Herinneringen
slavenhandel
in
aan de
Ghana
De honderdduizend vol
Belgische ploeg voor
wereldkampioenschap
Er werd iets groots verricht
ARSENAL WON
13
DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 14 AUGUSTUS 1958
mm
Verdediging
Nieuwe heren...
Sporen
Slechte mannen
Zomeravondvoetbal
Tennistoernooi
in Domburg
Emigreren (naar Australië) is moeilijker dan U denkt
Even achterom kijken
Vliegtuig V.S. in
België neergestort
zeven doden
Deense motorboot
zonk na aanvaring
Prof. Oort voorzitter
Astronomische Unie
SPORT IN 'T KORT
EXAMENS
MARKTEN
WATERSTANDEN
13
Langs de gehele kust van
Ghana, de vroegere Goud
kust, vindt men forten en
overblijfselen van forten uit
vroeger tijden Hun ligging
is meestal zeer pittoresk,
maar aan deze grimmige
voorposten van de westerse
beschaving is een geschiede
nis verbonden vol bloedige
moordpartijen, verraad, uit
buiting en mensonterende
slavenhandel, waarin ook
onze bloedeigen voorouders
een beschamende rol hebben
gespeeld.
Het begon in 1482, toen een Por
tugese vloot op de rede van El-
mina aan de Goudkust voor an
ker ging. Aan boord van de sche
pen bevond zich een compleet
fort. Voordien hadden de Portu
gezen reeds de westkust van
Afrika verkend en handel gedre
ven met de inlanders, de zoge
naamde stille ruilhandel, omdat
de een de ander niet vertrouwde.
Vanaf de schepen werden stoffen
en andere ruilartikelen aan wa' ge
bracht. De inboorlingen wachtten
totdat de blanken weer aan boord
waren en kwamen dan te voor
schijn. Nadat ze de koopwaar had
den gekeurd legden zij er de te
genwaarde in stofgoud naast en
trokken zich terug. Dan roeiden
de blanken weer naar het strand
en wanneer de voorraad goud
hun voldoende voorkwam, namen
ze deze mee en lieten hun han
delswaar over aan de inlanders.
De stille ruilhandel was echter
nogal gevaarlijk en bracht te
weinig op. Vandaar dat de Por
tugezen besloten zich blijvend te
Elmina te vestigen. In Portugal
werd een groot fort, steen voor
steen, balk voor balk, kant en
klaar gemaakt en per schip naar
West-Afrika vervoerd. In twintig
dagen was de bouw van het fort
zo ver gevorderd, dat men zich
tegen een eventuele aanvaller kon
verdedigen. Het kreeg de naam
Fort St.-George d'Elmina. Iets
verder landinwaarts verrees het
kleinere fort St.-Jago. Ook op an
dere plaatsen langs de kust wer
den versterkingen gebouwd.
Tientallen jaren lang waren de
Portugezen de enige blanken, die
handel dreven op de Westkust.
Als katholieken gedroegen ze zich
heel vreemd: zij openden een le
vendige handel in negerslaven en
slavinnen, die in het begin naar
Portugal en later naar Amerika
werden vervoerd, nadat men hen
eerst heel devoot het doopsel had
toegediend.
Geruchten over enorme goud
vondsten aan de Goudkust, trok
ken ook de zeevaarders van an
dere naties aan: Engelsen, Hol
landers, Fransen, Denen, Zwe
den en Brandenburgers.
Op het einde van de 16e eeuw be
gonnen de Hollanders aan de
bouw van enkele versterkingen
aan de Goudkust, waaronder het
fort Nassau te Mori. Van meet
af aan wilde het niet boteren
tussen Hollanders en Portugezen.
De Hollanders stookten verschil
lende stammen op tegen de Por
tugezen, kochten inboorlingen om
met geld en jenever en voorzagen
hen van geweren. In 1637 zagen
zij hun kans schoon. Met 1300
blanke soldaten en een aantal
zwarte krijgers trokken zij op
tegen het enorme fort St.-George
d'Elmina en veroverden het.
Niet lang daarna deden de Por
tugezen al hun bezittingen aan de
Goudkust over aan de Hollanders
die daar "an toen af de sterkste
westerse mogendheid uitmaakten.
Met de Portugezen verdween
ook het katholicisme uit dit land.
Er wordt beweerd dat in de buurt
van Elmina een fetisj, Santony
wordt vereerd en dat deze afgod
een Antoniusbeeld is, uit de tijd
van de Portugezen.
