ROEPING en de kerkelijke traditie i over iskil MENS EN EXPRESSIE Kunst tussen zout en asfalt fPOTTER'sdl ..LINlA^S TILBURGSE SCHOUWBURG 94.228 BEZOEKERS Wandeling door Sfeer verdwenen uit boek van Jan de Hartog MOZAÏEKEN van PIET geloot mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen Verhaal bekort Geen sfeer Vondsten euzen iet dijken 13 Ons Leekenspel Bedkruiken en stekkers In het eerste half jaar Dp uitk°°pvereniging De Kleine Aca- demie verzorgde vijf toneelvoor- stellingen met 3570 bezoekers, dat is gemiddeld 714 man per voorstelling De commissie cultuurbehartiging school jeugd verzorgde 14 voorstellingen <to- Betrekkingen tot het christendom Gif de KUNST iken moet doen met oen voorkomen alsof gen van de Sluiskilse ?n, maar niet bereid elpen slaan naar het [en zal ook dan in zeker tot onteige- ngevelde stelde de Douwkundige ir. Gou- >t zo heeft opgesteld, s uitvoerbaar is. Ook en, die door de bevol- worden genoemd, zijn lit de lucht gegrepen. ;r informatie door se- jenoemd, ofschoon dit te gaan. es er nadrukkelijk op, lang vragen naar een ?en ambtenaar zich voelt een prjjs, die hjj niet kent, te noemen. ?t plan zal zijn voorge- ekend worden. Zij zul- t altijd even voordelig verschillende oorzaken wethouder de Vos op- leren viel. ndige wil namelijk een nieuw Sluiskil, dat na i de verwachtingen be estuur moet het plan ders wordt het niet Sluiskillenaren willen lijke prijs, wanneer zij eten verkopen aan de tegenover willen die aren zo weinig moge eer het om nieuwbouw g van de opmerking dat Sluiskil een im- ve was, merkte de heer ergeet niet, dat het hui- kom is met wat hoge 1." Toen wethouder de dat het gemeentebe is, de lasten zo eerlijk len. werd het voorstel eurd. tot aankoop van perce- eidingsplan „Oostelijke tot verkoop van ver werden zonder meer )t vaststelling van een het uitbreidingsplan ;rgenlaan-Oesterputten" ousiasme goedgekeurd, aspect, dat Terneuzen mst gaat krijgen, van de heer de Feyter •ealiseerd zou kunnen santwoord, dat dit van in het bouwvolume zal stellen tot onderhandse het aanleggen van de stratingswerken in het "est tweede gedeelte goedgekeurd, evenals el voor de omgeving erputten en gedeeltelijk plan Noord, tot het verstrekken van ekening-courant aan de zense Muziekschool en herming Bevolking Zee- edrag van resp. f 20.000 len eveneens vlot goed- ats van de heer M. de rkiesbaar was, werd mr. gemene stemmen geko- ïet bestuur van de stich- le Werkplaatsen midden deren, waarbij mr. Rijp- Vos dankte voor de bij - waarop hij deze functie nen. Groot, hoofd van de r.-k. Sluiskil, werd gekozen ommissie tot wering van m te Sluiskil en de wel- A. G. M. Krijnen werd nst benoemd tot leraar iale afdeling van het Pe- ceum. JITSE grensbewakers (20 vrijdagmorgen vroeg on- m het nachtelijk duister ijn gevlucht. Zij baan- weg door lagen prikkel- Reinickendorf-district in or. Sinds de Berlijnse den geleden werd ge- ?er dan 300 vopo's naar vlucht. obligaties der men worden 190, 191 en 78, 80, 81, rEN-ERASMUS 13 DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 15 DECEMBER 1962 Traags na Kerstmis, en dan drie dagen (27, 28 en 29 december) zal in Bussum het congres „Mens en Expressie" ge houden worden, georganiseerd door de stichting Ons Leekenspel. In een typo grafisch en artistiek op hoog peil staan de uitnodiging, die alleen al door het bijzondere formaat opvalt, wordt het programma van die dagen ontvouwd, dat onder leiding staat van Antoon