Hoogste hof in strijd met V.S.: schoolgebed grondwet Bidden is moeilijk PORTRET VAN JOESSEF BEN KHEDDA Nederlanders gastheren in Spaans hotel Ree-tje krijgt zuigfles Post per eend. Kwetsbare Kennedy weer voor een lastig probleem Theoloog en psychiater wijzen de weg MERKWAARDIGE EN SCHOKKENDE UITSPRAAK Kard. Spellman: diep geschokt Onderzoek naar spook-rit van tram Twee doden bij verkeersongeval Ten zuiden van Gent Goesenaar zwaar gewond bij auto-ongeluk Kamerbewoner sticht brand Hoofd van FLN Toegenomen export Luxemburgse wijn Babbelen tussen maas scheldemortd roos van De Roosendaal (Eigen buitenlandse dienst) Wanneer wij bij nationale plechtigheden het volkslied zingen, of wanneer onze cadetten en recruten de eed op het vaandel afleggen, dan wordt God aangeroepen. Als de nieuwe president der Verenigde Staten en andere hoge functionarissen de eed op de bijbel afleggen en de woorden spreken „In God we trust" (op God vertrouwen wij), dan stellen zij hun presidentschap onder de zegen van God. En wie Amerikaans bankpapier of Amerikaanse munten op zak draagt of veilig in zijn geldkistje bewaart, heeft er niet het minste bezwaar tegen dat ditzelfde devies op biljetten en munten is gedrukt. Maar het opperste gerechtshof in de V.S. heeft, gelijk bekend, dezer dagen een vonnis uitgesproken, waarin verklaard wordt, dat, wanneer de kin deren op school bidden: „Almachige God, wij erkennen onze afhan kelijkheid van U en wij smeken U, dat Gij onze ouders, onze onder wijzers en ons land zult zegenen", dan is dat in strijd met de geest en de tekst van de grondwet! Het is niet verwonderlijk, dat deze uit spraak van het Opperste Gerechtshof enorm veel stof heeft doen opwaaien. De openbare mening is gechoqueerd, men kan niet begrijpen, dat er zulk een ave rechtse uitleg mogelijk is van wat onder gewetensvrijheid is te verstaan. Ongeveer elf jaren geleden heeft de di rectie voor opvoeding in de staat New York het schoolgebed in alle openbare scholen ingevoerd. Dit gebed wordt elke morgen voor het begin vari de lessen ge beden. De tekst was lang en breed be studeerd, adviezen waren ingewonnen bij protestanten, katholieken, joden en gods dienstloze elementen. Maar nu heeft plotseling een klein groepje burgers de desbetreffende verordening aangevoch ten en bij de schoolautoriteiten tegen dit gebed geprotesteerd. Het groepje bestaat uit twee joden, een aanhanger van een protestantse sekte, een atheïst en een aanhanger ener naturalistische „Vereni ging voor ethiek in de cultuur". Zij zijn allen inwoners van het stadje Long Is land. Nadat zij alle administratieve col leges in de zaak gemengd hadden maar overal nul op het rekest kregen, "hebben zij tenslotte de rechter erbij gehaald. Zo belandden zij in laatste instantie bij het Opperste Gerechtshof, dat met zes tegen een stemmen het protest juist, heeft be vonden, De verordening van de directie voor de opvoeding werd als strijdig met de grondwet geoordeeld. In de motivering wordt gezegd, dat volgens het eerste artikel het beste van de grondwet door de staat en zijn or ganen geen enkele godsdienst mag worden vastgelegd. Het gebed van de onderwijsautoriteiten werd daarmee in strijd geacht. Deze uitspraak kan men op goede gron den aanvechten. De grondwet toch noemt als jaar van ontstaan: het jaar 1787 van onze almachtige God, terwijl verder alle openbare bij grondwet voorgeschreven handelingen geschideen onder aanroe ping van God. Politieke munt De publieke opinie is min of meer op geschrikt en houdt-zich levendig met het geval bezig. De aartsbisschop van New York, kardinaal Spellman, uitte zich diep verontrust en zei: ,,Wij zijn diep ge schokt over een vonnis, hetwelk de sinds generaties in het Amerikaanse volk diep verankerde gevoelens recht in het hart treft". Ook tal van protestantse geestelij ken hebben hun verontwaardiging ge lucht. Maar evenzovele