SIGHT-SEEING IN SOMBER OOST-BERLIJN U kunt dit doen, zei Schupo De Afrikaanse literatuur een enorme markt vinden Interkerkelijk overleg in Nederlands Nieuw-Guinea BOEKENPLANK iTotdusverre is blanke auteur nog spreekbuis Drie negerachtigeboeken Zal Rusland waarnemers toelaten Vriendelijke kende ZLjn lesje uitstekend aids kende I Dooi'gangspost Friedrichsl -as- Geen reclames Karl Marx Voor wie? Inwijding Prisma-thrillers Spreekuur voor de spiegel Vijfjaar voor fantast uit Zaamslag Man van „B B." weer in dienst Imitatie Moraliseren Nkroemah Graf van graaf Cagliostro gevonden Belafonte op „zakenreis BIJVERWARMING Lifter, pas op uw duim Ruimtevaart DAGBLAD DE STEM VAN WOENSDAG 14 FEBRUARI 1962 (Van onze redacteur) ze. De enige opening in de muur. We zij.ii met ons busje de westelijke slagboom gepas seerd en staan nu op Oostduils gebied. Een Vopo bekijkt de paspoorten, neemt ze mee naar een klein kantoortje in de schaduw van de grote barrière. Het wordt bewaakt door een man in groen uniform, dat angstig veel lijkt op het uniform van de vroegere Wehrmacht. Laarzen en koppel met metalen gesp. Uit de verte klinkt een zwak. donker geluid. De klokken van de Gedaehtuiskirche op de Kurfürstendam. Men hoort ze in Oosl-Berlijn als de wind uit het westen waait. Omdat we buitenlanders zijn acht journalisten uit Frankrijk, België en Nederland is het ons toegestaan door het gat in de muur te kruipen. De behandeling door de Vopo's is correct. In ons gezelschap bevinden zich ook een Argentijn, een echtpaar uit Cali- fornië en twee Amerikaanse piloten in uniform, die zich bij de M.P. moesten melden alvorens ze langs de slagboom mochten. Een Oostduitse gids komt de bus in. Niet onvriendelijk, maar blijkbaar een willige dienaar van het regime. Hij kent zijn lesje. Wij zijn allemaal bijzonder welkom in de Duitse Democratische Re publiek. Ihr seit unsere verehrte Gaste. Jawohl. We zullep de wederopbouw zien in Oost-Berlijn, ondanks de muur die de activiteiten van imperialisten en revan- chisten bedoelt te weren. De bus rolt door de Bebelstrasze. Links en rechts winkels, maar nergens de naam van een eigenaar. Er bestaat immers geen particulier zakenleven in Oost- Duitsland, geen concurrentie dus ook met etalage-naijver en lokkende lichtreclames. Op de gevels van sommige vooroorlogse panden ontwaart men een rechthoek, die lichter van kleur is dan de rest van de muur. Het is de plaats waar vroeger een reclamebord heeft gehangen. „En hier," zegt de gids hij rukt met een gebaar onze hoofden naar rechts ziet u de Staatsopera. In de oorlog verwoest, maar nu mooier dan voorheen opgebouwd. Het trotse eigendom van de werkende klasse. Er rolt een stadsbus voorbij, oud en groezelig. Op het balkonnetje staat een jonge Vopo, karabijn op de schouder. Hij wuift, maar laat ons raden naar de intentie van die groet. Merkwaardige ervaring deze rit. Sight-seeing in wat de Oostduitsers het vrije Berlijn en de West duitsers het grootste concentratiekamp van Europa noemen. „We kunnen gemak kelijker naar China reizen dan naar het oosten van de stad," zei ons de vorige avond e<?n gramstorige taxichauffeur. En hij bevond zich toch maar twee kilome ter van de Brandenburger Tor. We rijden voorbij de Humboldt-univer- siteit. Op het voorplein studenten, die een vrij welvarende indruk maken. De gids straalt over zijn hele gezicht als hij in details treedt. Dit is het centrun) van het ware humanisme, de tempel der intelligentsia, waar de bloem van de Oost duitse jeugd vertrouwd wordt gemaakt met de exacte wetenschappen en met de leer van Marx en Lenin, die de weg naar de toekomst wijst Hier een groot regeringsgebouw, daar een ruïne en weer iets verder een open vlakte. Oost-Berlijn bouwt, maar be trouwbare cijfers wijzen uit dat West- Berlijn tienmaal zoveel heeft gedaan. De impuls van het particuliere initiatief ont breekt in het oosten. Er is ook veel min