en!
BEGROTINGSTEKORT ANDERHALF MILJARD
Achthonderd
staatslening
miljoen door
te dekken
m
1
Handhaving tijdelijke
belastingen
Weer woningen
tachtigduizend
Miljoenen
nootjes
IN DE RIDDERZAAL...
Gunstige raming van
opbrengst belastingen
Nationale schuld
iets gestegen
Gunstige ontwikkeling
betalingsbalans
D
:s
Voor brug bij
Gorkum
tien miljoen
Gemeenteschuld
opnieuw hoger
komt een
binnen
gulden
a
DAGBLAD DE STEM VAN WOENSDAG 17 SEPTEMBER 1958
E MILJOENENNOTA, die gisterenmiddag aan de Staten-Generaal is aange
boden, geeft een tekort op de ontw erp-begroting te zien van een miljard
318 miljoen gulden. De uitgaven worden namelijk geraamd op acht miljard
748 miljoen en de beschikbare middelen op 7 miljard 430 miljoen gulden. Dat
is intussen niet het hele tekort. De regering meent, dat door verschillende las
tenverzwaringen en door eventuele afschaffing van de consumentensubsidie op
melk zelfs een tekort zou kunnen ontstaan van een miljard 597 miljoen gulden.
Verschillende oorzaken zijn verantwoordelijk voor dit onzaglijk grote tekort
1. verzwakking van de financiële verpl ichtingen door Indonesië
2. instorting van de internationale zuivelmarkt
3. maatregelen tot bestrijding van de werkloosheid
4. de toevloed van leerlingen naar voortgezet en hoger, onderwijs
5. de financiering van particuliere nieuwbouw en andere huursubsidies
6. de volledige financiering van de wo ningbouwwet, hetgeen een bedrag vergt
van 670 miljoen gulden, 130 miljoen meer dan in de oorspronkelijke
begroting voor 1958.
raketten
■nu
Begroting*
vergelijking
1
7T3J
Minder ambtenaren
bij Belastingen
Zó
d*
Jtnever
gebruiken!" En
oorden te onder
lijnt aan het ka-
eling een troep
ar ligt 't schip!
stem. „Er op af>
iker lichten!"
JJe regering stelt zich voor, om van het tekort een deel weg te
werken door:
1 tijdelijke belastingverhogingen die in 1959 moesten vervallen,
te handhaven, hetgeen 110 miljoen moet opleveren op be-
grotings- en 175 miljoen op kasbasis;
van de voorinschrijfrekening (ingevolge sanering Burgerlijk
Pensioenfonds) 425 miljoen gulden op te nemen;
vijftig miljoen gulden te gebruiken van het Grootboek Wo
ningverbetering ter aanvulling van het kastekort;
op andere wijze te voorzien in de dekking van het consumen
tensubsidie op melk, wanneer dit subsidie gehandhaafd zou
worden;
het resterende bedrag van het tekort van ongeveer acht
honderd miljoen gulden te lenen op de kapitaalmarkt. Het is
noodzakelijk, om voor dit bedrag een lening te sluiten, daar
men anders zijn toevlucht zou moeten nemen tot inflatoire
financiering.
2.
1. Voor de defensie-uitgaven is een
budgetair plafond aangehouden
van 1525 min., exclusief de civie
le verdediging; dit bedrag, ver
hoogd met 123 min. wegens ver
schillende boven het plafond te fi
nancieren posten en met 31 min.
uit hoofde van in vorige jaren niet
opgenomen gelden, brengt de uit
gaven voor de defensie voor 1959
op 1679 min.
2. Het bouwprogramma zal 80.000
woningen omvatten, te weten 40.000
woningen, welke ten'laste van de
begroting zullen worden gefinan-
o^nn' premiewoningen* en
uuo woningen in de vrije sector.
3. De
omvang van de werkloosheid
is onzeker omdat kleine variaties
in de werkgelegenheid leiden tot
grote variaties in de werkloosheid,
■in verband daarmede is voor aan
vullende werken eenzelfde bedrag
uitgetrokken als voor 1958.
4- Bij het opstellen van de belasting-
ramen is uitgegaan van een gema
tigde expansie van de Nederlandse
bevolkingshuishouding.
