Fjf zijii geen heinden om hen het brood te reiken Kerk draagt banier van sociale revolutie Pater Werenfried van Straaten O.Praem., geïnterviewd ter gelegenheid van zijn 50ste verjaardag en het vijftienjarig bestaan van Oostpriesterhulp, heeft nauwelijks tijd om het dubbele jubileum te vieren. Zijn organisatie - miljoenenzaak van internationale offervaardigheid - richt het oog nu op latijns-Amerika, want..... SPEKPATER OP DE KANSEL God droogde Francisco s tranen DAGBLAD DE STEM VAN MAANDAG 24 DECEMBER 1962 BOEKENPKANK Wil en waarheid Gods hart in Gods woord Indien ik u vergeet kennis van het aan Gods H. icramenten der fde vader, be- om en neef, de UYCK touw augustus 1893 jsziekenhuis te loens en kind Iny Musson en kind Patric uyck ideren mold en Harold n Gassen rnique en Anita Buyck en kind Ingrid yn en kind Ely en Taalman ntie, waarna de op woensdag 26 arochiekerk van enburg, waarbij ind om 6 uur in gebeden. >e droefheid na Sacramenten der jaar, mijn ge- ALBOOM ilseyde. lseyde |londerdag 27 de- prochiekerk van uiddorpe, waar- igd. d om 19 uur in im van 81 jaar, 'i langdurig ziek- ment der zieken, JK ijk de Abdij Postel 52. aarbij U beleefd ehouden a.s. don- in de parochie- te 's-Heerenhoek, c. kerkhof aldaar, jet sterfhuis. I we godvruchtige F\e portier van het met kleurige aanbevelingsborden van verkeers- bonden behangen hotel kent zijn klanten. Ik sla hem een tijdje gade en amuseer me ermee te zien hoe hij de bezoekers begroet. Een fabrikant krijgt een buiging. „Goed voor élk bedrag" schijnt de portier te denken. Een hoofdvertegenwoordiger ontvangt een vormelijke knik. „Verdienstelijke vent". Een niet te determineren heer krijgt twee hoofdknikken. Vast iemand die vér boven de weel- degrens zitIn deze nogal verfijnde gelegenheid zal ik pater Werenfried van Straaten ontmoeten. Maar de portier heeft hem niet zien passeren. Hij kent hem trouwens niet. Hij valt ook niet op, al kan van hem getuigd worden, dat er in de vijftien jaar, dat hij de stuwende kracht van Oostpriesterhulp, Vluchtelingenhulp en Ver volgde Kerk is, een kleine 200 miljoen gulden door zijn handen is gegaan. Hij had multimiljonair kunnen zijn, maar zijn maatschappe lijk aanzien heeft geleden omdat hij de miljoenen vlotter uitgeeft dan hij ze ontvangt. Hij geeft ze gewoon weg! Nee, de portier heeft hem niet zien passeren. Maar intussen zit hij al een uur binnen. In zijn wat smoezelige witte habijt is hij naar een rustig hoekje ge beend. Hij slurpt koffie en doet zaken. "pond, charmant en met ogen die je doen vermoeden dat hij een grap uitbroedt, zit hij even later te praten. De miljoenen die hij op zijn pad door deze wereld heeft gestrooid, zijn ge weldig persoonlijk succes als sjache raar uit naam van de Habenichtsen, hebben hem blijkbaar niets gedaan. Vijftien jaar geleden trok hij erop uit, om bij de mensen sympathie te wekken voor een volk dat over heel de wereld werd gehaat het Duitse volk, dat zijn nederlaag met bitter lijden aan het betalen was. En nu is hij nog op weg. Uit het kleine begin een opdracht die de abt van Tongerlo in België hem op zijn verzoek verleende - groeiden or ganisaties wier elan mij onwillekeurig doet denken aan beschrijvingen van thans bedaagde kloosterorden in hun vurige, jonge tijd. Pater Werenfried heeft trouwens een orde gesticht. Hij vindt het zelf bijna absurd, maar om dat het de internationale Bouworde is (die kerken, kloosters en huizen bouwt in gebieden waar dit anders niet mo gelijk zou zijn wegens armoede, discri minatie van katholieken of wat dan ook) heeft hij zich met het denkbeeld verzoend. Vlugger dan Russen TTit zijn eerste kerstbrief een schreeuw die opwelde uit een be wogen priesterhart dat de ellende van de overwonnenen in de stinkende bun kers van de grote Duitse had gezjen kwam een kettingreactie voort. Totdat het stoutmoedige, bijna