veilige weg Veertien vuurtorens langs onze kusten RADAR VERDRINGT DE LAMPEN NIET! DEkkERS DE LANGSTE DAG Mijn motor loopt nu 'op z'n zondags' Vijf miljoen kaars Elektrisch Radarproeven DAF komt nog niet met nieuw type personenwagen 37 km ver Indrukwekkende massa-regw in langdurig epos van D-day HEN NOODKREET GIRO 308 NIEUWE TRUC Charmante vrouw graaide in kassierskas Tot ziens... bij de BP pomp! teden zowel bij aratiewerk s in West eren. ingewezen jaloezieën andels en DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 13 OKTOBER 1962 s zijn gelaat op. Hij ïn lumineuze inval ge- Behoedzaam strekte ■erg zijn reusachtige stak die een der aan- nde krijgers tussen de zodat de man met een Ibons tegen de grond Rafael grinnikte zacht- herhaalde zijn list, tel- |ls een nieuwe krijger lorbijstormde. Foto geheel links: Vyf miljoen .kaars' gebundeld door de sterke lenzen van de vuurtoren van Goeree, laten hun licht 37 km ver over het water van de zee schynen. Rechts: Behalve vuurtorens zyn er lichtschepen. Dit is één van de vier, „Texel". Veertien dagen lang duurt de wacht voor de bemanning. Hieronder: een van de oudste vuur torens is die van Long Island, een beroemde vuurtoren op een byzonder eenzame plaats. Ze werd in 1797 gebouwd. (Van een medewerker) Wie 's avonds in de duinen bij Toppershoedje op het eiland Goeree staat, kan daar aan de donkere hemel de lichten zien van minstens vier vuurtorens en een licht^ schip. Als één van de vele overwinningen van het men selijk kunnen staan er veertien vuurtorens en liggen er vier lichtschepen langs onze kust, die met hun sterke lichtflitsen evenzoveel wegwijzers zijn voor de stuurlui op zee. Is echter het vernuft van de mens uit onze dagen al zover gevorderd, dat een nieuwe nog fantastischer vinding de vuurtorens overbodig zal maken? (Advertentie) Beneden bruisen de golven op het strand, de meeuwen vliegen in de sche mering nog rond en duiken naar de zee om voedsel. Dat is het herinnerings beeld van de vakantieganger. In de weldadige rust van zo'n eenzame duin top tasten je blikken de hemel af naar die wiekende lichtstralen. Op het strand loopt een man met een hond; met een brede armzwaai gooit hij een stuk hout in de golven en de hond vliegt er achteraan. Hij speelt met het dier, maar als het spelletje lang ge noeg geduurd heeft komt hij naar bo ven: een man van het dorp, die er zijn leven lang gewoond heeft. Als hij merkt, dat wij naar het licht van de vuurtoren staan te kijken vertelt hij niet zonder trots: die meneer daar is de grootste van West-Europa. De man heeft niet helemaal over dreven, want met zijn bijna twee me ter hoge lenzenstel, een lamp van vijf miljoen kaars behoort de vuurtoren van Goeree inderdaad tot de lichten van de eerste orde en daar blijft zelfs onze beroemde Brandaris op Terschel ling bij in de schaduw. In de verte schuift langs de horizon vaag en traag het silhouet van een schip en je weet zeker, dat daar een stuurman naar de lichtflitsen staat te kijken. In 1823 werd één van de oudste vuurtorens van Frankrijk, die van Cordovan aan de Gironde als eerste met lenzen uitgerust. Korte tijd later werd de lichtsterkte weer vergroot om dat het gaslicht uitgevonden werd. Zo volgden de uitvindingen die de lichten telkens verder zichtbaar maakten el kaar op. De eerste wegwijzer werd in de ou de wereld door een paar vissers aan het strand opgesteld. Vanaf het ogen blik, dat het een paar mensen was ge lukt een scheepje te maken, waarmee zij op zee konden vissen, hebben zij ook geprobeerd lichtbakens te maken, die hen