Kalkoen is bloeddorstig
Dollar-verslindende luxe
Er was eens een schaapherder
Prijzen vuur werk sluit
de kluis
Pagblat) P c Stem
kaas
Opbrengsten Pauselijke
Missiewerken nemen
ieder jaar toe
„Meer dan we kunnen tellen" j
Loterij voor
Scapino Ballet
Miljoenenmassa hongerlijders
AND
VRIJDAG 9 MEI 1958
Uit het veelkleurige verleden van een begeerde vogel
Turkije of Mexico
Voortaan
Kaasdag
Doe nóg meer met
Weer moeilijkheden
voor Lady Docker
Akkoord tussen
V.S. en Euratom
Wat is eigenlijk „De Staat" in de Arabische wereld
Posten voor familie
KREMLON
Het gezin van Dijke (Steenbergen) ging naar Australië
Een moeilijk begin
heer-
m
i
as!
i
i
Korte tijd nadat de Engelse Puriteinen zich als kolonisten in Massa- J
chusetts hadden gevestigd, zag een hunner Thomas Morton heette hij
op een open plek in het bos een aantal bruinachtige vogels. Morton
bekeek de dieren met belangstelling. De volgende dag beschreef hij de
vogels aan enige Indianen. Hij vroeg: „Hoeveel van die vogels zien
jullie iedere dag?" Een der Roodhuiden antwoordde: „Neent matawna",
hetgeen betekent: „Meer dan wij kunnen tellen". Daar Morton Engels
sprak en de Roodhuiden zich van hun Indiaanse taal bedienden, kan het
gesprek niet diepgaand geweest zijn. Niettemin is dit de historische ver
sie van de ontdekking van de wilde kalkoen door de Europeanen in
Massachusetts.
U kunt een kalkoen niet
voor de gek houden! Het
dier is namelijk zó stom,
dat het niet kan begrijpen,
beetgenomen te worden.
Maar als hun de kans wordt
geboden om een soortge
noot te doden, dan zijn alle
kalkoenen onmiddellijk van
de partij!
Dit ontdekkingsverhaal heeft een
anekdotische 'inslag. Maar daar het
gaat over de kalkoen is dat niet zo
heel vreemd. Waarom, bijvoorbeeld,
noemen de Engelsen die vogel „tur
key", hoewel hij niets uitstaande
heeft met Turkije? De Turken gaven
de kalkoen een veel betere naam, na
melijk „Amerikaanse vogel". Inder
daad is de kalkoen Meleagris gal-
lopavo luidt zijn wetenschappelijke
(Latijnse) naam een uit Amerika
stammende vogelsoort. Duizend jaar
geleden, ja, eerder reeds verorberden
de Indianen gretig hun kalkoenebout
jes. Eeuwen nadien, nadat de Span
jaarden Mexico hadden veroverd, ont
dekten de Europeanen de kalkoen
officieel. De conquistadores brachten
in de jaren twintig der zestiende
eeuw de Mexicaanse kalkoen (Melea
gris gallopavo gallopavo) naar Span
je. Van dit land uit vond het dier al
klokkend zijn weg naar vele Europese
landen. Omstreeks 1524 arriveerde de
kalkoen in Engeland.
Eeuwen lang gold dit als de offi
Een Cyperse boerenzoon toont
vol trots z'n kampioen-kalkoen,
die bestemd is voor 't kerstdiner
(Advertentie)
RA»
RA»
V/ycJ^g-
ra»
Zorg dat IJ dit in huis hebt:
Per persoon: 75 gram belegen kaas
<KP
X
GEBAKKEN KAASPLAKKEN
U
ÏC
X
K
K
Jï
K
iiSt
x
De belegen kaas in plakken
van een cm dikte snijden.
Deze door een vrij dik papje
van bloem en water halen,
daarna door paneermeel wen
telen en in de koekepan vlug
aan weerszijden bruin bakken.
Op een verwarmde schotel
schikken en zo warm moge
lijk opdienen.
