marathon
LOU LICHTVELD DOCTOR
WILLEM RAVELLI
ZEVENTIG JAAR
OFF-BROADWAY
Morris West: de vrucht van de stilte
HET BOEK
in de wereld
KUNST
Ontwikkeling
Toneeltoren?
Experimenten
mensen en muzen - mensen en muzen - mensen en muzen
Nieuwe kansen voor een Bredase schouwburg
Amerikaans Theater-fenomeen
Uit de
13
ROMANSCHRIJVER
(Albert Helman)
musicus en
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 2 JUNI 1962
13
IN THEATERBOUW IS
VERANDERING OP TIL
HET BRABANTS HAAGJE zit als zoveel middelgrote steden I
in Nederland al jaren met een theaterprobleem. Nu bestaan-
de accommodatie wordt niet meer voldoende geacht, maar dat
wil in dergelijke gevallen nog bepaald niet zeggen dat er dan
maar fris van de lever aan de bouw van een nieuwe schouwburg
kan worden begonnen. Want een goed-geoutilleerd theater, dat
voor grote beroepsgezelschappen aantrekkelijk genoeg is om ze
er geregeld op de planken te krijgen, is een bijzonder kostbaar
ding. En dat betekent, dat de exploitatie-kansen van een nieuwe
schouwburg tevoren grondig moeten worden bekeken, wil het
gebouw geen blok aan het financiële been worden.
Het zou voor Breda enkel een kwestie
van plaatselijk chauvinisme zijn, wan
neer het zich met een dergelijk thea
ter in een dodelijke concurrentie zou
storten. De moeilijkheid zou dan niet
allereerst in het aantrekken van ge
zelschappen zitten. Het is al lang dui
delijk dat in diverse provincies het
theaterleven niet louter hoeft te teren
op de gezelschappen uit de Randstad
Holland. Al heeft de spreiding van het
beroepstoneel dan een stevige knauw
gekregen door de uittocht van de top
van Toneelgroep Theater naar Rotter
dam, het oosten en zuiden van ons
land zijn voor hun theater cultuur be
slist niet alleen aangewezen op Noord
en Zuid-Holland.
Gezelschappen uit Westfalen en België
blijken even bereid om in Nederland
hun prestaties te tonen als het
Vlaamse toneel en zelfs Franse groe
pen. Maar wat betekent dat allemaal
wanneer een gebouw niet te exploite
ren valt, omdat men het toch niet
iedere avond kan vullen met belang
stellenden voor typische theater-eve
nementen. En een toneelzaal, zoals we
die tot nu toe kennen, is moeilijk te
gebruiken voor congressen en verga
deringen.
Er is nu eenmaal vanaf Palladio een
merkwaardige ontwikkeling in de
theaterbouw te constateren, die het
theater wel een zeer apart karakter
geeft. De Grieken en Romeinen ken
den voornamelijk openluchttheaters.
Aan drie zijden zaten de toeschouwers
rond de speel- en hoorruimte. Er was
dus nog geen sprake van een hoog
toneel, dat van de toeschouwers ge
scheiden was door een scherpe lijst.
Het toneel was nog geen kijkspel,
frontaal naar het publiek gekeerd,
maar een spel tussen de toeschou
wers.
Het is waarschijnlijk vooral de be
hoefte geweest aan allerlei tech
nische hulpmiddelen, aan decors en
kunst- en vliegwerk, die de tweede
ling tussen kijkzaal en toneel in het
leven heeft geroepen. De renaissance
was een cultuurperiode van werke
lijkheidszin, ook in de kunst. Het to
neel moest de werkelijkheid naboot
sen en had behoefte aan allerlei tech
nische hulpmiddelen. En daarmee was
het gedaan met het vrij spelen tus
sen het publiek in. De trucage, die een
werkelijkheids-suggestie moest oproe
pen veronderstelde de mogelijkheid
de technische apparaturen, waarmee
Breda zit in een bijzonder moeilijke
situatie, omdat het gebouw Concor
dia ofwel een concurrent zou blijven
van een kersverse schouwburg, ofwel
in zijn bestaanskansen zou worden
aangetast door de nieuwe toneeltem
pel. Als geheel genomen zou de ste
delijke gemeenschap dus in ieder ge
val financiële schade lijden van de
bouw van een tweede schouwburg.