Sweers. Er wordt aldus dit program meer gespeeld dan gesproken, al zal prof. R. Kwant een inleiding houden. Maar het merendeel van deze dagen is op de praktijk ingesteld en zo zal er in Bussum die dagen veel toneel ge bracht worden. Er wordt aandacht be steed aan de mime, de belichting en het maken van en spelen met poppen. De naam van het congres „Mens en Ex pressie" is zodoende tekenend voor de sfeer van deze dagen, die geopend zul len worden door dr. Jop Pollmann. Voor de variatie hebben we het augustus-september-nummer van Roepingvan achter naar voor gelezen. In de rubriek Nieuwe Boeken kraakt Lambert Tegen- bosch dr. Victor E. van Vrieslands boek „Het werkelijkheidsgehalte in de letterkundeHij spreekt van keelschraapselknullige definities, stuntelig Nederlands, diepspitterij in los zand enz. Volgens de recen sent moet het boek een prul heten, waar niet één waardevolle pagina in voorkomt. Daar kan Victor het dan mee doen. In het Journaal klaagt dezelfde redactie, secretaris, dat er ongeveer géén Vlaamse literatuur in Noordnederland se bladen verschijnt. Hij wijt dit aan de grens. We vragen ons af of er dan voor Buysse, Streuvels, v. d. Oever, Moens, Gij sen, Elsschot, Brulez, Wal schap geen grens bestond. Als Ber nard Kemp in de redactie van Roeping slechts een paradepaard is, laat men hem dan vervangen door een Vla ming, die daadwerkelijk meeredigeert door zelf kopij te leveren en landge noten daartoe aan te sporen. De pos terijen brengen de pennevruchten wel over de meet. En misschien kan Te- genbosch zijn waakzaamheid niet al leen toespitsen op de ontdekking van nieuw talent in Nederland, maar ook in Vlaanderen. Clemens Raming schrijft in de Kroniek over „Vormkracht en onmacht van de religie", in welk boek Henri Bruning een veelomvattende problematiek be handelt. Hij is van mening, dat de auteur een werk tot stand heeft ge bracht, dat onweerstaanbaar door stoot naar de fundamenten van het christelijk-missionaire handelen. Pa ter dr. Zeno te Oosterhout vertaalde het gedicht „Philips Speaks" van de Engelse dichteres Caryll Houselander. Het smaakt naar meer. Voorts is er poëzie van Pierre Kemp, José Boyens, Joop van Breemen, (o.a. een prach tig liefdesgedicht) en Jacques Hame link, wiens naam door de drukker ver geten is. Dr. C. Verhoeven neemt een artikel van Tegenbosch over de kunst kritiek als uitgangspunt voor enige beschouwingen over „de muze en het woord". Als steeds een diepgaande en waardevolle bijdrage. Jan H. Cartens stelde een onderzoek in naar de oorsprong van de Beatrijs legende. Zijn conclusie is nog zo wei nig positief, dat hiermee het laatste woord over het ontstaan van de le gende nog wel niet geschreven zal zijn. Een zekere Swidbert opent de afleve ring met het verhaal „De realist": geestig, filosofisch, wat rommelig, maar ook zeer fraai en bijzonder origi neel proza. Met name de laatste blad zijde over de wind toont aan, dat deze auteur heel wat in zijn mars heeft. Dank zij onze omgekeerde volgorde kregen we lest best. De omslagtekening van Gustave staat voor ons gevoel op haar kop, maar dat weet je bij dit soort nonfigu- ratieve krabbels nooit zeker. „De ver loren zoon" van Geertrui Charpentier zien we liever. W. v. d. V. Het is ons niet meegevallen m de film „The Spiral Road" van de Amerikaanse regisseur Robert Mulligan, Jan de Hartogs beroemde cyclus „Gods Geuzen" te herkennen. Het verhaal is weliswaar in grote trekken het zelfde gebleven, maar