Bot EXPOSI NET m sit FERDYDURKE nu ook in Nederlandse vertaling De Keuken: ontredderd jong mens kan niet meer dromen F C II F1 c II c I i ?i ^*823 KUNST Scapino-ballet heeft druk winterprogram Hendrik Andriessen jaar PIËTA [terug, luxe. maar: en mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen Brabanders tonen hun kunst in Antwerpen mm Michel Angelo 'Js nao Imerika Uit de v: W> w&m r r f t I JS m tiÊf 'm Wg fg Smm i(f ij v^."\ WÊ'$Sm «y'tg'W f. W «IS? In Argentinië Li LlL'ÜHïilll Vele motieven Niet gemakkelijk i!!l!!!Eiff!!l)ll!!!iii!li^ !!iiil!E!!!il!!!iiiii!i!!!lil!EEii[i!!!! ARNOLD WESKER: De wereld is voor mij een keuken Ilil!liljiliiliii!liilli!liii!i!ii!!il!iilliilfl||| 13 DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 15 SEPTEMBER 1962 13 mr lijk. Hij weet teveel en al onze plannen in de sturen. Gij stelt u dus ?kt op bij de uitgang van rot en degene, die naar n komt, schiet ge zonder den neer. Slechts dan kan ijn plannen volvoeren en zal ook weldra het ogen- gekomen zijn. waarop ik jr uw trouw en toewijding belonen." v v N F?.».* r >/V WWI'- tSf «ft*** wAta.T?tat CTa s - W* - '..'kim -m -yt- v^ mm{ itx' if". jQE TENTOONSTELLING van hedendaagse beeldende kunst uit Noord-Brabant, die in het kader van de Noord-Brabant-week te Antwerpen wordt gehouden, heeft een wonderlijke satelliet gekregen. En wel in de vorm van een protesttentoonstek ing van twee Tilburgse kunstschil ders, Joop Sicking en Hans van Zummeren, die niet voor het eerst in verzet gingen tegen de Brabantse stichting voor Kunst en Edelambacht, welke de Antwerpse tentoonstelling heeft georganiseerd. Het protestexpositietje in Kunstka mer Binon is dus wel echt een satelliet van de grote exposi tie in het huis Osterriethimmers ze koos als het ware lig plaats op het ontmoetingspunt van aantrekkingskracht en centrifugaal kracht. Het protest zelf maakte het nodig in de buurt van de officiële expositie te zijn. De twee Tilburgse kunstenaars protesteerden ook per pamflet, omrand met het aftelrijmpje „Ine miene mutte, tien pond grutte". Daarin wordt onder meer de Stichting voor Kunst en Edelambacht verweten uitsluitend de eigen leden op de officiële tentoonstelling aan het woord te laten en tezelfdertijd de expositie aan te kondigen als representatief voor de beeldende kunst in Noordbrabant. Deze gegevens dwingen wel tot een oordeel omtrent de tentoonstel ling in zijn totaalopzet. Een dergelijk oordeel is trouwens belangrijker dan het opnieuw recenseren van de geëxposeerde werken afzonderlijk waarvan al heel wat ook in andere verbanden tentoongesteld is ge weest. door de tentoonstellingscommissie ken nelijk gewerkt vanuit het besef, dat min of meer gerijpt werk, dat getuigt van een bereikt gevoel voor vorm en kleur representatief moet worden geacht voor het peil van de kunstontwikkeling in Noord Brabant. En wie de tentoonstel ling met open aandacht beziet zal de juistheid van dat standpunt wel moeten erkennen. We ontmoeten hier bijna steeds resul taten van gestaltegeving en geen kunst, die eigenlijk nog maar in wording is. Gedecideerdheid gaat zeer goed samen met zuivere en gevoelige expressie, dat blijkt maar al te duidelijk op deze ver. heugende expositie. Wat een waarde volle bijdragen van figuren als Gerard Princée en Ru van Rossum om maar enkele kunstenaars van het vak te noe men met een hoge graad van gevoelig heid, hoeveel beheerst plastisch werk van grotere en kleine schaal o.m. van Hein Koreman, Theo Reusing, N. Steen bergen en Jacques Kreykamp. Er is grafiek van uitstekende kwaliteit en er zijn doeken met een sterke allure. Wat ons misschien het meest deugd deed