Het concilie - DE vergadering van de eeuw PARADE EN GENADE Vroom gepreve of vurige tongen? Jong leven in oud lichaam De werkwijze Verwachtingen Oecumene Dialoog De kern Halfproduct Recapitulatie Doorwerking De niet-katholieke waarnemers Om te huilen Leek en nicotine Mea culpa Geen Sissi-gedoe Leekji es Geen vonnis Voorhoede De vormen Verstaanbaar 15 DAGBLAD DE STEM VAN VRIJDAG 5 OKTOBER 1962 15 DE KERK IN RETRAITE (Van onze redacteur) Het concilie zal de best voorbereide vergadering in de geschiedenis zijn. Tevens zal het, en dat staat even onomstotelijk vast, DE vergadering van deze eeuw zijn. Het is wel duide lijk dat de vergadertechniek die zal worden gevolgd, alhoewel ten dele door heel andere principes bepaald dan bijvoorbeeld de vergaderingen van de UNO, evenzeer van een tot de verbeelding sprekende perfectie is. Het zou al heel eenvoudig zijn als de paus bijvoorbeeld bekend zou maken welke agenda de concilievaders te behandelen krijgen. Dan hadden wij met een vergadering te doen die op de voet kon worden gevolgd. De vaders zouden dan immers de agenda punt voor punt afwerken en op de hen voorgelegde voorstellen ja of nee kunnen antwoorden, waarmee de vergadering gedaan zou zijn. de centrale conciliecommissie, waarvan o.a. kardinaal Alfrink deel uitmaakt. Deze hoogst belangrijke centrale commissie telt 94 leden en is in zijn gehele gedaante voor de kerk evenzeer nieuw als universeel. Er zitten 23 le den van de Romeinse curie in tegen maar liefst 71 vooraanstaande geestelijken uit de gehele wereld, waaronder 5 uit de met Rome geünieerde kerken, 22 uit Amerika, 9 uit Af rika, 17 uit Europa. Dit is een klein concilie op zichzelf en de paus is dan ook voorzitter van deze centra le commissie. Kardinaal Alfrink zei zelfs, dat de bijeenkomsten van de centrale commissie voor de Kerk misschien nog belangrijker zijn geweest dan het concilie zelf, omdat men in kleiner getal met grote openheid en vrijheid kon spreken. Want geloof niet, dat kerkvaders die totaal verschillende volkeren en culturen vertegenwoordigen over alle godsdienstige pro blemen gelijk denken. Het is daarom van groot belang dat de centrale commissie de con cilie-kern als het ware ook na de algeme ne kerkvergadering blijft bestaan. Daar is alle kans op. Maar het betekent een reorga nisatie van het bestuursapparaat van de Kerk, die er daardoor onvermijdelijk minder „la- tijns" zal gaan uitzien dan thans het geval Maar zo zal het ondanks drie jaren van intensieve voorbereiding, niet gaan. Er is geen echte concilie-agenda. De paus heeft al leen een grote lijn aangegeven, die hij graag gevolgd zou zien, maar de bisschoppen zijn vrij die al of niet te volgen. Dit lijkt een slor dige toestand, maar men moet de achter grond kennen. Het concilie is geen praatver gadering, waarbij stemmingsuitslagen de af loop moeten bepalen. Het concilie is veel eer een „gebeuren" een viering, zoals de bisschoppen het in hun herderlijke brief van vorige week zondag zeggen, waarin de H. Geest vrijelijk moet kunnen werken, doch waarin ook de inventie (hetgeen iets anders is dan interventie) van de menselijke geest zijn kansen moet hebben. Dit zou men het grote, vrije terrein van de inspiratie kunnen noemen. De vergadertech- niet is echter een voorbeeld van strakke dis cipline. Zoals bekend is hebben elf commissies die ieder een sector van het kerkelijk le ven voor hun rekening hebben genomen, de schema's voor de grote kerkvergadering opge. steld. Deze commissies bestonden uit de knap ste koppen