De Centurio's".
Dien Bien Phoe
het drama
van
en Algerië
vier!
20
Weense ziekenfondsruzie is reisverslag uit nieuw-guinea
via telefoon te volgen
Gezellig
heelal
KUYPER
Subliem
Bouquet
Rigoletto
27ct
Carlton
CRISIS VAN HET
FRANSE LEGER
Onscrupuleus oorlogsboek
dat een menetekel is
Amerikaanse koopvaardij
staat er slecht voor
lijnen zijn
doorlopend
in gebruik
a
n
n
17
DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 19 APRIL 1962
?5
Ondergang van
een imperium
Motief
Lijkzang
Afglijden
Guerrilla
De moor kan gaan
Europese artsen
exposeren
Bedrijfskosten
zijn te hoog
RODE REGEN
In de griep-greep
bent U lusteloos
maar beslist niet
machteloos neem
direct Rheumin
U proeft
de moutwijn
Al 200.000 pond
voor tekening
Frans referendum
over Europa
der vaderlanden
Ct
in één woord
subliem
22ct
vol aroma
de grote
internationale
3 let
voor de elite in
binnen- en buitenland
Frankrijk mag dan beschouwd worden als de zieke
man van Europa, een feit is intussen dat dit zieke
Frankrijk in de Europese staatkunde het enige land
is dat zich niet bij de feiten neerlegt. Dit is in
hoofdzaak het werk van president De Gaulle. Hij
heeft, om een sprekend voorbeeld te noemen,
Frankrijk tot een atoommogendheid gemaakt en hij
is hard op weg om in het totdusverre grootste
Europese gebeuren - de economische en politieke
samenwerking - een typische, Franse toon te laten
doorklinken. Onwillekeurig vraagt men zich af, of
de Franse president nu werkelijk en wezenlijk de
wil van het Franse volk belichaamt, of dat hij geen
andere stem vertegenwoordigt dan die van het
Elysée.
afschuw gadeslaat. Het Franse leger-
drama lijkt trouwens wel iets op de ge
schiedenis van ons koloniale leger, dat
een imperium voor ons heeft helpen op
bouwen, dat tenslotte bij opheffingsuit
verkoop aan een stel corrupte oproer
kraaiers zou worden overhandigd.
Men herinnert zich het gesputter in Franse politieke kringen tegen het feit dat
De Gaulle zich over het parlement heen met een referendum tot het volk heeft
gericht. Met zorg vraagt men zich af om welke reden de Franse communisten op
De Gaulle hebben gewed. Met enige verbijstering ziet men, hoe nergens als juist
in Frankrijk corruptieschandalen voorkomen, hoe herhaaldelijk mutaties in het
staatsbestuur plaatsvinden en hoe emotioneel het toegaat bij politieke processen
kortelings nog tegen ex-generaal Jouhaud, beticht van samenzwering tegen de
staat en het geven van leiding aan de O.A.S.
tussen de duistere machten en de zicht
bare wereld zijn: de op hun sandalen
voorbijsloffende, zwijgende moslims. Za
gen de meeste FLN-terroristen die in
een recent verleden Europeanen de keel
afsneden en hun lijken in de richting
van Mekka neerlegden, er niet precies
eender uit? Even anoniem? Even neu
traal? Even corrupt?
Het Franse beroepsleger heeft een
nieuwe traditie om op terug te zien. De
traditie van het vechten tegen een tijd
geest, tegen iets dat niet met wapens te
bestrijden valt.
Er zijn tekenen genoeg die wijzen op
een algemene crisis in Frankrijk. Ner
gens echter is de crisis zo duidelijk als
in het Franse leger. Het is in de maal
stroom van de politiek terechtgekomen.
Het gevolg: maarschalken en generaals
met eerbiedwaardige namen, met de
hoogste onderscheidingen zien zichzelf
en hun reputatie door het slijk gehaald.
Zij staan soms als rebellen terecht. De
staat lust hen niet meer en het volk be
grijpt hen niet meer.
