Anton als Duinkerken polemicus DE soep Geschreven geschiedenis Inheemse liederen liturgie in van de en dansen Ivoorkust aver ifrika HET POOLSE Kinderboek r fijn bic fpcrrn VmiÈrr tot IWöa g! SbrnwMtor» tYn ijmt ctibefjaiC tot INTERVIEW MET AFRIKAANSE BISSCHOPPEN: EN TV Kalenders en kunstenaars Uitstekende indrukken van eerste deel Concilie door Tweede deel verzamelde geschriften Visser: s dienst in de am toe L december ogramma s december december DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 29 DECEMBER 1962 11 mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen Gerard Bruning Herman Gorter Ter Braak Vondel Walschap De Bourbon Anton van Duinkerken, de zestigjarige Mauriac - soep De Koningin der Soepen Aristo 10 en zuiden van Dur- ïllen ook mijn mede hiers aan de expe- andse scheepswerk- almeijer, de Franse Marganelli en de Yves Desmaele. zij zullen gaan zoe- _e oude documenten oud, ongeveer 1500 tal kisten juwelen, minimumwaarde op bedrag van 14 2 ancs, ongeveer 70 a Hij houdt er zelfs e waarde nog hoger t deelt het optimis- oot volkomen. „O ja, r prettig er heen te jj op de vraag of zij ika ging. „En ik heb iderneming van mijn oegt zij er met een toe. Haar man staat nblik twijfelend aan deze „goldrush". zal, behoudens voor der landstrijdkrach- stellen categorieën, erleend kunnen wor- elen of bepaalde mi- oeten verrichten op de dagen van bewe- ;e bepalingen wordt lechts verleend in de belangen van de i. :ter van defensie ir. roord op schriftelijke weede-Kamerlid de bepalingen valt vol- terecht af te leiden, ngsvrijheid doch de It gesteld. Overigens n zeggen uiteraard nheden en militairen ijkelijk in de gunst iid te doen delen. jaar is de misdaad men. Er was vooral ming in het aantal in ernstige gevallen fn het algemeen wa- rrestaties en veroor- FBI was betrokken, 'len geld teruggevon- >it staat te lezen in n de VBI over 1962. üddeld honderd roof- rv en diefstallen per d ook meer te hulp n van geweldpleging negers te beletten e oefenen. n de FBI hebben er it een internationaal nde middelen werd 2 m NCRV: 7,00 7,10 Dagopening 7,25 ortuitsl. van zaterdag Nws. 8,15 Gewijde m. 9,00 V. d. zieken d. vrouw 10,10 Oude eologische etherleen- net pianobegeleiding 98 m AVRO: 7,00 m. 7,20 Lichte gram. us. muz. (gr.) 9.00 luisteraars 9,10 De iss. kamermuz. (gr.) 10,00 Arbeidsvitami- d. kleuters 11,00 V. halen van Dickens, 5 Filatelistisch aller- iziek in 16,10 Notitie ier in 't vizier 17,00- 30 Lassie de Schotse NTS: 20,00 Journ. 20,30 Muziek voor u 'ns wat!, doc. film 12,10 Anton Holfath, >rgen is het zondag. - 16,00-18,10 Kom d. jeugd 19,00 Reli- verzicht van de be- tissen in het buiten- 20,00 Nws. 20,25 Het is altijd Dennis, tv- Het herderinnetje ger, ballet 21,25 De 'ilmd variété-progr. in Up jumped the 22,50 Nws. - 17,00 Del Mouche Ber. 18,33 Les fiven- )0 V. d. kind. 19,30 Madame Turtle 20,00 weet het beter, ite. gev. progr. 21,20 ■ijdprogr. 22,00 l'Af- i, film 22,50 Journ. jrovisie: IJshockey- igler Cup te Davos 19,30 Weekjourn. VARA: 20,30 De jaaroverz. 21,00 De irtre, operette 22,10- :abaretprogr. 11,00-11,45 H. Mis che en pantoufles, jeugd 20,00 Journ. terez pas avec vous, allen 22,45 Journ. 16,00 Reisroutes V.d. kleuters 17,20- ield 19,00 De koning film 19.15 Reis naar reld, filmreportage nanneke 20,30 Wie .1,45 Sportweekend, li yan de drie delen „verzamelde ge schriften, die de uitgeverij He Spectrum te Utrecht-Antwerper bij gelegenheid van Anton var Duinkerkens zestigste verjaarda£ met steun van het ministerie van O. K. en W. het licht doet zien. is het tweede gewijd aan debat en polemiek. Het is even fraai verzorgd als het eerste en brengt tal van teksten, die in kranten en tijdschriften verscholen lagen weer onder het bereik. Tiet boek opent met een uitvoerig artikel over Gerard Bruning, het beste, wat tot nu toe over deze jong gestorven schrijver verschenen is. Dietse Warande en Belfort heeft er