Hoogste hof
in strijd met
V.S.: schoolgebed
grondwet
Bidden is moeilijk
PORTRET VAN JOESSEF
BEN KHEDDA
Nederlanders
gastheren in
Spaans hotel
Ree-tje krijgt zuigfles
Post per eend.
Kwetsbare Kennedy weer
voor een lastig probleem
Theoloog en
psychiater
wijzen de weg
MERKWAARDIGE EN SCHOKKENDE UITSPRAAK
Kard. Spellman:
diep geschokt
Onderzoek naar
spook-rit van
tram
Twee doden bij
verkeersongeval
Ten zuiden van Gent
Goesenaar zwaar
gewond bij
auto-ongeluk
Kamerbewoner
sticht brand
Hoofd van FLN
Toegenomen export
Luxemburgse wijn
Babbelen
tussen maas
scheldemortd
roos van
De
Roosendaal
(Eigen buitenlandse dienst)
Wanneer wij bij nationale plechtigheden het volkslied zingen, of
wanneer onze cadetten en recruten de eed op het vaandel afleggen,
dan wordt God aangeroepen. Als de nieuwe president der Verenigde
Staten en andere hoge functionarissen de eed op de bijbel afleggen
en de woorden spreken „In God we trust" (op God vertrouwen wij),
dan stellen zij hun presidentschap onder de zegen van God. En wie
Amerikaans bankpapier of Amerikaanse munten op zak draagt of
veilig in zijn geldkistje bewaart, heeft er niet het minste bezwaar tegen
dat ditzelfde devies op biljetten en munten is gedrukt. Maar het
opperste gerechtshof in de V.S. heeft, gelijk bekend, dezer dagen een
vonnis uitgesproken, waarin verklaard wordt, dat, wanneer de kin
deren op school bidden: „Almachige God, wij erkennen onze afhan
kelijkheid van U en wij smeken U, dat Gij onze ouders, onze onder
wijzers en ons land zult zegenen", dan is dat in strijd met de geest en
de tekst van de grondwet!
Het is niet verwonderlijk, dat deze uit
spraak van het Opperste Gerechtshof
enorm veel stof heeft doen opwaaien. De
openbare mening is gechoqueerd, men
kan niet begrijpen, dat er zulk een ave
rechtse uitleg mogelijk is van wat onder
gewetensvrijheid is te verstaan.
Ongeveer elf jaren geleden heeft de di
rectie voor opvoeding in de staat New
York het schoolgebed in alle openbare
scholen ingevoerd. Dit gebed wordt elke
morgen voor het begin vari de lessen ge
beden. De tekst was lang en breed be
studeerd, adviezen waren ingewonnen bij
protestanten, katholieken, joden en gods
dienstloze elementen. Maar nu heeft
plotseling een klein groepje burgers de
desbetreffende verordening aangevoch
ten en bij de schoolautoriteiten tegen dit
gebed geprotesteerd. Het groepje bestaat
uit twee joden, een aanhanger van een
protestantse sekte, een atheïst en een
aanhanger ener naturalistische „Vereni
ging voor ethiek in de cultuur". Zij zijn
allen inwoners van het stadje Long Is
land. Nadat zij alle administratieve col
leges in de zaak gemengd hadden maar
overal nul op het rekest kregen, "hebben
zij tenslotte de rechter erbij gehaald. Zo
belandden zij in laatste instantie bij het
Opperste Gerechtshof, dat met zes tegen
een stemmen het protest juist, heeft be
vonden, De verordening van de directie
voor de opvoeding werd als strijdig met
de grondwet geoordeeld.
In de motivering wordt gezegd, dat
volgens het eerste artikel het beste van
de grondwet door de staat en zijn or
ganen geen enkele godsdienst mag
worden vastgelegd. Het gebed van de
onderwijsautoriteiten werd daarmee in
strijd geacht.
Deze uitspraak kan men op goede gron
den aanvechten. De grondwet toch noemt
als jaar van ontstaan: het jaar 1787 van
onze almachtige God, terwijl verder alle
openbare bij grondwet voorgeschreven
handelingen geschideen onder aanroe
ping van God.
