Herinneringen slavenhandel in aan de Ghana De honderdduizend vol Belgische ploeg voor wereldkampioenschap Er werd iets groots verricht ARSENAL WON 13 DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 14 AUGUSTUS 1958 mm Verdediging Nieuwe heren... Sporen Slechte mannen Zomeravondvoetbal Tennistoernooi in Domburg Emigreren (naar Australië) is moeilijker dan U denkt Even achterom kijken Vliegtuig V.S. in België neergestort zeven doden Deense motorboot zonk na aanvaring Prof. Oort voorzitter Astronomische Unie SPORT IN 'T KORT EXAMENS MARKTEN WATERSTANDEN 13 Langs de gehele kust van Ghana, de vroegere Goud kust, vindt men forten en overblijfselen van forten uit vroeger tijden Hun ligging is meestal zeer pittoresk, maar aan deze grimmige voorposten van de westerse beschaving is een geschiede nis verbonden vol bloedige moordpartijen, verraad, uit buiting en mensonterende slavenhandel, waarin ook onze bloedeigen voorouders een beschamende rol hebben gespeeld. Het begon in 1482, toen een Por tugese vloot op de rede van El- mina aan de Goudkust voor an ker ging. Aan boord van de sche pen bevond zich een compleet fort. Voordien hadden de Portu gezen reeds de westkust van Afrika verkend en handel gedre ven met de inlanders, de zoge naamde stille ruilhandel, omdat de een de ander niet vertrouwde. Vanaf de schepen werden stoffen en andere ruilartikelen aan wa' ge bracht. De inboorlingen wachtten totdat de blanken weer aan boord waren en kwamen dan te voor schijn. Nadat ze de koopwaar had den gekeurd legden zij er de te genwaarde in stofgoud naast en trokken zich terug. Dan roeiden de blanken weer naar het strand en wanneer de voorraad goud hun voldoende voorkwam, namen ze deze mee en lieten hun han delswaar over aan de inlanders. De stille ruilhandel was echter nogal gevaarlijk en bracht te weinig op. Vandaar dat de Por tugezen besloten zich blijvend te Elmina te vestigen. In Portugal werd een groot fort, steen voor steen, balk voor balk, kant en klaar gemaakt en per schip naar West-Afrika vervoerd. In twintig dagen was de bouw van het fort zo ver gevorderd, dat men zich tegen een eventuele aanvaller kon verdedigen. Het kreeg de naam Fort St.-George d'Elmina. Iets verder landinwaarts verrees het kleinere fort St.-Jago. Ook op an dere plaatsen langs de kust wer den versterkingen gebouwd. Tientallen jaren lang waren de Portugezen de enige blanken, die handel dreven op de Westkust. Als katholieken gedroegen ze zich heel vreemd: zij openden een le vendige handel in negerslaven en slavinnen, die in het begin naar Portugal en later naar Amerika werden vervoerd, nadat men hen eerst heel devoot het doopsel had toegediend. Geruchten over enorme goud vondsten aan de Goudkust, trok ken ook de zeevaarders van an dere naties aan: Engelsen, Hol landers, Fransen, Denen, Zwe den en Brandenburgers. Op het einde van de 16e eeuw be gonnen de Hollanders aan de bouw van enkele versterkingen aan de Goudkust, waaronder het fort Nassau te Mori. Van meet af aan wilde het niet boteren tussen Hollanders en Portugezen. De Hollanders stookten verschil lende stammen op tegen de Por tugezen, kochten inboorlingen om met geld en jenever en voorzagen hen van geweren. In 1637 zagen zij hun kans schoon. Met 1300 blanke soldaten en een aantal zwarte krijgers trokken zij op tegen het enorme fort St.