Nederlandse scheepsbouw
kan tegen
een stootje
De opkomst van
de duwvaart
BOEKENPLANK
Zürich beëindigde
een opera-crisis
WILTON FIJENOORD DOET GEEN HALF WERK
In Schiedam komt een
dok van 130000 ton
Frankrijk in
de voorhoede
CONFETTI CONFETTI CONFETTI CONFETTI CONFETTI CONFETTI
Jong geleerd
KRACHTPATSERS
VOORUITZIEN
De mantel der liefde
Per karos naar
Sint-Petersburg
Huisbezoek
Adieu Nick
Sportjaarboek 1962
Jong meisje wilde
van dak springen
DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 22 NOVEMBER 1962
Groot tankschip ligt gedul
dig in dok, wachtend op
reparatie.
- V V v WN
Om eens van nabij te zien hoe de situatie in de scheepsbouw
momenteel is in ons land, hebben wij een bezoek gebracht aan
een van de grootste scheepswerven in de omgeving van Rot
terdam. Gedeelten van deze werf, de Dok- en Werf maatschappij
Wilton-Fijenoord N.V. liggen binnen het gebied van de ge
meente Rotterdam, doordat de werf daar ontstaan is, maar de
hoofdzaak van het bedrijf vormt toch wel liet gedeelte dat in
Schiedam ligt. Sedert kort is een terrein in het Botlekgebied
ook nog aan de meer dan een eeuw oude onderneming toege
voegd.
Niet alleen liaar leeftijd is res
pectabel, ook het feit dat bij Wil
ton-Fijenoord een schip geheel ge
bouwd en uitgerust kan worden
met machines en motoren incluis.
Bovendien kunnen er met de snel
ste middelen en methoden schepen
van elke omvang gerepareerd wor
den. Er wordt zelfs rekening ge
houden met toekomstige schepen
van 130.000 ton, voor welker ont
vangst met de voorbereiding voor
de houw van een nieuw dok is be
gonnen, dat een dergelijke grote
tonnage kan opnemen.
Zulk een scheepswerf is een dynamisch
organisme, waar ieder ten volle voor
zijn taak berekend moet zijn. Daarvoor
wordt bij Wilton-Fijenoord de grondslag
reeds gelegd in de bedrijfsschool, waar
rond 300 jongelui uit Schiedam en om
geving hun opleiding krijgen tot all
round-vakmensen. Naast de theorie in
zeer heldere en ruime leslokalen wordt
uiteraard uitvoerig de praktijk beoefend.
De jongste afdeling wordt er vertrouwd
gemaakt met de behandeling van metaal
niet alleen, maar ook met hout, papier
en verdere grondstoffen die bij de bouw
of de reparatie van een schip nodig zijn.
Andere praktijkafdelingen, zoals de ko
perslagerij, machine-afdeling, bankwerke-
rij, enzovoort, brengen de leerlingen
steeds verder op weg naar de arbeid.
Wat zij aan proefstukken vervaardigen
wordt trouwens geheel afgesteld op de
werkelijkheid van het werfleven. Waar
nodig worden deze produkten benut bij
de bouw van een of ander schip. Dat de
sociale voorzieningen niet vergeten wor
den, blijkt onder andere uit het feit dat
de bedrijfsleerlingen drie weken vakantie
per jaar krijgen plus een week, waarin
zij deelnemen aan een verplicht kamp
in de Brabantse natuur bij Esbeek, waar
zij geheel op „team"-werk worden ge
traind.
Dat wij wat extra aandacht schonken
aan deze bedrijfsopleiding vindt zijn oor
zaak in het feit, dat daaruit blijkt hoe
zeer de directie van de werf het oog ge
richt houdt op de toekomst. Niet het
wisselvallige heden met zijn relatieve
ups en owns bepaalt in hoofdzaak het
beleid, maar wat er komen gaat. Daar
op richt men bij Wilton-Fijenoord zijn
aandacht, ook wat betreft het overige
complex van activiteiten. Gezien de
veelzijdigheid van het bedrijf, behoeft
men niet zo bevreesd te zijn voor een
tijdelijke terugloop in de orders, waar
door hier en daar een lege plek aan de
kaden kan ontstaan of op de helling en
in de dokken.