Langs de kust bouwden de nieu
we meesters verschillende forten:
fort Ruyghaver aan de Ankobra-
rivier, Batenstein te Butri; Oran-
ItA® Secondi, St.-Sebastiaan te
Hn vredenburg te Kommen-
T.p'"a.™ter,dam Kormantin,
rnonr A6"3 te AP*™ en Crève-
iaren viAC°ÏS'- In de lo°P van de
r."?® bjina alle forten van
de HoUandem handen Van
"et ware,n natuurlijk vooral de
Engelsen, die hun hierbij de voet
?wars zetten. Onophoudelijk
kwam het tot botsingen en op "n
e,n moment verscheen zelfs
Michiel de Ruyter voor de Goud-
Kust en ontnam de Engelsen al
de forten, die zij op de Hollan
ders hadden veroverd.
In het begin va nde 19e eeuw
begon de macht van de Hollan
ders aan de Goudkust te tanen.
De voortdurende oorlogen met de
door de Engelsen omgekochte
stammen deden geen goed aan de
handel. Daarbij kwam, dat Oost-
Indië als handelsgebied "eel be
langrijker bleek dan Afrika. De
Hollanders hielden echter nog
stand *ot het jaar 1872. Toen ver
kochten zij het fort St.-George
d'Elmina en al hun verdere bezit
tingen aan de Engelsen en ver
dwenen van de Goudkust.
Dit is heel in het kort de ge
schiedenis van het koloniaal wel
en wee rnzer voorzaten in het
land van Ghana. Men zou echter
een boekenkast kunnen vullen
met de beschrijving van de men
selijke en morele aspecten van
deze geschiedenis. Wat in dit tijd
perk door de blanken, ook door
de Hollanders aan de zwarten
werd misdreven was wel zó on
menselijk en zó weerzinwekkend,
dat het zich eigenlijk niet in fat
soenlijke termen laat beschrijven.
Honderdduizenden mannen, vrou
wen en kinderen uit hun omge
ving weggerukt, verdwenen als
vee in de dompige ruimen van
schepen, om verkocht te worden
in een wildvreemd land, waar zij
te werk werden gesteld in mijnen
en op plantages.
De blanken zelf gingen niet op
de slavenjacht. Inlandse slaven
handelaars zorgden voor de no
dige aanvoer uit het binnenland.
De slaven waren meestal krijgs
gevangenen uit de vele oorlogen,
die de stammen onderling voer
den. Het gebeurde echter ook wel
dat een groep door blanken bewa
pende slavendrijvers een dorp
omsingelden, de meest geschikte
inwoners in de ijzers sloegen en
de rest koelbloedig afmaakten.
De slaven werden ondergebracht
in forten en factorijen, totdat het
eerstvolgende schip hen aan
boord nam. In verschillende for
ten zoals het fort Amsterdam,
vindt men nog de ruime, don
kere slavenkelders.
Men '-an zich zonder veel moei
te indenken, hoe het toeging aan
boord van de schepen, waar hon
derden mannen, vrouwen en kin
deren opeen zaten gepakt onder
de hoede van ee ruwe, vaak
niets ontziende blanke beman
ning Tijdens de maandenlange
zeereis braken nogal eens epi
demieën uit in de overbevolkte
ruimen, vooral dysenterie en
sc^heurbuik. Dan verdween lijk
na lijk over de reling en slechts
een gering aantal slaven bereikte
de overzijde van de Oceaan
Bevallen van besmettelijke
ziekten kon het ook gbeuren, dat
een gedeelte van de levende la
ding werd opgeruimd. Men liet
de zieke negers vrijwillig over
boord springen en wanneer zij
daar geen zin in hadden, werden
ze een handje geholpen. Verzeke
ring dekte immers de schade!
Veel zwarten zaten dag in, dag
uit met 't hoofd tussen de knieën
en treurden zó, dat ze eraan stier
ven. Om hun de nodige levens
lust bij te brengen werden de sla
ven in groepen aan dek gebracht
om daar te dansen, desnoods te
gen wil en dank. Want dansen
was tevens een goede remedie
tegen scheurbuik.
Shama, een oud vissersplaatsje
in Ghana, in de huurt van
Cape Coast. Shama was vroe
ger een belangrijke plaats: de
Nederlanders hadden er een
fort en dreven er handel. Op
verschillende plaatsen staan de
echte, ouderwetse, Nederlandse
petroleumlantaarns. Nader
hand is Shama sterk achteruit
gegaan. Shama was een van
de eerste missieposten in de
vroegere Goudkust. Rechts het
kerkje met de schoolgebouwen,
midden en links de slordige
verzameling van min of meer
gemoderniseerde hutten. Op de
achtergrond de zee.