was de aanwezigheid van foto panelen, waaruit zinvol werk van Eg- bert Dekkers, Marius de Leeuw en Al- bert Troost als monumentalisten althans enigzins kenbaar wordt. Ook hierin demonstreert zich wel bijzonder de ei gen trek die nog in het werk van de meeste Brabantse kunstenaars te vin den valt. Een nobel temperament, dat althans zijn aanknopingspunten in de zichtbare werkelijkheid om ons heen voelbaar heeft. Er is nog iets als een sonore klank die vooral in het monumentale werk zo zinrijk aandoet tegen over wat elders in Nederland vaak voor monumentalis ten wordt gebrouwen uit een decoratief ambachtelijk spel met het materiaal, in een sfeer van ongeinteresseerde en bloedloze beoefening van kunstnijver heid. Als we daaraan denken vinden we eigenlijk, dat deze tentoonstelling als manifestatie van Brabantse kunst waar devoller zou zijn in noordelijker regio nen dan Antwerpen. Valt er werkelijk in West-Nederland niet een tentoonstel lingsruimte te vinden, waar deze expo sitie onverkort en liefst wat ruimer valt op te stellen dan in het sympathieke Osterrieth-huis van Antwerpen? Het zou niet de eerste keer zijn, dat een expo sitie van beneden de Moerdijk daarbo ven een onthaal vond, dat in warmte met die van het tentoongestelde over een kwam. Mr. A. .J .J VAN ROOY, TTet is eigenlijk jammer, dat in het AL,Ten Geleide" van de catalogus geen nadere motivering voor de uitsluiting van niet-leden der Stichting voor Beel dende kunst en Edelambacht werd aan gegeven dan de noodzaak tot beper king. De vraag blijft daardoor echter volkomen open of de tentoonstelling zo als die feitelijk is samengesteld repre sentatief voor de beelden kunsten voor Noord Brabant mag worden genoemd. en daardoor aan zijn bedoeling beant woordt. Nu is het met dat woord repre sentatief een moeilijke zaak als het om kunst gaat. Bedoeld wordt dan meestal representatief voor richtingen en het peil van de kunstbeoefening. En het moet ons van het hart, dat wij vooral wat dat laatste betref bepaald nie on tevreden mogen zijn over de manier waarop Noord Brabant hier uit de hoek komt. Zoals het ten geleide in de ca talogus zegt is de tentoonstelling opge bouwd rondom de kern van een viertal bekende schilders n.l. Kees Bol, Jan van Eyk. Jan Gregoor en Nico Molenkamp. Daaromheen zijn in een kleinere verte genwoordiging schilderijen,, tekeningen en grafisch werk van een groter aantal andere kunstenaars opgenomen. De bloeiende beeldhouwkunst is aanwezig met plastieken en beelden van kleinere afmeting en penningen van een elftal beeldhouwers. Enige wandkleden, edel- smeedwerk en een collectie keramiek zorgen voor een waardevolle aanvul ling. yf;™eer men de tentoonstelling over- liet er °p dat ze niet alleen is e?hiia2U rondom de kern van de vier rHari,urS' v?331" 3lS01 de keuze jU'st Van nnzfrhL ^paald is' In verschillende ShiPn wot et- tentoonstelling mis- II mS,,w L?'nd?r gevarieerd aan. is afwisseling in het vormgevoel verschillende Tt0QrigesPreid dan bÜ Brabahn"srkunsntenaearsmanifeSatieS Va" toSllS^^ler^^fe^^b^- w'j °ns niet kunnen onttrekken aln de indruk, dat de geboden variatie de kwa liteit niet ten goede kwam. Er is dik wijls wel wat veel aan respect opge bracht voor allerlie aarzelende gebaren en een vreemdsoortig tasten in het bell den van een aantal Brabantse kunste naars Een dergelijke tentoonstelling maakt dan de indruk van een nogal slecht in elkaar gezette documentje die als vlagvertoon zeker niet geslaagd is. En in dit opzicht is de Antwerple expositie een bevrijdend succes. Er is Glas-in-Iood-raam van Albert Troost De grote sensatie van de we reldtentoonstelling te New York in 