Op de werf in Schiedam is zoals ge
zegd het hoofdbedrijf gevestigd. Men
ziet daar in enorme werkplaatsen en
montagehallen een overvloed van werk
stukken die onderhanden zijn, hetzy
voor de nieuwbouw, hetzy voor répara-
tiewerkzaamheden. Op een oppervlak
van rond 100 hectare hebben in logi
sche samenhang voorts nog een plaats
gekregen de machinefabriek, waar de
scheepsmotoren vervaardigd of gerevi
deerd worden, alsmede de dokken, de
hellingen en een eigen, ruime haven.
Bovendien liggen op het terrein nog
grote voorraden aan materiaal of reser-
vedelen opgeslagen, zoals men kan waar
nemen als men langs het platenpark
komt en langs het terrein waar tien
tallen scheepsschroeven liggen. Hieron
der bevinden zich de reserveschroeven
van schepen die op de werf zijn ge
bouwd en in geval van verlies of zware
beschadiging van hun schroef, in een
minimum van tijd weer vaarklaar zijn,
dank zij deze service.
Doch naast deze onmisbare voorraden
en de even onmisbare hallen waar de
secties geheel gereed worden gemaakt
waaruit een schip bestaat, blijft het grote
panorama van de schepen op de helling
of in de dok toch het meest spectacultair.
Overal ziet men hijskranen in beweging
met onderdelen aan de haak maar ook
wel met zeer zware stukken, zoals ge
hele secties. In het platenpark zagen wij
hoe meters lange en brede platen met
elektro-magnetische kranen opgetild en
verplaatst werden, door één enkele man
bediend!
Deze platen worden bewerkt tot zij
de gewenste vorm van de scheepshuid
hebben, onder andere met een pers van
500 ton die het metaal koud in de ver
langde vorm perst, waarna vervolgens
de platen aaneengelast worden, hetgeen
in de meeste gevallen automatisch ge
schiedt. Ook aluminium kan men hier
lassen.
Rond de werfhaven krijgt men wel het
meest dynamische gezicht op het bedrijf.
Er liggen vijf dokken in deze haven van
diverse afmetingen, in het grootste waar
van schepen tot 86.000 ton kunnen wor
den opgenomen. Tussen werfhaven en
rivier ziet men het bouwdok, waarin
twee schepen elk met een lengte van
200 meter tegelijkertijd kunnen worden
gebouwd. Westelijk hiervan liggen twee
hellingen, op de grootste kunnen schepen
Een der leerlingen van de bedrijfs
school bezig het koper drijven.
tot 70.000
worden.
ton laadvermogen gebouwd
Terzijde van de hellingen vindt men
de afbouwkaden, waar de nieuw-gebouw-
de schepen proefdraaien en afgebouwd
worden. Al deze dokken, hellingen en
kaden zijn gedurende heel de dag en
soms ook bij nacht bezet of omgeven
door een legertje geschoolde arbeiders.
van wie velen specialistisch onderlegd
zyn.
Er is op de werf een menigte van werk
tuigen in bedrijf, van vorkheftrucks tot
tientallen meters hoge hefkranen van
groot .vermogen en brede vlucht. Deze
geven aan de werf reeds van verre het
onmiskenbare karakter van een bedrijf,
dat op de scheepsbouw is ingesteld. Zij
overschaduwen wellicht de meer beslo
ten afdelingen enigszins, maar ook deze
dragen het hunne bij tot completering
van het totale arbeidsbeeld. Daaronder
vallen bijvoorbeeld de koperslagerij, de
plaatwerkerij, de verzinkerij met staal-
stra^linstallatie, de schilderswerkplaats
en de grote houtbewerkingsfabriek. De
machtige machinefabriek is ingericht
voor de vervaardiging en reparatie van
motoren, turbines, ketels, geschut, lan-
ceerbuizen, etcetera. De combinatie van
werf en machinefabriek stelt Wilton-
Fijenoord in staat een schip niet alleen
te bouwen, maar ook met de aldaar ge
maakte machines erin af te leveren.
