Winst verlies WEL VEERTIG KM PER UUR van honderd jaar WERELDGEBEUREN en Omwenteling DE GESCHIEDENIS DEELT GEEN\ ROLLEN UIT Eenzijdig Optimisme DAGBLAD DE STEM 100 JAAR 5 NOVEMBER I960 Gay twenties Hirosjima Herbezinning I edereen heeft min of meer de neiging, de betekenis te overschatten van de tijd waarin hij zelf leeft. Van daar waarschijnlijk dat we belangrijke gebeurtenissen of episodes uit de allerjongste geschiedenis graag be schouwen als de inzet tot een nieuw tijd perk. De eeuw van het atoom, de eeuw van het straalvliegtuig, de eeuw van ruimtevaart de Niemand zal ontkennen dat we inderdaad in een fascinerende tijd leven. Gebeurte nissen als de eerste kernexplosie en de jongste ruimteverkenningen hebben een cesuur geplaatst tussen de jaren voor en na de tweede wereldoorlog. We gaan echter te ver, wanneer we nu reeds, zonder voldoende historisch perspectief, onze eigen tijd dezelfde waarde toekennen als een ander tijdperk uit de geschiedenis dat aard en aanzien van de wereld grond g veranderde. in dit in te zien lioeven we ons trouwens slechts te ver plaatsen in de gedaclitenwereld van de mensen die honderd jaar geleden leefden. Zij achtten hun tijd niet minder ge vaarlijk en revolutionair. De diligence was nog maar sinds kort verdrongen door de stoomtrein, dat monsterachtige, sfoomspuwende ding, dat met de verschrikkelijke snelheid van wel veertig kilonieter per uur door het land raasde en paarden en koeien op hol deed slaan. Stoommachines deden hun intrede. De eerste fabrieken maakten de ambachts lieden brodeloos TfN de wereldpolitiek? De rust in -*-1 ons eigen land was in dezen be- driegelijk. Jan Salie kreeg elders geen kans. Terwijl we in onze vader landse huiskamers Tollens en Pot gieter lazen rukte Garribalidi met zijn vrijscharen Italië binnen en vergre pen de moslims in Syrië zich aan lijf en goed van duizenden christenen. Karl Marx, die niemand nog serieus nam, legde de eerste hand aan „Das Kapital" en in Nederland ja, toch in Nederland viel een boek op ta fel dat de aandacht vroeg voor het verre Oost-Indië en in de litteraire en politieke wereld een storm deed op staken. Multatuli gaf zijn Max Ha- velaar uit. Wie meent dat de mensen van 1860 de omwentelingen in hun tijd een minder absolute betekenis toekenden vergist zich. De geesten van toen wa ren door al het nieuwe dat zich aan hen opdrong, ernstiger geschokt dan men momenteel voor mogelijk zou houden. Veel is er gebeurd sinds het begin van het industiiële tijdperk (daar hebben we het weer!). Mijmerend over honderd jaar wereldgeschiede nis gaat men speuren naar zin en be tekenis van de gebeurtenissen, naar de grote lijn die de feiten bindt en waarvan we graag veronderstellen aat het ten opgaande lijn is. 7,in van de geschiedenis. De in- nerljjke logica van het wereldre is beuren. Sommigen spreken er zo graag oyer. Hitler was van oordeel dat Duitsland de oorlog niet kón verliezen, omdat dit niet in overeen stemming was met de rol die de ge schiedenis Duitsland had toebedacht. marxisten geloven rotsvast in de overwinning van het communisme, 3 omdat ze ,,de geschiedenis" eveneens een eigen redelijkheid toedenken. Maar de geschiedenis leidt I geen eigen leven. Ze deelt geen rollen uit. Ze wordt door men- I sen gemaakt en zal door de I eeuwen heen een spiegel zijn I van menselijk pogen "en falen. Wat natuurlijk niet uitsluit dat er op het punt van cultuur en J beschaving vooruitgang moge- I lijk is. De wereld blijft altijd hetzelfde, zeggen de pessimisten. De mensheid is nog