der verkeer. In West-Berlyn rijden zo veel auto's dat de verkeersproblemen even nijpend worden als in Amsterdam of Parijs. Onze chauffeur echter heeft weinig kans dat hy tegen de voorrangs- >,West-Berlijn moet een vrijege demilitariseerde stad worden".... En wie dit zegt maakt de foto duidelijk. Een van onze redacteuren, die kor telings Berlijn bezocht, had ook de gelegenheid in het oosten van de stad rond te kijken. Dit is het relaas van zijn impressies. regels zal zondigen. Hy kan maar door- knorren. Vrijwel in alle straten ziet men grote affiches. Propaganda voor Ulbricht, waar schuwingen tegen de vijandige bedoelin gen van het Westen. „West-Berlin musz eine freie entmilitarisierte Stadt werden." Op de trottoirs is het druk. We pas seren arbeiders die naar hun werk gaan, huisvrouwen die aan het winkelen zijn. Ze kijken naar de bus, zien dat we bui tenlanders zijn. Sommigen glimlachen, anderen houden het gezicht in de plooi. Wat denken ze? Hoe zijn hun gevoelens tegenover Ulbricht, die na de oorlog meer dan drie miljoen ontrouwe onder danen naar het westen heeft zien ver trekken? Dan zwenken we de Karl Marxallee op, pronkstuk van het Oostduitse com munisme, opvallend geïnspireerd door de Sovjet-architectuur. Groot, wijds, in ze kere zin imposant, maar akelig eentonig. Een straat als een burgerlijk monument. Een Belgische collega, die de kunst verstaat vervelende dingen met een ple zierig gezicht te zeggen, steekt naiefjes de vinger op. „Heette deze Allee vroeger niet anders?", vraagt hij. „Ja, ja," zegt de gids, „Sie haben recht." En hij wil overgaan tot de orde van de dag. Maar Jean-Pierre geeft zich niet ge wonnen. „Maar hoe heette ze dan toch ook weer?',, zeurt hij. De gids krijgt een kleurtje. „Stalin- allee, meinen Sie." „Stalinallee." Dat was het. Jean-Pierre kijkt alsof hij zo juist Amerika heeft ontdekt. „Stalinallee. Maar waarom is de naam eigenlijk ver anderd?" Nu wordt het de gids 'toch te gortig. „Op bevel van de regering," zegt hij, „is het Karl Marxallee geworden." Zijn toon en afgezakte wenkbrauwen ge ven duidelijk te kennen dat het nu maar uit moet zijn. Het belangrijkste punt van het pro gram hebben we nog voor de boeg. Een bezoek aan het ereveld voor de Sovjet- gevallenen in Berlin-Treptow. Russische soldaten die in de slag om Berlijn zijn gevallen liggen hier begraven. Twee grote monolieten, waarop het embleem van sik kel en hamer, markeren de entree tot het eigenlijke ereveld. Het wordt omzoomd door sarcofagen met symbolen van de onderscheiden. Sov jet-republieken. Öp een heuvel,, aan het einde van het veld, staat het mausoleum en daarop een gigantisch beeld van een Sovjet-soldaat, een kind op de arm en onder de voet het vertrapte hakenkruis. Ereveld van de gevallen Sovjet soldaten in Berlin-Treptow. Een grote stilte staat op dit veld. En even voelen we een huivering. Omdat de wind guur over de vlakte waait, of om dat achter dit geweld van stenen symbo liek een sinistere werkelijkheid schuilt? Monumenten voor de Russische sol daten die in de strijd tegen Hitier het leven lieten. Jonge mensen die voor moedertje Rusland vochten en wier gra ven bewaakt worden door de Oostduitse regering. Door Walter Ulbricht en door Hilde Benjamin, die het communisme geënt hebben op de nationaal-socialis- tische geestesgesteldheid en onder wier wakend oog jonge Oostduitsers verder marcheren. Ze dragen laarzen en worden vertrouwd gemaakt met de cultus van het vaandel. Met Jugendweihe en volkse folklore, met het haten van landgenoten en de waarde van brallende leuzen, die het brein van de jeugd uithollen. Gevallen in de strijd tegen het fascis me... Het is waar. Maar voor wie moest de Russische soldaat in 1945 marcheren tydens de overwinningsparade op het Rode Plein? Was het niet voor de tiran, wiens naam eerder de Stalinallee sierde en die nu in dezelfde mate verguisd wordt als Hitier? Met deze