De Centurio's". Dien Bien Phoe het drama van en Algerië vier! 20 Weense ziekenfondsruzie is reisverslag uit nieuw-guinea via telefoon te volgen Gezellig heelal KUYPER Subliem Bouquet Rigoletto 27ct Carlton CRISIS VAN HET FRANSE LEGER Onscrupuleus oorlogsboek dat een menetekel is Amerikaanse koopvaardij staat er slecht voor lijnen zijn doorlopend in gebruik a n n 17 DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 19 APRIL 1962 ?5 Ondergang van een imperium Motief Lijkzang Afglijden Guerrilla De moor kan gaan Europese artsen exposeren Bedrijfskosten zijn te hoog RODE REGEN In de griep-greep bent U lusteloos maar beslist niet machteloos neem direct Rheumin U proeft de moutwijn Al 200.000 pond voor tekening Frans referendum over Europa der vaderlanden Ct in één woord subliem 22ct vol aroma de grote internationale 3 let voor de elite in binnen- en buitenland Frankrijk mag dan beschouwd worden als de zieke man van Europa, een feit is intussen dat dit zieke Frankrijk in de Europese staatkunde het enige land is dat zich niet bij de feiten neerlegt. Dit is in hoofdzaak het werk van president De Gaulle. Hij heeft, om een sprekend voorbeeld te noemen, Frankrijk tot een atoommogendheid gemaakt en hij is hard op weg om in het totdusverre grootste Europese gebeuren - de economische en politieke samenwerking - een typische, Franse toon te laten doorklinken. Onwillekeurig vraagt men zich af, of de Franse president nu werkelijk en wezenlijk de wil van het Franse volk belichaamt, of dat hij geen andere stem vertegenwoordigt dan die van het Elysée. afschuw gadeslaat. Het Franse leger- drama lijkt trouwens wel iets op de ge schiedenis van ons koloniale leger, dat een imperium voor ons heeft helpen op bouwen, dat tenslotte bij opheffingsuit verkoop aan een stel corrupte oproer kraaiers zou worden overhandigd. Men herinnert zich het gesputter in Franse politieke kringen tegen het feit dat De Gaulle zich over het parlement heen met een referendum tot het volk heeft gericht. Met zorg vraagt men zich af om welke reden de Franse communisten op De Gaulle hebben gewed. Met enige verbijstering ziet men, hoe nergens als juist in Frankrijk corruptieschandalen voorkomen, hoe herhaaldelijk mutaties in het staatsbestuur plaatsvinden en hoe emotioneel het toegaat bij politieke processen kortelings nog tegen ex-generaal Jouhaud, beticht van samenzwering tegen de staat en het geven van leiding aan de O.A.S. tussen de duistere machten en de zicht bare wereld zijn: de op hun sandalen voorbijsloffende, zwijgende moslims. Za gen de meeste FLN-terroristen die in een recent verleden Europeanen de keel afsneden en hun lijken in de richting van Mekka neerlegden, er niet precies eender uit? Even anoniem? Even neu traal? Even corrupt? Het Franse beroepsleger heeft een nieuwe traditie om op terug te zien. De traditie van het vechten tegen een tijd geest, tegen iets dat niet met wapens te bestrijden valt. Er zijn tekenen genoeg die wijzen op een algemene crisis in Frankrijk. Ner gens echter is de crisis zo duidelijk als in het Franse leger. Het is in de maal stroom van de politiek terechtgekomen. Het gevolg: maarschalken en generaals met eerbiedwaardige namen, met de hoogste onderscheidingen zien zichzelf en hun reputatie door het slijk gehaald. Zij staan soms als rebellen terecht. De staat lust hen niet meer en het volk be grijpt hen niet meer. Het beroepsleger met zijn imposante tradities, dat sedert eeuwen voor Frank rijk heeft gevochten op alle strijdtonelen in de wereld, is een anachronisme ge worden. De divisies dienstplichtigen staan wat verbouwereerd toe te kijken omdat zij hun idealisme geen vorm kun nen geven. De grootheid van Frankrijk die de vorige generaties te vuur en te zwaard hebben bevochten, werd op lauwe conferenties stelselmatig afgebroken. Er is niet veel meer over om er voor of er tegen te vechten. Vóór de Navo-gedachte tegende vijand IN Frankrijk. De soldaat zijn vak is vechten. Oorlog is wreed en onrechtvaardig, maar soms IS hij er. Een enkele maal geldt het een