ONTVOLKING VOOR ZEELAND
GROOT GEVAAR
Midden-Zeeland
Inwonertal groeit op Zuid-Beveland
NIEUW BLOED VOOR ZEELAND
Opheffing woonruimtewet
op Walcheren geen
troost
Thermometer van bevolkingscijfers
Minimumgrens voor
bevolkingsaantal
voor behoud welvaart
Brengt Vlisburg een
oplossing
Streekcentra
noodzakelijk
MENING YAN INSIDERS
MEER DAN TWEEHONDERD
E.H.B.O.-ERS IN WESTDORPE
13
13
Verschuiving
Kwetsbaar
Centrum
Analy
se
r-
Noord- en Zuid-Beveland
Walcheren
VIis sings cijfers
niet zo somber
Minder water
toch meer geld
ARRESTATIES IN
DOMINICAANSE
REPUBLIEK
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 30 JANUARI 1960
Professor Sj. Groenman heeft indertijd beweerd, dat er nu eenmaal expulsiegebieden,
gewesten als Zeeland die hun bevolking uitstoten, moeten zijn. Deze functie is de agra
rische streken toebedeeld. De juistheid van deze stelling kan men in het midden laten
terwijl men het genoegen in zo'n gebied te wonen van zeer twijfelachtig allooi mag ach
ten. Immers, expulsiegebieden zullen nooit delen in 's-lands welvaart. De toekomstmo
gelijkheden voor de opgroeiende beroepsbe volking zijn in een eenzijdig landbouwgebied
uitermate beperkt. De jeugd trekt weg, er treedt een veroudering op. Het sociale leven
in de woongemeenschappen verschraalt. So ciaal-cnlturele voorzieningen blijven bij een j
minimum.
Wat professor Groenman ook menen mag, zeker is dat er
een minimumgrens is aan het bevolkingsaantal wil de welvaart
van een plaats niet geheel verkommeren. Deze grens is relatief.
Hoe hoger de eisen die de mens stelt aan culturele en sociale
mogelijkheden, aan opleidingskansen en beroepsverscheidenheid,
des te eerder zal die minimumgrens zijn bereikt.
Een te kleine groep, die voortdurend
wordt afgeroomd, zal aan de eisen
niet kunnen voldoen.
Het volgende staatje geeft een pro
centuele verdeling van de bevolking,
woonachtig in plattelandsgemeenten
en steden. De cijfers die van 1956 zijn
en ontleend aan het CBS, verraden de
overwegend agrarische structuur van
Zeeland.
In plattelands- In steden
gemeenten
Zeeland 60.3 34.1
Noord-Nederland 51.4 31.2
Oost-Nederland 33.2 47.4
Zuid-Nederland 25.7 43.4
West-Nederland 12.6 69 1
Nederland 24.7 54.7
Terwijl de bevolking van Nederland
sinds 1947 in de plattelandsgemeen
ten terugliep van 29.3 naar 24.7, trad
er in Zeeland een verschuiving op
van 65.8 naar 60.3. Hier blijkt uit dat
zich ook in Zeeland een tendens voor
doet van agrarisch naar niet-agra-
risch. Overigens is Zeeland onmiddel
lijk na Friesland de meesl agrarische
provincie van Nederland
Met dit agrarisch karakter hangt
het expulsieverschijnsel ten nauwste
samen. De landbouw biedt te weinig
en te weinig verscheiden werkgelegen
heid. Slechts enkele industriële cen
tra als Vlissingen en de Zeeuwsch-
Vlaamse Kanaalzone wijken enigs
zins at'.
De verschillende streekcentra met
hun verzorgende functie boden de
beroepsbevolking enig soelaas, het
geen blijkt uit de grote percentages
die werkzaam zijn in de dienstver
lenende sector.
Onderzoekingen, voortgesproten uit
een groeiende belangstelling voor
Zeeland na de watersnood van 1953.
deden nog sprekender uitkomen hoe
kwetsbaar de economische basis is.
De landbouw immers is onderhevig
aan vele en onverwachte schomme
lingen toen goede zowel als ten
kwade.
