ELISABETHSTAD SCHOONHEID VERVALT VAN TOT MISERE Fries van nationalisme dateert niet vandaag of gisteren HAITI, paradij selijk doch mooi. niettemin doodarm Drie supporters met premie (f 75) uit Acht van Chaam Iets verk De dieven zijn hier uitermate beleefd Plunderaars overal actief en de V.N. is machteloos Transport van plastic-buizen Jaarlijh onvers Van Redbad tot Binnema Verenigde Staten wagen een gokje Maar het is beslist niet dynamisch CHIRl 55 Pistool tussen de broekriem V.N. machteloos Belegerde stad Vriendelijk Operatie van waterhoofd Onderzoek naar de gevolgen Dictatuur van Duvalier is weerzinwekkend De dictator De dollars BOEKENPLANK Teilhard de Chardin Karei de Grote Nieuwe impuls Friese beweging OUDERS W, TWEE DAGE Vader en slapend de kim Kernstopg (weer mui Fraai winter DAGBLAD DE STEM VAN MAANDAG 29 JANUARI 1962 Langzaam maar zeker is Elisabethstad, tot voor kort een der welvarendste en elegantste centra in Midden-Afrika, bezig in een primitief negerdorp te veranderen en dit proces gaat gepaard met vriendelijke knikjes en hier en daar een vrolijke groet, zonder dat iemand zich er eigen lijk veel van aantrekt. De nachtmerrie van elke blanke kolonist in dit zwarte werelddeel - dat de zwarten zijn huis, zijn meubelen, zijn auto en al zijn verdere bezittingen eenvoudig zullen overnemen - kan men hier werkelijkheid zien worden. Maar geweldpleging gaat er nauivelijks mee gepaard. Het gebeurt geleidelijk en op steelse tvijze. Kort geleden stond ik in een door prachtige bomen overschaduwde straat met mijn auto geparkeerd. Voor de gevechten uitbraken, was dit een der aantrekkelijkste en duurste Europese wijken van de stad. Een wijk met prachtig onderhouden gazon's en bloemperken, met rijke villa's voorzien van brede terrassen, waar men dikwijls cocktail-partij en aan de gang zag. Afrikanen zag men er nooit, tenzij het huisbedienden of tuinjongens waren. Nu staan deze huizen alle leeg. De Bel gische bewoners zijn gevlucht, meestal met achterlating van al hun meubilair. De bloemperken zijn door onkruid over woekerd- De tegels van de terrassen zijn gebroken, de blinden voor de ramen hangen uit hun voegen en de ruiten zijn vaak geheel versplinterd. Vanuit mijn auto zag ik, dat er heel wat activiteit in één van de villa's heerste. Tenslotte ging de voordeur open en kreeg ik een hele rij in lompen gehulde Afrikanen te zien, die allen iets op hun hoofd droegen. De een had een tafel veroverd, de ander een radio, een derde droeg een stapeltje Perzische kle den opgerold onder de arm en een vier de zag ik een paar met geborduurde stof beklede boudoirstoeltjes naar buiten sjouwen. Zij liepen langs mijn auto en knikten beleefd. ,,Jambo, bwana" (goe den dag, baas) riep er één met vrolijke grijns. Vijftig meter verder, aan het einde van de laan, staat een flatgebouw, dat bezet is door een eenheid Ethiopische soldaten van de Verenigde Naties. Eén van hen zat in een ligstoel op het gazon met z|jn rug naar het verkeer toege keerd. Hij sprak geen Engels en geen Frans en toen ik hem eindelijk had dui delijk gemaakt, wat er gaande was, ble ken de Afrikanen niet hun buit v« dwenen te zijn. Ik reed naar het hoofdkwartier van de V.N., driehonderd meter verderop. Op mijn weg passeerde ik het door zware mortiéren beschermde hoofd kwartier van de Amerikaanse zending der zevende-dags adventisten. Het gras rondom het gebouw was bedekt met verscheurde boeken, correspondentie en de inhoud van de zendingskarthoteek. Plunderaars hadden daar niets van hun gading kunnen vinden, maar toen ik langsreed kwam er een lachende nege rin uit het gebouw te voorschijn met een rol fel gekleurde bijbelse taferelen onder de arm, die kennelijk bestemd waren geweest om in zendingsschool tjes te worden opgehangen. Toen zij mij zag, klonk dezelfde vrolijke groet: „Jambo, bwana". „Ja", zei een van de ambtenaren op het hoofdkwartier van de V.N., „we