Het beroepsleger met zijn imposante
tradities, dat sedert eeuwen voor Frank
rijk heeft gevochten op alle strijdtonelen
in de wereld, is een anachronisme ge
worden. De divisies dienstplichtigen
staan wat verbouwereerd toe te kijken
omdat zij hun idealisme geen vorm kun
nen geven. De grootheid van Frankrijk
die de vorige generaties te vuur en te
zwaard hebben bevochten, werd op lauwe
conferenties stelselmatig afgebroken. Er
is niet veel meer over om er voor of er
tegen te vechten. Vóór de Navo-gedachte
tegende vijand IN Frankrijk.
De soldaat zijn vak is vechten. Oorlog
is wreed en onrechtvaardig, maar soms
IS hij er. Een enkele maal geldt het een
pure veroveringsoorlog, met als voor
naamste motivering: de grootheid en de
macht van de eigen natie.
Wij mogen rustig op een bankje in
het park gezeten, de intenties van zulke
oorlogen afwijzen, voor de beroepssol
daat mogen zij geen probleem zijn. Po
litiek is zijn vak niet. Hij gaat waarheen
de staat hem stuurt. Er is sedert mensen
heugenis op deze manier oorlog gevoerd.
Frankrijk is er groot van geworden. Zon
der het offer van veel bloed zou vrij
wel geen Europees land het aanzijn heb
ben gekregen.
Dat de huidige tüd een fijnere moraal
heeft ontwikkeld ten aanzien van de
oorlog is, wat daarvan ook de oorzaken
mogen zjjn, voor de beoefenaren van het
krjjgsvak zonder meer een drama. Door
hun ogen bezien staan zij met al hun
grote tradities, met de nagalm van de
grote veldslagen die hun regimenten heb
ben gewonnen en verloren, feitelijk als
clowns te kijk.
Het lijkt absurd maar het is deson
danks niet onjuist als wij zeggen dat
de conflictsituatie waarin de kaste van
beroepsveldheren is verzeild geraakt, in
Frankrijk nog heviger doorwerkt dan in
Duitsland.
De Pruisische generaals hebben een
oorlog verloren en zij kunnen proberen
oa te kaarten en hun verlies te slikken.
Hun Franse collega's die prat kunnen
gaan op een niet minder groots militair
v.e:Heden zien zich daarentegen het
slachtoffer van een proces dat niet met
wapengeweld te keren is. De amokma-
e^J ^an een O.A.S. moet men dan ook
in hoofdzaak zien als de moordmanie van
mensen die, als het duister invalt, om
ringd worden door onzichtbare machten.
zAji schieten als gekken op de gestalten
wie zij geloven dat zij de media
Er is dezer dagen bij Elsevier een
vertaling van een Franse oorlogsroman,
welke dit drama op beklemmende wijze
schildert, in Nederland van de pers ge
komen. „De Centurio's" heet dit met pa
thos geschreven boek, welks auteur, Jean
Larteguy, als officier het hele drama
heeft meegemaakt. Zijn roman is een
lijkzang over het Franse nationalisme.
Tevens is het een keihard en in al zijn
onscrupuleuze verheerlijking van het
soldatendom, eerlijk oorlogsboek, mis
schien wel het laatste in Europa, dat zo
onverholen de strijd predikt. Had een
Duitse generaal het geschreven dan zou
den alle parlementen in de wereld op
hun kop staan. Nu het een Franse offi-
licht omdat wij het drama van het Franse
cier is, nemen wij meer afstand, wel-
leger wel enigszins begrijpen, hoezeer
ook ieder weldenkend mens de stuip
trekkingen, zoals die van de O.A.S. met
Jean Larteguy heeft in zijn roman de
tragische, laatste fase van de legercrisis
niet beschreven,. Het boek kwam in 1959
gereed. Het laatste hoofdstuk, waarin de
auteur het Algerijnse vraagstuk laat op
lossen door toedoen van een elitegarde
van geharde parachutisten is zodoende
door de feiten weerlegd.
