1
MET PAT FT EN PENSEEL
ZEEUWSE VOGELS VAN
DIVERSE PLUIMAGE
Noordbrabantse professoren
MET
PASSER
BOUW EN
EN SCHIETLOOD
RESTAURATIE
VAN KERKEN IN 100 JAAR
Noordbrabant bracht
vele schilders op
proza - poczie - palet - penseel - passer - plastiek - proza - poëzie - palet - penseel - passer - plastiek - proza - poëzie - palet - penseel - passer - plastiek - proza - poëzie - palet - penseel
YAN DUINKERKEN: veelzijdig
42
DAGBLAD DE STEM 100 JAAR 5 NOVEMBER I960
NGEN
00 32885
n
(n
n
it
n,
fen
Q"
D', dicMc? Eri<> van der Steen
„ii i?SPUdon'om voor mr- D. Zijlstra)
Veere (1907) is weemoediger en
h„m?,oolt cynischer van aard. De
nundel „Controversen" oit 1938 is een
in
Va„ Zeeuwsch-Vlaming is echter
4A
augustus 1980
''a. W. Broere
aat 19, Breda
op 28 juli 1960
ng van Vil
lam, is in alle
olie tevreden-
l
oogachtend,
g. J. Bom.
ONDER
II
reek, voor
Bagage en
A. VAN DIJCK
laatste schilder van Veere
TN de vaderlandse schilder-
■*- kunst van de afgelopen
eeuw heeft Noordbrabant een
belangrijke plaats ingenomen.
Indien, zoals wel beweerd
wordt, ons land op dit gebied
twee genieën heeft opgeleverd,
namelijk Rembrandt en van
Gogh, dan kan deze provincie
er groot op gaan, dat ze een
van hen heeft voortgebracht.
Vincent is, zoals men weet, op
30 maart 1853 te Zundert ge
boren en uit zijn werken en
brieven is het voldoende be
kend hoe hij zijn land van her
komst altijd heeft liefgehad.
Hij woonde te Zevenbergen,
Tilburg, Etten en Nuenen, in
welk laatste dorp zijn gewel
digste werk „De aardappel
eters" tot stand kwam. Een mo
nument houdt daar de herin
nering aan de grote kunstenaar
wakker, evenals een gedenk
steen in zijn geboorteplaats.
Na Vincent kan Brabant op drie
figuren bogen, die van nationale be
tekenis zijn: Pieter de Josselin de
Jong uit St.-Oedenrode (1861-1906),
schilder van historiestukken en por
tretten; Antoon der Kinderen uit
's-Hertogenbosch (1859-1925), de
schepper van de Processie van het
II Sacrament van Mirakel in de
Begijnhofkapel te Amsterdam, en
Jan Sluyters, eveneens Bosschenaar
(1881-1957). Deze laatste was van
alle markten thuis. Men kent zijn
onvergelijkelijke portretten, zoals dat
van zijn vader en dat van kardinaal
van Rossum, zijn uitbeelding van
kinderen, vooral baby's, zijn veel
omstreden werk uit de Staphorster
periode, zijn dikwijls wel erg zinne-
nelijke nïiakten, maar ook zijn Piëta
en andere godsdienstige schilderijen.
Als we nog even onze gedachten
bepalen bij Den Bosch schieten ons
namen te binnen als die van de fa
milie Slager, namelijk Piet sr., le
raar aan de ,,Kon. School voor Nut
tige en Beeldende Kunsten", vooral
bekend als portretschilder; zijn zoon
en leerling Piet jr., die het prach
tige „Portret van zijn zusters schil
derde en Jeannette en Corry, ge
noemde zusters, beiden bekwame
schilderessen van bloemen. En dan
is er nog Frans Slager, de jongere
zoon, die ongetwijfeld de veelzijdig-
ste is en die ook graag Brabantse
onderwerpen op het doek bracht,
zoals het „Kasteel van Heeswijk"
en de St.-Janskathedraal.
Onder de Bossche leraren, wier
naam en faam wijd en zijd verbreid
waren, mogen we Frans Kops en
Dorus Hermsen noemen. Als stil
levenschilder treedt Jan Bogaerts
op de voorgrond. Een van diens
leerlingen werd de meest Brabantse
van alle Brabantse kunstenaars: de
populaire Herman Moerkerk met
zijn meestal humoristisch werk.