Onder deze omstandigheden is het een
gelukkige omstandigheid dat de Ver
eniging Concordia bereid schijnt haar
gebouw aan de gemeente over te
doen. Hier ligt voor de gemeente de
kans om het schouwburgbeleid in één
hand te krijgen en dus een planning op
te bouwen, die de culturele belangen
dient zonder stroppen te veroorzaken.
Mocht de Bredase raad straks besluiten
om deze unieke kans te grijpen, dan
zal er waarschijnlijk alle aanleiding
zijn om het hele schouwburgvraag-
stuk opnieuw, maar zonder de ballast
van een mogelijke Concordia-kwestie
te bezien. Het zal misschien mogelijk
zijn om het oude Concordia te ver
bouwen en zo tot een bevredigende op
lossing van de theaterkwestie te ko
men. Maar wij kunnen ons voorstellen,
dat er evenveel aanleiding bestaat de
kat nog even uit de boom te kijken en
rekening te houden met de wenselijk
heid van nieuwbouw.
Want er is op het ogenblik juist op
het terrein van de schouwburg-
bouw ook in Nederland een omwen
teling op komst. Er zijn tal van ste
den, die zich in hun gegeven situatie
de bouw van typische toneeltempel
niet kunnen veroorloven, omdat het
niet mogelijk zal zijn het theater
iedere avond met toneelliefhebbers
min of meer te vullen, wat voor een
redelijke exploitatie nu eenmaal nood
zakelijk is. En ook Breda zit in dit
schuitje. Het heeft nu eenaal niet
vooraan gestaan in de rij van steden,
die hun aandeel wilden hebben in de
na-oorlogse hausse in de theaterbouw.
Tilburg was en dit ligt gegeven de
omstandigheden voor de hand
Breda vóór en wist een schouwburg
van bijzondere allure tot stand te bren
gen. Binnenkort volgt Eindhoven.
Wanneer Breda nu een onderneming
van ongeveér dezelfde aard en om
vang zou opzetten, dan werd hier de
situatie nog hachelijker dan in Zuid-
Limburg, waar Heerlen en Sittard hun
nieuwe schouwburg hebben gebouwd
en luttele kilometers verder Maas
tricht door verbouwing een redfelijk
maar kostbaar theater heeft verkre
gen.
HET NATIONAAL THEATER VAN MANNHEIM
decors met kunst- en vliegwerk wer
den overeind gehouden, te verbergen
achter een lijst. Zo komen wij dan aan
de apartheid van het eigenlijke toneel,
dat in onze dagen is uitgegroeid tot de
omvangrijkste ruimte van een schouw
burg. Niet alleen in de breedte maar
ook in de hoogte wint de toneelruimte
het dubbel en dwars van de zaal, want
het zakken, halen van allerlei decors
en zetstukken vereist ook ruimtelijke
ontwikkeling in de hoogte. De toneel
toren is eenvoudigweg een begrip ge
worden, een merkteken, dat de
schouwburg van een simpele vereni-
gings- of parochiezaal onderscheidt.
Het ligt voor de hand, dat bij deze
situatie tal van stedelijke autoritei
ten het als een blaam voor hun ge
meente beschouwen, wanneer ze een
theater zonder echte toneeltoren bou
wen, een ruimte, die niet beantwoordt
aan het geclicheerde begrip van een
volwaardige schouwburg. Maar laat
men wel bedenken, dat er wezenlijke
verandering op til is. De schilder- en
beeldhouwkunst van onze tijd hebben
het realisme, de sfeer van een wer
kelijkheidskunst al verre achter zich
gelaten. Het toneelleven, dat altijd
aan een groter publiek gehouden is
en zich dus in het algemeen niet ge
makkelijk in de voorhoede van de
kunst-ontwikkeling plaatst, volgt
schoorvoetend. Geleidelijk ontstaat
ook hier een neiging om los te komen
van een volkomen werkelijkheidsver
beelding. De decors' vermageren al
tot tengere aanduidingen. Voortdurend
worden pogingen gedaan door een
proscenium de scherpe scheiding tus
sen zaal en toneel te overbruggen.
