ren... ma! DE GESCHIEDENIS VAN 'T TIJDSCHRIFT VLAANDEREN Toenemende belangstelling voor het Vlaamse boek Orgel-pronkstuk Nederlandse Nieuwe verfilming van Driesluiyersopera Nog meer samenwerking met Nederland Londen G. H. s-Gravesande verzamelde brieven en documenten Wandeling dooi „Maatstaf Problemen ART IN oed horloge... herenhorloges met eciale typen, zoals: in lorloges (Dolphin) zonder datum) :hroom met stalen i of goud ;en abloc shockproof i ROOIJ Kaatsheuvel [VISSEN Made 17 mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen Grieven Teirlinck nam initiatief Van Dishoeck Ontgoochelingen Conflicten De katholieken Gods Geuzen voor mensen die kwaliteit verlangen F Prijs voor beste Franse speurdersroman Agatha Christies „De muizevaF' tien jaar op de planken Russische auteur uit gilde gezet uwe R MARTIN Grand Luxe" tomatisch s uls. d wit leerd. et f 645.» FORNUIZEN >f 5-vlams 49.- tot f 645.. afdekplaat. ar voor elke gassoort. [e, Japan en Argentinië. 1143, TEL. 986760* UYCKX - Oosterhout ÏLAND Juwelier '2 Rijen SSAR Ï8, Waalwijk MODELLEN orlogcs RAAD f AART Politiepost) TEL. 33654 UV BOXFJ, denberg - Tel. 838 baar bii DEKHOVEN »ud - Zilver 33 TEL. 5607 Zoom Veldhoven Horloges n Optiek TEL. 5207 Zoom RKUYL HEN Tel. 2.160 HAAREN R HORLOGE» LEIN 18 BREDA L 13808 :WEO >09 R DAM Z, L. 76033. 17 DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 1 DECEMBER 1962 Herman Teirlinck, de oprichter van „Vlaanderen." gieerd heeft, zodat hij genoodzaakt is ontslag te nemen. Een andere keer is de kopij van Van de Woestijne bij de post verloren gegaan, met het gevolg, dat men een maand moest overslaan! Alle teleurstellingen bijeen hadden Ver- meylen doen besluiten het bijltje er bij neer te leggen. Daar dit het einde van het blad zou betekenen, stak men de hoofden bij elkaar. Het resultaat was, dat Vermeylen de eenhoofdige leiding kreeg met een redactie-raad naast zich. Ook dit kon niet beletten, dat het met het tijdschrift steeds meer bergafwaarts ging Vermeylen raakte verbitterd. In een brief aan de uitgever schreef hij o.a. over Toussaint van Boelaere: Ik stel, voor mijn part, niet het ge ringste vertrouwen in het mensch of in zijn vriendenze liegen allemaal ze liegen voortdurend en zonder re den, 't schijnt een levensbehoefte geworden, en 't is zeker een ziekelijk verschijnsel. Toussaint is op den koop toe een intrigant van de ergste soort. VNNDER de literair-historische publikaties betreffende onze tijd- V-' schriften heeft „De Geschiedenis van De Nieuwe Gids" van G.H. 's-Gravesande bijzonder de aandacht getrokken. Dezelfde bejaarde bibliograaf heeft thans opnieuw met jeugdig elan de historie van een maandblad te boek gesteld en wel van het minder bekende „Vlaanderen". Het werk verscheen keurig verzorgd bij de Uitgevers maatschappij A. Manteau N.V. te Brussel-Antwerpen-Den Haag. De voornaamste grief bleef echter het niet op tijd verschijnen van de afleve ringen, wat mede het gevolg was van het geringe enthousiasme der redacteu ren. Nog een laatste poging werd on dernomen om het tijdschrift te redden, maar tevergeefs. Vermeylen vatte de zwarigheden als volgt samen: 't Is iedere maand dezelfde Sisy- phos-rots die men aan 't rollen moet krijgen en 't vermoeit veel meer dan ander werk, ten eerste omdat het op zichzelf geen pleizierig werk is, en ten tweede omdat het u zenuwachtig maakt, altijd weer achter de meewer- kers moeten lopen, hun hun vrome beloften herinneren (die ze zo moei lijk kunnen houden!), dan weer be ven omdat de beloofde kopij niet komt en het nr niet tijdig