llkalupik
heet hij
Afsc
BOEKENPLANK
iosi
Vanavoi
de
Dolly van Arnhem
Huize Jalna
Je leest het zó
De egoïsten
Vingerafdrukken
van
God
Chi
ina
DAGBLAD DE STEM VAN MAANDAG 22 JANUARI 1962
llkalupikheet hij en hel
s een trotse zilveren vis, die 1
in de ijzig-kïlle wateren I
van Canada's hoge noorden 00
voorkomt. „Bijzondere vis", I
betekent llkalupik in de taal
der Eskimo's die in deze
prachtige poolforel 'n bron
van inkomsten hebben ge
vonden.
De poolforel Is iets voor lekkerbek
ken die rich de weelde van een bijzon
der hapje kunnen veroorloven. In de
dure restaurants van de Canadese en
sommige Noordamerikaanse steden kan
men „ilkalupik" bestellen. Veel wordt
er niet van gevangen, ongeveer negen
duizend kilo per jaar. Voor de Eskimo-
vissers brengt de vis ai tien gulden per
kilo op en het is duidelijk dat de lek
kernij, voordat de ober opdient een
dure aangelegenheid is.
Voor de Eskimo's betekent dat: een u
welvaartsbron van voor hen zeer
grote betekenis. Dank zij de „ilkalupik"
kopen zij suiker, tabak, sigaretten,
polshorloges, naaimachines, zaken die
voor hen nog een luxe vormen.
Deze fotomontage geeft een boeieni
beeld van het drukke „ilkalupiksei-
zoen" in het Canadese Eskimoleven.
1 De oogst van een dag hard wea
ken: een rek vol ranke vissen,
die zich vaak pas na felle strijd
hebben laten verschalken. De Es
kimo's zetten weliswaar netten
uit om de ilkalupik te vangen maar
de vis geeft zich beslist niet gauw
gewonnen.
2 Iedere zomer gaat een grote
groep Eskimo's, met het hele
gezin naar het zomerkamp om er
op de poolforel te jagen. Het geldt
echt als een soort vakantie, die
zo'n zes weken duurt. Langer vis
sen mag niet, omdat de forel dan
spoedig uitgeroeid zou zijn. Dit is
een zomerkamp bij Ikkudliayuk,
In Port Burwell ziet men V.
Eskimo's gezamenlijk (baby
kijkt over moeders rug toe) aan de
schoonmaak. De eerste toebereid
selen worden namelijk al in het
kamp gemaakt. Daarna wordt de
poolforel volgens een speciaal pro
cédé bevroren (flash-frozen, blik
semsnel gebeurt dat) en gaat dan
naar de klanten in het zuiden.
4 Trots op zijn fraaie vangst stapt
een jonge Eskimo aan land. Zijn
ranke bootje, waarmee hij een ge
hele dag op het water heeft geze
ten, bergt een flink aantal kostba
re poolforellen.
Voor Eskimokinderen is het leven, al
thans in onze ogen, weinig plezierig
en aantrekkelijk. Maar de bewoner
van de vooral 's winters barre noorde
lyke streken leggen andere maatsU
ven aan. Voor dit meisje betekent d>
rytje zilveren ilkalupiks, die vad<
heeft gevangen, een grote weeldu
Dank zij de opbrengst kan haar mof
der dingen kopen die nog niet zo lant
geleden voor de Eskimo onbekend
waren.
G „Wat nog meermevrouw?" schijf
winkelier Henry Anatuk te zeggM
tot de jonge Eskimovrouw die to I
zijn coöperatieve winkel in Port
Burwell (een van de weinige „gro
tere" plaatsen in het noorden vM I
Canada) om tabak en pijpen voon
haar man, en suiker, meel en fl"*
dere voedingswaren voor haar g(" J
zin komt. Behalve de rinkelendt
dollaropbrengst van de forellen be-1
schikken de Eskimo's natuurlijk J
ook nog altijd over de bekende ruil'
middelen: robbevellensnijwerk o"J
andere Eskimo-artikelen.
