Twaalf jonge boeren
bouwden in IJmuiden
HET KNIL.VREDESTICHTER
in de ARCHIPEL
Alles wat INSTANT PUDDING heet
is nog geen SAROMA!
BOEKENPLANK
Gemengde huwelijken niet
meer aan zijaltaar
Kring Breda knapte t op
Steun aan acht
zelfbouwers
INDONESIË, NEDERLAND
EN NIEUW-GUINEA (V)
DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 1 MEI 1958
CS
HEJ begon enkele maanden gele
denEen kapelaan uit Santpoort
zat in zijn parochie met acht jonge
mensen (een schildersgezel, een
metselaar, een timmerman, een me
taalarbeider), die allemaal zo graag
wilden trouwen. Maar hoe zouden
zij ooit een huis machtig worden in
IJmuiden, de stad, waarin zij toe
vallig allemaal werkten? De kape
laan kreeg grond los bij het be-
me ent eb e stuur, de acht trouwlus
tige jongens besloten hun eigen huis
te bouwen.
Hutspot
Britse aartsbisschop besluit:
door
^J*\are£ C^. Snijtóheuuei
De familie Hughes
9
s» m brsP*,
(Van onze speciale verslaggever)
De ogen van Flip Heeremans, een Santpoortse schildersgezel,
blonken van vreugde. Niet om de enkele honderden guldens
(„een meevaller, meneer!") die hem zo maar in de schoot wer
den geworpen, maar wel om het gebaar, dat twaalf jonge boeren
uit de kring Breda maakten. Zij stapten op de trein, niet in de
veronderstelling enkele wonderen te verrichten, maar wel met het
vaste voornemen in de Pegasusstraat van IJmuiden het grond
werk te verzetten voor de bouw van acht woningen.
Tien dagen werkten de jonge boeren aan de rand van het
Noordzeekanaal. Zij staken hun spaden in het zand, groeven uren
en nog eens uren en na deskundige aanwijzingen te hebben gekre
gen hanteerden zij schietlood en waterpas, truweel en troffel
en bouwden zij de funderingsmuurtjes.
„Machtige binken", zei Flip, wijzend op de jonge boeren, die
met hun laatste taken bezig waren.
In die joviale woorden school een hart vol dankbaarheid.
doelstellingen van de bouworde, de
beweegredenen van het waarom:
christelijke getuigenis, praktische
dienst, internationale samenwer
king, persoonlijke verrijking.
LJET was niet de eerste keer, dat de
jonge boeren dit hoorden. Zij ver
telden het op een andere manier, zo
als Jpcques Heestermans uit Ulven-
hout. Hij vertrok tien dagen geleden
uit zijn dorp en hij begreep wel iets
van hetgeen hem en zijn vrienden te
wachten stond, maar een beetje scep
ticisme leefde toch wel bij hem.
De jonge boeren van kring Breda
op het werkterreinVan links naar
rechts in hun witte arbeidsplunje
C. RommeA. Vermunt, C. Schelk,
J. Goos, T. HuijbenM. Jansen, C.
de Koning, W. v.d. Kieboom, J.
Heestermans, pater Lazarus van den
Berg, J. Boot, H. Joosen en A. Stof-
felen.
me (Liesbosch), Jan Boot 'Rijsber-
gen) en Cees Schelk (Galder) wa
ren plotseling even enthousiast als
de pater-aalmoezenier. Zij gingen
aan het werk en met hun makkers
zwoegden zij
dag.
acht volle uren per
„Misschien kan ik hulpkrachten
«turen", vertelde de kapelaan en hij
schreef naar de bouworde (van pater
Werenfried van Straaten) in Nijme
gen.
De bouworde deed niet tevergeefs j
een beroep op de jonge boeren van de
kring Breda. Op zondag 20 april pak-
ten zij hun koffers. Met hen reisden
twee jonge boerinnen mee, Jo Lau-
rijsen en Cato van de Hoek uit Don-
gen. Zij beloofden de keuken voor
hun rekening te nemen. In IJmuiden
gekomen werden de jongens en de
meisjes opgevangen door pater Laza
rus van den Berg. een sportieve Fran
ciscaan, de bezieler van het bouw-
kamp.