-George d'Elmina en veroverden het. Niet lang daarna deden de Por tugezen al hun bezittingen aan de Goudkust over aan de Hollanders die daar "an toen af de sterkste westerse mogendheid uitmaakten. Met de Portugezen verdween ook het katholicisme uit dit land. Er wordt beweerd dat in de buurt van Elmina een fetisj, Santony wordt vereerd en dat deze afgod een Antoniusbeeld is, uit de tijd van de Portugezen. Langs de kust bouwden de nieu we meesters verschillende forten: fort Ruyghaver aan de Ankobra- rivier, Batenstein te Butri; Oran- ItA® Secondi, St.-Sebastiaan te Hn vredenburg te Kommen- T.p'"a.™ter,dam Kormantin, rnonr A6"3 te AP*™ en Crève- iaren viAC°ÏS'- In de lo°P van de r."?® bjina alle forten van de HoUandem handen Van "et ware,n natuurlijk vooral de Engelsen, die hun hierbij de voet ?wars zetten. Onophoudelijk kwam het tot botsingen en op "n e,n moment verscheen zelfs Michiel de Ruyter voor de Goud- Kust en ontnam de Engelsen al de forten, die zij op de Hollan ders hadden veroverd. In het begin va nde 19e eeuw begon de macht van de Hollan ders aan de Goudkust te tanen. De voortdurende oorlogen met de door de Engelsen omgekochte stammen deden geen goed aan de handel. Daarbij kwam, dat Oost- Indië als handelsgebied "eel be langrijker bleek dan Afrika. De Hollanders hielden echter nog stand *ot het jaar 1872. Toen ver kochten zij het fort St.-George d'Elmina en al hun verdere bezit tingen aan de Engelsen en ver dwenen van de Goudkust. Dit is heel in het kort de ge schiedenis van het koloniaal wel en wee rnzer voorzaten in het land van Ghana. Men zou echter een boekenkast kunnen vullen met de beschrijving van de men selijke en morele aspecten van deze geschiedenis. Wat in dit tijd perk door de blanken, ook door de Hollanders aan de zwarten werd misdreven was wel zó on menselijk en zó weerzinwekkend, dat het zich eigenlijk niet in fat soenlijke termen laat beschrijven. Honderdduizenden mannen, vrou wen en kinderen uit hun omge ving weggerukt, verdwenen als vee in de dompige ruimen van schepen, om verkocht te worden in een wildvreemd land, waar zij te werk werden gesteld in mijnen en op plantages. De blanken zelf gingen niet op de slavenjacht. Inlandse slaven handelaars zorgden voor de no dige aanvoer uit het binnenland. De slaven waren meestal krijgs gevangenen uit de vele oorlogen, die de stammen onderling voer den. Het gebeurde echter ook wel dat een groep door blanken bewa pende slavendrijvers een dorp omsingelden, de meest geschikte inwoners in de ijzers sloegen en de rest koelbloedig afmaakten. De slaven werden ondergebracht in forten en factorijen, totdat het eerstvolgende schip hen aan boord nam. In verschillende for ten zoals het fort Amsterdam, vindt men nog de ruime, don kere slavenkelders. Men '-an zich zonder veel moei te indenken, hoe het toeging aan boord van de schepen, waar hon derden mannen, vrouwen en kin deren opeen zaten gepakt onder de hoede van ee ruwe, vaak niets ontziende blanke beman ning Tijdens de maandenlange zeereis braken nogal eens epi demieën uit in de overbevolkte ruimen, vooral dysenterie en sc^heurbuik. Dan verdween lijk na lijk over de reling en slechts een gering aantal slaven bereikte de overzijde van de Oceaan Bevallen van besmettelijke ziekten kon het ook gbeuren, dat een gedeelte van de levende la ding werd opgeruimd. Men liet de zieke negers vrijwillig over boord springen en wanneer zij daar geen zin in hadden, werden ze een handje geholpen. Verzeke ring dekte immers de schade! Veel zwarten zaten dag in, dag uit met 't hoofd tussen de knieën en treurden zó, dat ze eraan stier ven. Om hun de nodige levens lust bij te brengen werden de sla ven in groepen aan dek gebracht om daar te dansen, desnoods te gen wil en dank. Want dansen was tevens een goede remedie tegen scheurbuik. Shama, een oud vissersplaatsje in Ghana, in de huurt