pure veroveringsoorlog, met als voor naamste motivering: de grootheid en de macht van de eigen natie. Wij mogen rustig op een bankje in het park gezeten, de intenties van zulke oorlogen afwijzen, voor de beroepssol daat mogen zij geen probleem zijn. Po litiek is zijn vak niet. Hij gaat waarheen de staat hem stuurt. Er is sedert mensen heugenis op deze manier oorlog gevoerd. Frankrijk is er groot van geworden. Zon der het offer van veel bloed zou vrij wel geen Europees land het aanzijn heb ben gekregen. Dat de huidige tüd een fijnere moraal heeft ontwikkeld ten aanzien van de oorlog is, wat daarvan ook de oorzaken mogen zjjn, voor de beoefenaren van het krjjgsvak zonder meer een drama. Door hun ogen bezien staan zij met al hun grote tradities, met de nagalm van de grote veldslagen die hun regimenten heb ben gewonnen en verloren, feitelijk als clowns te kijk. Het lijkt absurd maar het is deson danks niet onjuist als wij zeggen dat de conflictsituatie waarin de kaste van beroepsveldheren is verzeild geraakt, in Frankrijk nog heviger doorwerkt dan in Duitsland. De Pruisische generaals hebben een oorlog verloren en zij kunnen proberen oa te kaarten en hun verlies te slikken. Hun Franse collega's die prat kunnen gaan op een niet minder groots militair v.e:Heden zien zich daarentegen het slachtoffer van een proces dat niet met wapengeweld te keren is. De amokma- e^J ^an een O.A.S. moet men dan ook in hoofdzaak zien als de moordmanie van mensen die, als het duister invalt, om ringd worden door onzichtbare machten. zAji schieten als gekken op de gestalten wie zij geloven dat zij de media Er is dezer dagen bij Elsevier een vertaling van een Franse oorlogsroman, welke dit drama op beklemmende wijze schildert, in Nederland van de pers ge komen. „De Centurio's" heet dit met pa thos geschreven boek, welks auteur, Jean Larteguy, als officier het hele drama heeft meegemaakt. Zijn roman is een lijkzang over het Franse nationalisme. Tevens is het een keihard en in al zijn onscrupuleuze verheerlijking van het soldatendom, eerlijk oorlogsboek, mis schien wel het laatste in Europa, dat zo onverholen de strijd predikt. Had een Duitse generaal het geschreven dan zou den alle parlementen in de wereld op hun kop staan. Nu het een Franse offi- licht omdat wij het drama van het Franse cier is, nemen wij meer afstand, wel- leger wel enigszins begrijpen, hoezeer ook ieder weldenkend mens de stuip trekkingen, zoals die van de O.A.S. met Jean Larteguy heeft in zijn roman de tragische, laatste fase van de legercrisis niet beschreven,. Het boek kwam in 1959 gereed. Het laatste hoofdstuk, waarin de auteur het Algerijnse vraagstuk laat op lossen door toedoen van een elitegarde van geharde parachutisten is zodoende door de feiten weerlegd. Algerië is niet Frans meer. Het boek is zichzelf tot aanfluiting geworden, maar dat maakt het niet belachelijk of waarde loos. Het verklaart namelijk de ontwik kelingen die wij nu dagelijks uit de krant vernemen, al is het, wat de O.A.S. be treft, niet up to date. Nochtans beschrijft Larteguy met zijn relaas overde elite van parachutisten (een soort commando troepen die onder en boven de wet leef den en door Parijs werden gebruikt, maar niet erkend) hoe de soldaat van strijder tot terrorist kan afglijden. Hoe zijn roeping, het moge dan een vrese lijke zijn, kan ontaarden van loyaliteit tot illegaliteit en tot rebellie. Dat maakt „De Centurio's" belangrijk. Maar meer nog is deze met groot ta lent geschreven roman het relaas van de vernederingen en de ijdele hoop van de oude Franse officierskaste. Men hoeft maar één dag in Frankrijk te zijn geweest om te weten hoe zeer dit land zijn soldaten heeft geëerd. En ook om te beseffen in welke mate het leger het Franse nationalisme en de Franse trots heeft gedragen. Stelt u nu dit leger eens voor. In 1940 verslagen zonder wezenlijk aan de veld slag te pas te zijn gekomen. Maarschalk Petain pacteert met de vijand en En geland, als oorlogspartner, moet zelfs de Franse vloot vernietigen om te verhin deren