Bot
EXPOSI
NET
m
sit
FERDYDURKE nu ook
in Nederlandse vertaling
De Keuken: ontredderd jong
mens kan niet meer dromen
F
C
II
F1
c
II
c I
i ?i
^*823
KUNST
Scapino-ballet heeft
druk winterprogram
Hendrik
Andriessen
jaar
PIËTA
[terug,
luxe.
maar:
en
mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen
Brabanders tonen hun kunst in Antwerpen
mm
Michel Angelo 'Js
nao
Imerika
Uit de
v:
W> w&m r
r f t
I JS m tiÊf 'm
Wg fg
Smm i(f ij
v^."\
WÊ'$Sm
«y'tg'W
f.
W «IS?
In Argentinië
Li LlL'ÜHïilll
Vele motieven
Niet gemakkelijk
i!!l!!!Eiff!!l)ll!!!iii!li^
!!iiil!E!!!il!!!iiiii!i!!!lil!EEii[i!!!!
ARNOLD WESKER:
De wereld is voor
mij een keuken
Ilil!liljiliiliii!liilli!liii!i!ii!!il!iilliilfl|||
13
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 15 SEPTEMBER 1962
13
mr
lijk. Hij weet teveel en
al onze plannen in de
sturen. Gij stelt u dus
?kt op bij de uitgang van
rot en degene, die naar
n komt, schiet ge zonder
den neer. Slechts dan kan
ijn plannen volvoeren en
zal ook weldra het ogen-
gekomen zijn. waarop ik
jr uw trouw en toewijding
belonen."
v v
N F?.».*
r
>/V
WWI'-
tSf
«ft***
wAta.T?tat
CTa s
- W*
- '..'kim -m
-yt- v^
mm{
itx'
if".
jQE TENTOONSTELLING van hedendaagse beeldende
kunst uit Noord-Brabant, die in het kader van de
Noord-Brabant-week te Antwerpen wordt gehouden, heeft
een wonderlijke satelliet gekregen. En wel in de vorm van
een protesttentoonstek ing van twee Tilburgse kunstschil
ders, Joop Sicking en Hans van Zummeren, die niet voor
het eerst in verzet gingen tegen de Brabantse stichting voor
Kunst en Edelambacht, welke de Antwerpse tentoonstelling
heeft georganiseerd. Het protestexpositietje in Kunstka
mer Binon is dus wel echt een satelliet van de grote exposi
tie in het huis Osterriethimmers ze koos als het ware lig
plaats op het ontmoetingspunt van aantrekkingskracht en
centrifugaal kracht. Het protest zelf maakte het nodig in
de buurt van de officiële expositie te zijn.
De twee Tilburgse kunstenaars protesteerden ook per pamflet,
omrand met het aftelrijmpje „Ine miene mutte, tien pond grutte".
Daarin wordt onder meer de Stichting voor Kunst en Edelambacht
verweten uitsluitend de eigen leden op de officiële tentoonstelling
aan het woord te laten en tezelfdertijd de expositie aan te kondigen
als representatief voor de beeldende kunst in Noordbrabant.
Deze gegevens dwingen wel tot een oordeel omtrent de tentoonstel
ling in zijn totaalopzet. Een dergelijk oordeel is trouwens belangrijker
dan het opnieuw recenseren van de geëxposeerde werken afzonderlijk
waarvan al heel wat ook in andere verbanden tentoongesteld is ge
weest.
door de tentoonstellingscommissie ken
nelijk gewerkt vanuit het besef, dat min
of meer gerijpt werk, dat getuigt van
een bereikt gevoel voor vorm en kleur
representatief moet worden geacht voor
het peil van de kunstontwikkeling in
Noord Brabant. En wie de tentoonstel
ling met open aandacht beziet zal de
juistheid van dat standpunt wel moeten
erkennen.
We ontmoeten hier bijna steeds resul
taten van gestaltegeving en geen kunst,
die eigenlijk nog maar in wording is.
Gedecideerdheid gaat zeer goed samen
met zuivere en gevoelige expressie, dat
blijkt maar al te duidelijk op deze ver.
heugende expositie. Wat een waarde
volle bijdragen van figuren als Gerard
Princée en Ru van Rossum om maar
enkele kunstenaars van het vak te noe
men met een hoge graad van gevoelig
heid, hoeveel beheerst plastisch werk
van grotere en kleine schaal o.m. van
Hein Koreman, Theo Reusing, N. Steen
bergen en Jacques Kreykamp. Er is
grafiek van uitstekende kwaliteit en
er zijn doeken met een sterke allure.