De Hollanders stonden er voor
bekend, dat zij de bset ingerichte
slavenschepen hadden, niet om
dat ze begaan waren met het lot
van hun scheepslast zwarten,
maar omdat zjj hun menselijke
koopwaar in goede staat wilden
bewaren om er in Amerika een
zo hoog mogelijke prijs voor te
bedingen. Een paar eeuwen lang
ging deze beschamende handel
door, totdat in 1863 de slavernij
werd afgeschaft.
In het huidige Ghana zijn op
veel plaatsen nog sporen van de
Hollandse bezettingstijd te vin
den. Zo is de naam van het dorp
Winneba een verbastering van de
naam Windenbaai. In het vissers
plaatsje Shama staan in en buiten
oud-Hollandse straatlantaarns.
Maar "ooral te Elmina in het
fort St.-George kan de Nederlan
der zich thuis voelen
In het fort, waar nu een techni
sche school is ondergebracht
vindt hij meerdere opschriften in
zijn eigen taal. Op een der muren
van de kapel staat geschreven:
„Zion is des Heeren woonstede,
sijn woonplaatse in eeuwighyd".
Op de binnenplaats is in 17c2 een
lang grafschrift aangebracht door
een zekere A. Andriesse, predi
kant te Veere. In het stadje El
mina zelf zijn de overblijfselen
uit de tijd van de Hollanders le-
Op vele plaatsen langs de kust
van Ghana vindt men forten
of overblijfselen van forten uit
de 16e en 17e eeuw. Ze werden
gebouwd door Portugezen, En
gelsen, Fransen, Denen en niet
te vergeten door de Hollanders
die op een bepaald moment in
de 17e eeuw zo goed als alle
forten langs de kust van Gha
na in hun bezit hadden. Van
uit deze forten werd handel
gedreven, de mensonterende
slavenhandel vooral, waarin de
Hollanders zeer bedreven wa
ren. In deze forten vindt men
veelal diepe kelders, waarin de
slaven moesten verblijven, tot
dat er een schip kwam, dat
hen meenam naar de West. Op
de foto het fort Amsterdam,
vlak bij het plaatsje Anamabu.
Het werd door de Hollanders
gebouwd "n het begin van de
17e eeuw.
gio. De gevels van verschillende
huizen en gebouwen hebben veel
weg van de oud-Hollandse trap-
geveltjes. Er is een Javaheuvel,
een Hollandse Tuin en een Hol
lands Kerkhof.
Op een der grafstenen staat
vermeld: Aan An. v.d. Ebb Rid
der v.d. Ned. Leeuw, Kol. Gouv.
der Bezittingen, Geb. Rotterdam
3 jan. 1813. Overl. St.-Georges
d'Elmina den 21 Sept. 1852. Zijn
vriend H. van Rijckevorsel te Rot
terdam.
Door geheel Elmina slingeren nog
boeken in de oud-Hollandse taal,
bijbels vooral. Veel zwarten dra
gen er Nederlandse namen: v.d.
Pallen, Van Boven, v.d. Broek,
Vroom. Dichtbij Elmina ligt het
plaatsje Vroomdorp.
De negers zijn zeer trots op
blanke" namen. In hun zorgelo
ze geesten is niet veel blijven
hangen van het verschrikkelijke
onrecht dat hun in vroeger tijden
is aangedaan. Soms komt er nog
iets boven. Zo kan het gebeuren
dat een neger aan een van de Ne
derlandse missionarissen, die in
Ghana werken, vraagt of hij een
Engelsman is.
De pater zegt: Neen.
Van welk blank ras hij dan wel
is?
Nederlander is het antwoord.
,,Ehè", zegt de zwarte, „dan zijn
het uw voorouders, die onze voor
vaderen hebben weggesleept naar
Amerika. Het waren slechte man
nen.
„Dat klopt' 'antwoordt de vrome
nazaat van de Hollandse slaven
halers. Hij heeft een afdoend ver
weer bij de hand. „Je hebt gelijk
Kodjo, mijn voorouders waren
niet van de braafsten. Ze hebben
jullie groot onrecht aangedaan.
Maar nu zijn wij, Nederlandse
priesters hier gekomen, om alles
weer goed te maken. Begrijp je?"
Kodjo begrijpt het en een stra
lende glimlach scheurt zijn mond
open tot achter zijn oren.
„Ja, ja, de Fada is een beste
kerel en al die andere Dutch Fa
thers ook. Ze werken heel hard
voor this g...d... black people..."
De sportcommissie van de Bel
gische wielerbond heeft de na
volgende renners aangewezen
voor de Belgische ploeg voor de
wereldkampioenschappen op de
weg en op de baan.