Een familie-roman van verrassende
kwaliteiten blijft „Dolly van Arnhem"
van Henriette de Beaufort. Het is een
compliment voor het Nederlandse le
zerspubliek, dat dit in 1948 verschenen
boek, nu in de vierde druk bij Leopolds
Uitgeversmij te Den Haag uitkwam.
Want de schrijfster heeft bij het com
poneren van dit werk elk grof effect
versmaad en zeer bewust van erotische
onsmakelijkheden afgezien.
Het verhaal dat over een tijdvak van
bijna een halve eeuw loopt, bevat de
kroniek van het adellijke Gelderse ge-
sla óht der van Broeckhuyzens, dat het
landgoed Beukenloo bewoont.
Hoofdpersoon is de jongste en enige
dochter van het nog vier zonen tellen
de gezin, dat als hoofd de ware edel
man, Willem Hendrik heeft. Bij de
aanvang van het verhaal is Dolly, die
in 1890 werd geboren, zeven jaar en
haar lotgevallen, die centraal staan,
J worden weergegeven tot 1940, als zij met
haar man, de joodce musicu~, voor L
Duitse geweld, de wijk neemt naar
Zuid-Afrika.
In verzorgd proza, dat een eigen toon
en een vaak oorspronkelijk woordge
bruik heeft, schetst Henriette de Beau
fort eerst het gelukkige leven binnen
het besloten gezin van „het huis", dat
nog in patriarchale omstandigheden ver
keert en waaraan de verstandige moe
der te vroeg ontvalt.
Dolly groeit op tussen de van aard
zo verschillende broers en ontwikkelt
zich tot de vrouw die zichzelf weet te
blijven hoe zwaar haar lot soms is en
hoe diep de teleurstellingen zijn, die ze
moet verwerken. Het harmonische ver
haal blijft door zijn levendigheid tot
het einde toe boeien en geeft door zijn
echtheid en scherpe observatie van per
sonen en toestanden een interessant
bc~ld van de eerste helft der twintigste
eeuw.
M-I-zo de la- Rnche, de Canadese schrijf-
c, c .<j wereldnaam kreeg door haai
zestien boeken over de geschiedenis van
de familie Whiteoak, welke liep van 1859
tot heden, is ook in ons land een veel-
gelezene. Het zesde deel uit de reeks;
..Huize Jalna", dat een afgerond geheel
vormt, wordt als het beste genoemd en
heeft veel aantrekkelijks. Het speelt in
het zuiden van Ontario, het prachtige
land, waar zovele Nederlanders een
nieuw vaderland vonden. Fris verteld
worden de vele verwikkelingen; de lo
kale kleur flonkert op en de droge hu
mor van de schrijfster geeft een apar
te bekoorlijkheid aan het verhaal. Het
boek verscheen in de Prisma-reeks van
het Spectrum.
Onder deze titel is weer een nieuw
Singel 262 verschenen, een gezamenlij
ke uitgave van Querido en A.B.C. te
Amsterdam. Het is samengesteld door
Hella S. Haasse en J. Bernlef, die een
groot aantal proza- en poëzie-fragmen-
ten bijeenbrachten. Om een en ander
nog aantrekkelijker te maken werd al
les rijkelijk geïllustreerd met prenten en
cartoons, terwijl enkele toepasselijke
puzzels voor het nodige tijdverdrijf zor
gen Sommige aanhalingen zijn zo kort,
dat men er wel iets meer van zou wil
len lezen. Maar dat zal dan ook wel
de bedoeling van de uitgeven xyn.
In de ..Diamantreeks" van H. Nelis
sen te Bilthoven verscheen de uit hef
Italiaans vertaalde roman van de hoog
leraar Bonaventura Tecchi.