Algerië is niet Frans meer. Het boek
is zichzelf tot aanfluiting geworden, maar
dat maakt het niet belachelijk of waarde
loos. Het verklaart namelijk de ontwik
kelingen die wij nu dagelijks uit de krant
vernemen, al is het, wat de O.A.S. be
treft, niet up to date. Nochtans beschrijft
Larteguy met zijn relaas overde elite
van parachutisten (een soort commando
troepen die onder en boven de wet leef
den en door Parijs werden gebruikt,
maar niet erkend) hoe de soldaat van
strijder tot terrorist kan afglijden. Hoe
zijn roeping, het moge dan een vrese
lijke zijn, kan ontaarden van loyaliteit
tot illegaliteit en tot rebellie. Dat maakt
„De Centurio's" belangrijk.
Maar meer nog is deze met groot ta
lent geschreven roman het relaas van
de vernederingen en de ijdele hoop van
de oude Franse officierskaste.
Men hoeft maar één dag in Frankrijk
te zijn geweest om te weten hoe zeer
dit land zijn soldaten heeft geëerd. En
ook om te beseffen in welke mate het
leger het Franse nationalisme en de
Franse trots heeft gedragen.
Stelt u nu dit leger eens voor. In 1940
verslagen zonder wezenlijk aan de veld
slag te pas te zijn gekomen. Maarschalk
Petain pacteert met de vijand en En
geland, als oorlogspartner, moet zelfs de
Franse vloot vernietigen om te verhin
deren dat deze tegen haar zee zal kie
zen.
Engeland en Amerika moeten Frank
rijk bevrijden. Dan begint de afbraak
van het koloniale imperium. Indo-China,
met als symbool van vernieling, Dien
Bien Phoe; Marokko, Tunesië
De uit Indo-China teruggekeerde troe
pen worden ingezet in Algerië, waar zij
de laatste hoeksteen van het Franse im
perium denken te verdedigen. Maar hier
wachten hen geen veldslagen. De FLN
die de Europeanen terroriseert, opereert
niet in het vrije veld. Het is een gueril-
la-oorlog, die zich vooral des nachts in
de steden afspeelt. De politie kan er niets
tegen doen. Het leger mag er niets tegen
doen, want Algerië is een deel van
Frankrijk en dus geen bezet gebied.
Pas de parachutisten, als een handige
laatste troef door de Franse regering
uitgespeeld, blijken de „missing link" te
zijn in de bestrijding van de terreur. Zij
lappen de tijdrovende procedures waar
van de gendarmerie zich moet bedienen
aan hun laars en passen toe wat zij in
de gevangenenkampen van de Vietminh
hebben geleerd: guerilla tegen guerilla.
Maar tenslotte laat Parijs de parachu
tisten los, bij wijze van politieke maat
regel. „Gij hebt voor ons gestreden. Gij
hebt Dien Bien Phoe overleefd. Nu wil
len wij u niet meer kennen
Hier scheiden zich definitief de wegen
tussen beroepsleger en staat. Het vlam
mende betoog van Larteguy om een her
leving van het militaire élan dat Frank
rijk groot heeft gemaakt, de vorming van
een volksleger dat breed in de massa
is vertakt en haai jüealen d ...gt, heeft
zijn doel gemist.
Larteguy heeft veel van de oorlog
geleerd, dat wil zeggen: van zijn wezen
in deze tijd, want hij liep college in een
Vietminh-kamp. Hij zegt behartenswaar-
dige dingen over de communistische
krijgswetenschap, welke spot met Clause-
witz. Dat is een boodschap voor deze tijd.
Wie weet is het vonnis over de Centu
rio's niet geheel zinloos geweest. Van
verloren offensieven leert de goede maar
schalk het vak.
Antonin Werner
Artsen uit Amsterdam, Den Haag,
Utrecht, Harderwijk, Leiden, Smilde,
Halsteren, Tilburg, Arnhem, St.-Oeden-
rode en Groningen exposeren met elkaar
40 schilderijen op een expositie die van
22 april tot 6 mei wordt gehouden in de
erehal van Kasino-kursaal te Oostende,
België. Uit Engeland komen 20, uit Zwit
serland 10, uit Zweden 15, uit Duitsland
7, uit Frankrijk 19, uit Denemarken 9 en
uit België 62 schilderijen.