Vooral in de Nieuwe Wereld zien wij
theaters opduiken, waarin het speel-
podium weer aan drie zijden door spe
lers is omringd. Het toneel is dan als
het ware in de zaal geschoven, onge
veer zoals wij tegenwoordig in onze
kerken het priesterkoor in de kerkzaal
bouwen en niet meer als een aanbrei-
sel aan deze ruimte. Het mag tus
sen haakjes wel eens even onder
streept worden, dat op dit punt de
kerkelijke architectuur vóór ligt op de
theaterbouw van Nederland. Het ker
kelijk leven hinkt niet meer achter de
ontwikkeling in Nederland aan maar
weet blijkbaar in een reeks gevallen
zelfs voor te gaan.
Op theatergebied is men in de States
en ook in Canada hier en daar al
veel verder dan in ons land. Het
prachtige Shakespeare-theater in
Stratford (Ontario) is weer een bijna
klassiek theater met een halfrond van
oplopende tribunes, waarbinnen de to-
(Advertentie)
.sportkleding
VOOR DB BESTE.
JAREN VAN UW I-EVEN!
neelruimte als een sober podium is
geplaatst. Vooral de universiteitsthe
aters van de V.S. zijn voorbeelden van
een totaal nieuwe opvatting. Het to
neel is een sober podium, dat zelfs
verwijderd kan worden en verplaatst
naar gelang de behoefte. Van de hele
ratteplan van decors en kunst- en
vliegwerk blijft hier vrijwel niets
over. Het is vooral de belichtingstech
niek, die hier de toneelruimte kan
helpen aan de vereiste sfeer en stem
ming en andere hulpmiddelen zijn
met de hele vrijwel geïmproviseerde
opzet in strijd.
Dat een dergelijke ontwikkeling onze
toneelwereld niet onberoerd laat be
wijzen de opvoeringen van de experi
mentele (jongeren-) groepen uit de
beroepsgezelschappen. In Amsterdam,
Den Haag en Rotterdam hebben di
verse manifestaties al laten zien, hoe
weinig waarde men nog hecht aan de
conventionele vormen van toneel-bren
gen. Men speelt er op eenvoudige
podia temidden van een publiek, dat
bepaald niet bang is van de nieuwe
voorstellings-methoden.
Daarmee is tevens duidelijk dat de
'schouwburg met toren en een
arsenaal van decor-mogelijkheden niet
het je-van-het is in de hedendaagse
toneel-ontwikkeling. Het wordt nu
weer mogelijk een schouwburgzaal te
bouwen, waarin het toneel geen apart
element vormt. Het publiek kan vrij
om het verwijderbare podium zitten
in plaats van door emotioneel bewogen
tribunes en naar voren stuwende
bank-opstellingen als het ware met
zijn aandacht in de toneel-opening ge
drongen te worden.
Dat betekent weer, dat de typisch mo
derne toneelzaal ook voor andere
doeleinden bruikbaar is. Wanneer men
er grotere vergaderingen houdt, hoeft
het bestuur niet ver van en hoog
verheven boven de vergadering zelf in
het aparte toneelstuk te tronen. Men
kan in een dergelijke zaal bijeenko
men als in elke willekeurige vergader
zaal.
Een nieuw type theater is zich dan
ook aan het ontwikkelen. Ook in Ne
derland wordt aan het ontwerp voor
een dergelijke flexibele schouwburg
hard gewerkt onder auspiciën van de
Rijkscommissie van Advies voor Thea
terbouw. Binnenkort zullen de eerste
plannen waarschijnlijk het licht zien.
Laat Breda dan ook modern zijn door
zich niet vast te bijten in een traditio
nele en vrijwel overleefde theaterop
vatting. Het komende type zal zowel
de toneel-ontwikkeling als de exploi
tatie-belangen van het gebouw dienen.
Dat laatste omdat het theater ook
voor andere doeleinden geschikt
wordt en dus zich niet in moordende
concurrentiestrijd met de schouwbur
gen in naburige steden hoeft te stor
ten.
Breda heeft de kans zich vooraan te
plaatsen in een historische ontwikke
lingsgang. Laat het die kans vooral
niet missen uit een ambitie, die aan
de werkelijkheid voorbij gaat.