1964 belooft de expo sitie van Michel Angelo's wonderschone „Piëta" te wor den een van de beroemdste kunstschatten ter wereld. Het beeld zal daarvoor vanuit de St. Pieter in Rome over de Oce aan naar Amerika moeten wor den vervoerd en hierover is op het ogenblik reeds veel te doen, wat overigens geen won der is omdat dit transport niet zonder risico's kan geschieden. De paus lost hiermee een belofte in, die hij deed aan kardinaal Spelmann van New York. Verschillende Amerikaanse, Brit se, Italiaanse en Franse transport ondernemingen strijden er nu reeds om wie dit onbetaalbare kunstwerk zal vervoeren, mede in verband met de publiciteit, die zij daarbij on getwijfeld zullen krijgen. Ook ver zekeringsmaatschappijen onderzoe ken thans reeds de vele risico's, die aan het transport van dit wereldbe roemde kunstwerk van marmer ver bonden zijn. Wat die risico's betreft gaat het immers niet om schade of vernietiging van het kunstwerk bij een mogelijk ongeluk van het vlieg tuig of het schip, waarmee de Pi ëta" zal worden vervoerd doch ook om de schade tengevolge van kli maat- of temperatuurwisselingen, die voor kan komen. Vandaar, dat men in Rome reeds spreekt van 'n „astronomischhoge verzekerings som van enige miljarden lires. Het Vaticaan heeft tot nu toe niet gerea geerd op allerlei persberichten, waarin op de grote risico's van het transport wordt gewezen. In Rome zijn zelfs berichten ver spreid, dat het zelfs mogelijk is, dat het kunstwerk met een speciaal voor dit doel te bouwen vliegtuig zal worden vervoerd! Voor het transport zal geschieden overweegt men het beeld door middel van röntgenstralen te onderzoeken om mogelijk verbor gen beschadigingen te kunnen vast stellen. Dit wordt noodzakelijk ge acht om eventuele kostbare en lang durige processen te voorkomen in dien het kunstwerk beschadigd uit New York naar Rome zou terugke ren. Vele Italianen echter, waaronder ve le beeldhouwers van naam en kunst- crtici, zijn van mening, dat men het risico van een transport van Mi chel Angelo's kunstwerk niet mag nemen. De huidige waarde van de „Piëta" is n.m. niet te schatten hoe wel Michel Angelo voor de dom te Florence en het Rondanini-paleis in Rome gelijksoortige religieuze beel den heeft gemaakt. Tn het Rijksprentenkabinet te Am sterdam wordt van 16 september tot 3 december een tentoonstelling gehouden van prenten, tekeningen en geïllustreerde boeken van de mees ter van de Japanse houtsnede Katsu- shika Hokusai (1760-1849). Uit zijn werk was een keuze gedaan die 'n indruk geeft van zijn weergave van het landschap. De beroemde serie prenten van Hokusai „de 36 gezich ten op de Fuji", is hier compleet aanwezig. TJe toneelgroep „De jonge spelers" te Eindhoven heeft voor het ko mende seizoen twee nieuwe stukken op het repertoire genomen: „De re genmaker" door Richard Nash, waar van de première 21 september zal plaatsvinden, en de comedie „Sou brette" door Jacques Deval, welk stuk 26 oktober in première zal gaan Mogelijk zal voorts nog „La belle et la bete" op het repertoire worden ge nomen. Als nieuwe medewerkenden zijn vier Belgen aangetrokken, n.l. de regis seur Eddy Verbruggen, de acteurs Rob Borremans en Wim Meuwissen en Rudy Corens voor de decors en kostuums. r\e kunstschilder Eduard Heijmans uit Aerdenhout is uitgenodigd. voor de „prix suisse de peinture ab- straite 1J62" in Lausanne. Hij neemt deel met het werk „Shanty-town" De 30 mededingende werken van even zoveel kunstschilders zullen van 2 tot 31 oktober worden geëxpo seerd in galerie Kasper te Lausan ne, de organisator van de prix. Aan de schilderijenverzameling van ^de stadsschouwburg te Amster