marathon LOU LICHTVELD DOCTOR WILLEM RAVELLI ZEVENTIG JAAR OFF-BROADWAY Morris West: de vrucht van de stilte HET BOEK in de wereld KUNST Ontwikkeling Toneeltoren? Experimenten mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen Nieuwe kansen voor een Bredase schouwburg Amerikaans Theater-fenomeen Uit de 13 ROMANSCHRIJVER (Albert Helman) musicus en DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 2 JUNI 1962 13 IN THEATERBOUW IS VERANDERING OP TIL HET BRABANTS HAAGJE zit als zoveel middelgrote steden I in Nederland al jaren met een theaterprobleem. Nu bestaan- de accommodatie wordt niet meer voldoende geacht, maar dat wil in dergelijke gevallen nog bepaald niet zeggen dat er dan maar fris van de lever aan de bouw van een nieuwe schouwburg kan worden begonnen. Want een goed-geoutilleerd theater, dat voor grote beroepsgezelschappen aantrekkelijk genoeg is om ze er geregeld op de planken te krijgen, is een bijzonder kostbaar ding. En dat betekent, dat de exploitatie-kansen van een nieuwe schouwburg tevoren grondig moeten worden bekeken, wil het gebouw geen blok aan het financiële been worden. Het zou voor Breda enkel een kwestie van plaatselijk chauvinisme zijn, wan neer het zich met een dergelijk thea ter in een dodelijke concurrentie zou storten. De moeilijkheid zou dan niet allereerst in het aantrekken van ge zelschappen zitten. Het is al lang dui delijk dat in diverse provincies het theaterleven niet louter hoeft te teren op de gezelschappen uit de Randstad Holland. Al heeft de spreiding van het beroepstoneel dan een stevige knauw gekregen door de uittocht van de top van Toneelgroep Theater naar Rotter dam, het oosten en zuiden van ons land zijn voor hun theater cultuur be slist niet alleen aangewezen op Noord en Zuid-Holland. Gezelschappen uit Westfalen en België blijken even bereid om in Nederland hun prestaties te tonen als het Vlaamse toneel en zelfs Franse groe pen. Maar wat betekent dat allemaal wanneer een gebouw niet te exploite ren valt, omdat men het toch niet iedere avond kan vullen met belang stellenden voor typische theater-eve nementen. En een toneelzaal, zoals we die tot nu toe kennen, is moeilijk te gebruiken voor congressen en verga deringen. Er is nu eenmaal vanaf Palladio een merkwaardige ontwikkeling in de theaterbouw te constateren, die het theater wel een zeer apart karakter geeft. De Grieken en Romeinen ken den voornamelijk openluchttheaters. Aan drie zijden zaten de toeschouwers rond de speel- en hoorruimte. Er was dus nog geen sprake van een hoog toneel, dat van de toeschouwers ge scheiden was door een scherpe lijst. Het toneel was nog geen kijkspel, frontaal naar het publiek gekeerd, maar een spel tussen de toeschou wers. Het is waarschijnlijk vooral de be hoefte geweest aan allerlei tech nische hulpmiddelen, aan decors en kunst- en vliegwerk, die de tweede ling tussen kijkzaal en toneel in het leven heeft geroepen. De renaissance was een cultuurperiode van werke lijkheidszin, ook in de kunst. Het to neel moest de werkelijkheid naboot sen en had behoefte aan allerlei tech nische hulpmiddelen. En daarmee was het gedaan met het vrij spelen tus sen het publiek in. De trucage, die een werkelijkheids-suggestie moest oproe pen veronderstelde de mogelijkheid de technische apparaturen, waarmee Breda zit in een bijzonder moeilijke situatie, omdat het gebouw Concor dia ofwel een concurrent zou blijven van een kersverse schouwburg, ofwel in zijn bestaanskansen zou worden aangetast door de nieuwe