roekeloze avon tuur van Oostpriesterhulp van de grond kwam. Hulp, fundamentele hulp aan katholieke priesters achter het IJzeren Gordijn, waarin Werenfried gaatjes vond voor de naastenliefde, en nu: een geestelijke uitvalsstelling van het Westeuropese Christendom voor dagen, die naar pater Werenfried heilig gelooft zullen komen; dagen waarin Oost-Europa opengaat. Daarop prepareert Oostpriesterhulp zich en het gaf een paraatheidsoefening weg tij dens de Hongaarse opstand. De pries ters uit het westen, pater Werenfried als één der eersten, waren eerder in Boedapest en eerder bij kardinaal Mindszenty wiens bevrijding zij mee maakten, dan de troepen in Moskou. En dat alles door wonderen van goed geefsheid, van liefde, die pater Weren fried de drijvende kracht van alles noemt. Er zouden boeken over te schrijven zijn en dat is al gebeurd. Pater We renfried tekende zelf het relaas van zijn carrière op onder de titel ,,Zij noemen mij spekpater". Visitatie in de hel wordt pater Werenfried vijftig jaar, om precies te zyn op 17 ja nuari. Er zal van feestvieren wel niet veel komen, want de „Spekpater" woekert met de tijd. Niet alleen om wille van de vervolgden en de vluchte lingen, maar ook omdat hij niets wil nalaten dat het vuur van naastenliefde in het avondland zou kunnen aanwak keren. Zijn filosofie is (onder meer), dat liefde en offerbereidheid onder ons, die het goed hebben, aanwezig zijn. Maar de kanalen waardoor die liefde en of ferbereidheid kunnen stromen naar hen in wie Christus in onze tijd gestalte aanneemt, moeten wijd openstaan. Vandaar de militante propaganda van Oostpriesterhulp. Liefde redt en wij zijn misschien dichter bij het laatste tafereel van het boek der Openbarin gen dan wij zelf wel weten. Mensen in staat te stellen liefde te bewijzen is een soort reddingswerk. En zo is Werenfried bezig. Te begin nen met nu heeft Oostpriesterhulp een stuk van de zorg van de Wereldkerk voor Latijns-Amerika op zich genomen. Het is begonnen met een visitatiereis langs de poorten der hel. Enkele van de honderden snapshots uit de sociale mesthoop enkele uren vliegen van hier ziet u op deze pagina. Natuurverschijnsel T atijns Amerika ligt, maatschappelijk in de barensweeën, die onze sa menleving hier in Europa, in de 19e eeuw doormaakte, vertelt pater Werenfried. ,,In onze 19e eeuw verloor de Kerk de strijd. Maar daar heeft zij grote kansen En waarom Omdat de Kerk bereid is zich aan het hoofd te stellen van de sociale revolutie. Het handjevol bisschoppen en priesters daar veelal mensen uit de harde praktijk en helemaal geen aristocra tie vormend is bereid door het vuur te lopen. Een vuur aan welks ontstaan zij evenmin als de Kerk part noch deel hebben, zomin als zij schuld heb ben aan een aardbeving, want de Kerk staat in Latijns-Amerika met zijn mil joenen gedoopten, waarlijk tegenover 'n natuurverschijnsel. Een bevolkings explosie, snelle industrialisatie, uitbui ting van de ergste soort door syndica ten en grootgrondbezitters, communis tische agitatie, die zóver gaat dat zij zelfs de 10 Kilowatt onderwijszender die via de ether probeert om wat ele mentaire, kleuterschoolachtige kennis de rimboe in te sturen met een 100 Ki lowatt stoorzender van de band duwt; een ontzettende achterstand in ontwik keling, een natuurlijke duldzaamheid en een hang naar magie, maar vooral het ten hemel schreiende priestertekort zijn de gammele wandjes van de sa- Zulke ogen heeft pater Weren- fried in Latijns-Amerika ge zien. Gods gelaatstrekken in 130 miljoen hongerlijders en 70 miljoen analfabeten. menleving in de meeste Zuidameri- kaanse landen. De honger, de excessen op religieus gebied zijn er gevolgen van. God is niet buitengestoten, maar Hij kan er gewoon niet kómen. God in de jungle "Er &een handen om hen het Brood te reiken", zegt pater We renfried en hij wijst op