een jaar geleden mee uitgepakt. Het is jammer, dat het niet benut is als inleiding voor „Verontrust Geweten" van Gerard Bruning. Uit „Hedendaagse Ketterijen" zijn de hoofdstukken vijf en zes overgenomen, waarin Van Duinkerken zich keert tegen het neo-humanisme van Dirk Coster en Just Havelaar en hun maand blad De Stem. pen half dozijn artikelen uit De Tijr en De Gids, die tot grondslag ge diend hebben aan het hoofdstuk ove Herman Gorter in prof. Asselbergr „Het tijdperk der vernieuwing van d Noordnederlandse letterkunde", is tc een nieuw werk gebundeld onder d titel Dichterschap en dogmatiek" Tegen de gangbare kritiek in toont Va1 Duinkerken hier aan, dat de onweei staanbare zuiverheid van Herman Goi ter als lyricus door geen veranderin van levensinzicht werd vernieuwd ol aangetast Tn het essay „De keisteen en de stroom" is alles bijeengebracht, wat Van Duin kerken schreef in zijn polemieken met Menno ter Braak, Het opschrift duidt op de keisteenvereerders, zoals Ter Braak de katholieken noemde, en de stroomaanbidders, zoals hij zichzelf kenschetste. Het is een genoegen op nieuw van dit strijdbaar getuigenis over het christendom kennis te nemen. In de omvangrijke literatuur, die er reeds over Marsman bestaat, nemen de talrijke publikaties van Van Duin kerken een vooraanstaande plaats in Men vindt zijn meningsverschillen met Marsman hier bijeen onder de samen vattende titel „De twijfels van de vitalist" F)e Vondelkenner komt even aan het woord in de vernietigende kritiek, die hij levert op J. Melles' biografie, welke hij een mistekend portret noemt. Hij heeft aan zijn artikelen in De Gids nog enkele bladzijden toegevoegd. Het zou interessant zijn te weten of deze later geschreven zijn of in het maand blad geen plaatsing konden verkrijgen. Overigens is het vreemd, dat van de vele Vondelpublikaties dit thans werd opgenomen. Zo is er nog meer, dat verwondering wekt. zowel wat betreft de compositie van deze verzamelde ge schriften als de keuze der stukken. Qver Gerard Walschap b.v. zijn arti kelen uit De Tijd en De Gemeen schap opgenomen, maar de prachtige open brief over cultuurpessimisme, in 1946 door Elseviers Weekblad afge drukt. missen we hier. Men kan zich ook afvragen of bespiegelingen, zoals men die in „Legende van de tijd" aan treft. gekwalificeerd kunnen worden als debat en polemiek. Het is wel dui delijk, dat het verdelen van een zo rijk en gevarieerd oeuvre over drie boeken iets geforceerds moet hebben. ■Ten slotte is er een aantal kortere stu dies, waarvan die over Louis de Bour bon, ..Het zoet Navarre" geheten, in deze dundrukeditie toch altijd nog een tachtig bladzijden beslaat. Ze bevat o.a. een meesterlijke samenvatting van het vele, dat rond het bekende Naundorff- mysterie gepubliceerd is. Het Roeping-artikel over Joseph de Maistre werd geheel herschrven en uitgebreid. Velen, die De Gemeenschap niet bezitten, zullen in dit tweede deel voor het eerst kennis maken met het opstel over Martin Deutinger. Ook een artikel over de veelbelovende, jong gestorven H. W. Rüssel is aan de ver getelheid ontrukt. Wan Duinkerkens fenomenale eruditie en vooral zijn kennis van de Franse literatuur komen nog eens onomstote lijk tot uiting op de pagina's, die aan Frangois Mauriac gewijd zijn. Noemen we voorts nog een beschou wing over Marnix Gijsen, waar bok interessante levensbijzonderheden van diens broer René Goris in "verwerkt zijn. Zo komen ook in dit tweede deel weer verscheidene facetten van Van Duin kerkens boeiende en veelzijdige per soonlijkheid naar voren. Nadat we dit geschreven hadden ont vingen we het derde deel van zijn ver zamelde geschriften, dat „Historie en Kritiek" genoemd is. We hopen er uit voeriger op terug te komen. WILLEM v. d. VELDEN In de r.