waarover de Kerk beschikken kan, maar er zaten geen leken in. Doet „de leek" daarom niet mee? Klinkt zijn stem niet door? Wis en waarachtig wel. De elf voorberei dingscommissies hebben hun materiaal name lijk ontvangen van de commissie van voorbe reiding, die op haar beurt de meningen, wen sen van de wereldkerk in ontvangst had ge nomen. De wereldkerk van priesters en le ken. De elf voorbereidingscommissies hebben, ie der op hun eigen gespecialiseerde terrein, de suggesties van de wereldkerk op hun waarde getoetst en deze geformuleerd in uitvoerige rapporten, de schema's. Er moest natuurlijk een instantie zijn waarbij al deze schema's samen konden komen en logisch met elkaar konden worden vergeleken. Deze instantie is De centrale commissie nu, is het na een aantal zittingen, eens geworden over de sche ma's die aan het concilie zullen worden voor gelegd. Daarmee zijn de schema's nog niet „concilierijp", om het zo eens te zeggen. Men werpt ze niet zomaar de 2500 concilievaders toe. Zij zijn, wat men in de industrie noemt, een „halfprodukt". Voor de voltallige ver gadering van 2500 bisschoppen deze stukken te behandelen krijgt, gaan zij eerst nog door een specialisten machinerie van nieuwe com missies, delegaties van het concilie-appa raat als zodanig die deels nog moeten wor den ingesteld. Het is aan deze commissies om het „halfpro dukt" vergaderingsrijp te maken. Dit wil zeg gen dat zij proberen ontwerpbeslissingen (of ficieel heten ze: constituties of decreten) op te stellen. De aldus van alle kanten bekeken, bijgeslepen en aangepaste voorstellen worden in een zo helder mogelijke formulering, die doorgaans duizenden woorden nodig heeft aan de con cilievaders voorgelegd. Deze werken dan punt voor punt de constituties door, discussieren erover en sluiten één en ander af met een puntsgewijze stemming. De zittingen waarop dit gebeurt noemt men plenaire ofwel: voltallige zittingen. Wat daar aan voorafgaat wordt „commissievergadering" genoemd. Een aangenomen constitutie moet uiteraard plechtig worden bekrachtigd en dat gebeurt in de zogenaamde plechtige slotzit tingen. Op die momenten richt de Kerk zich officieel tot de wereld. De paus spreekt dan uit wat de Kerk en hij samen willen dat ge zegd wordt. De paus spreekt dan ex-cathedra vanaf Petru's stoel en betreft het zaken betreffende geloof of zeden, zoals bij de afkon diging van dogma's het geval is dan hebben wij met een onfeilbare uitspraak te doen. Om de lezer het spoor niet bijster te laten worden, recapituleren wij even de werkwijze. Een kijkje op één van de zes galerijen, die langs het mid denschip van de St. Pieter zijn geplaatst Op de zetels nemen de concilievaders plaats. De delega ties en waarnemers van niet-katholie- ke kerken zullen op de galerij zitten. 1. De voorbereidingscommissie heeft de be voegde denkers van de wereldkerk gevraagd hun inzichten en wensen omtrent hetgeen de Kerk in deze tijd moet zeggen en doen, ken baar te maken. 2. De wagonladingen vol antvtóordén op deze vragen zijn gerangschikt naar onderwerp doorgegeven aan de elf speciale conciliecom missies, die ze hebben verwerkt tot schema's. 3. Alle schema's werden ingediend bij de cen trale conciliecommissie. 4. De centrale commissie heeft de schema's geordend en er die uitgekozen welke tijdens het concilie besproken moeten worden. Dit zijn de meest urgente of belangrijke schema's. 5. De centrale commissie geeft de schema's over aan de gespecialiseerde conciliecommis sies, die ze formuleren tot ontwerpbeslissingen of „constituties". 