andere protes tantse vrijzinnige voorgangers keurden het vonnis goed, evenals alle rabijnen, de voorvechters voor de mensenrechten en de atheïsten. In het Huis van Afge vaardigden kwam het tot scherpe uitval len en een democratische afgevaardigde zei: ,,Met dit vonnis van het Opperste Gerechtshof riskeren de Verenigde Sta ten, dat de scholen tot het peil van de Sovjetrussische scholen afzakken". Ande re leden van het congres, vooral die af komstig uit de zuidelijke staten, heten zich de gelegenheid niet ontgaan, het door hen zo gehate gerechtshof een duw te geven. Een der afgevaardigden nep De substituut-officier van justitie te Amsterdam, mr. W. K. baron van De- dem. heeft gisteren ambtshalve een on derzoek gelast naar de rit, die de onbe mande tramwagen, maandagmiddag in Amsterdam-zuid heeft gemaakt. Een lege tramwagen, zonder bestuur der of monteur er op, maakte een ware spookrit. In de remise Havenstraat sloeg de wagen ,,op hol". Wonder boven wonder zijn er geen brokken gemaakt. De tramwagen reed eerst over een der drukste verkeers- rotonden van de stad, bij het Haar lemmermeerplein en zette na diverse wissels, enkele kruispunten en twee zebrapaden te zijn gepasseerd, koers in de richting van de Amstel- veenseweg. Eerst bij het eveneens druk ke kruispunt bij de Zijlstraat eindigde deze dolle rit, doordat de tramwagen in botsing kwam met twee andere tram treinen. De waarnemend directeur van het ge meente vervoerbedrijf, ir. W. Wijt, heeft op een persconferentie gisteren medede lingen gedaan over do oorzaak van het ,.op hol slaan" van de tramwagen uit de remise Havenstraat. De oorzaak is ge weest dat een monteur, die de wielban den van deze drie-assige motorwagen had geslepen op de z.g. slijpkuil, na het gereedkomen daarmede een fase in de voorgeschreven handelingen vergeten heeft uit te voeren. Voor het slijpen der wielbanden moet de gangkruk op de schakelkast in de wagen op „rijden" staan. Als het slijpen klaar is en de stroom weer wordt ingeschakeld dient eerst deze gangkruk op „0" gezet te worden. Dit is echter niet geschied. Daar door ging de wagen rijden. Thans zijn extra-veiligheidsmaatregelen genomen. In de nacht van woensdag op donder dag is omstreeks half een in de gemeen te Huizen (N.H.) op rijksweg I een ver keersongeval gebeurd, waarbij een echt paar om het leven kwam en twee andere personen zwaar gewond werden. Om ongeveer twaalf uur was er een kettingbotsing geweest nabij de No°rd- crailoseweg tegenover de Kolonel-Palm- kazerne, waarbij vier auto's betrokken waren geweest. Dit ongeval was echter van weinig betekenis en drie auto's wa ren weer weggereden. De vierde automo bilist wilde chter wachten tot de politie kwam. Terwijl hij nog wachtte, naderde uit de richting Naarden een verhuiswa gen, bestuurd door de heer R. uit Bla- ricum. Deze wilde om de stilstaande auto heen rijden, doch kwam daarbij frontaal in botsing met een uit de richting Laren komende personenauto. Het in laatst bedoelde auto zittende echtpaar Lank- reij er-Jongman uit Naarden werd bij deze botsing op slag gedood. De twee andere inzittenden van de personenauto, de heer Jongman uit Vollenhove en diens verloofde, mejuffrouw De Haan uit Kraggenburg werden ernstig gewond. Een Nederlandse vrachtauto met aan hangwagen is gisteren bij Deinze, ten zui- van Gent, tegen een boom gereden volledig vernield. De chaufteur. J. uit Goes, is zwaar ge- 8cnomén ziekenhuis van Deinze op- dim* Vl;aehiwagen was met een zware la- Franu2!1! 