-k. Openbare Leeszaal en Bi bliotheek van Breda is een kleine tentoonstelling geweest van Poolse kinderboeken. Ofschoon men een keuze van een goede 150 titels niet mag ne men als doorsnee en terwijl men be denken moet, dat deze boeken onge twijfeld het neusje van de zalm zullen uitmaken van wat uit de Poolse druk kerijen naar de markt stroomt, is het overzicht toch wel toonaangevend, te meer als men hoort, dat de keuze door Unesco is bepaald. Men neemt deze boeken een beetje argwanend op. De taal is voor de doorsnee-Nederlander onverstaanbaar en onleesbaar en men behoeft dus niet te snuffelen naar openlijke of ver dekte „propaganda", omdat men uit de tekst toch niet wijs wordt. Polen, die deze expositie veel hebben bezocht uiteraard, gaven echter te kennen, dat van „reclame voor het regime" hier geen sprake was. Wat natuurlijk niet behoeft te beduiden, dat ieder kinder boek in Polen daar vrij van is. Wat ons opviel bij het doorsnuffelen van deze boeken is dat de Polen ondanks hun volkomen van het Westen geïsoleerde samenleving nog sterk op dat Westen zijn georiënteerd. Het blijkt uit tal van vertalingen. Jules Verne, De la Fontaine. Selma Lager- löff, Anatol France, Andersen en Kastner behoren daartoe. Men vindt Pinokio en de sprookjes van de Gebr. Grimm. Er lagen vertalingen van Ro binson Crusoë en van Swifts Reizen van Gulliver. Het merendeel is echter oorspronkelijk werk, waarvan wij de literaire waarde uiteraard niet kunnen beoordelen. Vl/'wat men wel beoordelen kan, is de waarde van het plaatwerk, dat deze uitgaven opluistert. Dat plaatwerk is buitengewoon fraai. Het is vrolijk, blij en zal het kind ongetwijfeld genoegen doen. Opvallend zijn de prachtige kleuren, die men heeft weten te ge bruiken en men komt regelrecht on der de indruk van de frisse ideeën, die de pagina's bedekken. Sommige daar van waren zonder meer modern te noemen, de meeste echter gingen uit van een romantische verbeelding, die zonder beding indruk moet maken op het kind. Men kreeg al grasduinende tussen deze boeken de indruk, dat aan het kinderboek, waarvan vele uitgegeven door de Staatsdrukkerij, bijzonder grote zorg wordt besteed. Ieder van dez;e uitgaven zou in het Westen een uitstekend figuur slaan. Een idee van prijzen en oplage konden wij ons niet vormen, zodat wij de verspreiding van deze boeken niet kennen. In hoeverre deze boeken alleen aangekocht kun nen worden door de happy few, is iets, wat ons wel interesseert. Wel werd ons ter tentoonstelling verteld, dat vele geïnteresseerde Polen waren komen kijken, die veel van het ten toongestelde uit eigen waarneming in Polen herkenden. En als we dan op dit gezag aannemen, dat deze boeken zonder meer te krijgen zijn, dan kun nen wij de Polen verzekeren, dat wij voor deze uitgeversprodukten alle respect hebben. M. (Advertentie) 11 soorten; 68 ct. per 4 borden. S5S5S3- ■yyaarom zoudt u het eigenlijk niet doen? Toegegeven er behoort wat moed toe, maar als u eenmaal de eerste stap gezet hebt, gaat u onherroepelijk verder. Want het is interessant, voor Bredanaars zeker. Wie zich verbonden voelt met zijn stad moet ook iets van haar geschiedenis weten. Een stad leeft niet alleen bij he': moment; zij leeft ook vanuit het verleden. Van dat verleden is thans het een en ander in het Cultureel Centrum De Beijerd te Breda te zien. Het is een expo sitie, die is ingericht ter gelegenheid van het honderd jarig bestaan van het gemeente-archief. IVTisschien had men deze expositie interessanter kunnen maken We hadden haar graag opgeluisterd gezien door wat voor werpen uit de tijd, die men via archiefstukken beziet. Hangen op het stadhuis geen schilderijen van mannen, die als vorsten eens de stad hebben bestuurd? Bestaat er in Breda niet een prach tige maquette van de oude stad, die eens geëxposeerd werd tij dens de feesten rond het 700-jarig bestaan? Wij hadden deze zaken gaarne rondom de archiefstukken verzameld gezien, althans iets er van. De tentoonstelling zou er levendiger en aantrekkelijker op geworden zijn. Toegegeven, misschien hadden zodoende