toneeltem pel. Als geheel genomen zou de ste delijke gemeenschap dus in ieder ge val financiële schade lijden van de bouw van een tweede schouwburg. Onder deze omstandigheden is het een gelukkige omstandigheid dat de Ver eniging Concordia bereid schijnt haar gebouw aan de gemeente over te doen. Hier ligt voor de gemeente de kans om het schouwburgbeleid in één hand te krijgen en dus een planning op te bouwen, die de culturele belangen dient zonder stroppen te veroorzaken. Mocht de Bredase raad straks besluiten om deze unieke kans te grijpen, dan zal er waarschijnlijk alle aanleiding zijn om het hele schouwburgvraag- stuk opnieuw, maar zonder de ballast van een mogelijke Concordia-kwestie te bezien. Het zal misschien mogelijk zijn om het oude Concordia te ver bouwen en zo tot een bevredigende op lossing van de theaterkwestie te ko men. Maar wij kunnen ons voorstellen, dat er evenveel aanleiding bestaat de kat nog even uit de boom te kijken en rekening te houden met de wenselijk heid van nieuwbouw. Want er is op het ogenblik juist op het terrein van de schouwburg- bouw ook in Nederland een omwen teling op komst. Er zijn tal van ste den, die zich in hun gegeven situatie de bouw van typische toneeltempel niet kunnen veroorloven, omdat het niet mogelijk zal zijn het theater iedere avond met toneelliefhebbers min of meer te vullen, wat voor een redelijke exploitatie nu eenmaal nood zakelijk is. En ook Breda zit in dit schuitje. Het heeft nu eenaal niet vooraan gestaan in de rij van steden, die hun aandeel wilden hebben in de na-oorlogse hausse in de theaterbouw. Tilburg was en dit ligt gegeven de omstandigheden voor de hand Breda vóór en wist een schouwburg van bijzondere allure tot stand te bren gen. Binnenkort volgt Eindhoven. Wanneer Breda nu een onderneming van ongeveér dezelfde aard en om vang zou opzetten, dan werd hier de situatie nog hachelijker dan in Zuid- Limburg, waar Heerlen en Sittard hun nieuwe schouwburg hebben gebouwd en luttele kilometers verder Maas tricht door verbouwing een redfelijk maar kostbaar theater heeft verkre gen. HET NATIONAAL THEATER VAN MANNHEIM decors met kunst- en vliegwerk wer den overeind gehouden, te verbergen achter een lijst. Zo komen wij dan aan de apartheid van het eigenlijke toneel, dat in onze dagen is uitgegroeid tot de omvangrijkste ruimte van een schouw burg. Niet alleen in de breedte maar ook in de hoogte wint de toneelruimte het dubbel en dwars van de zaal, want het zakken, halen van allerlei decors en zetstukken vereist ook ruimtelijke ontwikkeling in de hoogte. De toneel toren is eenvoudigweg een begrip ge worden, een merkteken, dat de schouwburg van een simpele vereni- gings- of parochiezaal onderscheidt. Het ligt voor de hand, dat bij deze situatie tal van stedelijke autoritei ten het als een blaam voor hun ge meente beschouwen, wanneer ze een theater zonder echte toneeltoren bou wen, een ruimte, die niet beantwoordt aan het geclicheerde begrip van een volwaardige schouwburg. Maar laat men wel bedenken, dat er wezenlijke verandering op til is. De schilder- en beeldhouwkunst van onze tijd hebben het realisme, de sfeer van een wer kelijkheidskunst al verre achter zich gelaten. Het toneelleven, dat altijd aan een groter publiek gehouden is en zich dus in het algemeen niet ge makkelijk in de voorhoede van de kunst-ontwikkeling plaatst, volgt schoorvoetend. Geleidelijk ontstaat ook hier een neiging om los te komen van een volkomen werkelijkheidsver beelding. De decors' vermageren