2P weg van Neerland naar tp a.» p de Koririjkse steenweg impm 0 raakte de bestuurder de Eer 0veru et stuur kwiJt en botste te- waarnfl ,boonV die ontworteld werd, tweed» nÜ w van de wa®cn tegen een eede boom tot stilstand kwam. pathetisch uit: „Eerst drongen de negers in onze scholen binnen, nu verdrijven ze God eruit". Intussen is het uiterst moeilijk na te gaan, wat nu eigenlijk de opvatting in de diverse staten is. Elk der vijftig Ame rikaanse staten heeft zijn eigen opvatting over de betrekkingen tussen Kerk en Staat. In New Yersey b.v. bestaat de plicht, in de school dagelijks minstens vijf verzen van het Oude Testament te lezen. Vijf andere staten hebben het ge zamenlijke dagelijkse bidden van het On ze Vader bevolen. Een aantal staten be perkt zich ertoe, de studie van de bijbel aan te bevelen. Ongeveer een derde deel van de openbare scholen in Amerika heeft bijbelstudie op het officiële leer plan staan. President Kennedy is met de uitspraak van het Opperste Gerechtshof andermaal voor een grote moeilijkheid geplaatst. Hij staat reeds in een zeer omstreden positie vanwege zijn tegenstand tegen staatssubsidies voor vrije (katholieke) scholen. Hij legt immers de grondwetpa ragraaf over de godsdienstvrijheid zo uit. dat de staat geen voorkeur mag laten gelden voor welke godsdienst ook, wat o.a. door onderwijssubsidies tot uiting zou komen. Een standpunt waarom hij door kardinaal Spellman en een groot deel van het episcopaat der V.S. scherp is aangevallen. Ook nu hij niets tegen de uitspraak van het Opperste Gerechts hof kan ondernemen, zal dit vonnis door zijn tegenstanders toch tegen hem wor den uitgespeeld omdat het, naar hun oordeel, past in de gedachten van Ken nedy. De uitspraak van het Opperste Ge rechtshof wordt intussen op juridische gronden aangevallen. Volgens het oor deel van een aantal rechtsgeleerden, is het hof buiten zijn taak en bevoegdheid gegaan door niet een oordeel in een fei telijke, aan haar oordeel onderworpen z.g. wetsovertreding uit te brengen, maar een wet, de grondwet te toetsen en daarover een mening uit te spreken. Waarbij het dan van vijandigheid tegen de godsdienst heeft getuigd. Vele christenen voelen zich na jaren lang trouw bidden niet geheel voldaan over hun gebedsleven. Zonder het pre cies onder woorden te kunnen brengen weten ze toch, dat het meer zou kunnen en moeten zijn. Als ze op bepaalde uren van het leven de dringende behoefte voe len om anders met God om te gaan dan in onophoudelijk herhaalde formules, dan voelen ze zich pijnlijk daartoe onge schikt, hulpeloos als een brabbelend kind dat iets zou willen zeggen en het niet kan. In de akker van hun leven is een schat verborgen gebleven, die ze niet opgegra ven hebben, misschien het niet waagden hem op te diepen. Vogelen des hemels hebben het gezaaide woord opgepikt, do rens van het alledaagse leven hebben het verstikt; een vage spijt blijft in hun ziel over. Misschien ook is er niemand geweest die hun het brood van het be schouwend gebed want dit is het ge voelde gemis tijdig heeft gebroken. Ik denk dat velen na jaren gebedsleven iets van dit spijtige gemis voelen. Ze zou den oprecht willen, maar brengen het niet tot stand, een atmosfeer van weife ling en gebrek aan moed hangt rondom de contemplatie. Er is al heel wat zelf dwang nodig om trouw te blijven aan de vastgestelde tijd, om deze tijd niet in verstrooidheid en gedachteloosheid te la ten voorbijgaan. En dan nog met een meditatieboek in de hand zijn we nog niet aan beschou wing toe; het is een geestelijke lezing, die een ander heeft'neergeschreven. We hebben gelezen hoe een ander het woord Gods ontmoet heeft; we hebben van die ontmoeting geprofiteerd, maar het was zijn ontmoeting, niet de onze. De ónze is niet tot stand gekomen. Een boek van Urs von Balthasar ,,Het Beschouwend Gebed" (uitgave Paul Brand) wil hier helpen. Deze hulp of liever enigerlei hulp is voor zeer velen hoogst gewenst in hun tastende pogingen, zowel in de beginperiode als in de verdere stadia van hun gebedsleven. Anders is de vrees niet denkbeeldig dat de gemakzucht of de ontmoediging het wint van de volhar ding. En dat èou heel jammer zijn, want evengoed als in vroegere tijden is het beschouwend gebed ook nü noodzakelijk. Ik