5. Het aandeel van het Gemeente
fonds en het Provinciefonds in de
opbrengst van de belastingmidde-
LJOEN GULDEN
j
A
1
Bru
vas
to
te sc
huid
I:
r"
i
i
i
i
Bru
vlo
to
tenc
f. SC
i
'f
f
"SO SI 32 S3 S4 SS 56 37 JS
"L"""
len voor 1959 zal respectievelijk
14,94 en 0,76 bedragen.
Er zal zich in 1959 geen loonronde
voordoen.
7. Het algemene prijspeil zal na 1958
globaal genomen stabiel zijn.
De wettelijke regeling van de sane
ring van het Algemeen Burgerlijk
Pensioenfonds en het Spoorwegpen
sioenfonds zal in 1959 tot stand ko
men.
Tot de voornaamste punten van het
begrotingsbeleid van de regering in
1959 behoort het streven naar ophef
fing van de woningnood. Zoals ge
zegd. is voor de financiering van de
woningwetbouw een bedrag uitgetrok
ken van 670 miljoen gulden. Daar
naast blijft de begroting belast met
subsidies in-de vorm van exploitatie
bijdragen voor woningwetwoningen en
met premies a fonds perdu ten be
hoeve van de woningbouw door par
ticulieren.
Ook het streven, om het tekort van
het Landbouw Egalisatiefonds zoveel
mogelijk te drukken, blijft een be
langrijk beleidspunt. De regering
blijft van mening, dat algemeen ge
bruikte goederen en diensten normali
ter uit het inkomen moeten worden
bekostigd en dat zij niet uit belas
tinggelden moeten worden gesubsi
dieerd. Dat geldt onveranderd ook
wat betreft het subsidie op melk,
waaromtrent vóór 1 januari a.s. be
slist zal worden. (De S-E.R. moet
hierover advies uitbrengen).
De regering vertrouwt op een be
scheiden verbetering in de economi
sche ontwikkeling. Zij stelt zich voor,
dat zij het niet zonder een beroep op
de kapitaalmarkt zal blijven doen.
Omdat, naar mag worden aangeno
men, de kapitaalbehoeften van het
particuliere bedrijfsleven niet zo
groot zal zijn, zal het rijk zich wel
van middelen op de kapitaalmarkt
mogen voorzien, om tot investeringen
ten behoeve van het algemeen belang
te kunnen overgaan.
De minister van financiën merkt
op, dat er, wat de uitgaven betreft,
naar verlaging is gestreefd. Er zijn,
zo zegt hij, een tiental onderwerpen
van staatszorg, ten behoeve waarvan
in verhouding tot het nationale inko
men in 1959 minder wordt uitgegeven
dan in 1956. Dat geldt bijv. ook t.a.v.
de verminderde sterkte van burger
lijk rijkspersoneel. Er zijn echter te
veel uitgaven, die onvermijdelijk stij
gen, terwijl er slechts enkele zijn
zoals oorlogsschade die tot daling
neigen.
De defensieuitgaven ten Jaste van
de begroting 1959 .worden geraamd
op 1685 min. Hiervan is 1648 min.
bestemd voor militaire uitgaven.
De defensiebegrotingen houden re
kening met de intrede van raketbe
wapening by de drie krijgsmachtde
len. Als gevolg van de hoge kosten
zullen de plannen tot modernisering
en verbetering van uitrusting en be
wapening slechts verwerkelijkt kun
nen worden indien de hulp door het
buitenland op dezelfde voet voort
gaat- Nochtans zal de noodzaak tot
beperking der uitgaven er toe leiden
dat een deel der voornemens eerst
in latere jaren wordt uitgevoerd.
Buitenlandse betrekkingen. Het
aantal diplomatieke vertegenwoordi
gingen in het buitenland zal voor 1959
met 8 worden vermeerderd, waaron
der vertegenwoordiging bij de E.E.G.
en de Europese Gemeenschap voor
Atoomenergie. De vertegenwoordi
ging in Indonesië is daarentegen
sterk ingekrompen. De maatschap
pelijke zorg wordt per 1 januari 1959
verricht door de vertegenwoordiging
van het ministerie van Buitenlandse
Zaken.
Onderwijs. De uitgaven voor onder
wijs zijn gestegen als gevolg van de
groei van de bevolking en de toene
mende belangstelling voor voortgezet
onderwijs. De stijging van het per
centage voor de uitgaven voor onder
wijs en voor het burgerlijk apparaat
welke beide uitgavencategorieën gro
tendeels uit lonen en salarissen be
staan, wordt voorts verklaard door
dat de stijging van de index der door
de overheid te betalen lonen en sala
rissen belangrijker is geweest dan
van de prijsindex van het nationale
inkomen.