De scheepsindustrie te Vlissingen
reageert scherp op vrachtprijzen en
wijzigingen in de zeevaartwereld.
In de Kanaalzone zijn de plannen
gekoppeld aan samenwerking met
België en de Belgische economie.
Zelfs het groeiend toerisme in de
kuststreken kan onberekenbare schom
melingen laten zien.
Hierboven spraken wij over de mi
nimumgrens van het bevolkingsaan
tal, wil een groep aan de te stellen
economische en sociale eisen voldoen.
Natuurlijk is het niet noodzakelijk dat
in elke plaats en in elk kerkdorp alle
voorzieningen aanwezig zijn. In een
niet al te groot gebied moet men
evenwel voldoende uitrusting voor
handen hebben.
Zeeland heeft door zijn insu
laire structuur deze uitrusting
niet in een groot centrum voor
de gehele provincie kunnen con
centreren zoals bijvoorbeeld wel
het geval is in Groningen. Er
zijn regionale centra ontstaan
met streekvoorzieningen van al
lerlei aard.
Tot de taak van deze centra moet
ook worden gerkend in eerste instan
tie het «bevolkingsoverschot van de
streek op te vangen, dat wil zeggen
van gedifferentieerd werk te voor
zien Hierbij blijft de mogelijkheid
dat de streekbewoner in eigen dorp
domicilie blijft hebben, waardoor de
dorpssamenleving gezond blijft. De
dorpssamenleving, dat is het vereni
gingsleven, de middenstand, het ker
kelijk leven enzovoort.
Tot nog toe hebben de streek
centra in Zeeland aan deze taak
niet kunnen voldoen. Uitzondering
hierop zijn de Kanaalzone en Vlis
singen, wellicht ook het industriële
Land van Hust. De verdere toe
komst van Zeeland hangt daarom
nauw samen met de industrialisatie-
politiek.
Voor Walcheren betekent dit het
Sloeplan. Verder dient de kernaan
wijzing genoemd te worden en het
toerisme. Voor noord-Zeeland liggen
de kansen in een verder verschiet: de
voltooiing van het Deltaplan laat nog
wat jaren op zich wachten.
Elders op deze pagina wordt deze
situatie nader geanalyseerd. De cij
fers van het bevolkingsverloop die
nen dan als thermometer waaraan
men kan zien of Zeelands kwaal, de
ontvolking, een keer neemt ten goede
of verergert.
Geboorteoverschot, vestigingsoverschot en totale groei of afname per
1 januari 1960 in enkele gemeenten en gemeentegroepen van midden-
Zeeland per duizend van de bevolking op 1 januari 1959.
Goes
Rilland-Bath
Overig Zuid-Beveland
Zuid-Beveland
N oord-Beveland
Vlissingen
Oost- en West-Souburg
Vlissingen - Koudekerke -
Oost- en West-Souburg
Middelburg
Middelburg - St.-Laurens
Overig Walcheren
Walcheren
Zeeland 1950-1959
Nederland 1950-1959
Geboorte
Vestigings
Groei of
overschot
overschot
afname
8.5
15.3
23.8
26.0
89.0
115.0
12.0
14.4
2.4
11.7
2.9
8.8
6.0
10.0
4.0
17.0
25.0
8.0
13.0
0
13.0
14.7
17.3
2.6
7.8
5.3
2.5
8.8
3.1
5.7
10.0
17.7
7.7
12.0
13.3
1.3
9.9
4.6
5.3
12.7
11.8
Per gemiddelde bevolking
Aantal inwoners per gemeente, geboorteoverschot, vestigings
overschot of vertrekoverschot, groei of afname in de periode van
1 januari 1959 tot 1 januari 1960 in absolute aantallen.