PUBLICATIE VAN HET NED. ZUIVELBUREAU RIJSWIJK
Lady Norah Docker, die onlangs
door Monaco is uitgewezen omdat
zij de vlag van het Vorstendom
had beledigd, staat voor nieuwe
moeilijkheden. Zij is namelijk ge
dagvaard om op 17 mei in Napels
voor de rechter te verschijnen,
omdat zij twee jaar geleden op Ca
pri een Italiaanse politieman zou
hebben beledigd. Zij heeft op 26
augustus 1956 geprobeerd met een
taxi naar het ponton te rijden,
waar haar luxueuze jacht gemeerd
lag. Toen een politieman dat, op
grond van de plaatselijke verorde
ningen verbood, nam zij „een uit
dagende houding" aan, zo staat er
in de dagvaarding. Zij lichtte de
politieman verscheidene malen de
pet van het hoofd om te laten zien
dat zij lak aan hem had en zij
uitte beledigende volzinnen, aldus
de aanklacht.
Sir Bernard Docker was zeer ge
belgd toen hij dit nieuws vernam.
,.Wij zijn vorig jaar niet eens aan
ival geweest op Capri". brieste hij.
Nadat men hem had meegedeeld
dat de gewraakte belediging niet
van vorig jaar, doch uit 1956 stamt
bedaarde hij en gaf hij als com
mentaar: „Mijn advocaat heeft de
zaak in handen. Hij is reeds naar
Napels vertrokken."
ciële geschiedenis van de kalkoen. Er
ontstonden echter historische moei
lijkheden, toen men in een Sleeswijks
kerkje muurschilderingen en beeld
houwwerk ontdekte, waarop acht af
beeldingen van Amerikaanse kalkoe
nen te vinden waren. Dit zou niet
ernstig geweest zijn, als de kunst
historici niet hadden vastgesteld, dat
het Sleeswijkse schilder- en beeld
houwwerk dateerde uit het eind der
dertiende eeuw, dus ongeveer 2,5 eeuw
ouder was dan de ontdekking van de
Mexicaanse kalkoen door de Span
jaarden.
Dit opende natuurlijk de poort
voor tal van kalkoense gissingen
en theorieën. De meest aanvaard
bare hiervan was en is, dat de
Noormannen, die omstreeks 1000
Massachusetts (zij noemden het
Vinland) bereikten en daar neder
zettingen hadden, als eersten de kal
koen in Europa importeerden. Vol
strekte zekerheid bestaat er echter
ten deze (nog) niet.
Olie-dom
Wie kalkoenen wil fokken, moet ge-
bruik maken van tal van kunstmid
delen. Doet men dit niet, dan slaagt
men niet, althans, dan moet men er
geld bfj leggen. In Canada is er geen
enkele fokker, die het stelt zonder
broedmachines en kunstmoeders. Zó
gevoelig zijn de vogels, dat velen er
de voorkeur aan geven om met olie te
stoken, want als de elektrische stroom
uitvalt, al is het maar voor korte
tyd, kan er onherstelbare schade aan
de eieren en de dieren worden toe
gebracht.
Zijn de eieren uitgekomen en de
kuikens aan de goede zorgen van hun
kunstmoeder toevertrouwd, dan be
ginnen de moeilijkheden voor de fok
ker eerst recht. De dieren zijn name
lijk oliedom. Gezien hun gevoeligheid
voor ziektekiemen mogen zij niet op
de grond lopen. De bodem van de
kunstmoeder is daarom vervaardigd
van latjes of gaas. Blijft een jonge
kalkoen met zijn poten vastzitten tus
sen de latten of het gaas, dan moet
de boer hem zo spoedig mogelijk be
vrijden. Is hij er niet tijdig bij, dan
storten de andere kalkoenen zich on
der vrolijk geklok op hun „veranker
de" soortgenoot en pikken hem dood.
Ik weet niet, of zij dat doen, omdat
zij de liefde van een echte moeder
hebben ontbeerd dan wel omdat zij
van nature bloeddorstig en „kanni
balistisch" zijn. Wel weet ik, dat hun
moordlust groot is en dat een ver
handeling over de massa-psychologie
der kalkoenen menige donkere blad
zijde zou moeten bevatten.
Gedegenereerd
Zoals gezegd, jonge kalkoenen zijn
dom. De boer moet hen leren, dat
vreten en drinken noodzakelijk zijn.
