r
MAN
Het jaar begint maar
bij toeval op 1 januari
meer
Geen „Moby Dicks
ter walvisvaart in IJszee
MENS EN DIER ZULLEN ME DANKBAAR ZIJN
Nieuwjaar is
al heel vaak
„verhuisd" op
de kalender
Wees welkom,
vreemdeling
Ruime keus
Janus, god van begin
Rest van Narrenfeest
xu
13
Nieuwe organen
bij openbaar
onderwijs
VERMOUTH
de ras-sigaret puur voor uw genoegen
Bemiddeling in
havenstaking
Avontuur door
mechanisch brein
verdreven
Langs de straat
Kernreactor voor
de ruimtevaart
Hoger inkomen
voor keizer
van Japan
VolgeboekteStatendam
van de Holland-Amerika
Lijn gisteren vertrokken
voor grandiose
Gala Nieuwjaarscruise.
13
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 29 DECEMBER 1962
(Van een medewerker)
Wat een jaar is, weten wij alle
maal: de tijd die onze aarde nodig
heeft om éénmaal haar ellipsvor
mige baan om de zon te doorlopen.
Evenmin als een cirkel heeft een
ellips een begin of een einde. Dat
wij gemakshalve tóch ergens een
beginpunt aannemen, is begrijpe
lijk. Maar waarom beginnen wij
het jaar nu juist op 1 januari?
Dat is een vraag waar gewoonlijk
niemand bij stilstaat, hoewel er
genoeg aan vastzit om er een dik
boek over te schrijven. Want wat
is er, strikt genomen, op 1 januari
nu werkelijk nieuw"?
Onze kalender, jazeker! Maar kalen
ders vormen geen antwoord op de hier
gestelde vraag. Een kalender richt zich
naar het jaar, het jaar niet naar de
kalender. De kortste of de langste dag
van het jaar. het begin van de lente of
desnoods van de herfst, de dag van
Christus' geboorte, van zijn kruisiging
of opstanding, dat zouden allemaal zin
volle dagen zijn om het nieuwe jaar mee
te beginnen en er het cijfer ,,1" aan te
hechten. Vraag uw vrienden en kennis
sen eens hoe het komt, dat speciaal 1
januari met de eer ging strijken.Honderd
tegen één dat zij u het antwoord schul
dig blijven.
Laat ons dadelijk vooropstellen, dat 1
januari als nieuwjaarsdag niets met de
christelijke jaartelling te maken
heeft. Daaraan kunnen wij dan met
een vastknopen, dat gedurende het be
staan en het gebruik van onze christe
lijke jaartelling de meest uiteenlopende
datums als „nieuwjaarsdag" hebben ge
golden. Wij houden ons hier opzettelijk
aan de gebieden waar de christelijke
jaartelling in gebruik was of is. Joden,
Egyptenaren, Hindoes, Chinezen, Japan
ners, Mohammedanen, ze hadden of heb
ben nog hun eigen „kalender" en begin
nen hun jaar op hun wijze. Dat is een
merkwaardig onderwerp op zichzelf,
waarover wij het nu niet zullen hebben.
De geschiedenis vftn 1 januari als jaar-
begin in de christelijke tijdrekening is
werkelijk al ingewikkeld genoeg.
Het vreemdste van alles is misschien
wel, dat de logisch verklaarbare da
tums het tenslotte allemaal hebben moe
ten afleggen tegen de minder logische.
De 25e december, dag van Christus' ge
boorte, sluit het zuiverst aan bij de
christelijke jaartelling, die immers ook
rekent met zo-en-zoveel jaren na Chris
tus' geboorte.
De 25e december is b.v. in Duitsland
in de middeleeuwen inderdaad als
nieuwjaarsdag beschouwd. Zo ook in
Scandinavië, waar die datum samen
viel met het Joelfeest, het feest van
de winter-zonnewende, het tijdstip
waarop de dagen weer gaan lengen.
Maar de 25e december als geboorte
dag van Christus is tenslotte pas in de
4e eeuw vastgesteld.