dam zijn drie portretten toegevoegd en wel een van Ko van Dijk, in de rol van Danton uit „Dantons dood" van Georg Büchner, geschilderd door Ary Kater, een door W. Huys- man getekend portret van Frits van Dijk in de rol van Kringelein uit „Mensen in het hotel" van Vicky Baum en een schilderij van Cruys Voorbergh, vervaardigd door mr J. S. Sjollema. TTet bestuur van het algemeen Ne derlands Verbond in Den Haag heeft een Visser-Neerlandiaprijs toe gekend aan mevrouw Hella S. Haas- se te Amsterdam voor haar toneelstuk „Een draad in het donker". Deze prijs zal worden uitgereikt zaterdag middag 6 oktober in het Parkhotel in Den Haag. Gelijktijdig zullen twee Visser-Neer- landiaprijzen voor muziek worden uitgereikt en wel aan Ary Verhaar uit Den Haag voor zijn strijkkwartet „Vivos voco". opus 58, en Oscar van Hemel uit Hilversum voor zijn zesde strijkkwartet. Het is voor de twaalfde maal dat de Visser-Neer- landia-prijzen worden toegekend. In februari werden reeds negentien Visser-Neerlandiaprijzen 1962 uitge reikt. "Dotterdamse kunstkring, Witte de Withstraat worden van 16 sept. tot en met 7 oktober schilderijen en olieverf op papier van Anton Roos- kens geëxposeerd. De tentoonstelling zal worden geopend op zaterdagmiddag 15 september door Simon Vinkenoog. "jVTadat een Vlaams werk het seizoen in de Kon. Vlaamse Opera te Ant werpen heeft geopend en Verdi zijn intrede met twee van zijn meesterwer ken heeft gedaan, verschijnt de Ween- se operette op het speelplan in de ge daante van de populaire Vogelhande laar van Karl Zeiler met zijn fleur van walsmelodieen en marsliederen. De première vindt zatredag 22 sept. plaats. Tn het Panorama Mesdag te Den Haag exposeren van 15 tot en met 30 september de beeldhouwer Bernard Citroen en de schilder Pe ter van den Braken. T^onderdag 13 september zal de Haagsche Comedie, onder regie van Paul Steenbergen, voor het eerst na de vakantie in de Kon. Schouwburg wederom een voorstelling geven van Pas op de verf" (Prenez garde a la peinture), het blijspel van René Fauchois, waarmee het gezelschap ook het vorige seizoen besloot. Het ligt in de bedoeling „Pas op de verf" op het repertoire te houden. Nadat reeds Franse, Duitse, En gelse en Italiaanse edities wa ren verschenen, is nu ook een Ne derlandse vertaling van de ro man „Ferdydurke" uitgekomen. Moussault's Uitgeverij N.V. te Amsterdam introduceert hiermee de nog vrijwel onbekende auteur Witold Gombrowicz in het Ne derlandse taalgebied. Intussen is een kwarteeuw verlopen sinds het boek in zijn geboorteplaats Warschau van de pers kwam en terstond sensatie verwekte. A -i- vitas v w,-> tas fn die 25 jaar heeft de schrijver zich internationale roem verworven. Deze zoon van een landjonker is thans 58 jaar. Sedert 1939 woont hij te Buenos Aires, waar hij aan een groep jonge ren wijsbegeerte onderwees. Pas in 1956, toen na tien jaren van commu nistisch regime Gomoelka de politieke „dooi" deed intreden, verscheen te Warschau een nieuwe druk, die op nieuw geestdriftige reacties verwekte. In enkele dagen werden tienduizenden exemplaren verkocht en de auteur werd geroemd als „de trots der natie". Overal in Europa werd zijn roman vertaald, evenals zijn andere werken: „Memoires uit het tijdvak van rijp- worden", „Ivonne", „Het Huwelijk", „Transatlantika" en „De pornografie". Deze laatste roman, waarin men de thema's uit „Ferdydurke" terugvindt, is dezer dagen bij Julliard te Parijs in Franse vertaling verschenen. Noemen we ook nog zijn „Dagboek 1953-1956", dat in het Italiaans en het Duits werd overgezet. Gombrowicz wordt „de grootste leven de Poolse schrijver" genoemd. Daar we niet op