de foto van een 360 kilometer lange weg door de jungle, gemaakt door uit vliegtuigen gedropte bulldozers. In de rimboe, links en rechts van de weg, wonen tienduizenden mensen maar nergens langs die hele weg die hier het voet spoor van de beschaving is en de eni ge begaanbare strook in een gebied, bijna zo groot als de Benelux staat een kerkje. Over deze weg wil pater Werenfried een kapelwagen laten rij den. Heen en weer. Een kapelwagen die speciaal gebouwd wordt en het pro totype zal worden van de kapelwagens die eens, na de bevrijding, Oost-Europa zullen binnenrollen. Dan kan God in de jungle komen. De mensen op de foto links staan in de rij omdat hen een stuk brood beloofd is. Armenzorg in zijn fundamentele gedaante, anno 1962 in Latijns-Amerika. Op de rechterfoto: een brokje cultuur, door steenrijke kranten magnaten geserveerd aan hen die ook geestelijk verhongerd zijn en bedorven voedsel prefereren boven de totale ontbering. In de kiosk: bladen met uitdagende sex. op de voorpagina's en binnenin ontaarde romantiek. De droom van de arme. - 7 POS da C0MPARSIA DE Sey» t 10LÖNÈ2AC AO DF QMt.rntiC'i-; ut Pater Werenfried was gast van een pastoor wiens parochie 87.000 zielen, één kerkje en 111 kapellen telde. Elke kapel krijgt eens per jaar bezoek van de pastoor en dan maakt de bevolking, die van kilometers ver komt, er een soort jaarmarkt van. Het begint met biechten. ,,Als iemand z.egt: mijn laat ste biecht is geweest drie maanden ge leden, dan stuurt de priester hem weg. Vandaag alleen de zware gevallen. Want zij komen met honderden. Dat gebeurt 's avonds. Het voetspoormaar dan ook het enige!, van de beschaving in een ge bied zo groot als de Benelux, waar tienduizenden gedoopten hunkeren naar God, die niet bij hen kan komen. De weg is al recht. Lineaalrecht. Maar de Heer moet nog komen. zen van blik, oude pakkisten en palen helpt. Materiaalkosten: 63 gulden En van een kardinaal in Santiago die Re- rum Novarum misschien niet eens ge lezen had, maar die uit solidariteit met stakende arbeiders met hen op de stoep van de geboycotte fabriek zijn boterham ging zitten opeten. Na pater Werenfried liet deze kardi- maal twintig vuile, stinkende en half naakte armen binnen. ,,Met hen kwam Christus in zijn woning", zegt pater Werenfried. Dat klinkt als een logisch te consta teren feit. Op alle straathoeken roepen profeten over de wederkomst van Christus. Maar Hij is er al. Alleen zien we Hem niet, of liever: we kijken de andere kant op. Maar Hij is er in de vervolg den, vernederden en in de geëxploi teerde miljoenenmassa die wij samen vatten onder de naam „Achtergeble ven volkeren". En Hij bewerkt vanuit die achtergebleven gebieden, zoals vroeger, het heil. Zijn liefde wordt door eigentijdse kanalen van ons naar de armoe geleid. En omgekeerd ge neest die armoede, waaraan wij niet meer voorbij kunnen gaan zonder te zijn als de rijke man uit de bijbel die gestraft werd omdat hij niet eens WIST dat Lazarus voor zijn deur krampeer de, lamlendigen en niet-zienden, ver doofden en geestelijk melaatsen. Akker vol beloften T>ater Werenfried kan niet ophouden -*■ daarop te wijzen. Hij preekt met een vurigheid die sommigen bepaald onwellevend vinden. Maar wat wil je, met de prut van de paddestoelwyken dd Tienduizenden in de grote en m Caracas, Rio de Bogota kraters M T van kokende ellende, waarin de rode steden van Latijns-Amerika koks vlijtig roeren, zegt Werenfried staan als dit jochie te wachten op de- nog aan je schoenen En hij preekt genen die bereid zijn hen omhoog te niet met zoveel vuur voor zijn zaak helpen. omdat hij laksheid bij ons veronder stelt. Integendeel. Hij heeft geleerd dat het oude, moede westen edelmoedig is en hij heeft daarom de herders van de dwalende kudde in Latijns-Amerika voor de opzet van grote basisprojecten (want met geld in de ellende