Gemeente
Baarland
Borssele
Driewegen
Ellewoutsdijk
Goes
's-Gravenpolder
's-Heer Abtskerke
's-Heer Arendskerke
's-Heerenhoek
Heinkenszand
Hoedekenskerke
Kapelle
Kattcndijke
Kloetinge
Kortgene
Krabbendijke
Kruiningen
Nisse
Oudelande
Ovezande
Rilland-Bath
Waarde
Wemeldinge
Wissekerke
Wolphaartsdijk
Yerseke
Zuid-Beveland
Noord-Beveland
Geboorte
Vestigings
Groei of
Totaal
overschot
overschot
afname
oo l-l-'60
7
12
5
742
12
49
37
1484
3
5
2
571
2
16
14
438
125
224
349
14989
21
11
10
1388
2
8
6
409
57
15
42
4771
21
8
13
1513
39
5
34
2119
22
15
-4- 7
1627
50
31
19
4240
6
31
25
1064
25
62
37
2132
11
20
9
3479
50
14
-t- 36
2813
81
6
154
73
5248
18
12
601
7
33
26
708
23
9
14
1400
68
- 233
301
2919
9
10
1
1032
16
49
33
2550
31
49
18
3355
23
53
30
2399
46
31
15
5002
723
182
541
62159
42
69
-- 27
6834
Gemeente Geboorte
overschot
Aagtekerke 6
Arnemuiden 32
Biggekerke 2
Domburg 17
Grijpskerke 2
Koudekerke 14
Meliskerke 15
Middelburg 176
Nw.- en St.-Joosland 14
Oost- en West-Souburg 97
Oostkapelle 10
Ritthem 10
Serooskerke 24
St.-Laurens 34
Veere 3
Vlissingen 504
Vrouwenpolder 7
Westkapelle 25
Zoutelande 16
Walcheren 970
SCHOUWEN-DUIVELAND
THOLEN EN ST.-FHILIPSLAND
Vestigings
overschot
12
59
19
21
14
55
8
119
25
3
32
0
68
46
16
750
35
144
24
1090
Groei of
afname
6
27
21
4
16
41
7
57
11
100
22
10
44
80
19
246
42
119
40
120
188
28
Totaal
op l-l-'60
725
2804
861
1416
821
2879
752
22420
1203
7537
1734
566
1803
1520
1066
29357
1020
2460
1004
81948
23241
17504
GROEI DER VERSCHILLENDE
DELEN van de provincie Zeeland
per duizend van het bevolkings
aantal op 1 januari 1959
O.-Zeeuwsch-Vlaanderen 4.4
W.-Zeeuwsch-Vlaanderen 10.4
Kanaalzone 28.8
Walcheren 1.3
Zuid-Beveland 8.8
Noord-Beveland 4.0
Schouwen-Duiveland 8.0
Tholen en St. -Philipsland 16
CTREEKSGEWIJZE gezien valt het op
dat het afgelopen jaar slechts de
Kanaalzone en Zuid-Beveland in inwo
nertal zijn gegroeid. Respectievelijk zien
we een groei van 29 en 24 per duizend
van de bevolking op 1 januari 1959.
Men zou kunnen stellen dat de kerngemeen
ten al of niet tengevolge van de aanwijzing
de grootste groeikracht bezitten. Immers
voor Terneuzen was het cijfer 23.8 per dui
zend, voor Goes 31.6. Voor het eerst sinds jaren
heeft Goes een vestigingsoverschot' en wel van
15.3 promille, fTerneuzen15.0 promille). De
gemeentelijke industrialisatiepolitiek met de
gunstige vestigingsvoorwaarden lijkt hieraan
niet vreemd.
XToor de rest van Zuid-Beveland springt
Rilland Bath naar voren: de militaire
woonforensen aldaar van de bases uit Noord
brabant deden de bevolking met 115 promille
toenemen, waarvan 89 promille op rekening
van het vestigingsoverschot. Voor het dorps
leven ligt hier een hele opgave, omdat hier
twee groepen met verschillende levenssferen
bijeen komen te wonen. Tevens echter een
kans waardoor Rilland als dorp een verbetering
kan ondergaan.
De resterende gemeenten vertonen het alge
mene beeld: Zuid-Beveland zonder Goes en
Rilland hebben een vertrekoverschot van 14.4
promille. Met het geboorteoverschot van 12.0
promille resulteert dit in een achteruitgang
van 2.4 promille.
