AANKOMST IN BARRE OERWOUD-PAROCHIE Stereo n IE i Ondanks grote - nog altijd niet mogelijkhedén populair: zo i Twee grote bezwaren I de KAMER en de KOSTEN wat is bet wat heb je eraan wat kost het Zeeuwse missionaris in de „groene hel SA oonheid die zal verdi \wunen 11 DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 7 APRIL 1960 11 MOTORPECH RADIODOKTER 111 Pater Pire komt om zijn geld „GA JE MEE r Verklaring van Expoge over prijsvraag Incident met Venezuela gesloten PROEF WERK- DRUKTE F O MET TWEE OREN in Het is nog geen acht uur des morgens. Ondanks het feit dat we gisteravond een uur later uit de haven van Belem zijn wegge varen, zijn we precies op het door de stuurman berekende uur in Igarapé Miri aangekomen. Ik geef de man een pluimpje. Zijn zwart gezicht glimt van voldoe ning onder zijn witte plastiek pet. Een paartje groene papa gaaien vliegt krijsend over de ri vier. Ergens diep in het oerwoud zingt een vogel zijn „goede mor gen" toe. En zo zet ik dan voet aan wal in pater Paridaens oerwoudparo- chie. Het is een gebied zo groot als heel Noordbrabant, één eindeloze wildernis van water en bos. Er wo nen hier naar schatting 6000 men sen, waarvan 1500 in het dorpje zelf. Allen zijn van huis uit katho liek, maar tot voor kort moesten bijna allen die op de afgelegen ri viertjes woonden het zonder pries ter doen. Ze konden de woorden in de mond nemen die een oude man eens tot me sprak: „Pater, sinds de dagen van mijn overgrootvader is hier geen priester meer geweest. God scheen ons ver- geten te hebben." Momenteel werken in deze wildernis drie missionarissen, waarvan pater Gerard Paridaen de jongste is. Nog voordat ik op de steiger sta, heeft een jongen zich al van mijn plunjezak en koffer meester gemaakt. Hij zet ze beiden op zijn hoofd en kijkt me vragend aan. „Casa paroquial (pastorie)," zeg ik, en "nM*s. weg naar een wit huisje een vijftig meter van de kerk gelegen. In de open deur verschijnt een pater in witte toog. Ik herken hem onmiddel lijk: het is pater Reinders, een Lim burger. Hij is pas hersteld van een tyfusaanval en staat nu, na acht jas,- onafgebroken werk in dit zwaar 'kli maat, op het punt naar Nederland te vertrekken voor een welverdiende vakantie. „Welkom, kerel!", hij grijpt mijn hand. „Je blijft toch zeker wel een paar weken hier?" Maar dan ziet hij i plotseling mijn fototoestel. „Zeg, we gaan samen een paar mooie foto's voor I mijn moeder maken, niet?" Hij heeft het de laatste maanden dik wijls over zijn moeder: hoe ongedul dig zij was hem terug te zien en hoe hij blij was om haar. Geen van ons beiden kon op dat moment vermoeden, welk zwaar offer hem te wachten stond, het grootste van zijn leven. Toen hij in december van het vorig jaar op het punt stond in Rotterdam te ontschepen, kwamen zijn broers en1 zusters aan dek om hem te zeggen, dat moeder tien dagen tevoren ge storven was. „Is Gerard Paridaen hier?", vraag ik. „Nee, maar hij kan elk ogenblik thuiskomen." Tegen tien uur horen we inderdaad het ronken van een kleine motorboot. „Hij is net op tijd," merkt pater Reinders op. „Het water begint al terug te vloeien en dan kan hij niet meer in onze haven komen." „Jullie haven?" „Ja zeker, dit hier. en hij wijst een stukje open water tussen de rivier- planten aan de oever. „Dit is onze ha ven. Bij eb ligt hij droog." Van achter een bocht verschijnt nu een zilveren motorbootje. Op de boeg lees ik „Vera Cruz" (het ware kruis). „Is het geen mooie naam?", vraagt mijn collega. „Maar," zo vervolgt hij, „de jongens hier noemen hem „toekan" naar die vogel met zijn grote bek, om dat hij zo'n lange neus heeft. Dat komt omdat we de motor in de boeg heb ben zitten." Onder het kleine dak van de motor boot duikt nu een witte gestalte op. We zwaaien. Hij