Jezus' dood
IF
Papier voor UW pen
MENSEN EN MUZEN
Greep uit de maandbladen
2)* Wol
Bulletin
Robbedoesje
Delftenaar
spoorloos
Roeping
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 19 APRIL 1958
Pietje Prik in het circus
De dievenbende
WAT STAAT HIER?
Die Jantje toch
Het dingske
Wie is hij
Oplossingen
3
Raadsels
Naar school
HET KLAVERTJE
Krisje Kook
Stout
Son ja
het koorddanscresje
H
Paradijs voor
filatelisten
Prinses Maria Pia
verwacht tweeling
De Gids
Aristo
Brabantia
13
VANDAAG heb ik jullie iets grap
pigs te vertellen. Gisteren ging de te
lefoon en dan moet ik zeggen: U
spreekt met de krant. Maar wat zei
ik? Ik zei: Ra, ra. wie ben ik?
Dat was natuurlijk heel gek, maar
we zullen vertellen hoe dat komt.
Jullie sturen ons zoveel raadsels, dat
we er bijna onder begraven worden.
Elke post stuurt er meer. Natuurlijk
moet ik beter nadenken, maar het zou
toch wel goed zijn, als jullie eventjes
geen nieuwe raadsels wilt opsturen.
Over een paar weken gaat het wel
weer.
Voor onze oudsten heb ik iets
nieuws verzonnen. Ik leg jullie een
probleem voor. Dit is het:
Vinden jullie dat jongens in het
huishouden moeten helpen en waar
om?
De jongen of het meisje dat het
beste antwoord stuurt, belonen we met
een boek!
En lees nu het verhaal en het ge
dicht die op de ereplaats staan. Goed
hé? Maar alle anderen hebben ook ge
weldig hun best gedaan. Wat deze
keer niet in de krant komt, zie je de
volgende week.
Dag allemaal.
OOM JAN
£TR was eens een modekoningin, die ijverig in een grote kamer van haar
kasteel zat te werken. Ze was wanhopig, omdat de mensen steeds maar
andere modellen van deze koningin verlangden.
Ze had pas een nieuw model voor
een prachtige groene avondjurk uitge
vonden. Ze r'ep daarom een van haar
hofknechten bij zich en beval hem een
grote pot groene verf op het vuur te
zetten. Terwij] de knecht naar de keu
ken was, was zij zeer blij, omdat alles
zo goed gegaan was. Een half uur
daarna ging ze naar de gang. Ze snoof
Het regent, maar wat raakt me dat,
Ik zal er niet van smelten.
Ik ben vermop geen suikerpop,
En heb een fikse harde kop.
Ik plooi mijn lippen en ik fluit,
De regen en de flauwerds uit.
De droppels vallen van de takken,
Maar met plezier
Lap ik de regen aan m'n hakken.
De lucht is zwart
Maar voor mijn part
Mag het heel do dag
Nog regenen blijven.
Ton Kuppens
Sluissingel la, Breda.
Op zekere dag kwam er een
vreemd mannetje in de stad. En
hij had een rol met platen onder
zijn armen; en in zijn rechterhand
had hij een leertje en aan zijn lin
kerhand een pot met lijm en nog
een kwast. En op een schutting in
de Naaldekokerstraat werd er ook
een weggehangen. Binnen tien mi
nuten wist heel de stad dat er een
Circus kwam. Behalve de kleerma
ker Pietje Prik. Die zal altijd nog
aan de jas te naaien van burge
meester Biebel. Daarom had hij
het zo druk. Eindelijk was hij er
bijna mee klaar. Hij moest nog
acht knopen eraan zetten. En toen
ging hij naar het circus kijken.
Peter Roks, 3e klas
Standdaarbuiten
Op 'n nacht had de dievenbende
weer gestolen. Talryke dingen had
den ze gestolen, o.a. tafelzilver, geld
en nog andere kostbaarheden. Samen
een bedrag van f 500.000. De politie
ging dadelijk op zoek, maar na enkele
dagen waren ze nog niet terug.
Toen kwamen de soldaten aan de
beurt. Met geweren en sabels gingen
ze er op uit. Ze gingen na een dag
2 i 3 op zoek. 's Nachts waren ze ver
trokken. Nu zal ik vertellen over die
gebeurtenis.
