ren...
ma!
DE GESCHIEDENIS VAN 'T
TIJDSCHRIFT VLAANDEREN
Toenemende belangstelling
voor het Vlaamse boek
Orgel-pronkstuk
Nederlandse
Nieuwe verfilming van
Driesluiyersopera
Nog meer samenwerking
met Nederland
Londen
G. H. s-Gravesande verzamelde
brieven en documenten
Wandeling dooi
„Maatstaf
Problemen
ART IN
oed horloge...
herenhorloges met
eciale typen, zoals:
in
lorloges (Dolphin)
zonder datum)
:hroom met stalen
i of goud
;en
abloc shockproof
i ROOIJ
Kaatsheuvel
[VISSEN
Made
17
mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen
Grieven
Teirlinck nam
initiatief
Van Dishoeck
Ontgoochelingen
Conflicten
De katholieken
Gods Geuzen
voor mensen die kwaliteit verlangen F
Prijs voor beste
Franse
speurdersroman
Agatha Christies
„De muizevaF'
tien jaar op
de planken
Russische auteur
uit gilde gezet
uwe
R MARTIN
Grand Luxe"
tomatisch
s
uls.
d wit
leerd.
et f 645.»
FORNUIZEN
>f 5-vlams
49.- tot f 645..
afdekplaat.
ar voor elke gassoort.
[e, Japan en Argentinië.
1143, TEL. 986760*
UYCKX
- Oosterhout
ÏLAND
Juwelier
'2 Rijen
SSAR
Ï8, Waalwijk
MODELLEN
orlogcs
RAAD
f AART
Politiepost)
TEL. 33654
UV BOXFJ,
denberg - Tel. 838
baar bii
DEKHOVEN
»ud - Zilver
33 TEL. 5607
Zoom
Veldhoven
Horloges
n Optiek
TEL. 5207
Zoom
RKUYL
HEN Tel. 2.160
HAAREN
R HORLOGE»
LEIN 18 BREDA
L 13808
:WEO >09 R DAM Z,
L. 76033.
17
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 1 DECEMBER 1962
Herman Teirlinck, de oprichter van
„Vlaanderen."
gieerd heeft, zodat hij genoodzaakt is
ontslag te nemen. Een andere keer is
de kopij van Van de Woestijne bij de
post verloren gegaan, met het gevolg,
dat men een maand moest overslaan!
Alle teleurstellingen bijeen hadden Ver-
meylen doen besluiten het bijltje er bij
neer te leggen. Daar dit het einde van
het blad zou betekenen, stak men de
hoofden bij elkaar. Het resultaat was,
dat Vermeylen de eenhoofdige leiding
kreeg met een redactie-raad naast zich.
Ook dit kon niet beletten, dat het met
het tijdschrift steeds meer bergafwaarts
ging Vermeylen raakte verbitterd. In
een brief aan de uitgever schreef hij
o.a. over Toussaint van Boelaere:
Ik stel, voor mijn part, niet het ge
ringste vertrouwen in het mensch of
in zijn vriendenze liegen allemaal
ze liegen voortdurend en zonder re
den, 't schijnt een levensbehoefte
geworden, en 't is zeker een ziekelijk
verschijnsel. Toussaint is op den koop
toe een intrigant van de ergste soort.
VNNDER de literair-historische publikaties betreffende onze tijd-
V-' schriften heeft „De Geschiedenis van De Nieuwe Gids" van G.H.
's-Gravesande bijzonder de aandacht getrokken. Dezelfde bejaarde
bibliograaf heeft thans opnieuw met jeugdig elan de historie van
een maandblad te boek gesteld en wel van het minder bekende
„Vlaanderen". Het werk verscheen keurig verzorgd bij de Uitgevers
maatschappij A. Manteau N.V. te Brussel-Antwerpen-Den Haag.
De voornaamste grief bleef echter het
niet op tijd verschijnen van de afleve
ringen, wat mede het gevolg was van
het geringe enthousiasme der redacteu
ren. Nog een laatste poging werd on
dernomen om het tijdschrift te redden,
maar tevergeefs. Vermeylen vatte de
zwarigheden als volgt samen:
't Is iedere maand dezelfde Sisy-
phos-rots die men aan 't rollen moet
krijgen en 't vermoeit veel meer dan
ander werk, ten eerste omdat het op
zichzelf geen pleizierig werk is, en
ten tweede omdat het u zenuwachtig
maakt, altijd weer achter de meewer-
kers moeten lopen, hun hun vrome
beloften herinneren (die ze zo moei
lijk kunnen houden!), dan weer be
ven omdat de beloofde kopij niet
komt en het nr niet tijdig klaar zal
komen, en eindelijk en dat is voor
mij het ergste dan nog gauw het
nr met eigen werk moeten vullen.