Mr. A. J. J. VAN ROOIJ
Willem Ravelli is zeventig jaar gewor
den. Bij die gelegenheid is hij hartelijk
gehuldigd tijdens een druk-bezochte re
ceptie. De foto laat daar iets van zien.
Namens leerlingen en oud-leerlingen
biedt mejuffrouw Rita van 't Groene-
woud hem een antiek klokje aan. Ravelli
behoort tot de generatie zangers, die in
de jaren 1930 tot 1941 haar grootste
kracht bereikte. Men heeft de neiging
Ravelli te vereenzelvigen met de Mat-
theus-passion. Dat mag geen wonder he
ten want alles bij elkaar heeft deze bas-
bariton zeker een vijfhonderd maal zyn
medewerking aan Bachs passie gegeven.
Ravelli is zijn carrière bescheiden begon
nen. Het duurde wel even voor hij de stap
waagde en van amateur beroepszanger
werd. Hij had een veilige ambtenaren
baan. Maar toen eenmaal de stap onher
roepelijk was gezet, ging het. Zijn be
staan veranderde op slag en werd rijker
dan het vroeger ooit geweest was.
In 1926 zong Ravelli voor het eerst de
Christus-partij in de Mattheus-passion,
in Nederland had hij toen al de kleine
partijen gezongen, later de ari's. Na het
afscheid van Denijs bleef hij de Christus
partij zingen in alle grote uitvoeringen.
Zijn repertoire is veelzijdig geweest.
Het statistisch jaarboek van de Ver-
enigde Naties toont aan dat de Sovjet-
Unie in 1960 de meeste boeken over li
teratuur en wetenschap het licht heeft
doen zien. Er verschenen in dat jaar
9253 literataire publikaties, 36.931 op het
gebied van de toegepaste wetenschappen
en 5060 op zuiver wetenschappelijk ter
rein.
Wat de literatuur aangaat deed Enge
land in 1960 8316 boeken verschijnen, W
duitsland 5931, Japan 5705, de Verenigde
Staten 5393 en Frankrijk 4219.
Op het gebied van de toegepaste we
tenschappen verschenen in Engeland
land 3882 boeken, in Japa 2969, in West-
duitslad 2518, in Polen 2250, in Honga
rije 2224, in Tsjechoslowakije 2082 en in
de Verenigde Staten 1876.
Op het vlak van de zuivere wetenschap
publiceerde Engeland 1879 boeken, West-
duitsland 1188, Verenigde Staten 1089 en
Japan deed meer boeken over filo
sofie het licht zien dan welk ander land
ook.
O
In het voorlopig overzicht van de mani
festaties, welke het Rotterdams Phil-
harmonisch Orkest voor het seizoen
1962-1963 op het programma heeft staan
wordt medegedeeld dat naast Eduard
Flipse en Franz-Paul Decker, die als
vaste dirigenten optreden, ook Hein
Jordans en de Belg André Vander-
noot enkele concerten zullen geven.
Ter gelegenheid van het 66e
lustrum der Amsterdamse Uni
versiteit zijn deze week in de Lu
therse kerk aan het Spui vijf ere
doctoraten uitgereikt. Op bijgaan
de foto ziet men de gepromoveer
den, namelijk van links naar
rechts: Lou A. M. Lichtveld, de za
kenman Ernst Crone uit Bergen,
de scheikundige dr. D. D. van
Slyke uit New-York, notaris mr.
W. C. Treurniet uit Rotterdam,
en prof. dr. Geo Widengren uit
Uppsala.
Zijn de vier laatstgenoemden buiten de
wetenschappelijke wereld minder be-
kend, met Lou Lichtveld is dat niet het
geval. Vooral als schrijver heeft hij zich
een grote naam verworven. Hem werd
dan ook de onderscheiding verleend in
de faculteit der letteren en wel wegens
zijn belangrijke taalkundige arbeid in
huriname. Zijn promotor was prof. dl".
