PARIJSE HALLEN GAAN
WELDRA VERDWIJNEN
Katangese regeringsleider laat
bijten
Adoela
op een houtje
CAMPARI
KLEIN DUIMPJE MAAKT
RECLAME VOOR DE REUS
Van zout tot zoet water
BOEKENPLANK
Zal Tsjombe samengaan
met Loemoembisten
Uiensoepromantiek en veel herrie
KONGO'S SCHATKIST VRIJWEL
Britten niet
blij met
komst U-2
Scheepsmodel
naar de V.S.
6
Altraclie armer
Minder romantisch.
O O O 1
Historie
De moord op Trotski
De olifantskop
Nog drie jaar
TSJOMBE:
alle tijd
ADOELA:
...geld, geld!
Vliegtuigje stort
neer: vier doden
De Bijbel over het
Verbond
Je moet het kunnen
Tsjombe handig
politicus
Geldgeld
JE ZIET ZE WEER
STEEDS MEER!!
Veilig gebruik
DAGBLAD DE STEM VAN DINSDAG 21 AUGUSTUS 1962
(Eigen buitenlandse dienst)
Een stuk oud Parys is gedoemd om te verdwijnen en de Metropool
aan de Seine zal een wereldbekende eeuwenoude bezienswaardigheid
armer worden. „Les Halles", de bekende centrale markthallen gaan
verdwijnen. Over drie jaar zullen zij zijn overgeplaatst 15 km van het
huidige stadscentrum in een van de zuidoostelijke voorsteden. Van dit
besluit, dat reeds laren in de pen is, hebben de Parijzenaars dezer
dagen in het Franse Staatsblad kennis kunnen nemen.
Dit betekent dat Parijs-bij-nacht
een attractie armer wordt. De
buurt van de Halles is een rendez
vous van boemelaars uit alle lan
den. Men kent Parijs niet wanneer
men niet daar in de nachtelijke
juren de uiensoep genoten heeft
en kennis heeft gemaakt met het
gemêleerde publiek, dat er om
streeks vier uur in de ochtend neer
strijkt, wanneer de handel op zijn
hoogtepunt is.
Men ziet er dan heren in smoking met
hun chique dames in avondtoiletten met
Voor een bistro.
adembenemende décolleté's en oogver
blindende juwelen, tegen de nachtelijke
koude beschut door kostbare bontcapes,
naast slagersgezellen, vishandelaren,
bloemenmeisjes dat „meisjes" wel
met enkele korreltjes zout te nemen,
want de leeftijd hunner jeugd ligt meest
al reeds ver in het verleden straat
meiden, artiesten, clochard entoeristen,
die allen de bistro's in de omgeving
vullen en een caleidoscopische beeld bie
den van de vaste en vlottende bevolking
van Parijs.
Met de tijd werd deze handelswijk te
klein voor de zich steeds uitbreidende
commerce en het daarmee gepaard gaan
de verkeer. Slechts met de grootste
moeite kunnen de 15-tonners zich door
de nauwe straten wringen en het is voor
de mastodonten van de weg bepaald on
mogelijk in dit labyrint te draaien of
te keren. Er is dan ook een uitgebreide
politiemacht nodig om een vlot verloop
van het gaande en komende verkeer te
garanderen. De omvang van de handel
neemt nog steeds toe. Berekeningen heb
ben uitgewezen, dat binnen nu en vijfen
twintig jaar het dubbele van de tegen
woordige omzet zal worden behaald,
terwijl die nu reeds vier- tot zesduizend
ton fruit, groente, boter, kaas, vis en
vlees dagelijks bedraagt.!
De nieuwe hallen zullen minder roman
tisch zijn. Vijftig hectaren grond het
dubbele van de tegenwoordige opper
vlakte zijn bestemd om het nieuwe
marktcentrum ruimte te geven. Er ko
men speciale verkeersvoorzieningen, een
apart station voor de zware vrachtwa
gens, terwijl eveneens een spoorweg
station zal worden aangelegd.
De verplaatsingskosten zullen ca. twee
miljoen gulden gaan bedragen. In de
plaats van de oude hallen is men van
plan ofwel een park met parkeerruim
ten, waaraan Parijs een groot gebrek
heeft, aanleggen, ofwel men gaat er een
nieuw warenhuiscompleg neerzetten. In
ieder geval: de uiensoepromantiek gaat
er verdwijnen.