de hoogte zijn van de Pool se literatuur, moeten we dit op gezag aannemen. Dat hij op één lijn moet worden gesteld met Kafka, Joyce en Sartre, lijkt ons na lezing van deze, zijn beroemdste roman, overdreven. Wel is het duidelijk, dat de schrijver invloeden heeft ondergaan van ver scheidene grote figuren. Op de tweede bladzijde lezen we b.v. al: „Halver wege mijn leven bevond ik mij in een duister bos". Dit herinnert onmiddel lijk aan het begin van Dantes „Hel". WITOLD GOMBROWICZ lijke nonsens, waarop hij vergast wordt. De term „bizarrisme", die we hier vorige week bezigden in verband met de tekeningen van Martin van Veen, kan ook hier van toepassing zijn. Wie gevoel heeft voor zinvolle kol der zal deze roman geamuseerd lezen. Jammer, dat de auteur soms wat lang bij één punt blijft stilstaan en zo nu en dan in herhaling vervalt. Voor de vertalers Willem A. Maijer, Herman van der Klei en Chris de Ruig kunnen we niets dan de hoogste bewondering hebben, want hun taak moet bepaald zeer zwaar geweest zijn. Aan hen en de actieve uitgever hebben we het te danken, dat een uiterst merk waardig werk uit de Poolse letterkunde voor ons bereikbaar is geworden. WILLEM v. d. VELDEN F}aarnaast zijn er ongetwijfeld autobio grafische gegevens in het boek ver werkt. Een samenvattende inhoudsop gave is moeilijk te geven, daar de ro man tal van aspecten bezit. Het hoofd thema lijkt ons dat van de onrijpheid der kinderen en de onnatuurlijkheid der volwassenen. Met een meesterlijke vondst lanceert de schrijver zijn idee- en op dit gebied: hij Iaat zijn hoofdper soon een lichamelijke verkleining on dergaan, wat tot tal van potsierlijke situaties aanleiding geeft. In drie fasen wordt de geschapen schooljongen ge tekend, maar dat is niet alles, want daartussendoor spelen weer andere motieven, die elk van een voorwoord voorzien zijn, waarin opnieuw tal van problemen aan de orde komen en die min of meer het karakter van een essay hebben. LJet is wel duidelijk, dat dit boek veel van de lezer vergt. Men kan het on mogelijk in een adem uitlezen, daar het op elke bladzijde tot nadenken dwingt en vele passages voor velerlei uitleg vatbaar zijn. Het vereist een grote inspanning om in de doolhof van motieven wegwijs te worden. Daar staat tegenover, dat de satire, ironie en humor onweerstaanbaar zijn. Ook de grootste nurks zal kunnen ge nieten van de zotte verhalen en baar- In de eerste helft van de cember zal in de Rivièrahal door het Scapino ballet de pre mière worden gebracht van een folkloristisch ballet van Ne derlandse volksdansen en- ge bruiken, ontworpen door Hans Snoek en Jan Hebei. De pianist van het ballet, Joop Nuyten, heeft de muziek gecompo neerd en bewerkt. Verdere mede werkenden aan dit ballet zijn mevr. Cars (kostuums), de Rotterdamse Schilderes mej. Ruygrok en Giel Mij (decors). Mevr. Femke van Doorn- Last heeft al een aantal dansen met Scapinoleden ingestudeerd. In de Ri vièrahal zullen een week lang met orkestbegeleiding voorstellingen voor de jeugd worden gegeven. Op het programma van het Scapi- noballet staat voorts het ballet „Car- navalsgrap", waarbij emplooi is ge vonden voor het overschot aan bal letkostuums. Hieraan werken mee de heren Langeveld (decor), Rebel (cho reografie) en Nnyten (muziek). Bij het zien van een opvoering van „The Kitchen" van de 30-ja- rige Engelse schrijver Arnold Wes- ker (het Nieuw Rotterdams To neel heeft zich met dit stuk in de Rotterdamse Schouwburg aan theaterminded Nederland voorge steld) vraagt men zich gaandeweg af: wil de schrijver nu een beeld geven van een brokje samenleving met al haar sociale aspecten of pro beert hij