Zelfs Kruiningen dat sinds 1950 een groei van
128 promille had, liep vorig jaar terug met 13.7
promille. Hetgeen overigens te wijten is aan
de opheffing van de Ambonezenkampen. Het
vertrekoverschot van Kruiningen was 25 pro
mille.
ndere gemeenten met een vertrekoverschot
waren er niet. Door geboorteoverschot
wisten echter de volgende 9 gemeenten alsnog
te groeien: 's-Gravenpolder, 's-Heer Arends
kerke, 's-Heerenhoek, Heinkenszand, Hoede
kenskerke, Kapelle, Krabbendijke, Ovezande en
Yerseke. Buiten Kapelle, Yerseke en Krabben
dijke zijn dit juist de gemeenten met het
hoogste percentage woonforensen. De drie ge
noemde andere gemeenten zijn centra van een
bloeiend agrarisch bedrijf (ooft) en oesters.
Camenvattend kan men zeggen dat ook in
'-7 Zuid-Beveland een aantal zuiver agrari
sche gemeenten inkrimpt. De gemeenten die
afgelopen jaar gegroeid zijn, hebben een iets
gedifferentieerder structuur. Zowel de groeien
de als de afnemende gemeenten hebben hier
mee de traditie van de afgelopen tien jaar
voortgezet: het is een structureel beeld.
Er heeft hiermee op het platteland
een zekere concentratie plaats van de
bevolking naar enkele kerndorpen, zo
als er streeksgewijze een concentratie
tendens is naar de verzorgingscentra.
Het platteland als geheel vertoont een
absolute of relatieve achteruitgang.
p'oes spant de kroon. Het overtrof het afge-
lopen jaar zichzelf, hetgeen men kan uit
leggen als een bevestiging van de ingeslagen
weg van industrialisatie.
In dit verband kan men nog wijzen op het
overschot van woonforensen in Zuid-Beveland.
De uitgaande pendel van mannelijke gezins
hoofden overtreft de inkomende met meer dan
duizend personen.
Bij verdergaande industrialisatie ligt er
een taak. voor het klein- en middenbedrijf.
Het verzorgend bedrijf moet het woonkli
maat verbeteren, het ambachtelijke dient
door persoonlijk initiatief de kansen op af
zet buiten de streek te benutten. Zo kun
nen eigen mensen in eigen streek gebonden
worden.
YPTat de kernen in het algemeen betreft, in
gezaghebbende kringen hoortmen soms
het geluid, dat er te veel zijn aangewezen. Een
al te grote spreiding zou inderdaad een schot
naast het doel zijn. Enige concentratie ligt in
de gewone lijn der ontwikkeling en is een
voorwaarde zowel voor de economie als voor
een behoorlijke samenleving. Indien in een
streek een kern inderdaad tot ontwikkeling kan
komen, is dit voor de gehele streek een zege.
Leegzuigen van het omringende platteland is
niet de bedoeling en tevens funest voor de
aantrekkende kern, die immers haar verzor
gingsgebied verkleint en daardoor een eigen
levensbron drooglegt. Streek en aangewezen
kern dienen elk in eigen taak tot een juiste
symbiose te komen. Als het op de een regent,
drupt het op de ander.
TVTEN dient zich wel te realiseren, dat
■^"-de minister zich het recht voorbe
houdt de aanwijzing in te trekken, als
de industrialisatie niet aanslaat. Het is
zaak de gegeven faciliteiten met ver
eende krachten te benutten.
De beschouwingen over Wal
cheren waren in het algemeen
in mineur. De voornaamste aan
leiding hiertoe lag zeker in de
cijfers van Vlissingen. Deze stad
boekte een vertrekoverschot van
25 per duizend van de bevolking
op 1 januari 1959. De jonge be
volkingssamenstelling bracht
echter een geboorteoverschot
van 17 pro mille, waardoor de
totale teruggang slechts 8 pro
mille bedraagt.