Zo kwam het, dat de christelijke we
reld over het begin van het jaar juist
in de eerste tijd geen gelijkgerichte op
vatting hebben kon. Sommigen zochten
het eigenlijke jaarbegin bij Maria-Bood-
schap, 25 maart, een opvatting die uit
Italië afkomstig schijnt te zijn. De pau
selijke kanselarij stelde het begin van
het nieuwe jaar lange tijd op 26 maart,
dus een dag later. Dat gebruik heeft
in Engeland zelfs tot 1752 voortgeduurd.
Pasen, het feest van opstanding en
wereldvernieuwing, schijnt in de chris
telijke levenssfeer een bijzonder zinvol
jaarbegin. Werkelijk heeft men wel gere
kend ,,a cereo paschali", dat is „sinds
het wijden van de Paaskaars", de op
Pasen ontstoken kaars waarin de be
langrijke data van het kerkelijk jaar
werden ingesneden. Voor de praktijk
van het dagelijkse leven was dit Nieuw
jaar 'echter erg ongemakkelijk. Pasen
valt elk jaar op een heel andere datum.
Stelt men nieuwjaarsdag op Pasen, dan
krijgen de jaren een heel ongelijke leng
te. Vandaar, dat deze nieuwjaarsregeling
tenslotte weinig kans op algemene toe
passing maakte.
Leo I, paus in de jaren 440-461, en
Gelasius I, paus van 492-496, begonnen
het nieuwe jaar op 1 maart. Dit ge
bruik hield in Frankrijk tot in de 8e
„U stelt u op een verkeerd standpunt
als u de ouders alleen ziet als leveran
ciers van uw leerlingen". Dit zei niet
zonder emotie donderdagavond de
voorzitter van de Nederlandse Onder
wijzersvereniging (NOV), de heer Jae.
Lootsma, ter verdediging van de opvat
tingen, die het hoofdbestuur van de
NOV koestert ten aanzien van de taak
en de bevoegdheden van oudercommis
sies, ouderraden en schoolraden voor net
openbaar onderwys.
Dit onderwerp was door de afdeling
Delft en Velsen op de algemene verga
dering van de NOV in het Kurhaus te
Scheveningen aangesneden door het in
dienen van enige voorstellen. Er werd
tot laat in de avond over gediscussieerd.
De heer Lootsma zette uiteen, dat de
voorstellen van de commissie-de Roos in
hielden het meeste wat op dit moment is
te bereiken te verwezenlijken: de instel
ling van oudercommissies, waarin ook
onderwijzend personeel een adviserende
stem heeft, ouderraden uit vertegenwoor
digers van deze commissies, en school
raden, die worden samengesteld uit leden
van oudercommissies, onderwijzend per
soneel en vertegenwoordigers van het
gemeentebestuur, eventueel aangevuld
met deskundigen van buiten deze drie
kringen.
Er waren congressisten, die zich be
zorgd maakten over het toekennen van
meer zeggenschap en grotere verant
woordelijkheid aan de „nieuwe organen"
en over het feit, dat deze organen kunst
matig zouden zijn, omdat het openbaar
onderwijs nog geen volkszaak is.
De heer Lootsma constateerde, dat ook
bij de nieuwe organen alleen het ge
meentebestuur zeggenschap heeft en dat
de ouders inderdaad verantwoordelijk
heid dragen. Hij hield de onderwijzers
voor zich niet te verbeelden, dat zij de
enigen zijn, die verstand hebben van het
onderwijs in Nederland. Voorts wees de
voorzitter op de grote mogelijkheden die
de instelling van de nieuwe organen heeft
voor het openbaar onderwijs.
eeuw stand, in Rusland zelfs nog tot in
de 13e eeuw. Koptische christenen be
ginnen ook tegenwoordig nog het nieu
we jaar op 1 augustus, de Jacobieten
op 1 oktober. De Byzantijnse tijdreke
ning, lange tijd in gebruik in de Grieks
orthodoxe kerk, nam 1 september aan
als nieuwjaarsdag en zo doen het nog
heden vele Syrische christenen.