A. Reichling.
Lou Lichtveld is een zeer veelzijdig
man. Hij bracht zijn jeugd door in Para
maribo, waar hij op 7 november 1903
geboren is. Aanvankelijk wilde hij mu
sicus worden. Hij leerde verscheidene
instrumenten bespelen en deed ook de
nodige theoretische kennis op. Op twaalf
jarige leeftijd kwam hij naar Neder
land. Na enige tijd in Den Bosch te
hebben gewoond werd hij onderwijzer te
Amsterdam en tevens organist van een
katholieke kerk aldaar. Van het een
kwam het ander en zo werd hij muziek
recensent aan De Maasbode. Later, toen
Pieter van der Meer de Walcheren de
kunstredactie van „Opgang" had aan
vaard, schreef Lichtveld in dit weekblad
muziekkritieken onder de pseudoniemen
Beckmesser en Hypertonides. Het was
ook P. v. d. M. de W., die de schuilnaam
Albert Helman uitvond, toen hij een ar
tikel van hem over Herman Teirlinck
opnam.
De Gemeenschap
Onder deze naam heeft Lichtveld een
groot aantal boeken geschreven. In 1926
verscheen zijn eersteling ,,Zuid Zuid
West", dat in brede kring diepe indruk
maakte. Het bevat herinneringen aan
het geliefde Surinaamse land in een ly
risch, ietwat eentonig proza. Tal van
werken zijn hierop gevolgd: „Mijn aap
schreit", „De stille plantage", de prach
tige verhalenbundel „Hart zonder land",
„Het euvel Gods", het lijvige „Waarom
niet", de biografische roman ,,De dolle
dictator", drie Mexicaanse romans, enz.
enz. In „Spokendans" roept hij de schim
op van zijn vriend Jan Slauerhoff, voor
wiens verzameld proza hij de inleiding
verzorgde. Voorts schreef hij het leven
van de beeldhouwer en verzetsheld Ger-
rit-Jan van der Veen.
Van zijn toneelstukken noemen we
„Overwintering", het abele spel „Tri
angel" en het Passiespel, dat Antoon
Sweers met veel succes in 1960 te Pa
ramaribo heeft opgevoerd.
Als dichter debuteerde hij onder zijn
werkelijke naam in 1922 met de bundel
».De glorende dag". Pas in 1946 kwam
hij met nieuwe verzen in zijn boek
„Ontsporing". Gebrek aan tijd dwingt
hem thans zich te beperken tot punt
dichten.
Uitgebreid oeuvre ook
In de twintiger jaren is Albert Hel
man toegetreden tot de groep jongeren,
die zich rond het maandblad „De Ge
meenschap" had geschaard. In dit tijd
schrift en bij deze uitgeverij heeft hij
zeer veel gepubliceerd. Samen met zijn
vriend Albert Kuyle maakte hij een
tocht door Italië naar Noord-Afrika en
samen legden zij hun belevenissen neer
in het reisverhaal „Van pij en bur
nous". Essayistisch werk kennen we
van hem in „Wij en de literatuur",
„Kleine Kosmologie" en „Teutonenspie-
gel". Ook op filmgebied bewoog hij zich,
o.a. in de boeken „Filmkunst" en „De
geluidsfilm". Tenslotte mogen zijn vele
vertalingen niet onvermeld blijven. „Se
ven manieren van minne" van Beatrijs
van Nazareth is een der bekendste. In
„De put der zuchten" schonk hij een
overzetting van oude en nieuwe Spaanse
poëzie.
Na de tweede wereldoorlog heeft Hel
man zich op geheel ander terrein bege
ven. In zijn geboorteland was hij enkele
jaren minister van onderwijs en volks
gezondheid. Vorig jaar werd hij buiten
gewoon gezant en gevolmachtigd minis
ter bij de Nederlandse ambassade te
Washington. Het spreekt vanzelf, dat hij
hier nauw contact onderhoudt met zijn
vriend en collega Marnix Gijsen. Men
heeft de vrees geuit, dat de schrijver
Helman ten onder zal gaan in de amb
telijke en diplomatieke besognes van
Lichtveld. Hetzelfde hebben w.e immers
gezien bij de arts en jurist Cola Debrot
Laten we hopen, dat het ere-doctoraat
Helman zal stimuleren tot het heropne
men van de pen. Reeds heeft hij plan
nen memoires te gaan schrijven. Die
kunnen, gezien zijn rusteloos leven en
veelomvattende werkzaamheden, zeer
interessant worden.