(Advertentie)
Een middel van bestaan dat heeft ge
holpen de Verenigde Staten groot te ma
ken en dat nog steeds belangrijk is uit
een oogpunt van nationale trots en vei
ligheid. staat er slecht voor. Het Is de
koopvaardij.
Van 1942 tot 1945 bouwden de Verenig
de Staten 5.592 koopvaardijschepen. Aan
het eind van de oorlog bezat dat land
de grootste handelsvloot welke de wereld
ooit had gekend.
Doch de vrede bracht de Amerikaanse
koopvaardijvloot gevaren van een nieu
we soort. Spoedig begonnen andere lan
den de eigen vloot weer op te Douwen
en met succes tegen de Amerikanen te
concurreren om vracht.
Momenteel heeft Amerika nog maar
938 vrachtschepen onder eigen vlag en
ruim een op de drie er van doet alleen
dienst in het binnenlands verkeer.
Hoewel Amerika eenderde van de we
reldhandel verzorgt, heeft dit land nog
geen tien procent van de wereldscheep
vaart in handen. Vorig jaar ging slechts
11 procent van de Amerikaanse import
en export over zee in schepen onder
Amerikaanse vlag.
Waardoor doet de Amerikaanse koop
vaardij het zo slecht in de concurrentie
in vredestijd? De reders hebben het ant
woord klaar: hoge bedrijfskosten.
De lonen die op grond van het arbeids
contract moeten worden betaald aan de
Amerikaanse zeelieden, liggen drie tot
acht maal zo hoog als die van de buiten
landse collega's.
Door middel van subsidiëring op grote
schaal absorbeert de Amerikaanse rege
ring de hogere bedrijfskosten van onge
veer eenderde van de koopvaardijvloot.
Subsidie wordt verleend aan 15 grote
scheepvaartlijnen die met ongeveer 300
schepen werken op vaste handelsroutes
welke door de regering als van essentieel
belang worden beschouwd.
De kosten van die subsidiëring zijn in
de afgelopen 12 jaar het viervoudige ge
worden en belopen thans ongeveer 70
miljoen dollar per jaar. De subsidiëring
strekt zich echter niet uit tot bijvoor
beeld tankers en tot de wilde vaart.
Sommige reders speciaal de eige
naars van tankers zijn tot registratie
van hun schepen in het buitenland over
gegaan, om aan de hoge Amerikaanse
lonen te ontkomen. Ongeveer 450 Ame
rikaanse schepen, merendeels tankers,
varen nu onder buitenlandse vlag. De
meeste zijn ingeschreven in Honduras,
Panama of Liberië.
De Amerikaanse vakbonden proberen
zeggenschap te krijgen over de beman
ning van die schepen, welke in vak-
Tot verbazing van de bevolking van
de Franse plaatsen Avignon en St.-Etien-
ne is daar rode regen gevallen. Volgens
meteorologen is dit veroorzaakt door wol
ken rood zand uit de Sahara, die door
een stormachtige zuidoostelijke wind over
de Middellandse zee zijn geblazen.
bondskringen de „vloot der weglopers"
wordt genoemd. De staking van verleden
jaar heeft nieet tot regeling van deze
kwestie geleid.
De regering verstrekt ook bouwsubsi-
die, om bestelling bij Amerikaanse wer
ven aan te moedigen. Die subsidie wordt
verondersteld het verschil te dekken tus
sen de bouwkosten op een Amerikaanse
werf en die op een werf in het buiten
land. Gewoonlijk is hiermee ongeveer
50 procent van de totale kosten van het
schip gemoeid. Vorig jaar was dit een
post van ongeveer 32 miljoen dollar.
Een deskundige mening is, dat wil de
Amerikaanse koopvaardij goedkoper kun
nen werken, zij snellere en betere sche
pen moet hebben. Automatisering aan
boord kan ook sterk kostenbesparend
werken.
(Advertentie)
Rheumin - tabletten helpen snel,
zeker en bovendien veilig I Ook
door de gevoelige maag uitstekend
te verdragen. 20 tabletten 63 ct.