Inmiddels had van Langendonck zijn
hoop al gevestigd op een nieuw maand
blad, ..Iris" geheten. Er is echter maar
één nummer van verschenen.
TTerman Teirlinck, die de stoot gaf tot
de -oprichting van het blad, heeft
aan deze uitgave een uitvoerig getuige
nis doen voorafgaan. Dit is uitermate
instructief om de vele bijzonderheden
over de voorgangers van „Vlaanderen".
Hij geeft als het ware de brug aan, die
„Van Nu en Straks" eerste reeks, „Van
Nu en Straks" tweede reeks, „Vlaan
deren" en „Het Nieuw Vlaams Tijd
schrift" overspant. In het verschijnen
van al deze periodieken had August Ver
meylen meer of min de hand. Vooraf
was hij mede-oprichter geweest van
„Jong Vlaanderen" in 1889, daarna re
dacteur van het weekblad ,,Ons Toneel",
waarna hij in 1893 „Van Nu en Straks"
de wereld inzond in samenwerking met
Prosper van Langendonck, Cyriel Buys-
se en Emmanuel de Bom. Op het eind
van zijn leven heeft hij nog het plan
ontworpen voor een algemeen tijdschrift
„Diogenes", dat 15 maanden na zijn
dnod verscheen onder de gewijzigde
naam „Nieuw Vlaams Tijdschrift". Ook
aan „Vlaanderen" heeft hij zijn beste
krachten gegeven, al was Herman Teir
linck, toen 23 jaar, de initiatiefnemer.
Deze zocht contact met de uitgever
C.A.J. van Dishoeck te Bussum die zijn
brieven bewaarde. De heer 's-Gravesan
de heeft deze epistels nu met enkele an
dere documenten in chronologische volg
orde gepubliceerd. Hij levert aldus be
langrijke bouwstoffen. waarmee later 'n
literair-historisch geheel kan worden op
getrokken. Dit is ongetwijfeld heel wat,
maar toch minder dan de titel van het
boek suggereert.
Intussen is de lektuur van wat bewaard
bleef (de brieven van Van Dishoeck
zelf zijn helaas bijna alle verloren ge
gaan) bijster interessant en boeiend Van
de oprichting af heeft het blad met alle
mogelijke moeilijkheden te kampen ge
had. De bundeling van alle Vlaamse
krachten verliep niet zo vlot als Teir
linck in zijn enthousiasme verwacht had.
Buysse deed al direct niet mee, omdat
hij meer fiducie had in „Groot Neder
land", dat door W.G. van Nouhuys on
geveer tegelijkertijd werd opgericht.
Prosper van Langendonck vond deze de
sertie niet zo'n ramp, zoals blijkt uit de
ze passage uit een van zijn brieven:
Ik verneem zooeven dat Buysse niet
meegaat. Die is meer voor de duiten,
doch ik denk wel niet dat hij ons
veel kwaad kan doen. Zijn naam is
niet van zoo buitengewoon allooi: ik
ben ook geen groot bewonderaar van
zijn werk en voor mij persoonlijk mag
hij heel goed buiten de zaak vallen.
Ik aanzag hem hier vooral als een
hinderpaal en een struikelblok.
De houding van Stijn Streuvels is niet
zo heel duidelijk. Wel blijkt uit alles,'
dat dit groot talent van begin af ont
zien werd. Hij stuurde zijn pennevruch-
ten ook rustig naar andere periodieken,
kreeg het hoogste honorarium van al
len en paradeerde in het tableau de la
troupe voorop.