van Cape Coast. Shama was vroe ger een belangrijke plaats: de Nederlanders hadden er een fort en dreven er handel. Op verschillende plaatsen staan de echte, ouderwetse, Nederlandse petroleumlantaarns. Nader hand is Shama sterk achteruit gegaan. Shama was een van de eerste missieposten in de vroegere Goudkust. Rechts het kerkje met de schoolgebouwen, midden en links de slordige verzameling van min of meer gemoderniseerde hutten. Op de achtergrond de zee. De Hollanders stonden er voor bekend, dat zij de bset ingerichte slavenschepen hadden, niet om dat ze begaan waren met het lot van hun scheepslast zwarten, maar omdat zjj hun menselijke koopwaar in goede staat wilden bewaren om er in Amerika een zo hoog mogelijke prijs voor te bedingen. Een paar eeuwen lang ging deze beschamende handel door, totdat in 1863 de slavernij werd afgeschaft. In het huidige Ghana zijn op veel plaatsen nog sporen van de Hollandse bezettingstijd te vin den. Zo is de naam van het dorp Winneba een verbastering van de naam Windenbaai. In het vissers plaatsje Shama staan in en buiten oud-Hollandse straatlantaarns. Maar "ooral te Elmina in het fort St.-George kan de Nederlan der zich thuis voelen In het fort, waar nu een techni sche school is ondergebracht vindt hij meerdere opschriften in zijn eigen taal. Op een der muren van de kapel staat geschreven: „Zion is des Heeren woonstede, sijn woonplaatse in eeuwighyd". Op de binnenplaats is in 17c2 een lang grafschrift aangebracht door een zekere A. Andriesse, predi kant te Veere. In het stadje El mina zelf zijn de overblijfselen uit de tijd van de Hollanders le- Op vele plaatsen langs de kust van Ghana vindt men forten of overblijfselen van forten uit de 16e en 17e eeuw. Ze werden gebouwd door Portugezen, En gelsen, Fransen, Denen en niet te vergeten door de Hollanders die op een bepaald moment in de 17e eeuw zo goed als alle forten langs de kust van Gha na in hun bezit hadden. Van uit deze forten werd handel gedreven, de mensonterende slavenhandel vooral, waarin de Hollanders zeer bedreven wa ren. In deze forten vindt men veelal diepe kelders, waarin de slaven moesten verblijven, tot dat er een schip kwam, dat hen meenam naar de West. Op de foto het fort Amsterdam, vlak bij het plaatsje Anamabu. Het werd door de Hollanders gebouwd "n het begin van de 17e eeuw. gio. De gevels van verschillende huizen en gebouwen hebben veel weg van de oud-Hollandse trap- geveltjes. Er is een Javaheuvel, een Hollandse Tuin en een Hol lands Kerkhof. Op een der grafstenen staat vermeld: Aan An. v.d. Ebb Rid der v.d. Ned. Leeuw, Kol. Gouv. der Bezittingen, Geb. Rotterdam 3 jan. 1813. Overl. St.-Georges d'Elmina den 21 Sept. 1852. Zijn vriend H. van Rijckevorsel te Rot terdam. Door geheel Elmina slingeren nog boeken in de oud-Hollandse taal, bijbels vooral. Veel zwarten dra gen er Nederlandse namen: v.d. Pallen, Van Boven, v.d. Broek, Vroom. Dichtbij Elmina ligt het plaatsje Vroomdorp. De negers zijn zeer trots op blanke" namen. In hun zorgelo ze geesten is niet veel blijven hangen van het verschrikkelijke onrecht dat hun in vroeger tijden is aangedaan. Soms komt er nog iets boven. Zo kan het gebeuren dat een neger aan een van de Ne derlandse missionarissen, die in Ghana werken, vraagt of hij een Engelsman is. De pater zegt: Neen. Van welk blank ras hij dan wel is? Nederlander is het antwoord. ,,Ehè", zegt de zwarte, „dan zijn het uw voorouders, die onze voor vaderen hebben weggesleept naar Amerika. Het waren slechte man nen. „Dat klopt' 'antwoordt de vrome nazaat van de Hollandse slaven halers. Hij heeft een afdoend