Ze waren maar net in het bos of
een paar mannen sprongen uit de bo
men. De soldaten konden de eerste
minuten niets doen, maar toen waren
ze over de eerste schrik heen. Al
gauw lagen er heel wat dieven op de
grond; en het bleek dat de soldaten
terrein begonnen te winnen. Toen bij
na alles tegen de vlakte lag. sloegen
de laatste dieven op de vlucht en
konden de soldaten gemakkelijk door
het bos gaan om de agenten op te zoe
ken. En daar zagen de soldaten een
holletje met een deur er voor. Dat
braken ze open, en wat ze daar zagen!
Niemand ?Ja toch! Achter die kisten
bewoog wat! Een dappere soldaat ging
kijken; een man of tien sprongen bo
ven op 'm, maar hij sloeg er flink op
los. De andere soldaten sprongen er
ook op en weidra lagen de andere ro
vers ook op de grond. Dat was het
einde van de beruchte roversbende
en de mensen konden voortaan rustig
slapen.
Dolf Piederiet, (10 j.)
REBUS van Tonnie Broeders, Raams-
rionksveer.
Op Goede-Vrijdag lieve Heer
Zijt Gij aan 't kruis gestorven
Voor alle mensen hebt Ge toen
De hemelpoort verworven.
In de Olijvenhof bad Gij
In angstzweet tot Uw vader
Toen de wrede stoet U naderde
Met Judas, de verrader.
Gij zijt toen meegenomen, Heer
Veroordeeld tot den dood
Ook onder pijnlijke geseling
Hielt U zich onmens'lijk groot
Het kruis nam G'op uw
[schouders, Heer
Hoe zwaar het dan ook zij
Gij hield het dapper vol
En deed het waarlijk ook voor mij
En zo zijt Gij, O Jezu zoet
De wreedste dood gestorven
Voor alle mensen hebt Ge zó
De hemelpoort vervorven.
Ik dank U heer, dat Ge ook
[t'oor mij
Op 't kruis gestorven zijt
Zó onder hoon en spot en leed
Verwacht en lang verbeid.
Maria Brouwers, 9 jaar
Zeisstraat 4t), Breda.
Het was aardrijkskundeles. De mees
ter had het over Leiden. Jantje, vroeg
de meester, vertel jij me nu eens,
waar Leiden om bekend is. Jantje
dacht een poosje na. Kom, Jantje,
hielp meester, denk eens na, waar is
je broekje van gemaakt? Jantjes ge
zicht klaarde op. Van vaders trouw-
broek. meester. Alle kinderen lachten.
Zo had meester het niet bedoeld.
Vally Sluyter, 10 jaar,
en rook iets van aangebrande verf. Ze
rende naar de keuken en riep een
paar hofknechten. Die moesten direct
de verfnot op tafel zetten. Maar plot
seling de pot cm op een stapel
kouse: naast de tafel lagen. Ze
waren t groen gekleurd. Zo
heeft en .oningin de rock and roll
kousen uitgevonden. En ze heeft deze
nog in blauw, geel, rood en nog aller
lei andere kleuren gemaakt.
Tineke Rijvers, 9 jaar
Godevaert Montensstraat 25a
Breda
Ik ken een dingske
Het inkt en pinkt
en draait en winkt.
Kunt u ook zo inken
enn pinken en draaien en winken
gelijk dat dingske inkt en pinkt
en draait en winkt?
Wie maakt schoenen zonder naad,
zonder els en zonder draad?
Wie heeft geen begin en ook geen
einde?
Elske Janssens, 10 jaar,
Molenstraat 30, St.-Jansteèn
J ja,N<iEK
MDDEZA-Ak.
y.1 ANA erJ
rpet-K-
INft.IC.Wi N<
k. J AMC.E'-i
ALAN
s.bivNied
H OTL' CAFff
Op dit kruispunt hierboven slaat 'n
politie-agent en hij heet ook Jansen.
Waarom heet hij zo?
Harry Pompe, IJsselstein
Hieronder vier tekeningetjes van Afra
Deen. Wat stellen ze voor?
Tante Thea gaat geweldig
J Wat is de beste medicijn? Alle
J hartelijke brieven en tekemn- l
f gen, die zij dagelijks van jullie j
ontvangt. Volgende week komt
5 zijzelf met de uitslag voor de
t dag. J
2-poot is een mens; 3-poot is een
krukje; 4-ooo1 is een hond.
Schoenspijkertjes lopen de hele dag
op hun kop.
De klok loopt zonder van zijn plaats
te komen.
De r is het centrum van Parijs.