in de donkere nachten de weg zouden wijzen. Het was niets anders dan een houtvuur, dat brandend werd gehouden op een duintop of op een rotspunt. Erg ver was dat vuur niet te zien, maar voor de vissers was het genoeg om weer thuis te komen. Toen men het klaarspeelde grotere en betere schepen te bouwen, waarmee men verder de zee op durfde gaan, werd het probleem om bij nacht en ontij de haven weer te vinden of ge vaarlijke klippen te omzeilen, groter. De vuren moesten veel verder zicht baar worden. Op lange palen werden ijzeren vuurmanden geplaatst en er werden torentjes met platte daken ge bouwd, waarop met droge eiken tak ken grote vuren gestookt werden. Meer dan eens is het in die dagen gebeurd, dat piraten de vuren doofden en op een ander punt weer ontstaken, zodat de zeelieden schipbreuk leden en door de piraten beroofd werden. Dat daarna de vuren zorgvuldig be waakt en verdedigd werden kan men veilig aannemen. De grootste en beroemdste vuurtoren uit die dagen is omstreeks 250 jaar vóór Christus door Egyptenaren op het eilandje Pharos voor de kust van Alexandrië gebouwd. Het kompas was nog lang niet uitgevonden, dat gebeur de pas in de middeleeuwen en als wol ken de sterrenhemel hermetisch afslo- tene bleef er niets meer over om de koers te bepalen. De honderd meter hoge vuurtoren van Pharos droeg het reddende vuur en hij was niet voor niets een van de zeven wereldwonde ren; tot dat hij door een aardbeving werd verwoest. In de eeuwen die volg den werden echter zoveel vuurtorens gebouwd, dat de kusten van de be woonde wereld ermee bezaaid leken. Van het schijnsel, dat de houtvuren op het platte dak van de toren gaven tot de enorm sterke lichtflitsen die nu 's avonds over de zee zwaaien, ligt een lange weg van geduldig experi menteren en knap opgeloste wiskun dige vraagstukken. Er is maar één ding belangrijk voor een zeeman: hoe ver kun je dat licht nog zien? Houtvuren kun je niet zo erg ver zien; kolenvuren een beetje verder en toen er eenmaal behoorlijke olie lampen kwamen was dat een hele ver betering. De eerste vuurtoren, die olie lampen kreeg was die van Liverpool in 1763. De afstand, waarop een licht te zien is, hangt door de kromming van de aarde af van de hoogte waarop het schijnt. Voor een toren van 100 meter be tekent dit een zicht van 36 km, maar iedereen, die wel eens de Dom van Utrecht.beklommen heeft weet, dat h-j zelden Amsterdam kan zien liggen. Bij na altijd wordt het zicht belemmerd door nevel. Vooral op zee doen nevel en mist zich gelden als beperkende factoren en daarop moet men in vuurtorens lam pen gebruiken, die groot genoeg zijn om daar ver doorheen te schijnen. Dat was pas mogelijk toen het elektrische licht uitgevonden was. Nu, precies honderd jaar geleden, in 1862 brandde na vele proeven in de Engelse vuurtoren van South Foreland het elektrische booglicht. Niemand zal ooit weten hoeveel mensenlevens gered zijn door die buitengewoon sterke licht bron. Op zoveel plaatsen verschenen kust lichten, dat men dikwijls meerdere lichten tegelijk kon zien. Dat gaf na tuurlijk verwarring. Men wist niet meer met welk licht men te doen had; of het een waarschuwingslicht of een ver- kenningslicht was, of men het moest ontwijken of er op aan sturen. Er is toen iemand gekomen, die voor dit probleem een briljant idee had: je moet elk licht een eigen karakter ge ven zodat je het herkennen kunt en absoluut zeker weet waar het staat. Je moet net zoiets bedenken als Morse met zijn telegraaf: strepen en punten. Het idee was geboren; je moest het licht onderbreken, het