Men moet evenwel Vlissingen niet
afzonderlijk beschouwen, maar sa
men met de gemeenten Koudekerke
en Souburg, een forensenreservoir
voor Vlissingen. Deze drie gemeenten
hadden samen in het afgelopen jaar
een vertrekoverschot van 17.3 pro
mille en een geboorteoverschot van
14.7 promille.
Door de hoge geboortecijfers van
Vlissingen en Souburg, dank zij de
jonge immigranten, is de totale ach
teruitgang gereduceerd tot 2.6 per
duizend. Dit cijfer doet al heel wat
minder verontrustend aan dan de
absolute getallen van Vlissingen.
Malaise
Niettemin leest men hieruit toch de
malaise in de wereldscheepvaart,
wellicht iets van de kwestie met de
Carras-schepen, het opheffen van de
Zeehondenwerf en de terugloop van
bunkerende schepen. Overigens nam
de binnenscheepvaart in Vlissingen
toe, kwamen er twee passagiersdien
sten bij en kreeg de sloop van sche
pen meer betekenis.
Wellicht leest men uit de cijfers
ook de vicieuze cirkel rond het Sloe,
waar het rijk op de gegadigden, doch
deze op het rijk wachten.
Middelburg had een vertrekover
schot van 5.3 promille, dat doof het
geboorteoverschot van 7.8 een kleine
groei van 2.5 opleverde. Samen met
St.-Laurens was de groei 5.7 pro
mille.
De rest van Walcheren vertoont het
traditionele beeld der achteruitgang:
geboorteoverschot 10.0 promille, ver
trekoverschot van 17.7 en dus een
achteruitgang van 7.7 promille.
T oerisme
Groei langs de kust die in verband
gebracht kan worden met het toe
nemend toerisme, kan men alleen in
Veere en Zoutelande enigszins consta
teren. Westkapelle liep opvallend te
rug, doch dit hangt met de opheffing
van de Ambonezenkampen samen.
De conclusie voor Walcheren
is dan: enige teleurstelling over
het afgelopen jaar waarbij men
de toekomst vooral ziet opge
hangen aan het Sloeplan. Op
korte termijn biedt dit echter
geen spectaculaire vooruitzich
ten, hetgeen de aantrekkings
kracht voor het komend jaar
dus niet versterkt.
Vooruitlopende op een betere toe
komst, werkt men achter de scher
men aan de plannen voor een soort
dubbelstad (Vlisburg?), ter verbete
ring van gezamenlijke voorzieningen.
Dit kan een aantrekkingskracht op
zich worden.
Een soortgelijk effect kan ook de
herindeling van de Walcherse ge
meenten hebben, aangezien de be
stuurstaak hierdoor aanzienlijk verbe
terd wordt.
Geen troost
De woningtoewijzingen, op grond
van het voor Zeeland wel zeer onjuiste
statistische woningtekort, zijn volgens
de gemeentebesturen mede oorzaak
van de ontvolking. Ook de toegezegde
opheffing van de woonruimtewet,
waarover nu elke gemeente wordt
geraadpleegd, zou hier geen troost
brengen, menen insiders.
Waterleiding Schoutven
Uit het verslag over het vierde
kwartaal 1959 van de n.v. Water
leidingmij Schouwen-Duiveland blijkt
dat het pompstation 16.621 kubieke
meter minder water heeft geleverd
in deze periode dan in de overeen
komstige in 1958. Ondanks het feit
dat over geheel 1959 2 procent
minder water werd verbruikt, kreeg
men toch een meeropbrengst van
20.000 gulden. Dit is een gevolg van
de toeneming van het aantal aan
sluitingen, en lagere produktiekosten.
Dat de afgeleverde hoeveelheid
water het laatste kwartaal met on
geveer 8 procent verminderde is
deels toe te schrijven aan de nieuwe
zuideljjke transportleiding. Hierdoor
verdwenen de hoge leidingdrukken
in de westhoek hetgeen een be
perking van de lekverliezen gaf.
Ook het stroom- en het olieverbruik
daalde aanzienlijk. Het stroomver
bruik liefst met 41 procent.
Het boerderijenplan werd prak
tisch voltooid terwijl met het weiden
plan een aanvang werd gemaakt.