A Is er één ding duidelijk wordt uit
dit boek, dan is het welt dat het pad
van een redactie-secretaris vol voet
angels en klemmen ligt. Teirlinck heeft
het ondervonden. Hij kreeg na een jaar
Vermeylen als leider naast zich. Weer
een jaar later neemt Vermeylen het
secretariaat geheel over, maar ook hij
wordt gedesillusioneerd. De drukker is
traag, de nummers verschijnen nooit
op tijd, de schrijvers beloven alles,
maar doen weinig, de honoraria klop
pen niet altijd, persoonlijke haat en nijd
doen zich gelden enz. enz. De vierde
jaargang heeft Karei van de Woestijne
als secretaris, een groot dichter, maar
geen zakenman en allerminst een finan
cier. Toch begint hij vol enthousiasme
aan zijn nieuwe taak, maar tijdens zijn
„bewind" doet zich een nieuwe moeilijk
heid voor. Het blijkt, dat redacteur Vic
tor de Meijere op grote schaal gepla-
De heer 's-Gravesande heeft zich in
grote objectiviteit tot het weergeven
van de teksten bepaald. Deze zijn op-
zichzelf evenwel zo bijzonder belang
wekkend. dat men ze in een adem uit
leest. Men krijgt een duidelijke kijk
op het literaire leven van die dagen
en op de tegenstellingen en klein-men-
selijke conflicten, die zich in het schrij
verswereldje voordeden. Zo schreef
Teirlinck over Van Langendonck:
V.L. is een beste jongendie heel
flink iets aan den dag brengen kan,
maar het is van Langendonck
temporisator, en hij heeft altijd tijd
genoeg, tot hij eindelijk geen tijd
meer heeft!
In een andere brief schreef hij over
René de Clercq:
De jongen is een lustige drinke
broer en erg buiten alle orde. Ik ge
loof niet, dat er ergernisse bij hem
is en kwaad toch zeker niet. Hier
bij zijn kaartje als verschooning. Na
tuurlijk is die verschooning niet aan
te nemen, maar alle dichters en zijn
geen redelijke jongens en dees is, be
halve een mijnsdunkens knap woor
dengoochelaar, een redelooze vent.
De katholieken gaven slechts schoor
voetend hun medewerking aan „Vlaan
deren". Vermeylen schreef: die men-
schen kunnen eigenlijk geen tijdschrif
ten lijden, die niet uitsluitend katholiek
zijn, en blijven altijd op hun hoede
voor „slecht gezelschap"... En in een la
tere brief fulmineerde hij verder:
Wat niet zuiver-katholiek is schijnt
hun altijd van den booze. Drie katho
lieken in de redaktie, dat was voor
hen geen voldoening, want die ka
tholieken dachten toch niet klerikaal
genoeg om „onchristelijke" bijdragen
te willen weren.
Hoe aanlokkelijk het citeren ook is,
we moeten het hierbij laten. We be
treuren het, dat 's-Gravesande wat ka-I
rig is met zijn voetnoten. Wie zal er!
b.v. erg in hebben, dat mét v. d. Meer,1
over wie Victor de Meijere in de tweede
jaargang geschreven heeft, Pieter van
der Meer de Walcheren bedoeld is? I
Voorts is het ons niet duidelijk gewor
den waarom men nu juist bij een Ne
derlandse uitgever terecht is gekomen.
Evenmin begrijpen we waarom Vermey
len, die Europees dacht, zo hevig voor
dit tijdschrift, dat uitsluitend werk van
Vlamingen wilde opnemen, geporteerd
was. Streuvels wenste een andere uit
gever, maar we vernemen niet wie dit
was. Teirlinck wilde een novelle aan
mevrouw Van Dishoeck opdragen. Wel
ke? Mogelijk bezitten de nakomelingen
van Vermeylen nog brieven van de uit
gever. Was dit niet te achterhalen? Zo
zijn er nog meer vragen, die onbeant
woord blijven, wat niet wegneemt dat
's-Gravesande een belangrijke bijdrage
heeft geleverd tot de kennis van de
Vlaamse literatuur in het begin dezer
eeuw. Volgende geschiedschrijvers zul
len er hun voordeel mee doen.
WILLEM v. d. VELDEN.
De Duitse filmregisseur Wolfgang
Staudte is bezig aan een nieuwe ver
filming van Bertolt Brechts „Drie-
stuiversopera". De eerste filmversie
van deze opera op muziek van Kurt
Weill ging in 1931 in première.
Thans spelen Curd Jürgens (als Mac-
kie Messer) en Gerd Fröbe en Hilde
Hildebrandt (de Peachums) de hoofd
rollen. Andere hoofdrollen worden
vervuld door Hildegarde Kneff en de
Britse filmster June Ritchie.