Men maakt er het totale schip en is
dus ook in staat alle reparaties aan sche
pen uit te voeren. In tijden van een ze
kere slapte, die elke werf wel kent is
het mogelijk met reparatiewerk weer
goed te maken, wat mogelijk aan nieuw
bouw wat teruggelopen was.
Men behoeft de toekomst voor de
scheepsbouw dan ook niet al te donker
in te zien. Een bijzondere vorm van re
paratie vormt het verlengen van een
schip om dit te moderniseren. Het gaat
daarbij gewoonlijk om het aanbrengen
van een nieuwe en grotere boeg, of het
tussenbouwen van middensecties. Dit
laatste geschiedt door het schip in twee
stukken te snijden met branders, waar
na het tevoren reeds in sectievorm ge
bouwde middenstuk aan de beide helften
wordt gelast. Wilton-Fijenoord heeft mo
menteel het vierde schip in een reeks
op deze wijze onderhanden, voor reke
ning van India.
De historie van de werf dateert van in
de 19e eeuw. In 1854 begon Bartel Wil
ton een smederijtje in Rotterdam, waar
uit de N.V. Wilton's Machinefabriek en
Scheepswerf is voortgekomen, die in
1903 vierhonderd meter kade besloeg
langs de rivier op Rotterdams gebied.
In 1918 volgde aankoop van een stuk
grond te schiedam, waarop geleidelijk de
grote werf van thans tot stand kwam.
Een fusie in 1929 met de Maatschappij
voor Scheeps- en Werktuigbouw „Fije-
noord" N.V. vormde de grondslag voor
het tegenwoordige bedrijf. Laatstgenoem
de N.V. was reeds in 1825 opgericht on
der de naam „Etablissement Fyenoord",
de oudste machinefabriek in ons land.
Een vierde vestiging (want ook de
oude fabrieken der beide gefuseerde
maatschappijen zijn gedeeltelijk nog ac
tieve delen van Wilton-Fijenoord) is in
het Botlekgebied opgericht, als service
station.
Thans is men, zoals gezegd, begonnen
met de voorbereidende werkzaamheden
voor de bouw van het 130.000 tons dok
in Schiedam, waarover men volgens plan
42 maanden denkt te doen. Hier wordt
grond voor weggebaggerd tot een diepte
van 17*/&meter beneden Rotterdams peil.
Met deze gigantische voorziening toont
Wilton-Fijenoord oog te hebben voor toe
komstige ontwikkelingen. Momenteel
brengen werven in Japan schepen met
een dergelijke tonnage in de vaart. Zou
den er geen reparatie- of andere dok
werkzaamheden aan zulks tankers uit
gevoerd kunnen worden in de naaste
omgeving van de oostelijke helft van de
Atlantische Oceaan, dan zouden zij te
ruggesleept moeten worden naar hun
bouwdok in Japan, wat een zeer ris
kante aangelegenheid is. Wilton-Fije
noord heeft tijdig oog voor de mogelijk
heden die een dergelijk groot dok bezit.
Het is uiteraard niet mogelijk alle de
tails van een scheepswerf als Wilton-
Fijenoord weer te geven, maar in wat
wij er hiervan publiceerden mag men
reeds afleiden dat de Nederlandse
scheepsbouw wel een stootje kan door
staan.
v. O.
Leonhard Huizinga, die nog altijd goed
is voor een spannende vertelling, bundel
de in „De mantel der liefde" twintig van
zijn virtuoos gevarieerde verhalen. De
meest uiteenlopende milieus in binnen-
en buitenland, vormen de achtergrond
van deze schetsen, die beurtelings luchtig,
grappig, tragisch en navrant, maar altijd
boeiend zijn.
Tussen ernst en luim wordt soms aan
psychologie gedaan en al bereikt Huizin
ga niet immer de top waarop de weer
gave van de rechtszaak Tarrenberg staat:
voor middelmatigheid wist hij zijn ver
halen steeds te behoeden. ,,De mantel der
liefde" werd uitgegeven door Leopold,
Den Haag.