In een grote, maar oude, groene
barak zaten de jonge boeren met pa
ter Lazarus van den Berg in het mid
den aan een lange, met papieren ser
vetten gedekte tafel. Vanuit een hoek
van het vrij gammele gebouw joeg
een radio enkele sentimentele liede
ren („Meisje, waarom huil Je zo?")
de zaal in. De jongens luisterden er
waarschijnlijk niet naar, want hun j
aandacht ging uit naar de hutspot,
die in dampende schalen op tafel
kwam. En daarnaast was het werk
onderwerp van gesprek.
„Machtige binken", zei Flip Heere
mans op de laatste werkdag. Hij was
als één van de acht zelfbouwers, dik
tevreden over de prestatie van de
boerenjongens, die in IJmuiden een
harde, maar ook gezellige tijd beleef
den. Elke morgen om zes uur liep in
de barak de wekker af. Met de pater
stapten dan de jongens van hun stro
zak af. Eerst een H. Mis, dan een
ontbijt en vervolgens werken....
„Behalve Toon Huijben (Galder)",
lachte een van de jongens. „Hij moest
eerst de post van Carla lezen!"
'TTJSSEN de acht zelfbouwers, de
pater, de jonge boerinnen en boe
ren groeiden echte vrienöschapsban-
Gemengde huwelijken zullen voort
aan in het bisdom Liverpool aan het
hoofdaltaar worden gesloten en tv t
orgel zal mogen spelen. Deze bepaling
heeft de aartsbisschop mgr. dr. John
Carmel Heenan uitgevaardigd en daar
mee het huwelijk aan het zijaltaar of
in de sacristie afgeschaft. De aarts
bisschop heeft in een toelichting op
dit besluit te kennen gegeven, dat hij
allerminst de schijn wil wekken, de
gemengde huwelijken aan te moedi -
gen. Maar van de andere kant laat de
Kerk ze toe en wat de Kerk toestaat
moet men niet op een haastige manier
Coen. alsof rie Kerk zich erover zou
ichamen. De aartsbisschop heeft ook
als overweging doen gelden, dat de
Kerk de niet-katholieke partij geen
reden tot wrok wil geven door geen
plechtigheden toe te laten.
Dr. Heenan. aldus onze correspon
dent, geniet in Engeland de reputa
tie, dat hij als katholieke bisschop er
voortdurend op uit is alles te doen,
wat de goecie verhoudingen tussen
katholieken en niet-katholieken kan
bevorderen.
Op zijn beurt ondervindt de aarts
bisschop begrip Toen onlangs zi.in
auto met stenen werd bekogeld door
een kleine groep fanatieke protestan
ten, heeft dit afkeuring gewekt ook
bij de Anglicanen,
(Advertentie)
Pater Lazarus van den Berg kon er
natuurlijk het meeste van vertellen.
Het kostte hem zo goed als geen
inspanning het gehele programma
van de (internationale) bouworde
mee te delen. Hij zei iets over de
Wat zou hij als jonge boer kunnen
presteren voor de bouw van een huis?
Wat kon „eventueel" het economisch
nut zijn van zijn werk? Vragen, waar
op hij en zijn collega's vooralsnog geen
antwoord wisten. Maar het antwoord
kwam.
Er waren slechts enkele woorden
van de aalmoezenier voor nodig. Hij
sprak zo enthousiast over de bouw-
kampen, die hij elders had meege
maakt. Over de duizenden, zelfs tien
duizenden guldens, die op andere pro
jecten de-mensen-in-nóod 'ten deel
waren gevallen. Het werk zou niet zo
moeilijk zijn. De zelfbouwers van
IJmuiden stonden borg voor de aan-
wijzigingen, die zij de jongens elke
avond zouden geven. Zij, de jonge
boeren, konden door flink te werken
meer dan duizend gulden verdienen
voor de acht jonge paartjes, die toch
al tot over hun oren in de zorgen
zaten. Zij konden tevens bereiken, dat
de acht huizen niet eerst met Kerst
mis, maar reeds in oktober betrok
ken zouden kunnen worden.
Toon Vermunt (Leur) en Kees Rom-
l Advertentie)
To van de Hoen, (links) en Jo Lau-
rijssen in de keuken.
den. Zij spraken uren met elkaar in
de schaars verlichte barak. Rinus Jan
sen (Princenhage) had een boeiend
gesprek over de feilloosheid van de
vuurtorens en Wim van de Kieboom
(Princenhage) hoorde en zag zoveel
van de hoogovens, dat hij een lezing
zou kunnen houden. A~rie Stoffelen
en Cees de Koning (beiden Rijsber-
gen) zaten met de jongens een mid
dag op zee („Een vrije zaterdagmid
dag hoor en Jo Goos en Cees van
de Hoek (beiden Dongen) gingen eens
naar de radarinstallaties kijken.