Een Brocades - product, dus:
vertrouw er op I
(Advertentie)
Het fonds dat in Engeland is opgericht
voor de aankoop van een tekening van
de Italiaanse meester Leonardo da Vinei,
voorstellende madonna en kind, heeft
reeds 200.000 pond opgehaald.
Dit is nog maar een kwart van het
geen nodig is om te voorkomen dat de
tekening op een openbare veiling ver
kocht zal worden.
Volgens welingelichte kringen in Parijs
zou president De Gaulle overwegen later
dit jaar een nationaal referendum te
doen houden over zijn „Europa der va
derlanden-plan. Dit zou, aldus deze krin
gen, een reactie zijn op de tegneslag die
zijn plan voor een Europese politieke
unie heeft ondervonden door de weige
ring van Nederland en België om daar
mee akkoord te gaan zolang Groot-Brit-
tannië nog geen deel uitmaakt van de
gemeenschappelijke markt.
HOFNAR neemt de leiding met zijn
(Eigen buitenlandse dienst)
Een oude Wener zei ons
*®ns: Als twee Weners ru-
*ie krygen, vechten ze die
het eerst uit in de Strassen-
bahn, de tram. Vervolgens
Wordt de strüd voortgezet
btt de Heurige In een
wijnhuis, is het dan nog
niet bijgelegd, dan komt de
rechter er aan te pas, de
sehepenrechtbank en soms
zelfs het Landesgericht.
Daar is sinds de tüd van
|e oude Wener nog een
gierde mogelykheid büge-
°ttien: de telefoon. Men
neemt de P.T.T. in de arm
en tegen betaling van een
aardig tariefje kan men
0Ver de telefoon zeggen,
Wat men op z'n hart heeft
allen die het horen
willen!
P.T.T. in Oostenrijk is
altijd nogal actief geweest
met het verlenen van ser
vice aan de abonnees. Niet
alleen kan men van haar
horen hoe laat het is, en
welk weer er verwacht
wordt, maar ook de nieuw
ste mop, een recept voor
wat men des middags zou
kunnen eten en nog aller
lei andere dingen meer tot
'n stichtelijk woord toe
Sinds enige tijd krijgt men
bij het draaien van de num
mers 1722 en 1745 respectie
velijk een doktersassistente
genaamd Polly aan de tele
foon en een zeker heer, die
zegt dokter Muller te zijn.
Beiden verduidelijken nogal
temperamentvol net stand
punt van het Ziekenfonds
in een heftige strijd, we^ke
tussen dit fonds en de Oos
tenrijkse artsen heerst over
de honoraria van de artsen.
Polly en de „arts" bewe
ren op nogal volkse wijze,
dat de artsen meer dan ge
noeg verdienen en dat dus
hun eisen om een hoger ho
norarium totaal ongerecht
vaardigd zijn. De Weense
telefoonabonnees keken aan
vankelijk nogal vreemd op
van deze ongewone manier
om private geschillen te re
gelen en bij de P.T.T. re
gende het protesten tegen
het beschikbaar stellen van
het apparaat van de Tele
foondienst voor dergelijke
eenzijdige voorlichting.
Maar de P.T.T. liet de „fi-
nancieel-gedesinteresseerde
Ben dokter Müller, die alleen
maar aan voorlichting deed"
verder zijn gang gaan en
ook Polly met haar „freche
Schnautze" bebbelde rustig
verder. Ze hadeten er im
mers voor betaald. Toen za+
er voor de artsen niets an
ders op dan onder tele
foonnummer 1733 perma
nent een „dokter Alexan
der" te laten praten die met
een keur van argumenten
aantoont, hoe het in werke
lijkheid met de honoraria
der arts.m in Oostenrijk ge
steld is. En daar dokter
Alexander een gemoedelijke
toon aanslaat en doet, alspf
hij elke luisteraar persoon
lijk gemoedelijk toespreekt
en zijn woorden met goed
moedige humor weet. te
kruiden, heeft hij groot suc
ces. Elkeen spreekt over
dokter Alexander en Polly
van nummer 1722 is zowat
het type van een kletstante
geworden, die amper weet
waarover ze praat. Tegen
over haar verhalen van de
fantastische inkomens der
artsen stelt dokter Alexan
der het nuchtere fait, dat
een huisarts in Wenen elke
ziekenfondspatiënt, voor de
somma van zes gulden drie
maanden lang behandelen
moet, ongeacht hoe dikwijls.