zwaait terug. Even later stuurt pater Paridaen zijn bootje foutloos de „haven" in. Een lenige sprong en hij staat naast ons. We schudden elkaar lachend de hand en kloppen daarbij met de an dere hand op eikaars rug. De Brazi liaanse manier van begroeting. „Ik ben laat, hè?", zegt hij bijna verontschuldigend. „Twee keer motor- pech gehad. Maar kom mee Een vluchtige blik op zijn boy die de miskoffer en het blik benzine al aan het versjouwen is, en dan gaat hij met ons mee naar de kleine pastorie. Een kwartier later zit ik op zijn kamer. „Zit," ik mag het wel zeggen, want ik heb de enige vrije stoel te pakken die er te vinden is. Overal: op de vloer, op tafel, op kasten en op andere stoelen staat het vol ka potte radio's. De open ruimten zijn opgevuld met gereedschap en onder delen. „Ja, zie je," zegt mijn gastheer, „als - fg Indianenromantiek in de groene heil. In deze wildernis, waar nog wilde Indianen in overvloed zijnheeft deze jongen een car- navalspak aan in de stijl van de Noordamerikaanse wildwest film. ik thuis ben repareer ik radio's. Die lui hier in het binnenland kopen maar radio's in de stad zonder er het minste verstand van te hebben. Natuurlijk zijn ze in een minimum van tijd ka pot. Ik ben hier radiodokter." We zitten riog geen kwartier te pra ten, of hij wordt naar de deur ge roepen. Een sergeant van politie, re volver en gummistok incluis, komt in formeren, hoe het met zijn toestel staat. „Een goede kerel," zegt pater Pari daen, als hij weg is. „Ik heb hem pas voor de kerk getrouwd. Je moet we ten, dat radio's maken is een uitste kend middel om wat contact te krij gen met onze mensen. En het geeft je ook gezag. Op velen maakte mijn radiokennis meer indruk dan het feit dat ik pater ben. Ze weten nog zo weinig wat een priester is. Hier in het dorp begint het nu te komen, maar in het binnen land waar ze ons maar een of twee keer per jaar zien... Ze hebben ge slachten lang zonder priester geleefd en kunnen zich niet indenken, dat wij, buitenlanders, hier belangeloos geko men zijn. In de ogen van velen zijn wij een soort mensen die voor een paar jaar getekend hebben om in de rimboe te werken en daarna een goed betaalde baan krijgen. Van de offers die de missionaris brengt hebben ze niet het minste idee." „Ik neem aan dat jullie rijk zijn in hun ogen." „Naturlijk! We hebben immers een Kinderen van het oerwoud. De schrijver met twee parochiaan- tjes van pater Paridaen. Woensdag 13 april a.s. zal de Nobel prijswinnaar voor de vrede, de Belgi sche pater Dominique Pire, de initia tiefnemer tot de bouw van de z.g. Europadorpen voor het onderbrengen van de zwaarst getroffen vluchtelingen, naar ons land komen om persoonlijk een bedrag van ƒ28.000.- in ontvangst te nemen, dat is bijeengebracht door scholieren van Nederlandse middel bare scholen. Dit geld is bestemd voor de bouw van een „Nederlandhuis" in het in aanbouw zijnde Anne Frank- dorp bij Wuppertal. Aan de in stilte gevoerde actie heb- Tfcn ruim veertig middelbare scholen uit het gehele land, zowel openbare als bijzondere, deelgenomen. Ruim 300 jongeren zullen bij de overhandiging van het geld aan pater Pire aanwezig zijn. huis van steen, stoelen en tafels, een radio, vulpennen en polshorloges, en... een motorboot, al is die dan ook gam mel! Och, ze weten niet beter." „Moet je deze week nog op reis?' „Ja, morgen, naar de Rio Sao An tonio. Zin om mee. te gaan?" „Niets liever." Ik heb het nog niet gezegd, of hij is opgesprongen: buiten klinkt het ron ken van de Vera Cruz. „Wat betekent dat?" hoor ik hem nog zeggen, terwijl hij- de gang in loopt naar het open raam. Maar bijna meteen klinkt het gerustgesteld: „O, het is onze pastoor maar. Je moet we ten: die kan maar niet geloven dat die motor versleten is." „Zo