Men ziet: er is heel wat verscheiden
heid in de nieuwjaarsopvattingen. De
datum echter, die tenslotte in het groot
ste deel der christelijke wereld triom
feerde, 1 januari, is niet van christelijke
maar van heidense afkomst. Hij 's, met
de naar Julius Caesar genoemde „Juli
aanse tijdrekening" en mét het Romeinse
recht in de Europese levensgemeenschap
binnengedrongen.
Waarom blééf de maand maart niet
vooropstaan en waarom haalden de Ro
meinen januari van de elfde plaats naar
voren? Wel, het is een tamelijk bekend
feit, dat de Romeinen sommige maan
den naar hun eigen keizers noemden
(juli b.v. naar Julius Caesar) en andere
naar hun goden (maart heet naar de
god Mars). Nu had januari zijn naam
te danken aan de god Janus, de vreemde
figuur met twee gezichten die voor de
Romeinen de god van het Begin was. Op
de eerste dag van elke maand werd
Janus bijzonder vereerd en in het al
gemeen bij elk belangrijk begin. Wat
was op den duur begrijpelijker, dan dat
men dusook de naar de god van het
begin genoemde maand januari aan het
begin van het jaar plaatste en de éérste
dag van die maand als een dubbel be
langrijk beginpunt beschouwde? Vreemd
was alleen, dat men de nu op de negen
de plaats gekomen maand „zevende"
(september) bleef noemen, de op de
tiende plaats gekomen maand „achtste"
(oktober), enzovoort.
De christelijke kerk heeft zich al in
de eerste eeuwen van haar bestaan te
gen die uitbundige viering van 1 janu
ari gekant. Tegenover de heidense
nieuwjaarsviering maande zij tot be
zinning, boete en ernst. Later stelde zij
op 1 januari de besnijdenis van Christus.
Uitgelaten vreugde kwam daarbij na
tuurlijk niet te pas.
Volksgebruiken hebben echter een taai
en dikwijls weinig religieus leven. Naar
mate het martelaarschap der eerste
christenen meer tot verleden werd, brak
in brede lagen van het volk de traditio
nele uitgelatenheid der Romeinse nieuw-
jaarsviering steeds sterker door. Van de
zijde der geestelijke herders regende het
afkeuringen en protesten. Chrysostomos
(345-407) schreef: ,,In de bijgelovige
waan, door een vrolijk begin ook een
vrolijke voortzetting van het jaar te be
reiken, vieren zelfs christenen dit begin
met uitbundige drinkgelagen. Onder wild
geschreeuw, het zingen van schaamte
loze liederen en niet zelden met ontuch
tige dansen trekt men door de stad. Men
ziet er evenmin tegen op, heidense to
neelvoorstellingen te bezoeken waarin op
deze dag alle onzedelijkheid van de oude
gebruiken tot uitdrukking komt. Dan
duikt de heidense maskerade op. Feest
gangers maken zich de gezichten zwart
en verkleden zich als wilde dieren, ja,
zelfs als heidense goden".
Behalve een vroom vermaan geeft de
ze beschrijving ons ook een goede indruk
van het nieuwjaarsfeest in die dagen. Het
vermaan der geestelijkheid had overi
gens weinig uitwerking. Achthonderd
jaar later was de nieuwjaarsviering
zelfs uitbundiger dan ooit tevoren. Wij
horen het nu als „narrenfeest'' (festum
stultorum) betitelen en die naam maakt
ons wel duidelijk, dat er heel gekke
dingen gebeurden. In de eeuwen die toen
volgden kreeg dit Narrenfeest een ver
maardheid die aan beruchtheid nabij
kwam. Toen ook nu een verbod van ker
kelijke zijde niets uitwerkte, haalde de
geestelijkheid hier en daar het feest in
de kerk, in de hoop het zo in de hand te
kunnen houden. Maar dat bleek aller
minst het geval. Men beleefde een tijd
waarin de gelovigen op nieuwjaarsdag
in de wonderlijkste maskerade-kostuums
ter kerke gingen en zelfs dobbelspel en
grove liederen in vele kerken werden ge
duld. De feestgangers voerden de pro
fanatie ten top, toen ze op het Narren
feest een „narrenbisschop" en zelfs een
„narrenpaus" gingen kiezen.