Professionals:
Weg: Rik van Steenbergen,
Rik van Looy (kampioen van
België), Jean Adriaenssens,
Frans Aerenhouts, Fred de
Bruyne, Jef Planckaert, Jos
Schils en Willy Vannitsen. Re
serves: Nobert Kerckhove, Mi
chel van Aerde, Leon van Daele
en Martin van Geneugden.
Sprint: Joseph Debakker (kam
pioen van België);
Achtervolging: Jean Brankart
(kampioen van België) en Julien van
Oostende; Reserves: Jose Thomas
en Andre Bar;
Stayers: Paul Depaepe, Dolf Ver-
schueren (kampioen van België) en
Ray Impanis.
Amateurs:
Weg: Constant de Keyser (kam
pioen van België), Jose Colette,
Emile Daems, Henri Dewolf, Valere
Paulissen en Alphonse Sweeck; re
serves: Alphonse Beckaert, Jose
Denoyette, Maurice Joosen, Willy
Vandenberghen, Rene Vanderveken
en Louis van Huyck;
De uitslagen van het zomeravond
voetbal in de periode van 6 t.m. 9
augustus luiden:
Rayon Vlissingen: GPC-PZEM 1-7,
Gebr. v. d. Berg-Uiterton 11-0.
Rayon Terneuzen: PTT Bundeltouw-
Waterleiding 4-1.
Sprint: Auguste Deschesne (kam
pioen van België), Gilbert de Rieck
en Camille Somerling; reserves:
Jean Goovaerts, Lode Aerts en Eve-
rard Go;
Achtervolging: José Denoyette en
Francois Dessogne; reserves: Luc
Flohimont en Jesus Irraberen.
Het jaarlijkse open tennistoernooi te
Domburg is weer bijzonder succesvol
verlopen. Ondanks dc grote deelname
er moesten 150 partijen worden
gespeeld kon het programma vlot
worden afgewerkt.
J. van Boeckholz uit Amersfoort,
winnaar van vorig jaar zegevierde ook
ditmaal in het heren-enkelspel, zodat
hij de wisselbeker van de Domburgse
VVV weer voor een jaar mee naar
huis mocht nemen. Hij won de finale
van de Zeeuwse kampioen M. Nord-
lohne met 3-6, 6-1, 6-1.
Rina van der Hage uit Domburg, die
vorig jaar het dames-enkelspel won,
bracht het niet tot de finale. Deze ging
tussen mevrouw Lake uit Vlissingen
en mevrouw Salomé uit Amsterdam,
die met 6-1 6-3 het toernooi won.
Toch behaalde Rina van der Hage
nog twee toernooi-overwinningen. Sa
men met Betsy van Fraayenhove uit
Axel won zij de finale van het dames
dubbelspel met 6-1 6-1 van de dames
Lako en Timmermans uit Vlissingen.
Samen met de Vlissinger K. W. Af-
fourtit zegevierde zij ook in de finale
gemengd dubbelspel door mevrouw
Hermsen en de Zeeuwse jeugdkampi
oen Paul Hermsen te kloppen met
3-6, 6-2, 6-3.
De finale van het heren-dubbelspel
tenslotte werd gewonnen door de Ha
genaar K. Corporaal en de Vlissinger
J. Dolleman. Zij schakelden J. van
Boeckholz en A. Boone uit Domburg
uit met 6-0, 4-6, 6-4.
(Van onze correspondent in Australië)
De honderdduizendste Nederlandse emigrant staat gereed om
over te steken naar dit werelddeel; het is een aanleiding terug te
blikken op het pad door de emigranten hier tot dusver afgelegd.
Ongetwijfeld zal de honderdduizendste emigrant een ogenblik
op een voetstuk worden geplaatst, doch eigenlijk moeten de hon
derdduizend Nederlanders welke zich thans hier bevinden, even
gaan staan om een woord van waardering in ontvangst te nemen.
De honderdduizendste zelf staat im
mers nog slechts aan het begin van
zijn emigrantenloopbaan; heeft in
feite tot dusver niets meer gepres
teerd dan zich aanmelden voor emi
gratie; straks zal moeten blijken in
hoeverre hij of zij ware emigrant (e)
zal zijn.
Doch buiten het aantal emigranten
dat straks op de "Johan van Olde-
barneveldt" het honderdduizendtal
vol zal maken, hebben zij allen in
Australië wat groots verricht.
Laat ik allereerst mogen erkennen,
dat zich in Australië allerminst uit
sluitend geslaagde emigranten be
vinden; ik kan u verzekeren in de
loop der jaren heel wat trieste ver
halen en klaagliederen te hebben
aangehoord!