gedachten nog in het hoofd staren we een kwartier later naar de plaats waar de Führer in 1945 het leven liet. De bunker van de Rijkskanselarij, nu een flauw hellende heuvel, met gras bedekt en afgezet met prikkeldraad. On opvallende herinnering aan apocalyp tische dagen, waarin het derde rijk in vuur, rook en puin ten onder ging. Het is ook een van de laatste dingen die we in Oost-Berlijn te zien krijgen. (advertentie) De gids spreekt al een afscheidswoordje. Hij toont zich uiterst welwillend. „Als u opnieuw naar de D.D.R. wilt komen," zegt hij, „bent u te allen tijde welkom." En dan staan we weer voor de slag bomen in de Friedrichstrasze. Passen af geven. Tien minuten wachten. En dan zonder passencontrole West-Berlijn bin nen. We worden door een vriendelijke Schupo begroet. „Ja," zegt hij, „u kunt dat doen." Het is ons niet langer toegestaan ons in hooghartige onverschillig heid ten aanzien van het zwarte werelddeel te hullen. Het stadium van de vrijgekochte negertjes en de melancholieke verhalen in mis siebladen, hoe goed ook bedoeld, zijn wij ontgroeid. Afrika dringt met enorme kracht op de wereld opinie aan. Dit gebeurt enerzijds door nog heel vaak overtrokken politieke aspiraties van zwarte lei ders, die argeloos genoeg schijnen te zijn om zich in roekeloze avon turen met de Sovjet-Unie te stor ten. Op dat punt geeft Afrika ons zorgen. Niet op de manier zoals men zich zorgen maakt over de gedragingen van een eigenwijs kind. Dat is nu voorbij. Wij moe ten ermee rekenen dat Afrika praktisch vrij is, zijn eigen weg te kiezen. Harde feiten maken ons dat duidelijk. Het wordt daarom zaak voor ons, te trachten de zwarte mens te begrijpen. Deze brochure, geschreven door Jan Meeuwsen, draagt als ondertitel: "Be zinning op de voorlichting". De auteur tracht dit opvoedingsvraagstuk te bena deren vanuit de realiteit van het ge zinsleven. Hij is niet zo bijster gelukkig met de hooggestemde adviezen, die op dit terrein vaak aan de ouders gegeven worden. De seksuele voorlichting aan het kind speelt namelijk altijd terug op de huwelijksbeleving van de ouders. En daaraan hapert nog wel eens wat. De schrijver wijdt daarom oen deel van zijn werk aan een bezinning op het hu welijk van de ouders. Ten aanzien van de directe voorlichting stelt hij veel ver trouwen in het beschermend gezinskli maat. Zijns inziens kan een belangrijk deel van de voorüchtingsgesprekken ook door anderen dan de ouders worden ge houden. Met deze uitgave is het vraag stuk natuurlijk niet opgelost. Wel wordt een facet belicht, dat wellicht veelal te weinig aandacht krijgt. Wij dachten: pracht lectuur voor gespreksgroepen van ouders. (Uitg. Pax 's-Gravenhage). A.G. „Kamer 807", een thriller van de Ame rikaanse huisvrouw Charlotte Armstrong die af en toe haar meubeltjes eens géén goede beurt geeft om te kunen schrij ven, zoals Het Spectrum op de omslag van dit Prisma-boekje laat weten, be antwoordt naar onze smaak aan heel wat eisen, die men aan dit soort verhalen mag stellen. Het gegeven is eenvoudig ijzingwekkende gebeurtenissen rond een baby-sit in hotelkamer 807 van het hotel Majestic te New York maar knap uitgewerkt. Het verhaal blijft spannend van begin tot eind, zonder dat men naar een „dader" hoeft te zoeken. Boeiend, maar minder flitsend ver teld is „Het Geheim van de Drie Aapjes" het vierde verhaal van Mignon G. Eber- hart, nu in de Prisma-reeks verschenen. Dit boek draagt meer het karakter van de geijkte detective-roman. De intrigue ontwikkelt zich rond de moord op een schatrijke dronkaard, een moord, die ge beurt, juist als zijn* tweede echtgenote Elisabeth, te kennen heeft gegeven van hem te willen scheiden. Natuurlijk wordt zij voor inspecteur Friker verdachte num mer één. Halverwege het boek kan men al vermoeden wie de dader(s?) is, maar het blijft spannend om te vernemen hoe de schrijfster haar verhaal uitbreit. En tenslotte blijkt