de archivalia geleden in die zin, dat de aandacht te veel op de voor werpen en te weinig op de oude perkamenten was geconcentreerd. En om die laatste ging het ditmaal nadrukkelijk. Het ging er echter ook om een breed publiek te introduceren in de geschie denis van zijn stad en dat doel had men gemakkelijker bereikt door deze expositie een tikje meer te populariseren. BIJ DE FOTO'S. Boven; Bladzijde uit het houten Boeckxken (einde 14e eeuw) met de rechten en plich ten van de Poorters. Onder: Frederik Hendrik won in 1637 Breda terug voor de Staten-Generaal. Op de gravure ziet men de prins met onder zich een pano rama van de veroverde stad. D Ondanks dit hiaat zo voelen wij het althans aan is de tentoonstel ling uitermate interessant voor ieder een, die er zich maar even in verdiept. Vóór men het weet, is men verdiept in de oude archiefstukken, die achter vei lig glas zijn neergelegd. Men kan ze niet lezen, daar is kennis van zaken voor nodig. Maar men kijkt gefasci neerd naar dit minuscule schrift, ver lucht met sierlijk bewerkte hoofdlet ters. waarmee kleine en grote gebeur tenissen uit Breda's verleden met zorg zijn vastgelegd. tentoonstelling is van uitstekende uitleg voorzien, al wordt wel een bepaalde kennis van het Bredase ver leden verondersteld, die velen niet zullen bezitten. Maar de geschiedenis van het Turfschip behoeft geen nadere explicatie en aan dit roemruchte ge geven is een heel kabinet gewijd. Wie enige fantasie bezit, ziet de geschie denis terugrollen en zich afspelen in de tijd, dat het gebeurde. En men er vaart dan hoe grote weerklank deze slimme herovering in Europa moet hebben gehad. De beeldenstorm herleeft uit oude do cumenten, o.a. liggen er perkamenten, waarin een proces tegen ketters is vervat. Men ziet iets van de „furie van Houtepen" aan de hand van gra vures. Plots ervaart men hoe ver schrikkelijk de middeleeuwse stads brand geweest moet zijn, toen 580 van de 740 huizen in as werden gelegd. Toen ook verbrandde het archief en het is daarom dat het tegenwoordige zo weinig oude stukken bevat. Hoe ernstig de toestand was, leert u de or- donnatie op het puin ruimen en de brief van de landvoogdes, die belang stellend informeert hoe de toestand in Breda thans is. Karei V geeft in die dagen kwijtschelding van belastingen. Een apart kabinet kon ook gewijd worden aan de Grote Kerk en Toren, waarvan men een oude tekening ziet met niet de peer- maar de appelbe kroning. Ook toen reeds subsidieerde de overheid de kerkenbouw, hetgeen blijkt uit een oud perkament. Er ligt een stadsrekening van de feestwijn, die bij de wijding van de kerk in 1497 werd geschonken. In dit kabinet ligt ook het oudst bewaard gebleven doop boek, benevens een gedachtenisboek van de weldoeners der kerk. En hoe nauwkeurig ook de zaken in het ver leden geregeld konden worden, blijkt uit een schrijven, waarin een stipen dium wordt vastgelegd voor de koster van de kerk op de Grote Markt. Pr hangt een ordonnantie uit 1581, die de zuivering der stad door Koning Philips II in schrift vasthoudt. Er is dan sprake van een Algemeen Par don, maar uitgezonderd zijn degenen, die op de zwarte lijst staan. Dat zijn dertig vooraanstaande burgers. Uit een andere ordannantie blijkt, dat een katholiek zijn huis terugkrijgt, dat hem tijdens de „bezetting" is afgeno men. Aan de verovering van de stad door Spinola kon ruime aandacht worden besteed, er is een hele zaal aan gewijd. Onze medewerker te Rome, professor Miroslav Varos, had voor onze lezers een interview met vier Afrikaanse bisschoppen van de Ivoorkust, die in Rome aan het Concilie deelnemen. In een onge dwongen gesprek hebben deze bisschoppen hun mening over de ar beid van het Concilie in zijn eerste deel weergegeven. Deze bisschop pen waren mgr. Durheimer, bisschop van Katiola; mgr. Etrillard, bisschop van Gagnos; mgr. Durat, bisschop van Bouake en mgr. Rouanet, bischop van Dalos. Als