~~"1 Van THIJM tot thans T Priesters die met succes de pen voerden ^Jlonclertl jaar ^leeland en cJdelterh unde ^Idoordbrabant flu- Socialistische uitingen van deernis en opstand VADER THIJM EN ZIJN ZOON Lodewijk van Deyssel Door de PEEL geïnspireerd L proza - poëzie - palel - penseel - passer - plastiek - proza - poëzie - palel - penseel - passer - piaslick - proza - poëzie - palel - penseel - passer - plastiek - proza - poëzie - palet - penseel in J DAGBLAD DE STEM 100 JAAR 5 NOVEMBER I960 41 ooie J\eel IJacliticj.eró It het ziiich en óclin oorlocjóe uueró lame GEBED TE WAALWIJK Antoon Coolen primus inter pares TOEN ons bind in 11160 begon te verschijnen ver keerde de vaderlandse letterkunde in diep verval. Hel protestantse Reveil was al achter de rug en een der leidersnir. Isaac da Costa, stierf in dat jaar. Het tijd perk van de Romantiek liep op zijn laatste benen. De stichters van De Gids waren bejaarde mannen gewor den. Reinier Bakhuizen van den Brink stierf in 1R6ö en in datzelfde jaar verlieten Rol giet er en Busken Huct de redactie van bet maandblad ten gevolge van een meningsverschil met hun collega's. De populaire romanschrijver en grote Vondelkenner Jacob van hennep stierf ip IB6B. Anna Louisa Geer- truida Bosboom-Tonssaint publiceerde in I874 haar beste roman: Majoor Frans. ■JV'icolaas Beets schreef na 1860 l' vrijwel niets meer, maar 'ijn verhalenbundel .Camera Obscure" die hij onder het pseudoniem Hil- I debrand in 1839 had uitgegeven, bleef veel gelezen Het boek bevatte een schets ..Het Noordbrabanlsehe meisje, waarmee Keetje van der Maade te Oosterhout bedoeld was Beets had met haar kennis 'ge maakt toen hij als militair te Oos terhout lag en zij had een diepe in druk op hem gemaakt, want hij i schreef: „Keetje, het fijnst, het netst be sneden bekje van alle Noord- brabantsche meisjes, dm ik on der eenigen stand gezien heb. Keetje, met het ranks te figuur, de liefste voetjes, de kleinste handjes, met kuiltjes op iederen vinger: dat blanke gezichtje, die groote blauwe oogen, met dien doordringenden opslag! Het gees tige, hupsche, vroolijke Keetje, die zoo lief praat, en zoo lief lacht..." Het spreekt vanzelf, dat het knappe kind vele aanbidders had: „De geheele compagnie was op haar verliefd. Het was Keetje voor, en Keetje na: allen vrijden naar haar: allen droomden van haar; iedereen wou met haar wandelen; met haar naar Raams donk rijden ja er waren er, geloof ik, die haar wilden trou- Hildebrand is met haar in corres pondentie gebleven. Op 2 augustus 1885 schreef ons blad, dat Keetje het hotel, dat zij dreef, in inderc handen had overgegeven. Het werd aangekocht door de heer P. A. Sips. die het restaureerde en moder niseerde. Hij vroeg aan Beets, die te Gernsbach verbleef, toestemming om zijn hotel Hildebrand te noemen. Deze antwoordde: „Uw geëerd schrijven van den Juli heeft mij hier in Baden bereikt. Gelukkig dat Hildebrand hier met mij is, en ik dus in staat was hem uw verlangen kenbaar te maken. Hij heeft mij gemachtigd u te melden, dat hij in de voldoening van dat ver langen geen zwarigheid ziet, maar er op rekent dat, als hij nog ooit eens te Oosterhout komt, hij in het hotel, naar zijn naam genoemd, gastvrij ontvangen worden zal, en zendt zijne har telijke groeten aan Keetje van der Maade, die hij gaarne nog eens zou wederzien." m 17EN eerste literair hoogte- punt was in de afgelopen eeuw de Beweging van Tachtig. Het zuiden had er niet veel bemoeienis mee. Jacques Perk. die we tot de voorlopers mogen rekenen, heeft enkele ja ren in Breda gewoond, waar zijn