Wat ons misschien het meest deugd
deed was de aanwezigheid van foto
panelen, waaruit zinvol werk van Eg-
bert Dekkers, Marius de Leeuw en Al-
bert Troost als monumentalisten althans
enigzins kenbaar wordt. Ook hierin
demonstreert zich wel bijzonder de ei
gen trek die nog in het werk van de
meeste Brabantse kunstenaars te vin
den valt.
Een nobel temperament, dat althans
zijn aanknopingspunten in de zichtbare
werkelijkheid om ons heen voelbaar
heeft. Er is nog iets als een sonore klank
die vooral in het monumentale werk zo
zinrijk aandoet tegen over wat elders
in Nederland vaak voor monumentalis
ten wordt gebrouwen uit een decoratief
ambachtelijk spel met het materiaal,
in een sfeer van ongeinteresseerde en
bloedloze beoefening van kunstnijver
heid. Als we daaraan denken vinden we
eigenlijk, dat deze tentoonstelling als
manifestatie van Brabantse kunst waar
devoller zou zijn in noordelijker regio
nen dan Antwerpen. Valt er werkelijk
in West-Nederland niet een tentoonstel
lingsruimte te vinden, waar deze expo
sitie onverkort en liefst wat ruimer valt
op te stellen dan in het sympathieke
Osterrieth-huis van Antwerpen? Het zou
niet de eerste keer zijn, dat een expo
sitie van beneden de Moerdijk daarbo
ven een onthaal vond, dat in warmte
met die van het tentoongestelde over
een kwam.
Mr. A. .J .J VAN ROOY,
TTet is eigenlijk jammer, dat in het
AL,Ten Geleide" van de catalogus geen
nadere motivering voor de uitsluiting
van niet-leden der Stichting voor Beel
dende kunst en Edelambacht werd aan
gegeven dan de noodzaak tot beper
king. De vraag blijft daardoor echter
volkomen open of de tentoonstelling zo
als die feitelijk is samengesteld repre
sentatief voor de beelden kunsten voor
Noord Brabant mag worden genoemd.
en daardoor aan zijn bedoeling beant
woordt. Nu is het met dat woord repre
sentatief een moeilijke zaak als het om
kunst gaat. Bedoeld wordt dan meestal
representatief voor richtingen en het
peil van de kunstbeoefening. En het
moet ons van het hart, dat wij vooral
wat dat laatste betref bepaald nie on
tevreden mogen zijn over de manier
waarop Noord Brabant hier uit de hoek
komt. Zoals het ten geleide in de ca
talogus zegt is de tentoonstelling opge
bouwd rondom de kern van een viertal
bekende schilders n.l. Kees Bol, Jan van
Eyk. Jan Gregoor en Nico Molenkamp.
Daaromheen zijn in een kleinere verte
genwoordiging schilderijen,, tekeningen
en grafisch werk van een groter aantal
andere kunstenaars opgenomen. De
bloeiende beeldhouwkunst is aanwezig
met plastieken en beelden van kleinere
afmeting en penningen van een elftal
beeldhouwers. Enige wandkleden, edel-
smeedwerk en een collectie keramiek
zorgen voor een waardevolle aanvul
ling.
yf;™eer men de tentoonstelling over-
liet er °p dat ze niet alleen is
e?hiia2U rondom de kern van de vier
rHari,urS' v?331" 3lS01 de keuze jU'st Van
nnzfrhL ^paald is' In verschillende
ShiPn wot et- tentoonstelling mis-
II mS,,w L?'nd?r gevarieerd aan. is
afwisseling in het vormgevoel
verschillende Tt0QrigesPreid dan bÜ
Brabahn"srkunsntenaearsmanifeSatieS Va"
toSllS^^ler^^fe^^b^-
w'j °ns niet kunnen onttrekken aln de
indruk, dat de geboden variatie de kwa
liteit niet ten goede kwam. Er is dik
wijls wel wat veel aan respect opge
bracht voor allerlie aarzelende gebaren
en een vreemdsoortig tasten in het bell
den van een aantal Brabantse kunste
naars Een dergelijke tentoonstelling
maakt dan de indruk van een nogal
slecht in elkaar gezette documentje
die als vlagvertoon zeker niet geslaagd
is. En in dit opzicht is de Antwerple
expositie een bevrijdend succes. Er is
Glas-in-Iood-raam van
Albert Troost
De grote sensatie van de we
reldtentoonstelling te New
York in 1964 belooft de expo
sitie van Michel Angelo's
wonderschone „Piëta" te wor
den een van de beroemdste
kunstschatten ter wereld. Het
beeld zal daarvoor vanuit de
St. Pieter in Rome over de Oce
aan naar Amerika moeten wor
den vervoerd en hierover is
op het ogenblik reeds veel te
doen, wat overigens geen won
der is omdat dit transport niet
zonder risico's kan geschieden.
