Hulst bouwde zeven torens m zeven eeuwen tijd Zeven.... of negen Hiaten in geschiedenis Drie dagen torenfeest Gebu ren van Hulst schonken deel van nieuwe beiaard Waardering voor Bliksem alle en oorlogen vernielden vorige bouwwerken amateur FEESTCOMITé En nu De Tweede Opnieuw Souvenirs en meuw DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 5 JULI 1958 11 llllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Gaarne geef ik uiting aan mijn gevoelens van grote vreugde en dunk baarheid, nu een nieuwe bekroning op de viering storen onzer motiu- mentale St. Willibrordus- basiliek is voltooid. De diepe wonden, welke de oorlog had geslagen zijn geheeld en in hernieuwde gedaante is de toren herrezen. Evenzeer ben ik verheugd, nu in de toren weer een bei aard is opgehangen, nadut de vorige in 1876 door blik seminslag werd vernield. Bij de aanbieding van een be drag ten bate van het stichten van een Beiaardfonds heeft het toenmalige comité op 1 februari 1932 de wens geuit, dat de door de burgerij zo zeer gewenste beiaard zo spoedig mogelijk zou ge plaatst worden. Deze beiaard is er thans en heeft ons reeds vergast op zijn heldere en welluidende klanken. Laat Hulst, één rond kerk en toren, harmonisch als de beiaard, thans feesten en ju belen. A. L. S. LOCKEFEER, BURGEMEESTER VAN HULST Illl Het tot stand komen van deze spe ciale pagina ter gelegenheid van de nieuwe toren van Hulst is voor een belangrijk deel te danken aan de medewerking van een der oudere Hulstenaren. We bedoelen de heer R. O. Wiiking, die zich bijzonder in teresseert voor de historie van stad en streek en die een documentatie bezit waarop men jaloers kan zijn. Daaruit heeft hij ons een schat van gegevens verstrekt, waaruit we de historie der vorige torens van Hulst hebben kunnen nagaan en beschrijven. Wij hopen dat alle bewoners van de feestende stad er genoegen aan zul len beleven. En wij zijn daarvan trou wens wel zeker, want de belangstel ling voor de plaatselijke historie is -en typisch Hulsterse karaktertrek. Vandaar dat Hulst een aantal goed onderlegde en goed gedocumenteerde ..amateur-historici" heeft kunnen op leveren. Behalve de heer R. O. Wii king, wiens liefde vooral naar de Basiliek uitgaat, zijn er b.v. de heren P. Brand, die op het gubied van wallen en vestingwerken vooral des kundig is, D. Biesbroeck, die onde» talloze toeristen naam heeft gemaakt als een plezierig vertellende gids. L. Fricot, die geen gelegenheid voor bij laat gaan om te getuigen van de historische grootheid van zijn stad. en verscheidene anderen. I 18e september 1944, toen de Basiliek-1 j toren door het le regiment van de I Poolse pantserdivisie werd vernield. I Vanuit St.-Jansteen schoot men de toren omlaag. Het kroontje van het bouwwerk, ontdaan van het wegge slingerde kruis en de windvaan, kwam op de noordzijde van het hoge kerkdak terecht en bleef hangen op de muur en het schalkkapiteel. De zware scheiboog van het travee naast de toren stortte omlaag. (Van onze redacteur) De stad Hulst heeft zich voor de zevende maal in zeven eeuwen tijds een nieuwe toren ge bouwd. De eerbiedwaardige Basiliek van de H. Willibrordus, waarin nog slechts de vier kolos sale torenzuilen tot de allereerste toren beho ren, draagt thans een modern torenlichaam, ge bouwd van beton en in niets herinnerend aan de vorige torens. De nieuwe toren, van de architect J. Brouwer Van de eerste drie torens is weinig bekend, Van de eerste praktisch helemaal niets. Over de bouw van de kerk van Hulst weet men immers zeer weinig. Was ze er al toen in 1180 Graaf Philip van den Elzas stadsrechten toekende aan Hulst? Men weet bet niet. Wellicht zouden de archieven van het Sint Salvator Ka pittel te Utrecht of het Lieve Vrouwe Kapittel te Kortrijk op heldering kunnen verschaffen over de