even lachwekkend als duizend j jaar geleden. Het is eerder erger dan 1n!er geworden. Vroeger sloeg men elkaar met knotsen de hersens in; te genwoordig vaagt men steden van fle aardbodem weg met atoombom - men. De opt'misten denken er anders üde wetenschap dan? zeggen I nle nitvindingen waarvan de mensheid geprofiteerd heeft? De op mars van de geneeskunde, de mo- aerne chemie. En denk eens aan de sociale vooruitgang. Als je dót met vroeger vergelijkt Beide categorieën hebben gelijk. Het feltjk van hun redeneringen laat zich verklaren uit de eenzijdigheid daarvan. De optimisten spreken slechts over de materiële vooruitgang van de mensheid, de pessimisten uit sluitend over haar geestelijke vorde ringen. Toch zijn we geneigd ons on der de optimisten te scharen, al was het alleen maar omdat we geloven dat materiële vooruitgang, zoals de wetenschap en betere sociale voor zieningen, de mens ook geestelijk moet verrijken. Niet graag zouden we echter pro beren aan de hand van de gebeurte nissen der laatste honderd jaar tot een duidelijke, arbitraire uitspraak te komen omtrent winst en verlies van deze periode. De geschiedenis laat zich slechts beoordelen in een wijd perspectief. We zitten al te zeer met onze neus op het heden gedrukt om tot een zuiver, afgewogen oordeel te kunnen komen. Zeker is het, dat de „grote" jaar tallen, de wereldschokkende feiten en gebeurtenissen, een bedriegelijk, overtrokken beeld geven van de ge schiedenis. De mensen van 1860 za gen niet de betekenis van een Karl Marx voor de wereld van honderd jaar later. Toch was zijn werk niet incidenteel. Iedereen daarentegen zag in de dertiger jaren onmiddellijk de dramatische rol die Hitler in de wereldgeschiedenis zou spelen, of schoon zijn ideeën in het jaar 2000 geen enkele invloed zullen hebben. De militaire kracht van de nazi's was omgekeerd evenredig aan blijvende betekenis van hun gedachten. Waar schijnlijk zaten de oude geschiedenis boekjes op onze scholen zo propvol jaartallen-met-krachtpatserijen, om dat feiten als oorlogs- en vredesver klaringen, overwinningen en neder lagen, zich aan het cijfer laten bin- en. En met cijfers kan men rekenen. Jammer genoeg echter laat de ge schiedenis zich niet in cijfers vangen. I \E grote winst van de afgelopen honderd jaar menen we hierin te mogen zien, dat de mensheid geleerd heeft zich om de mens te bekomme ren. De tweede helft van de negen tiende eeuw gaf de opkomst te zien van het socialisme, de strijd tegen de kinderarbeid en het streven van oprechte katholieken om het evan gelie van toepassing te brengen op de maatschappelijke ordening. Het was de tUd van Rerum Novarum, van de vrijmaking der slaven en van de opkomst der eerste vakbonden in Amerika. Parodoxaal genoeg was het ook de tijd van schaamteloze verove ringen en nationale hebzucht. In cep Europa dat trots ging op wetenschap pelijke vorderingen en waar nieuwe maatschappelijke Idealen opgeld de den, konden goedwillenden bijvoor beeld geen sympathie opbrengen voor Bismarck, of later voor een land dat de fiere Transvaalse Boe ren met minderwaardige middelen onderdrukte. De opkomst van de spoorwegen, de uitvinding van telegraaf en gloeilamp en de eerste schuchtere pogingen van de mens om zich in een toestel, zwaarder dan de lucht, boven de grond te verheffen, de strijd om het kiesrecht en de vrijheid van onder wijs, ze vielen samen met internatio nale twisten, waarvan niemand de re delijkheid meer kan inzien en waar voor de geschiedschrijver geen no beler motieven ontdekken kan