Misschien dat met de verhuizing te
vens de vele misstanden, die in de loop
der eeuwen deze wonderlijke markt be
heersen eveneens worden opgeruimd.
Voor de buitenstaanders is de handel in
de Parijse Hallen wel eens van de meest
bizarre economische activiteiten, die
men zich kan voorstellen. Deze handel
wordt beheerst door ongeschreven, maar
daarom niet minder strenge wetten,
die er alleen op gericht zijn de belangen
van de handelaars ten koste van de con
sument veilig te stellen. Er hebben zich
geheime kartels gevormd, die de touw
tjes in handen houden en waartegen tot
nu toe geen enkele Franse regering met
succes heeft kunnen optreden.
Groentenvervoer".
Reeds omstreeks 1110 ontstond op dit
terrein bezijden de huidige Boulevard de
Isaac Don Levine heeft zich veel moeite
gegeven om de achtergronden van de
moord op Trotski, gepleegd op 20 augus
tus 1940 in Mexico, te achterhalen. De
vrucht van deze onderzoekingen is dit
boek. Men komt er heel wat door te
weten over het wroeten van Stalins
agenten in de hele wereld. De wijze
waarop de moord is bedreven wordt ook
omstandig verhaald. Doch het hoofdac
cent valt op de persoon van de moorde
naar, zijn afkomst, zijn psyche, zijn po
gingen om tot het laatst toe zijn ware
identiteit te verbergen. Daartegenover
staan dan de psychiatrische en politiële
navorsingen, dié zonder een zweem van
twijfel aan het licht hebben gebracht,
dat de moordenaar niet de zoon is van
'n Belgische diplomaat zoals hij voorgaf
maar het kind van 'n Spaanse ras-revo
lutionair, draagster van hoge Sovjet
ordetekenen, die later diep ontgoocheld
werd door het communisme, zoals Stalin
het in praktijk bracht. In het begin is
dit als Prismaboek uitgegeven relaas wat
(Advertentie)
verwarrend door de veelheid van namen,
maar geleidelijk aan wordt het een in
teressant verhaal. Een echt tijdsdocument.
Sebastopol de centrale markt van Parijs,
Aan de andere kant van het terrein aan
het einde van de Rue de Turbigo werd
in 1532 de mooie Eglise de St. Eustache
gebouwd. Later werd eveneens in deze
buurt de Bours de Commerce neergezet.
Het was koning Philippus Augustus
dezelfde, die met Richard Leeuwenhart
ter kruistocht trok die de eerste stoot
tot vestiging van deze markt gaf. Be
halve dat de grote markthandel zich
sindsdien daar concentreerde, werd het
tevens de wijk waar men elkaar ont
moette na sluiting van de café's en
amusementsinstellingen, terwijl de rest
van de stad in diepe slaap was verzon
ken. Vlak bij de Boulevard de Sebastopol
is deze buurt gemakkelijk te vinden en
trok hij reeds in vroege tijden vele bezoe
kers. Ook de studenten trokken er vaak
heen wanneer Zij tot diep in de nacht
heftig gedisputeerd hadden over be
langwekkende onderwerpen. Deze be
zoeken waren meestentijds nogal luid
ruchtig en vaker dan eens kwam het tot
stevig herrie schoppen, waarbij geweld-
dadigdheden niet uitbleven. Reeds genoera
de koning Philippus trachtte door wijze
voorschriften hen in toom te houden,
wat echter niet steeds evengoed lukte
en hem eens deed verzuchten: „Hoewel
zij pantser nog helm dragen, zijn zij ver
meteler dan ridders".
Wij verheugen er ons op, dat wij nog
drie jaar de kans krijgen de specifieke
eethuisjes rondom de Halles te kunnen
frequenteren en heerlijk uiensoep te
slobberen met daarbij stukken ver? cro-
quant Frans brood.