dat deze tegen haar zee zal kie zen. Engeland en Amerika moeten Frank rijk bevrijden. Dan begint de afbraak van het koloniale imperium. Indo-China, met als symbool van vernieling, Dien Bien Phoe; Marokko, Tunesië De uit Indo-China teruggekeerde troe pen worden ingezet in Algerië, waar zij de laatste hoeksteen van het Franse im perium denken te verdedigen. Maar hier wachten hen geen veldslagen. De FLN die de Europeanen terroriseert, opereert niet in het vrije veld. Het is een gueril- la-oorlog, die zich vooral des nachts in de steden afspeelt. De politie kan er niets tegen doen. Het leger mag er niets tegen doen, want Algerië is een deel van Frankrijk en dus geen bezet gebied. Pas de parachutisten, als een handige laatste troef door de Franse regering uitgespeeld, blijken de „missing link" te zijn in de bestrijding van de terreur. Zij lappen de tijdrovende procedures waar van de gendarmerie zich moet bedienen aan hun laars en passen toe wat zij in de gevangenenkampen van de Vietminh hebben geleerd: guerilla tegen guerilla. Maar tenslotte laat Parijs de parachu tisten los, bij wijze van politieke maat regel. „Gij hebt voor ons gestreden. Gij hebt Dien Bien Phoe overleefd. Nu wil len wij u niet meer kennen Hier scheiden zich definitief de wegen tussen beroepsleger en staat. Het vlam mende betoog van Larteguy om een her leving van het militaire élan dat Frank rijk groot heeft gemaakt, de vorming van een volksleger dat breed in de massa is vertakt en haai jüealen d ...gt, heeft zijn doel gemist. Larteguy heeft veel van de oorlog geleerd, dat wil zeggen: van zijn wezen in deze tijd, want hij liep college in een Vietminh-kamp. Hij zegt behartenswaar- dige dingen over de communistische krijgswetenschap, welke spot met Clause- witz. Dat is een boodschap voor deze tijd. Wie weet is het vonnis over de Centu rio's niet geheel zinloos geweest. Van verloren offensieven leert de goede maar schalk het vak. Antonin Werner Artsen uit Amsterdam, Den Haag, Utrecht, Harderwijk, Leiden, Smilde, Halsteren, Tilburg, Arnhem, St.-Oeden- rode en Groningen exposeren met elkaar 40 schilderijen op een expositie die van 22 april tot 6 mei wordt gehouden in de erehal van Kasino-kursaal te Oostende, België. Uit Engeland komen 20, uit Zwit serland 10, uit Zweden 15, uit Duitsland 7, uit Frankrijk 19, uit Denemarken 9 en uit België 62 schilderijen. (Advertentie) Een middel van bestaan dat heeft ge holpen de Verenigde Staten groot te ma ken en dat nog steeds belangrijk is uit een oogpunt van nationale trots en vei ligheid. staat er slecht voor. Het Is de koopvaardij. Van 1942 tot 1945 bouwden de Verenig de Staten 5.592 koopvaardijschepen. Aan het eind van de oorlog bezat dat land de grootste handelsvloot welke de wereld ooit had gekend. Doch de vrede bracht de Amerikaanse koopvaardijvloot gevaren van een nieu we soort. Spoedig begonnen andere lan den de eigen vloot weer op te Douwen en met succes tegen de Amerikanen te concurreren om vracht. Momenteel heeft Amerika nog maar 938 vrachtschepen onder eigen vlag en ruim een op de drie er van doet alleen dienst in het binnenlands verkeer. Hoewel Amerika eenderde van de we reldhandel verzorgt, heeft dit land nog geen tien procent van de wereldscheep vaart in handen. Vorig jaar ging slechts 11 procent van de Amerikaanse import en export over zee in schepen onder Amerikaanse vlag. Waardoor doet de Amerikaanse koop vaardij het zo slecht in de concurrentie in vredestijd? De reders hebben het ant woord klaar: hoge bedrijfskosten. De lonen die op grond van het arbeids contract moeten worden betaald aan de Amerikaanse zeelieden, liggen drie tot acht maal zo hoog als die van de buiten landse collega's. Door middel van subsidiëring op grote schaal absorbeert de Amerikaanse rege ring de hogere bedrijfskosten van onge veer eenderde van de koopvaardijvloot. Subsidie wordt verleend aan 15 grote scheepvaartlijnen die met ongeveer 300 schepen werken op vaste handelsroutes welke door de regering als van essentieel belang worden beschouwd. De kosten