(Advertentie)
fP0TTEfó|raM|,'
MENTHOLPELLETS
l Tejfen hoest en Keelpij-
Uitwerking frappant
Het augustus-september-nummer van
Maatstaf wordt geopend door J. B.
Charles. Deze geeft in zijn serie „Van
het kleine koude front" verslag van een
conferentie te Rome over steun aan
Spaanse politieke gevangenen. Zoals ge
bruikelijk springt de schrijver van de
hak op de tak. Tussen het vele, dat
tegenspraak uitlokt, vinden we de eer
lijke bekentenis, dat hij zelf werkloos
heeft toegezien toen fascisten de demo
cratische regeringen vei'sloegen:
Ik las poëzie, ik tenniste re
gelmatig en ik dagdroomde in die
tijd waarin ik naar Spanje had
moeten gaan om mij te melden in
een internationale brigade.
Ellen Warmond draagt gedichten en
een voortreffelijk verhaal bij, waarin
zij over de geloofscrisis van een school
kind vertelt. Piet Calis behandelt in 't
vierde deel van zijn Topkonferentie de
dubbele werkelijkheid van A. Roland
Holst. „Twee socialisten" is de tekst
van een lezing, die A. Marja voor de
Regionale Omroep Noord en Oost heeft
gehouden. Hij mediteert daarin over
boeken van Theun de Vries en J.B.
Charles.
Het grootste gedeelte van deze afle
vering is gevuld met een toneelspel in
twee bedrijven van Theun de Vries, ge
titeld „Signalen uit het donker". Het uit
stekend geschreven stuk speelt in een
Brits-Afrikaanse kolonie. Noemen we
ten slotte nog gedichten van J. W.
Schulte Nordholt en Kees ten Haken en
een geestig reisverhaal van Jacques
den Haan.
W. v d. V.
De première voor Nederland van de
film „Gods Geuzen", gebaseerd op
het boek van Jan de Hartog, zal
plaatshebben op 6 december met een
drietal speciale voorstellingen waar
van de opbrengst ten bate komt van
de internationale hulpverlening van
het Nedei'landse Rode Kruis.
De drie voorstellingen die om 20.15
uur beginnen, worden gehouden in het
Citytheater te Amsterdam, 't Lumière
theater te Rotterdam en het Citythea
ter te Den Haag. In het voorprogram
ma is ook een première en wel de
film „Ontmoetingen", waarin enkele
taken van het Nederlandse Rode Kruis
worden belicht.
(Advertentie)
Onlangs is te Antwerpen weer de jaarlijkse Boekenbeurs gehouden. Ze ls door
duizenden en duizenden mensen bezocht, waaronder ook heel wat boekenvrienden
uit Nederland: het is immers de enige boekenbeurs van algemene aard in het Ne
derlandse taalgebied en een heel geschikte gelegenheid om kennis te nemen van
de jongste boekenproductie en kennis te maken met uitgevers, schrijvers, re
censenten en wat dies meer zij, uit Zuid en Noord. Bü die gelegenheid verscheen
ook weer „Het Boek in Vlaanderen", het jaarboek van de „Vereeniging ter Be
vordering van het Vlaamsche Boekwezen". Het geeft een goed overzicht van de
stand van zaken op onze boekenmarkt. Want alle belangrijke Nederlandse uit
geverijen hebben tegenwoordig in Vlaanderen een filiaal of minstens een ver
tegenwoordiging.
Bij wijze van inleiding geeft „Het Boek
in Vlaanderen" ditmaal een aantal bij
dragen, die zijn ontleend aan „Tijdin
gen", het tijdschrift van de Vlaamse
boekverkopersbond. Daarin gaat het
over de voornaamste problemen, waar
mee de Vlaamse boekverkoper, biblio
thecaris en lezer te maken heeft: het
boek en de televisie, het Vlaamse boek
in het buitenland, het boek en de over
heid, het boek in de wereld. Het blijkt
dat er een toenemende belangstelling
bestaat voor het Vlaamse boek, ook
buiten Vlaanderen.