6. In plenaire (voltallige) zittingen worden de constituties aan de concilievaders voorge legd, die erover discussieren en stemmen. Dit zijn werkvergaderingen, waarbij de concilie vaders hun „voor" (placet), „tegen" (non pla cet) of „voorbehoud" (placet juxta modum) kunnen laten horen. Degeen die voorbehoud maakt moet zijn standpunt toelichten. Verder is de stemming natuurlijk geheim. Spoedeisen de nieuwe schema's kunnen op deze zittingen worden ingediend. De plenaire zittingen wor den gepresideerd door een college van kar dinalen, waaronder mgr. Alfrink. Is een meerderheid tegen een bepaalde con stitutie, dan kan deze tijdens de zitting een nieuwe redactie krijgen, maar gaat 't om gro- Is daarmee het concilie dan afgelopen? Stelr lig niet, ook al zijn we intussen dan al een jaar verder. De beslissingen moeten dan name lijk op praktisch terrein uitgewerkt worden. Gesteld dat het concilie een ruimere interpre tatie geeft aan het vraagstuk van de gemeng de huwelijken. Dat betekent dan, dat het ker kelijk recht zal moeten worden aangepast en dit vergt weer een langdurige studie, die ten slotte concrete richtlijnen voor de wereldkerk zal opleveren. Uniek voor de Kerk is de aanwezigheid van niet-katholieke waarnemers. Er zullen er tus sen de 30 en 40 aanwezig zijn. Zij worden in de pleniaire zittingen toegelaten, doch de voor zitter van deze bijeenkomst kan in bepaalde gevallen toelating weigeren. In elk geval zijn ook waarnemers gebonden aan een zwijgplicht. Op de pdechtige slotzittingen zijn de waar nemers steeds welkom. Dat zij het woord zou den voeren is ongebruikelijk en dat gebeurt dan ook niet. Het concilie het geheel van be raadslagingen dus kan desgewenst onder broken worden. Er is een heel dik boek te schrijven over alles wat de concilievaders moeten weten om zich in stijl te kunnen bewegen. Wat wij hierbo ven hebben weergegeven zijn dan ook alleen de hoofdlijnen. Langs de strakke lijnen van dit vergaderpa troon moet zich nieuw leven in de Kerk gaan openbaren, zoals klimrozen langs een op zich zelf niet sierlijk staketsel naar omhoog krui pen. Een Amerikaans journalist kondigde dezer dagen vanuit Rome aan: „Op 11 oktober, de openingsdag van het con cilie, zal de wereld de meest fantastische processie in de geschiedenis van de ka tholieke kerk aanschouwen". Men^hoort hier de opwindende toon van de getrainde reporter doorklinken. Duizenden geestelijke hoogwaardigheidsbekleders, gekleed in hun prachtigste ambtsgewaden, zullen zich in processie naar de basiliek van St. Pieter bege ven en dat dit een lust voor het oog zal zijn behoeft niemand te betwijfelen. U kunt het via de TV volgen. Maar het is natuurlijk niet het concilie dat ge te zien krijgt. Het gaat niet om een parade, maar om de genade. Toch weerspiegelt de kerkelijke luister iets van de wereldhistorische betekenis van het concilie zelf. De plechtighe den beginnen op 11 oktober tegen 10 uur 's morgens wanneer de paus de Sixtijnse kapel betreedt. Daar klinkt dan het „Veni Creator Spiritus", gezongen door alle concilievaders. Dan volgt de processie naar de basiliek van de St. Pieter via de zuilengalerij. Het Sint Pietersplein zal bestemd zijn voor de toe schouwers, honderdduizenden in getal. Vooraf gegaan door de concilievaders en vele functio narissen wordt de paus in de draagstoel naar de troon in de absis van 's werelds grootste kerk gebracht. Eén der kardinalen, vermoedelijk Eugène kardinaal Tisserant, zal aan het pauselijk al taar een pontificale