de onmis kenbaar Nederlandse sfeer, die deze internationaal befaamde schrijver in zijn boek heeft ge legd, is totaal verdwenen. Zowel John Lee Mahin en Neil Patterson, die de Har togs boek voor de film hebben bewerkt, als regisseur Mulligan hebben het oorspron kelijke gegeven gereduceerd tot een samenraapsel van een aan tal nogal nonchalante scènes met mensen, die maar weinig wezen lijke overeenkomst vertonen met de karakters van Jan de Hartog. We weten niet in hoeverre de Hartog zelf de hand heeft gehad in de be werking van zijn boek, maar we kun nen ons niet voorstellen, dat hij erg in genomen is met het resultaat. Hij mag dan al een kosmopolistische figuur ge worden zijn, met diyerse successen op Broadway, herdrukken van zijn werk in verschillende talen enz, enz: de meeste van zijn boeken blijven toch doortrokken van een zo puur Holland se geest, dat hij bezwaarlijk anders dan als een Nederlandse schrijver ge zien kan worden. In „Gods Geuzen" met name is hij er in geslaagd leven en werken van de Nederlanders in het voormalige Nederlands-Indië te schetsen op een manier, die eerst en vooral de Neder landers zelf zal aanspreken. Een Ame rikaan kan met zijn zoveel nuchterder benadering van de stof niet gemakke lijk doordringen tot de kern ervan. Robert Mulligan demonstreert dat hier weer. door zich te beperken tot de gladde buitenkant. TNe acteur Burl Ives, die dokter Brits Jansen vertolkt, is o.i. de enige, die een aanvaardbare vertolking weg geeft. Noch ïtock Hudson (dokter An ton Drager), noch Gena Rowlands (Els van Duin) zijn in staat mensen van vlees en bloed op het doek te brengen. Daarbij komt nog, dat de omvang van het oorspronkelijke boek de regisseur genoodzaakt heeft het hele verhaal sterk in te korten. Hij heeft getracht, de voornaamste frag menten later tot een zinvolle reeks bij een te brengen, maar dat is hem in geen enkel opzicht gelukt. De film „Gods Geuzen" blyft een aan eenschakeling van soms knap ge schoten beelden, die echter zo frag mentarisch worden opgedist, dat het geheel hier en daar werkelijk op een platenboek gaat lijken. Hoewel de stof gelegenheid te over biedt om de verschillende karakters in een hevig conflict tegenover elkaar te stellen, is Robert Mulligan er mee te vreden, „mooie mannetjes" te projec teren. De eerzucht en de zakelijkheid, GODS GEUZEN Drie ton glasscherven bedekken de ge hele vloer van de laatste zaal der ex positie „dynamische werken", die in het gemeentelijke museum Fodor te Amsterdam is opengesteld. De grond van de er voor liggende zaal is gro tendeels bedekt met de inhoud van vijftig zakken zout. In het midden van deze zoutvlakte staat een bekken met een miezerig spuitend fonteintje. Op deze tot 7 januari durende tentoon stelling exposeren Wim T. Schippers en Ger van Elk vreemdsoortige plas tieken en grafiek. Er hangt een „drieluik" met op de panelen allerhande stoppen, stekkers, knoppen, doosjes, handeltjes enz. zwart of zilver geverfd. Voorts liggen er o.a. in grillige vormen gestolde grote plakken asfalt. Onderdelen van de plastieken zijn bijvoorbeeld ge kleurde plastic ballen, een witgeschil derde ovale bedkruik en wieldoppen van auto's. Schippers schrijft in de begeleidende catalogus: „Bij het vervaardigen van adynamische kunst wordt naar belie ven een onderscheid gemaakt tussen mooi en lelijk, en kan zelfs worden toegegeven aan kortzichtige schoon heidsidealen. Saaiheid is een eigen schap, die veelal