Hij mengt daarom door het voer klei
ne voorwerpen, die door hun kleur
of andere opvallende eigenschappen
de nieuwsgierigheid en de piklust der
dieren prikkelen. Bovendien moet de
boer voortdurend waken tegen de
moordlust der vogels. Zij houden zich
gaarne onledig met in eikaars veren
te pikken. Ontstaat tijdens dat gepik
een bloedend wondje, dan slaat de
massa der kalkoenen los. Zij vallen
het gewonde dier aan, pikken het
dood en peuzelen het nadien op. Te-
Witte kalkoenen op een jarm
in noord-C olumbia
De A.V.R.O. gaat haar liefdadig
heidsactie ..Wie opent de kluis" met
een groot prijzenvuurwerk besluiten.
Na dertien uitzendingen zijn ruim
2.3 miljoen briefkaarten ingezonden
(wat een bedrag van ruim 1.1 miljoen
voor de fondsen van reuma - kanker
en poliobestrijding betekent) en nu
heeft"de minister van Justitie toe
stemming verleend de actie op 2 juni
met een grote prijsvraag, met mede
werking van het bedrijfsleven, te la
ten besluiten.
De gecombineerde radio- en tele
visieuitzending op die dag. van het
Amsterdamse concertgebouw, zal ook
een wedstrijdelement bevatten. De
keuze viel op een drieweekse etappe
indeling. Voor hen die in de periode
van 8 tot 13 mei hun briefkaart (met
één cijfer beneden de 14 erop ge
schreven) inzenden vanzelfspre
kend voorzien van extra zegels voor
het goede doel is een aparte reeks
prijzen bestemd, evenals voor hen,
die in de week van 13 tot 20 en ten
slotte in de week van 20 tot 27 mei
inzenden aan postbus 1111 te Am
sterdam.
De dertien winnaars van een zilve
ren kluisspeld uit de voorgaande uit
zendingen zullen, ieder van een num
mer voorzien, op deze slotavond een
hersengymnastiekwedstrijd houden
om de gouden kluisspeld.
Het nummer dat de winnaar heeft
zal ook de grote winst brengen aan
een aantal inzenders.
Ditmaal zullen echter tevens vele
prijzen worden verdeeld onder hen
die niet het juiste cijfer hadden in
gevuld: een ieder heeft dus kans.
Alle inzendingen loten tenslotte mee
naar de topprijzen zoals bijvoorbeeld
n»»els van een maand nsiar Amerika.
Men hoopt door dit etappesysteem
in de inzendingen een extra groot
aantal briefkaarten te ontvangen.
lEr zijn voorts allerlei andere attrac
ties en verrassingen. In het program-
|ma van 2 juni zal het belangrijkste
deel van het ..prijzenvuurwerk" zich
voor de microfoon en televisiecame
ra's afspelen.
genwoordig bestrijdt men het gevaar
van zo'n lynchpartij wel door de vo
gels een soort bit in de snavel te
stoppen, zodat zij deze niet geheel
kunnen sluiten en hun verenpluknei-
gingen niet tot bloedende wonden
kunnen leiden. Want ziet een kalkoen
bloed, dan geraakt hij ook al is hij
overigens soms wel vriendelijk
door het dolle heen.
Zonder enige twijfel zijn onze mo
derne huiskalkoenen gedegenereerd.
Toch komen de oude kalkoense in
stincten zo nu en dan boven. In 1938
woedde er boven enige Noordameri-
kaanse gebieden een hevige wervel
storm. De kalkoenen verlieten hun
hokken en stelden zich op in V-for
matie. Zij bukten zich zo diep moge
lijk en zochten zo bescherming tegen
het noodweer, dat huizen, schuren en
hokken ondersteboven wierp. In 1945
teisterde een hevige sneeuwstorm
Ontario. Nadat de storm was gaan
liggen, miste 'een boer in Binbrook
een van zijn kerstkalkoenen.
Ruim een maand later het was
op 13 januari 1946 zag de boer,
hoe een van zijn honden verwoed
snuffelde bij een sneeuwhoop. Toen
woelde de hond de sneeuw om. En,
wat kwam er te voorschijn? De ver
miste kalkoen! Het dier was wat wan
kel ter been, het was mager, maar
het klokte toch nog zachtjes. Ruim
een maand lang had die kalkoen be
dolven gezeten onder een 75 cm dikke
sneeuwlaag. Niemand gaf hem een
medaille voor zijn uithoudingsver
mogen. En de boer? Die gaf hem
goed te vreten en slachtte hem toen
de dag vóór Pasen.