Dit was ook de reden, waarom ik
in het verleden in correspondenties
mezelf nimmer aan overdreven en
thousiaste verhalen te buiten ben ge
gaan; mogelijk wel al te dikwijls heb
gewaarschuwd tegen een te groot op
timisme bij het emigreren. Want emi
greren is naar mijn mening slechts
voor de besten onder ons volk be
stemd, dat wil zeggen, voor degenen
die iets kunnen presteren; tegen een
hard leven althans in de eerste
jaren zijn opgewassen; het heim
wee kunnen overwinnen; hun kracht
niet zoeken in klagen, doch in aan
pakken.
Nit voor degenen die willen leunen
op allerlei vormen van Staatshulp en
-steun, doch die volledig op eigen
benen kunnen staan. In de loop der
jaren moge er zo hier en daar dan
een "steuntje" zijn gegeven doch de
ware emigrant zoekt z'n eigen weg
in het nieuwe land.
Neen, van "pionieren" is geen spra
ke meer sinds vrijwel overal gebaan
de wegen worden gevonden, doch er
moet wel een pioniersgeest aanwezig
zijn, wil de emigrant langs die ge
baande wegen niet neervallen!
De uitdrukking "geslaagde emi
grant" heeft mij altijd tegenge
staan. Naar dat "geslaagd zijn"
wordt in de meeste gevallen het be
zit aan aardse goederen afgewogen;
in sommige gevallen is dat "ge
slaagd zijn" zeer problematisch.
Het houdt dikwijls in, dat een
jacht naar geld en goed heeft plaats
gevonden, niet naar het levensgeluk.
In hoeveel gevallen is bijvoorbeeld
het gezinsleven daaraan opgeofferd?
Talrijke voorbeelden zou ik hiervan
kunnen geven; in aards bezit is men
dan rijker geworden doch in geeste
lijk en moreel opzicht, armer.
Dit heeft met emigratie op zichzelf
niets te maken, het ligt aan de emi
grant die niet alleen stuwkracht moet
bezitten, doch ook kunnen afremmen.
Er worden aan een emigrant vele
eisen gesteld.
Te vaak wordt gedacht dat de
mislukkeling in het vaderland, de
trage, de ontevredene, middels emi
gratie uitkomst zal vinden. Als regel
is het tegenovergestelde het geval;
zij behoren vaak tot de categorie
van "mislukte emigranten."
De emigrant leert op de harde ma
nier.
Toen ik vorig jaar tijdens mijn
verblijf in Nederland op een vergade
ring het woord had gevoerd, vroeg
iemand die als kantoorbediende een
behoorlijk bestaan had, of hij terwille
van zijn opgroeiende kinderen zou
gaan emigreren. Uiteraard heb ik de
man op dat punt zelf de beslissing
moeten laten, doch hem wel mede
gedeeld erop voorbereid te zijn mo
gelijk een of twee jaar in de fabriek
te moeten werken, omdat vooral ten
gevolge van de taalmoeilijkheden, hij
niet zo dadelijk op een kantoor ge
plaatst zou kunnen worden. De man
verklaarde zich dat tenvolle te rea
liseren en tot elk soort werk bereid
te zijn.
Het gezin is gekomen; inderdaad
moest de man prompt de fabriek in.
Toen ik hem onlangs bezocht, waren
de klaagtonen na die paar weken
niet van de lucht.
Er is verschil tussen theorie en de
praktijk van het emigreren.....
Ziet u, daarom heb ik emigratie
nimmer als een prettig uitstapje af
geschilderd, doch als een hard leven.
Maar: met mogelijkheden!
Emigreren is mooi
En nu klinkt het u mogelijk als
een tegenstelling in de oren, wan
neer ik opmerk dat emigreren mooi
is, doch hierbij beperk ik mij slechts
tot degenen die tot de ware emigran
ten gerekend kunnen worden.
O ja, zij mogen heus wel klagen;
het kampleven valt niet mee; zo dik
wijls lijkt het uitzichtloos in de eerste
tijden; men voelt zich vreemd; zo
ver van huis; mist familie, vrien
den en het vaderland-
Zo was het acht jaar geleden toen
ik met de kampen kennis maakte;
zo is het zij het dan ook in ver
minderde mate nog.
Emigreren is hard en moeilijk,
doch ook mooi. Het geeft de kans
eigen wil en energie te ontplooien;
om iets te ontwerpen en tot uitvoer
te brengen.
Je ziet het groeien, soms snel, al
naarmate er krachten in het gezin
beschikbaar zijn.