hebben eenvoudig niet genoeg mensen en we' kunnen nu eenmaal niet overal tegelijk zijn. We hebben patrouilles om te letten op plunderaars, maar zodra ze voorbij zijn, begint het plunderen weer alsof er niets gebeurd is- Elke keer, dat wij een geval van plundering ont dekken, confiskeren wij de buit en slaan die op, zodat de eigenaar zijn spullen eventueel terug kan halen. We hebben al een hele tent vol met meubelen en andere huishoudgoederen." telingenkamp, waar een onbeschrijfe lijke vervuiling heerst, en dus trokken zij de stad in. De rijke villawijk was niemandsland tijdens de gevechten in december. Veel huizen kregen directe treffers van mor tieren en bazooka's en slechts twee van de meer dan honderd villa's worden nog door hun Europese eigenaars bewoond. Sommige zijn door de officieren van de V.N. gerequireerd, maar in de andere villa's hebben zich Afrikaanse vluchte lingen genesteld. In bepaalde villa's, die ik gezien heb, wonen meer dan twintig mensen op de gelijkvloerse verdieping. Op één van de weidse terrassen, temid- vroeg hem, wat hij had gestolen. „Ik heb niets gestolen, baas", antwoordde hij. „De blanke bazen hebben alles ach tergelaten en ik heb het gevonden. Dus is het nu van m|j." De stroom plunderende vluchtelingen dringt langzaam maar zeker tot andere wijken van de stad door en elke dag ziet men, dat er weer meer huizen vol komen leeggehaald zijn. Aan de andere kant van Elisabethstad, in de industriewijk, is hetzelfde proces aan de gang, maar daar gaat alles veel minder vriendelijk toe- De Baloeba uit het vluchtelingenkamp, dat op een af stand van anderhalve kilometer ligt, plunderen zich dag na dag een weg door de fabrieken en opslagplaatsen, waar door Elisabethstad eens tot de voor naamste economische centra van Kongo behoorde. Zij hebben reeds een koelhuis installatie volledig verwoest, een inval gedaan in een grote fabriek, waar dran ken gemaakt werden en waar zij zestig ton suiker wegsleepten, en in een op slagplaats van machinerieën hebben zij alles kapotgeslagen, wat maar kapot te slaan was. Wat zij wilden meenemen laadden zij op kruiwagens, waarvan zij er duizenden in een andere fabriek von den. Er zijn in de inudstriële wijk nog maar weinig gebouwen, die niet bescha digd zijn. Soms is dat aan de gevechten van december te wijten, maar in de meeste gevallen is het een gevolg van de plunderingen van de laatste veertien dagen. Er zijn echter toch nog Europeanen, die zijn gebleven om hun zaken en hun bezittingen te beschermen. Een Belg vertelde: „Vanochtend zijn er hier twee a drieduizend Baloeba langsgekomen. Het waren net mieren en zij namen let terlijk alles mee, dat van hun gading was. Maar ik heb nooit last met ze ge had." Hij haalde met een welsprekend gebaar zijn tropenhemd omhoog en ik zag, dat hij in zijn broekriem een ver vaarlijk uitziend automatisch pistool ge stoken had. „Laat ze maar komen," zei hij rustig. Zo leven de blanken in de Katangese hoofdstad in de staat van voortdurende belegering. Nooit durven zij hun vrouw en kinderen zonder toezicht te laten, zelfs niet voor een paar minuten. Toch blijven zij, deels uit koppigheid, deels omdat zij hopen op betere tijden, deels omdat nu eenmaal al wat zij bezitten hier in Elisabethstad is. Maar diep in hun hart weten zij, dat de voor hen zo goede oude tijd nooit meer terugkomt. Straattafereel in de Katangese hoofd stad: Doelloos rondzwervende Afrika nen, die vaak bescherming nodig heb ben, doch tegen wie anderen soms beschermd moeten worden. De vriendelijkste plunderaars zjjn mensen van de Baloeba-stam en andere stammen, die tegen het regime van pre sident Tsjombe zjjn cn die uit hun wjj- den van dure tuinmeubelen, zitten zes Baloeba-vrouwen hun babies te voeden. Buiten staan fietsen in plaats van Ame rikaanse limousines en in de achtertuin wordt de maaltijd gekookt op rokende vuurtjes, want de keukens worden niet