Een merkwaardig boek is het reisjour
naal uit het jaar 1816, van de jonge Am
sterdamse graanhandelaar, Willem de
Clercq, dat onder de titel „Per karos naar
Sint Petersburg" uitkwam bij „De Tijd
stroom" te Lochem.
Vlak na de Napoleontische oorlogen, die
heel Europa omwoelden, maakte de toen
.21-jarige kandidaat-firmant van het ma-
jkelaarskantoor de Clercq, per karos een
enkele maanden durende reis door Duits
land naar Rusland, om de verbroken
handelsrelaties weer aan te knopen.
Een groot stilist was de jeugdige ma-
keiaar toen nog niet, maar haast op ie-
jdere bladzijde blijkt zijn grote kennis op
net gebied van kunst, geschiedenis en
aardrijkskunde en dat ondanks zijn ge
brekkige schoolopleiding, die trouwens
reeds op zijn 14e jaar beëindigd was. Be
halve over grote intelligentie, beschikte
™L(lq,0ver ®en opvallende onderne
mingsgeest en zakentalent waardoor zijn
barre tocht niet zonder resultaat bleef
i
Het had de levendigheid van het geheel
ten goede gekomen indien de schrijver
over dit succes wat meer had verteld. Nu
moet men het doen met hetgeen zijn
achterkleindochter, dr. Elisabeth Kluit,
in haar inleiding daarover meedeelt. In
tussen geeft het dagboek een interessant
overzicht van de toestanden, die anderhal
ve eeuw geleden in Duitsland, Polen, de
Baltische staten en Rusland heersten.
Zelfverzekerd geeft de Clecq zijn in
drukken weer en het valt op hoe weinig
zijn karakteristieken welke hij o.m. van
Duitsers en Russen gaf, aan waarde ver
loren hebben. Het was een goed idee de
notities van de schrandere waarnemer en
onvermoeide jager op wetenswaardighe
den het licht te laten zien.
In de parochiële zielzorg zijn er vele
gebieden waar hedentendage vraagtekens
geplaatst worden en kritiek geuit. Een
van de vormen van de zielzorg die be
kritiseerd worden, is het huisbezoek. Het
Nederlands Pastoraal Instituut achtte
het daarom gewenst dit door iedereen
als belangrijk genoemd onderdeel nader
te onderzoeken. Men hield peilingen zo
wel bij priesters als leken. De uitslag
wekte verwondering: ondanks de vele
klachten aan beide zijden van de „lijn"
bleef men toch vasthouden aan de eis dat
huisbezoek gedaan moest worden en zelfs
intenser en vaker. Volop kritiek dus van
de kant der gelovigen, volop klachten
van de kant der priesters en „lekenfunc-
tionarissen", en toch: huisbezoek.
Ik zou dit deel van de Pastorale Ca
hiers (uitgave Paul Brand) gelezen willen
zien door velen, gelovigen en priesters
en „lekenfunctionarissen". Wellicht zul
len enerzijds de gelovigen tot een mildere
beoordeling gestemd worden, anderzijds
de „huisbezoekenden" ervaren dat het
goed en gewenst is aan dit deel van het
parochiewerk alle aandacht te blijven be
steden. J.H.
Lidi Luursema laat in haar roman
„Adieu Nick" een vrouw aan het woord,
die terugziet op een twintigjarige periode
uit haar leven, die begon met een haast
ongeremde liefde voor Nick, een geschei
den en wat cynisch geaarde man. Als
deze tegen een tweede huwelijk opziet,
komt het tot een ontluisterend samen
leven en verwijdering. Op zekere dag
verdwijnt Nick in het verzet tegen de
Duitsers, met achterlating van een briefje
waarin het citaat uit „De achttien doden'
slaande op de man: oprecht en trouw",
die niet anders mag doen. Dit doet wel
vreemd aan in de mond van Nick, die
de moed miste vrouw en kind zijn
naam te geven! De broer van Nick heeft'
die moed wel en de rest van de roman
laat het naar elkaar groeien van Marion
en Tom zien. Het gegeven lijkt nogal
simpel, maar de wijze waarop de schrijf
ster het uitwerkt, subtiel en indringend,
brengt het verhaal op een literair hoog
plan. Ondanks alle warmte die Lidi Luur
sema haar roman meegeeft, werkt het
gemis aan positieve levenswaarheden in
haar personen niet alle kilheid weg. Het
is een uitgave van Leopold te Den
Haag. N.K.