smijten is men alleen niet klaar) reeds miljoe nen guldens toegezegd. Miljoenen die er nog moeten komen en die dat wéét Werenfried er ook zullen ko men. Zijn temperamentvolle preken ver wijten ons niets. Daarvoor houdt We renfried teveel van de mensen. Hij praat bovendien geen geld los. Hij praat de liefde los, waarin hij zo vurig gelooft. En die liefde is als een akker vol beloften. Een artikel als dit is onvolledig zon der gironummer. En daarom geef ik het U ook. Oostpriesterhulp, Hekel laan 6 's-Hertogenbosch, giro 1134348 Op het strookje; Latijns-Amerika. Zy die pater Werenfried op zyn 50ste ver jaardag een geschenk willen geven kunnen dit het beste doen door zijn werk en dat van zijn vele naamloze medewerkers te steunen. Doopmarathon De volgende morgen vroeg leest de priester de mis, met een preek van 7 minuten, na zich te hebben voorbereid door biechthoren. Bij het ontbijt ko men ze al met dopelingen aandragen. In een tempo van 40 per uur ontvangen zij het water des levens, maar nóg schieten er honderd op over. De huwe lijken komen aan de beurt, want het is middag. Het schrijfwerk vergt veel tijd, maart och worden er tientallen in de echt verbonden. Om 5 uur 's mid dags, als er al tientallen kerkelijk ge trouwd zijn, staan de trouwlustigen nog zeven rijen dik in de kapel. Om 9 uur 's avonds moet de priester naar zijn volgende kapel. Maar 600 mensen wachten nog, want zij hebben nog niet gebiecht. Met de dood in het hart moet de priester ze laten staan". Pater We renfried moet het gevoel hebben dat alleen reeds het pogen om deze fun damentele nood te bestrijden lijkt op het blussen van een vulkaan met be hulp van een kroes water. Het is een gigantische taak. maar zolang het westen niets doet om zoals die lui met hun uit de lucht gegooide bulldo zers deze wildernis van de geest te infiltreren, blijft God buiten de rimboe. De mensen moeten de weg des Heren recht maken, zoals de superhighway door de rode klei. De kardinaal „gr zyn pioniers in die landen", zegt pater Werenfried. „Pioniers ge noeg. Ik heb er veel vertrouwen in." En dan vertelt hy van pater Josse van der Rest, een Jezuïet, die zijn kudde min of meer wederrechtelijk aan hui- Halfnaakt op de maatschappelijke In zijn reisnotities vertelt pater Werenfried over het drama van een zekere Francisco Velazques, die woonde in de Boliviaanse stad Po- tosi. Deze Francisco stierf als negen tienjarige en hij zou vier wezen hebben nagelaten, als de kinderen tenminste waren blijven leven. Als kind van negen jaar kreeg Francisco, zoals zovel anderen uit de stadwerk in de mijn, een hel waarin constant 'n temperatuur van 35 graden heerst. Hij kreeg een con tract van de mijneigenaar, waarin hij tegen kubieke-metertarief zijn arbeid leverde in ruil voor de ge reedschappen die hij nodig had dm die arbeid te leveren, zoals de kost bare zuurstofcylinders. Al zwoegend verdiende hij stukje bij beetje het gereedschap terug, maar na zes jaar, toen de gereed schappen bijna waren afbetaald, kreeg hij de gevreesde stoflong waarin in Bolivia alle mijnwerkers vroeg of laat sterven. Zou hij de mijn verlaten hebben dan had hij nog tien jaar te leven gehad. Maar hij stond nog in de schuld. Hij ging superprestaties leveren om uit de schuld te komen, maar dit hield hij niet vol. Geen nood. De mijn gaf nieuwe voorschotten, ook al werd Francisco's schuld groter naarmate hij langer in de mijn werkte. Zijn kinderen stierven van de honger, in hun eerste levensjaar. Francisco werkte voort. Niemand joeg hem met de zweep op. Er was alleen maar dat contract. Toen werd de mijn genationali seerd. Er veranderde niets. De schuld werd groter. Toen Francisco stierf stond hij voor tien maandlo nen bij de mijn in het krijt. Nie mand heeft hem geholpen. De re volutie niet, de communisten niet, de vakbeweging niet. De Kerk is de enige die