Corrosie van de leidingen ver
oorzaakte twee aanzienlijke storingen.
Zoals reeds gemeld, worden de
jaarlijkse Districts-E.H.B.O. wedstrij
den dit jaar gehouden in Westdorpe,
en wel a.s. zondag 31 januari. De
plaatselijke afdeling St.-Raphael"
heeft daarvoor een prachtige gele
genheid in het verenigingsgebouw
Concordia.
De deelnemende verenigingen en
ploegen worden ondergebracht op de
jeugdzolder van het verenigingsge
bouw; in de grote zaal worden de
wedstrijden dan gehouden.
De Westdorpse E.H.B.O.-afdeling
heeft ter bestrijding van de onkos
ten van deze organisatie verschillen
de acties gevoerd, waarbij duidelijk
is gebleken, dat de bevolking het nut
van die vereniging zeker wel inziet.
Uit de diverse afdelingen van het
district zijn tot nu toe (en vermoe
delijk worden er dat nog meer)
reeds 47 ploegen ingeschreven. Zo
komt de afdeling Koewacht met
liefst vijf ploegen, Vlissingen met
vier. Westdorpe zelf zal met drie
ploegen vertegenwoordigd zijn. Een
ploeg bestaat uit drie E.H.B.O.-ers
plus twee gewonden. De jury wordt
gevormd door zes artsen uit de om
liggende gemeenten.
Naast de normale wisselbeker,
heeft het bestuur enkele fraaie prij
zen beschikbaar gesteld voor de ere
prijzen, zowel bij de senioren als bij
de junioren.
's Avonds wordt voor de genodigden
een koffietafel aangeboden. De afde
ling Westdorpe verdient voor de bui
tengewone organisatie van de wed
strijden een pluim. Hopelijk zal het
publiek hun moeite lonen, door be
langstelling te tonen voor de wed
strijden. De toegang is trouwens gra
tis....
In de Dominicaanse republiek zijn
een aantal mensen gearresteerd na
dat een samenzwering om president
Rafael Trujillo te vermoorden, was
ontdekt. De aanslag, gevolgd door
een opstand, had de vorige week ge
pleegd moeten worden. Onder de
arrestanten zouden zich leden van
vooraanstaande families bevinden.
^EELAND lijdt aan ontvolking een ziekte met
allerhande bijverschijnselen. De chirurgen die
in deze slopende kwaal een kentering willen bren
gen, moeten alle remedies aanwenden: van de in
jectie van de kernaanwijzing tot de vlijm van ge
meentelijke herindeling toe. Zij staan voor een
snelle vicieuze cirkel. Ontvolking brengt algemene
verarming, verarming stimuleert de expulsie.
J7EN duidelijk beeld van de ziekte tekenen ieder
jaar de bevolkingscijfers Deze thermometer
verraadt of het vasthoudend pogen in de neergang
een wending te brengen vruchteloos bleef of niet.
Dat pogen is aanwezig. In de Kanaalzone en
in het Sloe projecteert men industrieën, bij de
Kreekrakdam ziet men havens Op Walcheren
groeit de stad „Vlisburg", Goes krijgt fabrieken,
iemeuzen wordt het hart van een gewest. Het
Veerse Meer is straks de enorme vijver in de
feesttuin voor ontspanningzoekende binnen- en
buitenlanders. Aan de deltadammen wordt gestaag
gewerkt.
Z° klinkt het lied van de toekomst. Voorlopig
moet men zich nog met de diagnose bezig
houden met de vragen: Wat is de functie van
de kerngemeenten in Zeeland? Is het vertrek uit
Vlissingen werkelijk zo verontrustend? Welke
taak hebben de streekcentra? Worden er genoeg
huizen gebouwd?
Een van onze medewerkers heeft getracht aan
de hand van de bevolkingscijfers enige aspecten
van de ontwikkeling van Zeeland te belichten.
Speciaal de cijfers van midden-Zeeland hadden de
belangstelling. Die van Zeeuwsch-Vlaanderen zijn
al eerder geanalyseerd.