Politieke munt
De publieke opinie is min of meer op
geschrikt en houdt-zich levendig met het
geval bezig. De aartsbisschop van New
York, kardinaal Spellman, uitte zich diep
verontrust en zei: ,,Wij zijn diep ge
schokt over een vonnis, hetwelk de sinds
generaties in het Amerikaanse volk diep
verankerde gevoelens recht in het hart
treft". Ook tal van protestantse geestelij
ken hebben hun verontwaardiging ge
lucht. Maar evenzovele andere protes
tantse vrijzinnige voorgangers keurden
het vonnis goed, evenals alle rabijnen,
de voorvechters voor de mensenrechten
en de atheïsten. In het Huis van Afge
vaardigden kwam het tot scherpe uitval
len en een democratische afgevaardigde
zei: ,,Met dit vonnis van het Opperste
Gerechtshof riskeren de Verenigde Sta
ten, dat de scholen tot het peil van de
Sovjetrussische scholen afzakken". Ande
re leden van het congres, vooral die af
komstig uit de zuidelijke staten, heten
zich de gelegenheid niet ontgaan, het
door hen zo gehate gerechtshof een duw
te geven. Een der afgevaardigden nep
De substituut-officier van justitie te
Amsterdam, mr. W. K. baron van De-
dem. heeft gisteren ambtshalve een on
derzoek gelast naar de rit, die de onbe
mande tramwagen, maandagmiddag in
Amsterdam-zuid heeft gemaakt.
Een lege tramwagen, zonder bestuur
der of monteur er op, maakte een ware
spookrit. In de remise Havenstraat sloeg
de wagen ,,op hol".
Wonder boven wonder zijn er geen
brokken gemaakt. De tramwagen reed
eerst over een der drukste verkeers-
rotonden van de stad, bij het Haar
lemmermeerplein en zette na diverse
wissels, enkele kruispunten en twee
zebrapaden te zijn gepasseerd, koers
in de richting van de Amstel-
veenseweg. Eerst bij het eveneens druk
ke kruispunt bij de Zijlstraat eindigde
deze dolle rit, doordat de tramwagen
in botsing kwam met twee andere tram
treinen.
De waarnemend directeur van het ge
meente vervoerbedrijf, ir. W. Wijt, heeft
op een persconferentie gisteren medede
lingen gedaan over do oorzaak van het
,.op hol slaan" van de tramwagen uit
de remise Havenstraat. De oorzaak is ge
weest dat een monteur, die de wielban
den van deze drie-assige motorwagen
had geslepen op de z.g. slijpkuil, na het
gereedkomen daarmede een fase in de
voorgeschreven handelingen vergeten
heeft uit te voeren. Voor het slijpen der
wielbanden moet de gangkruk op de
schakelkast in de wagen op „rijden"
staan. Als het slijpen klaar is en de
stroom weer wordt ingeschakeld dient
eerst deze gangkruk op „0" gezet te
worden. Dit is echter niet geschied. Daar
door ging de wagen rijden. Thans zijn
extra-veiligheidsmaatregelen genomen.
In de nacht van woensdag op donder
dag is omstreeks half een in de gemeen
te Huizen (N.H.) op rijksweg I een ver
keersongeval gebeurd, waarbij een echt
paar om het leven kwam en twee andere
personen zwaar gewond werden.
Om ongeveer twaalf uur was er een
kettingbotsing geweest nabij de No°rd-
crailoseweg tegenover de Kolonel-Palm-
kazerne, waarbij vier auto's betrokken
waren geweest. Dit ongeval was echter
van weinig betekenis en drie auto's wa
ren weer weggereden. De vierde automo
bilist wilde chter wachten tot de politie
kwam. Terwijl hij nog wachtte, naderde
uit de richting Naarden een verhuiswa
gen, bestuurd door de heer R. uit Bla-
ricum. Deze wilde om de stilstaande auto
heen rijden, doch kwam daarbij frontaal
in botsing met een uit de richting Laren
komende personenauto. Het in laatst
bedoelde auto zittende echtpaar Lank-
reij er-Jongman uit Naarden werd bij
deze botsing op slag gedood. De twee
andere inzittenden van de personenauto,
de heer Jongman uit Vollenhove en
diens verloofde, mejuffrouw De Haan uit
Kraggenburg werden ernstig gewond.