Men kan hier 's nachts alle mogelijke
mensen aantreffen. Zo gebeurde het toen
wij op een nacht de inwendige mens
gingen versterken, plotseling drie meis
jes aan ons tafeltje neerstreken. Het
waren twee Duitse en naar de spraak
te oordelen een Elzasserin. Nieuws
gierig naar het feit, dat drie nog zo
jonge meisjes, slechts sjofel gekleed, al
leen midden in de nacht nog rondzwier
ven, begonnen wij eeh praatje. Na enige
aarzeling toen zij hoorden, dat wij
Duits spraken kregen wij het verhaal
te horen. Zij waren op vakantiereis, doch
hun geld bleek ontoereikend. Met hun
laatste geld waren zij terecht gekomen
in een verdacht „hotelletje" in de Rue
Notre Dame de Lorette. Daar waren ze
lastig gevallen en met achterlating van
al hun bagage hadden ze de vlucht ge
nomen. Nu hoopten zij in de buurt van
de hallen een vrachtwagenchauffeur te
vinden, die hen een lift richting huis
waarts zou willen geven.
(Eigen buitenlandse dienst)
Sinds lang staart de schatmeester van de Kongolese regering op
de bodem van de schatkist. Iedereen, die hier het regeringsspel der
hedendaagse machthebbers van onverantwoordelijk smijten met geld
voor nutteloze dingen, van overdrevenheid, waarmee topfunctiona
rissen hun baantjes met uiterlijke kostbare franje menen te moeten
omgeven aanziet, vraagt zich af hoe het mogelijk is, dat deze
spectaculaire caroussel kan blijven draaien.
De vruchteloze onderhandelingen tussen de Kongolese premier
Adoela en de president van Katanga, Tsjombe, hebben wellicht
nog een grotere financiële dan politieke crisis veroorzaakt. Met de
moed der vertwijfeling heeft men zich vastgeklampt aan de hoop,
dat met Tsjombe een akkoord zou worden bereikt en dus ook nieuwe
geldmiddelen in de staatskas zouden toevloeien. Voor premier Adoela
zoveel als de uiterste voorwaarde om verder te kunen regeren, en om
hét algemene defaitisme en de ontevredenheid te kunnen overwinnen
l'aperitivo
Gen. vert. O. Ognibeni Co., A dam.
Een klein vliegtuigje is gisteren kort
na de start bij Clinton in de Canadese
provincie Ontario tegen een lichtmast
gevlogen, in brand geraakt en neerge
stort. Vier inzittenden kwamen om het
leven.
Het toestel had een gedwongen lan
ding moeten maken omdat de motor
oververhit was en het kompas niet meer
werkte.
Het titelverhaal van Philip MacDonalds
vierde boek in de Prisma-serie is zeker
niet het beste van de zes vertellingen
die het boekje „De olifantskop" bevat.
Datzelfde geldt voor de Engelse uitgave
die tot titel kreeg „The man out of the
rain and other stories", welke Jos Pan-
huysen vertaalde. Maar dat zegt niets
van de kwaliteit van MacDonalds vertel
kunst. Hij is een meester, zoals het ver
haal „De tussenpersoon" opniew bewijst.
Volgens de uitgever heeft een Ameri
kaans criticus deze verhalen „kaviaar
voor de liefhebbers van spanning" ge
noemd, een typering die wij graag onder
schrijven. Een bundel bijzonder knap op
gezette en goed vertelde verhalen, die
geen liefhebber mag missen.
Wij zijn groot geworden met de be
grippen Oud en Nieuw Verbond. Toch
is het niet denkbeeldig dat bij velen
onzer deze woorden vrijwel zinledig zijn:
zij hebben alleen maar historische be-
tekenié, voor ons christelijk leven heb
ben zij weinig of geen praktische waar
de Het is daarom toe te juichen dat
in de Bijbel-over-Serie van Romen en
Zoon een werkje verscheen, dat de be
tekenis van het Verbond vanuit de Bij
bei nader belicht.
Voor wat het Oud Verbond betreft, lijkt
me de schr. Drs W. Bouwmeester, in
zijn opzet geslaagd. Hij plaatst het Ver
bond in oosters perspectiel en beschrijft
de betekenis ervan, de kern, de verschil
lende facetten zowel voor de oosterse
volken in het algemeen als in het bij
zonder voor het Israël Gods. Terloops
zij bemerkt dat lang niet alle lezers
v/eet zullen hebben van een Jahwistische
Elchistische en Priestertraditie, 'n Korte
verklaring ware niet overbodig geweest
Over de uiteenzetting van het Nieuw
Verbond kan ik niet zo enthousiast zijn.
Ik vrees dat vooral hier de schr. zijn
de lezers de actuele betekenis bij te
doe' niet bereikt de lezers de actuele
betekenis bij te brengen van het Nieuw
Verbond, als iets „waarbij ze zelf be
trokken zijn" (blz. 5).