2 armen, 2 hoofden, 4 oren, 6 benen
en 1 staart7 Een man met zijn hond.
lxl minuut, 2 x in moment, niet 1
in eeuw? De letter m.
Oplossing van de raadsels van Ma
ria van Broekhoven: Jantje aap kon
nog niet tellen en het hondje was
stout en deed het toch.
Bijna allemaal goed opgelost door
Wiesje Heymans, Dijkplein 35, Breda.
De oplossing van de puzzel is: kers,
Lien, ei, ik Nantes, duivel, uk, inkt,
moeder, fees, Jan, Eva, KLEIN
DUIMPJE.
Zeg weet je wat ik maken ga?
't is een jurk voor hoesje
hoesje is mijn lieve pop
maar... een Robbedoesje.
Nu is weer haar jurkje stuk.
't Zijn twee winkelhaken.
Ik heb er ook geen stof meer van
Dus kan ik het niet meer maken.
hoesje heeft me vast beloofd
Zeker twintig keren
Dat ze nu wat netter wordt
Op haar nieuwe kleren.
Sjanneke Verdaasdonk, 9 j.
Schoolstraat 4, Prinsenbeek.
~v
«1 w
1. Wat loopt van het ene station
naar het andere zonder te bewe
gen?
2. Wat lijkt het meest op een halve
kaas?
3. Wat is een kind van je vader, dat
geen zoon is?
Door Tonnie de Bruin. Pastoor
Oomenlaan 3, Prinsenbeek.
lllllu 1tl,, ,/t/l l/ 111 I llill li
Getekend door Mieke Vermeren
Daliliastraat 8, Breda
Jantje was in januari 5 jaar gewor
den. Dat was een feest. Maar nu mocht
hij naar school, pas naar de kleuter
school. En Jet ging al naar de vierde
klas, zij is er al negen. Maar zou
Jantje wel willen? Nee hoor, "hij wil
niet. Hu, hu, huilt hij! Hij maakt zich
driftig. Maar moeder weet wel raad.
Ze weet dat Jan graag 'n beertje
heeft. Daarom zegt ze: als je flink
naar schooi gaat, krijg je morgen
een beertje. En dan niet meer huilen
hoor. En ze geeft Jan nog een lekkere
koek.
Sjaantje van Kooten,
Ach'tmaalseweg 105, Zundert
Er was eens een klavertje, dat
stond langs een eenzaam landwegge
tje. En altijd mopperde het: Ik wou
dat iemand mij plukte, ik hou hét
doodgewoon niet meer uit. Op een
dag, (de zon scheen lekkertjes door
de bomen) kwam er een jager voor
bij, niet in de beste stemming.
Hij mopperde: Nu moet ik weer
met een lege weitas thuiskomen,
maar wat zie ik daar staan En de
jager keek naar het klavertje.
Vlug plukte de jager het klavertje
en stak het in een knoopsgat en ging
verder.
Maar het hielp niets. Even later
gooide de jager kwaad het klavertje
weg. En dat vond Klaasje maar fijn,
want een dorst dat hij had. Hij was
bijna uitgedroogd. Maar Klaasje wa§
voortaan wijzer en mopperde nooit
meer. En dat was maar goed ook.
Nico Wiek 10 jaar
Bladerstraat no. 21
Ulvenhout (Nw. Ginneken)
Krisje was een klein jongetje van
6 jaar. Op een dag zei hij tegen zijn
moeder: Moeder de thee kookt. Moe
der ging kijken en kwam terug. Maar
jongen toch, het water kookt niet.
Ja maar moe, als er rook uit de pöt
komt kookt het toch. Nee jongen, dat
is zo niet. Maar op een dag werd
moeder het beu en ze zei: Krisje ik
heb je al gezegd, het kookt niet.
Maar Krisje zei toch altijd: moeder,
het water kookt of moeder de soep
kookt. En daarom zéi voortaan iêdéf-
een: Krisje Kook.
Dini Wiek, 8 jaar
Bladérstraat 21, Ülvenhout
Er was eens een stout kaboutertje
dat van huis weggelopen was en
naar het bos ging.
Hij zag opééns stenen in het bos
liggen. Hij dacht: ik ga eens vragen
naar dé koning of ik een kar krijg
om stenen uit het bos te halen. En
ja hoor, de koning zéi, ja haal er maar
een van stal.
Toen ging hij terug en raapte al de
stenen op die er lagen. Dan ging hij
weer terug naar de koning en vroeg
of hij zijn huisje bij hem op het hof
moest bouwen. Ja zei de koning, jij
mag dat hier bouwen.
