Alexander Polder ten oosten van
de stad, die bestemd is als woongebied voor enkele hon
derdduizenden mensen.
Aan de metrolijn die op de kaart zwart is getrokken wordt
op het ogenblik hard gewerkt, zoals men in nevenstaand
artikel kan lezen. Het gearceerde deel van de metrolijn
ten zuiden van de rivier zal door een geul met viaducten
lopen.
Onder de Schiedamsedijk is men het verst gevorderd met de bouw
van de Rotterdamse metro. Het station Leuvehaven (foto links bo
ven) is reeds zover gereed, dat men met de inrichting ervan een begin
heeft gemaakt. Er worden zelfs al reclame-affiches en vitrines opge
hangen. De metrobouwers hebben hier ruimschoots de gelegenheid
om te experimenteren voor het toekomstige interieur van de onder
grondse stations.
Het bouwdok aan de Blaak op de plaats van de oude Bijenkorf in
aanbouw (foto midden boven). Achter de hoge wand links bevindt
zich het eigenlijke dok; rechts een lagere, tweede wand, die met de
hoge wordt verankerd.
Tunneldelen in aanbouw in het bouwdok Brienenoord (foto rechts
boven). De Coolsingel wordt omgewoeld (foto hieronder). Bij de
Meent is ter plaatse een tunneldeel met transformatorstation gebouwd
(voorgrond). Aan beide zijden daarvan wordt de tunnel verder
doorgetrokken.
(Van onze redacteur).
Zijn nu in het bouwdok twee tunnel-
delen gereed gekomen, dan laat men
het dok vol water lopen en de tunnel-
delen kunnen naar de plaats waar zij
thuis horen gevaren worden.
Als dit straks is gebeurd met het
stadhuisstation en het is aan het eind
van het kanaal afgezonken, dan maakt
men daarboven de straat weer voor
het verkeer in orde. Hetzelfde gebeurt
met de aansluitende tunnelstukken, tot
dat men bij het bouwdok uitkomt. Is
men zover, dan is inmiddels een ka-
naai gegraven van het Weenadok naar
het centraal station (midden volgend
jaar begint men daarmee) en vanaf
het centraal station werkt men dan op
dezelfde wijze naar het Weenadok toe
als vanaf het stadhuis. Tegelijkertijd
werkt men dan op dezelfde wijze van
uit het bouwdok aan de Blaak in noor
delijke en zuidelijke richting. Voor de
bouw van twee tunneldelen tegelijk, die
tesamen ongeveer 150 meter ondergrond-
se vormen, heeft men omstreeks eei
half jaar nodig, zodat het wegverkeer
straks iedere zes maanden gemiddeld
drie honderd meter straat terugkrijgt.
Op de drukke Coolsingel *in men op
het ogenblik dus bezig met het aanleg
gen van een breed kanaal, waardoor
straks het ondergrondse stadhuisstation
gevaren wordt, dat in het Weenadok
onderhanden is. Bij dit graafwerk moet
men een kleine drie duizend oude fun
deringspalen trekken, die men ook over
al elders in de grond treft. Straks moe
ten in het Coolsingelkanaal betonnen
palen onder water geheid worden, waar
op de tunnel komt te rusten. Bij de
bouw van het Blaak-dok kon men de
2700 palen waarop de oude Bijenkorf
gerust heeft gebruiken, omdat men de
draagkracht daarvan kon berekenen,
maar er moesten er nog 3000 bijkomen.
De oude bodem van de grote stad le
vert nog wel iets op, dat men ten nut
te kan maken voor een modern trans
portmiddel als de metro.
(Advertentie)
CINZANO
(Van onze verslaggever)
Ik neem met blijdschap afscheid om
dat de nieuwe burgemeester, als jonge
krachtige man, het werk veel beter zal
kunnen doen dan ik, aldus waarnemend
burgemeester M.A. van de Putte in zijn
afscheidsrede zaterdagmiddag in de raad
zaal van Oost- en West-Souburg.