laten flitsen: lang kort lang of in één van de vele variaties. Hopkinson, de uitvinder van het „ka rakter" van de vuurtorens, was één uit de lange rij geleerden die meehiel pen de zeeman beter de weg te wijzen naar de veilige haven. Door een ingenieus opstellen van de lenzen en deze te laten ronddraaien werden de flitsende lichten strepen en punten van licht. Vanuit de verte tuur je ernaar, maar wat weet je ervan, van zo'n vuurto ren? Hij staat daar vierkant en breed of rond en slank. Soms werd hij met levensgevaar gebouwd op een rots eilandje ver uit de kust, waar als het stormt de golven een waar tumult ma ken. Ergens anders staat hij rustig in de duinen met aan zijn voet eenzaam een paar huizen van de wachters. Je wil er wel eens wat meer van weten en op een avond, als de zon bezig is een prachtige ondergang te schilderen, loop je langs het strand door de duinen. Daar kijk je dan om hoog tegen een 52 meter hoge vierkan te stenen kolos. Daar bovenop is een achthoekige ver dieping met de ruimte voor de wach ters en in de top de lantaarn. Op de omloop heb je een magnifiek uitzicht met aan de ene kant de zee en aan de andere het eiland. Je probeert je te oriënteren, maar de vormen van het eiland, dat niet heel lang meer eiland zal zijn, vervloeien. Rood als een to maat zakt de zon achter een wolken bank. Dan gebeurt het. Het is allemaal heel nuchter en zakelijk. Gewoon een druk op de knop van de torenwachter en die machtige lamp brandt in zijn gla zen huis. Je hoort het zoemen van de motor, die het reusachtige lenzenstel in een traag tempo ronddraait. Het duurt niet lang of de nacht ligt over zee en aarde.. Als de omstandig heden gunstig zijn kan een zeeman ons licht 20 zeemijlen, dat is 37 km ver zien. Elke veertien seconden drie schitte ringen. Op de donkere zee beneden schijnen kleine lichtpuntjes van de boeien en baken langs de kust en plotseling ont dek je daartussen weer andere, die niet stilliggen maar langzaam wegdrij ven: vissersscheepjes. Ze werpen hun netten uit en varen op de lichten van boeien en bakens. Op bet duin van Toppershoedje staat een paal met een voortdurend knip perende lamp. Achter het duin, drie vierhonderd meter verder staat op een miniatuur Eifeltoren een lamp stil te schynen. Als de schipper straks beide lichten in eikaars verlengde ziet, weet hij dat zijn koers precies goed is om tussen de zandbanken van het Slijkgat, het zeegat van Goeree binnen te varen. In de stilte mijmer je verder met vijf miljoen kaars boven je. Nog is het niet genoeg, nog zijn de ingenieurs van de Technische Dienst van 's Rijks Kust- verlichting niet tevreden. Nog beter willen zij de schepen op hun tochten over de zee helpen. Elke tijd brengt zijn eigen nieuwe vindingen met zich en als zij er een van kunnen gebruiken is het een stap verder. Het nieuwe toverwoord is: ra dar. Waarom is men niet tevreden? Wel, een lamp van vijftien miljoen kaars is een mooi ding en hij wordt nog mooier door die prachtige optiek. Het verve lende is, dat by een klein beetje mist, die lamp al niet ver meer te zien is. Radar kent geen mist. Daar komt bij dat radar veel en veel verder waar te nemen is dan licht. Daarom denken de ingenieurs en technici al aan radar en werden er proeven genomen op de vuurtorens van Westkapelle. Dus zullen de veertien trouwe wach ters langs onze kust eerlang wel ver dwijnen denk je dan. „Nee", zegt ir. M. H. W. Moorrees, directeur van de Technische Dienst van 's Rijks Kustverlichting, „zolang er op schepen door mensen uitkijk ge houden wordt, zullen vuurtorens