vader dominee was van de Waalse gemeente. Mr. Frans Erens, de katho lieke Tachtiger, geboortig van Schacsberg. was drie en een half jaar griffier bij het kan tongerecht te Oostburg. In zijn boek „Litteraire wandelingen" verzamelde hij verscheidene reisimpressies, o.a. een van St. fl~)^ uitspraak van Frederik I van Eeden dat dichters en priesters doodsvijanden zijn is speciaal in Noordbrabant ge logenstraft. Een zekere ver maardheid bekwam pater God fried Daniël Augustinus Jonck- bloet s.j., die in 1848 te Eindho ven het eerste levenslicht aan schouwde. Als dichter heeft hij niet veel te betekenen. Beter is hij in zijn schetsen uit Davos waar hij voor herstel van een I ziekte enige tijd verbleef. In 1894 schreef hij in Ned. Indië een studie over Multatuli, die veel stof deed opwaaien. Van meer belang al? dichter was dr Antoon Smoor, 6 juli ''866 te kuud-Gastel geboren. Dank zij stu- dies van Gerard Knuvclder en dr Karei Meeuwesse werd deze langza merhand vergeten pater van Lavi sh1'16 weer in de herinnering ge bracht. Hij publiceerde onder de schuilnaam Herman van Zuyle ge- ctichten in ..Van Onzen Tijd" en le Katholieke Illustratie. Z>+« ordegenoot, de missionaris ,rry Vencken uit Oudenbosch, la ït enkele romans, waarvan de at i "De r°de minaret" in io11 speelt Zi-in Poëzie werd in verzameld in „De Viersprong." F eerste decennia dezer eeuw i negen het opkomend opcnlucht- de voorstellingen 'n de se- ,?na om stukken, aan welke be- noritp dom- enige priesters werd i voldaan. Willem Smulders, in 1879 te Rosmalen geboren schreef als groot-seminarist te Haaren al so- netten en liedeien onder de schuil ?n™m. Arnolti Lauters. Ze werden in laub bijeengebracht in de bundci A-antica Graduum" Van zijn tn Deelwerk had ,De verloren zoon' W,ij1?n5u'. sllc«TS. Het werd hei naaldelijk in het openluchttheater te Uisterwijk opgevoerd Rond 1924 hü u ct veel b«val te Ouden- h. waar het onder regie van dr n.„u. Hoeb,en eveneens in de open lucht werd gespeeld. pastoor A. van Delft schreel sim toneelstukken waaronder ..haul en David" wel het bekendste is Kapelaan L. Bijnen bereikte er te moo n "''stekende resultaten mee Ook als Vondelkenner en Dante-vertaier verwierf A. van toor H'CT verdiensten Pas toor H. J. M. Donders bracht in mgr. f. frencken 1902 zijn gedichten bijeen in de bun del „Langs mijn Weg." In het bisdom Breda was het de leraar aan het klein-seminarie Ype- laar Fr. Frencken, die zijn bijdrage leverde aan het nieuwe toneelreper toire. Hij was in 1886 te Oosterhout geboren en schreef in 1913 het bij belspel ..Gekruisigd", dat in '916 gevólgd werd door het treurspel ..Pilatus." De priester Wouter Lutkie redi geert al sinds 1930 het door hem opgerichte maandblad Aristo, waar in tal van dichters debuteerden. Po- titiek belangrijker dan eultureel, laat het blad steeds een eigen ge luid horen. De TiJburgse missionaris Piet Heerkens S.V.D. schreef gedichten in dialect, bijeengebracht in vyf bundels: „Den Orgel", „De Mus", „De Kinkenduut", „Brabant" en „De Knaorie". Geen grote kunst, maar wel origineel, zoals hij zelf toegeeft: Ge zegtik ben as dichter klein, en ik gelenoe geere; mar wè-d-ik geefdè-d-is van mijn daor dörj 'k 'nen eed op zweerel Van pater Ivo van Dinther O 'arm., in 1915 te Geffen geboren noemen we zijn in streektaal ge schreven ..Balladen van de Brabant se Emigranten" uit 1953. Rector H Bcex schonk zijn opdrachtgevers een H. Bloedspel en een St.-Lamber- tusspei. De bekende studenten-mo derator en redacteur van „Boeken schouw". dr. Jan van Heugten, is in 1890 te Asten geboren. Hij behoorde tot dc eerste leerlingen van dr Moller aan de R.