Achter dokter Alexander
schijnt zich een echte psy
choloog te verbergen, want
af en toe krijgt men onder
nummer 1744 een twee
gesprek in sappig Weens
dialect van twee echte
Weense arbeiders te
genieten, die dan zitten uit
te rekenen, wat zij verdie
nen en wat de dokters krij
gen. Voor een huisbezoek
stel je voor zes shillin-
gen: „daofür krieg ma beim
Wimberger noch ka Viertel
Waan!" Of voor de ope
ratie van een blindedarm
krijgt de chirurg van het
Fonds 15 shillingen.
Zo gaat het nu al weken
voort. Polly en haar dokter
Müller hebben hun spreek-
band al voor de derde keer
vernieuwd. Dokter Alexan
der volgt op afstand. Men
moet zich alleen maar er
over verwonderen dat de
Weense telefoonabonnees er
maar niet genoeg van krij
gen en naast naar de tijd,
het weer, de mop van de
dag en het lekker eten nog
eens gauw naar het zieken-
fondspalaver luisteren. Pro
beert men de nummers 1722,
1733 en 1845 te draaien, dan
zijn ze doorlopend bezet.
Deze manier van volks
voorlichting opent intussen
wel weidse perspectieven
De vertegenwoordigers van Opper-
Volta en Dahomey bij de Verenigde
Naties, de heren Frederic Guirma en
Maxim Ual Zollner, behorende tot de
groep der z.g. „Brazzaville-landen"
hebben op een persconferentie in de
„Nieuwspoort" in Den Haag hun in
drukken gegeven over een bezoek dat
zij juist aan Nederlands Nieuw-Guinea
hebben gebracht. De foto toont tijdens
de persconferentie (links) de heer
Zollner en rechts de heer Guirma.
LANGZAMERHAND
begint de wetenschap in
te zien wat ik allang wist.
1 Wij wonen op een we-
reld die samen met mil-
W joenen andere stofjes
rond een zon draaait. Be
halve ons (gezellige)
groepje, dat men wel
„zonnestelsel" noemt, zijn
er nog miljarden andere
zonnestelsels. Een atoom
t~ nu is op dezelfde wijze
samengesteld als één zo'n
/zonnestelseltjeDe stof
die wij kennen bestaat
uit atomen. Een Engelse
professor nu heeft ge
zegd: hee, dan kan het
best zijn, dat ons zonne-
LJ' stelsel ook maar een
atoom is; een miniem on
derdeel van iets veel gro-
ters. Toen ik dit las
moest ik er aan denken,
dat mijn broertje en ik,
J" zodra wij op de middel
bare school iets over ato
men hadden gehoord, de-
zelfde theorie uitdachten
op een zonnige na
middag als die En
gelse geleerde. Waar
om, zei mijn broertje,
zou ons zonnestelsel geen
atoompje zijn, dat bij-
voorbeeld deel uitmaakt
van de poot van een
ontzettend grote tafel. Of, zo voeg
de ik er aan toe, van een ontzet
tend grote koe. Wij konden er niet
achter komen, waartoe wij precies be
hoorden. Misschien was het een lepel,
misschien een zee. een oor, een pot-
loodpunt, een schrijfmachine, een auto,
een stukje garendraad of een fiets.
Allemaal ontzettend groot. Zou het
inderdaad een gebruiksvoorwerp zijn,
dan zou dit ook weer worden gebruikt
door een ontzettend groot wezen. Mijn
broertje heeft daarover toen nog een
opstel gemaakt, waarvoor hij, als zijn
de een gek, de klas is uitgejaagd. Hij
verspeelde de gunst van de leraar
en bleef dat jaar zitten. Nu komt zo'n
Engelse professor en doet, of hij de
vogel geschoten heeft. Het is bitter,
te moeten ervaren, dat wij de weten
schap een hele tijd voor waren en
dat dit alleen verdriet opleverde. Na
tuurlijk zal niemand ooit kunnen be
wijzen, dat de professor en wij gelijk
hebben. Maar evenmin zal iemand
kunnen bewijzen, dat dit niet zo is.