tolk trad op pater Eugenio Kwaku, secretaris van mgr. Etrillard. welke wij stelden De eerste v luidde: Hoe is de huidige ontwikkeling van het katholicisme in uw land in verhou ding tot de andere godsdiensten? Het antwoord luidde: het grootste deel der bevolking van de Ivoorkust wordt gevormd door aanhangers van het feti- chisme. Ons land telt ongeveer 3,5 mil- Ook op de drempel van 1963 hebben een aantal bedrijven en instellingen zich weer beijvefd om met een goede kalender voor de dag te komen. Dag en uur zijn nu eenmaal zulke belang rijke dingen dat het papier dat ons in dezen mede uitkomst moet verschaffen ook wel extra aan dacht verdient. Bijzonder aardig is de kunstkalender van de N.V. Levensverzekeringsmaat schappij „Vitalis" te Nijmegen. Pren ten van vogels in frisse, levendige kleuren. Elk kalenderblad is een schilderijtje op zichzelf. Interessant is de kalender van de verzekeringsmaatschappij Stad Rotter dam Anno 1720. Hij is geheel aan de Europoort-projecten gewijd. Niet di- richt mooi, maar wel instructief. Prachtige foto's van het ruige Noor wegen verluchten de Esso-kalender, terwijl de DAF haar eigen auto's toont tegen schilderachtig moderne achtergronden. Het korps rijkspolitie komt ook dit jaar Weer met een kalender die aan de eigen activiteiten is gewijd en die bij zonder sympathiek aandoet omdat er begrip uit spreekt voor de dienende taak van het korps. Alle lof ook voor de Nillmij. die haar kamerkalender voor 1963 wijdde aan het werk van de bekende Haagse schilder Paul Artzenius, die volgend jaar zijn tachtigste verjaardag viert en wiens werk zich buitengewoon goed leent voor reprodukties als deze. leen vliegtuigen op de kalenderbladen van Alitalia deze keer, maar prach tige reprodukties van het werk van Leonardo da Vinei. Een der mooiste kalenders uit de gehele collectie. Een sieraad voor de huiskamer is ook de kalender van Pro Juventute, dat een prijzenswaardige traditie voortzet. Ook dit jaar weer kalenderbladen met foto's van leden van het koninklijk ge zin en... deze keer allemaal in zeer mooie kleuren. Voorts is er een handzame weekka- 'ender van het Genootschap Sint- Joseph, een exemplaar met gevari eerde kleurenfoto's van Mercedes Benz, een kalender met foto's en gees tige tekeningen van de Vlaamse Toe ristenbond en een klein maar fijn din getje (Japanse prenten) van de Eerste lollandsche, die ook een kantoorka lender liet drukken. Andere kantoorkalenders ontvingen we van De Nationale van Trans World Airlines. N.V. van Dijks Houthandel te Breda en de verzekeringsmaatschappij VVM. joen inwoners, waarvan 700.000 muzel mannen, die zich voornamelijk ophouden in de noordelijke gedeelten van het land, in de nabijheid van de grens van Mali. Op dit ogenblik bedraagt het aantal ka tholieken 350.000, ofwel een tiende deel van de totale bevolking. Dit is niet ge ring als men bedenkt, dat de eerste mis sionarissen eerst voor 67 jaren in deze omgeving kwamen. VRAAG: Wordt het onderricht in uw scholen door de christelijk-latijnse tra ditie geïnspireerd? ANTWOORD: De leerplannen zijn de zelfde als in de Franse scholen. Op grond daarvan bestaan geen problemen met be trekking tot de christelijk-latijnse oriën tatie der wetenschap In ons land bestaan vele katholieke scholen, b.v. volksscho len, waar ongeveer 90.000 kinderen on derwezen worden. Wij bezitten ook col leges en theologische instituten. De col leges omvatten 1500 scholieren en onze vijf theologische instellingen, waaronder een hogere theologische school, tellen 300 seminaristen. VRAAG: In het raam van de stichting van een permanent secretariaat in Rome, met de taak de initiatieven van de ver scheidene volksgroepen van Afrika te coördineren werd gedurende de zittingen van het Concilie ook de stichting van een permanent lichaam aangeroerd, dat tot doel heeft het episcopaat van het „zwarte contingent" te verenigen. Dit lichaam zou gemeenschappelijke