spreek de wens uit, dat degenen die in deze verantwoordelijkheid hebben, van dit rijke boek kennis nemen. Het is geen gemakkelijke lectuur en veronder stelt theologische scholing, vraagt zelfs dan nog behoorlijke inspanning- Een in spanning die rijke vrucht zal afwerpen, zowel voor de lezer als voor ,,de aan hem toevertrouwden." Een boekje van Wladimir Lindenberg „Zo bidt de Mensheid" (Prismareeks) sluit in zekere z.in aan bij het werk van Urs von Balthasar. Het is een bevesti ging uit de praktijk van wat de theoloog heeft uiteengezet. De schrijver is psy chiater in een grote stad en werd door zijn praktijk meer en meer overtuigd van de grote waarde van de religieuze con centratie voor het heden ten dage vaak onevenwichtige en gestooorde zieleleven. Al is de achtergrond van waaruit hij schrijft dus een heel andere dan die van Urs von Balthasar, zijn rijke ervaring bracht hem tot eenzelfde bevinding. Zijn boek is noch een theologische, noch een filosofische of een cultuurhistorische verhandeling, maar een verzameling van wijzen van gebed en meditatie zoals die bijna over de gehele wereld in verschil lende en toch zeer veel overeenkomst vertonende vormen beoefend worden. De auteur beoogt met dit boek aan de zoekende mens met zijn verarmd en leeggezeefd innerlijk een spiegel voor te houden en hem te tonen hoeveel verhe ven voorbeelden van heiliging er bestaan, die voor ieder die vraagt, toegankelijk zijn. Aan deze voorbeelden kan de mens, die tot verinnerlijking wil komen, kracht en inspiratie putten om zich te ontwikke len tot een hoogstaande, liefdeschenken- de, dienende, wijze mens. J xi. De 65-jarige C.P.J. L. heeft in de ka mer die hij in een pension aan het Sar- phatipark in Amsterdam bewoont, brand gesticht. De kamer brandde geheel uit. Voorbijgangers zagen rook uit het pand komen. Zij waarschuwden de brandweer, die het vuur tot de kamer wist te be perken. Omstreeks half zes 's middags meldde de man zich op het hoofdbureau Hij vertelde zo juist zijn kamer in brand te hebben gestoken. Daartoe had hij een brandende elektrische kookplaat in een kast gezet, er lucifers op gelegd en er een bus petroleum bij geplaatst. Van te voren had hij er zich van overtuigd dat er niemand in huis was. Als reden voor zijn daad gaf hij op dat hij aanzegging had gekregen te verhuizen. Het pension was in andere handen overgegaan en men wilde dp kamer, die door L. al jaren werd bewoond, nu per nacht verhuren. De man was er nog niet in geslaagd een andere geschikte kamer te vinden. Men zou Joessef Ben Khedda kunnen beschrijven als de „stille Al gerijn". Het optreden van de premier van de voorlopige Algerijnse regering heeft niets melodramatisch. Ben Khedda rookt niet, verheit nimmer zijn stem en spreekt langzaam. De 42-jarige voormalige drogist was echter een van de meest vastberaden leiders der Algerijnse rebel len. In september 19fil nam hij de leiding over van de ouder wordende Ferhat Abbas. „Mijn onopvallendheid is mijn red ding", zo zou hij in 1957, ten tijde van de „strijd om Algiers" tegen zijn vrien den hebben gezegd. Ben Khedda is slank en van gemiddel de lengte. Hij ziet slecht en draagt een donkere bril. Van 1955 tot 1957 stond hij in Algiers aan het hoofd van het nationale bevrij dingsfront (FLN). Door zijn ingetogen aard lukte het hem aan de Franse agen ten en politie te ontkomen. Toen zijn benoeming tot premier werd aangekondigd, vreesde men dat Frank rijk, bij zijn contact met de rebellen, voor een „extremist" zou komen te staan. Sedertdien heeft hij zich echter voorstander van Algerijns-Franse sa menwerking getoond en is de rol van „kwaaie pier" van de revolutie vice-pre- mier Mohammed Ben Bella toegevallen. Vanaf het begin was Ben Khedda veeleer revolutionair dan op hervormin gen uit. Hij voelde weinig voor actie door grondwettelijke middelen en gaf er de voorkeur aan kleine geheime