Immers, daarvoor zijn de menselijke
hersens te klein. Wij kunnen ook niet
bij het volgende zonnestelsel komen,
want het zal jaren duren voor we in
ons eigen zonnestelsel een beetje de
weg weten. Het gescharrel van men
sen als Titov en John Glenn is maar
een aanloopje. Trouwens, als we in
het tweede zonnestelsel zitten, over
zien we pas twee atomen. En ook dit
is nog héél weinig. Nu bespraken wij
deze zaak onlangs in een gezelschap
vol erudiete mensen en wij verbonden
er de veronderstelling aan, dat er mis
schien best nog ergens anders leven
zou kunnen zijn. Het zou, zei iemand,
eigenlijk een belediging voor de Schep
per zijn, aan te nemen dat Hij alleen
op dat ontzettend minuscule pluisje
dat wij wereld noemen, leven zou heb
ben geschapen. Wij konden het daar
mee wel eens zijn, maar voegden toch
er aan toe, dat „leven" een term is,
die wij uitsluitend met menselijke
maatstaven benaderen. Een kapelaan
begon toen uiteen te zetten, wat leven
eigenlijk was. Hij beredeneerde dit
louter filosofisch en deelde de ver
scheidene vormen van leven nauw
keurig in in hogere en lagere vormen.
Maar wij kwamen er niet uit. Immers,
zelfs wanneer wij precies weten wat
Leven is, weten wij dat uit menselijke
ervaring of uit door mensen krachtens
menselijke ervaring geschreven boe
ken. De mens nu is een vinding van
de Schepper, maar wie zal bewijzen,
dat Hij niet elders in het heelal heel
andere normen heeft gehanteerd en
creativiteiten heeft ontplooid. Op onze
wereld vinden wij andere wezens die
ons dienen: bomen, dieren, sla, paarden
en jonge hondjes, om er maar enkele
te noemen. Het kan best zijn mis
schien worden wij dadelijk de klas
uitgegooid dat op andere plaatsen
in het heelal heel andere complexen
van leven bestaan; iets wat bijvoor
beeld lijkt 00 de mens en iets dat bij
voorbeeld lijkt op de ons bekende
dieren en planten. Maar het kan best
zijn, dat het daarop helemaal niet
lijkt. Het kan best zijn, dat het begrip
..tijd" alleen voor óns geldt op de
wereld. Het kan best zijn, dat er ook
on atomen vormen van leven bestaan.
Wij kunnen dat wel niet zien, maar
wie zegt, dat het er daarom niet is?
Onder een microscoop is tenslotte ook
een druppel water een wereldje vol
leven geworden: dat wisten we ook
niet vóór iemand die glaasjes uitvond.
Zo ongeveer stelden wij dit alles in
dat gesprek. De toehoorders begonnen
ons steeds vreemder aan te kijken. In
ons enthousiasme gingen wij steeds
verder. Wij praten nu wel van
„leven", zeiden wij, maar misschien
noemt men dat elders wel „oela-
oela" of „raptimidari"En wij voeg
den er aan toe (omwille van de ka
pelaan), dat deze zienswijze in geen
enkel opzicht de christelijke waar
heden aantastte omdat het best kan
zijn, dat voor andere wezen, die elders
„leven", de heilsboodschap op een
andere wijze is verkondigd. Ja ja,
knikten onze gasten bedenkelijk. Wij
vonden wél, dat zij er weinig tegen
in gooiden, maar ze werden dan ook
vrij plotseling met bredere theorieën
overstroomd dan wij allen dagelijks
consumeren. In elk geval vonden wij,
dat het in het heelal steeds gezelliger
werd omdat onze fantasie overal
nieuwe wezens schiep. Wij hebben het
daarbij toen maar gelaten. Het was
wel een moeilijk gesprek. Zoals dit
een moeilijk stukje is.
YORICK