openlijk haar stem tegen dit primaire onrecht tegen de moderne slavernij verheft. Daarom staat de Kerk aan aanval len bloot van hen die de armoede gebruiken als een centrifuge die hun nihilistische denkbeelden tot ver buiten Bolivia kan wegslinge ren. Nu, aldus besluit pater Weren fried, heeft God zelf de tranen van Francisco afgedroogd. Van 1930 tot 1932 hield Guardinl op kasteel Rothenfels de geestelijke oefe ningen, die vertaald naar de vijfde druk van 1958 voor ons liggen. Opper vlakkig gesproken zou men zich kunnen afvragen of het nog de moeite waard is van deze retraite-oefeningen uit da dertiger jaren kennis te nemen. Bij na der toezien wordt men getroffen door de rijke verscheidenheid aan gedachten die in deze oefeningen zeer methodisch wor den ontwikkeld. Allereerst voert G. zijn gehoor binnen in de „stilte", die heel wat meer omvat dan alleen maar „niet spreken": het is de akt van de stilte, de houding die luistert, waarin de diepte opengaat en de krachten zich concentreren. Vervolgens leert G. wat mediteren is en hoe men het moet be oefenen. Kostbare richtlijnen, waaraan zelfs „meer gevorderden" zich kunnen optrekken. De toespraken onder de Mis behandelen in verschillende facetten het beeld van God in de Schrift: de mys terievolle en vreeswekkende God, de rechtvaardige, de wijze God, enz. fn de ochtendmeditatie gaat een onder richting aan de beschouwing vooraf, in de middagvoordrachten wordt het the ma „ontmoeting met God" nader over wogen. Men ziet: het geheel is metho disch uitgewerkt en godsdienstpedago gisch interessant. Als leidraad voor persoonlijk mediteren blijft het werkje ook nu nog hoogst actueel: wie Guardi- ni kent, weet dit bij voorbaat. Ten overvloede getuigt hiervan de vijfde Duitse druk. (Paul Brand, Hilversum). J. H. In dit boekje brengt de schr. ons in contact met de rijkdommen van Gods Hart, die in de oud- en nieuwtestamen tische geschriften opgestapeld liggen. In het eerste deel bespreekt de schr. de bijbelse antropomorfismen d.w.z. aan de mens ontleende beelden van het goddelijk wezen (Gods hand, Gods toorn, Gods ogen). Deze bijbelse beel den bergen een blijvende religieuze waarde in zich en hebben met primiti visme niets van doen. In het tweede deel worden twaalf psalmen uitgelegd, op zeer bevattelijke en voor iedereen verstaanbare wijze. Wie dit boekje overwegend doorneemt zal zeer stellig weer een eindje gevor derd zijn in zijn liefde voor en zijn bidden met de bijbel. (Beyaert, Brugge) J. H. Bij Sijthoff te Leiden verscheen de mo numentale historische roman „Indien ik u vergeet", waarin de dramatische on dergang van het oude Jeruzalem op aangrijpende en verantwoorde wijze wordt weergegeven. De schrijver, de be kende Engelse bio-chemicus, Robert de Ropp, die al meer dan dertig weten schappelijke publikaties op zijn naam heeft staan, heeft zich ook, op diepgaan de wijze bezig gehouden met de Ro meinse geschiedenis en de neerslag daarvan vindt men in genoemde roman, een der beste op dit terrein, welke wij de laatste jaren onder ogen kregen. Dr. de Ropp geeft niet alleen de feiten van Israels ondergang in de eerste eeuw na Christus, doch hij schetste eveneens met bedreven hand de aanleiding tot de gigantische worsteling der verdrukte jo den met de heerscharen der getarte Ro meinen en weet, door zijn kennis van de zeden en gewoonten der strijdende machten, het barre geheel tot een kleu rig gobelin te maken. Het menselijk ge voel in het boeiende boek komt tot zijn recht in de liefde welke de jonge Ro- mem Lucius opvat voor het joodse meis je Rebecca, dochter van de hogepriester Ananias; een liefde, welke evenals Je- ruzalems tempel, in bloed en vuur ten onder gaat. Voor volwassenen, die iets voor geschiedenis voelen een rijk en prachtig werk, N. K,

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1962 | | pagina 7