WILLEM v. d. VELDEN
iiiiiiiiiiiui
Hij zong missen van Bach en Bruckner.
Hij zong in Samson en Delila en Pelléas,
twee Franse werken, die hem bijzonder
goed lagen en die op het opera-terrein
thuishoorden. Ravelli bracht madrigalen
en in de loop van de jaren bouwde hij
zich een artistieke loopbaan op, waarop
maar weinigen kunnen terug zien. Twee
entwintig jaar heeft hij de baspartij uit
Beethovens negende symphonie gezon
gen.
In januari 1954 zong hij voor het laatst
in het openbaar. Met die Schöpfung nam
hij afscheid. Men liet hem niet graag
gaan, het afscheid heeft ook hem pijn ge
daan. Maar hij heeft er de voldoening
van overgehouden, dat hij in de kracht
van zijn kunnen vaarwel heeft weten te
zeggen.
Hij is toen leraar geworden aan het con
servatorium te Antwerpen en 's Graven
hagen, zijn geboortestad. Hier was hij in-
dertijd aan zijn zangstudie begonnen,
iiiii
eerst bij Frans Andreoli, daarna bij Cor-
nelie van Zanten, waar hij zijn studie
voltooide. Enige jaren lang volgde hij de
opera-klasse van Anton Sistermans en
korte tijd was hij verbonden aan de vroe
gere Nederlandse opera.
Ook in het buitenland vierde hij triom
fen. Jarenlang heeft hij in Antwerpen
onder LodeWijk de Vocht gezongen bij
de Chorale Caecile. Bij de uitvoeringen
van de société des nouveaux concerts
was hij een steeds terugkerend solist; bij
de uitvoeringen van de conservatoire roy
ale de Bruxelles en de Ysaye-concerten
was dat eveneens het geval. Ook onder
Willem Mengelberg heeft Ravelli enkele
partijen gezongen en lange jaren maakte
hij deel uit van het Hollands Vocaal
Kwartet.
Zijn grote liefde gaat thans uit naar de
opleiding van zijn leerlingen tot wie on
der meer behoren Roos Boelsma, John
van Kesteren en Jos Borelli.
De film Let's make love geeft een
goede indruk hoe een typisch Off-Broad-
way-theater er uitziet. Stoelen men
kan ze nauwelijks fauteuils noemen
en vloerbedekking waren „op een koop
je" gekocht en de air-conditioning"
bestond uit enkele grote ventilatoren,
die warme lucht in de zaal bliezen. Zo
zagen deze theaters er inderdaad jaren
lang uit, maar daar is nu verandering
in gekomen. Er is nu overal „echte"
air-conditioning aanwezig en de zitplaat
sen, verlichting, decors en kostuums zijn
aan de hogere eisen van de bezoekers
aangepast.
Deze theaters zijn klein. Ingevolge een
overeenkomst met de vakbond der to
neelspelers, Actors' Equity, moet het
aantal .zitplaatsen der Off-Broadway
theaters beneden de 300 blijven, zodat de
grootste 299 zitplaatsen hebben, maar er
zijn er ook die nog niet de helft halen.
De renaissance van het Off-Broadway
toneel zette in 1950 in. Over het alge
meen hebben de mannen en vrouwen die
de voorhoede van de nieuwe beweging
vormden actief aan de laatste oorlog
deelgenomen en hun levensloop werd er
door onderbroken. Zij wilden niets liever
dan serieus aanpakken en in het open
baar het bewijs van hun kunnen leveren.
Aan bezieling ontbrak het niet, maar aan
de ervaring en opleiding ontbrak wel
het een en ander.
Zelf doen
In die eerste tijd knapten regisseurs,
toneelspelers, spelleiders, ontwerpers alle
karweitjes op. Ze hielden het gebouw
schoon, verfden, zaagden, verkochten
toegangsbewijzen, wezen de plaatsen
aan en doorkruisten de stad om de goed
koopste requisieten aan te kopen. Zij
zorgden 2elf voor de reclame. Ze deden
van alles maar niets werd werkelijk goed
gedaan. Daar is gaandeweg verande
ring in gekomen.