als kenmerkend geldt voor adynamisch werk. doch naast uiterst weerzinwekkende produkten wordt ook veel boeiends geboden." waarmee dokter Anton Drager zijn taak in Nederlands Indië begint komt vrijwel nergens werkelijk tot uitdruk king. En zijn verhouding tot dokter Brits Jansen, de autoriteit, op het ge bied van de melaatsheid, komt al evenmin uit de verf. Hoewel de types als zodanig in deze film naar onze smaak over het algemeen wel goed zijn gekozen, had juist deze jonge Ne derlandse arts een ander type acteur vereist. j~je mogelijkheden, die het verhaal bood voor verwerking in sprekende beel den om van het geluid nog maar niet te reppen heeft Mulligan ook lang niet tenvolle uitgebuit. De natuur wordt nergens als essentieel onderdeel opgenomen in het grote geheel, terwyl dat toch juist in de scènes, waarin Anton Drager, verdwaald raakt in de jungle, voor de hand gelegen zou heb ben, zo niet vereist was om het drama uit te bouwen. En andere scènes, zoals die, waarin Drager de melaatse vrouw van een kapitein van het Leger des Heils ont moet en die van een braspartij van de planters, staan in geen enkele werke lijke relatie tot het geheel. Dokter Brits Jansen (Burl Ives) laat een dorp platbranden, omdat er pest heerst. Alles bij elkaar genomen is de ver filming van Jan de Hartogs „Gods Geuzen" zelfs als we alle onge rechtvaardigd chauvinisme buiten be schouwing laten op een teleurstel ling uitgelopen. Het blijft vooralsnog een open vraag of er in ons eigen land een regisseur is, die in staat geacht mag worden een dergelijke verfil ming wel tot een goed einde te bren gen, maar we koesteren toch de stille hoop, dat Jan de Hartog nog eens een landgenoot toestemming zal geven dat experiment te wagen. Dan is de kans, dat een Amerikaanse aanpak zo'n ge schikte geschiedenis als „Gods Geu zen" om zal brengen, in elk geval minder groot. BERT VAN OOSTERHOUT (Advertentie) MENTHOL PELLETS Tepen hoest en Keelpij- Uitwerking frappant HPilburgs Stadsschouwburg heeft verslag uitgebracht over het eerste half jaar (maart tot september 1961). Naast een overzicht van wat in die tijd gebracht is (en dat is een respectabel aantal stukken in allerlei genres), geeft het ook een overzicht van het aantal be zoekers. Reeds op 22 juni kon de 75000e bezoeker worden verwelkomd tijdens de opvoering van De Kaukasische Krijt- knng in aanwezigheid van de helaas te vroeg overleden staatssecretaris Stu- benrouch en de commissaris der ko ningin. De Bredase glazenier Piet Buys heeft zich de laatste jaren sterk op het mo zaïek toegelegd. In een bejaarden centrum en in het postkantoor te Breda heeft hij reeds eerder bewezen in deze kunst een grote hoogte te heb ben bereikt. De hierbij afgedrukte reprodukties zijn van recente datum, zij zijn ge plaatst in Oudenbosch en Halsteren. Opnieuw blijkt hier zijn vakmanschap en artisticiteit. Hij weet niet alleen een goed figuur op te bouwen maar bovendien daarin gevoelig kleur en lijn te verwerken. In grote ruimten voldoet het procédé uitstekend, zodat zij een verrijking vormen voor de hui zen, waarin zij zijn geplaatst. Buys maakt bij zijn werk gebruik van marmer, leisteen en breuktegel. Tn dat eerste half jaar werden niet min- der dan 146 evenementen gebracht, die het respectabele aantal van 94,228 bezoekers trokken, dat is gemiddeld 645 man per evenement. De beroeps gezelschappen (toneel, opera, operette, ballet, revue en cabaret, jeugdtoneel, concerten, jazzconcerten