De paus lost hiermee een
belofte in, die hij deed aan
kardinaal Spelmann van New
York.
Verschillende Amerikaanse, Brit
se, Italiaanse en Franse transport
ondernemingen strijden er nu reeds
om wie dit onbetaalbare kunstwerk
zal vervoeren, mede in verband
met de publiciteit, die zij daarbij on
getwijfeld zullen krijgen. Ook ver
zekeringsmaatschappijen onderzoe
ken thans reeds de vele risico's, die
aan het transport van dit wereldbe
roemde kunstwerk van marmer ver
bonden zijn. Wat die risico's betreft
gaat het immers niet om schade of
vernietiging van het kunstwerk bij
een mogelijk ongeluk van het vlieg
tuig of het schip, waarmee de Pi
ëta" zal worden vervoerd doch ook
om de schade tengevolge van kli
maat- of temperatuurwisselingen,
die voor kan komen. Vandaar, dat
men in Rome reeds spreekt van 'n
„astronomischhoge verzekerings
som van enige miljarden lires. Het
Vaticaan heeft tot nu toe niet gerea
geerd op allerlei persberichten,
waarin op de grote risico's van het
transport wordt gewezen.
In Rome zijn zelfs berichten ver
spreid, dat het zelfs mogelijk is, dat
het kunstwerk met een speciaal voor
dit doel te bouwen vliegtuig zal
worden vervoerd! Voor het transport
zal geschieden overweegt men het
beeld door middel van röntgenstralen
te onderzoeken om mogelijk verbor
gen beschadigingen te kunnen vast
stellen. Dit wordt noodzakelijk ge
acht om eventuele kostbare en lang
durige processen te voorkomen in
dien het kunstwerk beschadigd uit
New York naar Rome zou terugke
ren.
Vele Italianen echter, waaronder ve
le beeldhouwers van naam en kunst-
crtici, zijn van mening, dat men
het risico van een transport van Mi
chel Angelo's kunstwerk niet mag
nemen. De huidige waarde van de
„Piëta" is n.m. niet te schatten hoe
wel Michel Angelo voor de dom te
Florence en het Rondanini-paleis in
Rome gelijksoortige religieuze beel
den heeft gemaakt.
Tn het Rijksprentenkabinet te Am
sterdam wordt van 16 september
tot 3 december een tentoonstelling
gehouden van prenten, tekeningen en
geïllustreerde boeken van de mees
ter van de Japanse houtsnede Katsu-
shika Hokusai (1760-1849). Uit zijn
werk was een keuze gedaan die 'n
indruk geeft van zijn weergave van
het landschap. De beroemde serie
prenten van Hokusai „de 36 gezich
ten op de Fuji", is hier compleet
aanwezig.
TJe toneelgroep „De jonge spelers"
te Eindhoven heeft voor het ko
mende seizoen twee nieuwe stukken
op het repertoire genomen: „De re
genmaker" door Richard Nash, waar
van de première 21 september zal
plaatsvinden, en de comedie „Sou
brette" door Jacques Deval, welk
stuk 26 oktober in première zal gaan
Mogelijk zal voorts nog „La belle et
la bete" op het repertoire worden ge
nomen.
Als nieuwe medewerkenden zijn vier
Belgen aangetrokken, n.l. de regis
seur Eddy Verbruggen, de acteurs
Rob Borremans en Wim Meuwissen
en Rudy Corens voor de decors en
kostuums.
r\e kunstschilder Eduard Heijmans
uit Aerdenhout is uitgenodigd.
voor de „prix suisse de peinture ab-
straite 1J62" in Lausanne. Hij neemt
deel met het werk „Shanty-town"
De 30 mededingende werken van
even zoveel kunstschilders zullen
van 2 tot 31 oktober worden geëxpo
seerd in galerie Kasper te Lausan
ne, de organisator van de prix.