stichting van de Hulsterse parochie. Het is van veel belang dat men daaruit de ongetwijfeld aanwezige schat aan historische gegevens opgraaft, teneinde de hiaten in de geschiedenis van stad en parochie aan te vullen! Wat men wel weet is, dat de kerktoren van Huist, reeds vanaf de stichting van de huidige kerk dus, staat op de viering van een kerk met één rij benedenramen. Dit kwam aan het licht tij dens de restauratie van 1931 tot 1934. uit Aalsmeer, getuigt van zijn tijd, zowel in lijn als in materiaal. Hulst is er nog steeds niet enthousiast over. De herinnering aan de vorige toren is nog te levendig. Maar ook dat was een toren, die niet tot de oorspronkelijke bouw be hoorde, evenmin als die daarvóór, want Hulst schrijft zijn geschiedenis aan de hand van ver vallen, uitgebrande of verwoeste kerktorens. In 1402 werd de tweede toren ge bouwd. Het jaarboek 1930 van de Oudheidkundige Kring „De vier am bachten" vertelt er, in een artikel van A. de Mul, meer van. Meester Laureins van der Leyen uit Gent bouwde deze „suffisantelike" toren in opdracht van de stad naar het voor beeld van de torens van Dixmuide, Deinze of Beveren, nadat de eerste waarschijnlijk zodanig in verval was geraakt dat vervanging nodig was Hoe „suffisantelik" die toren ook mag zijn geweest, hij was toch niet bestand tegen de bliksem die in 1468 zowel de toren als het grootste deel van de stad trof en vernietigde. Lang bleef de kerk van Hulst niet zonder toren. Reeds enige jaren later werd de herbouw opgedragen aan de plaatselijke timmerman Pieter Bruun- baert, die het werk deed voor 9 groo- ten, ofwel 22,5 cent per dag. Tevoren reeds had meester Heinric de Wa- ghemakere uit Mechelen op het kerk hof van de stad de klokken gegoten Begin 1470 rees de toren, gebouwd op de onverwoestbare achthoekige stenen kuip van de oorspronkelijke toren, ge heel vernieuwd hemelwaarts. Maar ook deze toren zou niet staan de blijven. Op 6 juni 1562 sloeg op nieuw de bliksem in en de toren werd door brand verwoest. Hoe deze toren en de twee vorige, eruit gezien heb ben is niet bekend. Er is geen enkele afbeelding van gebleven. De blikseminslag van 1562 veroor zaakte overigens een hevige ramp over de stad. De kerkedaken gingen in vlammen op en verder wel 160 huizen en andere gebouwen, alle met stro of riet gedekt. Daaronder was het klooster van de Observanten, het refugium van Cambron en het Vlees huis aan de Overdam. Evenals in 1470, toen de herbouw van alle verwoeste gebouwen direct ter hand genomen werd, werkte het stadsbestuur voort varend aan de vernieuwing. Het be taalde de helft in de kosten indien men een met tegels of leien gedekt dak liet bouwen en ook de torenher- bouw werd spoedig aangepakt. In 1563 kwam de nieuwe toren, gebouwd door Jasper den Timmerman uit Ant werpen, gereed. Men kent dil bon Na werk van de schilderij van Cornelis de Vos, die in de Raadszaal hangt. De nieuwe toren van Hulst, schepping van de heer J. Brou wer, architect te Aalsmeer. Hij heeft durf getoond: een toren van voorgespannen beton op een zeven eeuwen oude kerk, het is een uniek feit. Maar ontegenzeggelijk past het mo derne bouwwerk, opmerkelijk geconstrueerd, bij de eerbied waardige Basiliek. Hulst zal zijn nieuwe toren in de loop der eerstkomende jaren stellig zeer gaan waarderen! vinden) en de vierde Is zoekgeraakt. Naar sommige oudere Hulstenaren ons vertelden, is deze vierde steen destijds gewoon vernield. Hoe deze toren eruit zag weet men van een schilderij van Jan Haak, een Hulsterse schilder en ook van een gravure van Kerk en Stadhuis, uit f739. Maar voor de derde maal slaat de bliksem in. Op 20 november 1663. 