,,De IJmuidenaren snapten schijn
baar niet veel van die vreemde snoes
hanen in hun witte pakken", meende
Harrie Joosen (Liesbosch). „Die snoes-'
hanen waren wij".
„Uitstekende jongens", besloot pater
Lazarus die het wat anders zei, maar
hetzelfde bedoelde als Flip, de zelf
bouwer.
Het is even beschamend
als onloochenbaar: onze na
tionale historie ligt op een
hellend vlak, erger: wat
legende had moeten zijn, is
nu gerubriceerd onder de
bouwstoffen voor een zwart
boek, neen... vergéétboek!
Onze toch al a-patriottische
jeugd krijgt de kans niet
zich te spiegelen in de groot
se episode uit onze recente
geschiedenis.
De datum 8 maart 1942
geldt als 'n historische da
tum die een ieder weten
moet. Maar men vergeet er
bij te noteren, dat het ook
de laatste dag was van het
„goede oude K.N.I.L.", het
leger dat strijdend ten on
der ging. Zijn ondergang zou
de duisternis gaan beteke
nen voor onze nationale ge
schiedenis in het gebied van
de Indische Archipel én....
voor miljoenen inheemsen
die er wonen, voor wie „de
kompenie" immers 'n trouw
waker was, een machtige,
maar ook rechtvaardige ar
biter in het uitgestrekte
areaal van conglomeraten,
chronische rassehaat en
onderlinge oorlogen.
Multatuli
Het Is diezelfde jeugd die op
de middelbare scholen de wer
ken van Multatuli krijgt voorge-
schot Td. nog steeds hardnekkig.
Natuurlijk Multatuli was een
groot man, een baanbrekende
woordkunstenaar, zjjn penne-
vruchten bezitten als bron van
literaire studie een uitzonderlij
ke waarde, maar het is goed te
weten, dat vele door hem opge
worpen waarheden" uit zijn
vlammend wraakgeschrift Max
Havelaar reeds lang door de wa
re feiten zijn achterhaald.
De door hem genoemde roof
staat aan de zee tussen Oost-
Friesland en de Schelde" is een
heilig land. vergeleken bij de
Mongoolse piratenstaat van de
Tenno Heika. Deze stampte weer
een andere roe-fstaat uit de woe-
lig-opgeruide Aziatische grond,
namelijk .,de rampokrepubliek
aan de evenaar" sinds de onder
gang van het KNIL geen ..gor
del van smaragd" meer maar
een kwelriem van anarchie, broe-
derkrijg, willekeur, honger en el
lende.
Het is diezelfde Multatuli die
datzelfde KNIL in zijn „Saidjah
en Adinda" schetste als een le
ger van verkrachters en vrijbui
ters. Ja, dat weet de jeugd van
onze middelbare scholen dan
toch wel te vertellen, mits zij
goed gelezen heeft. Maar waar
bestaat er andere literatuur die
ons KNIL verdedigt?
Eer aan de K.!S.1 .L..man
Laat mij in deze regelen een
poging wagen, om het KNIL te
onttrekken aan de vergetelheid.
Laten wij ons ervan bewust zijn,
dat iedere dure steen van het
pompeuze patriciërsgebouw aan 't
Belgische Plein te Scheveningen
of in het gedistingeerde Wasse
naar een liter bloed betekent uit
de taaie lichamen van zelfver
loochenende KNIL-mannen, die
voor een kwartje per dag op post
stonden op de verraderlijke biangs
tussen de zwiepende alang-alang
en achter de venijnige bamboe-
doeri-barrières of in de brom
mende wildhout-jungles van de
uitgestrekte archipel.
Iedere onbezorgde lach op het
weldoorvoede gelaat van de Ne
derlandse belanda besar (hoge
heer) in het vooroorlogse Indië
was de reflectie van het wakend
oog vaneen KNIL-militair, staan
de in de zwoele bush, getergd
door malariamuskieten en be
zwangerd door walmende luchten
uit broeiende moerassen. De bol
ster werd van de padi geschei
den door zingende meisjes, het
sonoor gestamp van de toemboe-
kans weerklonk door het onme
telijke areaal van altijd rust, al
tijd orde, altijd vrede., maar
dat was dan toch dank zij de
plichtsbetrachting van het Ko
ninklijk Nederlands-Indische Le
ger, het KNIL: altijd waakzaam
altijd vaardig, altijd bedreigd....