Bij de geïllustreerde Pers te Amster
dam verscheen een magnifiek uitgevoerd
Sportjaarboek 1962, waarin onder redac
tie van Eddy v. Opzeeland alle grote
vaderlandse sportfiguren, zowel mannen
als vrouwen, hun inzichten en ervarin
gen kenbaar maken over geleverde pres
taties gedurende het afgelopen jaar. Het
in groot formaat gevatte boek, bevat
foto's, meestal nog niet gepubliceerde,
waarvan bijzondere aantrekkelijkheid
uitgaat, niet in de laatste plaats nu ze
alle in kleuren zijn afgedrukt. Een lust
voor 't oog. Over de talrijke pagina's
verspreid bieden zij een uitstekende in
druk van wat Nederlandse sportman
nen en -vrouwen in dit voor ons land zo
schitterend verlopen jaar hebben ver
richt.
(Van een bijzondere medewerker)
De duwvaart der Franse binnen-
vaartmaatschappij heeft haar kans
gekregen door de grote concentra
tie van massavervoer in de ver
binding Straatsburg-Duisburg-Be-
neluxhavens. Dat zij overging tot
duwvaart, werd bevorderd door
het vooruitzicht van de voltooiing
der Moezelkanalisering in 1964,
welke een belangrijk vervoer van
massagoed zoals cokes zal teweeg
brengen.
Nog niet zo lang geleden heeft men
gedacht, dat duwvaart alleen mogelijk
zou zijn stroomafwaarts van Duisburg.
De Franse rederij heeft evenwel ook
op verdere wateren proeven er mee ge
nomen en kwam o.a. op grond van stu
dies in de proefbassins van Wageningen
tot ruimere toepassingen.
De proefnemingen in Wageningen be
gonnen in 1957. Het jaar daarop werden
drie sleepboten verbouwd tot duwboten.
Men vormde daarme>= proefkonvooien tot
een lengte van 250 meter. In 1959 expe
rimenteerde men met de vier eerste
nieuwe duwbakken van 72,5 meter lang
en 9,5 meter breed. Nog hetzelfde jaar
kwam een nieuwe als zodanig gebouwde
duwboot in gebruik van 33 x 9,50 x 1,50
m.
Het bleek, dat de lengte van 250 me
ter voor het totale konvooi te groot was
genomen voor de meest voorkomende of
normale omstandigheden van de sluizen,
van de manoeuvreerbaarheid e.d. De
maximum lengte van een duwconvooi
werd in 1960 vastgesteld op 185 meter en
in overeenstemming hiermee werd een
serie van acht standaard-duwbakken van
70 bij 9,5 meter op stapel gezet. Ook
kwam er een kleine kanaal-duwboot in
bedrijf.
Het volgend jaar zijn er nog 20 gelijke
duwbakken bijgekomen, terwijl er bo
vendien 4 grotere van 76,5 bij 11,4 meter
werden besteld voor verdere proefne
mingen. Ook kwam er een nieuwe grote
duwboot in dienst. Men deed een proef
vaart met een konvooi van 6 bakken
tussen Rotterdam en Duisburg en een
andere proefvaart met 2 bakken van 70
meter op de Nederlandse Maas tot Maas
bracht.
Tenslotte nam de Franse rederij dit
jaar nog twee kleine kanaal-duwboten
en twee duwboten voor de Moezel in
dienst, allemaal in de afmetingen van
15 x 9,50 x 1,50 m; alleen zijn de Moezel-
boten sterker van aandrijfvermogen. Men
nam hiermee afdoende proeven op de
Moezel, de Main en het Elzasser kanaal;
ook proeven met dag- en nacht-exploi
tatie op de Belgische Maas.