Een werkelijk afdoende maatregel te
gen zulke nieuwjaarsuitwassen cn tegen
het Narrenfeest kon tenslotte niet uitblij
ven. De Franse koning Karei VII de
zelfde die zijn regering dankte aan Jean
ne d'Arc vaardigde er een streng ver
bod tegen uit en deed dat verbod ook
werkelijk naleven. Intussen bewijst juist
het Narrenfeest, dat 1 januari in die ja
ren algemeen, als nieuwjaarsdag was
aanvaard.
De eerste januari is sindsdien nieuw
jaarsdag gebléven, maar de uitwassen
van een op Romeinse tradities terug
gaande nieuwjaarsviering zijn in de
westerse landen grotendeels verdwenen.
Het „uitluiden" van het oude jaar vindt
tegenwoordig gewoonlijk niet zo zeer in
het openbaar en op de straat plaats als
in de intiemere kring van familie en
vrienden. Zoverre dat uitluiden van het
oude-, en het binnenhalen van het nieu
we jaar nog altijd een tamelijk luidruch
tige vorm vindt door het afsteken van
vuurwerk (de Chinezen weten op hun
nieuwjaarsdag met vuurwerk nog heel
wat beter weg dan wij!), het gieren van
stoomfluiten en het loeien van sirenes,
mag men er een zwakke rest in zien van
het oude Narrenfeest en van de oude
„libertas Decembrica", de in bandeloos
heid ontaarde vrijheid die eeuwen ge
leden gold op de dagen tussen het kerst
feest en het nieuwe jaar. Daartegenover
staat dat wij tegen middernacht op 31
december ook allerwegen het „Uren, da
gen, maanden, jaren vliegen als een
schaduw heen" horen klinken. Het is tot
een traditioneel moment van bezinning
geworden bij de jaarwisseling.
Als wij na deze bezinning en ernst, het
glas heffen en in feestelijke stemming
het nieuwe jaar ingaan, zullen maar
weinigen daartegen bezwaren opperen.
Optimisme en goede voornemens ge
koppeld aan levensernst, wat zou men
béter kunnen wensen? Hoogstens, dat ze
ook na nieuwjaarsdag nog blijven voort
duren.
(Advertentie)
CINZANO
(Advertentie)
De Amerikaanse minister van Arbeid,
Willard Wirtz, heeft besloten persoonlijk
tussenbeide te komen om te trachten
een einde te maken aan de vijf dagen
geleden begonnen staking van de haven
arbeiders langs de Atlantische kust en
de Golf van Mexico. Daartoe heeft hij
vertegenwoordigers van de werkgevers
en voor hedenochtend afgevaardigden
van de werknemers uitgenodigd voor be
sprekingen teneinde te komen tot een
hervatting van het rechtstreeks overleg
tussen de twee partijen.
Zoals gemeld gaat het conflict om
een verkleining van de werkploegen van
20 tot 17 man, welke de werkgevers
wensen, maar die volgens de vakbonden
tot werkeloosheid zal leiden.
Havenarbeiders die donderdag ondanks
het stakingsparool te Galveston een ba-
nanenboot losten, werden beschoten. Een
van hen kreeg een schotwond aan de
voet.
De legendarische walvisvaarder Kapi
tein Ahab zou zich in zyn graf omdraaien
als hy wist wat er vandaag gebeurt in
de computercentrale van de universiteit
van Washington. Geleerden van de in
ternationale commissie voor de walvis
vaart zyn daar bezig de elektronische
breinen te voeden met de cyfers en fei-
rpussen de familieportretten, op de schoor-
steenmantel bij ons thuis, hoort eigenlijk
ook een foto van dr- Veldkamp te hangen. Hij
immers draagt de bejaarden een warm hart toe.