te horen loopt ie aardig." „Dat is het 'm juist! Hij krijgt altijd pas zijn kuren, als ik een uur van huis ben. Maar pech of geen pech, WIJ gaan morgen naar de Antonius- rivier." L. BARTELS C.M. De Nederlandse Vereniging van ex-politieke gevangenen heeft een uitvoerige verklaring uitgegeven over de door haar uitgeschreven prijsvraag voor een boek over het verzet. In die verklaring wordt on der meer gezegd, dat de jury haar oorspronkelijke aanbeveling voor de eerste prijs heeft herzien. Zij heeft nu aan het bestuur van de Expoge een advies uitgebracht, waarin wordt aanbevolen de eerste prijs 1500) niet toe te kennen, daarbij opening der enveloppe van de win naar bleek, dat deze de voorwaarde had gesteld dat zijn werk bij even tuele bekroning bij zijn eigen uit gever moest worden uitgegeven. De bekroning moest daarom worden teruggenomen. Verder wordt aanbevolen de twee de prijs 1000) toe te kennen aan het manuscript „Uit de diepte", dat is ingezonden door de heer Bonsma uit Den Haag en dit manuscript voor een pocket-uitgave aan te bevelen. De derde prijs (f 500) dient, aldus het advies van de jury, waarin zitting hadden de heren Antoon Coolen, Jan H. de Groot en mr. A. H. van Namen, te worden toegekend aan het manuscript ,,Het schriklijk pleit", dat is ingezonden door mevrouw M. J. van Marle-Hubrechtse in Schevenin- gen. Dit advies zal door de Expoge worden opgevolgd. ItltlllWIIIHIIIlllHIWIfltlttillHIHI «ii Volgens een mededeling van het Nederlandse Ministerie van Buiten landse Zaken hebben de Nederlandse en de Venezolaanse regering, na een gedachtenwisseling langs diploma tieke weg verklaard, het incident, ver band houdende met de landing van een vliegtuig met twee Cubanen, die anti-Venezolaanse pamfletten hadden uitgeworpen, thans als gesloten te beschouwen. (Advertentie) Deze sfeerfoto werd ge maakt in het Vrouwen straatje te Vlissingen, een van de weinige mooie oude straatjes, die Zeeland nog kent. Het zal mettertijd moeten verdwijnen. Op de achtergrond de St.-Jacobs- toren. Overigens zitten de Vlissingse middenstanders met smart te wachten op het moment, waarop het sa neringsplan, dat door de ge meente is ontworpen, in de openbaarheid zal komen. De meest vervallen krotten zou den dan nog wel eens veel geld op kunnen brengen, want er is grote vraag naar bouwgrond in de binnen stad. (Van onze redacteur) TV/TE niet interesse de reclame voor grammofoonplaten en afspeelapparatuur bijhoudt, die zal het al opgevallen zijn dat er, nu de stereofonie toch al zo'n jaar of twee meeloopt, opmer kelijk weinig werk van gemaakt wordt. Menigeen onder de platen- enthousiasten had verwacht dat er een revolutie ontketend zou worden en dat de platenfabri- kanten en de vervaardigers van afspeelapparatuur de markt zouden volstoppen met stereo. DAT IS niet gebeurd, en zelfs nu er toch al grote keuze is, zowel in apparatuur als in stereoplaten, lij ken de fabrikanten niet erg willig het publiek voor de stereofonie warm te maken. Er is, zowel van de kant van de industrie als aan die der discofielen, enige aarzeling. Of liever: een hele boel aarzeling. De platenliefhebbers die thuis een stereo-apparatuur heb ben staan met een bijbehorende ste reodiscotheek, zijn nog betrekkelijk zeldzaam. Hoe komt dat? Deugt de stereofo- ni-che platenweergave niet? Sr zijn verscheidene oorzaken, maar dat de stereofonie nog onvol maakt zou zijn, is beslist onwaar. Een behoorlijke platenspeler, met een tweekanalige versterker van uit stekende kwaliteit en met een goed stel luidsprekers trakteert de platen- luisteraar op een weergave die in ieder opzicht af is. Het is zelfs zo, dat de stereofo nie, meer dan de Hi-Fi, het wer- keiykheidsjdeaal zeer dicht bena- dert. Praktisch alle stereoplaten ijn van