ver weer bij de hand. „Je hebt gelijk Kodjo, mijn voorouders waren niet van de braafsten. Ze hebben jullie groot onrecht aangedaan. Maar nu zijn wij, Nederlandse priesters hier gekomen, om alles weer goed te maken. Begrijp je?" Kodjo begrijpt het en een stra lende glimlach scheurt zijn mond open tot achter zijn oren. „Ja, ja, de Fada is een beste kerel en al die andere Dutch Fa thers ook. Ze werken heel hard voor this g...d... black people..." De sportcommissie van de Bel gische wielerbond heeft de na volgende renners aangewezen voor de Belgische ploeg voor de wereldkampioenschappen op de weg en op de baan. Professionals: Weg: Rik van Steenbergen, Rik van Looy (kampioen van België), Jean Adriaenssens, Frans Aerenhouts, Fred de Bruyne, Jef Planckaert, Jos Schils en Willy Vannitsen. Re serves: Nobert Kerckhove, Mi chel van Aerde, Leon van Daele en Martin van Geneugden. Sprint: Joseph Debakker (kam pioen van België); Achtervolging: Jean Brankart (kampioen van België) en Julien van Oostende; Reserves: Jose Thomas en Andre Bar; Stayers: Paul Depaepe, Dolf Ver- schueren (kampioen van België) en Ray Impanis. Amateurs: Weg: Constant de Keyser (kam pioen van België), Jose Colette, Emile Daems, Henri Dewolf, Valere Paulissen en Alphonse Sweeck; re serves: Alphonse Beckaert, Jose Denoyette, Maurice Joosen, Willy Vandenberghen, Rene Vanderveken en Louis van Huyck; De uitslagen van het zomeravond voetbal in de periode van 6 t.m. 9 augustus luiden: Rayon Vlissingen: GPC-PZEM 1-7, Gebr. v. d. Berg-Uiterton 11-0. Rayon Terneuzen: PTT Bundeltouw- Waterleiding 4-1. Sprint: Auguste Deschesne (kam pioen van België), Gilbert de Rieck en Camille Somerling; reserves: Jean Goovaerts, Lode Aerts en Eve- rard Go; Achtervolging: José Denoyette en Francois Dessogne; reserves: Luc Flohimont en Jesus Irraberen. Het jaarlijkse open tennistoernooi te Domburg is weer bijzonder succesvol verlopen. Ondanks dc grote deelname er moesten 150 partijen worden gespeeld kon het programma vlot worden afgewerkt. J. van Boeckholz uit Amersfoort, winnaar van vorig jaar zegevierde ook ditmaal in het heren-enkelspel, zodat hij de wisselbeker van de Domburgse VVV weer voor een jaar mee naar huis mocht nemen. Hij won de finale van de Zeeuwse kampioen M. Nord- lohne met 3-6, 6-1, 6-1. Rina van der Hage uit Domburg, die vorig jaar het dames-enkelspel won, bracht het niet tot de finale. Deze ging tussen mevrouw Lake uit Vlissingen en mevrouw Salomé uit Amsterdam, die met 6-1 6-3 het toernooi won. Toch behaalde Rina van der Hage nog twee toernooi-overwinningen. Sa men met Betsy van Fraayenhove uit Axel won zij de finale van het dames dubbelspel met 6-1 6-1 van de dames Lako en Timmermans uit Vlissingen. Samen met de Vlissinger K. W. Af- fourtit zegevierde zij ook in de finale gemengd dubbelspel door mevrouw Hermsen en de Zeeuwse jeugdkampi oen Paul Hermsen te kloppen met 3-6, 6-2, 6-3. De finale van het heren-dubbelspel tenslotte werd gewonnen door de Ha genaar K. Corporaal en de Vlissinger J. Dolleman. Zij schakelden J. van Boeckholz en A. Boone uit Domburg uit met 6-0, 4-6, 6-4. (Van onze correspondent in Australië) De honderdduizendste Nederlandse emigrant staat gereed om over te steken naar dit werelddeel; het is een aanleiding terug te blikken op het pad door de emigranten hier tot dusver afgelegd. Ongetwijfeld zal de honderdduizendste emigrant een ogenblik op een voetstuk worden geplaatst, doch eigenlijk moeten de hon derdduizend Nederlanders welke zich thans hier bevinden, even gaan staan om een woord van waardering in ontvangst te nemen. De honderdduizendste