-K. Leergangen Zijn gedegen, schrandere en soms geestige literaire kritieken werden gebundeld in „Peillood en Kompas" en „De menselijke geest." Anna Ier Muiden, waaraan we het volgend fragment ontlenen: In den uitersten hoek van Ne derlands Zuid-Westen, in de na bijheid van de zee, ligt een dorp. vermaard in oude tijden. Eens was het ene stad met schone straten en grote kerk. Langzaam is het verminderd met de eeu wen en is nu geslonken tot enige huizen. Met de golvende jaren is de kerk ook weggespoeld en alleen staat er nog een breed, massaal stuk vierkanten toren, waarboven de dool-kraaien kreitsen en elkander vertellen over de dagen van vroeger." De veelzijdigste van de Tachti gers, dr. Frederik van Eeden, be landde na lange omzwervingen in veilige haven. In 1920 bezocht hij enkele keren de St.-Paulus-abdij te Oosterhout. Het jaar daarop bracht hij een paar dagen door in het Sint- Jozefs Studiehuis te Tilburg, waarna hij een bezoek bracht aan mgr. H. van de Wetering, aartsbisschop van Utrecht. Deze gaf aan prof. dr. J. V. de Groot O.P. opdracht de be jaarde dichter tc onderrichten in de roomse leer. Zonder veel ophef werd de schrijver van Dc Kleine Johan nes op 18 februari 1922 in de abdij van de benedictijnen te Oosterhout gedoopt. Na de tweede wereldoorlog is een groot aantal schrijvers aan het woord gekomen, te veel om ze allen te noemen. We zullen ons tot enkele prominenten beperken. har scheepens Voorop gaat dan dc Bredanaar Bert Voeten. Zijn oorlogsdagboek werd niet dc Van der Hoogtprijs onderscheiden. Van zün vele dicht bundels werd „Met het oog op morgen" eveneens bekroond. Voor's kreeg hij alom de hoogste lof voor zijn prachtige vertalingen van klas sieke en moderne toneelwerken. Twee romanschrijvers houden dc eer van Brabant hoog: Walter Breedveld (P. M. van den Bogaert) uit Den Bosch met o.a. „Hexspoor" en de Gilzenaar Har Scheepens. Diens „Grillig geld" speelt in i*et leerlooiersdorp en ook enkele van zijn volgende boeken zijn streek romans. waarin helaas de gods dienst wat op de achtergrond wordt gedrongen. Jan van Sleeuwcn uit Made (1918) behoorde ook tot de aanhangers van „Were di". Zijn bundel „Het over woekerd pad" bevat geen sterke, maar wel diep doorleefde verzen. Vermelden we verder nog de Ettenaar dr. P. C. Boeren en zijn dorpsgenoot mr. Jan Ley ten. die beiden verscheidene bundels poëzie uitgaven. Jan Elemans uit Raven- stein met streekgedichten en de Ze- verbergsc onderwijzer Lambert Me issen, die poëzie, proza en drama tisch werk publiceerde. Tot de allerjongsten behoort Lex Jacobs uit Alphen, die onder het pseudoniem Daaldreef aan „Roe ping" meewerkt en vorig jaar te Hilvarenbeek de poëzie-prijs won. l'l'UlKj ih Vrouwelijke auteurs heeft Noordbrabant weinig op geleverd. Marie Koenen is weliswaar tc s-Hertogen- bosch geboren, maar we kunnen baar toch moeilijk een Brabantse schrijfster noemen. Dit is wel bet geval met de Goudse Marie Gijsen< die graag baar vakanties in Brabant, doorbracht. Zij ves tigde zich te Berlicum, waar zij op 23 november 1936 overleed. Haar eerste Bra bantse roman „Brord en llanneverscheen in 1916. Een aantal van baar novel len n-erd o.a. in „Uil bet Hart van Brabantgebun deld- Haar kijk op bet Bra bantse leven was wel erg pessimistisch IJ ET opkomend socialisme vond uiteraard ook in het proza en I--1 de poëzie zijn weerklank. In 1882 schreef de Eindhovenaar Henri Hubert van Kol al een brochure over «Christendom en Socia lisme". Hij trachtte daarin de vraag tc beantwoorden of deze twee