's nachts tussen drie en vier uur, ont stond een verschrikkelijk onweer. Na dat de laatste donderslag verklonken was, namen schildwachten een klein vuur op de toren waar. Direct daaton sloeg een vonkenregen uit de peer onder het kruis en dat was het begin van een hevige brand die de toren en de kerkedaken vernielde. Het heeft heel wat hoofdbrekens gekost de stad zelf te behouden want er sloeg een ware vonkenregen over de daken. Onvermoeid bouwden de Hulstena ren zich een nieuwe toren. Op 8 april 1664 werd het werk aanbesteed, in 1665 legde Benjamin de Beaufort de eerste steen en spoedig verrees het bouwwerk, tamelijk hoog, rustig en kloek, in renaissancestijl. Er kwam een uurwerk en een klokkenspel in, van 28 klokken, gemaakt door de klok kengieter Pieter Hemony. Hij gebruik te hiertoe de overgebleven spijs van de gesmolten klokken. Een bijzonder heid is, dat een der klokjes van He mony nog altijd bewaard is gebleven. Het hangt in de Burgerzaal van het Stadhuis. Er zijn meerdere dingen van deze toren van Bernard Maes uit Aalst be waard. Bijvoorbeeld de stenen wa pens van Vlaanderen, de Verenigde Nederlanden, van Hulst en van Oran je. Althans, drie daarvan. Twee zijn in het Stadhuis ingemetseld, een is in de stadhuistuin te zien (en m»n zou er, dit tussen haakjes, toch eens een waardiger plaats voor moeten Een enorme brand werd in de nacht van 31 augustus op 1 september 1876 veroorzaakt, opnieuw door de blik sem. Het hemelvuur schijnt de Hul sterse torens erg kwaad gezind. Uit heel de omtrek snelden brandspuiten toe zelfs die van Antwerpen, die ech ter, tot aan St.-Niklaas gekomen, terugkeren kon omdat de brand be dwongen was. Toen was van de toren niets meer over dan verkoold hout werk. Maar in 1878 al werd een nieuwe toren gebouwd, die welke de Hulste naren van thans zo goed hebben ge kend. Het was een toren van architect dr. Pierre Cuypers, die een sierlijk bouwwerk met vier omgangen deed verrijzen. Bij de restauratie van de kerk, van 1931 tot 1934. werd de toren spits opnieuw bekleed met dakleien en lood. Vele jaren daarvoor, in 1903 had Hulst al een ander restauratie werk aan zijn toren beleefd. Toen heeft, blijkens een beschrijving van drs. L. M. de Boer, de Hulsterse aan nemer B. H. Reuling in twee uur tijd de toren die aan één zijde gevaarlijk begon over te hellen, rechtgezet. Een sterk staaltje van bouwtechniek. Alle Hulstenaren van die tijd her inneren zich, als was het gisteren, de Het heeft dertien jaar geduurd al vorens er een nieuwe toren verrees, langer dan ooit in de geschiedenis der Hulsterse torens. In 1952 weid een prijsvraag uitgeschreven en de jury. bestaande uit burgemeester 3. I A. Th. M. Truffino, prof. F. A. I Eschauzier, ir. F. J. Gouwetor I. H. Groenewegen en jhr. dr. E. M. I van Nispen tot Sevenaer, besloot een- I parig de eerste prijs toe te kennen aan de Aalsmeerse architect J. Brou wer, die zijn ontwerp onder de schuil naam Prediker" ingezonden had. Men had de nieuwe toren graag in september 1954, dus juist tien jaar na de vernieling, gereed gehad, maar het heeft veel langer geuurd. Pas in 1957 kon het werk worden opgedra gen. De Middelburgse aannemers firma Woudenberg deed het werk. In Zwijndrecht. bij Schokbeton N. V., werden de delen der pylonen en van de engelenfiguren, elk van 1000 tot 2000 kilo zwaar, gegoten en per truck naar Hulst gereden, waar men de stukken op elkaar stapelde, als een blokkendoos. Een karweitje overigens dat niet zo heel eenvoudig was. want het was de eerste maal in de bouwhistorie dat een toren van voorgespannen be ton werd gebouwd. Het werk heeft heel wat belangstelling van deskun digen gekregen. Nu rijst de nieuwe toren, in volle breedte tot aan de voet van het kruis, maar toch rank en open, omhoog. Het hemelvuur heeft in onze dagen niet meer die kansen die het vroeger had. Verval kan een toren als deze ook niet aantasten, want het is een bouwwerk dat eeuwen kan trotseren. Langer dan ruim een eeuw hield geen der Hulsterse torens stand. Moge deze, gebouwd in onze jachtige, moderne en technische eeuw, een langer bestaan beschoren zijn, opdat de Hulstenaren een nieuwe liefde voor- hun toren zullen kunnen opbouwen, een liefde overigens die nog moet ontluiken! Van links naar rechts: 1. De to- Z ren, die Jasper de timmerman uit Antwerpen in 1563 voor Hulst bouwde. Het was de vierde die op Z de kerk verrees. Cornelis de Vos heeft er een bekend schilderij van gemaakt. 