van die subsidiëring zijn in de afgelopen 12 jaar het viervoudige ge worden en belopen thans ongeveer 70 miljoen dollar per jaar. De subsidiëring strekt zich echter niet uit tot bijvoor beeld tankers en tot de wilde vaart. Sommige reders speciaal de eige naars van tankers zijn tot registratie van hun schepen in het buitenland over gegaan, om aan de hoge Amerikaanse lonen te ontkomen. Ongeveer 450 Ame rikaanse schepen, merendeels tankers, varen nu onder buitenlandse vlag. De meeste zijn ingeschreven in Honduras, Panama of Liberië. De Amerikaanse vakbonden proberen zeggenschap te krijgen over de beman ning van die schepen, welke in vak- Tot verbazing van de bevolking van de Franse plaatsen Avignon en St.-Etien- ne is daar rode regen gevallen. Volgens meteorologen is dit veroorzaakt door wol ken rood zand uit de Sahara, die door een stormachtige zuidoostelijke wind over de Middellandse zee zijn geblazen. bondskringen de „vloot der weglopers" wordt genoemd. De staking van verleden jaar heeft nieet tot regeling van deze kwestie geleid. De regering verstrekt ook bouwsubsi- die, om bestelling bij Amerikaanse wer ven aan te moedigen. Die subsidie wordt verondersteld het verschil te dekken tus sen de bouwkosten op een Amerikaanse werf en die op een werf in het buiten land. Gewoonlijk is hiermee ongeveer 50 procent van de totale kosten van het schip gemoeid. Vorig jaar was dit een post van ongeveer 32 miljoen dollar. Een deskundige mening is, dat wil de Amerikaanse koopvaardij goedkoper kun nen werken, zij snellere en betere sche pen moet hebben. Automatisering aan boord kan ook sterk kostenbesparend werken. (Advertentie) Rheumin - tabletten helpen snel, zeker en bovendien veilig I Ook door de gevoelige maag uitstekend te verdragen. 20 tabletten 63 ct. Een Brocades - product, dus: vertrouw er op I (Advertentie) Het fonds dat in Engeland is opgericht voor de aankoop van een tekening van de Italiaanse meester Leonardo da Vinei, voorstellende madonna en kind, heeft reeds 200.000 pond opgehaald. Dit is nog maar een kwart van het geen nodig is om te voorkomen dat de tekening op een openbare veiling ver kocht zal worden. Volgens welingelichte kringen in Parijs zou president De Gaulle overwegen later dit jaar een nationaal referendum te doen houden over zijn „Europa der va derlanden-plan. Dit zou, aldus deze krin gen, een reactie zijn op de tegneslag die zijn plan voor een Europese politieke unie heeft ondervonden door de weige ring van Nederland en België om daar mee akkoord te gaan zolang Groot-Brit- tannië nog geen deel uitmaakt van de gemeenschappelijke markt. HOFNAR neemt de leiding met zijn (Eigen buitenlandse dienst) Een oude Wener zei ons *®ns: Als twee Weners ru- *ie krygen, vechten ze die het eerst uit in de Strassen- bahn, de tram. Vervolgens Wordt de strüd voortgezet btt de Heurige In een wijnhuis, is het dan nog niet bijgelegd, dan komt de rechter er aan te pas, de sehepenrechtbank en soms zelfs het Landesgericht. Daar is sinds de tüd van |e oude Wener nog een gierde mogelykheid büge- °ttien: de telefoon. Men neemt de P.T.T. in de arm en tegen betaling van een aardig tariefje kan men 0Ver de telefoon zeggen, Wat men op z'n hart heeft allen die het horen willen! P.T.T. in Oostenrijk is altijd nogal actief geweest met het verlenen van ser vice aan de abonnees. Niet alleen kan men van haar horen hoe laat het is, en welk weer er verwacht wordt, maar ook de nieuw ste mop, een recept voor wat men des middags zou kunnen eten en nog aller lei andere dingen meer tot 'n stichtelijk woord toe Sinds enige tijd krijgt men bij het draaien van de num mers 1722 en 1745 respectie velijk een doktersassistente genaamd Polly aan de tele foon en een zeker heer, die zegt dokter Muller te zijn. Beiden verduidelijken nogal temperamentvol net stand punt van het Ziekenfonds in een heftige strijd, we^ke tussen dit fonds en de Oos tenrijkse artsen heerst over de honoraria van de artsen. Polly en de „arts" bewe ren op nogal volkse wijze, dat de artsen meer dan ge noeg verdienen