Een Nederlandse vrachtauto met aan
hangwagen is gisteren bij Deinze, ten zui-
van Gent, tegen een boom gereden
volledig vernield. De chaufteur. J.
uit Goes, is zwaar ge-
8cnomén ziekenhuis van Deinze op-
dim* Vl;aehiwagen was met een zware la-
Franu2!1! 2P weg van Neerland naar
tp a.» p de Koririjkse steenweg
impm 0 raakte de bestuurder de
Eer 0veru et stuur kwiJt en botste te-
waarnfl ,boonV die ontworteld werd,
tweed» nÜ w van de wa®cn tegen een
eede boom tot stilstand kwam.
pathetisch uit: „Eerst drongen de negers
in onze scholen binnen, nu verdrijven ze
God eruit".
Intussen is het uiterst moeilijk na te
gaan, wat nu eigenlijk de opvatting in
de diverse staten is. Elk der vijftig Ame
rikaanse staten heeft zijn eigen opvatting
over de betrekkingen tussen Kerk en
Staat. In New Yersey b.v. bestaat de
plicht, in de school dagelijks minstens
vijf verzen van het Oude Testament te
lezen. Vijf andere staten hebben het ge
zamenlijke dagelijkse bidden van het On
ze Vader bevolen. Een aantal staten be
perkt zich ertoe, de studie van de bijbel
aan te bevelen. Ongeveer een derde deel
van de openbare scholen in Amerika
heeft bijbelstudie op het officiële leer
plan staan.
President Kennedy is met de uitspraak
van het Opperste Gerechtshof andermaal
voor een grote moeilijkheid geplaatst.
Hij staat reeds in een zeer omstreden
positie vanwege zijn tegenstand tegen
staatssubsidies voor vrije (katholieke)
scholen. Hij legt immers de grondwetpa
ragraaf over de godsdienstvrijheid zo
uit. dat de staat geen voorkeur mag laten
gelden voor welke godsdienst ook, wat
o.a. door onderwijssubsidies tot uiting
zou komen. Een standpunt waarom hij
door kardinaal Spellman en een groot
deel van het episcopaat der V.S. scherp
is aangevallen. Ook nu hij niets tegen
de uitspraak van het Opperste Gerechts
hof kan ondernemen, zal dit vonnis door
zijn tegenstanders toch tegen hem wor
den uitgespeeld omdat het, naar hun
oordeel, past in de gedachten van Ken
nedy.
De uitspraak van het Opperste Ge
rechtshof wordt intussen op juridische
gronden aangevallen. Volgens het oor
deel van een aantal rechtsgeleerden, is
het hof buiten zijn taak en bevoegdheid
gegaan door niet een oordeel in een fei
telijke, aan haar oordeel onderworpen
z.g. wetsovertreding uit te brengen,
maar een wet, de grondwet te toetsen
en daarover een mening uit te spreken.
Waarbij het dan van vijandigheid tegen
de godsdienst heeft getuigd.
Vele christenen voelen zich na jaren
lang trouw bidden niet geheel voldaan
over hun gebedsleven. Zonder het pre
cies onder woorden te kunnen brengen
weten ze toch, dat het meer zou kunnen
en moeten zijn. Als ze op bepaalde uren
van het leven de dringende behoefte voe
len om anders met God om te gaan dan
in onophoudelijk herhaalde formules,
dan voelen ze zich pijnlijk daartoe onge
schikt, hulpeloos als een brabbelend kind
dat iets zou willen zeggen en het niet
kan.
In de akker van hun leven is een schat
verborgen gebleven, die ze niet opgegra
ven hebben, misschien het niet waagden
hem op te diepen. Vogelen des hemels
hebben het gezaaide woord opgepikt, do
rens van het alledaagse leven hebben
het verstikt; een vage spijt blijft in hun
ziel over. Misschien ook is er niemand
geweest die hun het brood van het be
schouwend gebed want dit is het ge
voelde gemis tijdig heeft gebroken.