klaar zal komen, en eindelijk en dat is voor mij het ergste dan nog gauw het nr met eigen werk moeten vullen. Inmiddels had van Langendonck zijn hoop al gevestigd op een nieuw maand blad, ..Iris" geheten. Er is echter maar één nummer van verschenen. TTerman Teirlinck, die de stoot gaf tot de -oprichting van het blad, heeft aan deze uitgave een uitvoerig getuige nis doen voorafgaan. Dit is uitermate instructief om de vele bijzonderheden over de voorgangers van „Vlaanderen". Hij geeft als het ware de brug aan, die „Van Nu en Straks" eerste reeks, „Van Nu en Straks" tweede reeks, „Vlaan deren" en „Het Nieuw Vlaams Tijd schrift" overspant. In het verschijnen van al deze periodieken had August Ver meylen meer of min de hand. Vooraf was hij mede-oprichter geweest van „Jong Vlaanderen" in 1889, daarna re dacteur van het weekblad ,,Ons Toneel", waarna hij in 1893 „Van Nu en Straks" de wereld inzond in samenwerking met Prosper van Langendonck, Cyriel Buys- se en Emmanuel de Bom. Op het eind van zijn leven heeft hij nog het plan ontworpen voor een algemeen tijdschrift „Diogenes", dat 15 maanden na zijn dnod verscheen onder de gewijzigde naam „Nieuw Vlaams Tijdschrift". Ook aan „Vlaanderen" heeft hij zijn beste krachten gegeven, al was Herman Teir linck, toen 23 jaar, de initiatiefnemer. Deze zocht contact met de uitgever C.A.J. van Dishoeck te Bussum die zijn brieven bewaarde. De heer 's-Gravesan de heeft deze epistels nu met enkele an dere documenten in chronologische volg orde gepubliceerd. Hij levert aldus be langrijke bouwstoffen. waarmee later 'n literair-historisch geheel kan worden op getrokken. Dit is ongetwijfeld heel wat, maar toch minder dan de titel van het boek suggereert. Intussen is de lektuur van wat bewaard bleef (de brieven van Van Dishoeck zelf zijn helaas bijna alle verloren ge gaan) bijster interessant en boeiend Van de oprichting af heeft het blad met alle mogelijke moeilijkheden te kampen ge had. De bundeling van alle Vlaamse krachten verliep niet zo vlot als Teir linck in zijn enthousiasme verwacht had. Buysse deed al direct niet mee, omdat hij meer fiducie had in „Groot Neder land", dat door W.G. van Nouhuys on geveer tegelijkertijd werd opgericht. Prosper van Langendonck vond deze de sertie niet zo'n ramp, zoals blijkt uit de ze passage uit een van zijn brieven: Ik verneem zooeven dat Buysse niet meegaat. Die is meer voor de duiten, doch ik denk wel niet dat hij ons veel kwaad kan doen. Zijn naam is niet van zoo buitengewoon allooi: ik ben ook geen groot bewonderaar van zijn werk en voor mij persoonlijk mag hij heel goed buiten de zaak vallen. Ik aanzag hem hier vooral als een hinderpaal en een struikelblok. De houding van Stijn Streuvels is niet zo heel duidelijk. Wel blijkt uit alles,' dat dit groot talent van begin af ont zien werd. Hij stuurde zijn pennevruch- ten ook rustig naar andere periodieken, kreeg het hoogste honorarium van al len en paradeerde in het tableau de la troupe voorop. A Is er één ding duidelijk wordt uit dit boek, dan is het welt dat het pad van een redactie-secretaris vol voet angels en klemmen ligt. Teirlinck heeft het ondervonden. Hij kreeg na een jaar Vermeylen als leider naast zich. Weer een jaar later neemt Vermeylen het secretariaat geheel over, maar ook hij wordt gedesillusioneerd. De drukker is traag, de nummers verschijnen nooit op tijd, de schrijvers beloven alles, maar doen weinig, de honoraria klop pen niet altijd, persoonlijke haat en nijd doen zich gelden enz. enz. De vierde jaargang heeft Karei van de Woestijne als