al tot tengere aanduidingen. Voortdurend worden pogingen gedaan door een proscenium de scherpe scheiding tus sen zaal en toneel te overbruggen. Vooral in de Nieuwe Wereld zien wij theaters opduiken, waarin het speel- podium weer aan drie zijden door spe lers is omringd. Het toneel is dan als het ware in de zaal geschoven, onge veer zoals wij tegenwoordig in onze kerken het priesterkoor in de kerkzaal bouwen en niet meer als een aanbrei- sel aan deze ruimte. Het mag tus sen haakjes wel eens even onder streept worden, dat op dit punt de kerkelijke architectuur vóór ligt op de theaterbouw van Nederland. Het ker kelijk leven hinkt niet meer achter de ontwikkeling in Nederland aan maar weet blijkbaar in een reeks gevallen zelfs voor te gaan. Op theatergebied is men in de States en ook in Canada hier en daar al veel verder dan in ons land. Het prachtige Shakespeare-theater in Stratford (Ontario) is weer een bijna klassiek theater met een halfrond van oplopende tribunes, waarbinnen de to- (Advertentie) .sportkleding VOOR DB BESTE. JAREN VAN UW I-EVEN! neelruimte als een sober podium is geplaatst. Vooral de universiteitsthe aters van de V.S. zijn voorbeelden van een totaal nieuwe opvatting. Het to neel is een sober podium, dat zelfs verwijderd kan worden en verplaatst naar gelang de behoefte. Van de hele ratteplan van decors en kunst- en vliegwerk blijft hier vrijwel niets over. Het is vooral de belichtingstech niek, die hier de toneelruimte kan helpen aan de vereiste sfeer en stem ming en andere hulpmiddelen zijn met de hele vrijwel geïmproviseerde opzet in strijd. Dat een dergelijke ontwikkeling onze toneelwereld niet onberoerd laat be wijzen de opvoeringen van de experi mentele (jongeren-) groepen uit de beroepsgezelschappen. In Amsterdam, Den Haag en Rotterdam hebben di verse manifestaties al laten zien, hoe weinig waarde men nog hecht aan de conventionele vormen van toneel-bren gen. Men speelt er op eenvoudige podia temidden van een publiek, dat bepaald niet bang is van de nieuwe voorstellings-methoden. Daarmee is tevens duidelijk dat de 'schouwburg met toren en een arsenaal van decor-mogelijkheden niet het je-van-het is in de hedendaagse toneel-ontwikkeling. Het wordt nu weer mogelijk een schouwburgzaal te bouwen, waarin het toneel geen apart element vormt. Het publiek kan vrij om het verwijderbare podium zitten in plaats van door emotioneel bewogen tribunes en naar voren stuwende bank-opstellingen als het ware met zijn aandacht in de toneel-opening ge drongen te worden. Dat betekent weer, dat de typisch mo derne toneelzaal ook voor andere doeleinden bruikbaar is. Wanneer men er grotere vergaderingen houdt, hoeft het bestuur niet ver van en hoog verheven boven de vergadering zelf in het aparte toneelstuk te tronen. Men kan in een dergelijke zaal bijeenko men als in elke willekeurige vergader zaal. Een nieuw type theater is zich dan ook aan het ontwikkelen. Ook in Ne derland wordt aan het ontwerp voor een dergelijke flexibele schouwburg hard gewerkt onder auspiciën van de Rijkscommissie van Advies voor Thea terbouw. Binnenkort zullen de eerste plannen waarschijnlijk het licht zien. Laat Breda dan ook modern zijn door zich niet vast te bijten in een traditio nele en vrijwel overleefde theaterop vatting. Het komende type zal zowel de toneel-ontwikkeling als de exploi tatie-belangen van het gebouw dienen. Dat laatste omdat het theater ook voor andere doeleinden geschikt wordt en dus zich niet in moordende concurrentiestrijd