In 1963 zal de Franse maatschappij de
beschikking hebben over ongeveer de
helft van de duwboten en duwbakken
welke op de Rijn varen. Zij kan met
haar duwvloot normaal dienst doen op
de havens van Antwerpen, Sluiskil, Rot
terdam, Duisburg, van het Rijn-Herne
en van het Datteln-Hamm-kanaal, op
Mannheim en Straatsburg, binnenkort
ook op Bazel en straks op Thionville of
Diekirch aan de Moezel. Op andere ha
vens gaat dit thans evenwel nog niet.
Men mist in deze opsomming dan b.v.
ook Amsterdam, omdat men het Am
sterdam-Rijnkanaal nog moet geschikt
maken voor duwvaart, waarmee men
overigens is begonnen. En wat Ant
werpen en Sluiskil betreft, die hier
wel zijn genoemd, moet men het van
wege de gesteldheid van het kanaal
Hansweert-Wemeldinge met een dik
korreltje zout nemen.
Voor een goed begrip diene, dat een
duwkonvooi bestaat uit een duwboot met
vóór zich (in plaats van zoals bij een
sleepboot achter zich) twee, vier of zelfs
zes duwschepen of duwbakken. Als er
twee duwbakken vóór varen kunnen die
naast elkaar of in eikaars verlengde
liggen; dit laatste, in pijlvorm varen, is
regel in smalle wateren en kanalen. Bij
vier duwbakken vóór de duwboot liggen
de bakken twee aan twee naast elkaar
en de twee koppels in eikaars verlengde,
bij zes duwbakken krijgt men ze drie
Het Franse tijdschrift Naviga
tion(volledigheidshalve: Revue
de la Navigation intérieure et rhé-
nane), gewijd aan de Rijn- en bin
nenvaart, publiceert in zijn novem-
ber-nummer (10-11-1962) een gron
dige uiteenzetting van de adjunct
directeur-generaal der Franse Rijn
vaart-maatschappij, de heer Robert
David, over het gebruik van duw-
konvooien door genoemde offi
ciële maatschappij op de Rijn en
diens zijtakken. Nog onlangs, op
18 oktoberwerd voor een uitge
breid gezelschap van belangstel
lenden de duwvaart te Rotterdam in
de stichting Nederlands Verkeers-
instituut ook behandeld door de di
recteur van de N.V. Nederlandsche
Rijnvaartvereniging, mr. M. van den
Bos. De duwvaart staat dus wel in
de belangstelling. Wij willen daar
om hier alsnog enkele facetten er
van belichten, mede aan de hand
der gegevens van de Franse duw
vaart, welke thans op de Rijn de
dominerende positie inneemt.
aan drie naast elkaar en de twee tritsen
weer in eikaars verlengde. Praktisch is
het niet mogel-ijk ze dan twee aan twee
naast elkaar te leggen en drie koppels
in eikaars verlengde, want dan wordt het
konvooi veel te lang en valt er met name
in bochten niet mee te manoeuvreren.
Interessant is, dat de Franse construc
ties in nauwe samenwerking met de Ne
derlandse werf „De Biesbosch" te Dord
recht tot stand zijn gebracht.
De breedte van de konvooien en dus
ook van de duwbakken is nog meer dan
de lengte tot een bepaalde maat beperkt,
omdat zij dient aangepast aan de af
metingen van de sluizen in de waterwe
gen. Met een duwbak van 11,40 meter
breed kan men nog goed door een sluis
van 12 meter breedte varen. De sluis-
lengte heeft echter toch ook weer in
vloed op de mogelijke lengte van het
konvooi. Soms zal te korte sluislengte
tot loskoppeling van de konvooien dwin
gen bij de doorvaart. Dit betekent dan
uiteraard oneconomisch tijdverlies. Op
de Rijn kan een konvooi de maximum
lengte van 185 meter hebben, op de Moe
zel is die beperkt tot 172 meter; het
zelfde geldt voor de Nederlandse Maas
tussen Weurt en Maasbracht. Op de Bel
gische Maas met sluizen van 100 a 110
meter lang kan er nog een duwboot met
één duwstel vóór zich door.