nood zakelijk blijven. Dat deze laatste daar om verdrongen zullen worden door ra derbakens is niet te verwachten. Wel kunnen radarbakens een extra hulp middel zijn bij de navigatie, vooral bij slecht zicht." (Advertentie) TOT DE GEHELE NEDERLANDSE BEVOLKING! door storting op giro 308 van de stichting „HULP AAN LANDGENOTEN IN INDONESIË" Burgem. de Monchyplein 6, Den Haag, kunt U „ONZE EIGEN MENSEN", reeds jaren in bittere armoede levende, de behulpzame hand reiken JUIST NU WORDT REIKHALZEND NAAR UW HULP UITGEZIEN! VERHOOGT UW KERSTVREUGDE DOOR ONS IN STAAT TE STELLEN VOOR KERSTMIS TE HELPEN Een gezellig hoekje bij de haard? Heerlijk, maar dan ook In eeri fauteuil waarvan u kan zeggen "die zit". WIJ laten er u hier één zien, echt een stoel om In te leven. Een prettige hoge rug en het losse schuim-* rubber kussen zorgen voor een voortreffelijke zit. Vele andere fauteuils In diverse uitvoeringen kunt u bij ons vrijblijvend komen bekijken. De DAF in Eindhoven is niet voor nemens op korte termyn met andere fabrieken samenwerking te zoeken. Evenmin ligt het in de bedoeling om voorlopig een nieuw type perso nenwagen in produktie te brengen. Dit heeft de directie van de Eind- hovense automobielbedrijven meege deeld. Er werd, naar aanleiding hiervan, nog opgemerkt dat de DAF thans in de voornaamste lan- den over vestigingen, dealers en service-stations beschikt, waardoor er voor het bedrijf op dit moment geen directe noodzaak bestaat om samenwerking te zoeken met andere automobielbedrijven. In West-Duitsland, aldus de direc tie, waar de DAF vanaf begin 1961 meer dan duizend vrachtwagens heeft verkocht en daarmee tot de grootste importeurs is gaan beho ren, heeft het bedrijf zijn program ma van bedrijfs- en transportwagens intussen aangepast aan de West- duitse wettelijke voorschriften en marktsituatie. In de bondsrepubliek heeft de DAF momenteel 350 dealers waarvan 50 voor vrachtwagens en 300 voor personenwagens. De concurrentie op de Westduitse personenwagenmarkt is fel, de ver laging van invoerrechten op perso nenauto's door minister Erhardt, (als reactie op de prijsverhoging van de Volkswagen) bracht de handel van de DAF in een moeilijke positie, de verlaging van invoerrechten geldt daar uitsluitend voor personenwa gens boven de 800 cc, de DAF ligt daar net onder. Het gevolg is dan ook dat de prijs van luxe auto's De truc, waarvan enige tijd geleden Nederlandse kassiers de dupe zijn ge worden, vindt thans in het buitenland toepassing. Bij de kassier van een bank in Le Havre verscheen donderdag een elegante blonde vrouw die een taal sprak die hij niet verstond. De vrouw zwaaide kittig wat bank biljetten onder de neus van de kassier, beduidend dat ze geld wilde wisselen. Toen de bezoekster niet duidelijk kon, of wilde, maken welke biljetten zij in ruil voor de hare wenste, stapte ze resoluut de kassiersruimte in, graaide, onder een vloed van woorden, in de geldla en wis selde" een biljet. Het vrouwtje verliet kirrend het kan toor, een groep bankbedienden achterla tend, die haar resoluut optreden verte derd bespraken tot de kassier ontdekte, dat zijn kas tijdens het charmante bezoek negenduizend nieuwe francs, ongeveer zevenduizend gulden armer was geh worden. Een scène uit de film: Straatge vechten tussen oprukkende Ameri kaanse para's en Duitsers in het Franse stadje Port-en-Bessin. In het dorpje Broglie in Normandië woonde Auguste Fresnel. In een heel eenvoudig werkplaatsje had hij aller lei proeven met licht gedaan. Hij werd professor aan de universiteit van Parijs maar op de