met de schouwbur gen in naburige steden hoeft te stor ten. Breda heeft de kans zich vooraan te plaatsen in een historische ontwikke lingsgang. Laat het die kans vooral niet missen uit een ambitie, die aan de werkelijkheid voorbij gaat. Mr. A. J. J. VAN ROOIJ Willem Ravelli is zeventig jaar gewor den. Bij die gelegenheid is hij hartelijk gehuldigd tijdens een druk-bezochte re ceptie. De foto laat daar iets van zien. Namens leerlingen en oud-leerlingen biedt mejuffrouw Rita van 't Groene- woud hem een antiek klokje aan. Ravelli behoort tot de generatie zangers, die in de jaren 1930 tot 1941 haar grootste kracht bereikte. Men heeft de neiging Ravelli te vereenzelvigen met de Mat- theus-passion. Dat mag geen wonder he ten want alles bij elkaar heeft deze bas- bariton zeker een vijfhonderd maal zyn medewerking aan Bachs passie gegeven. Ravelli is zijn carrière bescheiden begon nen. Het duurde wel even voor hij de stap waagde en van amateur beroepszanger werd. Hij had een veilige ambtenaren baan. Maar toen eenmaal de stap onher roepelijk was gezet, ging het. Zijn be staan veranderde op slag en werd rijker dan het vroeger ooit geweest was. In 1926 zong Ravelli voor het eerst de Christus-partij in de Mattheus-passion, in Nederland had hij toen al de kleine partijen gezongen, later de ari's. Na het afscheid van Denijs bleef hij de Christus partij zingen in alle grote uitvoeringen. Zijn repertoire is veelzijdig geweest. Het statistisch jaarboek van de Ver- enigde Naties toont aan dat de Sovjet- Unie in 1960 de meeste boeken over li teratuur en wetenschap het licht heeft doen zien. Er verschenen in dat jaar 9253 literataire publikaties, 36.931 op het gebied van de toegepaste wetenschappen en 5060 op zuiver wetenschappelijk ter rein. Wat de literatuur aangaat deed Enge land in 1960 8316 boeken verschijnen, W duitsland 5931, Japan 5705, de Verenigde Staten 5393 en Frankrijk 4219. Op het gebied van de toegepaste we tenschappen verschenen in Engeland land 3882 boeken, in Japa 2969, in West- duitslad 2518, in Polen 2250, in Honga rije 2224, in Tsjechoslowakije 2082 en in de Verenigde Staten 1876. Op het vlak van de zuivere wetenschap publiceerde Engeland 1879 boeken, West- duitsland 1188, Verenigde Staten 1089 en Japan deed meer boeken over filo sofie het licht zien dan welk ander land ook. O In het voorlopig overzicht van de mani festaties, welke het Rotterdams Phil- harmonisch Orkest voor het seizoen 1962-1963 op het programma heeft staan wordt medegedeeld dat naast Eduard Flipse en Franz-Paul Decker, die als vaste dirigenten optreden, ook Hein Jordans en de Belg André Vander- noot enkele concerten zullen geven. Ter gelegenheid van het 66e lustrum der Amsterdamse Uni versiteit zijn deze week in de Lu therse kerk aan het Spui vijf ere doctoraten uitgereikt. Op bijgaan de foto ziet men de gepromoveer den, namelijk van links naar rechts: Lou A. M. Lichtveld, de za kenman Ernst Crone uit Bergen, de scheikundige dr. D. D. van Slyke uit New-York, notaris mr. W. C. Treurniet uit Rotterdam, en prof. dr. Geo Widengren uit Uppsala. Zijn de vier laatstgenoemden buiten de wetenschappelijke wereld minder be- kend, met Lou Lichtveld is dat niet het geval. Vooral als schrijver heeft hij zich een grote naam verworven. Hem werd dan ook de onderscheiding verleend in de faculteit der letteren en wel wegens zijn belangrijke taalkundige arbeid in huriname. Zijn promotor was prof. dl". A. Reichling. Lou Lichtveld is een zeer veelzijdig man. Hij bracht