Ik denk dat velen na jaren gebedsleven
iets van dit spijtige gemis voelen. Ze zou
den oprecht willen, maar brengen het
niet tot stand, een atmosfeer van weife
ling en gebrek aan moed hangt rondom
de contemplatie. Er is al heel wat zelf
dwang nodig om trouw te blijven aan de
vastgestelde tijd, om deze tijd niet in
verstrooidheid en gedachteloosheid te la
ten voorbijgaan.
En dan nog met een meditatieboek
in de hand zijn we nog niet aan beschou
wing toe; het is een geestelijke lezing,
die een ander heeft'neergeschreven. We
hebben gelezen hoe een ander het woord
Gods ontmoet heeft; we hebben van die
ontmoeting geprofiteerd, maar het was
zijn ontmoeting, niet de onze. De ónze
is niet tot stand gekomen. Een boek van
Urs von Balthasar ,,Het Beschouwend
Gebed" (uitgave Paul Brand) wil hier
helpen. Deze hulp of liever enigerlei
hulp is voor zeer velen hoogst gewenst
in hun tastende pogingen, zowel in de
beginperiode als in de verdere stadia
van hun gebedsleven. Anders is de vrees
niet denkbeeldig dat de gemakzucht of
de ontmoediging het wint van de volhar
ding. En dat èou heel jammer zijn, want
evengoed als in vroegere tijden is het
beschouwend gebed ook nü noodzakelijk.
Ik spreek de wens uit, dat degenen die
in deze verantwoordelijkheid hebben,
van dit rijke boek kennis nemen. Het is
geen gemakkelijke lectuur en veronder
stelt theologische scholing, vraagt zelfs
dan nog behoorlijke inspanning- Een in
spanning die rijke vrucht zal afwerpen,
zowel voor de lezer als voor ,,de aan
hem toevertrouwden."
Een boekje van Wladimir Lindenberg
„Zo bidt de Mensheid" (Prismareeks)
sluit in zekere z.in aan bij het werk van
Urs von Balthasar. Het is een bevesti
ging uit de praktijk van wat de theoloog
heeft uiteengezet. De schrijver is psy
chiater in een grote stad en werd door
zijn praktijk meer en meer overtuigd van
de grote waarde van de religieuze con
centratie voor het heden ten dage vaak
onevenwichtige en gestooorde zieleleven.
Al is de achtergrond van waaruit hij
schrijft dus een heel andere dan die van
Urs von Balthasar, zijn rijke ervaring
bracht hem tot eenzelfde bevinding. Zijn
boek is noch een theologische, noch een
filosofische of een cultuurhistorische
verhandeling, maar een verzameling van
wijzen van gebed en meditatie zoals die
bijna over de gehele wereld in verschil
lende en toch zeer veel overeenkomst
vertonende vormen beoefend worden.
De auteur beoogt met dit boek aan de
zoekende mens met zijn verarmd en
leeggezeefd innerlijk een spiegel voor te
houden en hem te tonen hoeveel verhe
ven voorbeelden van heiliging er bestaan,
die voor ieder die vraagt, toegankelijk
zijn. Aan deze voorbeelden kan de mens,
die tot verinnerlijking wil komen, kracht
en inspiratie putten om zich te ontwikke
len tot een hoogstaande, liefdeschenken-
de, dienende, wijze mens.
J xi.
De 65-jarige C.P.J. L. heeft in de ka
mer die hij in een pension aan het Sar-
phatipark in Amsterdam bewoont, brand
gesticht. De kamer brandde geheel uit.