De schoolvoorstellingen van het
Scapino Ballet, het ballet dat voor
kinderen danst, is niet alleen in Ne
derland maar zelfs in Europa enig
in zijn soort. Er bestaat geen tweede
balletgroep die het zieh tot taak heeft
gesteld de Nederlandse jeugd begrip,
waardering en liefde bij te brengen
voor het expressiemiddel van de
dans.
Scapino. onder artistieke leiding
van mevrouw Hans Snoek, is na de
oorlog door haar en enkelen van haar
kunstvrienden opgericht en het ballet
heeft thans zijn veertiende speeljaar
bijna vol.
De overheids-subsidies en de lage
entreegelden die van de merendeels
jeugdige bezoekers worden gevraagd,
zijn echter niet meer toereikend om
Scapino's voortbestaan te garanderen.
Daarom was het een pak van het
(altijd dansende! ballethart, toen de
minister van Justitie aan de Vereni
ging „Vrienden van Scapino" zijn
toestemming verleende tot het houden
van een loterij ten bate van dit jeugd-
ballet!
Voor de beide series van 100.000
loten die worden uitgegeven, zijn voor
een bedrag van 24.000 prach
tige prijzen beschikbaar gesteld, o.a.
auto's, meubelen, televisietoestellen,
bromfietsen zilvercasettes enz. enz.
De prijs per lot bedraagt 60 ets.
Loten kunnen worden besteld door
storting op postrekening 13297, of op
de gemeentegiro V. 3860, ten name van
Scapino, Prinsengracht 664. Amster-
dam-C.
De trekking vindt plaats op 24
juni a.s.
In goedingelichte kringen in Was
hington verluidt, dat de Ver. Staten
en de Euratom een voorlopige over
eenkomst hebben bereikt over een
program voor toepassing van atoom
energie in de zes Euratomlanden.
De Ver. Staten zouden reactors en
de nodige kernbrandstof leveren en
circa 450 miljoen dollar lenen om de
Euratom in staat te stellen voor 1961
atoomcentrales te bouwen met een
gezamenlijke capaciteit van een mil
joen kilowatt.
Functionarissen van de Amerikaan
se commissie voor atoomenergie en
van de Euratom zouden onlangs in
Washington een compromis hebben
gevonden voor de kwestie van het
toezicht op het gebruik van de door
Amerika te leveren kernbrandstof.
Deze kwestie heeft de besprekingen
in een vroeger stadium bemoeilijkt.
De Ver. Staten zouden volgens onbe
vestigde berichten nu afstand hebben
gedaan van eenzijdige inspectierech
ten; de Euratom zou bereid zijn door
Washington op te stellen inspectie
maatregelen te aanvaarden.
Een paar honderd jaar geleden zei de Franse Zonnekoning op
gewonden en trots: „De staat? Dat ben ik."
Voor koning Saud en Prins Feisal is er sedertdien niets veran
derd. Er bestaat nog geen „staat" in onze westerse zin van het
woord, want de grenspalen verdwynen in de zandstormen en de
kamelen grazen overal. Voor de rest bestaat de staat uit zand,
olie, een handvol Amerikanen, een miljoenenmassa hongerigen en
de koning met gevolg.
De familieleden van de koning be
zetten de ministersposten. Of ze zijn
gouverneur in een afgelegen gebied en
zijn vrienden zetelen op hoge posten
in het bestuursapparaat. Een derde
deel van de enorme olie-inkomsten
wordt opgesoupeerd door de konink
lijke familie. Onder ,Tfamilie" mag
men ook niet volgens een bepaald
westers begrip man, vrouw, twee kin
deren en een poes verstaan want
het oud-testamentische patriarchaat
viert nog immer hoogtij. Ibn-Saud, de
vader van de tegenwoordige koning,
liet 31 zonen achter. Volgens Arabisch*
gebruik werden zijn dochters niet
eens geteld. Over zijn aantal vrouwen
wordt beleefd gezwegen. Zich strikt
houdende aan de strenge voorschrif
ten van de Koran bezat hij nimmer
meer dan vier echtgenoten tegelijk.
Hij was een heerser van formaat, die
eenheid poogde te brengen in zijn uit
gestrekt rijk. Daartoe huwde hij de
dochters van de invloedrijke Be-
douïnen-hoofden. Hij bereikte hier
mee wat sedert Mohammed aan nie
mand meer was gelukt; eenheid on
der de Arabische stammen. Hij en
zijn zoons hebben het hiermee zo
druk, dat ze geen tijd over hebben
om aan andere zaken te denken, zoals
persvrijheid, een grondwet, een parle
mentaire democratie en een redelijke
rechtspraak. Niemand van de inwo
ners schijnt overigens dergelijke za
ken te verwachten, behalve dan de
Arabische arbeiders van de Aramco.