en dat dus hun eisen om een hoger ho norarium totaal ongerecht vaardigd zijn. De Weense telefoonabonnees keken aan vankelijk nogal vreemd op van deze ongewone manier om private geschillen te re gelen en bij de P.T.T. re gende het protesten tegen het beschikbaar stellen van het apparaat van de Tele foondienst voor dergelijke eenzijdige voorlichting. Maar de P.T.T. liet de „fi- nancieel-gedesinteresseerde Ben dokter Müller, die alleen maar aan voorlichting deed" verder zijn gang gaan en ook Polly met haar „freche Schnautze" bebbelde rustig verder. Ze hadeten er im mers voor betaald. Toen za+ er voor de artsen niets an ders op dan onder tele foonnummer 1733 perma nent een „dokter Alexan der" te laten praten die met een keur van argumenten aantoont, hoe het in werke lijkheid met de honoraria der arts.m in Oostenrijk ge steld is. En daar dokter Alexander een gemoedelijke toon aanslaat en doet, alspf hij elke luisteraar persoon lijk gemoedelijk toespreekt en zijn woorden met goed moedige humor weet. te kruiden, heeft hij groot suc ces. Elkeen spreekt over dokter Alexander en Polly van nummer 1722 is zowat het type van een kletstante geworden, die amper weet waarover ze praat. Tegen over haar verhalen van de fantastische inkomens der artsen stelt dokter Alexan der het nuchtere fait, dat een huisarts in Wenen elke ziekenfondspatiënt, voor de somma van zes gulden drie maanden lang behandelen moet, ongeacht hoe dikwijls. Achter dokter Alexander schijnt zich een echte psy choloog te verbergen, want af en toe krijgt men onder nummer 1744 een twee gesprek in sappig Weens dialect van twee echte Weense arbeiders te genieten, die dan zitten uit te rekenen, wat zij verdie nen en wat de dokters krij gen. Voor een huisbezoek stel je voor zes shillin- gen: „daofür krieg ma beim Wimberger noch ka Viertel Waan!" Of voor de ope ratie van een blindedarm krijgt de chirurg van het Fonds 15 shillingen. Zo gaat het nu al weken voort. Polly en haar dokter Müller hebben hun spreek- band al voor de derde keer vernieuwd. Dokter Alexan der volgt op afstand. Men moet zich alleen maar er over verwonderen dat de Weense telefoonabonnees er maar niet genoeg van krij gen en naast naar de tijd, het weer, de mop van de dag en het lekker eten nog eens gauw naar het zieken- fondspalaver luisteren. Pro beert men de nummers 1722, 1733 en 1845 te draaien, dan zijn ze doorlopend bezet. Deze manier van volks voorlichting opent intussen wel weidse perspectieven De vertegenwoordigers van Opper- Volta en Dahomey bij de Verenigde Naties, de heren Frederic Guirma en Maxim Ual Zollner, behorende tot de groep der z.g. „Brazzaville-landen" hebben op een persconferentie in de „Nieuwspoort" in Den Haag hun in drukken gegeven over een bezoek dat zij juist aan Nederlands Nieuw-Guinea hebben gebracht. De foto toont tijdens de persconferentie (links) de heer Zollner en rechts de heer Guirma. LANGZAMERHAND begint de wetenschap in te zien wat ik allang wist. 1 Wij wonen op een we- reld die samen met mil- W joenen andere stofjes rond een zon draaait. Be halve ons (gezellige) groepje, dat men wel „zonnestelsel" noemt, zijn er nog miljarden andere zonnestelsels. Een atoom t~ nu is op dezelfde wijze samengesteld als één zo'n /zonnestelseltjeDe stof die wij kennen bestaat uit atomen. Een Engelse professor nu heeft ge zegd: hee, dan kan het best zijn, dat ons zonne- LJ' stelsel ook maar een atoom is; een miniem on derdeel van iets veel gro- ters. Toen ik dit las moest ik er aan denken, dat mijn broertje en ik, J" zodra wij op de middel bare school iets over ato men hadden gehoord, de- zelfde theorie uitdachten op een zonnige na middag als die En gelse geleerde. Waar om, zei mijn broertje, zou ons zonnestelsel geen atoompje zijn, dat bij- voorbeeld deel uitmaakt van de poot van een ontzettend grote tafel. Of, zo voeg de ik er aan toe, van een ontzet tend grote koe. Wij konden er niet achter komen, waartoe wij precies be hoorden. Misschien was het een lepel, misschien een zee. een oor, een pot- loodpunt, een