Het afscheid van de heer van de Putte,
die zoals bekend wordt opgevolgd door
de heer ter Haar Romeny, gebeurde tij
dens een bijzondere raadsvergadering,
waarbij ook een groot aantal genodigden
aanwezig waren.
Met vreugde constateerde de heer van
de Putte het ernstige streven van de mi
nister om Souburg haar zelfstandigheid
te laten behouden. Behalve de defini
tieve burgemeestersbenoeming is daar ook
het principiële standpunt van de bewinds
man om primair rekening te houden met
de belangen, die uit de gemeente zelf
voortkomen, m.a.w. of in de gemeente
zelf noodzaak tot opheffing aanwezig is.
Hij wijdde voorts aandacht aan het be
langrijke aandeel dat wijlen burgemees
ter Stemerding in de strijd om de zelf
standigheid heeft gehad. De heer van de
Putte, die 27 jaar zitting in de raad heeft
gehad, waarvan 17 jaar als wethouder,
dankte voor het vertrouwen dat men
steeds in hem heeft gesteld. In zijn slot-
dankwoord betrok hij verder alle mede
werkers die hem in deze jaren, vooral in
de laatste interimperiode tot steun zijn
geweest.
Wethouder F. Leenhouts nam hierna
het woord, waarbij hij opmerkte dat het
burgemeestersambt in waardige handen
is geweest. Namens het gemeentebestuur
bood hij de heer van de Putte een enve
loppe met inhoud aan en overhandigde
mevrouw van de Putte bloemen.
De heer Leenhouts las hierna een raads
voorstel voor, dat zonder stemming werd
aangenomen, waarin de heer van de Put
te tot ere-burger van Souburg werd be
noemd.
Tot slot in deze openbare vergadering
voerden de heren A.W. Bouff (P.v.d.A.),
J. Sinke (Prot.-Chr.), W. M. Janssen
(K.V.P.) en A. Lorier (Prot.-Chr.) het
woord.
(Van onze correspondent)
Zaterdagmiddag ontstond er voor de
Oostsluis te Wemeldinge een aanvaring
tussen het Nederlandse motortankschip
Dordrecht 8" en het Duitse motorschip
,,Rhenus 95". De 800 ton metende Dor
drecht 8" die leeg van Sluiskil op weg
Vvas naar Rotterdam, kreeg de 800 ton
metende en geladen ..Rhenus 95" in de
bakboordzijde, waardoor een gat in de
scheepshuid ontstond, juist boven de
waterlijn. Door de stoot van de aanva
ring werd de ..Dordrecht 8" wegge
drukt, en kwam met stuurboordzijde te
gen een dukdalf. Hierdoor kreeg het
schip een sterke indeuking in de huid
beplating. De Rhenus 95" die van Ant
werpen op weg was naar Bazel, kreeg
geen noemenswaardige schade.
(Van onze correspondent)
In de feestzaal van de glasfabriek te
Sas van Gent zijn negen jubilarissen ge
huldigd. In het bijzijn van het college
van b. en w. en de directie van de fa
briek richtte de directeur, drs. P. A.
Neteson, het woord tot de jubilarissen.
Daarna werd aan de heren R. v. Voo-
ren uit Westdorpe. J. Baart. A. Ver
meulen, R. v. Dinteren, L. Kalfsvel en
A. Sutin, allen uit Sas van Gent, die 25
jaar in dienst waren, en de heren A.
Gauwe en J. Mestdagh, beiden uit Zei-
zate, die 40 jaar in dienst waren, na
mens de fabriek een enveloppe met in
houd overhandigd. De heer J. Bockstael,
die 25 jaar met het bedrijf was verbon
den, kon wegens ziekte niet aanwezig
zijn. Aangezien de afgevaardigde van
de Maatschappij voor Nijverheid en
Handel door de slechte weersomstandig
heden niet aanwezig kon zijn. werd zijn
taak vervuld door directeur Neteson.