Tenslotte zij vermeld, dat men ook
met gewone sleepboten duwbakken kan
opduwen, wat dan ook op de genoemde
wateren en nog andere gebeurt. Maar
dit gaat niet of is bezwaarlijk bij stroom
afwaarts duwen in sterke stroom, bij
een smalle of bochtige vaarweg.
Problemen
Aan de problemen, die voor de duw
vaart in de verschillende vaarwegen nog
blyven op te lossen is ook aandacht be
steed door R. David. Deze noemt in dit
verband de toegang tot Antwerpen, waar
het praktisch onmogelijk is een normaal
konvooi van 4 en zelfs maar van 2 bak
ken heen te brengen. Men kan het feite
lijk slechts door het konvooi in Dordrecht
uit elkaar te nemen en het dan bak voor
bak door de Zeeuwse wateren en de
sluizen van het kanaal van Zuid-Beve
land te leiden met een gewone sleepboot.
David merkt hierbij op, dat de Ant
werpenaren wel een gewijzigd Moerdijk-
kanaalplan hebben, dat in een kanaal
voorziet van de Antwerpse dokken naar
de Oosterschelde, waardoor dan duw
vaart met 4 bakken mogelijk zou wor
den onder vermijding van het kanaal
Hansweert-Wemeldinge, maar, zo vraagt
hij zich af, zullen de Nederlands-Bel
gische onderhandelingen, die in het ver
leden nooit tot resultaat kwamen, snel
een oplossing brengen?
De scepsis van de heer David is, naar
wij mogen verwachten, wat al te pessi
mistisch. Intussen laat de opkomst van
de duwvaart, zoals zij uit het relaas van
deze Franse binnenvaartdeskundige aan
de dag treedt, duidelijk genoeg verstaan,
waarom Antwerpen zo gebrand is op
een nieuwe Schelde-Rijnverbinding, die
geschikt is voor deze scheepstechniek.
Het moet wel hierop aandringen, wil het
niet gevoelig achterop raken.
De kiezers van Zürich hebben deze
week een streep gezet onder het con
flict rondom de stedelijke opera, dat
sinds juni veel gemoederen heeft be
ziggehouden. Met 40.530 tegen 22.901
stemmen spraken zij zich uit voor het
verlenen van een jaarlijkse subsidie
van vijf miljoen Zwitserse franks aan 't
„Stadttheater" en schonken daarmee
het bestuur van de opera hun vertrou
wen.
De crisis kwam in juni aan het licht,
toen het orkest weigerde te spelen on
der leiding van dirigent Heinrich Klem-
perer, omdat hij beledigende taal zou
hebben gebezigd. Dit incident leidde
tot een conflict tussen de algemene lei
der Herbert Graf èn het bestuur.
Graf nam ontslag en begon een actie
tegen het bestuur, dat volgens hem on
bekwaam was. Hij kreeg aanhangers,
Nu weer eens enkele citaten, vrienden. Uit:
een klacht omtrent de afvoer van de w.c.:
„Daar het water te hoog blijft staan, is het
doen van de stoelgang een acrobatische toer
geworden".
Een beroepsschrift aan een gemeenteraad
„...verzoek ik U bij deze beleefd de beslissingen
van b en w te herzien en mijn standpunt n l
ontkenning het vervaardigen van overlast van
stank te bevestigen
Een brief aan een gemeentebestuur:
,,Ik wil U hierbij laten weten, dat wegens over
lijden van de weduwe X geen hond meer aanwezig
is sedert december 1958. Bij voorbaat onze dank".
Idem:
"Daar mijn buurman op dezelfde schoorsteen zit,
krijg ik al de rook in mijn huis".
Een sollicitatie van een adspirant-ambtenaar:
„Ik heb de eer U mee te delen, dat ik my graag
zou willen vestigen op het secretari* van 3t".