Aan de schilderijenverzameling van
^de stadsschouwburg te Amster
dam zijn drie portretten toegevoegd
en wel een van Ko van Dijk, in de
rol van Danton uit „Dantons dood"
van Georg Büchner, geschilderd
door Ary Kater, een door W. Huys-
man getekend portret van Frits van
Dijk in de rol van Kringelein uit
„Mensen in het hotel" van Vicky
Baum en een schilderij van Cruys
Voorbergh, vervaardigd door mr J.
S. Sjollema.
TTet bestuur van het algemeen Ne
derlands Verbond in Den Haag
heeft een Visser-Neerlandiaprijs toe
gekend aan mevrouw Hella S. Haas-
se te Amsterdam voor haar toneelstuk
„Een draad in het donker". Deze
prijs zal worden uitgereikt zaterdag
middag 6 oktober in het Parkhotel in
Den Haag.
Gelijktijdig zullen twee Visser-Neer-
landiaprijzen voor muziek worden
uitgereikt en wel aan Ary Verhaar
uit Den Haag voor zijn strijkkwartet
„Vivos voco". opus 58, en Oscar
van Hemel uit Hilversum voor zijn
zesde strijkkwartet. Het is voor de
twaalfde maal dat de Visser-Neer-
landia-prijzen worden toegekend.
In februari werden reeds negentien
Visser-Neerlandiaprijzen 1962 uitge
reikt.
"Dotterdamse kunstkring, Witte de
Withstraat worden van 16 sept.
tot en met 7 oktober schilderijen en
olieverf op papier van Anton Roos-
kens geëxposeerd.
De tentoonstelling zal worden geopend
op zaterdagmiddag 15 september door
Simon Vinkenoog.
"jVTadat een Vlaams werk het seizoen
in de Kon. Vlaamse Opera te Ant
werpen heeft geopend en Verdi zijn
intrede met twee van zijn meesterwer
ken heeft gedaan, verschijnt de Ween-
se operette op het speelplan in de ge
daante van de populaire Vogelhande
laar van Karl Zeiler met zijn fleur
van walsmelodieen en marsliederen.
De première vindt zatredag 22 sept.
plaats.
Tn het Panorama Mesdag te Den
Haag exposeren van 15 tot en
met 30 september de beeldhouwer
Bernard Citroen en de schilder Pe
ter van den Braken.
T^onderdag 13 september zal de
Haagsche Comedie, onder regie van
Paul Steenbergen, voor het eerst na
de vakantie in de Kon. Schouwburg
wederom een voorstelling geven van
Pas op de verf" (Prenez garde a
la peinture), het blijspel van René
Fauchois, waarmee het gezelschap ook
het vorige seizoen besloot.
Het ligt in de bedoeling „Pas op de
verf" op het repertoire te houden.
Nadat reeds Franse, Duitse, En
gelse en Italiaanse edities wa
ren verschenen, is nu ook een Ne
derlandse vertaling van de ro
man „Ferdydurke" uitgekomen.
Moussault's Uitgeverij N.V. te
Amsterdam introduceert hiermee
de nog vrijwel onbekende auteur
Witold Gombrowicz in het Ne
derlandse taalgebied. Intussen is
een kwarteeuw verlopen sinds
het boek in zijn geboorteplaats
Warschau van de pers kwam en
terstond sensatie verwekte.
A
-i- vitas
v w,->
tas
fn die 25 jaar heeft de schrijver zich
internationale roem verworven. Deze
zoon van een landjonker is thans 58
jaar. Sedert 1939 woont hij te Buenos
Aires, waar hij aan een groep jonge
ren wijsbegeerte onderwees. Pas in
1956, toen na tien jaren van commu
nistisch regime Gomoelka de politieke
„dooi" deed intreden, verscheen te
Warschau een nieuwe druk, die op
nieuw geestdriftige reacties verwekte.
In enkele dagen werden tienduizenden
exemplaren verkocht en de auteur werd
geroemd als „de trots der natie".
Overal in Europa werd zijn roman
vertaald, evenals zijn andere werken:
„Memoires uit het tijdvak van rijp-
worden", „Ivonne", „Het Huwelijk",
„Transatlantika" en „De pornografie".