secretaris, een groot dichter, maar geen zakenman en allerminst een finan cier. Toch begint hij vol enthousiasme aan zijn nieuwe taak, maar tijdens zijn „bewind" doet zich een nieuwe moeilijk heid voor. Het blijkt, dat redacteur Vic tor de Meijere op grote schaal gepla- De heer 's-Gravesande heeft zich in grote objectiviteit tot het weergeven van de teksten bepaald. Deze zijn op- zichzelf evenwel zo bijzonder belang wekkend. dat men ze in een adem uit leest. Men krijgt een duidelijke kijk op het literaire leven van die dagen en op de tegenstellingen en klein-men- selijke conflicten, die zich in het schrij verswereldje voordeden. Zo schreef Teirlinck over Van Langendonck: V.L. is een beste jongendie heel flink iets aan den dag brengen kan, maar het is van Langendonck temporisator, en hij heeft altijd tijd genoeg, tot hij eindelijk geen tijd meer heeft! In een andere brief schreef hij over René de Clercq: De jongen is een lustige drinke broer en erg buiten alle orde. Ik ge loof niet, dat er ergernisse bij hem is en kwaad toch zeker niet. Hier bij zijn kaartje als verschooning. Na tuurlijk is die verschooning niet aan te nemen, maar alle dichters en zijn geen redelijke jongens en dees is, be halve een mijnsdunkens knap woor dengoochelaar, een redelooze vent. De katholieken gaven slechts schoor voetend hun medewerking aan „Vlaan deren". Vermeylen schreef: die men- schen kunnen eigenlijk geen tijdschrif ten lijden, die niet uitsluitend katholiek zijn, en blijven altijd op hun hoede voor „slecht gezelschap"... En in een la tere brief fulmineerde hij verder: Wat niet zuiver-katholiek is schijnt hun altijd van den booze. Drie katho lieken in de redaktie, dat was voor hen geen voldoening, want die ka tholieken dachten toch niet klerikaal genoeg om „onchristelijke" bijdragen te willen weren. Hoe aanlokkelijk het citeren ook is, we moeten het hierbij laten. We be treuren het, dat 's-Gravesande wat ka-I rig is met zijn voetnoten. Wie zal er! b.v. erg in hebben, dat mét v. d. Meer,1 over wie Victor de Meijere in de tweede jaargang geschreven heeft, Pieter van der Meer de Walcheren bedoeld is? I Voorts is het ons niet duidelijk gewor den waarom men nu juist bij een Ne derlandse uitgever terecht is gekomen. Evenmin begrijpen we waarom Vermey len, die Europees dacht, zo hevig voor dit tijdschrift, dat uitsluitend werk van Vlamingen wilde opnemen, geporteerd was. Streuvels wenste een andere uit gever, maar we vernemen niet wie dit was. Teirlinck wilde een novelle aan mevrouw Van Dishoeck opdragen. Wel ke? Mogelijk bezitten de nakomelingen van Vermeylen nog brieven van de uit gever. Was dit niet te achterhalen? Zo zijn er nog meer vragen, die onbeant woord blijven, wat niet wegneemt dat 's-Gravesande een belangrijke bijdrage heeft geleverd tot de kennis van de Vlaamse literatuur in het begin dezer eeuw. Volgende geschiedschrijvers zul len er hun voordeel mee doen. WILLEM v. d. VELDEN. De Duitse filmregisseur Wolfgang Staudte is bezig aan een nieuwe ver filming van Bertolt Brechts „Drie- stuiversopera". De eerste filmversie van deze opera op muziek van Kurt Weill ging in 1931 in première. Thans spelen Curd Jürgens (als Mac- kie Messer) en Gerd Fröbe en Hilde Hildebrandt (de Peachums) de hoofd rollen. Andere hoofdrollen worden vervuld door Hildegarde Kneff en de Britse filmster June Ritchie. (Advertentie) fP0TTEfó|raM|,' MENTHOLPELLETS l Tejfen hoest en Keelpij- Uitwerking frappant Het augustus-september-nummer van Maatstaf wordt geopend door J. B. Charles. Deze geeft in zijn serie „Van het