Arbeidsmarkt. Uit de hieronder
weergegeven cijfers kan worden af-
geleid dat een belangrijke daling van
de binnenlandse bestedingen heeft
plaats gevonden bij een vrijwel con
stant gebleven werkgelegenheid de
stijging van de werkloosheid is onge
veer gelijk aan de aanwas van de be
roepsbevolking). Dit is mogelijk ge
weest doordat de bestedingsbeper
king vooral heeft geresulteerd in een
daling van de invoer en een vergro
ting van de uitvoer.
1956 1957 1958
100
100
100
Binnenl. bestedingen
Werkgelegenheid
Het nadelig saldo van de ontwerp
begroting 1959 blijkt 350 min. hoger
te liggen dan dat van de begroting
1958 op basis van de vermoedelijke
uitkomsten.
Men dient evenwel in aanmerking
te nemen dat voor 1959 410 miljoen
meer aan woningvoorschotten is uit
getrokken dan in de vermoedelijke
uitkomsten voor 1958 is opgenomen
en voorts dat in 1959 een bedrag van
198 min. is uitgetrokken voor de sa
nering van het AB.P.-fonds, waar
voor in de vermoedelijke uitkomsten
van 1958 geen bedrag meer is opge
nomen. Worden deze bedragen buiten
beschouwing gelaten, dan blijkt het
nadelig saldo van de begroting 1959
niet 350 min. hoger doch ongeveer
250 min. lager te zijn dan de ver
moedelijke uitkomsten van 1958.
I Woningwet bout*
[19551-
IPremiebouw en herbouw
oorlogsschaden
I
|'65 000
19561-
32 OOG 3500,^^--
70.000
[1957
00
75000
1958
36OOC 4000
80.000
19591
4000
80.000
jacoc ooo
Het woningbouwprogramma
voor 1959 is weer vastgesteld op
80.000 woningen. Het getal van
80.000 is aldus samengesteld:
ren in Oostelijk Flevoland,
voor f 6 min. ten laste van
'e begroting van het Zuiderzee-
fonds komen), 38.000 premiewo
40.000 woningen, welke ten laste! ringen (inclusief herbouw oor
van de begroting worden gefi- j logsschade) en 2.000 woningen
nancierd (waarvan 39.650 wo- in de vrije sector,
ningwetwoningen en 350 wonin-1
Jn overeenstemming met de zienswijze, dat het dieptepunt van
de economische teruggang is bereikt en dat in het komende
jaar de bedrijvigheid weer op een hoger peil zal komen, is bij
het opstellen van de belastingramingen voor het dienstjaar 1959
uitgegaan van een gematigde expansie van de Nederlandse volks
huishouding, aldus de miljoenennota.
Een beeld van het voorlezen
van de Troonrede door H.M.
Koningin Juliana, waarmee
dinsdagmiddag in de Rid
derzaal in Den Haag het
nieuwe zittingsjaar van de
Staten-Generaal werd ge
opend. V.l.n.r. zien we hier:
prinsesBeatrix, koningin
J Juliana, prins Bernhard en
prinses Irene.
Voorts zijn de ramingen in het al
gemeen gebaseerd op de bestaande
belastingwetgeving, hetgeen mede
brengt, dat met de voorstellen tot
verlenging van de tijdelijke belasting
verhogingen geen rekening is gehou
den. Met betrekking tot de onderha
vige belastingramingen is derhalve
uitgegaan van het vervallen
1. per 1 januari 1959 van de tijdelijke
verhoging van het bijzonder in
voerrecht op benzine en van de
motorrijtuigenbelasting voor om.
dieselauto's;
2. per 1 augustus 1959 van de per
1 augustus 1957 resp. per 10 fe
bruari 1958 tot stand gekomen tij
delijke verhoging van de omzetbe
lasting voor een aantal artikelen.
In de ramingen is daarentegen wel
verwerkt de invloed van de in te die
nen voorstellen om
In de periode 30 juni 1957-30
juni 1958 is de nationale schuld
voor het eerst sinds jaren toe
genomen en wel met f 186 min.
Hiervan heeft f 23 min. betrek
king op de binnenlandse schuld
en 163 min. op de buitenlandse
schuld. De totale staatsschuld
bedroeg per ultimo juni 1958
f 18.437 min.