schrijfmachine, een auto, een stukje garendraad of een fiets. Allemaal ontzettend groot. Zou het inderdaad een gebruiksvoorwerp zijn, dan zou dit ook weer worden gebruikt door een ontzettend groot wezen. Mijn broertje heeft daarover toen nog een opstel gemaakt, waarvoor hij, als zijn de een gek, de klas is uitgejaagd. Hij verspeelde de gunst van de leraar en bleef dat jaar zitten. Nu komt zo'n Engelse professor en doet, of hij de vogel geschoten heeft. Het is bitter, te moeten ervaren, dat wij de weten schap een hele tijd voor waren en dat dit alleen verdriet opleverde. Na tuurlijk zal niemand ooit kunnen be wijzen, dat de professor en wij gelijk hebben. Maar evenmin zal iemand kunnen bewijzen, dat dit niet zo is. Immers, daarvoor zijn de menselijke hersens te klein. Wij kunnen ook niet bij het volgende zonnestelsel komen, want het zal jaren duren voor we in ons eigen zonnestelsel een beetje de weg weten. Het gescharrel van men sen als Titov en John Glenn is maar een aanloopje. Trouwens, als we in het tweede zonnestelsel zitten, over zien we pas twee atomen. En ook dit is nog héél weinig. Nu bespraken wij deze zaak onlangs in een gezelschap vol erudiete mensen en wij verbonden er de veronderstelling aan, dat er mis schien best nog ergens anders leven zou kunnen zijn. Het zou, zei iemand, eigenlijk een belediging voor de Schep per zijn, aan te nemen dat Hij alleen op dat ontzettend minuscule pluisje dat wij wereld noemen, leven zou heb ben geschapen. Wij konden het daar mee wel eens zijn, maar voegden toch er aan toe, dat „leven" een term is, die wij uitsluitend met menselijke maatstaven benaderen. Een kapelaan begon toen uiteen te zetten, wat leven eigenlijk was. Hij beredeneerde dit louter filosofisch en deelde de ver scheidene vormen van leven nauw keurig in in hogere en lagere vormen. Maar wij kwamen er niet uit. Immers, zelfs wanneer wij precies weten wat Leven is, weten wij dat uit menselijke ervaring of uit door mensen krachtens menselijke ervaring geschreven boe ken. De mens nu is een vinding van de Schepper, maar wie zal bewijzen, dat Hij niet elders in het heelal heel andere normen heeft gehanteerd en creativiteiten heeft ontplooid. Op onze wereld vinden wij andere wezens die ons dienen: bomen, dieren, sla, paarden en jonge hondjes, om er maar enkele te noemen. Het kan best zijn mis schien worden wij dadelijk de klas uitgegooid dat op andere plaatsen in het heelal heel andere complexen van leven bestaan; iets wat bijvoor beeld lijkt 00 de mens en iets dat bij voorbeeld lijkt op de ons bekende dieren en planten. Maar het kan best zijn, dat het daarop helemaal niet lijkt. Het kan best zijn, dat het begrip ..tijd" alleen voor óns geldt op de wereld. Het kan best zijn, dat er ook on atomen vormen van leven bestaan. Wij kunnen dat wel niet zien, maar wie zegt, dat het er daarom niet is? Onder een microscoop is tenslotte ook een druppel water een wereldje vol leven geworden: dat wisten we ook niet vóór iemand die glaasjes uitvond. Zo ongeveer stelden wij dit alles in dat gesprek. De toehoorders begonnen ons steeds vreemder aan te kijken. In ons enthousiasme gingen wij steeds verder. Wij praten nu wel van „leven", zeiden wij, maar misschien noemt men dat elders wel „oela- oela" of „raptimidari"En wij voeg den er aan toe (omwille van de ka pelaan), dat deze zienswijze in geen enkel opzicht de christelijke waar heden aantastte omdat het best kan zijn, dat voor andere wezen, die elders „leven", de heilsboodschap op een andere wijze is verkondigd. Ja ja, knikten onze gasten bedenkelijk. Wij vonden wél, dat zij er weinig tegen in gooiden, maar ze werden dan ook vrij plotseling met bredere theorieën overstroomd dan wij allen dagelijks consumeren. In elk geval vonden wij, dat het in het heelal steeds gezelliger werd omdat onze fantasie overal nieuwe wezens schiep. Wij hebben het daarbij toen maar gelaten. Het was wel een moeilijk gesprek. Zoals dit een moeilijk stukje is. YORICK

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1962 | | pagina 11