Deze laatste roman, waarin men de
thema's uit „Ferdydurke" terugvindt,
is dezer dagen bij Julliard te Parijs in
Franse vertaling verschenen. Noemen
we ook nog zijn „Dagboek 1953-1956",
dat in het Italiaans en het Duits werd
overgezet.
Gombrowicz wordt „de grootste leven
de Poolse schrijver" genoemd. Daar
we niet op de hoogte zijn van de Pool
se literatuur, moeten we dit op gezag
aannemen. Dat hij op één lijn moet
worden gesteld met Kafka, Joyce en
Sartre, lijkt ons na lezing van deze,
zijn beroemdste roman, overdreven.
Wel is het duidelijk, dat de schrijver
invloeden heeft ondergaan van ver
scheidene grote figuren. Op de tweede
bladzijde lezen we b.v. al: „Halver
wege mijn leven bevond ik mij in een
duister bos". Dit herinnert onmiddel
lijk aan het begin van Dantes „Hel".
WITOLD GOMBROWICZ
lijke nonsens, waarop hij vergast
wordt. De term „bizarrisme", die we
hier vorige week bezigden in verband
met de tekeningen van Martin van
Veen, kan ook hier van toepassing zijn.
Wie gevoel heeft voor zinvolle kol
der zal deze roman geamuseerd lezen.
Jammer, dat de auteur soms wat lang
bij één punt blijft stilstaan en zo nu
en dan in herhaling vervalt.
Voor de vertalers Willem A. Maijer,
Herman van der Klei en Chris de
Ruig kunnen we niets dan de hoogste
bewondering hebben, want hun taak
moet bepaald zeer zwaar geweest zijn.
Aan hen en de actieve uitgever hebben
we het te danken, dat een uiterst merk
waardig werk uit de Poolse letterkunde
voor ons bereikbaar is geworden.
WILLEM v. d. VELDEN
F}aarnaast zijn er ongetwijfeld autobio
grafische gegevens in het boek ver
werkt. Een samenvattende inhoudsop
gave is moeilijk te geven, daar de ro
man tal van aspecten bezit. Het hoofd
thema lijkt ons dat van de onrijpheid
der kinderen en de onnatuurlijkheid
der volwassenen. Met een meesterlijke
vondst lanceert de schrijver zijn idee-
en op dit gebied: hij Iaat zijn hoofdper
soon een lichamelijke verkleining on
dergaan, wat tot tal van potsierlijke
situaties aanleiding geeft. In drie fasen
wordt de geschapen schooljongen ge
tekend, maar dat is niet alles, want
daartussendoor spelen weer andere
motieven, die elk van een voorwoord
voorzien zijn, waarin opnieuw tal van
problemen aan de orde komen en die
min of meer het karakter van een
essay hebben.
LJet is wel duidelijk, dat dit boek veel
van de lezer vergt. Men kan het on
mogelijk in een adem uitlezen, daar
het op elke bladzijde tot nadenken
dwingt en vele passages voor velerlei
uitleg vatbaar zijn. Het vereist een
grote inspanning om in de doolhof van
motieven wegwijs te worden.
Daar staat tegenover, dat de satire,
ironie en humor onweerstaanbaar zijn.
Ook de grootste nurks zal kunnen ge
nieten van de zotte verhalen en baar-
In de eerste helft van de
cember zal in de Rivièrahal
door het Scapino ballet de pre
mière worden gebracht van een
folkloristisch ballet van Ne
derlandse volksdansen en- ge
bruiken, ontworpen door Hans
Snoek en Jan Hebei.
De pianist van het ballet, Joop
Nuyten, heeft de muziek gecompo
neerd en bewerkt. Verdere mede
werkenden aan dit ballet zijn mevr.
Cars (kostuums), de Rotterdamse
Schilderes mej. Ruygrok en Giel Mij
(decors). Mevr. Femke van Doorn-
Last heeft al een aantal dansen met
Scapinoleden ingestudeerd. In de Ri
vièrahal zullen een week lang met
orkestbegeleiding voorstellingen voor
de jeugd worden gegeven.
Op het programma van het Scapi-
noballet staat voorts het ballet „Car-
navalsgrap", waarbij emplooi is ge
vonden voor het overschot aan bal
letkostuums. Hieraan werken mee de
heren Langeveld (decor), Rebel (cho
reografie) en Nnyten (muziek).