Vredestichter
„Langer dan een eeuw heeft 't
Koninklijk Nederlands-Indische
Leger door zijn werkzaamheid de
vreedzame ontwikkeling van de
ze gewesten helpen bevorderen,
heeft het Land en Volk aan zich
verplicht. Het is en blijft er op
berekend, rust en orde in de zo
uitgestrekte archipel onder alle
omstandigheden te handhaven".
Dit schreef de laatste gouver
neur-generaal van Nederlands-
Indië, jhr. Tjarda van Starken-
borgh Stachouwer.
De eerste formatie van het
KNIL werd vastgesteld bij Gou
vernementsbesluit van 4 decem
ber 1830 nr 1, waarbij tevens de
afscheiding van het leger in Ne
derlands Indië van het Nederland
se leger een voldongen feit werd.
De sterkte van dat jonge KNIL
bestond uit 640 officieren en 12.905
onder-officieren en minderen
(5699 Europeanen en 7.206 in
heemsen).
Later werden de gelederen ge
leidelijk aangevuld totdat in het
jaar 1900 het aantal van 37.000
man werd bereikt en in de jaren
19141920 meer dan 41.000 man.
Tijdens de strijd tegen de Japan
zen in zijn specifieke essentie,
kan slechts blijven voortleven in
een tropisch gebied, waarboven
de Nederlandse vlag stevig en
onwrikbaar haar banen strekt in
de zwoele bries van de passaat.
ners was de sterkte verdriedub
beld. doch uiteraard was het
KNIL een relatief klein leèer,
dit gezien de uitgestrektheid van
het gebied (5.000 km van west
naar oost) dat het verdedigen
moest tegen een overmacht
van een half miljoen Japanse
troepen. In de handhaving van
rust en orde in die archipel heeft
het KNIL lauweren geoogst. De
voornaamste wapenfeiten waren
die tijdens de Java-oorlog, de
Atjeh-expedities en de onderwer
pingen van de despotische sultans
van Celebes. Bali, Lombok en Su
matra's Westkust.
Regiment van Heutsz
Het KNIL van weleer, die unie
ke eenheid is niet meer. Het blijft
in traditie voortbestaan in het
Regiment van Heutsz, dat te Oir-
schot in Noord-Brabant zijn leger
plaats heeft.
Dit doet deugd: het KNIL heeft
een verlengstuk. Het is dus niet
helemaal tot de vergetelheid ge
doemd. Zijn vermaarde vaandels,
die eens fier wapperden in de
kruivende wildernissen van Indië
bestaan nog in Oirschot. De mar-
tialiteit van het KNIL lijkt even
eens nog gehandhaafd in de man
nen van het Regiment van Heutz,
die in tegenstelling tot het
gros van ons volk wél trots
zjjn op het oude leger. Maar daar
houdt het dan ook mee op: de
rest van onze natie staat er ti
mide tegenover. Bj(j hen is het
KNIL dood. Het is nauwelijks
een legende geworden.
Maar ook voor ons die zo
verknocht zijn aan het KNIL
is de oude geest van dat leger
onvindbaar geworden. Het is er
in Oirschot anders. We missen
er de zonderlinge conglomeratie
van rassen en huidskleuren, 'n
conglomeratie die zich zo wonder
lijk paarde aan een ongelooflijke
eensgezindheid.
We missen er de legendarische
klewang, het flitsende wapen op
de Atjehse biangs, de schrik der
Japanners.
We missen er de gezellige dag
verblijven, waar naast de biertap
de dampende rijstkorven staan en
waar de geur van Hollandse je
never zich mengt met die van de
knappende kroepoek-oedang.
We missen er de Ambonese en
Menadonese krijgsliederen k la
KNIL, en we missen er de rin-
kelende dapperheidsmedailles, de
meesters op alle wapens, de gou
den schêrpschutterssterren op de
groene mouwen en de bloedvin-
gers op de Indische marechaus
seekragen.
Hoe kan het anders? Het Regi
ment van Heutsz is een trots en
valide regiment, een waardig erf
genaam van een roemruchte een
heid, maar het KNIL in zijn we-
De Unie...
Multatuli is dood. Zijn geest is
echter onsterfelijk. Tienduizenden
van zyn Nederlandse vereerders
en miljoenen Indonesiërs heilig
den zijn hekelschriften. Zelfs
Sjahrir ruimde in zijn „Indone
sische overpeinzingen" een rui
me plaats in aan Douvves Dek
kers kritiek op 't Nederlandse
beleid en op het KNIL „het le
ger van vrijbuiters en verkrach
ters".