zelf staat im mers nog slechts aan het begin van zijn emigrantenloopbaan; heeft in feite tot dusver niets meer gepres teerd dan zich aanmelden voor emi gratie; straks zal moeten blijken in hoeverre hij of zij ware emigrant (e) zal zijn. Doch buiten het aantal emigranten dat straks op de "Johan van Olde- barneveldt" het honderdduizendtal vol zal maken, hebben zij allen in Australië wat groots verricht. Laat ik allereerst mogen erkennen, dat zich in Australië allerminst uit sluitend geslaagde emigranten be vinden; ik kan u verzekeren in de loop der jaren heel wat trieste ver halen en klaagliederen te hebben aangehoord! Dit was ook de reden, waarom ik in het verleden in correspondenties mezelf nimmer aan overdreven en thousiaste verhalen te buiten ben ge gaan; mogelijk wel al te dikwijls heb gewaarschuwd tegen een te groot op timisme bij het emigreren. Want emi greren is naar mijn mening slechts voor de besten onder ons volk be stemd, dat wil zeggen, voor degenen die iets kunnen presteren; tegen een hard leven althans in de eerste jaren zijn opgewassen; het heim wee kunnen overwinnen; hun kracht niet zoeken in klagen, doch in aan pakken. Nit voor degenen die willen leunen op allerlei vormen van Staatshulp en -steun, doch die volledig op eigen benen kunnen staan. In de loop der jaren moge er zo hier en daar dan een "steuntje" zijn gegeven doch de ware emigrant zoekt z'n eigen weg in het nieuwe land. Neen, van "pionieren" is geen spra ke meer sinds vrijwel overal gebaan de wegen worden gevonden, doch er moet wel een pioniersgeest aanwezig zijn, wil de emigrant langs die ge baande wegen niet neervallen! De uitdrukking "geslaagde emi grant" heeft mij altijd tegenge staan. Naar dat "geslaagd zijn" wordt in de meeste gevallen het be zit aan aardse goederen afgewogen; in sommige gevallen is dat "ge slaagd zijn" zeer problematisch. Het houdt dikwijls in, dat een jacht naar geld en goed heeft plaats gevonden, niet naar het levensgeluk. In hoeveel gevallen is bijvoorbeeld het gezinsleven daaraan opgeofferd? Talrijke voorbeelden zou ik hiervan kunnen geven; in aards bezit is men dan rijker geworden doch in geeste lijk en moreel opzicht, armer. Dit heeft met emigratie op zichzelf niets te maken, het ligt aan de emi grant die niet alleen stuwkracht moet bezitten, doch ook kunnen afremmen. Er worden aan een emigrant vele eisen gesteld. Te vaak wordt gedacht dat de mislukkeling in het vaderland, de trage, de ontevredene, middels emi gratie uitkomst zal vinden. Als regel is het tegenovergestelde het geval; zij behoren vaak tot de categorie van "mislukte emigranten." De emigrant leert op de harde ma nier. Toen ik vorig jaar tijdens mijn verblijf in Nederland op een vergade ring het woord had gevoerd, vroeg iemand die als kantoorbediende een behoorlijk bestaan had, of hij terwille van zijn opgroeiende kinderen zou gaan emigreren. Uiteraard heb ik de man op dat punt zelf de beslissing moeten laten, doch hem wel mede gedeeld erop voorbereid te zijn mo gelijk een of twee jaar in de fabriek te moeten werken, omdat vooral ten gevolge van de taalmoeilijkheden, hij niet zo dadelijk op een kantoor ge plaatst zou kunnen worden. De man verklaarde zich dat tenvolle te rea liseren en tot elk soort werk bereid te zijn. Het gezin is gekomen; inderdaad moest de man prompt de fabriek in. Toen ik hem onlangs bezocht, waren de klaagtonen na die paar weken niet van de lucht. Er is verschil tussen theorie en de praktijk van het emigreren..... Ziet u, daarom heb ik emigratie nimmer als een prettig uitstapje af geschilderd, doch als een hard leven. Maar: met mogelijkheden! Emigreren is mooi En nu klinkt het u mogelijk als een tegenstelling in de oren, wan neer ik opmerk dat emigreren mooi is, doch hierbij beperk ik mij slechts tot degenen die tot de ware emigran ten gerekend kunnen worden. O ja, zij mogen heus wel klagen; het kampleven valt niet mee; zo dik wijls lijkt het uitzichtloos in de eerste tijden; men voelt zich vreemd; zo ver van huis; mist familie, vrien den en het vaderland- Zo was het acht jaar geleden toen ik met de kampen kennis maakte; zo is het zij het dan ook in ver minderde mate nog. Emigreren is hard en moeilijk, doch ook mooi. Het geeft de kans eigen wil en energie te ontplooien; om iets te ontwerpen en tot uitvoer te brengen. Je ziet het groeien, soms snel, al naarmate er krachten in het gezin beschikbaar zijn. Daarom is allerminst degene die kans heeft gezien 'n groot bedrijf of flinke zaak op te bouwen 'n „geslaag de emigrant"; ook, mogelijk vooral hij die gelukkig is in z'n werk, z'n huis, de zonneschijn, de natuur en het klimaat is tenvolle geslaagd; soms beter nog dan de emigrant die z'n zakenzorgen naar dit land meen- nam. Emigreren is mooi, indien je emi greren kunt! Het maakt menig mens sterker in het leven. Weer „thuis" Maak u zich geen illusies; het duurt gewoonlijk heel lang voordat een emigrant zich weer "thuis" voelt. Hij moge z'n eigen huis bezitten, doch daarmee is hij nog niet "thuis." De banden met de geboortegrond en al degenen die er wonen worden eigenlijk nooit verbroken. Bij duizen den gaan onze landgenoten uit de "voortrekkersgroepen" thans met va kantie of maken hun plannen daar toe; bijna allen komen zij onbevre digd terug. Ze voelden zich in het vaderland niet meer thuis; verlangden naar dit zonnige land, dochverwijlen in gedachten nog zo heel vaak in het kleine land aan de Noordzee. „Een emigrant blijft een zwerver; hij raakt nergens meer thuis," schreef ik eens; hij moge hier ge slaagd zijn of niet, hij hinkt altijd in z'n waardering tussen het nieu we en het oude vaderland. Maar, er is toekomst voor hemzelf en... de kinderen, die het oude ge makkelijker loslaten en het nieuwe meestal enthousiast aanvaarden. Australië is een mooi land; er is ruimte en er zijn mogelijkheden. Emigreren is moeilijker dan u denkt; degenen die hier nu zijn heb ben wat groots in hun leven verricht, al is dat in de meeste gevallen dan ook binnen hun eigen gezin. De band tussen het kleine Neder land en het onmetelijke land aan de ze zijde van de wereldbol is in de loop der jaren hechter geworden. Niet alleen uit oogpunt van emigra tie, doch ook in het algemene we reldgebeuren is de positie van Au stralië steeds meer v. betekenis ge worden en kreeg het groter bekend heid. Met honderdduizend Nederlanders hier: „it can 't be wrong Een viermotorig transportvliegtuig van de Amerikaanse luchtmacht is gisteren bij St.-Vith in oost-België verongelukt. De zeven bemanningsle den zijn omgekomen. Het toestel, van het type B-50, had een vracht benzine van Engeland naar Wiesbaden gebracht en was leeg op de terugreis. Volgens ooggetuigen verloor het vliegtuig een motor, waarna het brandend neerstortte. De Nederlandse kustvaarder „Ce lebes" uit Groningen is gisteren ten zuiden van het Deense eiland Fueh- nen bij nevelig weer in aanvaring ge weest met een kleine Deense motor boot. De Deense boot zonk en het 5-jarige dochtertje van de bootbe stuurder verdronk. De bestuurder en zijn vrouw werden door een Deens vaartuig opgepikt. Aan boord van de „Celebes" scheen men het ongeluk niet opgemerkt te hebben, want het schip zette zijn reis naar Zweden voort. De