Daarom is allerminst degene die
kans heeft gezien 'n groot bedrijf of
flinke zaak op te bouwen 'n „geslaag
de emigrant"; ook, mogelijk vooral
hij die gelukkig is in z'n werk, z'n
huis, de zonneschijn, de natuur en
het klimaat is tenvolle geslaagd;
soms beter nog dan de emigrant die
z'n zakenzorgen naar dit land meen-
nam.
Emigreren is mooi, indien je emi
greren kunt! Het maakt menig mens
sterker in het leven.
Weer „thuis"
Maak u zich geen illusies; het
duurt gewoonlijk heel lang voordat
een emigrant zich weer "thuis" voelt.
Hij moge z'n eigen huis bezitten,
doch daarmee is hij nog niet "thuis."
De banden met de geboortegrond
en al degenen die er wonen worden
eigenlijk nooit verbroken. Bij duizen
den gaan onze landgenoten uit de
"voortrekkersgroepen" thans met va
kantie of maken hun plannen daar
toe; bijna allen komen zij onbevre
digd terug.
Ze voelden zich in het vaderland
niet meer thuis; verlangden naar dit
zonnige land, dochverwijlen in
gedachten nog zo heel vaak in het
kleine land aan de Noordzee.
„Een emigrant blijft een zwerver;
hij raakt nergens meer thuis,"
schreef ik eens; hij moge hier ge
slaagd zijn of niet, hij hinkt altijd
in z'n waardering tussen het nieu
we en het oude vaderland.
Maar, er is toekomst voor hemzelf
en... de kinderen, die het oude ge
makkelijker loslaten en het nieuwe
meestal enthousiast aanvaarden.
Australië is een mooi land; er is
ruimte en er zijn mogelijkheden.
Emigreren is moeilijker dan u
denkt; degenen die hier nu zijn heb
ben wat groots in hun leven verricht,
al is dat in de meeste gevallen dan
ook binnen hun eigen gezin.
De band tussen het kleine Neder
land en het onmetelijke land aan de
ze zijde van de wereldbol is in de
loop der jaren hechter geworden.
Niet alleen uit oogpunt van emigra
tie, doch ook in het algemene we
reldgebeuren is de positie van Au
stralië steeds meer v. betekenis ge
worden en kreeg het groter bekend
heid.
Met honderdduizend Nederlanders
hier: „it can 't be wrong
Een viermotorig transportvliegtuig
van de Amerikaanse luchtmacht is
gisteren bij St.-Vith in oost-België
verongelukt. De zeven bemanningsle
den zijn omgekomen.
Het toestel, van het type B-50, had
een vracht benzine van Engeland
naar Wiesbaden gebracht en was leeg
op de terugreis. Volgens ooggetuigen
verloor het vliegtuig een motor,
waarna het brandend neerstortte.
De Nederlandse kustvaarder „Ce
lebes" uit Groningen is gisteren ten
zuiden van het Deense eiland Fueh-
nen bij nevelig weer in aanvaring ge
weest met een kleine Deense motor
boot. De Deense boot zonk en het
5-jarige dochtertje van de bootbe
stuurder verdronk. De bestuurder en
zijn vrouw werden door een Deens
vaartuig opgepikt.
Aan boord van de „Celebes" scheen
men het ongeluk niet opgemerkt te
hebben, want het schip zette zijn
reis naar Zweden voort.
De zesde algemene vergadering
van de Internationale Astronomische
Unie heeft te Moskou haar bureau
voor de volgende drie jaar samenge
steld.
Tot president van de Unie is geko
zen prof. dr. J. Oort. directeur van
het Leidse Observatorium. Dr. D. H.
Sadler (Engeland) is tot secretaris
generaal gekozen. Hij volgt in deze
functie de Leidse professor P. Oos
terhof f op.
RIK VAN STEENBERGEN heeft
woensdag bij het Belgische Arden
nen-plaatsje Arlon de overwinning
behaald.
IN DOMBURG werd de jaarlijkse
ringrijderij gehouden. Winnaar werd
H. Hendering en tweede J. Rost
Onnes.
De Engelse profclub Arsenal heeft
woensdagavond in stadion-Diekman
te Enschede in een lichtwedstrijd een
2-1 zege behaald op Sportclub En
schede. Bij de rust was de stand 1-1.
De wedstrijd werd bijgewoond door
20.000 toeschouwers. In de eerste
helft scoorden midvoor Biggs (na 2
minuten) en Abe Lenstra (na 40 mi
nuten). In de tweede helft scoorde
invaller linksbinnen Bloomfield (na
2 minuten)
DAMESCONFECTIE
Te Rotterdam slaagde voor de vak
examens damesconfectie en klein-
vakartikelen W. van Overmeir. te St.