Voorbijgangers zagen rook uit het pand
komen. Zij waarschuwden de brandweer,
die het vuur tot de kamer wist te be
perken. Omstreeks half zes 's middags
meldde de man zich op het hoofdbureau
Hij vertelde zo juist zijn kamer in brand
te hebben gestoken. Daartoe had hij een
brandende elektrische kookplaat in een
kast gezet, er lucifers op gelegd en er
een bus petroleum bij geplaatst. Van te
voren had hij er zich van overtuigd dat
er niemand in huis was. Als reden voor
zijn daad gaf hij op dat hij aanzegging
had gekregen te verhuizen. Het pension
was in andere handen overgegaan en men
wilde dp kamer, die door L. al jaren
werd bewoond, nu per nacht verhuren.
De man was er nog niet in geslaagd een
andere geschikte kamer te vinden.
Men zou Joessef Ben Khedda kunnen beschrijven als de „stille Al
gerijn". Het optreden van de premier van de voorlopige Algerijnse
regering heeft niets melodramatisch. Ben Khedda rookt niet, verheit
nimmer zijn stem en spreekt langzaam. De 42-jarige voormalige drogist
was echter een van de meest vastberaden leiders der Algerijnse rebel
len. In september 19fil nam hij de leiding over van de ouder wordende
Ferhat Abbas.
„Mijn onopvallendheid is mijn red
ding", zo zou hij in 1957, ten tijde van
de „strijd om Algiers" tegen zijn vrien
den hebben gezegd.
Ben Khedda is slank en van gemiddel
de lengte. Hij ziet slecht en draagt een
donkere bril.
Van 1955 tot 1957 stond hij in Algiers
aan het hoofd van het nationale bevrij
dingsfront (FLN). Door zijn ingetogen
aard lukte het hem aan de Franse agen
ten en politie te ontkomen.
Toen zijn benoeming tot premier werd
aangekondigd, vreesde men dat Frank
rijk, bij zijn contact met de rebellen,
voor een „extremist" zou komen te
staan. Sedertdien heeft hij zich echter
voorstander van Algerijns-Franse sa
menwerking getoond en is de rol van
„kwaaie pier" van de revolutie vice-pre-
mier Mohammed Ben Bella toegevallen.
Vanaf het begin was Ben Khedda
veeleer revolutionair dan op hervormin
gen uit. Hij voelde weinig voor actie
door grondwettelijke middelen en gaf
er de voorkeur aan kleine geheime bij
eenkomsten te beleggen en kleine gehei
me groepen te laten handelen.
Op de bijeenkomst die in 1956 door de
FLN in de Soummam-vallei werd ge
houden, trad Ben Khedda in contact met
Ramdane Abane, Belkacem Krim en
Saad Dahlab. Krim was een der histori
sche leiders van de revolutionaire bewe
ging. Abane werd de ijzeren leider van
de groep. Bij de „strijd om Algiers",
die in de winter van hetzelfde jaar werd
ontketend, traden Ben Khedda en Abane
op als leiders.
Abane was de „Stalin" van het viertal.
Hoewel Ben Khedda niet op de fanati-
sche wijze van Abana was geobsedeerd,
meende hij toch, dat het meest doeltref
fende wapen waarmee de beweging kon
vechten de terreur was en bleef hij na
bij Algiers in de Algerijnse ondergrond
se om de terroristen bij hun campagne
leiding te geven.
Joessef Ben Khedda
vleugel van de rebellenregering aan de
macht en hoopte men met Frankrijk te
kunnen onderhandelen. Abane was dood
en Ben Khedda speelde geen rol op het
politieke vlak-
Toen de raad van de revolutie in 1961
in Tripoli bijeenkwam, werd Ben Khedda
echter benoemd tot opvolger van Ferhat
Abbas.
De drie pogingen te Melun in 1960
en te Evian en Lugrin in 1961 om on
der de regering van Ferhat Abbas met
Frankrijk te onderhandelen hadden geen
succes opgeleverd.
Abbas was voorstander geweest van
openlijke onderhandelingen, Ben Khedda
daarentegen voelde meer voor geheime
contacten.
Ben Khedda heeft de naam onverzoen
lijk en verbeten te zijn. Hij is echter niet
arrogant of korzelig. Degenen die hem
hebben ontmoet zeggen dat hij innemend
kan optreden indien dit nodig is, maar
wanneer zulks is vereist evenveel sar
casme aan de dag kan leggen.