Een verzoek om een ander huis:
„De kwestie is nl. zo, dat ik woon reeds zes jaar
maar op twee kamers, woonkamer en keuken, zon
der water en afvoer waarin ook geslapen wordt".
Een verzoek om uitstel van militaire dienst:
Werkgever zou zich zonder mij niet kunnen red
den of sterk moeten inkrimpen
Een verzoek om een ander huis:
„Ik wil graag een andere woning, om beter te
kunnen slapen in de continudienst".
Een jaarverslag van een fokveevereniglng:
„Aan de hand van het jaarverslag van de con
troleur was de gemiddelde produktie 4783 kilogram
melk".
Een klacht omtrent het ledigen van de beerput:
„Ons gezin bestaat uit 3 personen; het is het klein
ste van de Langstraat en is dus met gemak door
twee man weg te dragen. Vroeger geburde dit door
eén man en bestond myn gezin uit vier personen".
Een verzoek om inlichtingen uit het bevolkings
register:
„Daar ik aan het zoeken hen naar mijn geslachts-
herkomst verzoek ik U mij de volgende gegevens
te willen zenden".
Een verzoek om woonruimte:
„Daar mijn vrouw in verwachting is en graag ze
kerheid wil hebben, wou ik U vriendelijk vragen,
of U me hier uitslag over kunt geven".
Een verzoek om vergunning:
,.De ondergetekende vraagt vriendelijk om een ver
gunning voor de verkoop van verpakt consumptie-
en roomijs op mijn tegelvloer voor het huis dat zich
bevindt in een diepvrieskast".
Een verzoek om een standplaats op de kermis:
schrijf Ik in voor een draai- en zweefmolen
voor kinderen welke op halken gemonteerd kunnen
worden, zodat het marktdek niet beschadigd wordt".
Een verzoek om woonruimte:
vraag ik om tijdelijke woonruimte aangezien
de verhuurder mij de volgende maand eruit wil
zetten, daar hij zijn zuster bestaande uit acht
leden in dit huis wil zetten".
Een agenda:
„Voor de bestuursverkiezing kunnen kandidaten
schriftelijk worden ingezonden bij de secretaris".
die aandrongen op een hervorming van
het gehele operabestel en er werd een
comité gevormd om te ageren tegen
de subsidiëring van de opera onder
het bestaande bestuur.
De actie won aan invloed, toen het be
stuur er niet in slaagde een geschikte
opvolger voor Graf te vinden. Pas in
het midden van de vorige week kwam
het bestuur met een magnifieke tegen
zet, toen het kon aankondigen, dat de
bekende Oostenrijkse professor Her
mann luch, die tot dusver het opera
leven in Duisburg en Düsseldorf leidde,
bereid was algemeen leider van de
Zürichse opera te worden. Deze benoe
ming heeft veel operavrienden ertoe
gebracht hun verzet tegen het bestuur
op te geven en voor verdere subsidië
ring te stemmen.
Een veertienjarig meisje uit Amster
dam. dat in overspannen toestand ver
keerde, stond gjsteravond in de dak
goot van een huis op de hoek le Jan
van der Heydenstraat-Sarphatipark. Tot
ontsteltenis van voorbijgangers
schreeuwde zij dat ze naar 'beneden
zou springen. Een agent ging het dak
op en wist al pratende met het meisje
haar daarvan te weerhouden. Een brand
weerman heeft het jonge kind naar be
neden gebracht, per ziekenauto werd
zij naar het Wilhelminagasthuis over
gebracht en vandaar is zij naar haar
woning gegaan.
Twee dagen geleden was het meisje
van huis weggegaan en sindsdien niet
boven water gekomen. Ter plaatse werd
verteld, dat het meisje gillend en
schreeuwend uit een personenauto was
gekomen en het bewuste huis was bin
nengerend. In de auto, waarin vermoe
delijk Amerikanen zaten, zou zich een
hevige vechtpartij hebben voorgedaan.
De politie had al eerder op de avond
zonder succes, op de daken een onder
zoek ingesteld. Het meisje had zich toen
echter op de zolder van een ander huis
verborgen.