De reeds op jaren zijnde auteur geeft
in dit boek een allesbehalve opwekkend
beeld van de mentaliteit der hogere
standen in zijn vaderland. Wanneer de
moraal inderdaad zó laag staa1 in die
kringen, dan is het faillissement er al
over uitgesproken. Het zijn inderdaad
harteloze egoïsten deze scherp geobser
veerde hoofdpersonen in Tecchi's ver
haal en hun falen als mens op alle fron
ten is niet verwonderlijk, evenmin als
de zelfmoord van de fatale en perverse
vrouw, verbazing wekt.
De inzet van 't bock. als de ascetische
Nederlandse geestelijke de bon-vivants,
in een van intellect flonkerende dialoog
van repleik dient, staat op hoog peil. Dit
is ook het geval met het laatste hoofd
stuk. waarin het bankroet van de mate
rialistische levensgenieters scherp wordt
geanalyseerd. Maar het „binnenwerk"
is van minder voorname allure, omdat
al tc diep wordt afgedaald in onsmake
lijke details over de excessen waaraan
deze egoïsten zich te buiten gaan.
In Italië had de roman veel succes
cn verwierf twee literatuurprijzen.
Anny Matti en Wim Spekking, die met
het boek „Hun Huis is het oerwoud" al
enige bekendheid kregen, hebben op
nieuw een roman over Nieuw-Guinea
geschreven, die „Vingerafdrukken van
God" heet. Plet verhaal handelt over
een aantal Nederlanders, die aan de
rand van de wildernis, ver van de be
schaving verwijderd, hun moeilijke en
in veel opzichten ondankbare werk doen.
De centrale figuur in het boek is een
zekere Krausen. een moeilijk man, die
zich ogenschijnlijk aan de moraal wei
nig gelegen laat liggen maar op het be
slissende moment Indonesische infil
traties het hart op de rechte plaats
blijkt te hebben.
Een groot bezwaar vinderi we het
tweeslachtige karakter van dit boek.
De auteurs willen tussen de regels door
te veel betogen, het laatste wat men
in eer. roman moet doen. Het einde,
waarin de moeilijkheden met Indonesië
aan de orde worden gesteld, doet daar
door erg geforceerd aan. Dat men het
boek nochtans met aandacht leest vindt
zijn reden niet op de laatste plaats in
het feit dat Nieuw-Guinea midden in de
actualiteit staat en men er nu eenmaal
graag zoveel mogelijk van weten wil.
(Nederlands Boekhuis, Tilburg)
Boeken die een degelijke cn uitvoe
rige beschouwing geven over het nieu
we China zijn er nog bitter weinig. Van
daar dat we met grote aandacht het
werk bekeken hebben dat. nu bij Else
vier is verschenen. (China, 700 mil
joen mensen in beweging) en waarin
zowel aan de hand van een gedegen
uiteenzetting als met zeldzaam boeiende
foto's een beeld wordt gegeven van dit
intrigerende land met zijn bevolking
van bijna zeven miljoen.
Hoe ziet het huidige China eruit? Wat
denkt en doet de bevolking? Wat zijn de
achtergronden van de revolutie en hoe
moet men het Chinese communisme
zien in het licht van de boeiende ge
schiedenis van het hemelse rijk?
Zowel de tekst van dr. Kwee Liat
als de vele knappe foto's van H. Sib-
belee, dragen ertoe bij dat men op al
deze vragen althans het begin van ee'
antwoord krijgt. De schrijver treec.
nauwelijks op het terrein van de pol''!
tiek. Of dit de objectiviteit van z!' jj
werk ten goede komt wagen we echte'1
te betwijfelen. Hier en daar doet hijF
zelfs duidelijk tekort, bijvoorbeeld wa'
hij het hoofdstuk over de godsdiens''
in China laconiek besluit met de mee
deling dat „de ontwikkeling na 1950
Chinese christengemeenschappen van <?c
buitenwereld heeft geïsoleerd". Dat vrij*
wel alle westeuropese missionarissen o11 1
zendelingen uit het land zijn gezet of
schijnprocessen zijn veroordeeld vcf;
zwijgt hij. Omwille van de objectiviteit
Rustige onpartijdigheid lijkt ons nog 8''
tijd iets anders dan het negeren v,aD
onaangename dingen.