De podia waarop de handeling zich af
speelt, vertonen op het eerste gezicht,
grote verscheidenheid van vorm, maar
ze laten zich terugbrengen tot 2 duidelijk
te onderscheiden categorieën: 't prosce
nium of voortoneel en het toneel dat zich
tot in de ruimte der toeschouwers uit
strekt, waarbij de vierde wand wordt
leeg gelaten voor decors en lichteffecten.
Het enige wat deze kleine theaters met
de grotere van Broadway gemeen hebben
is de lage zoldering, die zich hoogstens
5 meter boven het toneel bevindt: aan
decor-opbouw en -verwisseling worden
daardoor zekere beperkingen opgelegd.
De reden tot deze laagbouw ligt in de
enorm hoge grondprijzen in de stad New
York
Zware eisen
De laatste jaren worden er 75 tot 80
stukken per seizoen in de Off-Broadway
theaters opgevoerd. Slechts 5 procent
hiervan prijkt ook nog in de volgende
seizoenen op het programma; de rest
overleeft het seizoen niet. Dit houdt in
dat de spelleider zelden tot de oud-ge-
J Theodore Mannmedeoprichter en
spelleider van Circle in the Squ-
J are", een van de bekendste Off-
0 Broadway-theaters, vertelt hier
J over het ontstaan van het avant-
1 garde toneel, dat in New York
in de loop van enkele jaren een
vaste plaats in het uitgaansleven
J heeft veroverd.
dienden behoort, want wanneer hij twee
of drie mislukkingen heeft meegemaakt
is zijn geestdrift meestal geheel bekoeld.
Een bemoedigend verschijnsel is dat de
laatste jaren Off-Broadway aanleiding
heeft gegeven tot de opkomst van een
nieuwe klasse van toneelschrijvers zoals
James Lee, Jack Richardson, Edward
Albee, Jack Gelber en anderen.
Op verzoek van de minister van onder
wijs kunsten en wetenschappen wordt
in het Rijksmuseum te Amsterdam de
tentoonstelling ,,350 jaar Nederland-
Turkije" (1612-1962) georganiseerd ter
herdenking van het feit, dat de diplo
matieke betekkingen tussen Nederland
en Turkije, die 350 jaar geleden wer
den aangeknoopt, sedertdien onafgebro
ken hebben bestaan. Deze tentoonstel
ling wordt gehouden van 1 juni tot 15
juli 1962 te Amsterdam in de „Drucker-
uitbouw" van het Rijksmuseum, ingang
Hobbemastraat 19.
O -
Drs. L. Noë, ambassadeur van Nederland
te Lagos, zal de nieuwe afdeling, ge
wijd aan Afrika, van het Koninklijk in
stituut voor de tropen te Amsterdam
op vrijdag 8 juni officieel openen.
O
De opening van de tentoonstelling „Ita
liaanse tekeningen in Nederlands bezit"
in het Teylers-museum te Haarlem
heeft plaats op zaterdag 9 juni. Zij
wordt verricht door prof. Dr. J. Q. van
Regteren Altena. De expositie wordt
gehouden van 10 juni tot 22 juli.
O
Kroestjev heeft woensdagavond het eer
ste concert in Moskou van de Ameri
kaanse klarinettist Benny Goodman bij-
i gewoond. Hij gaf te kennen dat hij er
van genoten had, maar daar hij niet
danste kon hij de muziek ook niet ge
heel begrijpen.
Kroestjev en zijn echtgenote vertrok
ken in de pauze, maar het bezoek van
de Russische leider wordt in Moskou
beschouwd als een grote stimulans voor
de tot dusver met veel tegenwerking
kampende Russische jazz.
O
De Italiaanse acteur Gino Cervi, die in
een aantal „don Camillo" films de rol
van Peppone, de communistische bur
gemeester van Bassa, speelde, heeft
zich kandidaat gesteld bij de gemeen
teraadsverkiezingen die op 10 juni in
Rome worden gehouden. Hij komt uit
voor de (katholieke) christen-democra
ten.