Ze luchten hun hart alleen tegen
hun Amerikaanse vrienden en uitslui
tend nog onder vier ogen, en als hun
gesprekspartner op zijn beurt hen dan
vertelt hoe het leven in de Verenigde
Staten is buigen ze diep naar Mekka.
Welke gevolgen zal deze confron
tatie tussen het moderne westen en
het feodale oosten hebben? We zul
len het moeten afwachten.
Vaste plannen
De dollarstroom houdt onvermin
derd aan. Hoe hoog het juiste bedrag
is, dat in de familiekas van het paleis
vloeit, blijft streng geheim, maar
iedereen weet dat het ver over de 500
miljoen dollar per jaar is. Met twee
miljoen dollar per dag kan men aar
dig wat doen. Het betekent ongeveer
een halve dollar per dag per hoofd
van de bevolking, ruimschoots genoeg
om zonder zorgen van te leven. Maar
de koning en zijn familieleden hebben
eigen vliegtuigen, dure Amerikaanse
wagens en paleizen met honderden
bedienden waardoor .'-ongeveer een
derde van de oliedollars verdwijnt in
de bodemloze put der luxe. Wat er
met de rest gebeurt weet niemand.
De despoten van Saoedie-Arabië heb
ben echter hun nauw omlijnde plan
nen.
Daarin zit opgesloten dat de Ame
rikanen hun Arabische broeders moe
ten opleiden tot knappe ambachtslie
den, olie-ingenieurs, vliegtuigbestuur
ders, boekhouders en metaalbewer
kers. Deze opleiding is bij verdrag
vastgelegd. Zestig van de honderd
personeelsleden van de Aramco zyn
al Arabieren. Grotendeels bezetten ze
slechts posten van weinjg belang,
maar ongeveer vier procent van het
(Advertentie)
f^> BRILLANTINE
Russe 65 en 99 ct.
met alcohol I. 1.30
Seringen f. 1.25
A/s*-.
Houdt Uw haar glanzend en gezond.
Arabische personeel heeft al een min
of meer leidende functie.
In Ras Tamoera, waar de gigan
tische raffinaderijen liggen kan men
hen al in groten getale aan het werk
zien. Spanningen tussen de Ameri
kaanse en de Arabische arbeiders zijn
er maar zelden en als ze zich voor
doen worden ze onmiddellijk de kop
ingedrukt. Zo gebeurde het dat in
Ras Tamoera een korte woordenwis
seling ontstond tussen een Ameri
kaanse, middelbare technicus en een
Arabische olie-arbeider. De inzet was
Nasser. Het gesprek liep nogal hoog
en op een gegeven ogenblik stak de
Arabier woedend zijn vuist omhoog
en hij riep: „Wacht nog even tot de
olie van ons is. We zullen jou en je
kameraden niet eens de tijd geven een
vliegtuig te bereiken". Hooguit zes
Arabieren en twaalf Amerikanen kon
den deze bedreiging hebben gehoord.
Maar de andere dag was de dreiger
verdwenen.
De geheime politie van het paleis
had hem uit zijn lemen hut gelicht.
Niemand weet sedertdien waar hij
vertoeft. Maar twee weken later
plaatsten de Amerikanen voor alle
zekerheid de betreffende technicus
over. Voorzichtigheid is niet alleen
de moeder van de porseleinkast. Ze
is ook de hoedster van de olie-
belangen.
(Advertentie)
Het hoofdbestuur van de Pauselijke
Missiewerken te Rome heeft voor
1958 subsidieaanvragen uit de mis
siegebieden ontvangen ten bedrage
van 28 miljoen gulden, voornamelijk
voor de opleiding van inheemse
priesters. De Pauselijke Missiewer
ken beschikken voor dit jaar over een
bedrag van iets meer dan 20 miljoen
gulden. Dit betekent dat de subsidie
aanvragen slechts gedeeltelijk geho
noreerd kunnen worden en dat de
seminaries zich zullen moeten beper
ken in de toelating van studenten.