We willen graag toegeven dat h®
boek een waardevolle bijdrage kan vofj
men voor dc kennis van het oude
nieuwe China. Het ontbreken echter va
enige reserve tegenover uitwassen va
een regiem dat het Chinese volk me
welvaart schenkt, dwingt de lezer erto
zeer kritisch van de inhoud kcn"lSvan
nemen. Temeer waar ook de foto s..\e]
leven en werken der bevolking vrijw
uitsluitend geestdriftige arbeiders en
lachende kindertjes te zien geven.
(Van onze radio-1
Zo is er dan e<|
aan de m l
van de rasmuzl
ook wel de Ni
Miller genoeml
25 januari a.s. I
op de vrachtbol
welke naar Zil
trekt. In het z|
burg gaat hij
kaanse „uitsaq
nieuw orkest
geren Ten
met zijn Cosmc
met medewerk^
tigtal solisten
gegeven, dat
„Goede reis
AVRO vanavor
zal uitzenden.
r*)e grote studiozaall
plaats bezet toenl
maal onder daveif
op de „bok" plaatf
gramma presenteel
schien beter „Van|
win" als titel had
het muzikale afscl
werkten o.a. mede]
meesters Jan Bleuij
Han v. d. Ven, did
Vivaldi speelden. Yl
violist Herman Krcl
nerweisen, de fagotil
en in het lichtere él
met een kostelijke 'I
Christine Spierenbul
Clebers compositie I
gondel veroverde. C<l
Vervoort, Rita Reyl
Rooy. Jules de Coij
liedje voor dit af^
waarin hij zong:
vroeg, heb je het
noeg?", en toen voel
minister van Avro-^|
maken.
T^e scheidende dirigcl
ken door burgemef
van Hilversum, dieL
on-Nederlandse zwi<|
welke van Jos zo'n
maakten. Spreker bd
tig boek over de wi
Dudok aan. Ko val
heerlijk „Kronkel" -i
geit voor op speciaal
(Advertd
z
oae
De heer Cole is e
die er voor zorgen d(
wel interessant blijf
laatste tijd opmerke
tonners en uit vrees
daardoor wat saai
licht in slaap zoude:
genoemde lieer Cole,
met Amerikaanse r\
maken heeft, eens e
hij wel denkt dat de
klaarstomen.
Want die Iwans di,
kend is, geenszins,
best eens van plan
zijn?, heeft Cole ge
iedereen daarop van
hield profeteerde hij
ze zouden wel eens
de Verenigde Staten
door een asteroïde, z
planeet, van zijn ba
wijken.
Algemeen gesidder,
u>el. Na enige tijd I
brengen: maar hoe zi
nen? Puh, zei Cole, i
voor niks, de schurl
toch gewoon per raket
stofbommen naar zo
er per ongeluk eent
de buurt van de aari
dat knalt zo'n ding,
goed mikken, gewooi
Bamm! Heel de V.S. i
En de Russen maar
iedereen zou denken
ramp. Maar het was
Goed dat meneer
schuwt. Inderdaad,
niets. Later, veel lat
Moskou wel verklaren
premier Kroestjev ee
dat het niet netjes
planeet op de aarde
suizen.. Maar nü is
en speurt het hemeln
schikte asteroïdetjes, i
delgen.
Bedankt voor de tij
Denk nóg eens diep n<
er in Moskou al een
gereed om met een rc
zon te ontvoeren, en
te knoeien, zodat ze c
Europa beschijnt. En
een beetje op China,
braaf wil wezen.
Fijn dat u gewaarscl
we waren al haast w<
vallen.
Alleen één uraap: h
siiizende planeetbrokk
dat ze precies op de V.{
En als daar zo'n heelali
"dn een middelgroot l
rest "°n de wereld,
land. dan óók niet een
oplopen?
PR,