O
Het ballet of the marquise de Cuevas in
Theater Carré te Amsterdam geeft de
Nederlandse première van „La belle
au bois dormant" (Doornroosje). Dit
ballet is in 1890 gemaakt door de cho
reograaf Marius Petipa op muziek van
Tsjaikowsky. Gedurende de zes voor
stellingen (5-13 juni) zullen vier ver
schillende bezettingen de hoofdrollen
vertolken. Op 5 en 10 juni treden daar
in op Liane Dayde", première danseu-
se-étoile van de Parijse opera, en Ser
ge Golovine, op 6 en 8 juni Genia Me-
likova en Henning Kronstam, de jon
ge premier danseur-étoile van het ko
ninklijk Deens ballet, op 7 juni de jon
ge Marilyn Jones en Georg Goviloff en
op 9 juni Marilyn Jones en Nicolas
Polajenko. Op 11, 12, en 13 juni geeft
de groep een „soiree de ballets"
IVTORRIS WEST, de Australiër, die
zich zo intens bezighoudt met Ita
liaanse verhoudingen en toestanden,
heeft weer een roman gesitueerd op het
Apennynse schiereiland. Hij werd In
1956 getroffen door een kort bericht In
een Italiaanse krant, volgens hetwelk
een burgemeester in een klein dorp op
de trap van zyn raadhuis werd doodge
schoten door een jonge vrouw, die zich
aanstonds bij de politie meldde en ver
klaarde de daad bedreven te hebben uit
wraak. De schryver geeft dit korte be
richt de diepte van een uitvoerige ro
man.
De burgemeester voert hij op als een
oud-partizanenleider, die tijdens de oor
log een rechtszitting heeft voorgezeten,
waarbij een vrouw terdoodveroordeeld
werd wegens collaboratie met de Duit
sers. In werkelijkheid had deze vrouw
geweigerd zich aan de partizanenleider
te geven, waarop deze de rechtskomedie
opvoerde en de executie liet volvoeren.
Het achtjarig dochtertje van de vrouw
was van heel deze verschrikkelijke ge
beurtenis getuige geweest en er zette
zich in haar ziel een dwanggedachte
vast, dat ze zich moest wreken. Dit
trauma beheerste heel haar gedachten-
leven en het belette haar ook een nor
maal huwelijksleven met de man, die
haar getrouwd had. De moord voelt ze
als een bevrijding, maar het gerecht
moet natuurlijk zijn loop hebben. Hier
komt dan een jonge advocaat ten to
nele, die de achtergronden van het
drama ontdekt en in een bewogen
rechtszitting ontvouwt.Ook voor de ad
vocaat was dit'een bevrijding, want hij
had altijd in de schaduw geleefd van
zijn vader, een beroemd strafpleiter,
die hem nog als een kleine jongen be
schouwde. Deze vader-zoonverhouding
zat ook zijn huwelijk dwars met de gril
lige en lichtzinnige Valeria, die bij an
deren het geluk zoekt, dat ze er even
min vindt. Tevens treden in het stuk op
een jonge psychiater uit Australië en
een schilderes, waartoe de oude advo
caat toenadering zoekt. In heel dit ge
zelschap van elkaar kwellende personen
werkt het proces als een katharsis, die
de scheve verhoudingen recht trekt.
Doch de jonge moordenares, verliefd
geworden op haar advocaat, stort ten
slotte mentaal ineen. De schrijver heeft
nogal veel psychiatrische redeneringen
nodig om al die gefrustreerde ingewik
keld levende mensen te verklaren en
helemaal duidelijk wordt het ons nog
niet.
De roman ontwikkelt zich niet zo
dwingend en logisch als „De advocaat
van de duivel", de roman, die Morris
West terecht beroemd maakte. Hetgeen
niet wegneemt, dat hij zich hier toch ook
een boeiend verteller toont en een lief
devol waarnemer van mensen in al hun
miseries en afdwalingen. De hoofdstuk
ken welke aan de rechtszitting zijn ge
wijd, achten we in het bijzonder ge
slaagd. We durven de verwachting uit
spreken, dat deze nieuwe roman, ,,De
Vrucht van de Stilte" gedoopt, in de
Diamantenreeks van de uitgeverij Ne-
lissen te Bilthoven de weg naar een
breed publiek ook wel zal vinden.
R»