Jansteen.
GOES, 13 aug. Export- en in
dustrieveiling: beauty of bath h65-75
69, h55-65 3336, h2 14; perzikr. zo-
merappel h70-80 34, h60-70 32, h2 21;
yellow transp. h65-75 34. höö-65 26,
h2 17; pree. de trev. st60-70 79, st55-60
35—36, st50-55 25, h60-70 79, h65-70
87, h55-60 33—35, h50-55 23—24; dubb.
pr.bonen 1 29, 2 26; bramen 1 134-138,
2 112. Gewone veiling: yellow transp.
k 23-25, fabr. 15-19, perzikr. zomerap-
pel k 20-25, fabr. 15-19, early vict. k
16, fabr. 12, beauty of bath k 34, fabr.
16, pree. de trev. k 20-28, div. appels
kr. 9-14, bramen p. doos 2 46, framb.
p. doos 2 22-41, rode bessen p. doos
2 33-34, druiven 1 210, dubb. boerem-
witte 1 60, mons. hative 1 68-79, fabr,
59; czarpruimen 1 45-61, gr. 41-48, 2
35-40, fabr. 31-37; Ontario 1 57-74, gr.
46-61, 2 38-46, fabr. 39-49; Washington
1 50-62, gr. 43-53, 2 34-47, fabr. 30-38.
Groenten: p. stuk: krospla Al 4-6 A2
3-5, bl.kool Al 42 A2 26-36 BI 16-18
B2 10-13 afw. 10-12, komk. Al 14-18
A2 12-13 BI 9-13 B2 12-13 Cl 9-10,
meloenen 53-93; per kg: torn. A 24-32
B 26-34 C 21-23, aug. A 107, B 86-104
C 49-50 D 18-29, gr. sav.kool 7-9, r.kool
9-16, dubb. pr.bonen 25-31, stoksnijbn.
28-47, pronkbonen 21-25, and. 8-11,
aardapp. bonken 9, gr. 7-8, driel. 3-4;
per bos: uien 7-10, kroten 9.
DEN BOSCH, 13 aug. Op de
markt van heden werden aangevoerd
6161 sutks vee, zijnde 1917 runderen,
267 graskalveren. 676 vette kalveren,
288 nuchtere kalveren, 838 schapen,
10 geiten, 68 fokzeugen, 311 slachtvar»
kens, 33 lopers, 1753 biggen.
De prijzen waren, behoudens uit
zonderingen voor dieren van buiten
gewone kwaliteit, als volgt: melk- en
kalfkoeien 700-1225, guiste koeien 670.
980, kalfvaarzen 760-1215. klamvaarzen
725-960, guiste vaarzen 675-850, pinken
440-475, graskalveren 275-475, nuchtere
kalveren voor fok- of mesterij 77,50-
230, weideschapen 45-75, drachtige
zeugen 300-400, lopers 66-78, biggen
46-63, alles per stuk.
Slachtrunderen aanvoer 670 stuks.
Extra kwaliteit 3,20-3.40, le kw. 3.10-
3,20, 2e kw. 2,75-3,05, 3e kw. 2,65-2,75,
vette stieren 2,80-3,10. worstkoeien
2,60-2,70, alles per kg geslacht gewicht,
vette kalveren le kw. 2,70-3,00, 2e kw.
2,25-2,55, 3e kw. 1,95-2,15, nuchtere
slachtkalveren 1,50-1,80. slachtvarkens
1,68-1.80 slachtzeugen le kw. 155-1,62.
2e kw. 1,46-1,53, alles per kg levend
gewicht, vette schapen 65-95, nuchtere
slachtkalveren 52,50-72,50, alles p. stuk.
Verdere mededelingen: melk- en
kalfkoeien, aanvoer gelijk vor. week,
handel lui, prijzen duur. Guiste koeien
matig, handel en prijzen iets gedrukt.
Jongvee minder, redelijk goed, stabiel.
Vette kalveren, minder, flauw, nau
welijks prijsh. Nuchtere slachtkalve
ren, beperkt, vlug, vast. Schapen en
lammeren, groter, rustig, weinig ver
andering. Fokzeugen, ruimer, kalm,
niet goedkoper. Lopers en biggen, gro
ter, goed, gehandhaafd. Slachtvee,
minder, vlot. stijf duur. Slachtzeugen,
minder, willig, ruim prijshoudend.