besluiten moeten uit werken en coördinatie brengen in ge meenschappelijke acties, zoals dit bij het Episcopaat van Latijns Amerika reeds een jaar geleden het geval is geworden. Kunt u ons daarover iets vertellen? ANTWOORD: De Afrikaanse bisschop pen, die zich in deze dagen terzake van het Oecumeense Concilie in het Vaticaan bevinden, stichtten een secretariaat om tot een betere uitwisseling van meningen te komen en op die wijze gemakkelijker eert gemeenschappelijke formule voor de deelname aan het Concilie te vinden Daarmee is echter niet gezegd dat dit secretariaat de doorvoering van een per- manente episcopale Unie met hetzelfde karakter als dat van het Latijns Ame rikaanse episcopaat betekent. Het is zeker dat dit secretariaat doeleinden nastreeft welke nauw met het Oecumenische con cilie verbonden zijn. VRAAG: Valt er iets te bemerken van communistische infiltratie aan de Ivoor kust? ANTWOORD: In ons land boeken de communisten geen succes. Er bestaat geen communistische partij en er is ook geen infiltratie vast te stellen. Voor het ove rige: onze president is katholiek, evenals de overige ministers. De totale situatie ?n ons land is geenszins gunstig voor het communisme. VRAAG: Welke zijn de hoofdproblemen van uw land en van geheel Afrika, welke op het Concilie op te lossen waren? ANTWOORD: Het hoofdprobleem is vanzelfsprekend de liturgie. Hier moet de nadruk erop worden gelegd, dat het in onze gewesten mogelijk is de lande lijke gebruiken aan de liturgische cere moniën aan te passen, waarbij alles wat heidens is wordt uitgesloten. Tegelijker tijd wordt echter het karakter van de spontaniteit en van het Afrikanisme be waard. In vele gevallen kan men in onze godsdienstige beleving, zeden, gewoonten zowel als de mentaliteit van onze gewes ten inbouwen. Op dit terrein hebben we echter nog niet voldoende ervaringen. Twee jaren geleden waren wij nog een gewone Franse kolonie en dienovereen komstig werd het probleem van de op name van plaatselijke zeden tot heden nog niet voldoende bestudeerd. Nu echter twee jaren na de onafhankelijkheidsver klaring, worden dikwijls met succes po gingen ondernomen om in de liturgie de veranderde en vergeestelijkte inheemse zeden en tradities te integreren. Bijvoor beeld worden zekere feesten der inboor lingen, vroeger volkomen heidens, door ons thans overgenomen en aan onze ceremoniën aangepast. VRAAG: Kunt u ons een voorbeeld geven van een zulk voormalig heidens feest, dat nu op christelijke wijze gevierd wordt? ANTWOORD: Inderdaad. Een der meest karakteristieke feesten is „het feest van de eerste vruchten". Dit wordt gevierd in de tijd waarop zich bepaalde vruchten der aarde, zoals aardappelen, rijst e.d. voor het eerst vertonen. De inboorlingen organiseren daarvoor een feest in grote stijl als bewijs van dankbaarheid. Vroe ger werden deze vruchten aan de afgoden aangeboden. Nu organiseren wij dit feest der vruchten. Ze worden in feestelijke stoet naar de kerk gedragen en daar gezegend. Ze dienen daarna tot een uit gebreid feestmaal. VRAAG: Als we ons niet vergissen wor den pogingen gedaan om de eigen archi tectuur bij de kerkbouw toe te passen. Is dit ook reeds in uw diocesen geschied? ANTWOORD: In dit opzicht werden studies gemaakt om ook op dit gebied de praktische beleving van het christen dom aan de gebruiken der bevolking aan te passen. Maar er bestaat nog niets con creets. Vroeger hebben Franse architec ten geprobeerd „geloofshuizen" in Afri kaanse stijl te bouwen. Zij werden daarin door de hutten der inboorlingen geïn spireerd. Dit pogen mislukte. In de ma terie der liturgie is trouwens een voor afgaand voorzichtig onderzoek noodza kelijk. VRAAG: Meent u dat het doelmatig zou zyn de muziek der inboorlingen in het katholieke rituaal over te hevelen? ANTWOORD: Zonder voorbehoud: ja De experimenten, welke op dit gebied doorgevoerd zijn tonen dat dit zeer goed mogelijk