een of andere manier viel hij in ongenade bij Napoleon en ver loor hij zijn benoeming. Hij was het die de fantastische uit vinding deed, om een heel bijzonder lenzenstel voor de lichtbron te plaat sen. Het licht van een lamp, dat naar alle kanten schijnt, werd door zijn lenzen en prima's gevangen en ver enigd tot een heel nauwe, maar krach tige lichtstraal, die het licht van de lamp als het ware vermenigvuldigde en ver de nacht in priemde. Weinig zeelieden hebben ooit de naam van Fresnel gehoord, maar met zijn beroemde lenzen, die later naar hem Fresnel-lenzen genoemd werden, had hij de zee voor hen weer een heel stukje veiliger gemaakt. „De eerste vierentwintig uur van de invasie zullen beslissend zijn. Voor de geallieerden zowel als voor Duitsland zal het DE LANGSTE DAG worden." Dat zou veldmaarschalk Erwin Rom mel gezegd hebben, toen hij in 1944 verdedigingsplannen ontwierp voor de verwachte geallieerde in vasie in Normandië. Darryl F. Zanuck heeft deze profetische woorden achttien jaar later tot ti tel genomen voor een filmher schepping van deze militaire stormloop op het continent. DE LANGSTE DAG is vanaf gisteren in ons land te zien. Zélfs in het zuiden van ons land zijn we de laatste jaren gewend geraakt aan groot opgezette filmprodukties, massa regie, schreeuwende kleuren enz. Dat zijn dan ook zaken geworden, die de re gelmatige filmbezoeker niet meer ver mogen te imponeren. Maar dat neemt niet weg, dat er af en toe tussen die met veel tam-tam aangekondigde reu zenwerken, wel één doorloopt, dat anders is dan alleen maar groot of alleen maar brutaal gekleurd. We denken, hierbij bv aan „The guns of Navarone". In dezelfde beperkte cata- gorie zouden we een plaats willen inrui men voor ,,De langste dag". Gemaakt met alle mankracht die en met alle geld, dat een in Hollywood huizend wereldconcern tegenwoordig op kan brengen, is deze film van producer regisseur Darryl Zanuck een gigantische verbeelding van een brok werkelijkheid geworderv die niet nalaat indruk te ma ken. En dan vooral het zU met nadruk toegegeven om de massale gevechts scènes en de vakkundige combinatie van de vele oorlogsframenten. Oorlogs- romantiek is een kwalijke zaak. Maar ook wie daar niét voor voelt kan ,,De langste dag" zien. Voor hem kan de film een bijna authentieke weergave zijn van de gebeurtenissen op die gedenk waardige zesde juni in 1944. De anderen kunnen desgewenst hun heroïsche ge voelens cultiveren en deelnemen aan de verbeten gevechten, die Amerikanen, Engelsen en Fransen hebben moeten leveren om letterlijk elke meter Franse bodem. Standpunten Maar ook al zoekt ,,De langste dag" zijn kracht voornamelijk ln de pure strijdtonelen; Zanuck heeft toch nog ge noeg elementen in zijn werk aangebracht om de menselijkheid een kans te geven. Door de ontwikkeling tot en met de geslaagde invasie vanuit wisselende, d.w.z. geallieerde èn Duitse, standpunten te volgen is hij er vrij goed in geslaagd een totaalbeeld samen te stellen. Dat beeld is weliswaar vooral in het begin van de film nogal vaag, maar het neemt toch allengs vastere vorm aan. Het berustende conservatisme van dc oudere Duitse generaals en hun ongeloof m het welslagen van de invasie wordt uitstekend belichaamd in een figuur als bv. veldmaarschalk Gerd von Rundstedt (Paul Hartmann). Een inzicht in de dreigende catastrofe mede bewerk stelligd door de traag reagerende op perste Duitse leiding manifesteert zich daarentegen duidelijk in de geprik kelde, intellectuele generaal-majoor Gunther Blumentritt (Curt Jurgens). En aan geallieerde