dan hebzucht, expansiedrang en mis plaatste prestigekwesties. Een sprekende exponent van de Euro pese politiek in de tweede helft van de vorige eeuw was de Frans-Duitse oorlog van 1870, waarmee Napoleon III zich overigens zozeer vergalop peerde, dat men Frankrijk na de ne derlaag meteen tot een republiek maakte. De republiek. Haar opkomst was een uitvloeisel van het liberalisme, dat zich steeds sterker gelden deed en door zijn laïcistische strevingen ook een ernstig gevaar voor de Kerk be tekende. Nochtans tekende ze de ver ruiming van het democratische be sef in een tijd die vol was van nieu we, revolutionaire ideeën. Op de meeste plaatsen had men nog wel ont zag voor vorsten, maar men wens te geen despoten meer. De Tsaar van Rusland kon niet ver moeden, dat de haveloze Dostojevski, die hij liet verbannen, in zyn bewo gen visionaire romans de val voor spelde van het keizerschap. Bekom mernis om het lot van de kleine man brak zich baan in boeken en ge schriften en gaf aanleiding tot opge wonden Jebatten in de kamers der intelligentsia. Politieke en sociale ideeër. hebben tijd nodig om aan te slaan, anders dan wetenschappelijke ontdekkin gen. Daaruit laat zich verklaren, dat hetgeen in de tweede helft van de vorige eeuw werd gedacht en ge schreven eerst veel later zou resulte ren in gebeurtenissen en ontwikke lingen die de wereld grondig zou den veranderen. Omgekeerd hadden ook zekere po litieke teiten een onveimoede uitwer king op geestelijk terrein. Het ver dwijnen van de Pauselijke Staat, dat aanvankelijk een gevoelig verlies voor de Kerk leek, zou in zoverre een winst blijken, dat de Heilige Stoei, door het ontbreken van eng- politieke bindingen, aan geestelijk gezag won en eerbied ging afdwin gen waar tevoren argwaan heerste. Leo XIII gaf aan denken en doen van de katholieken machtige nieuwe im pulsen. Hij laakte de trotse dwalin gen van zijn tijd, maar kon begrip opbrengen voor het verwijt dat het katholieke wereld- en maatschappij beeld al te zeer achtergebleven was bij de ontwikkeling van de moderne wetenschap en bij het sociale den ken sinds de Franse revolutie. Door zijn encyclieken inspireerde hij de katholieke geleerden. Zijn zendbrief Rerum Novarum gaf de stoot tot een katholiek-sociaal streven, dat na een aarzelend begin grote dingen tot stand zou brengen. Jaren van idealistische strijdbaar heid gingen aan de eeuwwende voor af. Het was een tijd van denken en debatteren; van uiterlijke rust in Europa. Vandaar ook het optimisme dat het eerste decennium van de twintigste eeuw kenmerkte. Technische verove ringen wekten tot geestdrift. In de jaren dat de eerste vliegtuigen opste gen leek oorlog niet meer mogelijk. Men voorzag een mondiale verbroe dering der volkeren, vooral door de socialisten bejubeld als een overwin ning op wat tevoren de mensheid verdeeld hield. Hier manifesteerde zich weer dat teveel aan optimisme, dat het socia lisme steeds heeft gekenmerkt, een al te lichtvaardig vertrouwen in de verbetering van de menselijke ver houdingen. Vandaar dat in 1914 de morele klap zo hard aankwam. Men sen die enkele maanden tevoren nog geestdriftig onder hetzelfde vaandel marcheerden, riepen plotseling om eikaars bloed. De hartstochten wer den opgezweept als zelden tevoren en Europa werd één groot slagveld. Tientallen jaren van moeizame, ver heugende vooruitgang leken plotse ling voor niets geleefd. De overwin naars verdeelden de buit en de lan den die het onderspit delfden werden in armoede gedompeld. VERSAILLES was een rampzalige