H. Mis opdragen. Na afloop van de H. Mis begeven de concilievaders zich naar de basiliek van St. Pieter, terwijl de Paus op de daar opgestelde troon plaatsneemt, 'net in zijn directe nabijheid het reusachtige beeld dat de H. Petrus voorstelt en dat voor deze gelegenheid in kostbare gewaden is ge stoken. Na het zingen van het „Veni Creator" en voorlezing van de pauselijke bul waarin het concilie officieel wordt aangekondigd, verklaart de paus het concilie voor geopend. De 32 niet-katholieke waarnemers bij het concilie vertegenwoordi gen 14 niet-katholieke christelijke kerken en teel: de Anglicaanse kerk de Lutherse wereldbondde Presbyteriaanse ivereldbondde Duitse evangelische kerkde wereldvereniging van de kerken van Christus, de Quakers' de wereldraad van congregalionalisten, de wereldraad van methodisten, de wereldraad van Kerken, de oud-katholieke kerk, de Koptische kerk van Egypte; de Syrisch Jacobische kerk; de orthodoxe kerk van Ethiopië en de Armeens orthodoxe kerk. De Grieks-orthodoxe kerk zal geen waarne mers zenden naar men vreest. Tesamen vertegenwoordigen de waarne mers zo'n 180 miljoen Christenen. Wat ver wachten zij van het concilie? Het is bekend dat in de gehele wereld, ook en speciaal in de kerken van de reformatie, voor het welslagen van het concilie wordt ge beden. De formulering zegt al veel over de wens die men koestert. Dat het concilie in de stormachtige ontwikkeling van deze tijd niet tot een binnenkerkelijke aangelegenheid be perkt zal blijven en dat het vraagstuk van de verhouding tot de andere kerken niet uit dè weg zal gaan. Vermoedelijk zal dit laatste ook niet gebeu ren, maar het is slechts de vraag hoever het concilie kan en mag gaan op de weg naar de oecumene. De reformatie verwacht op zijn minst dat de grote geloofspunten die na de scheiding werden afgekondigd, de Maria-dog- ma's en het dogma der pauselijke onfeilbaar heid, op een voor de reformatie aanvaardbare manier worden geïnterpreteerd. Maar voor het zover is, zal het concilie zich moeten bezinnen op de vraag wat men theologisch onder „oe cumene" moet verstaan. tenen de hunkering naar een superkerk? Ie het een federatie van kerken, die alle Christus als Verlosser beladen, waarvan ech ter geen enkele kan voorgeven de ene ware schaapsstal te zijn, maar slechts een deel er van? Of bedoelde Christus de vreedzame co ëxistentie? Dit is geen gering probleem en dit is nog maar een fractie van het totale vraagstuk. Gelukkig is er een vrij brede zone waarin Rome en de wereldraad elkaar tegemoet kunnen komen en die de uitwisseling van waarnemers (katho lieke bij de wereldraad-assemblee in New Delhi en reformatorische, straks in Rome) mogelijk heeft gemaakt. Punt 1 is, dat de wereldraad ernstig poogt een nieuwe uitdrukking te geven aan zijn streven naar eenheid. Boven dien is gesteld dat de leden van de wereldraad hun eigen pretenties niet hoeven op te geven, noch dat zij verplicht zijn alle leden als vol waardige kerken te beschouwen. Punt 2, van katholieke zijde, is de plechtige instructie van het H Officie, dat de oecumeni sche beweging zonder twijfel het werk is van de H. Geest. Deze woorden zijn zwaar van betekenis. Wel ke perspectieven zij verder nog mogen ope nen de dialoog is er thans door mogelijk ge worden. Anders staat het met de Russische orthodoxie. Hun ,,Wij kunnen niet!" klinkt Is de door Christus gewilde eenheid der Chris- smartelijk,' want zij zijn onze oudste'broeders Mgr. F did (rechts), secretaris-generaal van de conciliewerkzaamheden