gebruikt. Binnen spelen negerkindertjes op de kale parketvloeren. Eén van de Europeanen, die nog altijd in de wijk woont, vertelt: „Op een dag zag ik een Afrikaan uit een flatgebouw komen met een reusachtige vracht, die hij in een bedsprei gewikkeld had. Ik De Nederlandse organisatie voor zui- ver-wetenschappelijk onderzoek heeft de heer W. Luyendijk, lector in de neurochirurgie aan de rijksuniversiteit te Leiden, een subsidie verleend voor een psychologisch, sociologisch en ge nealogisch onderzoek bij kinderen be handeld voor een groeiend waterhoofd (progressieve hydrocephalus internus). De vraag hoe kinderen met een wa terhoofd moeten worden behandeld, vormt in medische kringen sinds jaren een moeilijk probleem. Er zijn verschillende mogelijkheden om kinderen met een waterhoofd - een ziekte, die veroorzaakt wordt door een abnormale toeneming van het hersen- vocht - te behandelen. Een van deze me thoden bestaat hierin, dat men het over vloedige hersenvocht naar het bloedva tenstelsel, respectievelijk het hart laat afvloeien. Dit is echter een vrij ingewikkelde ingreep. In het academisch ziekenhuis in Leiden is een chirurgische behande ling ontwikkeld, waarbij de overvloe dige hoeveelheid hersenvocht of rugge- mergsvocht naar de buikholte w-~ dt af gevoerd. Hoewel de waterhoofden na deze operatie niet groter worden en de sche delbeenderen van de aldus behandelde kindemen aan elkaar groeien, blijft nog altijd de vraag open, hoe de patientjes zich verder geestelijk zullen ontwikke len. Er bestaat immers een grote kans, dat hun hersenen beschadigd zijn door ziekten, die aanleiding gaven tot het ontstaan van het waterhoofd en door de hydrocephalus zelf. Om op deze vraag een antwoord te kunnen geven, wordt nu met ZWO-sub- sidie een psychologisch, sociologisch en genealogisch onderzoek ingesteld. Tien plastic buizen met een lengte van zeventig meter en een doorsnede van 11 cm en vervaardigd van draka- tileen, zijn gisteren door een helikop ter overgebracht van de fabriek in Enkhuizen naar het bouwdok voor de segmenten voor de Coen- en IJ-tunnel in Amsterdam-noord. De soepele bui zen zullen dienen voor de watervoor ziening op de bouwplaats. De foto toont een van de transporten, gade geslagen door vertegenwoordigers van de pers. (Eigen buitenlandse dienst). Voor de Ver. Staten en de andere me deleden van de organisatie der Ameri kaanse Staten is er nog één staat over gebleven, waarmee Washington, behalve Cuba, op omzichtige wijze manoeuvre ren moet, n.l. het kleine Haïti, dat het kleinste deel vormt van Hispaniola, het grootste eiland in dit eilandengebied, terwijl het grootste deel in bezit van de Dominic. Republiek is. In Haïti heerst voorlopig nog ongestoord een eenmans- regiem, dat elke oppositie met ijzeren hand vernietigt. De man, die de bewoners van Haïti regeert is president Frangois Duvalier, wiens macht uitsluitend steunt op een straf georganiseerde gestapo, die wegens haar razzias en massa-arrestati - alge meen gevreesd is. Duvalier beschouwt zich als het symbool van het „nieuwe Haïti", waar de negers alleen als echte Haïtianen worden beschouwd en mulat ten en mensen met lichte huidskleur als minderwaardig worc*en beschouwd en v.d. militaire dienst en 't bekleden van ken vluchtten, toen de Katangese politie I officiële betrekkingen zijn uitgesloten, een razzia onder verdachte elementen Sinds de overleden generalissimus Ra- bcgon te houden. Zij doen alles liever faël Trujillo, dictator van bet buurland dan zich vestigen in het Baloeba vlueh- s*n Domingo in het jaar 1937 by een in- val in Haïti een vreselijke moordpartij onder de Haïtianen aanrichtte, waarbij duizenden hunner omkwamen, heerst er een diepe vijandschap tussen beide staten. Maar nu in San Domingo de bloedige dictatuur verdwenen is, zal zich wel een nieuwe verhouding tot Haïti vormen en daarvan meent men een politieke uitwerking op Haïti te mogen verwachten. Dictator Duvalier is een voormalig arts. Hij verschijnt nauwelijks in het openbaar en wil van de pers niets we ten. Met behulp van het leger won hij in 1957 de verkiezingen, die hij meteen maar afschafte. Naast het leger schiep hij een geheime politie van 5000 man en met deze macht houdt hij het volk er onder. 