kleine koude front" verslag van een conferentie te Rome over steun aan Spaanse politieke gevangenen. Zoals ge bruikelijk springt de schrijver van de hak op de tak. Tussen het vele, dat tegenspraak uitlokt, vinden we de eer lijke bekentenis, dat hij zelf werkloos heeft toegezien toen fascisten de demo cratische regeringen vei'sloegen: Ik las poëzie, ik tenniste re gelmatig en ik dagdroomde in die tijd waarin ik naar Spanje had moeten gaan om mij te melden in een internationale brigade. Ellen Warmond draagt gedichten en een voortreffelijk verhaal bij, waarin zij over de geloofscrisis van een school kind vertelt. Piet Calis behandelt in 't vierde deel van zijn Topkonferentie de dubbele werkelijkheid van A. Roland Holst. „Twee socialisten" is de tekst van een lezing, die A. Marja voor de Regionale Omroep Noord en Oost heeft gehouden. Hij mediteert daarin over boeken van Theun de Vries en J.B. Charles. Het grootste gedeelte van deze afle vering is gevuld met een toneelspel in twee bedrijven van Theun de Vries, ge titeld „Signalen uit het donker". Het uit stekend geschreven stuk speelt in een Brits-Afrikaanse kolonie. Noemen we ten slotte nog gedichten van J. W. Schulte Nordholt en Kees ten Haken en een geestig reisverhaal van Jacques den Haan. W. v d. V. De première voor Nederland van de film „Gods Geuzen", gebaseerd op het boek van Jan de Hartog, zal plaatshebben op 6 december met een drietal speciale voorstellingen waar van de opbrengst ten bate komt van de internationale hulpverlening van het Nedei'landse Rode Kruis. De drie voorstellingen die om 20.15 uur beginnen, worden gehouden in het Citytheater te Amsterdam, 't Lumière theater te Rotterdam en het Citythea ter te Den Haag. In het voorprogram ma is ook een première en wel de film „Ontmoetingen", waarin enkele taken van het Nederlandse Rode Kruis worden belicht. (Advertentie) Onlangs is te Antwerpen weer de jaarlijkse Boekenbeurs gehouden. Ze ls door duizenden en duizenden mensen bezocht, waaronder ook heel wat boekenvrienden uit Nederland: het is immers de enige boekenbeurs van algemene aard in het Ne derlandse taalgebied en een heel geschikte gelegenheid om kennis te nemen van de jongste boekenproductie en kennis te maken met uitgevers, schrijvers, re censenten en wat dies meer zij, uit Zuid en Noord. Bü die gelegenheid verscheen ook weer „Het Boek in Vlaanderen", het jaarboek van de „Vereeniging ter Be vordering van het Vlaamsche Boekwezen". Het geeft een goed overzicht van de stand van zaken op onze boekenmarkt. Want alle belangrijke Nederlandse uit geverijen hebben tegenwoordig in Vlaanderen een filiaal of minstens een ver tegenwoordiging. Bij wijze van inleiding geeft „Het Boek in Vlaanderen" ditmaal een aantal bij dragen, die zijn ontleend aan „Tijdin gen", het tijdschrift van de Vlaamse boekverkopersbond. Daarin gaat het over de voornaamste problemen, waar mee de Vlaamse boekverkoper, biblio thecaris en lezer te maken heeft: het boek en de televisie, het Vlaamse boek in het buitenland, het boek en de over heid, het boek in de wereld. Het blijkt dat er een toenemende belangstelling bestaat voor het Vlaamse boek, ook buiten Vlaanderen. Dr. P. Knapen, de voorzitter van de Culturele Raad voor Vlaanderen, wijst op de schaduwzijden van de nieuwe vormen en mogelijkheden van cultuur spreiding, die een gevolg zijn van de recente uitvindingen en de technische vooruitgang. „Vermindert het al te ge makkelijk bereiken van de cultuurgoe deren niet de persoonlijke inspanning? vraagt hij. „Ondergaat de moderne mens niet te zeer