Hij reikte aan de jubilarissen een di
ploma en een medaille uit. Aan de
echtgenoten van de jubilarissen werd
daarna een ruiker bloemen aangebo
den.
Na de huldiging werd het woord ge
voerd door burgemeester R. A. J. den
Boer, die alle jubilarissen feliciteerde en
meedeelde dat de beide heren die 40 jaar
in dienst waren koninklijk waren onder
scheiden, de heer A. Gauwe met de
eremedaille in zilver in de Orde van
Oranje-Nassau en de heer J. Mestdagh
met de eremedaille in brons.
Na deze huldiging dankte de directeur
het college van b. en w. en sprak zijn
waardering uit voor de wijze waarop het
college met de industrie van Sas van
Gent meewerkte. In zijn terugblik op
het oude jaar hield directeur Neteson
een betoog over de eventuele gevolgen
die het ontstaan van de Euromarkt op
de ontwikkeling van de industrie van
Zeeuwsch-Vlaanderen zou kunnen heb
ben, waarbij hij aanhaalde dat wij niet
bang behoeven te zijn voor de toekomst.
MIDDELBURG, 28 december. Fruit:
Appelen Goudreinette 80-85 48, 75-80 47-
49, 65-75 46-50, 2D 38-42, 3 fijn 41, 3
grof 44-47. Golden Delicious 75-80 78, 70-
75 74, 65-70 68-71, 60-65 56, 2D 37. Peren:
St. Remy 3 grof 29-32. Groenten: witlof
113-142, prei 45-88, sla 4-11, glasandijvie
35-98, sav. kool 17-53, veldsla 65-81, wijn
peen 4-14, spruiten 100-146. knolselderij
6-16, rodekool 7-27, witte kool 5-10, uien
28-31.
DAGBLAD DE STEM VAN MAANDAG 31 DECEMBER 1962
Er is storm over Schotland aangekondigd en twee tunnelstuk
ken kunnen daarom bij liet station Lcuvenhaven niet worden
afgezonken. Zij zullen een dag of misschien nog langer in de
bouwput van Brienenoord moeten blijven liggen.
Dit is een van de vele toevallige omstandigheden die een rol
spelen bij het gigantische miljoenenwerk, dat in Rotterdam
wordt uitgevoerd, de bouw van de eerste ondergrondse spoor
lijn in Nederland. Storm over Schotland betekent hoog water
in de Maasstad en dit is voor de ingenieurs van de inetro-
dienst een reden 0111 een zo precies karweitje als het afzinken
van twee 75 meter lange tunneldelen uit te stellen tot de
omstandigheden gunstiger zijn.
Dit is maar een van de talrijke toevalligheden die meespreken
als men stukje voor stukje een diepe geul graaft door een
waterrijke oude stad, in die stukjes geid segmenten van een
betonnen tunnel met stations laat zinken en de geul daarna
weer dichtmaakt om het straatverkeer, dal ondertussen
langs omwegen en over tijdelijke bruggen werd geleid, weer
door te laten.
Velerlei verrassingen en toevalligheden heeft men voorzien eer in
het voorjaar van 1960 met de metrobouw werd begonnen, maar iedere
keer doen zich nog nieuwe voor. Zo heeft bijvoorbeeld de abnormaal
lage rivierstand een vertragende invloed op het werk gehad. Maar ook
leert men dagelijks nieuwe dingen bij dit werk, dat zo uniek is als de
eerste ondergrondse in Nederland maar kan zijn, wat allerlei technische
snufjes betreft zelfs zo uitzonderlijk, dat buitenlandse deskundigen
graag naar Rotterdam komen om te zien hoe men dit doet.
De Rotterdamse tunnelbouwers on
dergaan die buitenlandse belangstelling
met een bescheiden vanzelfsprekend
heid. De Rotterdamse bevolking is nog
niet zo erg onder de indruk van het
werk, dat hun binnenstad omwoelt.