zijn jeugd door in Para maribo, waar hij op 7 november 1903 geboren is. Aanvankelijk wilde hij mu sicus worden. Hij leerde verscheidene instrumenten bespelen en deed ook de nodige theoretische kennis op. Op twaalf jarige leeftijd kwam hij naar Neder land. Na enige tijd in Den Bosch te hebben gewoond werd hij onderwijzer te Amsterdam en tevens organist van een katholieke kerk aldaar. Van het een kwam het ander en zo werd hij muziek recensent aan De Maasbode. Later, toen Pieter van der Meer de Walcheren de kunstredactie van „Opgang" had aan vaard, schreef Lichtveld in dit weekblad muziekkritieken onder de pseudoniemen Beckmesser en Hypertonides. Het was ook P. v. d. M. de W., die de schuilnaam Albert Helman uitvond, toen hij een ar tikel van hem over Herman Teirlinck opnam. De Gemeenschap Onder deze naam heeft Lichtveld een groot aantal boeken geschreven. In 1926 verscheen zijn eersteling ,,Zuid Zuid West", dat in brede kring diepe indruk maakte. Het bevat herinneringen aan het geliefde Surinaamse land in een ly risch, ietwat eentonig proza. Tal van werken zijn hierop gevolgd: „Mijn aap schreit", „De stille plantage", de prach tige verhalenbundel „Hart zonder land", „Het euvel Gods", het lijvige „Waarom niet", de biografische roman ,,De dolle dictator", drie Mexicaanse romans, enz. enz. In „Spokendans" roept hij de schim op van zijn vriend Jan Slauerhoff, voor wiens verzameld proza hij de inleiding verzorgde. Voorts schreef hij het leven van de beeldhouwer en verzetsheld Ger- rit-Jan van der Veen. Van zijn toneelstukken noemen we „Overwintering", het abele spel „Tri angel" en het Passiespel, dat Antoon Sweers met veel succes in 1960 te Pa ramaribo heeft opgevoerd. Als dichter debuteerde hij onder zijn werkelijke naam in 1922 met de bundel ».De glorende dag". Pas in 1946 kwam hij met nieuwe verzen in zijn boek „Ontsporing". Gebrek aan tijd dwingt hem thans zich te beperken tot punt dichten. Uitgebreid oeuvre ook In de twintiger jaren is Albert Hel man toegetreden tot de groep jongeren, die zich rond het maandblad „De Ge meenschap" had geschaard. In dit tijd schrift en bij deze uitgeverij heeft hij zeer veel gepubliceerd. Samen met zijn vriend Albert Kuyle maakte hij een tocht door Italië naar Noord-Afrika en samen legden zij hun belevenissen neer in het reisverhaal „Van pij en bur nous". Essayistisch werk kennen we van hem in „Wij en de literatuur", „Kleine Kosmologie" en „Teutonenspie- gel". Ook op filmgebied bewoog hij zich, o.a. in de boeken „Filmkunst" en „De geluidsfilm". Tenslotte mogen zijn vele vertalingen niet onvermeld blijven. „Se ven manieren van minne" van Beatrijs van Nazareth is een der bekendste. In „De put der zuchten" schonk hij een overzetting van oude en nieuwe Spaanse poëzie. Na de tweede wereldoorlog heeft Hel man zich op geheel ander terrein bege ven. In zijn geboorteland was hij enkele jaren minister van onderwijs en volks gezondheid. Vorig jaar werd hij buiten gewoon gezant en gevolmachtigd minis ter bij de Nederlandse ambassade te Washington. Het spreekt vanzelf, dat hij hier nauw contact onderhoudt met zijn vriend en collega Marnix Gijsen. Men heeft de vrees geuit, dat de schrijver Helman ten onder zal gaan in de amb telijke en diplomatieke besognes van Lichtveld. Hetzelfde hebben w.e immers gezien bij de arts en jurist Cola Debrot Laten we hopen, dat het ere-doctoraat Helman zal stimuleren tot het heropne men van de pen. Reeds heeft hij plan nen memoires te gaan schrijven. Die kunnen, gezien