zesde algemene vergadering van de Internationale Astronomische Unie heeft te Moskou haar bureau voor de volgende drie jaar samenge steld. Tot president van de Unie is geko zen prof. dr. J. Oort. directeur van het Leidse Observatorium. Dr. D. H. Sadler (Engeland) is tot secretaris generaal gekozen. Hij volgt in deze functie de Leidse professor P. Oos terhof f op. RIK VAN STEENBERGEN heeft woensdag bij het Belgische Arden nen-plaatsje Arlon de overwinning behaald. IN DOMBURG werd de jaarlijkse ringrijderij gehouden. Winnaar werd H. Hendering en tweede J. Rost Onnes. De Engelse profclub Arsenal heeft woensdagavond in stadion-Diekman te Enschede in een lichtwedstrijd een 2-1 zege behaald op Sportclub En schede. Bij de rust was de stand 1-1. De wedstrijd werd bijgewoond door 20.000 toeschouwers. In de eerste helft scoorden midvoor Biggs (na 2 minuten) en Abe Lenstra (na 40 mi nuten). In de tweede helft scoorde invaller linksbinnen Bloomfield (na 2 minuten) DAMESCONFECTIE Te Rotterdam slaagde voor de vak examens damesconfectie en klein- vakartikelen W. van Overmeir. te St. Jansteen. GOES, 13 aug. Export- en in dustrieveiling: beauty of bath h65-75 69, h55-65 3336, h2 14; perzikr. zo- merappel h70-80 34, h60-70 32, h2 21; yellow transp. h65-75 34. höö-65 26, h2 17; pree. de trev. st60-70 79, st55-60 35—36, st50-55 25, h60-70 79, h65-70 87, h55-60 33—35, h50-55 23—24; dubb. pr.bonen 1 29, 2 26; bramen 1 134-138, 2 112. Gewone veiling: yellow transp. k 23-25, fabr. 15-19, perzikr. zomerap- pel k 20-25, fabr. 15-19, early vict. k 16, fabr. 12, beauty of bath k 34, fabr. 16, pree. de trev. k 20-28, div. appels kr. 9-14, bramen p. doos 2 46, framb. p. doos 2 22-41, rode bessen p. doos 2 33-34, druiven 1 210, dubb. boerem- witte 1 60, mons. hative 1 68-79, fabr, 59; czarpruimen 1 45-61, gr. 41-48, 2 35-40, fabr. 31-37; Ontario 1 57-74, gr. 46-61, 2 38-46, fabr. 39-49; Washington 1 50-62, gr. 43-53, 2 34-47, fabr. 30-38. Groenten: p. stuk: krospla Al 4-6 A2 3-5, bl.kool Al 42 A2 26-36 BI 16-18 B2 10-13 afw. 10-12, komk. Al 14-18 A2 12-13 BI 9-13 B2 12-13 Cl 9-10, meloenen 53-93; per kg: torn. A 24-32 B 26-34 C 21-23, aug. A 107, B 86-104 C 49-50 D 18-29, gr. sav.kool 7-9, r.kool 9-16, dubb. pr.bonen 25-31, stoksnijbn. 28-47, pronkbonen 21-25, and. 8-11, aardapp. bonken 9, gr. 7-8, driel. 3-4; per bos: uien 7-10, kroten 9. DEN BOSCH, 13 aug. Op de markt van heden werden aangevoerd 6161 sutks vee, zijnde 1917 runderen, 267 graskalveren. 676 vette kalveren, 288 nuchtere kalveren, 838 schapen, 10 geiten, 68 fokzeugen, 311 slachtvar» kens, 33 lopers, 1753 biggen. De prijzen waren, behoudens uit zonderingen voor dieren van buiten gewone kwaliteit, als volgt: melk- en kalfkoeien 700-1225, guiste koeien 670. 980, kalfvaarzen 760-1215. klamvaarzen 725-960, guiste vaarzen 675-850, pinken 440-475, graskalveren 275-475, nuchtere kalveren voor fok- of mesterij 77,50- 230, weideschapen 45-75, drachtige zeugen 300-400, lopers 66-78, biggen 46-63, alles per stuk. Slachtrunderen aanvoer 670 stuks. Extra kwaliteit 3,20-3.40, le kw. 3.10- 3,20, 2e kw. 2,75-3,05, 3e kw. 2,65-2,75, vette stieren 2,80-3,10. worstkoeien 2,60-2,70, alles per kg geslacht gewicht, vette kalveren le kw. 2,70-3,00, 2e kw. 2,25-2,55, 3e kw. 1,95-2,15, nuchtere slachtkalveren 1,50-1,80. slachtvarkens 1,68-1.80 slachtzeugen le kw. 155-1,62. 