ideologieën te verzoenen zijn. Later, in 1917, trok Abraham van Collem de aandacht met zijn „Liederen van Huisvlijt", welke bun del opende met het aangrijpende, diep bewogen 55 J5 Q Christus met Uic zacht gelaat, Marye. die daarneven stunt, Wil l] tot ons bezinnen. Gij, die den hemel overziet, Van daar Uw milde oogen biedt. Zie onze wereld binnen. Verhef IJ tv eens gehoorde stem, En Uwe hond, en ga tot hem, Den meester in de zalen, Die over onze dagen wikt, Die over onzen nacht beschikt. Van Wien wij arbeid halen. /e8 hem het klein betaalde Ir,on, De dogen lang. de korte woon, De altijd vochte muren, De krankheid en het kinderbed, Het schamel lichtjeneergezet Om op het leer te turen, Waarop mijn man te hamer gaat En kloppende zich zelf verslaat, Todat hij ligt versleten. Zeg hemdat elk paar schoenen heeft, Voordat het in zijn handen heeft, Het bloed van ons gegeten. A. M. DE JONG MOOIE KEETJE Hoogstaande religieuze lyriek schreef Domna Oda Swagemakers O.S.B. onder het pseudoniem Maria Dietse. Zij is geboortig van En- schot. Harriet Laurey, in 1924 te Eind hoven geboren, schrijft zowel proza als poëzie. Zij is redactrice van „Roeping" en trok zeer de aan dacht met haar verzenbundel Lore- ley. Haar kinderboek „Sinterklaas en de struikrovers" werd bekroond. Als bewijs van haar talent laten we hier het „Sonnet voor Brabant" vol gen: Op weg naar Brabant wordt de wereld warmer. Inniger leven doet zich aan mij voor. Vanuit de lage hoeven dringt het door En rekt zich uit in de gestrekte armen Van populieren, duizelend van licht. Dit licht, ik kom het in de mensen tegen, Ik zie het in hun oogopslag bewegen En rimpels krijgen op een oud gezicht. En nergens is bet kinderlijk geluid Zo zuiver afgestemd op vogelzingen, En nergens komen de gewone dingen Zo openhartig voor ziclizelve uit. En nergens ligt een glimlach zo gereed Als u-aar de wereld land van Brabant heet. IN 1860 stierf ook Cornells Broere, de stichter van het tijdschrift „De Katho liek". Joscphus Albertus Alberdingk ThUm kon voortbouwen op zijn pio nierswerk. Van 1855 af redigeerde hij bovendien zijn eigen periodiek „Dietseho Warande". Bij de onthulling van het monument voor de schrijfsters Betje Wolff en Aagje Deken te Vlissingen zong hij in 1884 de lof van onze moedertaal: Ze is onze trots. Dies dank en lof Aan 't edel geestig Zusterpaar, Dat trouw gewerkt heeft in haar hof, En Hollandsch schreef rein, krachtig, klaar, Een lauwerkroon zij opgezet Aan Aagjen en Elizabeth. Op 17 maar» 1889 stierf Alberdingk Thijm. Zijn vrouw nam haar intrek in het St. Philomenagesticht te Hoo- gerheide en zijn zoon Karei (Lode wijk van Deyssel) vestigde zich te Bergen op Zoom. waar deze o.a. de prachtige biografie van zijn vader schreef. Na de dood van zijn moeder op 13 januari 1894 verhuisde van Deyssel naar Baarn. Zoals wij onlangs gemeld hebben is kortgeleden ae steen, die het graf van mevrouw Wilhelmina Anna So phia Alberdingk Thijm-Kerst ge dekt heeft, sterk verwaarloosd naast de kerk van Hoogerheide aangetrof fen. Een zuster van Lodewijk van Deyssel, Catharina Louisa Maria, kreeg bekendheia met haar schetsen en novellen. Zij stierf op 14 januari 1908, eveneens te Hoogerheide, LODEWIJK VAN DEYSSEL De populairste auteur was onge twijfeld rie onderwijzer, journalist, romanschrijver politicus A. M. dc Jong. Hij was in 1888 te Nieuw-Vos- semeer geboren. In 1916 verscheen 'ijn roman „Ondergang", waarin hfj al de haat van het proletariaat te genover dc kapitalisten tot uiting bracht. Het grootste succes had hij evenwel met zijl Merijntje Gijzen- cyclus