en pantomime) brachten 101 voorstellingen, die 69.878 bezoekers trokken, d.i. gemiddeld 691 per voorstelling. Er waren 27 revue- en cabaretvoorstellingen, die 20.803 be zoekers trokken, d.i. gemiddeld 770 per uitvoering. De 43 toneelvoorstellingen leverden 28910 bezoekers op, d.i. 672 per avond. Tien balletuitvoeringen le verden 5698 bezoekers, één pantomime voorstelling werd bezocht door 890 man en 2 jazzconcerten door 1380 man. Er werden het eerste half jaar 9 con certen gegeven, bezocht door 5128 per sonen, d.i. gemiddeld 567 personen. In de amateursector werden 22 uitvoerin gen gegeven, die 15.458 man publiek trokken. Dit betekent gemiddeld 700 bezoekers per voorstelling. Het totale bezettingspercentage van de schouw burg bleek 78 te zijn. JJet zijn indruk makende cijfers, die in dit halfjaarverslag staan afgedrukt. 2i *nJ^n, <?aar'by in aanmerking nemen ctat het hier een nieuwtje betreft, dat iedereen wel eens gezien wil hebben, maar men mag in deze berekening toch wel een zeer groot percentage behoefte verdisconteren. Brabant heeft te lang een echt schouwburgbeleid gemist om nu met zo spoedig mogelijk dat tekort te willen inhalen. Men mag daarbij de uiterst deskun dige leiding van Wim Barry zeker zwaar laten meetellen. In enkele maan den tijds wist hij zijn schouwburg niet alleen populair te maken in Tilburg zelf, maar ook ver daar buiten. Vooral de couponboekjes bleken aan te slaan daarvan werden er 132S verkocht. Goed werk deed men met de 10-voor-8-kaart ™°„°„r f„U-gd Va? 16-22 3aar- waardoor men a f 1 2a vanaf tien voor acht iedere lege plaats in de schouwburg kan be- miÜ.' v. hel zgn' iongerenabonne- ment maakten 937 studerenden gebruik. Tom KmUZiek' ballet- Pantomime! met 7910 bezoekers, d.i. 565 per middag. Drie voorstellingen, speciaal voor de werk nemers in de bedrijven, leverden 2605 bezoekers. De studio als bioscoop trok ln de eer ste zes maanden 27.350 bezoekers. OP 16 SEPTEMBER 1961 heeft prof. dr. Karei Meeuwesse van de Nijmeegse universiteit voor de Katholieke Leergangen te Til burg bij de opening van het cur susjaar een voordracht gehou den. Onder de titel „Martinus Nijhoff en de kerkelijke traditie" is dit belangwekkend betoog als tiende nummer opgenomen in de reeks publikaties, die onder de verzamelnaam „Tilliburgis" bij L.C.G. Malmberg te 's-Hertogen- bosch verschijnen. DAT PROF. MEEUWESSE een van onze beste Nijhoff-kerners genoemd mag worden, is na zijn publikaties in De Gids en zijn inaugurele rede „Mu ziek en Taal" genoegzaam bekend. Het onderhavige boekje is er opnieuw een bewijs van. De spreker begint met er op te wijzen, dat de kritiek aanvankelijk de artistieke betekenis van Nijhoffs lekespelen niet heeft ge zien, ja zelfs om hun christelijk ka rakter niet heeft willen zien. Hij be schuldigt sommige critici van een fa tale bekrompenheid. Dit harde oor deel moge gelden voor de jaren, waar in de dichter onder ons vertoefde, voor de periode na zijn dood in janu ari 1953 moeten we het afwijzen. In het bekende fraaie In Memoriam- nummer van De Gids, dat in april- mei van dat jaar verscheen, komen herhaaldelijk Nijhoffs betrekkingen tot het christendom ter sprake. Bij de eerste druk van „Het heilige hout" was het socialistische Vrije Volk al vol lof: „Der eeuwen vroomheid" heeft in deze eenvoudige spelen op zeer bijzondere, dichterlijke wijze ge stalte gekregen. Hendrik de Vries ver klaarde reeds een maand na het over lijden