in overleg met zijn collega mgr. Lupi. lid 'van de cen trale conciliecommissie. in de Heer. Toch is ook hier de horizon niet duister, want de orthodoxie is vorig jaar toe getreden tot de wereldraad van kerken en heeft daar deel aan het oecumenisch gesprek waarin reeds de stem van de westerse katho lieke wereld hoorbaar begint te worden. Het electronisch brein, dat o.a. bij de stemmingen in iverking sal zijn trekt uiteraard sterk de aandacht van Vaticaanse functionarissen. te verschillen van inzicht dan kunnen de con- stituties worden terugverwezen naar de onder punt 5 genoemde werkcommissies. Tijdens de plenaire zittingen staan 195 vaktheo logen ter beschikking van de concilievaders. De concilievaders hebben ook hun eigen brain- trust bij zich, maar dezen mogen de zittingen niet bijwonen. De vaktheologen die wel in de vergaderingen aanwezig zijn, hebben geen deel aan de beraadslagingen. Zij mogen alleen spreken als de voorzitter hen (op verzoek van één der concilievaders of uit zichzelf) het woord geeft. 7, Als een schema de lange weg heeft afgelegd, belandt het uiteindelijk in de voltallige, plech tige slotzitting die in elk geval openbaar zal zijn. Hier stemmen de concilievaders voor het laatst hoofdelijk over de voorstellen, die daar na als beslissingen van het concilie door de paus officieel worden afgekondigd. Vorig jaar heeft de pastoor van een ar beidersparochie in Bre men een gewaagd expe riment ondernomen. Men leefde toen volop in de voorbereidingstijd voor het concilie en de ze pastoor vond het nuttig om in zyn kerk portaal een ideeënbus neer te zetten. De gelo vigen mochten er (ano niem als zij dat op prijs stelden) hun wensen aangaande het concilie in stoppen. Na een maand werd de bus ge ledigd. De oogst was bijzonder schraal. En waren enkele briefjes in van trouwe zielen die devoot schreven: ,Dat de H. Geest' met 't concilie moge wezen" zonder twijfel een goede intentie. Dan waren er bij zonder militante ideetjes, zoals dit: ,,Dat Rome de banvloek uitspreekt over de atoombom en allen die re- aan werken". Een derde groep hield het meer bij 't kerkelijke en schreef: „De H. Mis in de landstaal en de koorzangers rond het al taar, gekleed in superplie" In dezelfde groep waren de genen die het onmogelijke verkozen boven het onbe langrijke en die vroegen om afschaffing van het vage vuur, ontheffing van de ver. plichting tot zondags-misho- ren en veel vrijere kerke lijke richtlijnen inzake de geboortebeperking. Nu zou menigeen de oogst van deze ideeënbus hebben kunnen gebruiken voor een heerlijke, ironische zondags- preek. Men zou zeggen: als die pastoor het hele vracht je eens had opgestuurd naar Rome, wat zouden die plech tige monsignori dan een lollige uurtjes hebben ge had. Echt een leuke afwis seling na al die zware theo logische, dogmatische apo logetische, exegetische en kerkhistorische discussies. Monsignori mogen ook wel eens lachen. De vraag- is of zij wel ge lachen zouden hebben.- Want iet eigenlijk om te huilen. Dat vond de' pastoor' van die arbeidersparóchie ook Ten overstaan van zijn parochianen zei hij: „Ik be lijd mijn schuld en ik vraag God vergiffenis, dat ik er na zoveel jaren van zielzorg niet in ben geslaagd, de Kerk zo dicht bij u allen te brengen, dat u tenminste weet wat u van Haar mag vragen als zij u tot spreken noodt". Moeten wij gelovigen dat onszelf verwijten? Ten dele ja De Kerk, het feit dat de kerk er is, betekent toch niets minder dan 'n on gelofelijk groot avontuur dat God met de mensen