Niet voldoende lijkt me benadrukt, dat
Cnristus als Middelaar van het Nieuw
en Eeuwig Verbond geen voorbijgaand
tussenpersoon is maar verpersoonlijking
Van het Verbond zelf. Hij is 't Verbond.
Dit liefde-verbond tussen Jaweh en Is
raël, tussen Christus en de Kerk wordt
in een heilig liturgisch Spel door héél
de vergadering der gelovigen „eucha
ristisch" gevierd. Misschien heeft plaats
gebrek de schr. verhinderd dit m.i. be
langrijke gegeven nader uit te werken.
Het is jammer, de overtreffende waar
de van het Verbond waarin wij leven,
zcu in een scherper licht zijn geplaatst.
Deze kritische opmerking z.j voor de
lezers van de Bijbelovers echter geen
aanleiding dit werkje ongelezen te laten.
Irtegendeel, in menig opzicht verdient
het dezelfde belangstelling als de voor
afgaande nummers.
Ook hebben wij wel eens een aardig
schilderijtje van een zwervende artisan
voor een bord uiensoep en enkele crois
sants op de kop kunnen tikken. Voor ons
is echter het meest vermakelijke, wan
neer wij tussen het bonte gezelschap een
groepje Hollandse toeristen ontdekken.
Meestal onmodieus gekleed, terwijl zij
geen woord Frans spreken noch ver
staan. Met kleurige feestmutsen, zoals
men ze ook in 't vaderland in Valkenburg
en Zandvoort ziet, en gedecoreerd met
broches van de Eifeltoren en de vrouwen
vaak met de onafscheidelijke boodschap
pentas aan de arm vallen ze de bistro's
binnen. Schreeuwerig roepen ze „ober'
In rap Frans vertelt hen deze dat ze
heerlijke uiensoep kunnen krijgen. Ze
knikken maar ja. Ze kijken vreemd op
wanneer ze diepe borden met soep en
stukken brood krijgen voorgezet. Ze
ruiken er eens aan, kijken elkaar ,aan,
de moedigste neemt een lepel, de ande
ren volgen en dan, beste lezers,
slikken ze kokhalzend de soep door. Ze
roepen nu weer, maar minder luid
„ober", betalen en met de staart tussen
de benen verdwijnen ze. Geen gillend
lachen, maar met afgrijzen op de rode
konen, met de feestmutsen op het hoofd
als getekenden, verdwijnen ze in de
nacht. Soms hoorden we nog zo iets als.:
„Lawemaarnaarthotelgaan, ik hep nog
een lekker stukkie worst...."
Wij gunnen hun die worst van harte,
maar we zullen nog lekker drie jaar
uiensoep slobberen, heet, pikant, zonder
plichtplegingen. Het is een kunst die je
moet leren, maar als je eenmaal de
smaak te pakken hebt
Het is dan ook begrijpelijk, dat hij op
Tsjombes terugkeer naar Elisabethstad
zonder dat ook maar enig akkoord be
reikt was, zo zenuwachtig reageerde. On
middellijk zond hij de minister van Bui
tenlandse Zaken Bomboko en de minis
ter van Binnenlandse Zaken Kamitatoe
naar de Verenigde Naties in New York.
om daar te pogen financiële steun van
Tsjombe en van de UNO te realiseren.
Tsjombe, die in het politieke duel
steeds zijn meesterschap heeft getoond,
heeft op de beschuldigingen en het hulp
geroep van Adoela zeer nuchter gerea
geerd, door in een telegram aan de UNO
verwonderd op te merken, niets van
Adoela's reacties te begrijpen. Van een
mislukking der onderhandelingen met
de centrale regering over een herinlij-
ving van Katanga in een allesomvat
tende Kongolese staat was hem niets
bekend. Men had eenvoudig tot een
pauze in die onderhandelingen besloten,
opdat een commissie de nog openstaan
de vragen zou kunen ophelderen. Zodra
zij daarmee klaar zou zijn, zou hij graag
v/eer met Adoela samenkomen om op
grond van de verkregen resultaten een
politieke oplossing te vinden.