Aldus meldt Agenzia Fides, het pers
agentschap van de H. Congregatie
de Propoganda Fide naar aanleiding
van de vergadering van nationale di
recteuren der Pauselijke Missiewer
ken, die te Rome wordt gehouden in
de kantoren van de Propaganda Fide.
De volgende maand wordt te Parijs
de hoofdbestuursvergadering gehou
den van de H. Kindsheid. De bedoe
ling van de H. Kindsheid is de vor
ming van een apostolische geest on
der de kinderen in de missiegebieden
voornamelijk door middel van het
onderwijs. De opbrengsten van de H.
Kindsheid vertonen de laatste tien
jaren een voortdurende stijging. In
1947 bracht de H. Kindsheid voor
haar doeleinden 2'2 miljoen gulden
bijeen, in 1957 14 miljoen gulden. Ook
in Nederland is een stijging waar te
nemen. In 1956 brachten de Neder
landse kinderen een bedrag bijeen
van 386.371,11, in 1957 406.767,52.
Ook in de opbrengsten van het St.
Petrus Liefdewerk en de Voortplan
ting des Geloofs is een gelukkige
stijging waa r te nemen. In 1956
bracht het St. Petrus Liefdewerk
bijna 524.000 gulden op, in 1957 bijna
637.000 gulden. De Voortplanting des
Geloofs steeg van 1.220.000 in 1956
naar 1.532.846,89 in 1957. De stijging
van de laatste is voornamelijk toe te
schrijven aan de veel grotere op
brengst van Missiezondag 1957, welke
van 417.000 in 1956 steeg tot
736.000 in 1957.
Naar aanleiding van het tekort
van 6 a 7 miljoen gulden voor de
opleiding van inheemse priesters,
merkt Agenzia Fides op, dat dit te
kort op dit ogenblik wel bijzonder te
betreuren is. Tengevolge van het te
kort, waardoor de subsidie-verlening
besnoeid moet worden, zijn de semi
naries in de missiegebieden genood
zaakt studenten af te wijzen. En dit
terwijl de roepingen toenemen en de
behoefte aan inheemse priesters
sterk groeit, daar de toevloed van
buitenlandse missionarissen in tal
van landen stuit op inreis- en ver-
blijfsbepalingen. Maar onafhankelijk
hiervan is de rekrutering van een m-
heemse geestelijkheid een essentiële
voorwaarde voor de definitieve in
planting van de Kerk in de missie
gebieden.
De vorming van een inheemse
geestelijkheid ié, aldus Agenzia Fi
des, op het ogenblik het grootste en
dringendste probleem, waarvoor de
missionerende Kerk zich geplaatst
ziet. Het is goed, dat de katholieken
over de gehele wereld dit weten en
begrijpen, dat zij veel tot de oplos
sing van dit probleem kunnen bijdra
gen. Een pakje sigaretten of een bio-
scoopje minder kan gezien de
miljoenen katholieken een belang
rijke bijdrage tot de oplossing van
het probleem der inheemse priester
opleiding leveren, aldus Agenzia Fi
des. Het St. Petrus Liefdewerk
helpt met zijn subsidies 105 groot
seminaries en 296 klein-seminaries,
verspreid over alle missiegebieden,
ter wereld. Zij helpt behoeftige in
heemse theologanten a raison van 800
tot 1200 gulden per jaar en klein-se-
minaristen a raison van 400 tot 800
gulden per jaar. Een aanzienlijk deel
der fondsen van het St. Petrus Lief
dewerk wordt besteed aan de bouw
van nieuwe seminaries. In 1957 gin
gen 2 miljoen gulden naar het bis
dom van mgr. van Miltenburg in Pa
kistan. waar een groot-seminarie ge
bouwd werd. Twee en een half mil
joen gulden waren bestemd voor een
seminarie in Nairobi. Hier studeren
studenten uit 7 Oostafrikaanse bis
dommen. Het St. Petrus Liefdewerk
onderhoudt voorts een der vele
het College van St. Petrus Apostel
te Rome, waar 102 priesters uit 27
landen studeren.
Van onze correspondent in Australië
Men zou van deze emigrant met recht kunnen zeggen, dat het
zwerven hem in het bloed zit, al had 25 jaar van zijn leven hem
dan ook nog niet over de grens gebracht. Maar vele jaren reeds
koesterde hij het verlangen naar verre gewesten te trekken; hij
heeft die wens in vervulling zien gaan; Australië is ver genoeg!
woning gereed; werk was er even
eens.