De gevestigde binnenlandse schuld
daalde met 268 min. Deze daling
werd veroorzaakt door verplichte del
ging tot een bedrag van 225 min. en
doordat ter voldoening van belas
tingaanslagen staatsschuld in beta
ling werd gegeven tot een bedrag van
41 min., terwijl voorts door koers
wijziging van de dollar de tegen
waarde van de 3 dollarlening 1947
2 min. lager is gesteld.
Het bedrag aan schatkistpapier in
omloop steeg met 652 min. tot
3.659 min. Deze stijging was voor
229 min. het gevolg van extra plaat
sing van schatkistpapier door de
schatkist; tot een bedrag van
423 min. vloeide zij voort uit het
feit, dat de Nederlandsche Bank uit
haar portefeuille schatkistpromessen
verkocht ten einde te voldoen aan de
gestegen behoefte aan beleggingsma
teriaal op de geldmarkt.
Op de gevestigde buitenlandse
schuld is 90 min. verplicht afgelost
Voorts is door koerswijziging van
verscheidene valuta's de tegenwaarde
van deze schuld met 8 min. afgeno
men. Daarentegen werd bij het Inter
nationaal Monetair Fonds een bedrag
van 261 min. aan vreemde valuta
opgenomen.
de investeringsaftrek te brengen op
16 (gelijkelijk te verdelen over
twee jaren);
de vervroegde afschrijving te ver
lengen, waarbij bovendien is rekening
gehouden met het voornemen om de
bestaande temporisering gedeeltelijk
ongedaan te maken;
de vrijstelling van omzetbelasting
voor sigaren, welke per 1 januari a.s.
vervalt, te verlengen.
In totaal beloopt de raming der be
lastingmiddelen 7.975 miljoen. Hier
op dient in mindering te worden ge
bracht het aandeel van het Ge
meentefonds ad 1.148 min. en
het Provinciefonds ad 58 min, zodat
ten bate van de rijksbegroting res
teert 6.769 min.
De financiële verhouding tussen het
rijk en de gemeenten zal met ingang
van 1959 opnieuw moeten worden ge
regeld- Vooralsnog is voor het aan
deel van het Gemeentefonds hetzelfde
percentage aangehouden als voor
1958, i.e. 14,94. Het aandeel van het
Provinciefonds in de belastingop
brengst beloopt overeenkomstig de
bestaande wettelijke regeling 0,76
welk percentage evenwel dient te
worden toegepast, nadat de opbreng
sten van de inkomstenbelasting, de
vennootschapsbelasting, de vermo
gensbelasting en de omzetbelasting
zijn verminderd met respectievelijk
25, 45, 23 en 64 min.
Bij de voorlopige berekening van
het aandeel van het Gemeentefonds
is eveneens met deze aftrekposten
rekening gehouden. Het aandeel van
het Landbouw Egalisatiefonds in de
accijns op gedistilleerd is met in
gang van 1959 komen te vervallen.
De toeneming van de belastingra
mingen van 1958 (vermoedelijk uit
komsten) op 1959 met rond 110 min.
kan worden beschouwd als de resul
tante van een stijging van de op
brengst met 300 min. in verband
met de ontwikkeling op economisch
gebied en een daling met 190 min.
ten gevolge van fiscale oorzaken.
Voor het deltaplan is in 1959 in to
taal een bedrag van 74,5 min. in de
begroting opgenomen. Gelijktijdig
zullen in uitvoering zijn de bouw van
de spuisluizen in het Haringvliet,
voorbereidende werken tot afdam
ming van het Volkerak, werken voor
de afdamming van de Grevelingen en
van het Veeregat en de bouw van de
schutsluis in de Zandkreek.
Voor de brug over de Merwede bij
Gorkum is een bedrag van 10 min.
uitgetrokken.
De personeelssterkte van het mi
nisterie van Financiën is de iaatste
jaren, ondanks de bevolkingsgroei,
sterk ingekrompen. Afgezien van het
personeel, dat nodig is voor de uit
voering van de A.O.W., waren er
bij de belastingdienst in 1956 13.500
ambtenaren. In 1958 waren het er
slechts 16.500, een vermindering
met 11%.
In verband met de geboortegolf
van 1946 wordt bij het voortgezet
onderwijs voor het schooljaar 1958-
1959 een sterke stijging verwacht.