die voor een deel in west- Brabanl speelt. Enkele fragmenten werden voor film en toneel bewerkt. In dezelfde geest schreef de min der bekende Samuel Gjjsbcrt van der Vfjgh, die op 25 mei 1876 te Ze venbergen geboren is. Hg werkte op de suikerfabriek in zijn gebonrtc- plaals, te Bergen op Zoom, 's-Gra- vomoer en Oud-Gastel. In 1899 bc- nndde hij in de kolonie Walden van Frederik van Eeden en stierf dat zelfde jaar in een kliniek te Bussum Het jaar tevoren was zjjn roman „Een hinderpaal" verschenen en postuum werden nog onder de titel „Werkers" drie schetsen uit het west-Brabantse arbeidersleven uitgegeven. Tot de Marxistische gelederen be hoorde ook de grote dichteres Hen- riëtte Roland Holst-van der Schalk Haar moeder, Anna Ida van der Schalk-van den Hoeven, was een Bredase, dochter van een majoor der genie. Zelf vertoefde zij in de zomer- maanden graag op haar buitenver blijf onder Achtmaal. Daar, in di Angora-noeve, is menig boek ont staan. Wie de dichtbundel „In de webbe der tijden" van 1948 leest zal er onmiddellijk de Zundertse sfeer in herkennen. Haar man, de schilder-glazenier Prof. B. N. Roland Holst schreef in 1923 de gave „Overpeinzingen van een Bramenzoeker", waarin dc schoonheid van de Buissche Heide prachtig tot uitdrukking komt. FAE Brabantse Peel heeft menig kunstenaar geïnspireerd en we denken daarbij allereerst aan Antoon Coolen als de primus inter pares. Zijn „Peelwerkers" uit 1930 is een van zijn mooiste romans en onder zün novellen stellen we „De man met het Jan Klaassenspel" uit 1933 voorop. Met zijn laatste roman „De grote voltige" heeft hij nog eens zyn ryk talent bevestigd. Ook zyn zyn van sprookjes en toneelwerk hoog artistiek gehalte. Coolens vriend, de Bosschenaar Hendrikus Nicolaas Ouwerling, maakte zich zeer verdienstelijk als onderwijzer, journalist en historicus. Vooral als archivaris heeft hij zeer veel gepubliceerd. Zijn meest opzien barend boek is „Uit de donkere ge westen" (1908), waarin hij het nam voo: op- - ..«j de romanschrijver Herman nrniB nAÏ„:„ i 1 toon KORTOOMS w van Kinaeren en leeuweriKKenl H. J. Maas, die met zijn boek „De verstoteling" veei aanstoot gegeven had. Niet voor niets werd hij „de Brabantse Zola" genoemd. Er volg den nog ..Het goud van de Peel" en tal van andere romans. Ook Toon Kortooms. in 1916 te Deurnc geboren, schrijft graag over de Peel, meestal op humoristische ma nier. „Parochie in de Peel" en voor al „Mijn kinderen eten turf" zijn graag gelezen volksromans. Van W. A. M. van Heugten te Deume zal men Pcelgedichten aantreffen in zün bundels „Het Daagt" van 1944 en „Wintergroen om de putmik" van 1956. Deurne doet ook denken aan Frans Babylon (F. G. J. Obers), die er in 1924 ter wereld kwam. Hij wordt wel de Brabantse bohémien genoemd. Zijn talrijke bundels bevatten ver scheidene geslaagde sonnetten, waar van we er een hier laten volgen, dat lot titel heetl .biabant": Weer Lokt mij Brabant, waar ik ben geboren en opgegroeid tot die het iu benauwd in 'n stadje, dromend, heimweevol beschouwt, graag dwaalde onder 'inden en langs koren. Maar 't uitzicht, meest in nevelen verloren, is breed beperkt door menig masten woud voor t nijver volk, met God en zand vertrouwd, blijmoedig levend rond een oude toren. Toch smeult in 't dorst geslacht een donkere gloed waarvoor nog menigeen gevangen boet. en zelfs de armsten kunnen zich niet schikken. O volk, gehard door rampen, tegenspoed en eeuwen knechtschap maar vol levensmoed.' O land van kinderen en leeuwerikken!

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1960 | | pagina 61