Duizenden tekeningen van zijn hand
zijn in boeken, tijdschriften en dag
bladen verschenen. Pater Raymond
van Bergen o.p. kreeg vooral be
kendheid met zijn glasvensters. Lam
bert van Geffen is niet alleen schil
der maar ook binnenhuisarchitect
en decorateur. Het raadshuis van
Standdaarbuiten bezit van hem een
groot portret van koningin Juliana.
Hotel ,,De Poort van Cleef" in Roo
sendaal is opgesierd met gebrand
schilderde ramen van de Bossche
glazenier Kees van Stiphout.
üTT S
^nder de Zeeuwse auteurs, die niet in Middelburg geboren zijn, vinden we
vogels van diverse pluimage. Daar hebben we allereerst Albert Plasschaert
Sas van Gent (1? 4), die zich een grote vermaardheid verwierf als kunst
criticus. Hij schreef verzen en proza in het door hem geleide periodiek ,,De
Tuin" en in ,,De Nieuwe Gids". Als beoordelaar van beeldende kunst werkte hy
aan tal van tijdschriften mee. Van zijn monografieën vond o.a. die over Jan
Toorop een brede lezerskring. Samen met Job Steynen en Pieter van der Meer
de Walcheren redigeerde hij ook het tijdschrift „De Maand"
Een geheel ander genre vertegen
woordigt de Vlissinger Jean Louis
Pisuisse (1880), een van onze pioniers
op cabaret-gebied. Hij was een der
eerste zangers van z.g. levens
liederen, die hij er zelf verscheidene
geschreven heeft „Het lied van de
thee", ,,De Franse gouvernante]',
,,Het Concertgebouw" enz. Met zijn
vrouw is hij, zoals men weet, in 1927
op het Rembrandtplein te Amsterdam
door een vroeger lid van zijn gezel
schap neergestoten.
Het woord „cabaret" doet ons aan
Annie M. G. Schmidt (1912) denken
met haar bundel „Cabaretliedjes" van
1952. Wie kent niet haar radio-teksten
voor de familie Doorsnee en Pension
Hommeles, waarvoor ze vorig jaar de
televisie-prijs kreeg En haar leuke
versjes over het schaap Veronica
En haar „Impressies van een simpele
ziel". Haar vader was dominee in
Kapelle-Biezelinge. Met haar broer
heeft ze daar ooit de toren beklom
men, haar toren, zoals ze in Singel
262 schreef:
„We zagen de schepen varen.
Veel grote schepen op de blauwe j
W ester schelde en een paar kleine
bootjes op de blauwe Ooster-
schelde. Daartussen zagen we het
land liggen, het groene Zuid-
Beveland. We zagen de boom
gaard van Ganzeman en ons
eigen huis en de kippen in de
tiiin. We konden zelfs de hond
zien voor zijn hok. Een hééééél
kleine hond voor een héééél klein
hok. En we zagen de weg naar
Wemeldinge kronkelen en we
zagen de kaarsrechte weg naar
Yerselce en we zagen de dijk naar
Hansweert met een hééééél klein
busje er op. En ik voelde me dan
zo vrij als later nooit meernooit
meer. De kerk ivas van mijn j
vader, met de diaken en de roit-
gekapte vrouwen. Maar de toren
niet. Die was van de vleermuizen
van de uilen en van de grote
zwarte kraaien. Die behoorde toe
aan oude tijden die toren had
iets heidens, iets wilds, iets
tomeloos. Die +oren had iets van
wind en van schepen en van
zeerovers. Die toren was van
mij."
Minder bekend is de christelijke
n»S ei k- F. de Liefde uit Goes,
^an .^aar verscheen o.a. de
oman In Liefde bloeyende" uit 1912.
roduktiever is haar stadgenoot
Adriaan Jcannes Witkam (1909). die
naast een serie romans ook een bundel
jp len schreef naar aanleiding van
e watersnoodramp onder de titel
Mmartelde grond"-
«nt*lee« Jn het humoristische genre
TToi ?e rijksontvanger A. H. v. d.
uit Heinkenszand (1873). Onder
ppprJ L.naam de Sinclair publi-
ft."ij *ai van geestige boeken,
y ••Mrin tante uit Aardenburg",
serie (zen werd ook zijn Focus-
V tt-4 hoogtepunten 'n zÜn oeuvre.
«t Zeeuwsen-*'laanderen ma*? nir»t
JAN H. EEKHOUT
terug n - geboortestreek
Zeeuw sch-V laander en
Schagen uit Vlissingen (1891), wiens
„Narrenwijsheid" in 1925 veel opgang
maakte.