het drama te verbeelden van een man, die zoveel machine is geworden, dat hij niet eens meer écht dromen kan? Pas in het eerste deel van het twee de en laatste bedrijf confronteert Wes- ker zijn toeschouwers met de ontredde ring van een jonge man, die na anderen uitgedaagd te hebben hun droom te vertellen tot de ontdekking komt, dat hij zich niets moois, liefs, poëtisch of zelfs maar romantisch kan voorstellen. Op dit moment ook pas blijkt dat Wes- ker meer wil dan een zo natuurgetrouw mogelijke reportage geven van de ge beurtenissen in een keuken. De droomscène wordt zorgvuldig en vlug met 'n uitgebalanceerd spannings effect opgebouwd maar ook abrupt af gebroken. Het leven in „de keuken" zoals Josephine van Gasteren het stuk vertaalde, laat immers zelfs niet toe, dat men tot het besef van een gemis komt. Voordat Wesker aan de scène toe is, waarin hij zijn kaarten op tafel legt, beter kan men zeggen dat hij ons slechts een blik op zijn kaarten laat slaan, toont hij zijn publiek wat zoal allemaal gebeurt in de keuken van een geweldig restaurant met een uitgebreide staf van specialisten van allerlei nationaliteit. Haast op de voet volgt hij het aansteken van de fornuizen, het binnendruppelen van het personeel, het gereed zetten van1 materiaal en spijzen, het opvoeren van de produktie en tenslotte het krankzin nige gejacht om de onzichtbare en als vijandig beschouwde klant op al zijn wenken te blijven bedienen. Is deze heksenketel tot rust gekomen en krijgt het personeel even de tijd om uit te blazen dan proberen een jood, 2 Duitsers, een Fransman en een nog zuidelijker landsman vluchtig met el kaar in contact te komen. Bij deze ge legenheid verleidt een van de Duitsers een bijzonder agressieve knaap, de an deren tot het vertellen van hun harte- wens droom zo men wil en moet zelf smadelijk de vlucht nemen, omdat hij volledig in gebreke blijft. Dit is ongetwijfeld het sterkste deel van het stuk en wat ons betreft hiermee had het mogen eindigen. Men heeft in deze scène genoeg stof gekregen om te over denken. Wesker zelf echter vond het nog niet genoeg. Hij brengt het stuk tenein de met naar ons idee een kunst greep. In een aanval van razernij laat hij de agressieve Duitser met een bijl slag op de gasleidingen het gehele be drijf stil leggen. De jonge man gaat zelfs nog verder en wil zich van het leven beroven, omdat hij niet meer te gen het leven in de keuken is opgewas sen. Hij oogst echter slechts verbazing bij zijn directie (ze worden toch goed betaald) en ontzetting bij het overige personeel (het zijn altijd dezelfden die moeilijkheden veroorzaken) Zoals gezegd heeft het N.R.T. zich met dit stuk voorgesteld. Het heeft ons in ieder geval kunnen overtuigen van groot vak manschap, grote homogeniteit ook. (De keuken is als geen ander stuk een spel dat teamwork vraagt) en individueel talent, zij het dan dat regisseur John Dexter, die alles „Weskerspecialist" uit Engeland voor de algehele spelleiding overgekomen was, vele spelers heeft ingetoomd en met strakke hand ge dwongen niet meer te zijn dan een van de radertjes in het „bedrijf". Wil men door het noemen van namen toch bij zondere eer bewijzen aan hen, die een zeer bijzondere toneelavond hebben verzorgd, dan past het slechts heel het ensemble in één adem te noemen. Een uitzondering dient echter gemaakt en wel voor de ontwerpster van het de cor Joselyn Herbert. F. J. v.d. H. Arnold Wesker zegt „Voor mij is de wereld een keuken." In zijn stuk „De keuken" probeert hij aan te tonen, dat zijn beeld juist is. In de keuken en zeker waar een internationaal gezelschap werkzaam is vindt men dezelfde spannin