en helemaal niet moeilijk is. In onze kerken worden gedurende de mis zeer dikwijls lokale, vanzelfsprekend ka^ tholieke liederen gezongen, d.w.z. in de inheemse taal. Enkele katholieke pries ters hebben missen gecomponeerd, geïn spireerd door de traditionele muziek in hun diocesen. Een interessant experiment werd in het diocees Gagnoa doorgevoerd waar de gelovigen gedurende de mis lie deren bij de trommel „tam-tam" zingen, Dit alles toont aan, dat de muziek der inboorlingen, zoals zij verchristelijkt werd tot vergeestelijking der gelovigen kan dienen. Zeer dikwijls is deze muziek van vroomheid vervuld en kan de ingetogen heid gedurende de katholieke godsdienst oefening bevorderen. Bovendien zijn de inboorlingen er zeer tevreden mee. Ze waarderen het dat aan hun eigen muziek zulk een aandacht geschonken wordt en ze ook naar haar waarde gebruikt wordt. VRAAG: Worden in de katholieke ere dienst ook de inheemse dansen uitge voerd? ANTWOORD: O zeker. De dansen der inboorlingen zijn zeer dikwijls voor de katholieke ritus zeer geschikt. De begra fenissen b.v. zijn in bepaalde gebieden door dansen en toepasselijke liederen om lijst. Dat zijn dansen, die voorheen hei dens waren, die echter later overeenkom stig onze mentaliteit en onze gevoelens voor begrafenisplechtigheden werden om gevormd. De dans kan, wanneer zij wer kelijk uitdrukking geeft aan onze gevoe lens, uitstekend dienen het geloof bij de mensen aan te wakkeren. VRAAG: Het is ons bekend dat in enkele Afrikaanse landen met betrekking tot het binnendringen van het inheemse element in de liturgie sommige uiterlijke dingen, gelijk b.v. de liturgische kleuren, op moeilijkheden stoten. Is dit ook hij u het geval? ANTWOORD: De kleuren in onze ge westen hebben Neen vaste betekenis en wekken bij de waarnemers bepaalde ideeën of gevoelens. Intussen kan echter nog steeds geen sprake zijn van een litur gie der kleuren, die overeenkomt met wat ze in de katholieke liturgie of voor de inboorlingen betekenen. De inheemse ceremoniën baseren zich steeds op tra ditionele kleuren. Het kan mogelijk zijn dat dit een groot probleem wordt in de toekomst. In enige gewesten is de kleur bij de begrafenissen rood, die van fees telijkheden wit. Wij zullen dienovereen komstig veranderingen moeten doorvoe ren. VRAAG: Wat denkt u van de moge lijkheid van een eventueel gebruik van het inheems dialect gedurende de H. Mis? ANTWOORD: In de H. Mis benutten we reeds gedeeltelijk de lokale taal. Van een eventuele invoering kunnen we slechts zeggen, dat dit de inboorlingen zeer zou bevallen, ook als zij zich maar tot het eerste deel der Mis zou beperken. In elk geval kan alleen het Concilie daar op een antwoord geven. VRAAG: Wat voor indrukken hebt u van de eerste fase van het Concilie? ANTWOORD: De beste. Wat ons het meest heeft aangesproken was de zorg vuldige technische organisatie. VRAAG: Kunt u ons enkele cijfers noemen v^n bekeringen en over de ge talsterkte van de clerus? ANTWOORD: Deze beide problemen zijn met elkaar verbonden. Wij kunnen zeggen dat de overgangen naar het chris tendom het meest plaatsvinden aan de Ivoorkust, alhoewel hier een groot pries tergebrek bestaat. Zo zijn er b.v. in het diocees Daola slechts 27 priesters op 750.000 inwoners. Dat is echter niet de enige moeilijkheid, want de oppervlakte van het diocees Daola is driemaal zo groot als België en dat verzwaart ons werk het meest. VRAAG: Van welke betekenis zou by u een toenadering tot de gescheiden broe ders in de christenheid kunnen zijn on welke echo zouden pogingen daartoe hebben? ANTWOORD: Ons land wordt met dit probleem niet direct geconfronteerd. In onze diocesen tellen wij slechts een ge ring aantal protestanten. Zij vormen geen essentieel probleem. Tegenover ons zijn zij zeer vriendelijk en voeren gaarne met ons discussies. Die hangt vol kaarten, die een Idee geven hoe zo'n beleg om een stad ge slagen werd. Het