men toch nog niet het héle plot doorzien te hebben. Dr. S.Sander, een Duitse arts, ver zamelde in dit boekje een groot aantal verstandige adviezen op hygiënisch en medisch gebied voor opgroeiende meis jes éLichaamsverzorging, kleding en ontspanning komen achtereenvolgens aan de beurt. Een en ander wordt nog al apodictisch en in niet al te smeuïge stijl verteld. Maar de teen-agers die de moeite willen nemen, zo nu en dan eens een van de pittige hoofdstukjes te lezen, zullen er heel wat waardevolle tips in aantreffen. Naar onze mening zouden trouwens ook de ouders van op groeiende dochters met deze lectuur hun voordeel kunnen doen. (Uitg. LANNOO-TIELT, Der Haag). A.G. Vertegenwoordigers van de Rooms- Katholieke kerk en van de protestant se kerken en zendingen in Nederlands Nieuw-Guinea zyn bijeengekomen om te spreken over het probleem van het scheiden der arbeidsterreinen in prin- cipieel-theologisch en praktisch-maat- schappelijk opzicht. Van missie-zijde waren onder meer aanwezig de apostolisch vicaris in Hol- landia, monseigneur Staverman en de directeur van het centraal missiebureau pater J. Verhoeven. Van protestantse zijde waren onder meer aanwezig do minee Rumainum, de voorzitter van de algemene synode van de Evangelisch Christelijke Kerk, en dominee Rigters. secretaris van de Evangelisch Christe lijke Kerk en tevens voorzitter van de algemene contactgroep van zendings arbeiders. In de besprekingen kwam de wens naar voren de vergadering te zien als een vast contactlichaam dat op gere gelde tijden zal vergaderen. Half maart hoopt men weer bijeen te komen om te spreken over het maatschappelijk werk en over de taak van de ouders, de kerken en het gouvernement op het gebied van de onderwijsvoorziening in Nieuw-Guinea. Na de in Witmarsum en Oegstgeest gelegde contacten wilde men ook in Nieuw-Guinea komen tot een vorm van interkerkelijk beraad. In oktober van het vorig jaar werd de eerste bij eenkomst gehouden, waarop enkele praktische problemen ter sprake kwa men. Men besloot gezamenlijk op te treden bij het aanvragen van subsidies voor de ontwikkelingsarbeid in het binnenland. Voorts bleek toen al duide lijk het verlangen om de inleidende be spreking te doen uitgroeien tot een geregeld en gemeenschappelijk overleg. Daarbij zouden niet alleen praktische doch ook principiële vragen aan de orde moeten komen. Door omstandig heden kon de tweede vergadering pas eind januari worden gehouden. De rechtbank in Gent heeft maandag de 28-jarige Nederlander W. V. uit Zaam slag (Zeeuwsch-Vlaanderen) veroordeeld tot vyf jaar internering. V., die het vorige jaar na een lang durige achtervolging door de Belgische politie werd gearresteerd, meldde zich gekleed in het uniform van kapitein-arts van het Belgische leger bij het Stuyven- berg-ziekenhuis in Antwerpen voor ver dere studie, zoals hij zei. Enkele maan den hield hij zich in het ziekenhuis bezig met het voorbereiden van operaties, die hij ook bijwoonde. Toen een onregelma tigheid werd ontdekt bij een aankoop van boeken, vroeg de directie van het zieken huis naar zijn identiteitspapieren. V. ver dween echter onmiddellijk en nog steeds in het militaire uniform liet hij de benzinetank van zijn auto ver scheidene keren bij pompen vullen zon der te betalen. Om zich aan de politie te onttrekken, verfde hij zijn haar en kleurde hij zijn huid bruin. Eind mei slaagde de politie er uiteindelijk in hem in de Belgische plaats Oudenaarde aan te houden. Het onderzoek wees uit, .dat hij geen enkele medische studie heeft gedaan en slechts de lagere school heeft doorlopen. Volgens een psychiatrisch onderzoek lijdt hij aan ernstige geestesstoornissen. V. zal waarschijnlijk worden uitgeleverd aan de Nederlandse justitie. Ook in Ne derland zal hij zich wegens verscheidene overtredingen moeten verantwoorden. (advertentie) DROST-VERF-VENLQ* Jacques Charrier, de tweede echtge noot van