2. De vijfde toren werd in 1666 door Bernard Maes uit Z Aalst gebouwd. Deze toren ging: in Z 1876 bij een brand verloren. Vele Z Hulstenaren herinneren zich de J verhalen van hun ouders over de- ze brand nog goed. 3. Deze toren Z staat alle Hulstenaren nog leven- Z dig voor de geest. In september 1944 schoten de Polen het bouw- werk van de Roermondse archi- tect P. Cuijpers omlaag. 4. De Z juist gereed gekomen toren, die Z de kerk thans siert en die men Z een langere levensduur dan een eeuw toewenst. Er bestaat over het aantal torens dat Hulst bezeten heeft, enig verschil van mening. De heer R. O. Wiiking, die veel stu die van de historie der kerk heeft gemaakt, houdt het erop dat onze nieuwe toren de zevende is. De heer P. J. Brand evenwei meent dat het de negende moet zijn. De heer Wiiking verklaart dit verschil waar wij voor het ove rige buiten blijven; dat is een zaak voor de historici!) door de in 1600 en 1724 uitgegeven grote bedragen voor de toren van de kerk. De stadsrekeningen gewa gen daarvan. Dat moet, aldus de heer Wiiking, voor onderhoud of herstelwerk geweest zijn Zo werd in de jaren 1933 en 1934 ook ongeveer 55.000 gulden voor de toren uitgegeven, zonder dat er van een nieuwe toren tprakt was. ZATERDAG 5 JULI uur. Officiële opening van de feestelijkheden tijdens een zitting van de gemeenteraad. uur. Serenade door de Koninklijke Stedelijke Harmonie, uur. eiaardconcert door de heer Timmermans, Rotterdam. 0 uur: Concert door de Koninklijke Stedelijke Harmonie. 1 in }.)ptr4eden van jeugdorkest „Tremola Thalia", Axel. !f! Eerste opvoering openluchtspel „Uit as verrezen". 9.61) uur. Bal champetre in Molenbolwerk. ZONDAG 6 JULI a Z; vvl"lb'*"1 2 uur: Kinderoptocht. Optreden van jeugdorkest Semuer Gaudete ui, Cling,, Kind,„p,lL in MwTk 5.30 uur: Beiaard concert. 7 uur: Concert door harmonie „Verenigde Vrienden", Sas van Gent. 8.30 uur: Openluchtspel „Uit as verrezen". 9.30 uur: Bal champêtre in Molenbolwerk. MAANDAG 7 JULI 3.30 uur: Beiaardconcert. 7 uur: Concert door Koninklijke Stedelijke Harmc 8.30 uur: Openluchtspel „Uit as verrezen". Een der oudste foto's die in Hulst gemaakt zijn: de toren brand van 1 september 18 76, toen de bliksem de peer onder het kruis trof. Het carillon, op deze foto zichtbaar, ging spelend naar de ondergang. Illllllllllllllllllllllllllllll (Van onze redacteur) Hulst heeft weer een beiaard. Over de daken der huizen twin kelen de ijle tonen van tientallen klokjes en klokken, ieder kwar tier opnieuw. Bijna een eeuw lang heeft de toren gezwegen. Op één september 1876 brandde de door Bernard Maes uit Aalst ge bouwde toren, door de bliksem getroffen, af en het carillon ging zingend ten onder, als een martelaar die tot zijn laatste snik blijft getuigen van zijn geloof. De brand zette de speeltrommel in wer king en totdat de laatste klok, tot een vormeloze hoop koper ver smolten, in de diepte stortte, klingelden de klokken vanuit de woedende vuurzee het toevallig op de trommel gestoken liedje. Het was overigens helemaal niet toepasselijk. Het was ,,Hei, 't was in de mei", ofschoon het september was, en voor de vrolijkheid die het volksliedje uitstraalde was toen juist weinig reden. De bijzonderheid, dat het dit liedje was, danken we aan een oude Hulstenaar, de heer Joseph van Overmeiren, die het zich