Zelfs de last die zij nu brengt voor het
verkeer aanvaarden zij gelaten. De toe
komst zal hen wel leren, wat dit werk-
oplevert, denken zjj.
Er is voor de voetganger in Rotter
dam van het werk niet zo erg veel
te zien. Op de Coolsingel bijvoorbeeld,
waar men nu goede vorderingen maakt
met het graven van een twaalf meter
diep en vijftien tot vijf en twintig me
ter breed kanaal, kijkt men overal te
gen hoge zandruggen aan. Alleen van
af de tijdelijke voetgangersbrug kan
men het werk in de diepte gadeslaan.
Hier staan voortdurend wel een paar
Een tunneldeel wordt aan de
binnenzijde afgewerkt.
Rotterdammers over de leuning gebogen
druk is het er echter nooit.
Interessanter dan het graafwerk is de
arbfd in de bouwdokken, maar ook de
ze zijn voor het publiek nauwelijks be
reikbaar, zodat in feite de metro-bouw
zich, afgezien van het ongerief, aan
het oog onttrekt. Rotterdam heeft
een houten gebouwtje aan het Weena
een doorlopende expositie laten inrich
ten, waar de bezoeker aan de hand
van velerlei documentatie-materiaal de
voortgang van de werkzaamheden kan
bijhouden. Het kan er soms druk zijn,
maar de Rotterdammers zelf zijn zeker
geen regelmatige bezoekers.
Grote dingen zijn het werk van ja
ren. Voor de bouw van de eerste vijf
kilometer ondergrondse spoorlijn geldt
dit ook; men heeft er een jaar of zes
voor nodig en daarvan zijn er in het
komende voorjaar al drie achter de
rug. Die periode werd vooral geken
merkt door allerlei voorbereidende werk
zaamheden, zoals de aanleg van bouw
dokken en het verzetten van enorme
hoeveelheden aarde.
Het verst gevorderd is men nu aan
de Leuvehaven, waar zelfs al een be
gin is gemaakt met de inrichting van
het ondergrondse station. Verder zijn
in het bouwdok op Brienenoord, enkele
-vilom.-'t s verder de Maas op, al een
aantal tunnelstukken gemaakt voor het
geueelte van de metro-lijn dat zuidelijk
van Leuvehaven de rivier zal kruisen.
Deze tunneldelen worden hangend tus
sen een aantal schepen de rivier afge-
sleept en ter plaatse afgezonken, steeds
twee delen tegelijk. Dit rivierkruisende
traject is in totaal omstreeks een kilo
meter lang.
Het ondergrondse tunneltraject ten
noorden van het station Leuvehaven,
dat twee kilometer lang is, moet opge
leverd worden door twee bouwdokken,
een aan het Weena en een aan de
Blaak ter plaatse van de oude Bijen
korf. Het bouwdok Weena levert het
tunneltraject tussen het raadhuis en
het centraal station, het dok aan de
Blaak bouwt het tunneltraject tussen de
Meent en het station Leuvehaven onder
de Schiedamsedijk. Op de Coolsingel ter
hoogte van de Meent is een tunneldeel
met een traneformatorstation ter plaat
se gebouwd. Het vormt de afscheiding
tussen de trajecten die de beide bouw
dokken gaan leveren.
De werkwijze zal op beide trajecten
gelijk zijn. De dokken vormen een cen
traal punt en men werkt achtereenvol
gens vanuit de twee uiteinden van het
deel dat zij bestrijken naar het dok
toe, zodat dit tevens de eindfase gaat
worden. Op het Weena en de Coolsingel
kan men deze werkwijze op het ogen
blik het best zien. Vanuit het droge
bouwdok, waar het stadhuisstation on
der handen is graaft men een kanaal
naar het stadhuis. Dit kanaal dat wordt
voorzien van sterke stalen wanden, komt
vol water te staan en het wordt van
het dok gescheiden door een waterdich
te deur.