Toen mijn vader onlangs in de krant las dat de
A.O.W. verhoogd zou worden, wees hij mijn moe
der op het bewuste bericht, waarbij een fijnge
voelige redacteur een fotootje van dr. Veldkamp
had geplaatst. „Ik mag die Veldkamp wel!", zei
mijn vader. „Hij is een echte bewindhebber".
(Hij bedoelde bewindsman, maar vergeet niet
dat mijn vader is opgegroeid in een tijd dat Ne
derland nog een koloniaal imperium vertegen
woordigde). „En bovendien", zei mijn vader, „lijkt
hij een beetje op Nap de la Mar".
Dat zit meteen rustigAls je op Nap de la
Mar lijkt ben je gesteld. Mijn vader is eens
een hele tijd fan geweest van een Dominicaner
pater die ook zo op Nap de la Mar leek, maar
zijn preken vielen tegen en daarom raakte hij
uit de gratie. De moppen van Veldkamp gaan er
altijd in. Verhoog de A O.W- en probeer op Nap
de la Mar te lijken en je hebt kiezers zoals mijn
vader altijd méé. Nu ben ik Veldkamp óók dank
baar. Zonder mannen als hij en zijn voorgan
gers op de ministerszetel zou mijn vader nooit
zon prettige oude dag hebben gehad.
Ctel u voor: de laatste keer dat ik hem kwam
opzoeken was hij (naar mijn moeder mij
fluisterend in de gang meedeelde) bezig met een
uitvinding waarvoor, naar mijn vader had aan
gekondigd, mens en dier hem dankbaar zouden
zijn. „Hij zit boven op het kleine kamertje", zei
mijn moeder. „Hij mag niet gestoord worden.
Dat is slecht voor zijn concentratie. Ga er dus
maar niet heen!" Zelfs zij liefste vrouw ter we
reld, tverd naar zij zeide, uit het werkvertrek
geiveerd. De thee en koffie die hij op gezette
tijden verlangde moest zij stilletjes om de hoek
van de deur zetten en vervolgens driemaal klop
pen, zodat hij de consumptie naar binnen kon
halen. „Hij gaat er helemaal in op", zei mijn
moeder.
TlVij hebben thuis al heel wat verrassende din-
gen meegemaakt, doch dit was volkomen
nieuw en dus nestelde ik mij met een boek in de
leunstoel bij de kachel en wachtte op de kornst
van de uitvinder die, zo redeneerde ik, toch te
gen etenstijd wel beneden zou komen. En iver-
kelijk. Hü daalde met een bedachtzame stap de
trap af, keek even verstrooid naar de hoek ivaar
ik zat en zette zich toen zwijgend op zijn plaats
aan tafel. Je kon merken dat zijn gehele ge
dachtenleven op het kleine kamertje nas achter
gebleven. „Je hebt het straalkacheltje toch we
uitgezet?" vroeg mijn moederHij knikte afwe
zig „Dat 'ding vreet stroom!", zei mijn moeder
alsof zij haar eerdere opmerking wilde rechtvaar
digen. Mijn vader keek haar vluchtig aan. Een
man van de geest, een denker, die zich verbaast
over de beuzelarijen van de vrouw waarmee hij
in een onbezonnen ogenblik, een halve eeuw ge
leden, getrouwd is. Hij haalde de schouders op.
l"\irect na de maaltijd vertrok hij weer naar
het kleine kamertje. Ik hoorde hem de
knip op de deur schuiven. „Zo is het nou al vanaf
zondag", zei mijn moeder. „Hij komt zelfs niet
meer op de soos. Het enige wat je van hem hoort
is: mens en dier zullen me dankbaar zijn!" Dit
intrigeerde mij zeer en ik ging wat vaker naar
het ouderlijk huis om er achter te komen aan
welk project mijn vader werkte. Op een avond
toen hij zich bij de kachel zat te warmenzei hij
zachtjes voor zich heen: „Mens en dier zullen
me dankbaar zijn!!" Ik vroeg net een ietsje té
snel: „Waarom?" Hij keek op alsof ik hem met
een zak nat zand in de nek geslagen had.