5? De slager, de winkelier en de bouwvakarbeider uit St.-Wille- brord hadden gedrieën, zoals het vurige wielersupporters betaamt, op 2 augustus van het vorige jaar de Acht van Chaam bezocht. Na afloop waren ze in contact geko men met een, naar zijn zeggen, ge desillusioneerde coureur. „Ik heb niets gewonnen" had de man zijn nood geklaagd. „Ik heb de strijd moeten staken. Maar nu heb ik er genoeg van, jullie kun nen mijn karretje kopen." En in de breinen van het drietal was naast het wielerenthousiasme een koop manslichtje opgegaan. Zo'n uitgebluste renner kon nooit veel voor zijn racefiets vragen. „Hoeveel?," was er gevraagd. „Vijftig gulden," had de uitgebluste ge zegd. In dezelfde breinen had een veelvoud van dit bedrag als werkelijke waarde rond gespookt. „Top." was er gezegd, „geef maar mee, en gedrieën hadden ze de vijftig pop bij elkaar gekregen. En toen was er zelfs door de kopers een rondje gereden over het draaierig parcours van die legenda rische acht Maar de kater had zich later aangediend in de vorm en gedaante van de eigenaar van de racefiets. Die had niet al te vriendelijk gevraagd wat de heren op zijn karretje moesten. En in zijn gezelschap was Hermandad geweest, die het hele verhaal van die ontgoochelde coureur en de vijftig pop op papier had gezet, welke gang van zaken het opmaken van een proces-verbaal wordt genoemd. „Heling, subsidiair schuldheling," was de inhoud van de dagvaarding, die door de officier van justitie, mr. J. Peijnen- burg werd voorgedragen, waarbij het dorpje Chaam taalkundig juist aan ziin trekken kwam. „We hebben er niet bij stil gestaan," luidde de verdediging van het drietal. „Ja, maar heren, luister nu eens," zei de politierechter, mr. J. Willekens „Nu wil je me toch niet wijsmaken, dat jullie niet in de gaten hadden, dat die race fiets veel meer waard was?" Nee, dat wilden de heren niet Ze gaven toe. dat ze het karretje wel op een hon derdje hadden geschat. „En dat is nog aan de lage kant," zei de officier, „want de eigenaar spreekt van vierhonderd". De politierechter ging eens nader in op de persoon, die zo goed de rol van ter neergeslagen coureur had gespeeld „Hoe zag die man er uit?." wilde hij weten. „Was die in de kleding van een coureur?" Nee, dat was niet het geval geweest. Alleen fietsschoenen had hij aangehad, verder een gewoon pak. „Aha," zei de officier triomfantelijk, „dus helemaal niet iemand in zo'n ren nerspakje, zo iemand met gespierde dijen en gebruinde armen. Dan hadden jullie toch al direct argwaan moeten krijgen, dat er iets niet in orde was". Dat hadden de supporters nu net niet, omdat de wedstrijd al ten einde was en dan blijft geen enkele coureur nog lan ger dan het nodig is in zijn tricootje lopen. De officier begon er van overtuigd te raken dat de opzet om te helen bij het drietal niet aanwezig was geweest. Ei genlijk was het alleen maar een domme, weliswaar op winstbejag gerichte, streek geweest. Mr. Peijnenburg beperkte zich daarom tot schuldheling, daar kon het drietal niet onderuit komen. Ze hadden zich moeten realiseren dat het geen zui vere koffie had kunnen zijn. Door de officier werd ieder voor zijn onvoorzichtigheid veertig gulden boete toebedacht. De supporters vonden deze geldsom aan de hoge kant. Per slot van rekening was er van het handeltje niets terecht gekomen en bovendien hadden ze een snipperdag moeten nemen. De politie rechter, die uiteraard geen enkele sport in de rechtszaal een kwaad hart toe draagt, had wel oren naar dat snipper- argument: ieder vijfentwintig gulden. Met menselijke