KAPELLE, 13 aug Industrie- en ex
portveiling: Bramen, industrie aan
voer 2 ton I 92, II 61, dubb. prinsessen-
bonen 1 25,10, 2 25,00-25,10, afw. door
draai 25 (aanvoer afw. 15 ton), appe
len en peren: Yellow Transparant h
65-75 35, h 55-65 28-30, h2 18, keuken
27, fabr. 13-15, perzikrode zomerappel
h70-80 37, h60-70 34, h2 22, k 28-29, f. 18,
Early Victoria h 70-80 32, h 60-70 22,
2 15, keuken 19. fabr. 15. Precose de
Trevoux st. 60-70 83, st. 55-60 35-36, st.
50-55 26-27, h 60-70 82, h 55-60 33-34,
h 50-55 23-24, k 27, fabr. 16-17, Ooras-
kinderenpeer h 55-60 59, h 50-55 43, h
45-50 32, h 2 19, keuken 34, Scarlet
Pimpernel k. 53-58, fabr. 28, Stark Ear.
lyst k 64, fabr. 22, Noordhollandse
suikerpeer 1 17-19, 2 13-16, bruine
herenpeer 1 16. 2 7, Early Mc. Intosh
h 70-60 48, h 55-60 42. Geplukte kroet-
appelen 14, val kroetappelen 12, ver
pakt fruit: Scarlet Pimpernel st. 75-80
124, st. 65-70 114-118, st. 55-60 64-66,
st. 60-65 83-85, st. 70-75 121-126, Stark
Earlyst st. 65 108, st. 60 79, st. 55 51.
Gewone aanvoer veiling: Pruimen:
Czar 1 46-69, 2 32-45. grof 38-51, fabr.
28-33, Reine Claude d'Ouillins 1 59-78,
2 38-54, grof 46-69, fabr. 36-45, Onta
rio 1 57-81, 2 38-52, grof 48-69, fabr.
32-46, Reine Victoria 1 41-60, wijn
pruimen 1 51, Utility 1 73, grof 42,
Belle de Louvain 1 76, grof 51-66, ge
scheurde pruimen 31-48, kasperziken
per stuk Al 22, 1 17, 2 10, rode bessen
per doos 1 38, per kg 2 102-115, druiven
Frankenthaler 1 181, bramen per doos
1 28-41, 2 29-34, frambozen per doos 2
15-30, loganbessen per doos 1 75-79,
aardappelveiling: 1 6-9, bonken 10-11,
kriel en drielingen 1. Groentenveiling:
komkommers 9-10, andijvie 12, bloem
kool 10-13, snijbonen 1 47, 2 25-36, to
maten A 38-42, B 37-40, C 33-35, sav.
kool 7-8U, sjalotten 11, saboboon 25,
uien 17, pronkbonen 35, kroten 8%,
rabarber 2-3(4, augurken 66.
TERNEUZEN. 13 aug. Sla 6,40-
10,70, bl.kool 10-33, w. komk. 8-10,
seld. 6-8, peen 15-16, kroten 4, uien
5-7, eerstel. 1 7-11,80, meerlander 1
10,10, eigenheimers 9-9,60, and, 11-20,
stoksnijbn. 34-41. prins.bonen 25-37,
saxa 20-25, pronkbonen 25-29, r.kool
8-15. sav.kool 12-20, peentjes 1 7,70-
13,20, prei 30-29, rabarber 18, torn.
A 33-41 B 40-41 C 27-35, uien 11, wil-
deruien 50, spitskool 5-6, perzikr. zo-
merappels 1 26-53, 2 21-25. k 22-32, f
21-24, yellow transp. 1 30-44, k 33-
42, f 16-33, kroet 5-16, pree. de trev.
st65 80, steo 81. st55 35-44, st50 24-28,
hl st60 76-82. st55 32-42, st50 21-30, hl
15-24, k 28-34. f 9-18, czarpruimen 1
65-72, 2 57, f 33-59, Ontario gr. 80-88,
f 54-74, Washington 1 60-100, gr. 63-73,
f 61. bramen p. doosje 34. framb. p.
doosje 28-31, druiven p. kg 188-190.
Konstanz 403 (+3), Rheinfelden 293
(onv.), Breisach 244 (+17), Straats
burg 326 (+16), Maxau 500 15),
Mannheim 348 (+6), Mainz 321 (-5),
Bingen 229 (onv.). Kaub 252 (+7),
Trier 139 (+2), Koblenz 251 (+9),
Keulen 238 (+16), Ruhrort 447 (+31),
Lobith 1038 (+27), Nijmegen 806
(+22), Arnhem 835 (+20), Eefde IJs-
sel 342 (+8), Deventer 244 (+7), Mon-
sin 5578 (+23). Visé 5020 (+50) Borg.
haren 3963 (+58), Belfeld 1104 (-12)
Grave beneden de sluis 463 (-7).