De onderwijzer Lou Vleugelhof, zoon
van Ovezande, (1925) heeft het aan
waardering tot nu toe niet ontbroken.
In 1954 kreeg hij een gedeelte van de
Middelburgse literatuurprijs voor een
declamatorium, dat aan de Lands
vrouwe was toegewijd en dat bestond
uit een cyclus van elf gedichten. Voor
zijn gedichtenbundel „Oorsprong"
(1955) schonk o. k. en w. hem een
reistoelage. In 1958 verraste hij zijn
lezers met een kleine roman, getiteld
„Met lood in de schoenen" en ook deze
werd met een reistoelage onder
scheiden.
Tot de jongste generatie behoort
ook de auteur Hans Warren uit
Borssele (1921). Na zijn debuutbundel
„Pastorale" verschenen nog zeer veel
verzen, waarin de Zeeuwse natuur
hem dikwijls inspireerde, zoals in dit
„Beeltenis"
Ik teken je gelaat uit korenaren
Jij was de glimlach
van het zomerland
En aan de fluisterende velden waren
Je haren en je dromen
nauw verwant.
Ik teken je gelaat tegen het duin
Achter je ogen flitsen
blauwe golven,
Waar vogeltjes als vlokken
sneeuwwit schuim
Het zachte glooien van de
kustlijn volgen.
Maanlicht was 's nachts je
zilveren profiel,
Schaduw op dieper schaduw
in je ogen,
Verloren weemoed van je
ziltgewaaide mond.
Jjj was 't volmaakte landschap
van myn ziel
Met wind in graan en popels,
en de hoge
Zingende regen over mijn
geboortegrond.
Tenslotte een al wat oudere schrijf
ster, die pas de laatste jaren op de
voorgrond trad Helma Wolf-Catz uit
Nieuw- en St. Joostland (1900). Haar
rustig, bespiegelend proza wordt door
velen gewaardeerd. In haar laatste
roman „Diepzee", die dit jaar ver
scheen, komt haar groot talent prach
tig tot uiting.
Tot de jongere Bossche kunste-
naar§ behoort Harrie van Ros
malen, leerling o.a. van zijn stad
genoot prof. Rolingf. Hij is zeer veel
zijdig, maar blinkt uit als schilder
van kinderportretten. Voorts werkt
in de Brabantse hoofdstad Marius de
Leeuw, van wie men muurschilde
ringen kan zien in de Amercentrale
te Geertruidenberg en de Klokken-
berg te Breda. Gebrandschilderde
ramen maakte hij o.a. voor het pa
leis van justitie in Den Bosch, de
r.-k. kerk van Dussen, het Francis-
cus-ziekenhuis te Gilze en de kerk
te Ulicoten. In een kantoorgebouw
te Waalwijk bracht hij sgrafitto's
aan.
Onder de jongsten heeft Henri
Titselaar met zijn abstracte schil
derijen naam gemaakt. Mr. Ton
Frenken is een leerling van Albert
Troost. Hij kreeg vorig jaar de prijs
voor beeldende kunst van de ge
meente Veghel. Men zal ongetwijfeld
nog meer van hem horen.
In Tilburg zijn het de r.-k. Leer
gangen, die vele schilders hebben
opgeleid. Albert Verschuuren, schil
der, beeldhouwer en glazenier, gaf
er jarenlang les. Zijn vele Madonna's
zijn over de hele provincie ver
spreid. Van zijn bekwaamheid als
glazenier kan men bewijzen vinden
in het retraitehuis te Seppe. Het
raadhuis te Tilburg bezit van hem
een historisch tableau.
Van de vele schilders, wier wieg
in de wolstad heeft gestaan, noe
men we nog Nico Molenkamp. Van
hem kennen we muurschilderingen
en een kruisweg in de kapel van
het Fi'aterhuis aan de Houtstraat te
Tilburg. De glazenier Piet Clijsen
maakte gebrandschilderde ramen
voor een drietal Tilburgse kerken en
voor het paleis-raadhuis. De auto
didact Theo l'Herminez toonde voor
keur voor het uitbeelden van vrou
wenfiguren. Hij is ook reclame-schil
der evenals Jos Zeegers, die boven
dien op verscheidene scholen teken
les geeft. Ook Gé Hurkmans deed
aan reclame-schilderen, want het
ontwerpen van affiches was zijn hob
by. De gebroeders Frans en Kees
Mandos maakten o.a. samen $en
triptiek voor de kerk van Empel.