„roeloof maar niet dat ik het jou zal zeggen!!',
zei hij listig. „Ik maar in het diepste ge
heim werken en jij het vlug in de krant zetten.
Nee; ze hebben Edison te grazen gehad en die
vent die de naaimachine uitvond, maar ik kan
wachten. Ik heb geen geldnood, dank zij Veld
kamp. Ik kan het uitzingen tot het project klaar
is- Ik hoef mijn octrooien niet aan oliebaronnen
of aan Philips te verkopen. Nee, vadertjeik
maak het helemaal klaar en dan zullen ze 'op
kijken! Maar eerst stap ik naar de octrooiraad.
Ik heb het adres van neef Han gekregen. Eerst
patent en dan de markt op met die boel!! Mens
en dier zullen me dankbaar zijn! Kijk, dat is nou
het mooie van de A.O.W., dat je in volle con
centratie aan je projecten kunt werken, zondei
-/eldzorgen en zulks meer.
„jytaar dat
stroom!!"
straalkacheltje vréét anders
zei mijn moeder schuchter. Het
was een verheven moment want de Denker richt
te het woord tot haar persoonlijk, zeggende: „Als
mijn uitvinding eenmaal op de markt komt en
ze me hier komen huldigen, dan zal ik zeggen:
Zonder mijn toegewijde vrouw, die steeds koffie
en thee in het kleine kamertje heeft gebracht,
zouden wij hier nu niet samen zijn!" „Je hebt
het ding toch wel uitgezet?", vroeg mijn moeder.
..Welk ding?", informeerde mijn vader nogal nij
dig. Hij dacht dat het over zijn uitvinding ging.
.Dat straalkacheltje natuurlijk", preciseerde mijn
noeder. „Hij vréét stroom!!" Maar mijn vader
'worde het niet. In gedachten schiep hij voort
tan zijn uitvinding, denkend aan de dankbare
■nensen en dieren.
Tfr verstreken een paar weken. Hij werkte
dapper voort en het behang van het kleine
kamertje werd al een beetje bruin van de ta
baksrook, zoals mijn moeder bij een snelle in
spectie had gezien- En toen was het project
klaar. Op een zondagmiddag vertrok mijn vader
met een rol tekeningen, grondig verpakt in on
doorzichtig papier, onder de arm uit zijn woning.
Het eerste werk van mijn moeder was: kijken
of het straalkacheltje uit ivas. Het brandde nog!
Zuchtend ging mijn moeder verse koffie zetten.
Want zij is vooral praktisch van aard en zij wist
dat straks de uitvinder met een helse dorst zou
terugkeren.
Jfn dat was ook zo. Ik verwachtte in mijn
kinderlijke begeestering een triomfator te
zien binnentreden. Een Kennedy na de verkie
zingszege; een Elek Schwartz na een Oranje
overwinning, voorzover deze situaties op het ni
veau van mijn vaders bezigheden liggen. Maar
nee, het was een verbijsterde figuur, die zwakjes
om koffie vroeg. Een Castro na het bezoek van
Mikojan. Een Elek Schwartz na een 6-0 neder
laag tegen het zesde elftal van de Winschotense
Boys. Hij wierp de rol tekeningen op tafel en
liet toe dat mijn moeder en ik de geheime do
cumenten doorvorsten. Al spoedig was mij dui
delijk wat zijn brein had uitgebroed. Hij had een
soort slede ontworpen ivaarop hetgeen door ver
klarende teksten werd onthuld) een tiveewielige
bakkerskar kon worden geplaatst. Bij zware
sneeuwval zou de broodbezorger de bakkerskar
niet meer behoeven te rijden, maar hij zou het
ding op de slee kunnen plaatsen om aldus glij
dend de verse kadetjes rond te brengen.
jlfaar ook een paardenwagen zou op de slee
1,1 geplaatst kunnen wordenHet paard zou in
dat geval, inplaats van een loodzware last, een
vederlichte slede-combinatie over de besneeuwde
straten kunnen trekken. Reden om mijn vader
dankbaar te zijn. „Ik ben er net mee bij Poffer
Molenaar geweest', zei mijn vader. „Zoals je
iceet had hij vroeger een bakkerij en toen hij
laatst vertelde hoe hij zich vroeger, als' het
sneeuwde, altijd een rolberoerte had lopen du
wen tegen die bakkerskarren, kwam ik op het
'dee van een slee".