Duizenden Nederlanders juich
ten mee toen op 26 juli 1950 het
KNIL ophield te bestaan. Het was
immers een despotische boeman,
'n beul, de landsknecht van kapi
talistische bloedzuigers?
Het was zelfs zo, dat onze trou
we, inheemse KNIL-mannen te
gen de soevereiniteitsoverdracht
van onze regering „de welge
meende raad" kregen zich aan
te sluiten bij het republikeinse
leger, het Japanse geesteskind,
waar al die loyale KNIL-man
nen jarenlang tegen hadden ge
vochten.
„Ja, doen jullie dat maar
Nederland en de Republiek zijn
nu één zijn verbonden in een
Unie onder de Kroon. „Hoe
Een der erevelden van het KNIL
in Indonesië.
schandelijk lijkt ons nu die „wel
gemeende raadgeving" van een
verderfelijk-naieve Nederlandse
overheid. Het is dezelfde over
heid die nu noodkreten uitzendt
naar de bondgenoten want 40-
duizend Nederlanders zijn weer
loos overgeleverd aan de „vrij
heidsstrijders" van Soekarno, die
eens als schichtige kamponghon
den aan de haal gingen toe de
mannen van het KNIL oprukten
voor orde, vrede, welvaart....
En daar staan zij, neen,
daar kniélen zij, de miljoe
nen Indonesiërs, die het an
ders hadden gewild dan de
kliek Djokja. Miljoenen In
donesiërs, de „mishandelde
Javanen" van Multatuli, die
echter nu pas waarachtige
mishandelingen ondergaan
van hun eigen „vrijheids
strijders" (typen als Multa-
tuli's Saidjah?). Miljoenen
Indonesiërs, die nu met wee
moed zullen terugdenken
aan „de kompenie belan
da", het K.N.I.L., zo geheel
anders dan de tegenwoor
dige strijdkrachten van de
republiek Indonesia, die
slechts nog meer verwar
ring en onderzekerheid
hebben gebracht. Maar on
ze eigen rock-en-roll-jeugd,
blind voor het naderend
verval van onze natie,
vraagt zich af: „HET K.N.
H,.? WAT IS DAT
Regiment van Heutsz
Tonny Huijben met de brief van Carla
Pudding-zonder-koken die verrukkelijk
romig, heerlijk zuiver van smaak,
voedzaam en gezond isdat is
SAROMA Instant Pudding. Het staat
duidelijk op ieder pakje te lezen:
SAROMA, bereid naar het wereld
beroemde Amerikaanse recept van
Standard Brands Inc. New York.
SAROMA, een Van Nelle product.
SAROMA - let op die oaaml
Niet zonder vooringenomenheid heb
ik dit boek ter hand genomen: een
apologetische roman, „geenszins be
doeld als een moderne roman", maar
een boek waarin de problematiek pri
mair is; deze wordt bijna geregeld
uit de situatie gelicht en tot voorwerp
gemaakt van min of meer abstracte
beschouwingen. Naar deze problema
tiek zijn de figuren ontworpen. Aldus
kort samengevat de inleiding. De le
zing echter viel „alles" mee, het is
een interessant boek. Pateé Servus
Makaay Augustijn benaderde het gen
re „apologetische roman" op eigen
manier. De figuren zijn niet wit-zwart
getekend tot enerzijds vanzelfspre
kende heiligen, anderzijds baarlijke
duivels. De bekering van de familie
is geen opgelegd pandoer, integendeel
de uitkomst van de roman is uiterst
dramatisch.
P. Makaay ziet de toetreding tot
de Kerk niet als een vrij eenvoudig
besluit uit een redenering. Het is een
kwestie van genade.
Daarom is dit boek waardevol
voor mensen die wat dieper op de
kwestie willen ingaan, o.a. voor dege
nen die in gespreksgroepen bijeenko
men. Zij vinden in dit boek stof te
over voor argumenteringen.
Een zekere langdradigheid heeft P.
Makaay niet altijd kunnen vermijden.
We willen het op de koop toe nemen
en het boek gaarne aanbevelen, niet
allereerst om zijn literaire kwalitei
ten, ook niet om de handeling, maar
vooral om de genoemde tendens.
De uitgever Henri Bergmans te Til
burg gaf het werk een voortreffelijke
uitvoering.
J. H.
I