Dr. P. Knapen, de voorzitter van de
Culturele Raad voor Vlaanderen, wijst
op de schaduwzijden van de nieuwe
vormen en mogelijkheden van cultuur
spreiding, die een gevolg zijn van de
recente uitvindingen en de technische
vooruitgang. „Vermindert het al te ge
makkelijk bereiken van de cultuurgoe
deren niet de persoonlijke inspanning?
vraagt hij. „Ondergaat de moderne mens
niet te zeer de cultuur en is zijn deelne
ming eraan niet al te passief? Zijn wij
niet al te oppervlakkige luisteraars en
kijkers geworden?" Hij vindt het daar
om noodzakelijk de aandacht te vesti
gen op de onmisbare waarde van de
lektuur.
Dr. Knapen schrijft: „Het Boek" is
en blijft naar onze mening het middel
bij uitstek voor persoonlijke geestelijke
verruiming en voor culturele ontwik
keling. Het boek noopt de opgejaagde
mens van de 20e eeuw tot persoonlijke
inspanning, bezinning en introversie,
waardoor de visies en beschouwingen
van de auteur dieper ingrijpen bij de
De kunsthandel van Denis Vanderkar
in Londen organiseert van 23 novem
ber tot 21 december een tentoonstelling
van Nederlandse schilderijen uit de ro
mantische periode in de negentiende
eeuw. Er zullen 32 werken te zien zijn
van onder anderen Henriëtte Ronner.
Adrianus Eversen, B. J. van Hove,
Abraham Hulk, Johannes Klinkenberg,
Hermanus Koekkoek, Andreas Schelf
hout, Jan Hendrik Verheyen, Wonterus
Verschuur en Antonie Waldorp.
Een aantal werken van deze schilders
was ook te zien op een tentoonstelling
die Vanderkar, een Nederlander van
afkomst en een specialist op het gebied
van de Nederlandse romantische school
dit voorjaar in Londen organiseerde.
Zijn kunsthandel in Londen werd pas
in juli van het vorig jaar geopend.
De laatste tijd heeft Vanderkar een
aantal belangrijke aankopen gedaan.
In Nederland kocht hij vijftien werken,
waaronder een kanaalgezicht van Klin
kenberg, een landschap van Haanen
en twee stadsgezichten van Eversen.
Op een veiling in Glasgow legde hij
de hand op een Van Hove, in Parijs
op een winterlandschap van Klombeek
en in Brussel op een winterlandschap
van Schelfhout,
De baten van deze tentoonstelling zul
len ten goede komen aan een fonds
voor de bestrijding van kinderziekten
lezer dan bij de meeste andere vormen
van cultuurbeoefening. De mens moet
er in slagen zich zo te beheersen dat
hij op tijd en stond rustig een boek ter
hand neemt wij zouden bijni zeggen
afgezonderd vin de rusteloze °n zenuw
slopende wereld en zijn geest de vrije
teugel laat. Dit geldt zowel voor de ont-
spanningslektuur als voor de meer we
tenschappelijk georiënteerde lektuur.
Niet alleen wat de mens verwerft aan
inhoud, gedachten en vorm is van be
lang maar ook het feit, dat hij een in
spanning levert om zich aan het opper
vlakkige te onttrekken'
De televisie doet aan de lektuur blijk
baar lang niet zoveel afbreuk als som
migen indertijd verwachtten.
Uit een enquete, in een tiental
grote landen onder de schoolgaande en
studerende jeugd ingesteld naar de ge
wijzigde leesgewoonten als gevolg van de
televisie, bleek volgens dit jaarboek,
dat in West-Europa de kinderen bij hun
lektuur slechts weinig gehinderd werden
door de televisie. In verhouding werd er
door de Franse kinderen bijvoorbeeld,
niet zo erg veel naar de televisie ge
keken. Soms zette de TV zelfs tot le
zen dan. In Amerika daarentegen was
de toestand angstwekkend. De kinderen
keken er uur na uur naar de TV en een
prikkel tot lezen bleek er haast nooit
aanwezig.
In Engeland heeft de televisie blijkbaar
juist een gunstige invloed op de lezer.
De heer W. Plumb, wetenschappelijk
medewerker van de Engelse beroepsver
eniging voor bibliothecarissen, is van
oordeel, dat dank zij de televisie het
aantal lezers steeds toeneemt en de rush
naar meer degelijke lektuur steeds gro
ter wordt. De heer Foyles, een van de
voornaamste Engelse uitgevers, kwam
tot dezelfde gevolgtrekking. In Enge
land werden in 1957 en 1958 niet min
der dan 431 miljoen boeken gelezen,
dat is 51 miljoen meer dan in 1954 en
1955 toen de televisie in Engeland een
snelle uitbreiding kende. Voor de peri
ode 1959-1960 wordt een nog hoger cijfer
verwacht. Dat moet liggen rond de 440
miljoen.