zijde vertoont zich eenzelfde verschijnsel. Ook daar de slo pende spanning vóór de grote slag. de twijfel aan de goede afloop, de doffe berusting en de geforceerde vechtlust als de verwoestende molen eenmaal draait. Bekwaam Zo reconstrueert Darryl F. Zanuck de meest geruchtmakende landing uit de tweede wereldoorlog. Iedereen kan daar met de reserve opgelegd door eigen temperament en inzicht ruim twee en> 'n half uur naar gaan kijken. En hoezeer het deskundig herschapen oorlogsgeweld misschien de een nachtmerries zal be zorgen en de ander dagdromen, buiten elke persoonlijke interpretatie van het gebeuren i.e. de film, staat vast, dat ,,De langste dag" een produktie is, die onder leiding van een zeer competent man tot stand is gekomen Bekwaam, waar het gaat om schokkende effecten maar even bekwaam op het stuk van de menselijke toon. Zanuck heeft de honderden stukjes van de D-day-puzzel op een acceptabele manier in elkaar gepast. Hij werkt als het ware met een visueel woord en tegen- woord, zodanig dat de combinatie van berne en het in elkaar grijpen van alle deeltjes op de duur een goed totaalbeeld geven. Zanuck heeft zich voor de regie van de talrijke tegengestelde scènes ver zekerd van de medewerking van drie andere regisseurs. Maar hij heeft zelf kennelijk de touwtjes strak in handen ge houden. zodat het werk van zijn artis tieke onder-aannemers, uiteindelijk on merkbaar versmelt in het grote geheel. Hoewel die zaken moeilijk te voorspel len zijn, mogen we toch gerust aanne men, dat ,,De langste dag" heel wat prolongaties te wachten staan. We prij zen ons daarbij echter gelukkig, dat Darryl F. Zanuck met dit potentiële kasstuk de glorieuze maar tegelijk tries te werkelijkheid van D-day niet tot on derwerp heeft gemaakt van een holle filmparafrase. BERT VAN OOSTERHOUT met een iets zwaardere motor thans nabij die van de DAF ligt. Niette min werden er in de eerste helft van dit jaar nog 2500 Eindhovense wagens in West-Duitsland verkocht. In Frankrijk zijn, sinds het begin van de verkoop van personenwa gens, ruim 2000 stuks verkocht, ver wacht wordt dat dit aantal het vol gend jaar tweemaal zo groot zal zijn. De opbouw van het dealernet in Frankrijk is praktisch gereed. Op de salon de automobile in Parijs van 4 tot 14 oktober, zal voor het eerst het gehele vrachtwagenprogram van de Eindhovense automobielin dustrie geïntroduceerd worden. De nieuwe aanhangwagenfabriek in Eindhoven (de grootste in Eu ropa) met een oppervlakte van meer dan 8000 m2, is intussen in ge bruik genomen. Gedurende de eer ste zeven maanden van dit jaar werden 1763 vrachtwagens (boven de 4 ton) aan het Nederlandse wa genpark toegevoegd, dat is 250 meer dan tijdens de overeenkomstige pe riode van vorig jaar. Wat betreft de personenwagens onder de f 6000,- op de Nederlandse markt, ligt de situatie na de eerste zeven maanden van dit jaar aldus: In totaal 7212 toevoegingen van DAF (vorig jaar 8559) waarmee de DAF op de ranglijst als nummer 2 staat. Nummer een is de Volkswa gen met 13.090 toevoegingen. De Renault Dauphine komt op de 3e plaats met 5425 toevoegingen. (Advertentie) Lekker rustig! Als weekend rijder houd ik er van kalm te rijden. Maar op die drukke zondagswegen moet je ook snel kunnen optrekken. Daarom in mijn tank: BP Super Mix 25. Mijn motor zoemt van tevredenheid. En optrekken - als een lieve lust! Probeer zelf ook eens welke van de 5 soorten BP benzine precies bij uw motor past. U rijdt dan veel plezieriger en economischer.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1962 | | pagina 9