fout. Reeds kort na de oorlog gin gen er stemmen op die waarschuw den voor de onontkoombare gevol gen. Het optimisme van voor de oor log was verdwenen. Met verbijstering ook zag de wereld de gebeurtenissen in Rusland aan, waar de dictatuur van het proletariaat tot een ver schrikkelijke dictatuur óver het pro letariaat werd en de Tsjeka met val bijl en vuurpelotons het communis me doceerde. Lenln maakte een rampzalige dwaalleer tot staatsgods dienst en voerde een nieuwe moraal in. die tot deugd promoveerde wat het christendom ondeugd noemde en als waar en nobel slechts datgene er kende, wat de klassenstrijd kon be vorderen. Cynisme en wankelmoedigheid te kenden na 1918 de internationale ver houdingen. En zoals ook momenteel het geval is, kreeg de sombere on zekerheid haar tegenhanger in een voorgewende levensblijheid, een lais- sez-faire, laissez-aller, dat zich vast klampte aan de materiële verworven heden van het ogenblik. Het wonder van de bioscoop kon de werkelijk heid kortstondig vervangen door de guiden droom; de eerste radiotoe stellen schetterden hun muziek de huiskamers in en voor de mode-ko ningen en de componisten van dans muziek was niets te dol. Wie zich momenteel zorgen maakt over het nozemdom mag zich troosten met de overweging dat het mondiale nozem isme van de „gay twenties" niet min der zorgwekkend was. Het klatergoud kon de verstandig- sten niet bedriegen. De litteratuur van die dagen heeft dan ook voor een groot deel het karakter van een cy nisch protest. Voor degenen die de werkelijkheid wilden ontvluchten, kwam in 1929 de klap des te harder aan. Behalve het vertrouwen in de mensheid raakten zij ook nog hun centen kwijt. De economische crisis spaarde geen en kel land. Hij bracht armoede en op roerigheid allerwegen. In Duitsland, waar de wanorde uitzichtloos leek, kwam een man aan de macht die de wereld in een chaos zou storten zo als men nooit tevoren had gekend. De waarschuwingen van de Kerk wer den overschreeuwd door fascistische leuzen. Steeds dreigender werd het geluid van laarzen in een angstig Europa., dat terecht zijn stem verhief tegen fascisme en willekeur, maar in het cynische en brutale protest van swastika, fasces en sikkel-en-hamer zijn eifien politieke falen en egoïsme weerspiegeld zag. J^)E ramp was onafwendbaar. Hij kwam als een zondvloed, die eerst Europa en daarna ook Azië overspoelde. De geweten loosheid van de Duitse en Ja panse politiek en de misdadige dwaasheid van de rassenwaan werden tot oorlogsrecht verhe ven. In kampen en gevangenis sen stierven bijna evenveel mensen als op het slagveld. Toen de vloed wegtrok had de wereld een ander aanzien ge kregen. Misschien is dit laatste beeld onjuist. Een vergelijking met wegebbend wa ter geeft immers een valse indruk van het eind van de oorlog, dat bij zonder abrupt was. Het werd op een afschuwelijke manier gemarkeerd door twee gigantische paddestoel wolken boven Japan. De ellende van vijf jaar oorlog balde zich nog eens samen in de algehele verwoesting van Hirosjima en Nagasaki, in dood en verminking van honderdduizen den. De explosie van de eerste atoom bom was een afgrijselijk slotakkoord. Tevens een nieuw begin? Wie de we- nu zeker geen politiek meer veroor loven, die slechts het eigenbelang dient "TVE wereld van het ogenblik lijkt t' een krankzinnigengesticht. Heb ben de pessimisten dus toch gelijk? Gaan we met zevenmijlslaarzen de ondergang tegemoet? We zouden dat niet graag beamen. Onze tjjd van politieke onoprecht heid en gevaarlijk gechicaneer