Brigitte Bardot, is onder de grootste geheimhouding weer in dienst opgeroepen, aldus heeft het blad Paris Presse bericht. Volgens het blad is Charrier een week geleden per legervliegtuig naar Algiers overgebracht en ter observatie opgeno men in de Maillot psychiatrische kliniek. Waarom Charrier naar Algerië is over gebracht is niet bekend, maar de acteur was van het plan op de hoogte gebracht en had er in toegestemd, aldus Paris- Presse. De 25-jarige Charrier kreeg in 1959 een zenuwinzinking toen hij voor het eerst werd opgeroepen. Zijn echtgenote ver wachtte toen hun eerste kind, Nicolas. Na de geboorte van de baby gingen Charrier en B.B. uiteen. Als hij door de legerartsen te Algiers wederom ongeschikt bevonden zal wor den voor de dienst, zal hij waarschijnlijk voor goed uit militaire dienst worden ontslagen. Zoals steeds maakt alleen de kunst dit mogelijk, speciaal de vertelkunst. Daar om is het zo jammer, dat bij de enorme opbloei van de negermuziek en de beeld houwkunst uit Afrika, de Afrikaanse let teren zo stiefmoederlijk bedeeld zijn. Er is nog maar zeer weinig echte neger literatuur. Nog steeds is het hoofdzake lijk ,,de blanke man", die uit naam van de neger spreekt. Maar mengt zich in de kakofonie opeens een neger-auteur, dan zwijgt de rest verbaasd en is onthutst door de zuiverheid van het nieuwe ge luid. Een Afrikaanse letterkunde, zo zij werkelijk zal ontstaan en dit is iets waar aan ik niet twijfel, zal een geweldige markt in het westen vinden. De kwes tie-Af rika" wordt met zoveel tumult in ons blikveld gebracht, dat wij er een voudig niet voorbij kunnen, kennis te nemen van alles wat enigermate ver klarend kan werken. Tot op dat ogenblik moeten wij hopen dat de westerse auteurs die voor de Afrikaanse bevolking spreken, dit met oprechtheid en liefde doen. Zolang de neger een rol speelt in romans zijn de gevaren dat wij ons een volkomen ver keerd beeld van de neger scheppen niet bijzonder groot. Anders wordt het, wan neer een blanke auteur probeert door de ogen van de neger te bekijken, om op die manier een boodschap aan de blanke wereld te brengen. In het beste geval zal het resultaat een imitatie zijn. Het vlot geschreven „brievenboekje" van de Oostenrijker Michael Horatc- zuk, getiteld „Een neger in Europa" (Uitg. Lannoo, Tielt-Den Haag) is dan ook zulk een imitatie geworden. Horatc- zuk laat een in Europa studerende ne ger brieven schrijven aan zijn missio naris in Afrika. In deze brieven ontleedt de neger uiteraard met behulp van vergelijkingsmiddelen uit zijn eigen, vroegere leven het bestaan van de Europeanen. Horatczuk speelde het klaar om op deze manier een neger-achtige satire te schrijven op ons hedendaagse leven, doch zijn eigenlijke doel was het, te moraliseren. Vandaar dat zijn neger- student een eigenwijs kereltje is gewor den, met de schyn-argeloosbeid van een geroutineerde predikant. Het ging Ho ratczuk dan ook niet om de neger, maar om de critiek welke hij in negervermom ming kon spuien. Hoe intelligent hij dit pok doet, de vorm is irriterend, waar door het boekje zyn doel mist. Een tweede boekje heet „Het zwarte meisje Mokeba", eveneens bij Lannoo uitgegeven. Hierin vertelt Ronald Ross over het avontuurlijke leven van de eerste zwarte verpleegster. Een histo rische roman, zou men dit met een weidse term kunnen noemen. Het is prettig geschreven maar alweer: afge leid van de werkelijkheid en dus niet het geluid van de neger zelf. Een derde „Afrikaans" werkje waar op wij de aandacht willen vestigen is, alhoewel evenmin van Afrikaanse huize, een constructieve bijdrage aan ons be grip van Afrikaanse toestanden. Het is geschreven door Mark Grammens en het behandelt de figuur van Kwame Nkroe mah. de president van Ghana, die voortkwam uit een negerstam, een reeks diploma's in Engeland verwierf en in wie men wel de leider van geheel Afrika ziet. Een fascinerend carrièreverhaal, authentiek