de cultuur en is zijn deelne ming eraan niet al te passief? Zijn wij niet al te oppervlakkige luisteraars en kijkers geworden?" Hij vindt het daar om noodzakelijk de aandacht te vesti gen op de onmisbare waarde van de lektuur. Dr. Knapen schrijft: „Het Boek" is en blijft naar onze mening het middel bij uitstek voor persoonlijke geestelijke verruiming en voor culturele ontwik keling. Het boek noopt de opgejaagde mens van de 20e eeuw tot persoonlijke inspanning, bezinning en introversie, waardoor de visies en beschouwingen van de auteur dieper ingrijpen bij de De kunsthandel van Denis Vanderkar in Londen organiseert van 23 novem ber tot 21 december een tentoonstelling van Nederlandse schilderijen uit de ro mantische periode in de negentiende eeuw. Er zullen 32 werken te zien zijn van onder anderen Henriëtte Ronner. Adrianus Eversen, B. J. van Hove, Abraham Hulk, Johannes Klinkenberg, Hermanus Koekkoek, Andreas Schelf hout, Jan Hendrik Verheyen, Wonterus Verschuur en Antonie Waldorp. Een aantal werken van deze schilders was ook te zien op een tentoonstelling die Vanderkar, een Nederlander van afkomst en een specialist op het gebied van de Nederlandse romantische school dit voorjaar in Londen organiseerde. Zijn kunsthandel in Londen werd pas in juli van het vorig jaar geopend. De laatste tijd heeft Vanderkar een aantal belangrijke aankopen gedaan. In Nederland kocht hij vijftien werken, waaronder een kanaalgezicht van Klin kenberg, een landschap van Haanen en twee stadsgezichten van Eversen. Op een veiling in Glasgow legde hij de hand op een Van Hove, in Parijs op een winterlandschap van Klombeek en in Brussel op een winterlandschap van Schelfhout, De baten van deze tentoonstelling zul len ten goede komen aan een fonds voor de bestrijding van kinderziekten lezer dan bij de meeste andere vormen van cultuurbeoefening. De mens moet er in slagen zich zo te beheersen dat hij op tijd en stond rustig een boek ter hand neemt wij zouden bijni zeggen afgezonderd vin de rusteloze °n zenuw slopende wereld en zijn geest de vrije teugel laat. Dit geldt zowel voor de ont- spanningslektuur als voor de meer we tenschappelijk georiënteerde lektuur. Niet alleen wat de mens verwerft aan inhoud, gedachten en vorm is van be lang maar ook het feit, dat hij een in spanning levert om zich aan het opper vlakkige te onttrekken' De televisie doet aan de lektuur blijk baar lang niet zoveel afbreuk als som migen indertijd verwachtten. Uit een enquete, in een tiental grote landen onder de schoolgaande en studerende jeugd ingesteld naar de ge wijzigde leesgewoonten als gevolg van de televisie, bleek volgens dit jaarboek, dat in West-Europa de kinderen bij hun lektuur slechts weinig gehinderd werden door de televisie. In verhouding werd er door de Franse kinderen bijvoorbeeld, niet zo erg veel naar de televisie ge keken. Soms zette de TV zelfs tot le zen dan. In Amerika daarentegen was de toestand angstwekkend. De kinderen keken er uur na uur naar de TV en een prikkel tot lezen bleek er haast nooit aanwezig. In Engeland heeft de televisie blijkbaar juist een gunstige invloed op de lezer. De heer W. Plumb, wetenschappelijk medewerker van de Engelse beroepsver eniging voor bibliothecarissen, is van oordeel, dat dank zij de televisie het aantal lezers steeds toeneemt en de rush naar meer degelijke lektuur steeds gro ter wordt. De heer Foyles, een van de voornaamste Engelse uitgevers, kwam tot dezelfde gevolgtrekking. In Enge land werden in 1957 en 1958 niet min der dan 431 miljoen boeken gelezen, dat is 51 miljoen