is te vens een tijd van een geestelijke her bezinning en nieuwe religieuze im pulsen. De Katholieke Kerk heeft onder Pius XII en zijn opvolger op nieuw aan gezag gewonnen en het woord „oecumene", ofschoon ver schillend uitgelegd, is symbool van een verblijdende tolerantie binnen de christenheid. Nog slechts in de communistische landen wordt de wetenschap over schat. Elders tracht men haar stre ven en vorderingen in te voegen in een evenwichtiger, vaak spiritueler wereldbeeld dan dat van de negen tiende eeuw, toen de Kerk zich op alle fronten teweer moest stellen te gen de agressiviteit van trotse dwa lingen en een gevaarlijke minachting van het geloof. In veel landen nog lang niet overal voltrekt zich een snelle so ciale ontwikkeling. Automatisering en atoomenergie beloven grotere wel vaart en ontplooiingsmogelijkheden voor de mensheid. Televisie biedt ons een uitzicht op de gehele wereld. De eerste ruimtereizen staan voor de deur. Jules Veme's fantasie blijkt on- toereikend geweest te zijn. We mogen dit alles niet onder schatten. Wie over honderd jaar leeft zal wellicht vaststellen dat de pessi misten van nu ongelijk hebben gehad en dat ook in de Sovjetische robotsta- ten de natuur sterker is gebleken dan de dwaalleer. Wellicht... Een noodzake lijke beperking. De redacteuren van het Dagblad De Stem in 2060 mogen deze laatste alinea's schrappen en het artikel afma ken. We zullen hun visie op wéér honderd jaar wereld geschiedenis jammer genoeg niet kunnen vernemen. reld van vandaag ziet een wereld van willekeur, angst en displaced persons, kan voor deze vraag slechts schamper de schouders op halen. Men zou kunnen geloven dat, naarmate de wetenschap voort schrijdt, in de wereldpolitiek onver- bloemder de wet van de jungle gaat heersen. De eerste Bemande satellie ten zullen uitzicht bieden op een pla neet, waar recht vervangen is door geweld en eerlijke vrijheidsidealen verdedigd moeten worden tegen een leer, die in naam van de vrijheid tracht te heersen en te verdelen, In donesië, Korea, Vietnam, Kongo; we hoeven slechts de namen te noemen om duidelijk te zijn. Het land dat met geestdrift voor de vrijmaking der „verworpenen" zegt te vechten en schampert over de oprechtheid waarmee het Westen de jonge Afri kaanse en Aziatische staten tegemoet treedt, bestond het in 1956 om ge desillusioneerde en opstandige arbei ders van Hongarije met tanks tot de orde te roepen. Terwijl de vrije landen zich teweer stellen tegen het preten tieuze Sovjetisme en de kronke lige politiek van het Kremlin, ontwikkelt zich in Azië een gigantische robotstaat. Honder den miljoenen worden daar, „consequenter" dan in Rusland, tot werktuigen gemaakt van een leer die de mens ontluistert en in de stof begin en einde der dingen ziet. Mao schijnt vast besloten communistischer te zijn dan zijn leermeesters. Wat zal China doen? Hoe zal de si tuatie in Rusland zich ontwikkelen? Zal Afrika, na de stormachtige ge beurtenissen van het ogenblik, de redelijkheid laten zegevieren over de rancune? Het zijn vragen die men niet kan beantwoorden. Gissingen zullen in de toekomst vergissingen blijken te zijn. Misschien dat we aan bepaalde ge beurtenissen van het heden een te grote betekenis toekennen en andere onderschatten. Zeker evenwel is, dat het oude Europa zichzelf niet meer genoeg kan zijn. Zijn lot is momenteel met vele banden gebonden aan dat van andere werelddelen, wier macht en aanzien toenemen. Het kan zich

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1960 | | pagina 51