rechten of menselijke persoonlijkheid hield hij in het geheel geen rekening meer en dat bracht hem in ernstig conflict met de katholieke kerk en de studenten, de enige intellec tuele leken, die tegen zijn machtswel lust opkwamen. In 1960 zette hij mgr. Frangois Poirier, primaat van Haïti over de grens onder de belachelijke beschul diging, dat deze aan communistische studenten 2500 dollars zou hebben gege ven om het regiem van Duvalier ten val te brengen. Onder hetzelfde motief werden talloze andere priesters verdre ven en het enige principieel-katholieke dagblad „Da Phalanx" verboden. Het Vaticaan heeft Duvalier en allen die hem bij de verdrijving van (Je pries ters geholpen hebben, in de ban ge daan. Het was de eerste grote excom municatie tegen een westelijke regering sinds de maatregelen tegen de vroegere Argentijnse dictator Juan Peron. De houding van het regiem-Duvalier tegenover de Ver. Staten is afwisselend warm en koud geweest. Bepaalde hogere beambten schijnen links gericht te zijn en nogal invloed op Duvalier uit te oefenen In juni 1960 verklaarde hij dat Haïti weldra zou moeten kiezen tussen de twee grote machten: het oostblok of het westblok. Maar de minister van bui tenlandse zaken Joseph Baduidy denkt er anders over. Toen deze plotseling de diplomatieke betrekkingen met het Cuba van Fidel Castro verbrak zei hij: „Wij houden het bij de Ver. Staten. Zij zijn onze goede vrienden!" Duvalier schijnt dat nu ook wel te hebben ingezien, want de dollars moe ten tenslotte van de Vér. Staten komen. Daarom bood hij de Amerikanen onoffi cieel een marinebasis aan in de haven van Mole Saint Nicolas, een natuurlijke haven aan de noordwestkust, van Haïti. 64 kilometer van Cuba verwijderd! En dat is wel de reden, waarom Was hington de ogen dichtknijpt voor het Hitlerregiem van Duvalier en jaarlijks belangrijke dollarbedragen afstaat. De Republiek Haïti heet dan ook in de volksmond hef „Armenhuis van Ameri ka". Na de boekjes van prof. Wildiers en prof. Delfgaauw over Teilhard de Char din is nu ook een uit het Duits vertaald werkje voor de Nederlandse lezer be schikbaar, om zich te laten binnenlei den in de gedachtenwereld van de be roemde Franse Jezuiet. Dr. Josef Vital Kopp momenteel leraar aan het gymna sium te Luzern, is de auteur, die er inderdaad in slaagt ons zowel de figuur van Teilhard de Chardin als de stout moedige conceptie van zijn moderne, christelijk geïnspireerde evolutieleer naderbij te brengen.Hij gaat ook kort in op de theologische bezwaren, welke er tegen zijn ingebracht en besluit met een reeks van treffende fragmenten uit de brieven van Teilhard de Chardin. Het boekje is uitgegeven door Lannoo (Tielt Den Haag). De Frysk Nasjonale Partij van Binnema en Kramer heeft een storm in een glas water ontketend. Meer nog dan in Friesland zelf is in Holland gesproken en gelachen om deze voor Nederland toch u- nieke partij. Er werd gedacht aan een grap toen het nieuws omtrent deze politieke partij bekend werd, maar helaas voor de serieuze Frie zen en ook voor de serieuze niet- Friezen is het met deze Friese Na tionale partij bittere ernst geweest. En wat misschien nog ernstiger kan heten is het feit, dat het ditmaal geen oude Friese strijders waren, maar dat het de jeugd was die voor deze sensatie zorgdroeg. Ve len vragen zich dan ook af wat deze jongeren bezielt met hun nationalisme nu we in een tijd le ven waarin de vorming van een Europese staat meer en meer re aliteit wordt. Het Fries-nationalisme is niet iets van de laatste jaren. Het werd geboren in een tijd die al meer dan 1250 jaar ach ter ons ligt. Omstreeks 690 was er spra ke van een Friese natie onder leiding van een machtige vorst, Koning Red bad, die zelfs kans heeft gezien tijdelijk Keulen te bezetten en voor lange tijd te regeren over practisch heel het te genwoordige Nederland en de Duitse Noordzeekust. Dit Friese rijk en deze koning