van de dichter en dus enkele jaren vóór zijn Gids-artikel. Het schijnt mij onmogelijk vol te houden, dat Nijhoffs dichterschap minder christelijk zou zijn dan b.v. dat van In het Centraal Museum te Utrecht wordt momenteel een expositie gehou den van vroeg christelijke kunst in Rome en van goudsmeedwerk uit Peru. o De Duitse solodanser Harald Kreuzberg is deze week zestig jaar geworden. Kreuzberg valt op door zijn geheel kaal geschoren schedel. „Om meer nadruk op het gezicht te laten valen", zegt hij. Hij danst sinds zijn zevende jaar, o In het stedelijk „Van Abbe Museum" in Eindhoven is vrijdag jl. een tentoon stelling geopend van hedendaagse schilders in de „Europese Gemeen schap." o Op dinsdag, 15 januari geeft „Het Na tionale Ballet" de eerste openbare voorstelling in dit seizoen in Tilburgs stadsschouwburg. Op het programma staan Etudes (in de choreografie van Harald Lander en op muziek van Knudage Rüsager), Shirah (in de choreografie van Pearl Lasng met muziek van Alan Hovhaness) en na de pauze het 20 populaire ballet Petroesjka op muziek van Igor Stravinsky; in de choreografie van Michael Fokine. Een groot aantal solisten alsmede het gehele corps de ballet van het Na tionale Ballet zal aan deze voorstel ling medewerken. Op vrijdag, 18 januari verwacht de Tilburgse stadsschouwburg het „Nieuw. Rotterdams Toneel" met een in Nederland onbekende Shakespeare-voor stelling „Kimbelijn" („Cymbeline"). Dit spel. dat ontstond in Shakespeares laatste periode, be hoort tot de romantische, spectacu laire stukken met allegorische voor" stellingen. De motieven zijn ontleend aan de historie, maar ook aan de Decamerone en aan bekende sprook- jes. Onder regie van Richard Flink treedt het gehele „Nieuw Rotterdams Toneel" aan. De vrouwelijke hoofdrol is in handen van Lia Dorana. 21 december aanstaande begint ook in Antwerpen de show My fair lady te draaien. Dolf van der Linden heeft de muzikale leiding. Denise de Weerdt van de Kon. Vlaamse Schouwburg te Brussel speelt Elize Doolittle; Alex van Royen brengt de rol van profes sor Higgins en Ben Royaards die van kolonel Pickering. De voorstelllingen vinden plaats in het Anvers-Palace in het hartje van de stad, een theater met 1400 zitplaatsen. In het museum Boymans te Rotterdam wordt vanaf heden een herdenkings tentoonstelling gehouden van schilde rijen en gouahes van J. Nanninga, die dit jaar gestorven is. Toneelgroep Ensemble heeft onder regie van Max Croiset „Trijntje Cornelis" van Constantijn Huygens in studia ge nomen. De première wordt eind ja nuari in de Tilburgse stadsschouwburg gebracht. Daarna wordt in studie ge nomen Hendrik IV van Pirandello. Hedenavond wordt in de Kon. Vlaamse Opera te Antwerpen de operette De Vledermuis gebracht. Volgende opvoe ringen 20, 23 en 30 december, de laat ste in de middag. PROF. DR. KAREL MEEUWESSE (Foto Bern, van Gils) Gossaert of De Merode. Toen de eer ste twee delen van Nijhoffs verzameld werk verschenen waren in 1954 gaf Ludo Pieters in de N.R.C. als zijn me ning te kennen, dat de dichter zijn lekespelen alleen als gelovige heeft kunnen schrijven en dat het Pinkster spel zich qua dichterlijkheid kan me ten met gedichten uit b.v. De Wande laar, Vormen en Nieuwe Gedichten. Gabriël Smit waagde het te zeggen, dat de drie spelen ook op het gebied der christelijke kunst van bijzondere, vernieuwende betekenis zijn geweest. Gerard Knuvelder sprak al in 1953 van sublieme en leerzame poëzie en