In het begin van 1957 toen de para
chutisten een intensieve campagne
tegen de terroristen in Algiers lan
ceerden, moest Ben Khedda vluch
ten. Hij ontkwam door een riool.
Ben khedda speelde een belangrijke rol
in de nationale raad van de Algerijnse
revolutie (CNRA). het „parlement" der
rebellen. Toen de voorlopige regering
van de Algerijnse revolutie in 1958 werd
gevormd, werd Ben Khedda minister
van sociale zaken.
Zestien maanden later was de rechter-
Luxemburg, dat met zijn ruim 300.000
inwoners het kleinste lid van de Benelux
en de Europese Economische Gemeen
schap is, heeft zich de laatste jaren
naast het toerisme vooral geconcentreerd
op de intensivering en veredeling van
de wijnbouw. Lanes de hellingen van de
Moezel cultiveren 1500 families onder
deskundige leiding de wijnstok in een
gebied van rond 1250 ha.
De Luxemburgse wijnen Elbling,
Auxerrois, Rivaner, Pinot-blanc en Ru-
lander vinden een steeds groter wor
dende markt in Nederland. De export
naar ons land liep van 28.000 liter in
1931 op tot 188.000 liter in 1939. In 1951
r~ na de oorlogsjaren dus werd er
283.000 liter naar Nederland uitgevoerd.
Tot 1956 ging het crescendo. Dat jaar
bedroeg de export 690.000 liter. Het vol
gend jaar liep hij echter terug tot 531.000
liter. Het jaar 1958 met een uitvoer van
368.000 liter vormde een dieptepunt
Daarna zette het herstel in en in 1961
bedroeg de export naar ons land 623.000
liter.
Hoe de wijnbouw zich in Luxemburg
verder zal ontwikkelen is nog niet te
voorspellen. De kanalisering van de Moe
zel met de mogelijkheid van nieuwe
industriële vestigingen bedreigen, zij het
niet op korte termijn, de wijngaarden
langs de Moezel Wijnbouwers en rege
ring van Luxemburg blijven zich echter
concentreren op vergroting van'de ex
port, speciaal ook naar Nederland, dat
nog altijd veel minder afneemt dan
België.
Als u tijdens uw vakantie de
zon opzoekt in Spanje en
als u dan verzeilt in de bad
plaats Costa Dorada en als u
daar logies kiest in het schit
terende hotel Goya, dan wordt
u welkom geheten met een on
vervalst Nederlands „goeien-
dag". Daarvoor zorgt de Ooster-
houter Ad Jansen (22), die
u begroet vanachter de balie
van de receptie. En hij is niet
de enige Nederlander die werkt
in dit Spaanse horeca-bedrijf.
Al langer dan hij zit er zijn
vriend Wim van Aert uit
Breda.
Zij stellen het best. Dat schrijft
Ad Jansen niet alleen op de kleurige
prentbriefkaarten (met heel veel
gouden Spaanse zon), die hij naar zijn
ouders in de Koestraat stuurt maar
dat vertelden ons ook het echtpaar
De Moor dat in dit hotel de vakantie
heeft doorgebracht. Ze zijn er door
Ad eens extra verwend. Ze zeggen
nu dan ook: „Wij gingen al jaren
op vakantie in Italië. Ad adviseerde
ons dit keer eens naar Spanje te ko
men. We hebben er geen spijt van".
Waarom vertrok Ad op 30 maart
naar Costa Dorada? Wim van Aert,
ook receptionist in Goya, werkte er
al langer. Hij schreef zijn vriend dat
het er zó was. En nou ja. Ad wilde
zijn Spaans leren en was avontuurlijk
genoeg om eens een kijkje te nemen
in het de laatste tijd weer zo druk
besproken land van Franco. Zijn talen
leert hij er wel, zegt een bruinge
brande heer De Moor die na Spaanse
temperaturen van 35 graden maar
moeilijk kan wennen aan de Neder
landse zomer. Niet alleen leert hij
het Spaans maar evengoed het En
gels en net Duits. Want Goya is een
internationaal trefpunt. Het hotel
telt 350 kamers. „Altijd helemaal vol",
zegt de heer De Moor.