In Vlaanderen levert de televisie een
positieve bijdrage aan de boekenmarkt
en het bibliotheekbezoek door haar ru
briek „Vergeet niet te lezen". Al ja
ren lang wijst zij daarmee het lezers
publiek in Vlaanderen op belangrijke
nieuwe boeken en interessante schrij
vers en dichters. Wel vragen de Vlaam
se boekverkopers zich af, waarom dit
programma, dat ook voor zoveel jonge
kijkers leerrijk en van belang kan zijn,
zo dikwijls eerst rond elf uur 's avonds
wordt uitgezonden. Verder vindt men het
onjuist, dat er geen Vlaamse auteurs
in de Nederlandse televisieprogramma's
verschijnen, terwijl de Vlaamse televisie
dikwijls Nederlandse schrijvers een ge
legenheid biedt hun werk aan de Vlaam
se lezers voor te stellen. „Wij hebben
de indruk", aldus het jaarboekje, „dat
de liefde slechts van één kant komt".
Voor de radio geldt ongeveer hetzelfde.
„Nederlandse auteurs lezen vaak uit ei
gen werk in Brussel maar wij horen
haast nooit Vlamingen in Hilversum".
Intussen zijn de Vlaamse boekenverko
pers ook niet erg gelukkig met de me
dewerking van de Vlaamse pers. Per
week brengen de Vlaamse bladen on
geveer 35 bladzijden sport „als leesvoer
voor de Vlaamse massa, terwijl Kunst
en Letteren (samen) het met één blad
zijde per week moeten stellen. Op voor
waarde, dat er die week geen interes
sante moordzaak plaats vindt, want dan
krijgt men te lezen: „Wegens plaats
gebrek is onze literaire pagina naar de
volgende week verschoven". Sport en
moorden uitgerafeld tot in het oneindige
Over nieuwe boeken een paar regels
oftewel helemaal niets."
Intussen wordt er ook buiten Vlaan
deren goodwill gekweekt voor het
Vlaamse boek. Een tentoonstelling van
Belgische uitgaven te Den Haag over
tuigde er menigeen van, dat het Vlaam
se boek ook wat de uitvoering betreft
niet meer voor het buitenlandse boek be
hoeft onder te doen: tweederde van de
inzending bestond uit Nederlandstalige
boeken. Voor de eerste maal was er op
de Boekenbeurs van Frankfort een col
lectieve inzending met ongeveer 750 ti
tels van Vlaamse auteurs! Op de komen
de jaarbeurs van Zuid-Afrika, de „Rand-
se Paasskou", zal eveneens een groot
aantal Vlaamse boeken te zien zijn.
Die inzending wordt vervolgend tentoon
gesteld in nog wel vijftig andere plaat
sen in Zuid-Afrika. Op verschillende
Zuidafrikaanse universiteiten wordt Ne
derlands gedoceerd; er bestaat daar nog
altijd vrij veel belangstelling voor de
Nederlandse literatuur. Ook op de vol
gende Voorjaarsbeurs van Wenen zullen
er Vlaamse werken te zien zijn, in Duit
se vertaling. Na de Tweede Wereldoor
log zijn er bijzonder veel Vlaamse ro
mans in het Duits vertaald, voorname
lijk door Georg Hermanowski, heel wat
meer dan Nederlandse.
Zeer belangrijk wordt, ook voor het Ne
derlandse boek van Noord en Zuid, de
Europese Boekenweek. Deze wordt van
30 maart tot 6 april voor het eerst ge
houden. Bij die gelegenheid zal te Am
sterdam de Erasmusprijs worden uitge
reikt. Een sober maar grafisch zeer
mooi en opvallend affiche zal in de
deelnemende landen worden verspreid.
Het draagt de toepasselijke slagzin:
„Boeken kennen geen grenzen".
Te Amsterdam is de Reina Prinsen
Geerligprijs voor 1962 uitgereikt aan
de schrijver Steven Membracht en de
auteur Abraham Hendrik de Vries.