meer dan in 1954 en 1955 toen de televisie in Engeland een snelle uitbreiding kende. Voor de peri ode 1959-1960 wordt een nog hoger cijfer verwacht. Dat moet liggen rond de 440 miljoen. In Vlaanderen levert de televisie een positieve bijdrage aan de boekenmarkt en het bibliotheekbezoek door haar ru briek „Vergeet niet te lezen". Al ja ren lang wijst zij daarmee het lezers publiek in Vlaanderen op belangrijke nieuwe boeken en interessante schrij vers en dichters. Wel vragen de Vlaam se boekverkopers zich af, waarom dit programma, dat ook voor zoveel jonge kijkers leerrijk en van belang kan zijn, zo dikwijls eerst rond elf uur 's avonds wordt uitgezonden. Verder vindt men het onjuist, dat er geen Vlaamse auteurs in de Nederlandse televisieprogramma's verschijnen, terwijl de Vlaamse televisie dikwijls Nederlandse schrijvers een ge legenheid biedt hun werk aan de Vlaam se lezers voor te stellen. „Wij hebben de indruk", aldus het jaarboekje, „dat de liefde slechts van één kant komt". Voor de radio geldt ongeveer hetzelfde. „Nederlandse auteurs lezen vaak uit ei gen werk in Brussel maar wij horen haast nooit Vlamingen in Hilversum". Intussen zijn de Vlaamse boekenverko pers ook niet erg gelukkig met de me dewerking van de Vlaamse pers. Per week brengen de Vlaamse bladen on geveer 35 bladzijden sport „als leesvoer voor de Vlaamse massa, terwijl Kunst en Letteren (samen) het met één blad zijde per week moeten stellen. Op voor waarde, dat er die week geen interes sante moordzaak plaats vindt, want dan krijgt men te lezen: „Wegens plaats gebrek is onze literaire pagina naar de volgende week verschoven". Sport en moorden uitgerafeld tot in het oneindige Over nieuwe boeken een paar regels oftewel helemaal niets." Intussen wordt er ook buiten Vlaan deren goodwill gekweekt voor het Vlaamse boek. Een tentoonstelling van Belgische uitgaven te Den Haag over tuigde er menigeen van, dat het Vlaam se boek ook wat de uitvoering betreft niet meer voor het buitenlandse boek be hoeft onder te doen: tweederde van de inzending bestond uit Nederlandstalige boeken. Voor de eerste maal was er op de Boekenbeurs van Frankfort een col lectieve inzending met ongeveer 750 ti tels van Vlaamse auteurs! Op de komen de jaarbeurs van Zuid-Afrika, de „Rand- se Paasskou", zal eveneens een groot aantal Vlaamse boeken te zien zijn. Die inzending wordt vervolgend tentoon gesteld in nog wel vijftig andere plaat sen in Zuid-Afrika. Op verschillende Zuidafrikaanse universiteiten wordt Ne derlands gedoceerd; er bestaat daar nog altijd vrij veel belangstelling voor de Nederlandse literatuur. Ook op de vol gende Voorjaarsbeurs van Wenen zullen er Vlaamse werken te zien zijn, in Duit se vertaling. Na de Tweede Wereldoor log zijn er bijzonder veel Vlaamse ro mans in het Duits vertaald, voorname lijk door Georg Hermanowski, heel wat meer dan Nederlandse. Zeer belangrijk wordt, ook voor het Ne derlandse boek van Noord en Zuid, de Europese Boekenweek. Deze wordt van 30 maart tot 6 april voor het eerst ge houden. Bij die gelegenheid zal te Am sterdam de Erasmusprijs worden uitge reikt. Een sober maar grafisch zeer mooi en opvallend affiche zal in de deelnemende landen worden verspreid. Het draagt de toepasselijke slagzin: „Boeken kennen geen grenzen". Te Amsterdam is de Reina Prinsen Geerligprijs voor 1962 uitgereikt aan de schrijver Steven Membracht en de auteur Abraham Hendrik de Vries. De foto, welke tijdens de plechtigheid in de Lutherse kerk te Amsterdam werd gemaakt, toont de beide prijs winnaars met de heer Prinsen