zijn een realiteit en het is juist dit koninkrijk dat later bij de Friezen nog een grote rol speelt. In 732 verloor de opvolger van Redbad, Hrodbad, de slag aan de Boorn tegen de Frankische Karei Martel, waarmee een einde kwam aan de Friese onafhankelijkheid. In 754 werd Bonifacius door de Friezen ver moord. Hoewel vaak gesproken wordt van een roofmoord, kan deze overval op de bisschop en zijn helpers moeilijk an ders gezien worden dan als het werk van de Fries-nationalisten, die hun „vrij heid" nog niet vergeten waren en als heidenen de Christen-Franken tot hun vijand rekenden. Weer zien we het Fries-nationalisme te voorschijn komen in de historie, wan neer er eeuwen lang sprake is van bij zondere voorrechten, die Karei de Gro te omstreeks 800 aan de Friezen zou hebben geschonken. Inderdaad is er sprake geweest van een bijzondere sta tus, maar deze was niet gebaseerd op deze legende, doch eerder op het feit, dat in de late middeleeuwen de Frie zen rechtstreeks geregeerd werden door de keizer van het Heilige Roomse Rijk en geen graaf of hertog over zich ge steld zagen. Het tegenwoordige Fries land was in de 14e en 15e eeuw een staat van souvereine kleine republiekjes. En juist dit Friesland zou geboren zijn uit de voorrechten van Karei de Grote aan de Friezen gegeven. Dat het hier een legende betrof is duidelijk, daar er in de 11e eeuw nog een graaf in Fries land regeerde. Maar legende en traditie zijn in vele ge vallen vandaag nog de basis waarop een onafhankelijke staat gevestigd is en zo behoeft het geen verwondering te wekken dat de Friezen hiervan ge bruik maakten om hun recht op zelf bestuur te verdedigen. Intussen was Friesland aan het eind van de 15e eeuw een taaleiland geworden, daar het Fries in de Groninger Omme landen en Oost-Friesland zich niet kon handhaven. Het is tenslotte de Friezen hun eigen schuld geweest dat de Frie se vrijheid verloren ging, want door de binnenlandse twisten kon men zichzelf niet meer besturen en werd in 1498 de Hertog van Saksen voor rond 250.000 gulden bezitter van Friesland en daar mee de landheer. Na vervolgens in 1516 onder de Bour gondische heerschappij te zijn gekomen j Jong Fryslan' en via Karei V en Philips II eindelijk lid van de Unie van Utrecht, brak een nieuwe periode voor Friesland aan. Hoe wel de stadhouders uit het Huis van O- ranje van buitenlandse afkomst waren, verkreeg Friesland, zoals ook de andere Nederlandse gewesten, in 1381 zelfbe stuur, hetgeen gehandhaafd bleef tot 1795. In deze periode was het zelfbesturende Friesland iets vanzelfsprekends en het oppergezag van de stadhouder werd ge zien als een instelling die deze zelfstan digheid bewaakte. Slechts een enkele keer keerden de Friezen zich tegen de stadhouder en in feite ook tegen de band die hen met de zes andere provinciën verbond. Het was in de dagen van Wil lem Lodewijk, in het laatst van de 16e eeuw, dat Karei Roorda als Fries-natio nalist openlijk de strijd tegen de stadhou der voerde en deze verloor. De situatie in Friesland benaderde „Kristlik Frysk Selskip" werd opgericht en het orthodoxe en gereformeerde deel van Friesland, dat buiten de beweging stond, ook mee ging doen. Friese kan- selpreken, Friese bijbelverhalen en Frie se psalmboeken hebben sedertdien hun p intrede gedaan. Tenslotte kwam de Friese beweging bij alle richtingen terecht. In 1917 werd het 9 „Roamsk Frysk Boun" opgericht door M prof. T. Brandsma, pater Alb. Doodkor- te en A. Witteveen. Inmiddels was deze Friese beweging, 'I die alleen maar streed voor behoud van fl| de taal, voor velen te „tam". Jan Jel les Hof trachtte in 1905 met zijn „Boun de Friese beweging een bredere grondslag te geven, hetgeen echter mislukte. In de jaren van de eerste wereldoorlog kwam dan hetgeen waar men zich nu „nog' zo druk om maakt, nl. het eerste optreden van het nieuwe Fries nationa lisme door oprichting van de „Jong Fryske