welis waar niet meer zelf kan herinneren, maar die dit feit hem meegedeeld door zijn ouders altijd onthouden heeft. ,,Het zou erg toepasselijk zijn als men dat liedje tijdens het eerste beiaardconcert eens zou spelen", vond Joseph en dat idee is nog lang zo kwaad niet. Het wijsje waarmee het vorige carillon in 1876 verging, zou het begin moeten zijn van de muzikale loopbaan van de nieuwe beiaard. Goed, Hulst behoort dus weer tot de rij van steden die met vrolijk tin- Voor het Torenfeest van Hulst, dat vóór alles een feest van de Hulste naren zelf is, is een comité gevormd, waarin de volgende heren zitting hebben. Voorzitter is de heer C. v. d. Walle, secretaris de heer J. Loof. Verder hebben erin zitting de heren Boon, J. de Brouwer. J. v. Den deren, J. v. Driessche, Ch. Heirman, R. Hendriks, J, v, d. Heyden. L. de Jong, M. Kommers, Aug. Lockefeer, Is. Maes, J. Mannaert, Th. Stallaert en E. Wauters. llllllliilillllllll kelende klokken hun sfeer kunnen verhogen. Hulst is nu eenmaal een stad waarin een carillon past en het heeft nu ook weer een toren waarin een klokkenspel past. De speeltrom mel, aangesloten op het uurwerk, functioneert al enige tijd en de Hul stenaren weten intussen al wat er komen gaat: het Zeeuwsch-Vlaamse volkslied op de ereplaats van het hele uur, het Wilhelmus op het halve en verder „Ferme jongens, stoere knapen" en „waar de blanke top der duinen" op de kwartieren. De keuze is groot genoeg. Er zijn legio wijsjes die een beiaard kan spelen en we hopen daarom maar, mèt talrijke Hulstenaren, dat men de trommel vaak genoeg zal versteken om te voorkomen dat de ferme jongens, de blanke top en zélfs van d'Ee tot Hon- tenisse de bewoners op de duur de keel zal gaan uithangen. We hopen ook dat de beiaardcon certen die zowel nu als in de toe komst gegeven worden, een tikkeltje vooruitstrevend zuilen worden sa mengesteld, want sedertjjrie tijd'hresui* in vaderlandslievende tooneetters hun volksliedjes bij elkaar jubelden is er echt nog heel wat meer muziek ge componeerd. En veel daarvan is uit stekend geschikt om op een beiaard gespeeld te worden, vaak heel wat beter voor dat doel geschikt dan sort» mige „vaste nummers" op de caril lons. De zwaarste klok van de beiaard heeft een uitstekend gevonden naam gekregen: Cornelis Jansenius, de naam van de eerste Gentse bisschop, die geboortig was van Hulst. De tweedé k?lok heet PoierikéokW v»ar- rnee HL 1st zijn bevrijders eér>^ on danks het feit dat zij het Waren die Hulst van zijn vroegere toren beroof den door de slanke spits met enkele velgemikte treffers naar beneden te oen storten. Op de derde klok is een tekst aan- ebracht waarin voor het nageslacht ipgetekond is dat de Hulstenaren zelf et geld voor het carillon bijeen rachten. Behalve dan dat deel, dat 1 omringende gemeenten aanboden, ant acht buren schonken Hulst pontaan een klokje in de nieuwe toren. De gemeenteraden van deze buren hebben zelf de inscripties op nun klokje samengesteld en hoewel er in sommige gemeenten eerst nog wat specifiek Zeeuwsch-Vlaamse hu mor aan te pas kwam (Wat Hulst zelf niet kan betalen, komen ze op een ander halen dichtte een raads lid!! ontstonden er tenslotte acht se rieuze spreuken. Sommige daarvan hebben iets van de poëtische klank die een beiaard kenmerkt. Axel. van ouds uw zusterstede, leef 'k in uw opbouto mede. Hier zijn de teksten: De Klingeklingeling, geschonken door de gemeente Clinge Vereend in alle noden, heeft Graauw mij aangeboden. Koewacht, dank u wel. Hontenisse zond mij hier, nu breng ik hier vertier. Mij schonk 't Steen, en God ter eer, luid ik nu over alle grenzen heen. Dank. Vogelwaarde, dank, van u kreeg ik mijn klank. Eeuwig zal ik luiden, voor het dorpje uit het zuiden.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1958 | | pagina 7