Bij het zien van een opvoering
van „The Kitchen" van de 30-ja-
rige Engelse schrijver Arnold Wes-
ker (het Nieuw Rotterdams To
neel heeft zich met dit stuk in de
Rotterdamse Schouwburg aan
theaterminded Nederland voorge
steld) vraagt men zich gaandeweg
af: wil de schrijver nu een beeld
geven van een brokje samenleving
met al haar sociale aspecten of pro
beert hij het drama te verbeelden
van een man, die zoveel machine
is geworden, dat hij niet eens meer
écht dromen kan?
Pas in het eerste deel van het twee
de en laatste bedrijf confronteert Wes-
ker zijn toeschouwers met de ontredde
ring van een jonge man, die na anderen
uitgedaagd te hebben hun droom te
vertellen tot de ontdekking komt, dat
hij zich niets moois, liefs, poëtisch of
zelfs maar romantisch kan voorstellen.
Op dit moment ook pas blijkt dat Wes-
ker meer wil dan een zo natuurgetrouw
mogelijke reportage geven van de ge
beurtenissen in een keuken.
De droomscène wordt zorgvuldig en
vlug met 'n uitgebalanceerd spannings
effect opgebouwd maar ook abrupt af
gebroken. Het leven in „de keuken"
zoals Josephine van Gasteren het stuk
vertaalde, laat immers zelfs niet toe,
dat men tot het besef van een gemis
komt.
Voordat Wesker aan de scène toe is,
waarin hij zijn kaarten op tafel legt,
beter kan men zeggen dat hij ons slechts
een blik op zijn kaarten laat slaan,
toont hij zijn publiek wat zoal allemaal
gebeurt in de keuken van een geweldig
restaurant met een uitgebreide staf van
specialisten van allerlei nationaliteit.
Haast op de voet volgt hij het aansteken
van de fornuizen, het binnendruppelen
van het personeel, het gereed zetten van1
materiaal en spijzen, het opvoeren van
de produktie en tenslotte het krankzin
nige gejacht om de onzichtbare en als
vijandig beschouwde klant op al zijn
wenken te blijven bedienen.
Is deze heksenketel tot rust gekomen
en krijgt het personeel even de tijd om
uit te blazen dan proberen een jood, 2
Duitsers, een Fransman en een nog
zuidelijker landsman vluchtig met el
kaar in contact te komen. Bij deze ge
legenheid verleidt een van de Duitsers
een bijzonder agressieve knaap, de an
deren tot het vertellen van hun harte-
wens droom zo men wil en moet
zelf smadelijk de vlucht nemen, omdat
hij volledig in gebreke blijft.
Dit is ongetwijfeld het sterkste deel van
het stuk en wat ons betreft hiermee had
het mogen eindigen. Men heeft in deze
scène genoeg stof gekregen om te over
denken. Wesker zelf echter vond het nog
niet genoeg. Hij brengt het stuk tenein
de met naar ons idee een kunst
greep. In een aanval van razernij laat
hij de agressieve Duitser met een bijl
slag op de gasleidingen het gehele be
drijf stil leggen. De jonge man gaat
zelfs nog verder en wil zich van het
leven beroven, omdat hij niet meer te
gen het leven in de keuken is opgewas
sen. Hij oogst echter slechts verbazing
bij zijn directie (ze worden toch goed
betaald) en ontzetting bij het overige
personeel (het zijn altijd dezelfden die
moeilijkheden veroorzaken)
Zoals gezegd heeft het N.R.T. zich met dit
stuk voorgesteld. Het heeft ons in ieder
geval kunnen overtuigen van groot vak
manschap, grote homogeniteit ook. (De
keuken is als geen ander stuk een spel
dat teamwork vraagt) en individueel
talent, zij het dan dat regisseur John
Dexter, die alles „Weskerspecialist" uit
Engeland voor de algehele spelleiding
overgekomen was, vele spelers heeft
ingetoomd en met strakke hand ge
dwongen niet meer te zijn dan een van
de radertjes in het „bedrijf". Wil men
door het noemen van namen toch bij
zondere eer bewijzen aan hen, die een
zeer bijzondere toneelavond hebben
verzorgd, dan past het slechts heel het
ensemble in één adem te noemen.
Een uitzondering dient echter gemaakt
en wel voor de ontwerpster van het de
cor Joselyn Herbert.
F. J. v.d. H.
Arnold Wesker zegt „Voor mij is
de wereld een keuken." In zijn stuk
„De keuken" probeert hij aan te
tonen, dat zijn beeld juist is. In
de keuken en zeker waar een
internationaal gezelschap werkzaam
is vindt men dezelfde spannin
gen, conflicten en uitbarstingen op
kleine schaal als op het wereldto
neel in het groot.