De centrale Kongolese regering kan
alleen uit haar geldzorgen komen, wan
neer Katanga van zijn rijkdommen af
ziet Rekt Tsjombe, die vanwege die
rijkdommen rustig wachten kan, de on
derhandelingen niet opzettelijk, om in
tussen Adoela in onoplosbare moeilijk
heden te brengen? Het Kongolese parle
ment, waartoe ook afgevaardigden van
Katanga behoren, heeft in de eerste
degen van juni de begroting van dit
jaar vastgesteld.
Zij vermeldt aan uitgaven ongeveer
420 miljoen gulden, waartegenover aan
inkomsten ongeveer 180 miljoen staan.
Het reusachtige tekort moet, aldus luid
de de vrome wens in de toelichting, door
„andere financieringsmiddelen" gedekt
worden. Bedoeld was hier: met het geld,
dal na afloop der onderhandelingen uit
Katanga gehaald zou worden.
Zoals gezegd, Adoela heeft geld no
dig en wel zo spoedig mogelijk. Zijn
positie is door het voortdurende geld
gebrek en het weinige politieke succes,
dai hij weet te behalen, zelfs onder
zijn aanhangers onstabiel geworden.
Zijn, inmiddels afgezette, plaatsvervan
ger Gber.ye, leider van de Loemoemba-
partij, stelde de regeringschef min of
meer voor een ultimatum. Hij dreigde
met het terugtrekken van zijn partij
uit de regeringscoalitie en het overgaan
tot de oppositie, en zegt, dat Gbenye in
privégesprekken met Tsjombe wel mo
gelijkheden voor een overeenkomst, zon
der Adoela en bepaalde centralistische
opvattingen, ontdekt zou hebben. Veel
betekenend in dit verband is de ver
klaring van Gbenye, dat de aanhangers
var de vermoorde Loemoemba Tsjombe
be niet zonder meer verantwoordelijk
achten voor de moord op Loemoemba.
Het zou naar hun opvatting, zelfs zeer
wol mogelijk zijn. dat Tsjombe in het
geheel niets met die moord ui-.staande
zou hebben. Wanneer men zich nu de
(Advertentie)
gepassioneerde aanvallen op de „moor-
der aar" Tsjombe herinnert,' dan moet
het wel duidelijk zijn, dat er zich in
Kongo iets nieuws op politiek gebied
aan het ontwikkelen is.
Men acht het bv. niet uitgesloten, dat
ziclt in Kongo een nieuwe politieke com
binatie aan het vormen is van Tsjombe's
Conakatparty en de Loemoembisten.
Wat meteen betekent: een splijting van
Adoela's regeringsbasis en dus diens
verdwijning. Deze kans wordt nog ver
groot door de groeiende tegenstelling
tussen staatspresident Kasavoeboe en
Adoela.
De partij van Kasavoeboe, de Abako,
is voor een federalistische inrichting
van de Kongolese staat en staat daar
mee lijnrecht tegenover de partij van
Adoela. Bij het toenemer, der moeilijk
heden begint de Abako zich meer en
meer op haar program te bezinnen.
Duidelijk bleek deze tegenstelling bij de
viering van de Kongolese onafhankelijk
heidsdag op 30 juni in Leopoldstad. In
zijn herdenkingsrede, met veel rethori-
sche pathos uitgesproken, beschuldigde
Adoela Tsjombe van oneerlijk spel en
stelde een nieuwe militaire actie tegen
Katanga in het vooruitzicht. Daarna ver
scheen staatspresident Kasavoeboe op
de sprekerstribune, zei precies het te
genovergestelde, verklaarde nog alle
hoop op een vreedzame oplossing te
hebben en wees alle partijen erop, dat
zij de plicht hebben een oplossing door
onderhandelingen te verkrijgen, niet
door geweld.
Het is onder al deze omstandigheden
twijfelachtig of Bomboko en Kamitatoe
bij de UNO veel zullen bereiken. In de
Veiligheidsraad werd niets tegen Katan
ga besloten. De UNO is niet meer zo
blindelings op de hand van de Kongo
lese- regering zoals tot voor kort het
geval geweest is. Ook de Algemene Ver
gadering zal niet meer zoals twee jaar
geleden de kunstmatige centrale Kongo-
staat zonder meer volgen in zijn op
vatting de enige juiste staatsvorm te
zijn.
Adoela en zijn aanhang doorzien in
tussen wel de gevaarlijke situatie, waar
in zij dreigen terecht te komen. Alles
liever dan dat en daarom pogen zij
op korte termijn in Katanga een situatie
te scheppen, die een militair optreden
der UNO-troepen zou rechtvaardigen.