Kees is ook een uitstekend grafisch
kunstenaar. Tenslotte Theo Swage-
makers, die als portretschilder een
landelijke vermaardheid bezit. Men
herinnere zich b.v. zijn portretten
van Anton van Duinkerken, Geor
gette Hagedoorn, Cees Laseur, bur
gemeester v. d. Mortel en mgr. Mut-
saerts.
Langstraat
Trekken we de Langstraat in dan
J- stuiten we allereerst op de schil
der-beeldhouwer Hendrik Chabot uit
Sprang. Zijn werken uit de tweede
wereldoorlog zijn een „picturaal mo
nument" genoemd. Daartoe behoort
o.a. het aangrijpende doek „De brand
van Rotterdam". Verscheidene van
zijn werken zijn sterk religieus ge
tint. Dongen herbergt een bekwaam
glazenier en graficus, met name Jan
Willemen. In de St.-Jozefkerk van
zyn geboorteplaats bracht hij een
glas-in-lood-raam aan, in het semi
narie Ypelaar een kruisweg, ramen
in Teteringen, Leur, Rijen. Stampers
gat, Zevenbergen enz.
Henri Bayens uit Waalwijk volgde
oorspronkelijk de „Haagse School",
maar kwam later tot een modernere
vorm. Jan en Theo van Delft zijn
eveneens geboren Waalwijkers. De
eerste heeft honderden portretten
geschilderd en was directeur van de
Waalwijkse Tekenschool en docent
aan de Leergangen; de tweede schil
derde eveneens veel portretten en
doceerde ook in zijn geboorteplaats.
In Tilburg, Den Bosch en Waalwijk
hangt heel veel werk van zijn hand.
Het schilderij van H. M. de Konin
gin in de Statenzaal is ook door hem
gecreëerd.
In de Baronie mag Frederik Ab-
bing uit Teteringen met zijn muur
schilderingen en glas-in-lood-ramen
genoemd worden. In Oosterhout
werkte Piet de Bodt aan zijn Bra
bantse landschappen. Uit deze ge
meente zijn ook de gebroeders van
den Brink afkomstig. Jan bracht
wandschilderingen aan in de r.-k.
kerk van Biervliet. De tentoonstel
ling van zijn schilderijen, vorig jaar
in zijn woonplaats Etten gehouden,
werd een groot succes. Rien legde
zich meer toe op de glazenierskunst,
hoewel hij ook meermalen schilde
rijen exposeerde. Muurschilderingen
zijn door hem o.a. te Zundert, Lan-
geweg en Eindhoven aangebracht.
St. Joost
Breda heeft zijn. „Academie voor
Beeldende Kunsten St.-Joo«t",
waaraan o.a. de schilders Feitze de
Bruyn en Gerrit de Morée als le
raren verbonden zijnDeze laatste
beweegt zich op verschillend gebied
en heeft vooral als illustrator een
goede naam. F ons Neyens onder
vond veel waardering met het mo
zaïek, dat hij voor het nieuwe ge
bouw van de BBA maakte. .J, J. Vos
kuil werd in 1958 aan de vergetel
heid ontrukt, toen in de Beijerd een
expositie van zijn werk werd inge
richt.
Janus Nuyten doet goed werk op
het gebied van moderne decoratie
kunst. Wandschilderingen te Breda
en Fijnaart getuigen van zijn tech
nisch en artistiek kunnen, evenals de
mozaïeken, die hij voor huize Ra-
boni te Teteringen vervaardigde.
Louis de Swart begon oorspronke
lijk met olieverfschilderijen en teke
ningen, maar ging zich later ook
op glas-in-lood toeleggen. Zijn ge
denkraam in de kerk van Rijsber-
gen, de ramen in de H. Hartkerk te
Breda en het raam voor de hon
derdjarige „Etna" zijn van een voor
name allure en bewijzen een groot
vakmanschap.
West-Brabant is niet zo rijk aan
schilders als de andere delen van de
provincie. De Roosendaler George
Notenboom is naar het noorden ge
trokken, maar heeft in zijn dikwijls
sterk religieuze werkstukken toch
veel Brabantse trekken behouden.
Wim Schütz maakte muurschilderin
gen in zijn geboorteplaats Roosen
daal en te Bergen op Zoom. Beeld
houwwerken gingen o.a. naar Ou
denbosch en Roosendaal. Landschap
schilders van betekenis zijn Lucie
van Dam-van Isselt uit Bergen op
Zoom en haar stadgenoot Willem
van Dordt sr. De jongere Daan
Graafmans experimenteert met won
derlijk gecomponeerde kleurvlak
ken. Fons Gieles, ook uit Bergen op
Zoom, maakte een kruisweg voor de
St.-Franciscus-kweekschool te Bre
da. Jan Baartmans is onlangs in ons
blad een „Franse Brabander" ge
noemd, omdat hij veel in Frankrijk
heeft gewerkt. Hij beoefent land
schap, stilleven en portret.