„fn was dat zo gek?", vroeg ik. „Wat zei
^Poffer?" Mijn vader fronste de wenkbrou-
oen. „Hij zei dat die ouderwetse bakkerskarren
die je moest voortduwen, niet meer gemaakt
worden. Het gaat allemaal met bromfietsen en
elektrische wagentjes! En paarden zie je alleen
nog maar in het circus zei Poffer. Ik ben twintig
jaar te laat met mijn uitvinding gekomen. Vol
gens Poffer was het wel iets voor oorlogstijd, als
je geen benzine meer kunt krijgen. Maar daar kan
ik toch niet op wachten? Je staat verbaasd", zei
hij nadenkend, „als je ziet hoe snel de tijd gaat.
Zó duwen de bakkers nog zware karren en zó
nemen ze er motortjes voor! Je kunt het als uit
vinder niet bijhouden". Mijn moeder knikte in
stemmend. „Moet je maar eens naar de meter van
het elektra gaan kijken!", zei ze. Ik zei je toch
al; „Dat kacheltje vréét stroom!"
XOMASO
ten, die de afgelopen 31 jaar door wal
visexpedities naar de Zuidpool vergaard
zyn over deze laatste grote walvisgron-
den van de zeven zeeën.
De „conclusies" der machinale breinen
zullen worden gebruikt om vangsten
vast te stellen, jachtseizoenen te beperken
en methoden te vinden om het grootste
dier ter wereld voor uitsterven te be
hoeden.
De 42-jarige leider van de computer
centrale, dr. Douglas G. Chapman,is een
internationale autoriteit op het gebied
van het gebruiken van statistieken om
biologische problemen op te lossen. Hij
heeft een soortgelijk werk verricht met
betrekking tot zeehonden.
Enkele maanden geleden begonnen
Chapman en zijn machines met het ver
werken van ruim 100.000 ponskaarten,
waarop bijna alles stond wat de mens
over walvissen weet; voortplantingscijfers
soorten, grootte van de vangsten, waar
de walvissen geschoten werden, hoeveel
traan zij opleverden, hun grootte en vele
andere feiten.
Het grootste probleem, waarmee de
commissie -— waarin Noorwegen, Rus
land, Engeland, Nederland, Australië en
Nieuw-Zeeland zitting hebben te kam
pen heeft, is de langzame verdwijning
van de blauwe walvis, de meest waarde
volle van de walvissen die in de zuide
lijke ijszee geschoten worden. Dertig jaar
geleden werd er meer blauwe walvis
geschoten dan welke andere soort ook.
Maar tijdens het afgelopen seizoen waren
het er maar 1.000 op een totale vangst van
30.000 walvissen.
De wetenschap, die nu moet helpen
het probleem op te lossen, draagt de
schuld van de ondergang van de walvis.
Grote fabriekschepen verwerken de
vangst terwyl zij op zee zyn. Rusland
heeft het grootste fabriekschip ter we
reld, de 44.000 ton metende „Sovietkaya
Ukrania". Het schip van Kapitein Ahab
zou in het ruim geborgen kunnen worden.
Dr. Victor A. Arseniev, een bioloog
gespecialiseerd in zeedieren, die op vijf
walvisvangst-expedities ten zuiden van
Kaap Hoorn is geweest, schijnt het jam
mer te vinden dat de walvisvaart zo
gemechaniseerd is.
Het is geen avontuur meer", zei hij,
„maar een industrie. Er is bijna niets
meer overgebleven van de dagen van
Moby Dick". (U.P.I.)
De Amerikaanse bureaus voor atoom
energie en ruimtevaart en een onderdeel
van de luchtmacht zijn gezamenlijk be
gonnen aan de ontwikkeling van een
grote kernreactor voor toekomstige
ruimteschepen en laboratoria die men
in een baan rond de aarde hoopt te
brengen. De streefcapaciteit van de re
actor ligt tussen de 300 en duizend kilo
watt.