is aan gevangen. Cristus' komst op aarde is wezenlijk sensatio neler dan de aankomst van de eerste mens op de maan. In de Kerk (het mystieke lichaam) zijn betekent: ver keren met schepper, ver losser en voltooier. Dat is niet gering. Men kan dit besef als mens nauwelijks dragen en mis schien lopen wij er daarom met een boogje omheen. Doch aan de andere kant: zyn er geen eeuwen voorbij gegaan waarin de priester de geestelijke aristocraat was die zijn priesterschap meer op de gelovigen pro jecteerde, dan te verwach ten dat deze gelovigen op hun beurt in hun totaliteit de klankbodem vormen van Gods onnaspeurlijke geest? Het woord „leek" heeft lange tijd dezelfde ge voelswaarde gehad als „on gewijd en ondeskundig". De laatste tijd is het ondeskun dige er een beetje afgeraakt en iedereen praat nu over plaats en taak van de leek in de Kerk alsof het gaat over het probleem van nico tine in sigaretten. Op de onverhoedse snelheid waarmee de definitie van „leek" is veranderd was de niet wetenschappelijk ge schoolde leek helaas zelf niet voorbereid, zoals uit het Bremense voorbeeld blijkt. Het zou van hypoersie 'ge tuigen als de niet-leken in de Kerk dit als verwijt zou den hanteren. Het zou de leek twintig eeuwen Kerk- ontwikkeling in een stoom cursus van luttele jaren moeten bijbenen? Hoe wil men de stoutmoedige theo logische denkbeelden waar mee de katholieke godge leerden van onze tijd (om van die der reformatie en de orthodoxie maar niet eens te spreken) werken tot ge meengoed van de gelovigen maken? Zij zouden er een trauma van overhouden En toch moeten wij (de leken) enigermate toegang hebben tot de hoofdstromen in de Kerk willen wij begrijpen waarom wij voor het conci lie moeten bidden. De grote problemen waarmee de Kerk worstelt moeten be grepen worden, want uit dit begrip blijkt alleen de har de noodzaak van meeleven met de Kerk en meebidden met de priesters. Ons gebed moet toch niet zijn als het innemen van een pil van on bekende samenstelling te gen een nog onbekende kwaal. fferkelijke leiders durven thans, zoals de Bre mense pastoor, het „me'a culpa" te zeggen. De her ders verontschuldigen zich tegenover de kudde dat zij al te vaak en al te lang verzuimd hebben haar te leren kaartlezen, zodat zij zelf die weiden opzoekt; nog sterker dat haar intuïtie in vele gevallen de herder van nut wordt. Is het dan vreemd dat de opwekkingen om met het concilie mee te leven soms geforceerd aandoen? Wekt al het geschrijf en al het gepraat rondom het conci lie niet vaak de indruk dat wij met vrome humbug te maken hebben? De bevoegde sprekers snij den zichzelf trouwens al bij voorbaat de pas af in hun taak om het concilie „onder de mensente bren gen, door tot vervelens toe uiteen te zetten wat men NIET van het concilie mag verwachten.Alsof wij met overspannen verwachtin gen rondliepen! We weten van niets! Wat moeten wij dan met het concilie aan vangen^ Voor de pers, zelfs voor de katholieke, lijkt 't een vergadering te zullen worden die, wat publiciteit betreft allerminst verkoop baar is# Vroom, indrukwek kend, plechtig dat alle maal wel. Maar wij willen harde feiten en geen religi euze „Sissi"-film. Welnu feiten dan! Eén daarvan, en tevens het eerste, is dat de Kerk wel IN deze we reld staat maar niet VAN de wereld is- Fundamenteel leeft zif in onmin met tal van maatschappelijke stel sels. Als ontzichtbaar rijk van gelovigen, van zielen, is zij in een wereldomvattende en nu al eeuwen durende worsteling betrokken, een worsteling met Satan. Zij