bij eenkomsten te beleggen en kleine gehei me groepen te laten handelen. Op de bijeenkomst die in 1956 door de FLN in de Soummam-vallei werd ge houden, trad Ben Khedda in contact met Ramdane Abane, Belkacem Krim en Saad Dahlab. Krim was een der histori sche leiders van de revolutionaire bewe ging. Abane werd de ijzeren leider van de groep. Bij de „strijd om Algiers", die in de winter van hetzelfde jaar werd ontketend, traden Ben Khedda en Abane op als leiders. Abane was de „Stalin" van het viertal. Hoewel Ben Khedda niet op de fanati- sche wijze van Abana was geobsedeerd, meende hij toch, dat het meest doeltref fende wapen waarmee de beweging kon vechten de terreur was en bleef hij na bij Algiers in de Algerijnse ondergrond se om de terroristen bij hun campagne leiding te geven. Joessef Ben Khedda vleugel van de rebellenregering aan de macht en hoopte men met Frankrijk te kunnen onderhandelen. Abane was dood en Ben Khedda speelde geen rol op het politieke vlak- Toen de raad van de revolutie in 1961 in Tripoli bijeenkwam, werd Ben Khedda echter benoemd tot opvolger van Ferhat Abbas. De drie pogingen te Melun in 1960 en te Evian en Lugrin in 1961 om on der de regering van Ferhat Abbas met Frankrijk te onderhandelen hadden geen succes opgeleverd. Abbas was voorstander geweest van openlijke onderhandelingen, Ben Khedda daarentegen voelde meer voor geheime contacten. Ben Khedda heeft de naam onverzoen lijk en verbeten te zijn. Hij is echter niet arrogant of korzelig. Degenen die hem hebben ontmoet zeggen dat hij innemend kan optreden indien dit nodig is, maar wanneer zulks is vereist evenveel sar casme aan de dag kan leggen. In het begin van 1957 toen de para chutisten een intensieve campagne tegen de terroristen in Algiers lan ceerden, moest Ben Khedda vluch ten. Hij ontkwam door een riool. Ben khedda speelde een belangrijke rol in de nationale raad van de Algerijnse revolutie (CNRA). het „parlement" der rebellen. Toen de voorlopige regering van de Algerijnse revolutie in 1958 werd gevormd, werd Ben Khedda minister van sociale zaken. Zestien maanden later was de rechter- Luxemburg, dat met zijn ruim 300.000 inwoners het kleinste lid van de Benelux en de Europese Economische Gemeen schap is, heeft zich de laatste jaren naast het toerisme vooral geconcentreerd op de intensivering en veredeling van de wijnbouw. Lanes de hellingen van de Moezel cultiveren 1500 families onder deskundige leiding de wijnstok in een gebied van rond 1250 ha. De Luxemburgse wijnen Elbling, Auxerrois, Rivaner, Pinot-blanc en Ru- lander vinden een steeds groter wor dende markt in Nederland. De export naar ons land liep van 28.000 liter in 1931 op tot 188.000 liter in 1939. In 1951 r~ na de oorlogsjaren dus werd er 283.000 liter naar Nederland uitgevoerd. Tot 1956 ging het crescendo. Dat jaar bedroeg de export 690.000 liter. Het vol gend jaar liep hij echter terug tot 531.000 liter. Het jaar 1958 met een uitvoer van 368.000 liter vormde een dieptepunt Daarna zette het herstel in en in 1961 bedroeg de export naar ons land 623.000 liter. Hoe de wijnbouw zich in Luxemburg verder zal ontwikkelen is nog niet te voorspellen. De kanalisering van de Moe zel met de mogelijkheid van nieuwe industriële vestigingen bedreigen, zij het niet op korte termijn, de wijngaarden langs de Moezel Wijnbouwers en rege ring van Luxemburg blijven zich echter concentreren op vergroting van'de ex port, speciaal ook naar Nederland, dat nog altijd veel minder afneemt dan België. Als u tijdens uw vakantie de zon opzoekt in Spanje en als u dan verzeilt in de bad plaats Costa Dorada en als u daar logies kiest in het schit terende hotel Goya, dan wordt u welkom geheten met een on vervalst Nederlands „goeien- dag". Daarvoor zorgt de Ooster- houter Ad Jansen (22), die u begroet vanachter de balie van de receptie. En hij is niet de enige