Bij Katea, aan de noordgrens van Ka-
tanga vielen troepen der centrale re
gering Katanga weer binnen. Zij wer
den door de Katangese gendarmerie
tegengehouden, wat tot bloedige botsin
gen leidde. Ook is de verhouding van
het Katangese volk tot de UNO-troepen
zeer troebel- Het kan ook niet anders
na de beestachtige dingen, die o.a. in
Elisabethstad tijdens de actie der UNO-
troepen zijn voorgevallen. Tsjombe
maant intussen tot kalmte. Hij wil niet
in de val trappen, die klaarblijkelijk op
gezet werd. Zijn wachtwoord is: geduld
en wachten. De politieus Tsjombe hoopt
spoedig de vruchten van zijn subtiele
politieke spel te kunnen oogsten.
(Advertentie)
Jaren beproefd en hoog geroemd
Mijnhardt's Zenuwtabletten
ïn de Britse pers is kritiek geuit op
de komst van de Amerikaanse U-2 vlieg
tuigen, die zondag vanuit Texas naar
het hoofdkwartier van de strategische
Britse luchtmacht te Upper Heyford zijn
gevlogen.
Amerikaanse functionarissen hebben
bekendgemaakt, dat de drie toestellen
gebruikt zullen worden voor het nemen
van luchtmonsters op grote hoogte en
weeronderzoek.
De komst van de toestellen werd op
de voorpagina's der Britse bladen afge
drukt. De Daily Express noemde de U-2's
„spionage"-vliegtuigen.
De „Daily Sketch", die doorgaans de
politiek der regering verdedigt, vroeg
zich af „kan MacMillan .nee* zeggen als
de Amerikanen besluiten een van de
U-2's... over Rusland te laten vliegen?"
Terw(jl te Moskou de beschuldiging
werd geuit, dat de U-2's voor spionage
gebruikt zouden worden, zei de Sketch
naar aanleiding van een Amerikaanse
bekendmaking, dat de vliegtuigen ge
deeltelijk voor weeronderzoek op grote
hoogte gebruikt zouden worden: „Nie
mand gelooft dat eigenlijk."
In een hoofdartikel voegde het blad er
aan toe: „Zelfs het Britse ministerie van
luchtvaart geeft toe, dat hun opdracht
verband houdt met Kroestjevs laatste
serie atoomproeven aan de poolcirkel."
- ïiA.
Op de Wezer by Bremen ontmoetten de
naar de Noordduitse havenstad vernoem
de oceaanreus „Bremen" 5 en het modej-
schip „Bremen" 4 elkaar.
Omdat er teveel zout wa
ter in de wereld is om in
te varen en te zwemmen en
te weinig zoet voor het
eveneens nobele inwendige
gebruik, speurt men naar
stig naar een methode om
van die enorme plas zout
ook „zoet" voordeel te trek
ken. Daarom komt uit
Amerika het bericht, dat
men daar in Wrightsville
Beach, Noord Carolina
een installatie „van zout tot
zoet water" gaat bouwen,
waarin voor het eerst een
nieuw, progressief, procédé
wordt toegepast.
Dit is ontwikkeld door
General Electric in de V.S,
en de fabriek, waarin zich
het een en ander zal vol
trekken, wordt voor reke
ning van het Amerikaanse
Ministerie van Binnenland
se Zaken, afdeling zouthou
dend water, neergezet in
het testcentrum van het
ministerie in Wrightsville
Beach. In het project is
voor een contract van een
jaar voorlopig 250.000
dollar belegd.
Het procédé komt er op
neer, dat zout of brak wa
ter voortdurend in een zeer
tot gevolg, dat het laagje
water binnen de koker snel
verdampt.
De waterdamp stijgt, con
denseert en kan daarna als
zuiver water worden ont
trokken. Het geconcen
treerde zout wordt onder-
dun laagje van ongeveer
1/40 mm over de binnen
kant van een warmtegelei-
dende koker wordt „ge
veegd".
Warmte-energie van stoom,
die over de' „geribbelde"
buitenkant van de koker
wordt gevoerd, heeft dan
tussen op de bodem afge
voerd. Op deze manier stelt
men zich voor per dag bijna
168.000 liter zoet water aan
de zee te ontfutselen.