Geer- ligs. V. I. n. r. de Zuidafrikaan Abra ham Hendrik de Vries, de heer R. J. Prinsen Geerligs en de Amsterdam mer Steven Membracht. De prix du quai des Orfevres, die jaar lijks wordt toegekend aa-n de beste Fran se speurdersroman, is ditmaal verleend aan Micheline Sandrel voor haar boek „10 millions de témoins". Micheline Sandrel is produktieleidster bij de Franse radio- en televisiemaat schappij. De befaamde Britse schrijfster Aga tha Christie heeft te Londen onder de ogen van 100 persoonlijkheden uit de theaterwereld een 500 kg zware feest taart aangesneden ter ere van het feit dat haar toneelstuk „De muizeval" 10 jaar lang op de planken was. Het stuk ging 25 november 1952 in pre mière in het „Ambassadors" theater te Londen en werd sindsdien 4.151 malen opgevoerd. Nimmer tevoren heeft een toneelstuk het in Engeland zolang ach tereen „gedaan" bij het publiek. De taart, die maar liefst drie meter lang, 1 meter breed en 50 cm hoog was, had een passend versierinkje. Op de top prijkte een muizeval. Mevrouw Christie, wereldberoemd door haar detective-verhalen ging het sma kelijk bouwwerk te lijf met een mes van een meter lengte. „Het is werkelijk een groot compliment wanneer een toneelstuk het zo lang uit houdt," zo straalde zij, „soms kan ik het haast niet geloven." „De muizeval" heeft zes mannelijke en 10 vrouwelijke sterren op de rol ge had. In totaal hebben 65 acteurs en ac trices erin gespeeld. Het publiek heeft meer dan 11 ton aan programma's gekocht. Het stuk is ten tonele gevoerd in 25 landen, waaronder verscheidene achter het ijzeren gordijn. Naar verluidt is een Russiche histo ricus en criticus, Yakov Esimovich Els- berg, geroyeerd door de Moskouse vere niging voor auteurs. Deze maatregel is genomen, omdat de grijzende Rus tijdens Stalins bewind als geheim agent zou hebben gefungeerd. Een en ander werd gepubliceerd in het officiële orgaan van de vereniging. Els- berg zou een aantal personen bij de Sta linistische regering hebben aangebracht Toen zij uit de gevangenis terugkeerden, hadden zij hem aangewezen als de man die hen had aangebracht. Elsberg die in de vijftig is, zou reeds enige maanden geleden als lid zijn geroy eerd, maar het nieuws is eerst nu bekend gemaakt. TJET pronkstuk van de herbouwde Kaiser-Wilhelm-Gedacht- I niskerk, gelegen aan de Kurfurstendamm in West-Berlijn, is dit orgel, dat geconstrueerd werd volgens een gemeenschap pelijk ontwerp van de bouwmeester van de kerk professor Eier- mann en de Berlijnse orgelbouwer Karl Schucke. Het is waar schijnlijk het eerste orgel ter wereld, dat zowel architectonisch als akoestisch volkomen is aangepast aan de bouw van de kerk. De achthoekige vorm van het Godshuis stelde in dit opzicht ook wel bijzondere eisen. Opvallend is het koor van „Spaanse trompetten", die hori zontaal de kerkruimte insteken. Zij zullen feestelijke fanfare- tonen doen klinken. In totaal heeft het instrument 5100 pijpen de grootste zijn bijna vijf meter hoog. Het orgel beschikt over vier manualen en een pedaalclaviatuur. Tezamen met 63 registers geven zij het instrument klankmogelijkheden, die het zeker spoedig tot ver buiten Berlijn beroemd zullen maken. In Berlijn hoopt men met dit orgel de kerkmuzikale traditie van de oude, in 1943 verwoeste Kaiser-Wilhelm-Gedachtniskerk te kunnen voortzetten. Drie jaren waren met de bouw en montage van het instrument gemoeid. De totale kosten bedroegen 200.000 mark, die hoofdzakelijk uit giften konden worden bijeenge bracht-

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1962 | | pagina 9