Volgens een woordvoerder van de
luchtmacht zal het wellicht tien jaar du
ren voor het eerste prototype kan wor
den getest. Hij schatte de ontwikkelings
kosten op 250 miljoen dollar.
(Advertentie)
De Japanse regering heeft het jaar-
salaris van de Japanse keizerlijke fa
milie met 5.500 dollar verhoogd tot
166.600 dollar en verder plannen aange
kondigd voor een nieuw keizerlijk pa
leis ter waarde van 22 miljoen dollar.
Het paleis een voorbeeld van traditio
nele Japanse bouwkunst met zwervende
lijnen en gebogen daken als een middel
eeuws Sjinto-heiligdom, zal vooral die
nen voor de ontvangst van buitenlandse
gasten. Daaraan bestond behoefte sinds
de keizer na de oorlog een paleis moest
afstaan aan de Amerikaanse bezetters
en 'n gedeelte van 'n ander paleiscom
plex door vuur verwoest werd. De kei
zerlijke familie woont nu in 'n paleis in
westelijke stijl.
Het nieuwe ontvangstpaleis krijgt een
ondergrondse garage voor 180 auto's,
een receptie- en een dinerzaal voor 400
tot 500 mensen, het zal een luchtver
versingssysteem hebben en geluids- en
mistdicht zijn.
Een volgeboekte „Statendam" is gisteren
vertrokken voor een veelbelovende cruise
naar warmere en meer behaaglijke oor
den dan ons kille Nederland.
In opperbeste stemming verkerende pas
sagiers verwachten veel van deze 15-
daagse vakantie, vol zonnig zee-plezier.
Na een spectaculaire oud-en-nieuw-
viering in volle zee gaat de reis naar
Madeira, de Canarische Eilanden. Tene-
rife, Casablanca, Tanger, Malaga en
Lissabon. De gehele reis duurt 15 dagen.
Vindt u het, nu u dit berichtje leest,
tammer dat u niet aan boord van de
gezellige „Statendam'' bent? Troost u
dan met de gedachte dat volgend jaar
weer een dergelijke cruise gemaakt zal
worden, waaraan u wèl kunt deelnemen.
De Holland-Amerika Lijn raadt u echter
aan tijdig te boeken, want er is zeer
veel animo voor deze Gala-Nieuwjaars
cruises.
Wilt u niet wachten tot volgende winter?
In juli zijn er weer twee 5-daagse cruises?
De Rotterdam" vaart naar Ierland en
de Schotse Hooglanden.
De „Statendam" gaat naar de Spaanse
Noordkust, waar Santander bezocht
wordt.
Alle gewenste inlichtingen over deze
twee „luilekkervaarten" worden u gaarne
verstrekt door uw reis- of passagebureau
of door de Holland-Amerika Lijn.
..Hef beleid by de afgifte van ver
blijfsvergunningen aan vreemdelingen
die zich in Nederland willen vestigen'
wordt bepaald door afweging van ver:
scheidene factoren, zoals het doel van
de voorgenomen vestiging hier te lande
de banden welke de vreemdeling met
Nederland heeft, humanitaire aspecten,
de bevolkingssituatie van ons land en
de toestand op de woningmarkt, terwijl
voorts uiteraard rekening wordt gehou
den met de voor Nederland geldende
verplichtingen, voortvloeiende uit inter
nationale overeenkomsten".
Dit heeft de minister van justitie, mr
A, C W. Beerman, verklaard in ant
woord op schriftelijke vragen van het
Tweede-Kamerlid mr. A. M. I H Bae-
ten (KVP).
Het is niet zo, dat aan vreemdelingen
slechts een verblijfsvergunning wordt
verstrekt als zij in verband met hun
werkzaamheden noodzakelijkerwijs in
Nederland moeten wonen. Ook voor ve
lerlei andere doeleinden worden aan
vreemdelingen verblijfsvergunningen ver
strekt, zo zegt de minister.