Volgens General Electric
is de factor warmtegelei-
dend vermogen het belang
rijkste voordeel van het
procédé. Naarmate deze ca
paciteit namelijk groter
wordt, behoeft er minder
kapitaal en energie in deze
distillatie te worden ge
ïnvesteerd. De maatschap
pij concludeerde uit labora
toriumproeven, dat de
warmtegeleidende coëffi
ciënten vier tot vijf keer zo
groot zijn als bij de tot dus
ver gebruikte uitrusting op
dit gebied. De proefinstal
latie in Wrightsville Beach
zal uit twee hoofdonderde
len bestaan, elk met vijftien
distillatie-eenheden, die uit
warmetegeleidende kokers
bestaan van ruim drie me
ter hoogte en met een mid
dellijn van vijftien centime
ter. Doel van de fabriek is
een verdere studie om via
dit procédé op grote schaal
zoet water „uit de zee" te
halen.
Juist zoals by de stapelloop van een
echte oceaanreus, bartte een fles cham
pagne stuk tegen de boeg van het model
van de „Bremen", voordat een grote
kraan deze verkleinde uitgave van het
vroegere vlaggeschip van de „Nord-
deutsche Lloyd" in het water zette.
In 76000 uren van hun vrije tijd heb
ben de twee Westduitse knutselaars
Gunther Buse en Güther Bos in de afge
lopen 15 jaar dit grootste scheepsmodel
ter wereld opgebouwd. Er bestaat on
dertussen reeds lang een nieuw passa
giersschip, dat de naam van de Duitse ha
venstad draagt: de vijfde „Bremen". Het
modelschip is echter tot in de kleinste
details gelijk aan de „Bremen" 4 op een
schaal 1 25. Het weegt 12 ton, meet
van boeg tot achtersteven 12 meter,
heeft een breedte van 1.73 meter en van
de kiel tot het topje van de mast een
hoogte van 3.52 meter. De miniatuur-
oceaanreus wordt aangedreven door tp/ee
dieselmotoren van elk 38 p k.
Juist op het ogenblik dat de 32000 ton
metende „Bremen" 5 uit New York in
de thuishaven terugkeerde, liep de kleine
„Bremen" uit voor haar maidentrip. Film
televisie en pers waren er getuige van,
toen de zusters - beide gepavoiseerd -
elkaar op het water ontmoetten. „Waar
om houdt u zich aan de schoorsteen
vast?" riep een verslaggever de man toe,
die op het dek van de kleine „Bremen"
steen omklemde. „De schoorsteen houdt
mij vast", riep de man - een van de
bouwers - terug. Hij moest inderdaad
goed oppassen, dat hij door de slinge
rende bewegingen van het schip niet
overboord geworpen werd. Meer dan
windkracht 4 kan het schip niet ver
dragen en er stond op die dag wind
kracht 5.
Driemaal liet de grote „Bremen" a*6
groet een diepe bromtoon horen. Aan de
reling stonden de passagiers en wuifden
naar de gelijknamige notedop. Het piep-
toontje, dat het model als beantwoording
van de groet produceerde, hebben zij
waarschijnlijk niet eens gehoord. Nadat
nog een fles champagne en een heel
klein model van dé „Bremen" 5 uitge
wisseld waren, was de ceremonie voor
bij. Zo gauw mogelijk brachten de twee
modelbouwers de boot in veiligheid. Ze
wilde het schip, dat alleen aan materiaal
al 70.000 gulden gekost heeft, niet on
nodig aan de gevaren van de golfslag in
de haven blootstellen.
Wat er aan werk in het schip steekt,
is onbetaalbaar. Er moesten 30400 ko
peren klinknagels met de hand geklon
ken worden, 322® patrijspoorten en ra
men waterdicht ingezet, evenals op de
echte „Bremen" van eertijds. De plan
ken aan dek werden met 23000 koperen
spijkers bevestigd. In het inwendige van
het model bevinden zich behalve de
machinekamer en de stuurhut een ka
juit voor vier personen en een kook-
nis.
De „Norddeutsche Lloyd" heeft het
Bremen-model voor de tijd van twee jaar
gecharterd om het in verschillende lan
den te tonen. Eerst zal het de Atlantische
Oceaan oversteken naar de Verenigde
Staten. Echter niet op eigen kracht.
stond en met beide handen de schoor- maar aan boord van een vrachtschip.