en eigenlijk geheel nieuw omdat het hier de wordingsgang betreft van een ideaal, in handen van een wilssterke, intelligente figuur met wie men rekening moet houden. Ook dit boekje verscheen bij Lannoo. Het vertelt niet alleen vele persoon lijke bijzonderheden over Nkroemah, doch onthuld ook iets over zijn politieke aspiraties. Helder begrip van wat het vrijheidsideaal in de geest van de Afri kaanse broeders betekent wordt door dit boekje, dat de critiek niet uit de weg gaat, bevordeiyi. ANTONIN WERNER Het stamhoofd en de tovenaar, vrouwenhandel en verkapte slavernij zijn elementen die mede de leefsfeer van de neger bepalen. Hoe verwerkt zijn gevgel al dit bizarre? De neger literatuur zou daar antwoord op kun nen géven. (Illustratie uit „Kwa me Nkroemah", uitg. Lannoo, Den Haag). In een pastorie in Montefogno di San Loo, bij Pesaro in Italië, is een docu ment gevonden waarin een aanwijzing wordt gegeven omtrent de ligging van het graf van „graaf Cagliostro" oftewel Joseph Balsamo, de beruchte zeventien- de-eeuwse alchemist. Het document draagt de ondertekening van een gees telijke. genaamd Filippo Natalini die verklaart de begrafenis van „graaf Cag liostro" bijgewoond te hebben „onder de bergtop precies op de plaats waar de legers van Florence de rots van San Loo tijdens het .beleg van 1500 bestorm den. Joseph Balsamo, die van 1743 tot 1795 leefde, heeft op zijn vele wereldreizen ook Nederland bezocht. Hij was in Pa lermo geboren en vluchtte uit Sicilië toen hij werd gezocht voor een aantal misdrijven. Op Rhodos liet hij zich onderrichten in de alchemie. Hij wist zich in de Mal- thezer orde in te dringen en verkreeg aldus toegang tot de voorname families in Rome en Napels. Op zijn reizen bracht hij allerlei wondermiddelen zoals levens elixer en liefdespillen aan de man. Zijn succes bij de vrouwen was groot. Hij werd tijdelijk in de Bastille gevangen gehouden en tenslotte in Rome ter dood veroordeeld wegens ketterij maar het vonnis werd veranderd in levenslang. Hij stierf in de gevangenis van San Leo. De Amerikaanse negerzanger Harry Belafonte is vertrokken naar Tunesië, waar hij tien dagen zal doorbrengen en besprekingen zal voeren met Bourguiba en Afrikaanse studenten. Belafonte, die zal worden vergezeld van zijn vrouw en twee kinderen, zal eerst enkele dagen in Zwitserland door brengen. Hij is speciaal cultureel advi seur van president Kennedy's zogenaam de vredeskorps en sponsor van de Afri kaans-Amerikaanse studentenstichting. Belafontes Tunesische reis is evenwel on officieel. Het is een idee van Habib Bour guiba jr., Tunesië's ambassadeur bij de Verenigde Naties. (advertentie) Ook voor alleenwonenden en als een Coleman oliehaard Reeds voor f 208.- 'n Vofmaakt III K begrip in olicstook Verkrijgbaar bij de erkende handet Een jonge Deen heeft maandag onder vonden dat liften gevaarlijke kanten heeft. Toen hij op een weg even buiten Es- fa jerg, Jutland, de bestuurder van een aanrijdende auto op de klassieke wijze verzocht om hem mee te willen nemen stak hij zijn duim zover uit dat die werd geraakt. De jongeman moest naar een zieken huis worden gebracht, waar bleek dat zijn duim gebroken was. Een half uur later verliet hij Esbjerg per trein Russische functionarissen hebben laten doorschemeren, dat westerse correspon denten wellicht toestemming zullen krij gen getuige te zijn van de eerstvolgende Russische lancering van een ruimteschip. Als de bewering juist blijkt te zijn, zal het volgens westerse waarnemers te Moskou, een ingrijpende wijziging bete kenen in de Russische gedragslijn met be trekking tot het Russische ruimte-onder zoek. Alle lanceringen van ruimtevaartuigen in de Sovjet-Unie zijn in het diepste ge heim tot stand gebracht terwijl officiële bekendmakingen pas na een geslaagde lancering worden uitgegeven.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1962 | | pagina 11