Mienskip" van dr. Douwe Kal- ma en Eeltje Folkertsma. Iemand van het oude „selskip" en iemand van het „Kristlik Frysk Selskip" gingen pleiten voor Fries zelfbestuur. Aanvankelijk leek het dat Kalma de hele Friese be weging achter zich zou krijgen, vooral daar de kinderjaren van de „mienskip" samenviel met het einde van de eerste wereldoorlog, toen heel wat staten en monarchieën op het voetstuk stonden te wankelen en ook Troelstra zijn greep naar de macht wilde doen. Wanneer toen Troelstra aan het be wind was gekomen en Nederland een re publiek geworden, zou zonder twijfel de in vele opzichten datgene wat nu door kans groot z|jn geweest op verwezenljj- de Friese nationalisten geëist wordt,!king der idealen van Kalma c.s. Maar lTernuaookrnodgS iT® |nu de „mienskip" weldra op re- 10n_ j00n° rIS T-. ii-ii -i 'tour. Buiten Friesland dacht niemand Met de Bataafse Republiek kwam de eenheidsstaat. In Friesland waren zowel meer aan Fries nationalisme, federalisten als voorstanders van del Misschien moet de figuur van Jan centrale staat te vinden. Zonder strub- Melles van der Goot gezien worden als belingen verliep dan ook de opneming de Fries nationale profeet van de der- L. in groter verband. Zonder noemenswaar-'tigerjaren. In 1933 richtte hij het Friese [y dige oppositie werd later, in 1814, de fascistenfront op, dat later opging in de provincie Friesland opgenomen in het Nederlandse staatsverband. Van verzet hiertegen kan moeilijk gesproken worden en voorzover hier al sprake van was, ging het om de Franeker universiteit, die in de Franse tijd was opgeheven en niet werd herkregen. Het lijkt er dairN.S.B. ook veel op dat in het begin van de vo-' rige eeuw het Fries-nationalisme sliep... eveneens door hem gestichte Fryske Folkspartij, waarvan het programma heel wat verder ging dan nu van de F.N.P. Aan de verkiezingen heeft deze Folkspartij nimmer deelgenomen. Zij was nationaal-socialistisch, maar anti I en anti-Duits, waardoor haar g geen lang leven beschoren was. In 1941 ging ze op in Saxo-Frisia, een in Gro ningen zetelende beweging en moest in 1943 helemaal verdwijnen. Na de oorlog kwamen de oude gelul* Het jaar 1844 is het jaar van de op-1den terug. Nu ontsmet van nazi-ideëen richting der Friese beweging geweest.1 traden de Fries nationalisten naar vo- Toen werd door T R. Dijkstra, H. S. i ren vooraan stond de Frysk Nasjon»l« Sytstra en J. van Loon het „Frysk Sel-:_ A nrf,.rflI) skip for tael- en skriftekennisse" opge Jongerein van Halbe Doele en verderop richt. Het was een culturele vereniging de oude „selskippen", die nu ook voo van intellectuelen en geen volksbewe-l meer zelfbestuur" begonnen te voelen- ging. Bij de liberale boeren en midden- stand kreeg dit „selskip" aanhang, maar JIn 1948 werd de „Striidboun Frysu» bij de arbeiders wilde men er niets van'Frij" opgericht, onder leiding van a weten. Het ging om het behoud van de zelfde Folkertsma, die in 1915 ookzL taal en zonder nieuwe impulsen leek de ze vereniging langzaam te zullen ver dwijnen. Het was echter de grote socia listenleider Pieter Jelles Troelstra, die het „selskip" nieuw leven in blies en hij moet dan ook gezien worden als èen der grondleggers van het nieuwe natio nalisme, hoe vreemd dit ook mag klin ken voor een socialist omstreeks 1890, die het „proletariërs aller landen vere nigt u" als leus aanhief. Was Pieter Jelles Troelstra trouw ge bleven en had hij niet het leiderschap van de socialistische arbeidersbeweging'gJjjg^gn er^niet de partij was. De oprichting van <jcZ.. strijdhond heeft destijds veel hilaritei verwekt. Toch heeft de oprichting ^a., „Fryslan Frij" en de grotere activitei van de Friese beweging via een berucn- te „knuppelvrijdag" in 1951 geleid vj inwilliging van bepaalde eisen, zoai Fries in de rechtzaal. Fries op sch<j. enz. Toch kreeg men de indruk dat.G laatste jaren de extremisten in Ene land minder in aantal