De foto, welke tijdens de plechtigheid
in de Lutherse kerk te Amsterdam
werd gemaakt, toont de beide prijs
winnaars met de heer Prinsen Geer-
ligs. V. I. n. r. de Zuidafrikaan Abra
ham Hendrik de Vries, de heer R. J.
Prinsen Geerligs en de Amsterdam
mer Steven Membracht.
De prix du quai des Orfevres, die jaar
lijks wordt toegekend aa-n de beste Fran
se speurdersroman, is ditmaal verleend
aan Micheline Sandrel voor haar boek
„10 millions de témoins".
Micheline Sandrel is produktieleidster
bij de Franse radio- en televisiemaat
schappij.
De befaamde Britse schrijfster Aga
tha Christie heeft te Londen onder de
ogen van 100 persoonlijkheden uit de
theaterwereld een 500 kg zware feest
taart aangesneden ter ere van het feit
dat haar toneelstuk „De muizeval" 10
jaar lang op de planken was.
Het stuk ging 25 november 1952 in pre
mière in het „Ambassadors" theater te
Londen en werd sindsdien 4.151 malen
opgevoerd. Nimmer tevoren heeft een
toneelstuk het in Engeland zolang ach
tereen „gedaan" bij het publiek.
De taart, die maar liefst drie meter
lang, 1 meter breed en 50 cm hoog was,
had een passend versierinkje. Op de
top prijkte een muizeval.
Mevrouw Christie, wereldberoemd door
haar detective-verhalen ging het sma
kelijk bouwwerk te lijf met een mes van
een meter lengte.
„Het is werkelijk een groot compliment
wanneer een toneelstuk het zo lang uit
houdt," zo straalde zij, „soms kan ik
het haast niet geloven."
„De muizeval" heeft zes mannelijke en
10 vrouwelijke sterren op de rol ge
had. In totaal hebben 65 acteurs en ac
trices erin gespeeld.
Het publiek heeft meer dan 11 ton aan
programma's gekocht. Het stuk is ten
tonele gevoerd in 25 landen, waaronder
verscheidene achter het ijzeren gordijn.
Naar verluidt is een Russiche histo
ricus en criticus, Yakov Esimovich Els-
berg, geroyeerd door de Moskouse vere
niging voor auteurs.
Deze maatregel is genomen, omdat de
grijzende Rus tijdens Stalins bewind als
geheim agent zou hebben gefungeerd.
Een en ander werd gepubliceerd in het
officiële orgaan van de vereniging. Els-
berg zou een aantal personen bij de Sta
linistische regering hebben aangebracht
Toen zij uit de gevangenis terugkeerden,
hadden zij hem aangewezen als de man
die hen had aangebracht.
Elsberg die in de vijftig is, zou reeds
enige maanden geleden als lid zijn geroy
eerd, maar het nieuws is eerst nu bekend
gemaakt.
TJET pronkstuk van de herbouwde Kaiser-Wilhelm-Gedacht-
I niskerk, gelegen aan de Kurfurstendamm in West-Berlijn,
is dit orgel, dat geconstrueerd werd volgens een gemeenschap
pelijk ontwerp van de bouwmeester van de kerk professor Eier-
mann en de Berlijnse orgelbouwer Karl Schucke. Het is waar
schijnlijk het eerste orgel ter wereld, dat zowel architectonisch
als akoestisch volkomen is aangepast aan de bouw van de kerk.
De achthoekige vorm van het Godshuis stelde in dit opzicht
ook wel bijzondere eisen.
Opvallend is het koor van „Spaanse trompetten", die hori
zontaal de kerkruimte insteken. Zij zullen feestelijke fanfare-
tonen doen klinken. In totaal heeft het instrument 5100 pijpen
de grootste zijn bijna vijf meter hoog. Het orgel beschikt
over vier manualen en een pedaalclaviatuur. Tezamen met 63
registers geven zij het instrument klankmogelijkheden, die het
zeker spoedig tot ver buiten Berlijn beroemd zullen maken. In
Berlijn hoopt men met dit orgel de kerkmuzikale traditie van
de oude, in 1943 verwoeste Kaiser-Wilhelm-Gedachtniskerk te
kunnen voortzetten. Drie jaren waren met de bouw en montage
van het instrument gemoeid. De totale kosten bedroegen 200.000
mark, die hoofdzakelijk uit giften konden worden bijeenge
bracht-