hij achtte het zeer wel mogelijk, dat er een persoonlijke evolutie in christelijke richting aan ten grondslag ligt. In zijn Handboek komt hij tot de con clusie, dat de toekomst zal moeten uitwijzen wie Nijhoff wezenlijk ge weest is. TTITVOERIG GAAT de spreker in op de betekenis van deze aan de katho lieke traditie ontleende symboliek, zonder te willen suggereren, dat de dichter in zijn Pinksterspel de katho lieke kerk op het oog zou hebben ge had. Interessante vondsten vermeldt hij o.a. met betrekking tot de kerke- bouwpassage en de persoonlijke vari aties, die de dichter aanbracht en hij maakt zijn toehoorders attent op en kele typisch Nijhoffiaanse trekken in de apostolische symboliek van de kerk in het Pinksterspel. Prof. Meeuwesse besluit zijn helder en met grote zorg vuldigheid opgezet betoog met de ver klaring, dat op het universele plan der apostolische kerk Nijhoffs unani- mistisch levensgevoel tot uitdrukking komt. WE HEBBEN SLECHTS op enkele onderdelen van deze rijke studie kunnen wijzen. Het zal echter vol doende duidelijk zijn geworden, dat ieder, die belang stelt in het werk van Nijhoff, deze toespraak moet lezen en bestuderen. Aan de tekst van de rede zijn de beide fragmenten toegevoegd, die in de oorlogsjaren klandestien werden uitgegeven en sindsdien moei lijk bereikbaar waren. Voorts wordt in een groot aantal noten verwezen naar de geraadpleegde literatuur. In tegenstelling tot de hoog leraar zijn we van mening, dat het zeer belangrijk is te weten welke wer ken Nijhoff zelf heeft gebruikt. Niet alleen voor de kennis van de Bijbelse spelen zou deze wetenschap van nut kunnen zijn, maar ook b.v. tot het op-' doen van nadere gegevens over Nij hoffs dissertatieplannen. Wanneer deze rede van prof. dr. Meeuwesse een voorproefje is van de studie, die hij in opdracht van de re gering voorbereidt, dan mogen we de hoogste verwachtingen koesteren. WILLEM v. d. VELDEN pROF. MEEUWESSE sluit zich hierby aan met de mening, dat men zijn hoop zal moeten stellen op een onder zoek, dat zich meer dan tot nu toe zal concentreren op het werk en de in terpretatie ervan. Het wordt onder hand tijd, zegt hij, de lekespelen als literaire werkstukken op en om zich zelf te beschouwen. Hij heeft het niet bij deze oproep gelaten, maar is zelf begonnen met de spelregels van deze spelen, in het bijzonder die van het Pinksterspel, in het licht te stellen. In een bijzonder knap betoog zet hij uiteen, dat de structuur van de spelen ontleend is aan het antieke drama'en de stof o.a. aan de H. Schrift. Het is bekend, dat Nijhoff niet veel las, maar een onderzoek naar het weinige, dat hij wel las, zou misschien tot interes sante conclusies kunnen leiden. We denken in dit verband aan zijn opstel in het Marsman-nummer van Criteri um, waarin hij vertelt, dat Marsman hem een tijd lang elke vrijdag kwam opzoeken. De onderwerpen van ge sprek w.aren dan steeds de publikaties van tijdgenoten en het Nieuwe Testa ment. Het was echter niet alleen de H. Schrift, waarop Nijhoff steunde. Er was een traditie, zegt professor Meeu wesse: „In zijn drang naar universa liteit greep de dichter voor „Des hei- lands tuin" terug op de traditie dei- christelijke symboliek, zoals die in de kerkelijke kunst en vooral dan de bouwkunst en beeldende kunsten van de middeleeuwen en van lang daarna nog tot uitdrukking is gekomen." MARTINUS NIJHOFF

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1962 | | pagina 7