Zeeuwen
Onder de oudere Zeeuwse beelden
de kunstenaars neemt de Middel
burger Cor de Wolff een geheel
aparte plaats in. Hij is een bekeer
ling, vriend van Hendrik Andries-
sen en Pieter v. d. Meer de Wal
cheren. Vooral met zyn gravures,
etsen en houtsneden maakte hij
n,aam. Te Domburg werkte mevr.
M. Elout-Drabbe, die bevriend was
met Toorop. De schilder Constantin
Guys is in 1954 geëerd met een om
vangrijke tentoonstelling in zyn ge
boorteplaats Vlissingen. Dit gebeur
de op initiatief van de kunstenaar
H. M. van der Spoel te Kloetin.ge.
Suze Slager-Velsen uit Oostburg
is verwant aan de Bossche Slager-
familie, want zij is de vrouw van
VINCENT VAN GOGH
een der vele zelfportretten
Piet Slager jr. Vincent Cleerdin
noemde haar „de schilderes van het
kleine geluk". Evenals zij heeft ook
Teun Gijssen uit Hansweert zijn ge
boortestreek verlaten, maar in vele
van zijn werken is de Zeeuwse sfeer
nog merkbaar. Hij woont nu in oost-
Brabant, waar het hem aan belang
stelling en waardering niet ont
breekt.
Middelburg kent Louis Heymans,
die vele technieken beheerst en als
ieraar talrijke jongelui opleidde. Ook
de commissaris der koningin behoort
tot zijn oud-leerlingen. Piet Rijke te
Middelburg is een neo-realist van
betekenis; Jos Croïn, eveneens ge
boren in de Zeeuwse hoofdstad,
werkte voornamelijk in Parijs, maar
ook te Veere, het stadje, dat steeds
vele kunstenaars onder zijn inwoners
telde. We denken aan de schilderes
Claire Bonebakker, aan Alphons van
Dijck, die bekend staat als „de schil
der van Veere", aan Dirk van Gel
der met zijn houtgravures en aan de
jonge bekwame W. Vaarson Morel jr.
F óór de oprichting van de Keizer Karei-
universiteit te Nijmegen heeft het katho
lieke Noordbrabant uiteraard iceinig profes
soren opgeleverd. Uit de jaren vóór 1923
kunnen we de Groningse hoogleraar Isaac
van Dijk noemen, die in 1847 te Dussen ge
boren was en die in 1896 een inleiding hield
over „De Verhouding van den Evangeliedie-
De Bosschenaar Jacob Prinsen
JLzn (1866) werd in 1919 hoog
leraar te Amsterdam als opvol
ger van Jan te Winkel. Een van
zijn waardevolste werken was
het „Handboek tot de Ned. let
terkundige geschiedenis" uit
1916.
naar tot de nieuwe Strooming in de Literatuur
van ons Vaderland".
Ook de in 1887 te Breda geboren Frederik
Jacobus Johannes Buytendijk was professor
te Groningen. In 1932 gaf hij het hoek „Het
spel van Mens en Dieruit, dat enigzins te
vergelijken is met „Homo ludensvan prof.
Johan Huizinga.
Bij de stichting van de katholieke
universiteit was Jacques van Ginneken
s.j. de aangewezen man om de leer
stoel voor taal en letteren in te nemen.
x n
blijven de dichter Wim
iessels (dr. H. A. Mulder), in 1906
h,.„„a. geboren, die zich met zijn
vnïrfi V rijdinKen" 'n 1931 een
vooraanstaande plaats bezorgde onder
rL I jongeren. Oe belang-
Jan H. Eekhout uit Sluis H900) die
.7l>n romans meer op de voor-
PonuL, a" met 'iin verzen.
Populair werden o.a De boer zonder
uit ïyss, „Aarde en Brood" uit
en Warden een Koning" uit
Ponc ke hïr«PPiK.e boek "ver Pastoor
„Heeft ook onder atholieken
werk is nS getrokken. Zijn jongste
het verf," i "an met de harmonica
et verhaal van een zwerver.
Een der eersten, die rijmloze vriio
verzen schreef was mr J c.