zijn luisterrijke teke ningen, die bovendien nauwkeurig laten zien hoe een vesting werd ge bouwd. En het moet een heel evene ment zijn geweest, toen men kon vast stellen dat de Bredase vesting ook be stand was tegen kanonskogels. Maar dat gebeurde al lang voor Spinola's tijd. Er is veel meer te zien, het boven staande is zo maar een greep. Wie iets wil proeven van wat vroegere be woners hebben gepresteerd in deze roerige stad, mag deze expositie niet vergeten. Men krijgt dan een welis waar vage doch wel betekenisvolle in druk van een stad, die als strategisch punt zo belangrijk was en die ook in cultureel opzicht in vele gevallen de toon aangaf. Tn een dubbelnummer van Aristo over 1 augustus en september stelt L. Key- zer opnieuw het probleem van de apartheidspolitiek aan de orde. Hij waagt het er op het revisieproces in te leiden en voegt aan zijn artikel de teksten van de beide volksliederen ..Die Stem" en ..The Call of S.A." toe. Ward Corsmit schrijft over het Chris tendom der naastenliefde en sluit zich aan bij de protestantse theoloog Karl Barth wanneer die zegt: ,.Wie als lid van een bepaalde kerk het Evangelie niet hoort en niet in praktijk brengt, zet zich daardoor uit de ware kerk. Wie echter tot geen kerk zou behoren, kan een echt lid wezen van de ene, ware kerk als hij het geloof aan het Evangelie belichaamt in de naasten liefde. Jan van Ommeren is niet zo erg enthousiast over ,.De naastenliefde in gevaar" van Romano Guardini. Wel acht hij het boekje van enig nut om hen. die op een of andere wijze in het maatschappelijk werk werkzaam zijn, even tot enige zelfdeterminatie te sti muleren. Wim Zaal signaleert zeer gunstig de gevaren van geestelijke hygiëne aan de hand van: vrouwen en kunst, tijd schriftwezen, en de naakte Vondel. J. J. A. van Groenendael besluit deze af levering met een uitvoerig pleidooi voor de Duitse bisschoppen en hun houding tijdens het Hitlerregime. In tussen heeft het Duitse episcopaat in een brief bekendgemaakt, dat het zich wel degelijk bewust is van schuld en tekortkoming. De goede bedoelingen van Van Groenendael kunnen we respecteren, maar we houden ons toch maar aan het mea culpa van de bis schoppen. Tn het oktober-nummer zet L. Keyzer zijn artikel over Zuid-Afrika voort. Als we het goed zien is ook deze be schouwing nog slechts een inleiding op wat de schrijver wil gaan betogen. Piece de résistance in deze aflevering is een voortreffelijke bijdrage van Henk van Gelre over de Russische godsdienst, en cultuurfilosoof Nicolas Berdjajew. Hij geeft tal van interes sante levensbijzonderheden, verklaart Berdjajews „marxisme" en volgt diens geestelijke evolutie. Voor de ken nis van deze grote wijsgeer en zijn werken is deze uiteenzetting van Henk van Gelre zeer waardevol. L. v. d. Linden bespreekt de dicht bundel „De Antipoëet" van zijn col lega-redacteur Wim Zaal. Uitvoerig parafraseert en commentarieert hij het gedicht „Stierengevecht", terwijl hij ook nader ingaat op de inleiding, die Zaai aan zijn boekje vooraf liet gaan. Hij concludeert, dat de dichter erin geslaagd is zijn houding tegen over de dichtkunst niet alleen essayis tisch maar ook poëtisch uit te druk ken. J. van Groenendael keert zich tegen prof. v. Duynstee en diens verdediging van de Indonesische politiek. Hij rea geert in dit oktober-nummer op een artikel in de Tijd-Maasbode van 9 no vember: een naar gevolg van het te traag verschijnen der afleveringen. Jan van Ommeren schrijft aan de hand van veelzeggende voorbeelden over seksuele voorlichting. Dit naar aanleiding van dr. A W Hoegens brochure ..Het huwelijk, liefdé en voortplanting." Hij noemt het een lapmiddel, dat zo spoedig mogelijk overbodig moet worden. Gods wetten zo zegt hij, zijn uitermate eenvoudig' ongecompliceerd en worden door elke mens van goede wil zonder meer ge kend. W.v.d.V.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1962 | | pagina 7