De twee oudste dochters kregen
werk op een fa&riek, vlak bij huis
Later ging één van deze meisjes in
een ziekenhuis aan het werk. De heei
van Dijke werd geplaatst bij het wa
terleidingbedrijf, waar men bezir
was pijpen te leggen ten behoeve va;
de watervoorziening in Melbourne.
„Veel van de taal leerde je daarb'
niet, want het waren meest Italianen
Polen, Russen enz. die er werkten ei
hun eigen taaltje spraken", merkt d
heer van Dijke op.
Ondanks dat, na een poosje werd
hij overgeplaatst naar een andere ai
deling, hetgeen niet alleen verbeterin
in het werk. doch ook in het loo,
bracht. De volgende stap was, dat dc
heer van Dijke tot voorman werd ge
promoveerd met nog betere „gevol
gen".
Met de huisvesting was hot er even
eens beter op geworden, want na een
tijdje kon een woning worden ge
huurd met 22 acre grond en 10 acre
bos. Dat >Vas wat voor de heer van
Dijke. die zijn wens om in de land
en tuinbouw zijn brood te verdienen,
steeds meer in vervulling zag gaan.
„Voorlopig is het nog een bijver
dienste", merkt hij op.
De heer J. van Dijke woonde als
schaapherder in de Heensepolder te
Steenbergen. Hij zwierf met zijn scha
pen over de hei, totdat het oorlogs
geweld hem uit zijn vreedzaam be
roep stootte. Zoals zovele „onthuis-
den" probeerde ook de familie van
Dijke zich een nieuw bestaan op te
bouwen. ..Maar het emigreren zat me
in het bloed", vertelt de heer van
Dijke.
Het ging nog niet zo eenvoudig om
te emigreren; daar was de grootte
van het gezin de oorzaak van. Met
negen kinderen wordt zo hier en daar
weieens wat bedenkelijk gekeken. De
eerste pogingen om naar Australië te
komen leden daardoor schipbreuk:
Canada lukte evenmin. Met dat alles
was veel tijd gemoeid en dat ver
anderde de feiten. Want inmiddels
was men in Australië wat toegeef
lijker geworden wat de omvang van
het gezin betrof, zodat het tenslotte
toch Australië werd. Daar heeft de
heer van Dijke geen spijt van.
„Ik heb heel wat reizen heen en
weer naar het Emigratiebureau in
Zwolle moeten maken, doch dat is
het waard geweest." zegt hij dank
baar. Het was wel een schaduw
zijde dat een getrouwde dochter
achterbleef, doch per slot van re
kening gingen er acht mee, hetgeen
altijd nog een aardig koppeltje is!
Er stond, dank zij de sponsors, een
Een hele boer
De heer van Dijke ontvouwt mij
z'n kwekersplannen voor het nieuwe
jaar: een acre aardbeien. 2.5 acre
pootaardappelen en als dat allemaal
goed gaat en de opbrengst meevalt,
dan gaat er 5 acre onder de aard
appelen in het volgend seizoen en de
rest met erwten en bonen.
„We boeren niet slecht", consta
teert de heer van Dijke. „We kunnen
met alle mensen hier goed overweg:
met de taal kunnen we ons nu red
den".
„Ons huis is groot genoeg: 3 slaap
kamers, dubbele waranda, badkamer,
keuken, waslokaal: alles is prima in
gericht", zegt mevrouw van Dijke te
vreden.
„We zijn dankbaar jegens degenen
die onze emigratie mogelijk hebben
gemaakt".
-Mot had ocs ia Zwolle gevraagd
De familie van Dijk uit Steenbergen
voelt zich gelukkig onder de
Australische zon.
of we onze reis konden financieren;
dat konden we niet.
De regering heeft ons toen gehol
pen en er waren geen moeilijkheden.
Het land is prachtig, de mogelijk
heden. vooral voor ons grote gezin,
zijn uitgebreid. We zijn blij de grote
stap te hebben ondernomen", ver
klaart de heer van Dijke. Het gezin
voelt zich nu thuis in het nieuwe
land; de jongsten hebben op school
vriendjes en vriendinnetjes gekregen.
De schaapherder zal hier wei zijn uit-
geiworveni