God"
1936
1937
1860, toen het eerste num
mer van ons blad uitkwam,
was de kerkelijke hiërarchie
nog in haar prille jeugd. Zij is,
zoals men weet, in 1853 her
steld en had onmiddellijk een
grote behoefte aan katholieke
kerken tot gevolg. In diezelfde
jaren kwam de gotiek tot een
nieuwe bloei in de z.g. neo
gotiek, waarbij de baksteen in
ere hersteld werd. In Frank
rijk stond bij het gebruik van
deze bouwstijl de architect Eu-
ène E. Viollet-le-Duc op de
voorgrond, in ons land was dr.
P. J. H. Cuypers een der eer
ste en voornaamste beoefe
naars. In 1859 kwam zijn St.-
Catharinakerk te Eindhoven
tot stand, gevolgd door de
prachtige St.-Lambertuskerk te
Veghel in 1862. De kathedraal
van Breda kreeg niet alleen
vijf beuken, maar ook gale
rijen. Helaas mist deze schep
ping nog altijd haar front
torens.
De voorkeur voor neo-gotiek
wil niet zeggen, dat de ro-
maanse stijl geheel verwaar
loosd werd Denken we maar
aan de fraaie koepelkerken,
die Raamsdonk en Zevenberg-
schehoek kregen dank zij ar
chitect Weber.
Geheel buiten deze stijlen
valt de gigantische basiliek
van Oudenbosch, dat als zoua-
vencentrum een verkleinde
St-Pieter tot kerk kreeg met
een koepel naar het voorbeeld
van Michel Angelo en met de
gevel van de St.-Jan van La-
teranen. Onder toezicht van
pastoor Willem Hellemons.
Roosendaler van geboorte en
bernardijn, kwam het bouw
werk in de jaren 1865 tot 1880
tot stand.
Dr. Pierre Cuypers telde ve
le bekwame leerlingen, waar
van o.a. J. J van Langelaar en
Jan Stuyt genoemd mogen
worden De laatste, in 1868 ge-
ooren, bewoog zich meer in
romaanse geest, waarbij ook
oosterse invloeden te bespeu
ren waren. Als bouwmeester
van de H. Landstichting te Nij
megen heeft hij wel zijn hoog-
tepunt bereikt, maar ook zijn
kleiner werk mag er zijn. Sa
men met ir. Jos Cuypers (1861)
ontwierp hij de St.-Laurentius-
kerk te Ginneken en de St.-
Annakerk van pastoor Smits
aan de Haagweg te Breda,
waarbij we ook nog de St.-
Jacob in Den Bosch mogen
noemen. Ook de St.-Gumma-
rus te Steenbergen is door dit
duo uitgevoerd, hoewel het
ontwerp van Cuyper sr. was.
Ze werd in 1903 voltooid. Van
Jos Cuypers trok vooral de
koepelkerk te Dongen veel aan
dacht.
Na de eerste wereldoorlog
ontstond een algehele vernieu
wing, een streven naar moder
ne vormen, waarbij vooral de
zakelijkheid van belang was.
De vele pilaren achtte men uit
den boze, een onbelemmerd
uitzicht op het altaar werd ge
wenst geacht. Theo Molken-
boer maakte het eerst propa
ganda voor deze gedachte. Een
bekend en algemeen gewaar
deerd voorbeeld van deze nieu
we vormgeving biedt de Sa
cramentskerk van Jan van
Dongen jr. in de Zandberglaan
te Breda. Minder gedurfd is de
kerk, die Berben te Hoeven
bouwde.
Onder de architecten, die een
grote invloed hebben uitge
oefend, mag A. J Kropholler
<1881), volgeling van Berlage.
niet vergeten worden. We wij
zen slechts op zijn vootreffelijk
raadhuis te Waalwijk en zijn
Van Abbe-museum te Eind
hoven.
Een heel aparte figuur is de
Franse benedictijn dom. Paul
Bellot. die in 1910 te Óoster-
hout zijn St.-Paulus-abdij vol
tooide, triomf van de Holland
se baksteen. Zijn kerkjes te
Noordhoek en Besoyen zijn ook
zeer bezienswaardig.
De oosterse invloeden, die we
bij Stuyt zagen, bemerken we
ook in de St.-Jan Baptist-kerk
te Waalwijk van H. W. Valk.