zijn rusteloos leven en veelomvattende werkzaamheden, zeer interessant worden. WILLEM v. d. VELDEN iiiiiiiiiiiui Hij zong missen van Bach en Bruckner. Hij zong in Samson en Delila en Pelléas, twee Franse werken, die hem bijzonder goed lagen en die op het opera-terrein thuishoorden. Ravelli bracht madrigalen en in de loop van de jaren bouwde hij zich een artistieke loopbaan op, waarop maar weinigen kunnen terug zien. Twee entwintig jaar heeft hij de baspartij uit Beethovens negende symphonie gezon gen. In januari 1954 zong hij voor het laatst in het openbaar. Met die Schöpfung nam hij afscheid. Men liet hem niet graag gaan, het afscheid heeft ook hem pijn ge daan. Maar hij heeft er de voldoening van overgehouden, dat hij in de kracht van zijn kunnen vaarwel heeft weten te zeggen. Hij is toen leraar geworden aan het con servatorium te Antwerpen en 's Graven hagen, zijn geboortestad. Hier was hij in- dertijd aan zijn zangstudie begonnen, iiiii eerst bij Frans Andreoli, daarna bij Cor- nelie van Zanten, waar hij zijn studie voltooide. Enige jaren lang volgde hij de opera-klasse van Anton Sistermans en korte tijd was hij verbonden aan de vroe gere Nederlandse opera. Ook in het buitenland vierde hij triom fen. Jarenlang heeft hij in Antwerpen onder LodeWijk de Vocht gezongen bij de Chorale Caecile. Bij de uitvoeringen van de société des nouveaux concerts was hij een steeds terugkerend solist; bij de uitvoeringen van de conservatoire roy ale de Bruxelles en de Ysaye-concerten was dat eveneens het geval. Ook onder Willem Mengelberg heeft Ravelli enkele partijen gezongen en lange jaren maakte hij deel uit van het Hollands Vocaal Kwartet. Zijn grote liefde gaat thans uit naar de opleiding van zijn leerlingen tot wie on der meer behoren Roos Boelsma, John van Kesteren en Jos Borelli. De film Let's make love geeft een goede indruk hoe een typisch Off-Broad- way-theater er uitziet. Stoelen men kan ze nauwelijks fauteuils noemen en vloerbedekking waren „op een koop je" gekocht en de air-conditioning" bestond uit enkele grote ventilatoren, die warme lucht in de zaal bliezen. Zo zagen deze theaters er inderdaad jaren lang uit, maar daar is nu verandering in gekomen. Er is nu overal „echte" air-conditioning aanwezig en de zitplaat sen, verlichting, decors en kostuums zijn aan de hogere eisen van de bezoekers aangepast. Deze theaters zijn klein. Ingevolge een overeenkomst met de vakbond der to neelspelers, Actors' Equity, moet het aantal .zitplaatsen der Off-Broadway theaters beneden de 300 blijven, zodat de grootste 299 zitplaatsen hebben, maar er zijn er ook die nog niet de helft halen. De renaissance van het Off-Broadway toneel zette in 1950 in. Over het alge meen hebben de mannen en vrouwen die de voorhoede van de nieuwe beweging vormden actief aan de laatste oorlog deelgenomen en hun levensloop werd er door onderbroken. Zij wilden niets liever dan serieus aanpakken en in het open baar het bewijs van hun kunnen leveren. Aan bezieling ontbrak het niet, maar aan de ervaring en opleiding ontbrak wel het een en ander. Zelf doen In die eerste tijd knapten regisseurs, toneelspelers, spelleiders, ontwerpers alle karweitjes op. Ze hielden het gebouw schoon, verfden, zaagden, verkochten toegangsbewijzen, wezen de plaatsen aan en doorkruisten de stad om de goed koopste requisieten aan te kopen. Zij zorgden 2elf voor de reclame. Ze deden van alles maar niets werd werkelijk goed gedaan. Daar is gaandeweg verande ring in gekomen. De podia waarop