2e kw. 1,46-1,53, alles per kg levend gewicht, vette schapen 65-95, nuchtere slachtkalveren 52,50-72,50, alles p. stuk. Verdere mededelingen: melk- en kalfkoeien, aanvoer gelijk vor. week, handel lui, prijzen duur. Guiste koeien matig, handel en prijzen iets gedrukt. Jongvee minder, redelijk goed, stabiel. Vette kalveren, minder, flauw, nau welijks prijsh. Nuchtere slachtkalve ren, beperkt, vlug, vast. Schapen en lammeren, groter, rustig, weinig ver andering. Fokzeugen, ruimer, kalm, niet goedkoper. Lopers en biggen, gro ter, goed, gehandhaafd. Slachtvee, minder, vlot. stijf duur. Slachtzeugen, minder, willig, ruim prijshoudend. KAPELLE, 13 aug Industrie- en ex portveiling: Bramen, industrie aan voer 2 ton I 92, II 61, dubb. prinsessen- bonen 1 25,10, 2 25,00-25,10, afw. door draai 25 (aanvoer afw. 15 ton), appe len en peren: Yellow Transparant h 65-75 35, h 55-65 28-30, h2 18, keuken 27, fabr. 13-15, perzikrode zomerappel h70-80 37, h60-70 34, h2 22, k 28-29, f. 18, Early Victoria h 70-80 32, h 60-70 22, 2 15, keuken 19. fabr. 15. Precose de Trevoux st. 60-70 83, st. 55-60 35-36, st. 50-55 26-27, h 60-70 82, h 55-60 33-34, h 50-55 23-24, k 27, fabr. 16-17, Ooras- kinderenpeer h 55-60 59, h 50-55 43, h 45-50 32, h 2 19, keuken 34, Scarlet Pimpernel k. 53-58, fabr. 28, Stark Ear. lyst k 64, fabr. 22, Noordhollandse suikerpeer 1 17-19, 2 13-16, bruine herenpeer 1 16. 2 7, Early Mc. Intosh h 70-60 48, h 55-60 42. Geplukte kroet- appelen 14, val kroetappelen 12, ver pakt fruit: Scarlet Pimpernel st. 75-80 124, st. 65-70 114-118, st. 55-60 64-66, st. 60-65 83-85, st. 70-75 121-126, Stark Earlyst st. 65 108, st. 60 79, st. 55 51. Gewone aanvoer veiling: Pruimen: Czar 1 46-69, 2 32-45. grof 38-51, fabr. 28-33, Reine Claude d'Ouillins 1 59-78, 2 38-54, grof 46-69, fabr. 36-45, Onta rio 1 57-81, 2 38-52, grof 48-69, fabr. 32-46, Reine Victoria 1 41-60, wijn pruimen 1 51, Utility 1 73, grof 42, Belle de Louvain 1 76, grof 51-66, ge scheurde pruimen 31-48, kasperziken per stuk Al 22, 1 17, 2 10, rode bessen per doos 1 38, per kg 2 102-115, druiven Frankenthaler 1 181, bramen per doos 1 28-41, 2 29-34, frambozen per doos 2 15-30, loganbessen per doos 1 75-79, aardappelveiling: 1 6-9, bonken 10-11, kriel en drielingen 1. Groentenveiling: komkommers 9-10, andijvie 12, bloem kool 10-13, snijbonen 1 47, 2 25-36, to maten A 38-42, B 37-40, C 33-35, sav. kool 7-8U, sjalotten 11, saboboon 25, uien 17, pronkbonen 35, kroten 8%, rabarber 2-3(4, augurken 66. TERNEUZEN. 13 aug. Sla 6,40- 10,70, bl.kool 10-33, w. komk. 8-10, seld. 6-8, peen 15-16, kroten 4, uien 5-7, eerstel. 1 7-11,80, meerlander 1 10,10, eigenheimers 9-9,60, and, 11-20, stoksnijbn. 34-41. prins.bonen 25-37, saxa 20-25, pronkbonen 25-29, r.kool 8-15. sav.kool 12-20, peentjes 1 7,70- 13,20, prei 30-29, rabarber 18, torn. A 33-41 B 40-41 C 27-35, uien 11, wil- deruien 50, spitskool 5-6, perzikr. zo- merappels 1 26-53, 2 21-25. k 22-32, f 21-24, yellow transp. 1 30-44, k 33- 42, f 16-33, kroet 5-16, pree. de trev. st65 80, steo 81. st55 35-44, st50 24-28, hl st60 76-82. st55 32-42, st50 21-30, hl 15-24, k 28-34. f 9-18, czarpruimen 1 65-72, 2 57, f 33-59, Ontario gr. 80-88, f 54-74, Washington 1 60-100, gr. 63-73, f 61. bramen p. doosje 34. framb. p. doosje 28-31, druiven p. kg 188-190. Konstanz 403 (+3), Rheinfelden 293 (onv.), Breisach 244 (+17), Straats burg 326 (+16), Maxau 500 15), Mannheim 348 (+6), Mainz 321 (-5), Bingen 229 (onv.). Kaub 252 (+7), Trier 139 (+2), Koblenz 251 (+9), Keulen 238 (+16), Ruhrort 447 (+31), Lobith 1038 (+27), Nijmegen 806 (+22), Arnhem 835 (+20), Eefde IJs- sel 342 (+8), Deventer 244 (+7), Mon- sin 5578 (+23). Visé 5020 (+50) Borg. haren 3963 (+58), Belfeld 1104 (-12) Grave beneden de sluis 463 (-7).

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1958 | | pagina 3