Deze tempel met zijn vele koe
pels werd in 1926 gebouwd
Valk gaf aan zijn latere wer
ken een meer landelijk karak
ter zoals aan de rustieke St.-
J. H. BERBEN
bouwde kerken te Breda
Hoeven en Rucphen
Willibrorduskerk te Lage-Zwa-
luwe uit 1952. Ook te 's-Her
togenbosch, Boxmeer, Oister-
wijk, Tilburg en Eindhoven
bouwde hij kerken. Van hem
zijn eveneens het fraaie raad
huis te Oisterwijk en de veld-
kapel te Wouw. Van zijn met
bekwame hand uitgevoerde res
tauraties noemen we de toren
van Hilvarenbeek en de St.-
Annakapel te Heusdenhout.
Van betekenis is ook pastoor
Anssems' kerkje te Effen, ont
worpen door het architecten
bureau Hurks.
Inmiddels was tussen de bei
de wereldoorlogen een figuur
van formaat naar voren geko
men in de persoon van de
Delftse professor ir. M J.
Granpré Molière (1883). De
lessen, door hem gegeven,
kwamen in de periode na de
tweede wereldoorlog, toen vele
nieuwe kerken nodig waren en
vernielde hersteld moesten
worden, tot gelding. O.a. deed
de basiliekstijl haar intrede De
kerk van O. L. Vrouw van Al
tijddurende Bijstand in het
Bredase Heuvelkwartier en die
te Philippine bieden voorbeel
den van deze bouwwijze. Als
een verdienstelijk exempel van
moderne kerkbouw mag ook
het Godshuis te Huiten van de
Bredase architect W. J. van
Bunnik genoemd worden. De
neo-gotische St.-Lambertuskerk
te Etten werd door de archi
tecten Siebers en van Dael
keurig gerestaureerd.
Willemstad herdacht onlangs
dat het tien jaar geleden was
dat de afgebrande Herv. kerk
herbouwd werd. De restauratie
van de laat-gotische kerk te
Wouw werd in 1951 voltooid
Niet onvermeld mag blijven
dat de monumentale St.-Bavr
te Aardenburg, het enige voor
beeld in Nederland van zuive
Schelde-gotiek, 'n (1(' jarrt
1941 tot 1956 hersteld werd va*
de zware oorlogsbeschadigin
gen. Ook de Grote kerk te Goe
(uit de 15e eeuw) werd in de
ze eeuw gerestaureerd. De St.
IViIlibrordus-basiliek van Huls'
kreeg een nieuwe, veel omstre
den toren. Ook de 13e eeuwse
Herv. kerk te Kloosterzande
werd in 1922-1924 gerestau-
reerd
Wat de profane kunst betreft
mogen we nog wijzen op de
veelbesproken watertoren te
Terneuzen. Ook Oostburg, Ma
de. Steenbergen en Zevenber
gen bezitten watertorens, die
een sieraad voor het landschap
zijn. Drunen kreeg een mooi
nieuw raadhuis, Gilze-Rijen
verloor het zijne in het oor
logsgeweld. De sierlijke nieuw
bouw van het klein-seminarie
Ypelaar te Bayel kwam tot
stand onder leiding van de ar
chitecten J. Savenije, A. Sie
bers en W. van Dael.
Voor de kennis van de nieu
we woningbouw behoeft men
slechts een wandeling te ma
ken door de wijken, waarmee
onze steden en dorpen de laat
ste jaren verrijkt zijn. Op het
gebied van bedrijfsgebouwen
memoreren we de Amercen
trale te Geertruidenberg van
C. de Bever, de E.M.F.-fabriek
te Rucphen van Jan de Lint,
de Hispano-Suiza te Breda van
ir. Brinkman, van den Broek
en Bakema, de Remington-
Rand te 's-Hertogenbosch van
Maaskant, van Tijen en Bou-
man.
In 1895 kreeg Den Bosch een
monumentaal station van Cuy
pers. na de verwoesting in de
oorlog vervangen door een
meer speels ontwerp van ir.
Sybold van Ravesteyn (1889).
Ook Roosendaal kreeg een
nieuw station van dezelfde ar
chitect.
Het laat-gotische Markiezen
hof te Bergen op Zoom onder
ving een belangrijke restaura-
'e, evenals het 14e eeuws kas-
cel van Dussen en het kasteel
van Helmond, die tot raadhuis
erden omgetoverd. Te Hulst
verd in 1951 de restauratie van
'et 16e eeuwse raadhuis be-
mdigd. Wie ooit te Middel
burg was, zal er het prachtig
opgebouwde stadhuis bewon
derd hebben evenals het ge
heel herbouwde abdij-complex.