de handeling zich af speelt, vertonen op het eerste gezicht, grote verscheidenheid van vorm, maar ze laten zich terugbrengen tot 2 duidelijk te onderscheiden categorieën: 't prosce nium of voortoneel en het toneel dat zich tot in de ruimte der toeschouwers uit strekt, waarbij de vierde wand wordt leeg gelaten voor decors en lichteffecten. Het enige wat deze kleine theaters met de grotere van Broadway gemeen hebben is de lage zoldering, die zich hoogstens 5 meter boven het toneel bevindt: aan decor-opbouw en -verwisseling worden daardoor zekere beperkingen opgelegd. De reden tot deze laagbouw ligt in de enorm hoge grondprijzen in de stad New York Zware eisen De laatste jaren worden er 75 tot 80 stukken per seizoen in de Off-Broadway theaters opgevoerd. Slechts 5 procent hiervan prijkt ook nog in de volgende seizoenen op het programma; de rest overleeft het seizoen niet. Dit houdt in dat de spelleider zelden tot de oud-ge- J Theodore Mannmedeoprichter en spelleider van Circle in the Squ- J are", een van de bekendste Off- 0 Broadway-theaters, vertelt hier J over het ontstaan van het avant- 1 garde toneel, dat in New York in de loop van enkele jaren een vaste plaats in het uitgaansleven J heeft veroverd. dienden behoort, want wanneer hij twee of drie mislukkingen heeft meegemaakt is zijn geestdrift meestal geheel bekoeld. Een bemoedigend verschijnsel is dat de laatste jaren Off-Broadway aanleiding heeft gegeven tot de opkomst van een nieuwe klasse van toneelschrijvers zoals James Lee, Jack Richardson, Edward Albee, Jack Gelber en anderen. Op verzoek van de minister van onder wijs kunsten en wetenschappen wordt in het Rijksmuseum te Amsterdam de tentoonstelling ,,350 jaar Nederland- Turkije" (1612-1962) georganiseerd ter herdenking van het feit, dat de diplo matieke betekkingen tussen Nederland en Turkije, die 350 jaar geleden wer den aangeknoopt, sedertdien onafgebro ken hebben bestaan. Deze tentoonstel ling wordt gehouden van 1 juni tot 15 juli 1962 te Amsterdam in de „Drucker- uitbouw" van het Rijksmuseum, ingang Hobbemastraat 19. O - Drs. L. Noë, ambassadeur van Nederland te Lagos, zal de nieuwe afdeling, ge wijd aan Afrika, van het Koninklijk in stituut voor de tropen te Amsterdam op vrijdag 8 juni officieel openen. O De opening van de tentoonstelling „Ita liaanse tekeningen in Nederlands bezit" in het Teylers-museum te Haarlem heeft plaats op zaterdag 9 juni. Zij wordt verricht door prof. Dr. J. Q. van Regteren Altena. De expositie wordt gehouden van 10 juni tot 22 juli. O Kroestjev heeft woensdagavond het eer ste concert in Moskou van de Ameri kaanse klarinettist Benny Goodman bij- i gewoond. Hij gaf te kennen dat hij er van genoten had, maar daar hij niet danste kon hij de muziek ook niet ge heel begrijpen. Kroestjev en zijn echtgenote vertrok ken in de pauze, maar het bezoek van de Russische leider wordt in Moskou beschouwd als een grote stimulans voor de tot dusver met veel tegenwerking kampende Russische jazz. O De Italiaanse acteur Gino Cervi, die in een aantal „don Camillo" films de rol van Peppone, de communistische bur gemeester van Bassa, speelde, heeft zich kandidaat gesteld bij de gemeen teraadsverkiezingen die op 10 juni in Rome worden gehouden. Hij komt uit voor de (katholieke) christen-democra ten. O Het ballet of the marquise de Cuevas in Theater Carré te Amsterdam geeft de Nederlandse première van „La belle au bois dormant" (Doornroosje). Dit ballet is in 1890 gemaakt door de cho reograaf Marius Petipa