Nederlander die werkt in dit Spaanse horeca-bedrijf. Al langer dan hij zit er zijn vriend Wim van Aert uit Breda. Zij stellen het best. Dat schrijft Ad Jansen niet alleen op de kleurige prentbriefkaarten (met heel veel gouden Spaanse zon), die hij naar zijn ouders in de Koestraat stuurt maar dat vertelden ons ook het echtpaar De Moor dat in dit hotel de vakantie heeft doorgebracht. Ze zijn er door Ad eens extra verwend. Ze zeggen nu dan ook: „Wij gingen al jaren op vakantie in Italië. Ad adviseerde ons dit keer eens naar Spanje te ko men. We hebben er geen spijt van". Waarom vertrok Ad op 30 maart naar Costa Dorada? Wim van Aert, ook receptionist in Goya, werkte er al langer. Hij schreef zijn vriend dat het er zó was. En nou ja. Ad wilde zijn Spaans leren en was avontuurlijk genoeg om eens een kijkje te nemen in het de laatste tijd weer zo druk besproken land van Franco. Zijn talen leert hij er wel, zegt een bruinge brande heer De Moor die na Spaanse temperaturen van 35 graden maar moeilijk kan wennen aan de Neder landse zomer. Niet alleen leert hij het Spaans maar evengoed het En gels en net Duits. Want Goya is een internationaal trefpunt. Het hotel telt 350 kamers. „Altijd helemaal vol", zegt de heer De Moor. Het was prettig om Ad Jansen zo af en toe bij ons te hebben, vertellen de heer en mevr. De Moor. Hij was een uitstekende gids. Zo kreeg hij van zijn baas een dag vrij om met ons naar Barcelona te rijden. Voor Ad is het ook gezellig geweest weer eens bekenden te ontmoeten in het verre Spanje. Ook Wim van Aert heeft gesproken met stadgenoten, want het echtpaar Polanen uit Breda heeft de vakantietrip meegemaakt. Over een tijdje krijgt Ad „bezoek" van zijn broer Marcel en zusje Nelly met echtgenoot. Hij stelt het er best maar een gewoon Oosterhouts praatje wil er toch ook wel eens in na al die internationale gesprekken. 0 Nederlanders In hotel Goya te Costa Dorada, waar ze extra wor den verwend door de receptionisten Ad Jansen uit Oosterhout en Wim van Aert uit Breda. Op de foto: staande Ad jansen, in het midden het Bredase echtpaar Polanen en Ads stadgenoten de heer en mevrouw De Moor uiterst links en rechts. 7even keer per dag geeft mevrouw GEESJE OOSTDIJK-OOSTER- VELD te Bosschenhoofd haar kleine ree de zuigfles. „Spatje is zoet, ja ja, Spatje is lief, hoor", zegt zy, als het beestje, dat een hele dag vertier vind in de wondere wereld van me vrouw Oostdyks tuin, hongerig op haar toe komt huppelen. AI hoeft zy dan geen luiers te wassen, zy heeft het met het reetje even druk als met een baby. 's Morgens om zes uur, als u en wij ons nog eens omdraaien in het warme bed, staat mevrouw Oostdyk op om de eerste fles voor Spatje klaar te maken. Om negen uur heeft het reetje weer honger. Om twaalf uur: opnieuw de fles. Als de mensen thee drinken, moet Spatje weer zyn melk. En om zes en om negen uur is het niet an ders. Voordat mevrouw Oostdijk gaat slapen, krygt het reetje dan zyn laat ste „neutje". En zo gaat dat nu al vier weken. Sinds de dag dat me vrouw Oostdyk op een wandeling „Een karretje langs de zandweg reed". Dat schoolliedje neurie je weer als je over de landweggetjes van het Zundertse land rydt. Maar het „lelyke eendje", een van de twee PTT-auto's die de posteryen in Zun- dert sinds kort in gebruik hebben, weerde zich best en na een tocht van vyf uur parkeerde chauffeur ADRIA- NUS VAN HASSEL zonder kleer scheuren zjjn eend voor het post kantoor. Zundert is de eerste plaats in het postdistrict Den Bosch, waaronder ook Breda ressorteert, die auto's ge bruikt voor de gewone postbestelling; het buslichten en het bezorgen van pakketpost gebeurt reeds lang per auto. In nationaal verband is JZun- dert de vijfde plaats van de PTT- „auto"-matisering. De Noordoostpol der, Venray, Roosendaal en Wester- bork in Drente zijn voorgegaan. Het betekent tijds- en personeelsbesparing. En dat