Het fraaie 15e eeuwse raadhuis
van Veere werd in 1934 geres
taureerd
Hij was in 1877 te Oudenbosch ge
boren en promoveerde te Leiden. We
mogen hem gerust een van onze groot
ste taalkundigen noemen, een geniaal
man met een enorme werkkracht. Met
zijn „Handboek der Nederlandsche
Taal", de „Roman van een kleuter",
„Gelaat, gebaar en klankexpressie" en
vele andere publikaties verrichtte hij
pionierswerk van de eerste orde. Ook
op ander terrein was hij actief: voor
de bekering van de niet-katholieke
landgenoten, voor de herkerstening van
heidenkinderen, voor nieuwe methodes
bij de beroepskeuze enz.
Op het ogenblik wordt de leerstoel
te Nijmegen bezet door prof. dr. W. J.
M. A. Asselbergs. Deze, in 1903 te Ber
gen op Zoom geboren, studeerde aan
de seminaria van het bisdom Breda en
aan de Leergangen te Tilburg. In 1937
werd hem te Leuven het doctoraat ho
noris causa toegekend. Zijn benoeming
tot bijzonder hoogleraar in de Vondel
wetenschap te Leiden bracht in 1940
vele pennen in beweging. In 1948 werd
hij hoogleraar in de cultuurgeschiede
nis aan de Jan van Eyck-academie te
Maastricht en tenslotte volgde de be
noeming te Nijmegen.
professor Asselbergs, die als letter-
x kundige beter bekend is onder zyn
schuilnaam Anton van. Duinkerken, is
niet minder veelzijdig dan prof. van
Ginneken. Als redenaar bezit hij grote
gaven. Hij was redacteur van verschei
dene tijdschriften en verzorgde lange
jaren de letterkundige rubriek van het
dagblad De Tijd. In de redacties van
De Gids en Dietsche Warande en Bel
fort heeft hij nog steeds zitting. Hij was
een der eerste medewerkers van Roe
ping en nam later in de leiding van
De Gemeenschap een vooraanstaande
plaats in. Als dichter heeft hij zeer
DR. W. ASSELBERCr
alias Anton van Duinkerken
DR. JOS J. GIELEN
oud-minister van O.K. en W.
veel gepubliceerd en zijn talr^ke es
says, vaak van apologetische aard, zijn
in een groot aantal boeken verzameld.
Ook prof dr. L. C. Michels was te
Nijmegen werkzaam in de faculteit der
letteren. Deze, in 1887 te Schijndel ge
boren, begon in 1915 aan de Leergan
gen te doceren. In 1940 werd hij hoog
leraar te Nijmegen, speciaal vóór taal
kunde. Hij behoort tot onze beste Von
delkenners en publiceerd o.a. een stu
die over Joannes Stalpaert van der
Wielen en een verzameling „Filologi
sche Opstellen". Zijn groot gevoel voor
humor kwam vooral tot uiting in de
hekeldichten, die hij onder verschillen
de schuilnamen her en der liet druk
ken.
Hoewel dr. Jos J. Gielen, in 1898 te
Rucphen geboren, professor in de
praktische opvoedkunde is, heeft hij
toch ook op het gebied der letteren
zijn sporen verdiend. Hij promoveer
de in 1931 te Gent op een proefschrift
over de wandelende jood in volks
kunde en letterkunde. Nadat hii eni
ge jaren bij het onderwijs was werk
zaam geweest, o.m. als directeur van
de r.-k. Handelsschool te Hulst, werd
hij in 1938 inspecteur van het l.o. en
in 1945 hoofdinspecteur. Van 1946 tot
1948 was hij minister van O., K. en
W. en in ïp^O volgde zijn benoeming
aan de Nijmeegse alma mater. Van
zijn talrijke publikaties mogen we
vooral noemen een studie over Al-
bert Verwrey, een geschiedenis van
de Ned. Letterkunde en een omvang
rijk standaardwerk over „Moderne
wereldletterkunde".
Prof. Michels is opgevolgd door dr.
A. A. Weijnen uit Fijnaart (1909). Deze
promoveerde te Nijmegen in 1937. Zijn
dissertatie betrof een „Onderzoek naar
de Dialectgrenzen in Noordbrabant in
aansluiting aan geografie, geschiede
nis en volksleven". Hij was rector van
het St.-Norbertus-lyceum te Roosen
daal en van de r.-k. Leergangen te Til
burg. Onder onze dialectologen neemt
hij een vooraanstaande plaats in.
A - te ont- reerd anas Anton van Duirikprkpn Z" uioicvwiygcu ueeim