op muziek van Tsjaikowsky. Gedurende de zes voor stellingen (5-13 juni) zullen vier ver schillende bezettingen de hoofdrollen vertolken. Op 5 en 10 juni treden daar in op Liane Dayde", première danseu- se-étoile van de Parijse opera, en Ser ge Golovine, op 6 en 8 juni Genia Me- likova en Henning Kronstam, de jon ge premier danseur-étoile van het ko ninklijk Deens ballet, op 7 juni de jon ge Marilyn Jones en Georg Goviloff en op 9 juni Marilyn Jones en Nicolas Polajenko. Op 11, 12, en 13 juni geeft de groep een „soiree de ballets" IVTORRIS WEST, de Australiër, die zich zo intens bezighoudt met Ita liaanse verhoudingen en toestanden, heeft weer een roman gesitueerd op het Apennynse schiereiland. Hij werd In 1956 getroffen door een kort bericht In een Italiaanse krant, volgens hetwelk een burgemeester in een klein dorp op de trap van zyn raadhuis werd doodge schoten door een jonge vrouw, die zich aanstonds bij de politie meldde en ver klaarde de daad bedreven te hebben uit wraak. De schryver geeft dit korte be richt de diepte van een uitvoerige ro man. De burgemeester voert hij op als een oud-partizanenleider, die tijdens de oor log een rechtszitting heeft voorgezeten, waarbij een vrouw terdoodveroordeeld werd wegens collaboratie met de Duit sers. In werkelijkheid had deze vrouw geweigerd zich aan de partizanenleider te geven, waarop deze de rechtskomedie opvoerde en de executie liet volvoeren. Het achtjarig dochtertje van de vrouw was van heel deze verschrikkelijke ge beurtenis getuige geweest en er zette zich in haar ziel een dwanggedachte vast, dat ze zich moest wreken. Dit trauma beheerste heel haar gedachten- leven en het belette haar ook een nor maal huwelijksleven met de man, die haar getrouwd had. De moord voelt ze als een bevrijding, maar het gerecht moet natuurlijk zijn loop hebben. Hier komt dan een jonge advocaat ten to nele, die de achtergronden van het drama ontdekt en in een bewogen rechtszitting ontvouwt.Ook voor de ad vocaat was dit'een bevrijding, want hij had altijd in de schaduw geleefd van zijn vader, een beroemd strafpleiter, die hem nog als een kleine jongen be schouwde. Deze vader-zoonverhouding zat ook zijn huwelijk dwars met de gril lige en lichtzinnige Valeria, die bij an deren het geluk zoekt, dat ze er even min vindt. Tevens treden in het stuk op een jonge psychiater uit Australië en een schilderes, waartoe de oude advo caat toenadering zoekt. In heel dit ge zelschap van elkaar kwellende personen werkt het proces als een katharsis, die de scheve verhoudingen recht trekt. Doch de jonge moordenares, verliefd geworden op haar advocaat, stort ten slotte mentaal ineen. De schrijver heeft nogal veel psychiatrische redeneringen nodig om al die gefrustreerde ingewik keld levende mensen te verklaren en helemaal duidelijk wordt het ons nog niet. De roman ontwikkelt zich niet zo dwingend en logisch als „De advocaat van de duivel", de roman, die Morris West terecht beroemd maakte. Hetgeen niet wegneemt, dat hij zich hier toch ook een boeiend verteller toont en een lief devol waarnemer van mensen in al hun miseries en afdwalingen. De hoofdstuk ken welke aan de rechtszitting zijn ge wijd, achten we in het bijzonder ge slaagd. We durven de verwachting uit spreken, dat deze nieuwe roman, ,,De Vrucht van de Stilte" gedoopt, in de Diamantenreeks van de uitgeverij Ne- lissen te Bilthoven de weg naar een breed publiek ook wel zal vinden. R»

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1962 | | pagina 7