uitmuntende kwaliteit; ze tónen aan dat de platenindustrie technisch op een bijzonder hoog peil is gekomen. Wat is het dan wèl, dat de mas sale popularisering van de stereofo nie tegenhoudt? OM een der belangrijkste oorza ken vast te stellen, moeten we even nagaan wat stereofonie eigenlijk precies is. De enthousiasteling die, na een demonstratie meegemaakt te hebben, jubelend uitroept dat het zo fantastisch is, dat je bij wijze van spreken „midden in het orkest zit", heeft kennelijk geen juist begrip van wat stereo dient te zijn. Geen enkele muziekliefhebber zal er iets voor 'oelen tijdens een con cert „midden in het orkest" te gaan zitten. Dat is beslist niet de juiste olaats om de muziek goed te be luisteren. Ook degene die van zo'n demon stratie mee naar huis draagt dat „de muziek van alle kanten op je af komt", beseft de werkelijke waarde van stereo niet. Want wat is de bedoeling van dit systeem? Stereo is gemaakt om de luisteraar weer met twee oren te laten luisteren. Nrar een monaurale ilaat (het normale, eenkanalige sys- eem) luistert men uiteraard ook net twee oren, maar het is opgeno men met slechts één oor, de opna- me-apparatuur namelijk. Ook al wor den de geluiden met verscheidene microfoons opgenomen, het uiteinde lijk resultaat komt toch terecht in één kanaal, dat dus het gehele fre- quentiebereik moet bevatten en wer- geven. En al zet men zijn kamer dan vol met luidsprekers, allemaal aangesloten op die ene versterker die dat ene kanaal dat de plaat be vat weergeeft, dan is het toch alle maal hetzelfde geluid. By stereofonie luistert men met twee oren. De microfoons staan zo opgesteld dat zij op de meest ideale wijze de functie van het menselijk gehoor overnemen. Omdat wij twee oren hebben, kunnen wij zonder het te reali seren uiteraard richting en af stand van het ons bereikende ge luid vaststellen. Dat brengt de „diepte" in het geluid. Als wij op straat dicht bij een aantal luid pra tende mensen staan, horen wij toch nog duidelijk uit welke rich ting en van welke afstand ongeveer het geluid van een heistelling komt. Een monaurale opname van dat zelfde geluidsbeeld zou die diepte volkomen verloren doen gaan. Men kan de normale, monaurale plaat vergelijken met een foto: alles zi1 op één vlak en afstanden verva gen dus sterk. T^EN stereofonische opname-appa- -!-i ratuur neemt het geluid, van een orkest bijvoorbeeld, dus mét „twee oren" op. In feite komen er meer microfoons aan te pas, maar zij be horen dan toch tot twee afzonderlij ke groepen. Iedere groep legt de op gehangen signalen onafhankelijk van elkaar, vast op de band. Later ko men die beide signalen, nog altijd van elkaar gescheiden, in de groef van de plaat. Die beide kanalen bevatten dus geen geheel gelijke geluidsbeelden. Op bij zonder ingenieuze wijze kan men beide kanalen in één en dezelfde groef van de plaat verwerken. Het opname-element van de platenspeler tast de groef af, neemt beide signa len op, maar voert beide naar af zonderlijke versterkers. Deze voeden afzonderlijke luidsprekers (of combi naties van luidsprekers) en de luis teraar ervaart dus mits de om standigheden gunstig zijn de mu ziek van zijn stereoplaat alsof hij de uitvoering persoonlijk bijwoonde, ja, in sommige opzichten is de stereo- weergave zelfs beter dan de oor spronkelijke uitvoering. WAT IS er dan in vredesnaam te gen om stereo aan te schaffen? Hierboven zeiden we terloops „mits de omstandigheden gunstig zijn". Daaraan zit echter heel wat vast. Oir te beginnen moet men be schikken over een kamer van mi nimaal twintig vierkante meter. Men moet de beide luidsprekers op vier meter afstand van elkaar kun nen opstellen en dan voldoende ruimte overhouden om in het „brandpunt" van beide geluids bronnen, op eveneens vier a