Wesker is het meest begaan met
degenen, die ondergaan. Deze socf-
ale bewogenheid, die men ook te
rugvindt in zijn latere spelen
„Chickensoup and Barley", „Roots'
'dat Studio in november in pre
mière brengt), „I am talking about
Jerusalem" en „Chips with every
thing", is niet zo maar aangemeten
om zijn stukken wat meer diepgang
te geven.
Wesker wil met zijn sociaal gerich
te stukken een nieuw publiek lit
de „arbeidende klasse" kweken. Hij
probeert de kunst verder te bren
gen dan een kleine selecte groep,
die meent de „alleen kijkrechten"
te hebben. Hij heeft bovendien de
daad bij het woord gevoegd, want
op zijn initiatief werd een werk
groep gevormd, die een ideaal heeft
de kunst naar de mensen te bren
gen. Men doet dit door voordrach
ten, muziekuitvoeringen, festivals
enzovoorts.
Aan Albert Mol is een opdracht
verlenend het verhaal van Pinokkio
in balletvorm te gieten. Hierbij zal
het decor worden verzorgd door de
heer W. Ledel en de muziek door
Cor Lemaire. Het ballet zal 27 okt.
ter gelegenheid van de kinderboe
kenweek worden uitgevoerd. Mej.
Greet Donker, assistente van het Sca-
pinoballet, zal in opdracht van de re
gering het ballet„strip" vervaardigen,
met medewerking van Jan Bons (de
cor en kostuums) en Nico Schuit
(muziek).
Onder auspiciën van het Brabants
Orkest zal het Scapino-ballet 20 okt.
in de stadsschouwburg te Tilburg
het ballet voor het werk van Kar!
Orff „Carmina Cutuiii" ((voor orkest,
koor en ballet) uitvoeren. Koor en
orkest staan onder leiding van di
rigent Van Tricht. Arend Hauer heeft
de regie en Jan Rebel de choreogra
fie.
Deze laatste maakt voorts een ballet
voor twee dansers (Ine Rietstap en
Bob Verbrugge), gebaseerd op een
Japanse legende en op muziek van
Luctor Ponse. Decor en kostuums
daarbij zijn van Jack van Dalsum.
Greet je Donker bewerkt nog een bal
let: „modeshow".
Tenslotte staan op het programma
de pas de deux uit „de gelaarsde kat",
en een divertisement" uit „The slee
ping beauty" in Engeland ingestu
deerd door Tom de Graaf en Marij
ke Hamer, en, vermoedelijk, de twee
de acte uit het ballet „Coppelia" van
Delibes.
Hans Snoek heeft een nieuw entree
ingestudeerd voor de Scapinofiguur.
De Nederlandse componist prof.
Hendrik Andriessen wordt 17 sept".
70 jaar.
In Haarlem geboren, studeerde hy
compositie bij Bernard Zweers en
orgel bij J. de Pauw. In 1928 werd
hij aangesteld tot leraar aan het Am
sterdamse conservatorium, in 1937
gevolgd door de benoeming tot di
recteur van het conservatorium te
Utrecht. Hij was toen tevens orga
nist in de Kathedrale kerk aldaar.
In 1949 kreeg Hendrik Andriessen
de directeurszetel aangeboden van het
Koninklijk conservatorium in Den
Haag en drie jaar later werd hij
hoogleraar in de muziekwetenschap
aan de Nijmeegse universiteit.
Door zijn vele Mis-composities het
Te Deum en andere religieuze koor
werken heeft de componist zeer
veel bijgedragen tot de vernieuwing
van de kerkelijke muziek in Neder
land.
De KRO zal ter gelegenheid van de
verjaardag van de componist twee
maal aandacht aan zijn werk wij
den. Zondagmiddag 16 septemebr
geeft het Radio-Kamer-Orkest o.l.v.
Roelof Krol een uitvoering van de
variaties voor fluit, harp en strij
kers van Hendrik Andriessen op 'n
thema van Frangois Couperin, in
1944 door de componist geschreven.
Het concert door het radio Filhar
monisch Orkest o.l.v. Jean Fournet
van dinsdagavond 18 september zal
worden besloten met de symfoni
sche étude, die in 1952 door Hendrik
Andriessen werd gecomponeerd.