niet alleen. Rijden in een auto is veel leuker je zit immers bin nen en dus droog. Aanvankelijk ging alles per fiets. Later kwam de brom fiets. De mannen die deze tweewie- Iers bereden waren echter steeds blootgesteld aan weer en wind. Eén bezwaar blijft echter. Dat is het telkens in- en uitstappen. Onze Zuiderburen de Belgen hebben dit probleem opgelost door langs de route die de wagen rijdt, de brie venbussen zo te plaatsen, dat de chauffeur niet uit de wagen hoeft. Dit voorkomt dus de moeilijkheid van de zogenaamde bijroute (het lopen van de auto naar de plaats van af gifte, in dit geval meestal eèn boer derij). Chauffeur Van Hasscl is ove rigens wel in zijn nopjes. Hij heeft er dan ook hard genoeg voor moeten werken. Behalve het gewone rijbe wijs werd ook de RAC-rijvaardig- heidstest geëist. trouwd, de broer van de grote wiel renner. Elke dag draait hij nog zijn rondjes". En hobbelend schieten we weer over de landweggetjes. Boerderijen worden aangedaan, waar hard ge werkt wordt op deze vrijdagochtend. Tegen het middaguur zitten ze daar te eten, anderen wachten reeds met spanning op wat de „post" hen gaat brengen. Vrolijk weer, vrolijke men sen, een vrolijke rit. Maar het kan ook wel eens minder gunstig zijn. Als de mulle zandwegen van nu vol wa ter staan en het wagentje zich moei zaam door de diepe modderkuilen slaat. Dan is het niet zo'n genot om op de postroute te zitten en klinkt het liedje van het karretje langs de zandweg heel wat minder vrolijk. Instappen, uitstappen maar je zit binnen. En dat is heel wat, vindt Adrianus van Hassel. Dan zijn we op weg naar de Ne derlandse grenspost. Daar wordt een praatje gemaakt met de broeder-por tier van het St. Vincentiusseminarie dat juist op de grens van Nederland en België ligt. Onder het in- en uit stappen door praat Van Hassel over zijn gezin. Hij heeft twee dochtertjes, Ria van tien en Elza van zeven. Plot seling maakt hij ons opmerkzaam op een oudere man die met het enthou siasme van de jeugd op een sport- fiels voorbijgaat. „En dat is Jan Braspenning, pas vijftig jaar ge- door de bossen van de N.V. Water- leidingmaatschappy West-Brabant het diertje in hulpeloze toestand aantrof op een bospad. Wat doe je dan? Mee nemen natuurlijk. De eerste veertien dagen kreeg Spatje zo heet het vondelingetje nu de fles in de huiskamer. Een beetje melk, wat kin- dermeer, wat suiker. De bange vraag of het reetje het halen zou, is inmid dels beantwoord. Het beestje verkeert in uitstekende conditie. Het speelt op het gazon, zoekt al naar voedsel en zal zich straks geheel met gras kun nen voeden, zoals alle grote reeën. Mevrouw Oostdijk heeft het er druk mee. Dat wel. Maar ze krygt van Spatje voor haar goede zorgen veel dankbaarheid in ruil. Het diertje is zo aan haar gehecht dat het van een ander geen voedsel aanneemt. Mevrouw Oostdyk moest daarom een personeelreisje van de waterleiding maatschappij laten schieten. Wat wil je? Je kunt het beestje toch niet la ten verhongeren Spatjes „stiefmoeder" wil haar bruinogig reetje zo lang mogelyk by zich houden. Rond haar huis is volop gelegenheid om lekker te spelen. Jammer dat de zon zo weinig schynt. Maar als het regent, kruip ik in mijn eigen hok, zegt Spatje, die af en toe de keuken of de kamer bin nenwandelt om zyn bazin gedag te zeggen. Alleen als er vreemden zyn, blijft Spatje liever buiten. Je kunt nooit weten, nietwaar? En de ree ogen zeggen: „Gaan jullie nu maar gauw weg, want ik heb honger T7 en rode roos in •L-Roosendaal bevond de grond daar wat te schraal Zij ging aan een bloemistje vragen om kunstmest voor de kwade dagen Maar de bloemist werd vreselijk boos op die impertinente roos. Hoe kun je, zei hij zonder blozen staan klagen in het dal der rozen! JAN VAN DE MOLEN Breda .DAGBLAD DE STEM VAN VRIJDAG 6 JULI 1962

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1962 | | pagina 3