vijf meter afstand te beluisteren. Aan die eis lijkt vrij gemakkelijk te voldoen, maar in de praktijk leggen de huidige woningen de adspirant- stereoluisteraar heel wat moeilijkhe den in de weg. Om een werkelijk goede opstelling te bereiken, moet in de meeste ge vallen de vakman eraan te pas ko men, die misschien uitgebreide me tingen gaat verrichten. Het moet al een bijzonder ervaren luisteraar zijn, die zo maar op het gehoor kan bepalen of de opstelling geheel juist is. Het lijkt ons dan ook niet te veel (misschien beter: te weinig) ge zegd als we beweren dat verre weg de meeste luisteraars die bij stereofonische radiouitzendingen het toestel bij de buren gingen lenen, om hen de volgende dag te vertellen dat het zo fantastisch was, in feite niet de ware stereo fonie gehoord hebben. Van een balansregeling is bij stereo via twee zendkanalen al geen sprake en er zijn werkelijk weinig men sen met een zó perfect ontwikkeld gehoor dat zij die regeling zo maar tot stand brengen. Nu stellen pessimisten het vaak -veer zo voor, dat er nog zo goed als niets vóór is om op stereo over te schakelen. Wie de kwestie van de opstelling goed weet te regelen, zal beslist veel plezier beleven van het stereofonisch luisteren. Het is een bijzondere belevenis, werkelijk goe de stereofonische muziek te horen. De buren zullen er in het alge meen minder enthousiast over zijn, want men moet, om de muziek goed tot haar recht te laten komen, de geluidsregelaar tamelijk ver „open draaien". En daarop zijn de meeste onzer huizen ook al niet berekend.. EEN ander bezwaar is voor ve len ongetwijfeld de prijs. De kos ten van een stereo-installatie varië ren van ca. 350 gulden tot ca. 3500 gulden. Bij het peperdure muziek- meubel van die laatste prijs krijgt men behalve de hoogst bereikbare kwaliteit ook nog wat meer: band- apparatuur (eveneens stereofonisch), radio met allerlei snufjes. De apparatuur van 350 gulden in ongeveer dezelfde prijs in ver schillende merken verkrijgbaar is zo eenvoudig als het maar kan: een tweekanalige versterker van niet al te groot vermogen (de meeste platenluisteraars prefereren een wat groter vermogen) en twee luidspre kers, welke installatie tezamen een vrij aanvaardbaar deel van het ge luidsspectrum zznder opvallende ver vormingen weergeeft. Maar de ware muziekliefhebber en de stereofonie lijkt ons toch in de eerste tijd vooral nog voor de liefhebber van „serieuze muziek" 'n object voor overweging uit te maken zal zijn eisen hoger stellen. Het zal er in de praktijk op neer komen dat men voor een installatie die aan de belangrijkste eisen zoveel mogelijk tegemoet komt, van ca. 700 tot ca. 1200 gulden moet neertellen. De platen zijn evenmin goed koop: rond de dertig gulden voor een langspeelplaat, die dan echter ook van luisterrijke kwaliteit is. Er komen de laatste tijd ook ver scheidene EP's in stereo, die men al voor enkele rijks daalders kan kopen. Niettemin blijft het opbouwen van een ste reodiscotheek een tamelijk kost bare zaak. ofschoon een verzame ling van normale platen ook niet bepaald voor een prikje aan te schaffen is. CTEREO heeft zeker een grote kans in de toekomst. Maar er moeten .waarschijnlijk nog enkele jaren over heen gaan voordat er van massale verkoop sprake zal zijn. Wie met ern stige plannen ih de richting van de stereofonie rondloopt, behoeft zich ze ker niet te laten afschrikken door bezwaren. Elke deskundige kan hem, zo hij twijfelt, inlichten of zijn huis de kans biedt op een goede stereo fonische weergave. En wie nog niet uit ervaring weet wat stereo is, die moet de eerstvol gende gelegenheid om het liefst on der deskundige leiding te horen, beslist niet voorbij laten gaan.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1960 | | pagina 7