Het was prettig om Ad Jansen zo
af en toe bij ons te hebben, vertellen
de heer en mevr. De Moor. Hij was
een uitstekende gids. Zo kreeg hij van
zijn baas een dag vrij om met ons
naar Barcelona te rijden.
Voor Ad is het ook gezellig geweest
weer eens bekenden te ontmoeten in
het verre Spanje. Ook Wim van Aert
heeft gesproken met stadgenoten,
want het echtpaar Polanen uit Breda
heeft de vakantietrip meegemaakt.
Over een tijdje krijgt Ad „bezoek"
van zijn broer Marcel en zusje Nelly
met echtgenoot. Hij stelt het er best
maar een gewoon Oosterhouts praatje
wil er toch ook wel eens in na al die
internationale gesprekken.
0 Nederlanders In hotel Goya te
Costa Dorada, waar ze extra wor
den verwend door de receptionisten
Ad Jansen uit Oosterhout en Wim
van Aert uit Breda. Op de foto:
staande Ad jansen, in het midden het
Bredase echtpaar Polanen en Ads
stadgenoten de heer en mevrouw
De Moor uiterst links en rechts.
7even keer per dag geeft mevrouw
GEESJE OOSTDIJK-OOSTER-
VELD te Bosschenhoofd haar kleine
ree de zuigfles. „Spatje is zoet, ja ja,
Spatje is lief, hoor", zegt zy, als het
beestje, dat een hele dag vertier
vind in de wondere wereld van me
vrouw Oostdyks tuin, hongerig op
haar toe komt huppelen. AI hoeft zy
dan geen luiers te wassen, zy heeft
het met het reetje even druk als met
een baby.
's Morgens om zes uur, als u en wij
ons nog eens omdraaien in het warme
bed, staat mevrouw Oostdyk op om
de eerste fles voor Spatje klaar te
maken. Om negen uur heeft het reetje
weer honger. Om twaalf uur: opnieuw
de fles. Als de mensen thee drinken,
moet Spatje weer zyn melk. En om
zes en om negen uur is het niet an
ders. Voordat mevrouw Oostdijk gaat
slapen, krygt het reetje dan zyn laat
ste „neutje". En zo gaat dat nu al
vier weken. Sinds de dag dat me
vrouw Oostdyk op een wandeling
„Een karretje langs de zandweg
reed". Dat schoolliedje neurie je
weer als je over de landweggetjes
van het Zundertse land rydt. Maar
het „lelyke eendje", een van de twee
PTT-auto's die de posteryen in Zun-
dert sinds kort in gebruik hebben,
weerde zich best en na een tocht van
vyf uur parkeerde chauffeur ADRIA-
NUS VAN HASSEL zonder kleer
scheuren zjjn eend voor het post
kantoor.
Zundert is de eerste plaats in het
postdistrict Den Bosch, waaronder
ook Breda ressorteert, die auto's ge
bruikt voor de gewone postbestelling;
het buslichten en het bezorgen van
pakketpost gebeurt reeds lang per
auto. In nationaal verband is JZun-
dert de vijfde plaats van de PTT-
„auto"-matisering. De Noordoostpol
der, Venray, Roosendaal en Wester-
bork in Drente zijn voorgegaan. Het
betekent tijds- en personeelsbesparing.
En dat niet alleen. Rijden in een auto
is veel leuker je zit immers bin
nen en dus droog. Aanvankelijk ging
alles per fiets. Later kwam de brom
fiets. De mannen die deze tweewie-
Iers bereden waren echter steeds
blootgesteld aan weer en wind.
Eén bezwaar blijft echter. Dat is
het telkens in- en uitstappen. Onze
Zuiderburen de Belgen hebben dit
probleem opgelost door langs de
route die de wagen rijdt, de brie
venbussen zo te plaatsen, dat de
chauffeur niet uit de wagen hoeft.