is voortdurend belaagd. In het rijk van de geest woeden veldslagen waarvan de be tekenis slechts ver boven 't aardse uitgaat. Wat er in de onzichtbare wereld ge beurt is er slechts de expo nent van. Een atoomdrei ging bijvoorbeeld. Er moest heel veel kwaad geschieden eer de tijd onze eigen be- perktë tijd de construc tie van de atoombom mo gelijk en noodzakelijk maak te! Exponent van wat zich op het onzichtbare slagveld heeft afgespeeld! Wie de Evangeliën leest komt geen saaie preken tegen. Het christendom bruist en schuimt erin als vurige wijn en telkens weer ontmoeten wij, soms op on naspeurlijke wijze, de be wijzen van het grandioze, het dramatische dat om ons „leekjes" gaande is. In de Kerk nu baant enerzijds 't goddelijke, anderzijds het menselijke zich een weg naar de voleinding toe. En die voleinding der tijden is geen Hitchcock-film die even boeit, maar weer snel vergeten wordt. „De mach ten der hemelen zullen wan kelen", staat er. Christus zegt het zelf. De grote na tuurrampen zijn daarbij vergeleken onschuldige inci denten. Dat is er gaande om onze vrome lekenzieltjes. Het le ven van de Kerk is op zich zelf genomen een grandi oos iets. Dit rijk van de geest, dit goddelijk werk stuk, toevertrouwd aan men senhanden en omwille van mensen is een waanzinnig riskant avontuur van God met ons. Deze Kerk houdt nu een concilie. Voor het eerst een concilie waarin de paus, als opvolger van Pe trus, de stem van hèèl de Kerk heeft willen horen, niet omdat hij er dan een afdoend antwoord op kan geven, maar opdat hij van en vóór de Kerk spreekbuis kan zijn. genover de orthodoxie en tegenover de reformatie verduidelijken. "\7roeger waren wij één in belijden. Sedert de scheiding is ieder zijns weegs gegaan, en heeft men zich niet al te zeer om el kaar bekommerd. Nu pas zien wij hoe breed de kloof geworden is en het peilen van die breedte en het pogen om er een brug overheen te slaan noemt men oecume nische arbeid. Wat de Kerk op het concilie derhalve óók gaat doen, is he opnieuw, zo klaar moge lijk formuleren van grote geloofspunten van na de scheiding niet omdat de katholieken die punten niet zouden begrijpen, maar om de orthodoxie (ontstaan bij het grote oost-west-schisma, dat de eerste breuk in de Kerk betekende) en de Re formatie duidelijk te maken dat een dogma geen vonnis is, maar een stuk belijdenis dat zich baseert op ons al ler gemeenschappelijk uit gangspunt: de H. Schrift. Wie gelooft dat over een jaar alle kerken van de re formatie rouwmoedig aan de poort van het Vaticaan ver schijnen en om toelating vragen vergist zich deerlijk. Het concilie zet die Vati caanse poorten echter wel open in deze zin, dat het nieuwe gezichtspunten on der de aandacht van de af gescheiden broeders wil brengen. Maar het is geen verbroe deringsfeest. Dat kan het nog niet zijn. De Re formatie heeft waarnemers gestuurd knappe theolo gen, die de voorhoede van de wereldraad van kerken vormen. Uit de r.-k. Kerk maakt zich ook zo'n voor hoede los. Haar vertegen woordigers zaten bijvoor beeld in de vergaderingen van de wereldraad in New Delhi. De orthodoxe voor hoede zal waarschijnlijk thuisblijven, al is overleg hieromtrent nog gaande. De kerk van Rome, die Moederkerk heet en wil zyn, tegenover de christelyke medebroeders te verklaren is misschien wel het belang rijkste concrete werk waar voor de concilievaders staan. En het is bovendien wetenschappelijke, theologi. sche arbeid waarvoor de beste godgeleerden waaro ver wy beschikken, staan aangetreden. Het