De belangstelling voor de verschil-
1-end.e takken van het voortgezet
onderwijs neemt bovendien nog
steeds toe. Vooral het nijverheids
onderwijs breidt zich gestadig uit.
In de Buitengewone Dienst is
bedrag van f 9,7 minopgeno-
?n voor het Reactor Centrum Ne
derland. Dit vormt een onderdeel
van het bedrag van f 14 min. dat
nog boven het reeds door de Staat
en het bedrijfsleven beschikbaar
gestelde kapitaal van f 28 min., no
dig voor de voltooiing van dit pro
ject.
Voor 1959 worden de uitgaven
verband houdende met de repatri
ëring geraamd op f 67 min. De be
langrijkste posten vormen onder
steuningen via gemeenten op grond
de regeling hulpverlening en de
dingen aan contractpensions
-dr-noe van resp. ca. 30 min.
i f 26 min. Aangenomen is, dat
de uitgaven voortvloeiende uit het
verblijf in Nederland van Ambone
zen ongewijzigd zullen blijven.
De verhoging van de bijdrage
aan de radio-omroep is gelijk aan
de meerdere opbrengst van de luis
terbijdrage, die is gestegen door de
toeneming van het aantal radio
toestellen. De bijdrage voor de te
levisie moet worden verhoogd in
verband met de stijging van de ex-
ploitatiekosten en verhoging van de
zenderhuur. Hiertegenover staat een
grotere toeneming van de ontvang
sten aan kijkgelden, als gevolg van
het stijgende aantal toestellen. Vit
de hogere opbrengst der kijkgelden
ka/h in 1959 een eerste aflossing van
f 0,8 min. worden geraamd op de in
de afgelopen jaren t.b.v. de tele
visie verleende voorschotten.
De uitgaven voor hulp aan min-
derontwikkelde gebieden buiten het
Koninkrijk zijn op f 16 min. ge
raamd. Hiervan zijn ongeveer f 14
min. bestemd voor het speciale
fonds van de Verenigde Naties voor
de economische en sociale ontwik
keling van de minderontwikkelde
gebieden en ruim f 2 min. voor be
staande activiteiten.
e Verwacht wordt, dat tegen 1
januari 1960 de algehele liquidatie
van het oorlogsschadevraagstuk in
de privaatrechtelijke sector in zicht
zal komen. De mogelijkheid wordt
onderzocht om in 1959 het Com
missariaat voor Oorlogsschade en de
nog overgebleven Schade-Enquête
commissie te liquideren.
De totale rentelast van de natio
nale schuld zal in 1959 met f 35.9
min. stijgen. Dit bedrag is het saldo
van een stijging ad f 39 min. voor
rente en kosten van de binnenland
se schuld en een daling ad f 3,1 min.
voor rente en kosten van de buiten
landse schuld.
Na de tekorten in 1956 en in
het eerste halfjaar van 1957 trad
in de tweede helft van 1957 een
verbetering in, die tot gevolg
had dat de betalingsbalans over
deze laatste periode sloot met
een overschot van f 80 min. op
de lopende rekening op trans
actiebasis en dat de eerste zes
maanden van 1958 naar ver
wachting een overschot zullen
opleveren van f 650 min.
De gunstige ontwikkeling is deels
een gevolg van een reële verbetering
in de verhouding tussen middelen en
bestedingen, ten dele echter ook van
voorraadmutaties: gedurende het
laatste kwartaal van 1957 namen de
voorraden niet meer toe, terwijl er
kan worden aangenomen dat in de
eerste helft van 1958 intering plaats
vond.
Daar de voorraadvorming jaarlijks
gemiddeld 500 a 600 min, bedraagt
en onder normale conjuncturele om
standigheden tevens een betalingsba
lansoverschot van circa 500 min.
wenselijk is, moet voor beide doelein
den tezamen een miljard gulden per
jaar normaal worden geacht. Het
jaar 1957 is belangrijk onder deze
norm gebleven; 1958 zal er naar ver
wachting aan voldoen.
De reserve aan goud en deviezen
bereikten in september 1957 het diep
tepunt van 3050 min. Per 1 septem
ber 1958 bedroegen zij 4855 min. Dit
bedrag staat gelijk aan vier maanden
invoer, waarmede de stand van eind
1955 wederom is bereikt; enige aan
vulling van deze reserves is wense
lijk.