gen, conflicten en uitbarstingen op kleine schaal als op het wereldto neel in het groot. Wesker is het meest begaan met degenen, die ondergaan. Deze socf- ale bewogenheid, die men ook te rugvindt in zijn latere spelen „Chickensoup and Barley", „Roots' 'dat Studio in november in pre mière brengt), „I am talking about Jerusalem" en „Chips with every thing", is niet zo maar aangemeten om zijn stukken wat meer diepgang te geven. Wesker wil met zijn sociaal gerich te stukken een nieuw publiek lit de „arbeidende klasse" kweken. Hij probeert de kunst verder te bren gen dan een kleine selecte groep, die meent de „alleen kijkrechten" te hebben. Hij heeft bovendien de daad bij het woord gevoegd, want op zijn initiatief werd een werk groep gevormd, die een ideaal heeft de kunst naar de mensen te bren gen. Men doet dit door voordrach ten, muziekuitvoeringen, festivals enzovoorts. Aan Albert Mol is een opdracht verlenend het verhaal van Pinokkio in balletvorm te gieten. Hierbij zal het decor worden verzorgd door de heer W. Ledel en de muziek door Cor Lemaire. Het ballet zal 27 okt. ter gelegenheid van de kinderboe kenweek worden uitgevoerd. Mej. Greet Donker, assistente van het Sca- pinoballet, zal in opdracht van de re gering het ballet„strip" vervaardigen, met medewerking van Jan Bons (de cor en kostuums) en Nico Schuit (muziek). Onder auspiciën van het Brabants Orkest zal het Scapino-ballet 20 okt. in de stadsschouwburg te Tilburg het ballet voor het werk van Kar! Orff „Carmina Cutuiii" ((voor orkest, koor en ballet) uitvoeren. Koor en orkest staan onder leiding van di rigent Van Tricht. Arend Hauer heeft de regie en Jan Rebel de choreogra fie. Deze laatste maakt voorts een ballet voor twee dansers (Ine Rietstap en Bob Verbrugge), gebaseerd op een Japanse legende en op muziek van Luctor Ponse. Decor en kostuums daarbij zijn van Jack van Dalsum. Greet je Donker bewerkt nog een bal let: „modeshow". Tenslotte staan op het programma de pas de deux uit „de gelaarsde kat", en een divertisement" uit „The slee ping beauty" in Engeland ingestu deerd door Tom de Graaf en Marij ke Hamer, en, vermoedelijk, de twee de acte uit het ballet „Coppelia" van Delibes. Hans Snoek heeft een nieuw entree ingestudeerd voor de Scapinofiguur. De Nederlandse componist prof. Hendrik Andriessen wordt 17 sept". 70 jaar. In Haarlem geboren, studeerde hy compositie bij Bernard Zweers en orgel bij J. de Pauw. In 1928 werd hij aangesteld tot leraar aan het Am sterdamse conservatorium, in 1937 gevolgd door de benoeming tot di recteur van het conservatorium te Utrecht. Hij was toen tevens orga nist in de Kathedrale kerk aldaar. In 1949 kreeg Hendrik Andriessen de directeurszetel aangeboden van het Koninklijk conservatorium in Den Haag en drie jaar later werd hij hoogleraar in de muziekwetenschap aan de Nijmeegse universiteit. Door zijn vele Mis-composities het Te Deum en andere religieuze koor werken heeft de componist zeer veel bijgedragen tot de vernieuwing van de kerkelijke muziek in Neder land. De KRO zal ter gelegenheid van de verjaardag van de componist twee maal aandacht aan zijn werk wij den. Zondagmiddag 16 septemebr geeft het Radio-Kamer-Orkest o.l.v. Roelof Krol een uitvoering van de variaties voor fluit, harp en strij kers van Hendrik Andriessen op 'n thema van Frangois Couperin, in 1944 door de componist geschreven. Het concert door het radio Filhar monisch Orkest o.l.v. Jean Fournet van dinsdagavond 18 september zal worden besloten met de symfoni sche étude, die in 1952 door Hendrik Andriessen werd gecomponeerd.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1962 | | pagina 7