volgende grote aspect van het concilie is de verwoording van datgene wat de wereld moet horen in deze tijd, die zo snel veranderd is en waarin ze delijke maatstaven als pla ten in een jukebox worden verwisseld. De Kerk is ook lerares en zelfs bovenal le rares en zij heeft als zoda nig de wereld toe te spre ken. In verstaanbare taal. Zij zal daardoor aan een aanpassing en veelal: ver andering van vormen niet kunnen ontkomen. Vormen zijn niet heilig. Zij hebben zich door de loop der eeuwen steeds gewij zigd, soms ook zijn zij ver stard in een bepaald pa troon. Maar de lange be- staansduur van dat patroon maakt er nog geen heilig patroon van. Omdat de Kerk IN de wereld staat, moet zij in haar vormentaal de wereld kunnen aanspre ken. Dit is de normale mo dernisering. Snelwegers mo gen een eerbiedwaardige ou de zaak ontluisteren, zij ma ken het mogelijk de klant naar zijn wensen, snel en correct, te bedienen. De paus wil deze ver nieuwing concreet. Men giet geen nieuwe wijn in oude zakken. De nieuwe wijn van de zich naar de wereld openstellende Kerk naar wij moeten bidden: een schuimende, ziedende wijn, behoeft ook nieuwe zakken. Want oude zakken scheuren onder het geweld van de jonge wijn. Want de Kerk heeft de wereld iets te zeggen. Zij moet de wereld manen en terechtwijzen, want zij heeft betere papieren dan welke politici ter wereld ook. Zij weet waar het heen gaat. Het gaat er alleen maar om, dat de Kerk verstaan baar spreekt. Zij is niet de enige in de wereld die pretendeert het gelijk aan haar kant te hebben. Daar is in de eerste plaats het verdeelde Christendom. Dit spreekt namens één Messi as met verschillende mon den wereld toe. Daar is ook het verdeelde katholicis me; Rooms-katholiek en Grieks-orthodox om de twee voornaamste te noemen. Als Rome, de reformatie en de orthodoxie de wereld één Christendom konden la ten zien en met één stem konden spreken dan zou de wereld ademloos „de open baring van de kinderen Gods" aanschouwen. Rome, zegt men, zou toch toe kun nen treden tot de wereld raad van kerken en zo, in fe deratief verband, de een heid in schijn kunnen hel pen verwerkelijken? Dit is echter onmogelijk. De Kerk beroept zich op haar Stich ter om zichzelf als enige waarachtige Kerk te legiti meren. Wat zij echter wel kan doen, dat is zichzelf te- Tjeze hoofdgedachten lopen als een rode draad door het concilie heen. Soms zal men moeite hebben die hoofdgedachten te vinden, want zij zullen zich verwer kelijken in tal van schijn baar onbelangrijke bijzaken. Die bijzaken zijn stellig niet interessant, tenzij men hun betekenis kan zien tegen de achtergrond van de hoofd stroom. Wij bidden dan ook niet voor eikenhouten kerkbanken of voor kapelletjes met auto matische lichteffecten die de devotie zozeer kunnen be vorderen. Wij bidden ook met voor de landstaal in de liturgie. Onze gebedsinten tie, gevoed door een be grijpende aandacht, moet voortdurend zijn bij die ro de draad door het concilie heen. Die rode draad, waar van wij zeggen dat zij door mensen is geweven, maar waarvan wij even stellig we ten dat zij door Gods han den loopt. Wij bidden dat de concilievaders dit besef niet zullen laten verdringen door de gerechtvaardigde ge- dachte, dat zij het zijn die Gods volk leiden. Zij stellen zich voor Gods oog. Enorme verantwoor delijkheid! Het gebed voor het concilie en de concilie vaders is waarlijk de krachtsinspanning van alle katholieken in de wereld waard.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1962 | | pagina 9