werden. De woord voerders in Friesland waren meest vsr* standige Friezen, die het nationalism deze anti-Nederlandse vorm te ve Nederland belangrijker gevonden, wellicht waren we dan geconfronteerd geworden met de gedachte van zelfbe stuur voor Friesland binnen de Staat der Nederlanden. Immers onder Troel stra kreeg het Frysk Selskip aanhang onder de arbeiders en beleefde de Frie se beweging een grote triomf. Dit was mede het gevolg dat in Friesland aan de socialistische arbeidersbeweging, reeds een (socialistische) Friese Volkspartij was vooraf gegaan, waarin een zekere mate van zelfbestuur werd voorgestaan en welke partij enige duizenden aanhan gers heeft gehad. Deze opwaartse gang van de Friese be weging werd nog versterkt toen in 1908 door dr. Wumkes en ds. Huismans het te vinden waren hun politieke partij in de steek te la*e"j Men weet in Friesland maar al te goe dat onder normale omstandigheden ee dergelijk nationalisme geen succes hee daar nu eenmaal in het politieke door de eeuwen heen staatsgrenzen 1 langrijker worden geacht dan taalgre zen, en zeer zeker vooral in deze tij nu het „zelfbeschikkingsrecht der vu* keren" met voeten wordt getreden Nederland bezig is op te gaan ineen gr tere Europese gemeenschap. Dit is de ogen van de meeste Friezen heel w belangrijker dan Fries Nationalisme, n sympathiek men dan ook mag sta tegenover het recht om een eigen t te spreken en een eigen culture!® meenschap te vormen! 102e JAARGANG Uitgave: N. V. Uitg. Directeur: E. H. B. B Hoofdredacteur: J. Redactieraad: J. M. A. C. J. v. Hootegem, mr Mes, mr. H. M. L. de f Vercauteren, L. J. v. Bureaus: Breda - R< Tel 22341 (4 lijnen) - Bureau voor de Zeeu\ Kinderen van een ge gische Namen hebbel gen in de veronderste hun ouders sliepen t< kelijkheid waren over de kinderen aan om\ verteld dat zij hun oi derde dag niet hadd een onderzoek ingestei de ouders met het jor gezin door kolendaml het leven waren gek stelde vast dat de do* der was ingetreden. De vader van het gezii ren genoot een oorlc 14-jarige dochter had gezin, waarvan de rr was. De kinderen wa rige week donderdag school gegaan, nadat ren gaan slapen. Zondag werd het 14-ja aangesproken door eei de moeder van het gc gen niet had gezien, telde dat de ouders kind sliepen. Het ha» ongerustheid veroorza al twee dagen niet hai zij altijd lang sliepen' De Geneefse kernstopcq teren op verzoek van d< ten voor onbepaalde tijc Amerikaanse onderhand klaarde kort voor het ei zitting dat er geen „vei bestond dan de besprek totdat „een gemeenscl voor onderhandelingen" den. Stelle's communistiscl rapkin zei na afloop van Westen heeft de conferi doen lijden. Het heeft v< meer om hier te blijve Het aantal verkee land zowel als in d< schrikbarend toegent de toeneming van h< lijke afloop, hetzij van blijvende invalic mens met zijn moderi Daarentegen is zijn MOGELIJK krijgen de Ni tillen binnenkort hun eig maatschappij, die dan de Westindische bedrijf van overnemen. De onderhan over zijn gisteren begonn| ER IS gisteren in de ve de Spoorwegongevallenraé slist wanneer het onder ramp bij Harmeien zal bi VOLGENS DE Westduits economische zaken is h nodig dat het Engelse pc als Engeland toetreedt to DE NIEUWSTE modellci in Oost-Duitsland, voorzie dernste snufjes, kunnen j uitzendingen meer ontvai VOOR 400.000 gulden aan •!uw®Jen is gestolen uit eer in Melbourne. HET TIJDSTIP voor Gier is voor donderdagmorgei op half acht, dat is half t^ dag Nederlandse tijd. Weersverwachting van tot vanavond, opgemaa avond 23.15 uur: Enkele overdrijvende x\ maar ook flinke zonni; Lichte vorst tot tempera vriespunt. Zwakke tot tussen oost en zuidoost. Verwachting van het Be kundig instituut: Mooi tot koud weer. IV peratuur van —5 tot maximumtemperatuur graden. Vandaag: zon onder 17.2 onder 12.31 uur. Morgen: zon op 8.23 ui 3.49 uur.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1962 | | pagina 8