Dit voorkomt dus de moeilijkheid van
de zogenaamde bijroute (het lopen
van de auto naar de plaats van af
gifte, in dit geval meestal eèn boer
derij). Chauffeur Van Hasscl is ove
rigens wel in zijn nopjes. Hij heeft
er dan ook hard genoeg voor moeten
werken. Behalve het gewone rijbe
wijs werd ook de RAC-rijvaardig-
heidstest geëist.
trouwd, de broer van de grote wiel
renner. Elke dag draait hij nog zijn
rondjes".
En hobbelend schieten we weer
over de landweggetjes. Boerderijen
worden aangedaan, waar hard ge
werkt wordt op deze vrijdagochtend.
Tegen het middaguur zitten ze daar
te eten, anderen wachten reeds met
spanning op wat de „post" hen gaat
brengen. Vrolijk weer, vrolijke men
sen, een vrolijke rit. Maar het kan
ook wel eens minder gunstig zijn. Als
de mulle zandwegen van nu vol wa
ter staan en het wagentje zich moei
zaam door de diepe modderkuilen
slaat. Dan is het niet zo'n genot om
op de postroute te zitten en klinkt
het liedje van het karretje langs de
zandweg heel wat minder vrolijk.
Instappen, uitstappen maar je
zit binnen. En dat is heel wat, vindt
Adrianus van Hassel.
Dan zijn we op weg naar de Ne
derlandse grenspost. Daar wordt een
praatje gemaakt met de broeder-por
tier van het St. Vincentiusseminarie
dat juist op de grens van Nederland
en België ligt. Onder het in- en uit
stappen door praat Van Hassel over
zijn gezin. Hij heeft twee dochtertjes,
Ria van tien en Elza van zeven. Plot
seling maakt hij ons opmerkzaam op
een oudere man die met het enthou
siasme van de jeugd op een sport-
fiels voorbijgaat. „En dat is Jan
Braspenning, pas vijftig jaar ge-
door de bossen van de N.V. Water-
leidingmaatschappy West-Brabant het
diertje in hulpeloze toestand aantrof
op een bospad. Wat doe je dan? Mee
nemen natuurlijk. De eerste veertien
dagen kreeg Spatje zo heet het
vondelingetje nu de fles in de
huiskamer. Een beetje melk, wat kin-
dermeer, wat suiker. De bange vraag
of het reetje het halen zou, is inmid
dels beantwoord. Het beestje verkeert
in uitstekende conditie. Het speelt op
het gazon, zoekt al naar voedsel en
zal zich straks geheel met gras kun
nen voeden, zoals alle grote reeën.
Mevrouw Oostdijk heeft het er
druk mee. Dat wel. Maar ze krygt
van Spatje voor haar goede zorgen
veel dankbaarheid in ruil. Het diertje
is zo aan haar gehecht dat het van
een ander geen voedsel aanneemt.
Mevrouw Oostdyk moest daarom een
personeelreisje van de waterleiding
maatschappij laten schieten. Wat wil
je? Je kunt het beestje toch niet la
ten verhongeren
Spatjes „stiefmoeder" wil haar
bruinogig reetje zo lang mogelyk by
zich houden. Rond haar huis is volop
gelegenheid om lekker te spelen.
Jammer dat de zon zo weinig schynt.
Maar als het regent, kruip ik in
mijn eigen hok, zegt Spatje, die af
en toe de keuken of de kamer bin
nenwandelt om zyn bazin gedag te
zeggen. Alleen als er vreemden zyn,
blijft Spatje liever buiten. Je kunt
nooit weten, nietwaar? En de ree
ogen zeggen: „Gaan jullie nu maar
gauw weg, want ik heb honger
T7 en rode roos in
•L-Roosendaal
bevond de grond daar wat
te schraal
Zij ging aan een bloemistje
vragen
om kunstmest voor de
kwade dagen
Maar de bloemist werd
vreselijk boos
op die impertinente roos.
Hoe kun je, zei hij
zonder blozen
staan klagen in het dal
der rozen!
JAN VAN DE MOLEN
Breda
.DAGBLAD DE STEM VAN VRIJDAG 6 JULI 1962