Het kaboutertje begon vlijtig te
werken en het was in een wip klaar.
Toen ging hij slapen, want hij was
moe. Opeens schrok hij wakker, Wat
was dat? Het regende en heel zijn
huisje was weg. Het was gesmolten.
Hij liep vlug naar de koning en ver
telde hem wat er gebeurd was. Nu de
koning danste van plezier, omdat hij
het stonte kaboutertje zo lekker te
pakken heeft gehad. Want het was
maar een huisje van suiker.
Elske Janssens,
Molenstraat 30, St.-Jansteen.
1. Wie kan nog beter zwijgen dan
Willem de Zwijger
2. Waar wonen de slimste mensen?
3. Welk vat kan het meeste inhou
den?
4 Wat is het verschil tussen een
lekke par, en een lekke schoen?
5. Noem vi.if achtereenvolgende da
gen van de week zonder een één
te noemen.
Trees Janssens, 14 jaar,
Molenstr. 30, St.-Jansteen.
Ik ken iemand maar hij laat zich
nooit zien. Wel hoor je en voel je hem.
Hii plaagt dikwijls, maar kan ook ver
frissing brengen. Wie is hij?
Err.a Rademakers. 12 jaar,
Turnstraat 20, Breda.
Sonja is 'n aar
dig danseresje van
ruim 10 jaar. Ze
treedt dag in dag
uit in 't circus ,,A1-
bani" op. Al vroeg
is ze op de planken
gemoeten, want
vader en moeder
zijn, toen ze pas 4
was verongelukt
op de trapeze. De
directeur van 't
circus wist niet
wat hij met de
kleine kruimel
moest beginnen,
maar een waar
zegster heeft zich toen over haar ont-
fèrfhd. En zo komt het dat ze nu
koorddanseres is. Ze is de lieveling
van 't publiek en trekt daarom veel
toeschouwers. Ook nu is 't weer in
volle gang. De trompetters schette
ren luid en de trommels roffelen dat
't een volle lust is om te horen, 't Pu
bliek schatert om de malle clowns.
En dan is 't Sonja's beurt. Statig
komt ze de arena binnen en buigt
vriendelijk voor t publiek. Ze ziet er
allerliefst uit. Daar zweeft ze al over
't slappe koord. Ze haalt halsbreken
de toeren uit en als ze eindelijk weer
in de arena staat, is 't een applaus
van jewelste. De mensen roepen ,,Bis,
bis". En weer betreedt zij 't koord
en begint opnieuw. Dan breekt er een
geklap los, en lachend verlaat ze de
aréna en verdwijnt in de kleedka
mers.
Nelly Hoogmoet
Oude Wouwsebaan 106
Bergen op Zoom
Sedert 23 maart is de 28-jarige
werktuigkundige W. K. Kroon, werk
zaam b(j een machinefabriek te Delft,
spoorloos. Hij verliet op die dag het
ouderlijk huis te Blaricum en sinds
dien heeft men niets meer van hem
vernomen.
De vermiste, Woodrow Kors Kroon
genaamd en geboren op 7 maart 1930
te Djatrroto Undonesië), woonde op
kamers aan de Koningin Emmalaan
te Delft. Omstreeks half maart werd
hij ziek en vertrok naar het huis van
zijn moeder in Blaricum, waar hij
een week verbleef. Daarna reisde hij
terug om zijn werk te hervatten,
doch hij verscheen niet bij de machi
nefabriek. Dinsdag j.l. informeerde
de personeelschef bij de moeder van
K. naar de gezondheidstoestand van
haar zoon en vernam toen, dat deze
reeds op 23 maart naar 'Delft was
vertrokken. De moeder heeft zich nu
bij de Delftse politie vervoegd en
meegedeeld, dat haar zoon bij zijn
vertrek zeer nerveus én gedeprimeerd
was geweest
Gisteren is in Düsseldorf een post-
zegelveiling begonnen, waar hoogst
waarschijnlijk voor meer dan een mil
joen mark zal worden omgezet.
O.m. zal de grootste collectie „thurn
und taxis'-zegels, waarvan de waarde
op een kwart miljoen mark wordt
geschat, onder de hamer komen.
Voorts wordt een zegel, die geduren
de de boksersopstand in China werd
uitgegeven, geveild. Deze zégel staat
in de catalogus voor 6.500 mark.
Filatelisten uit dé gehele wereld
hebben belangstelling getoond voor
deze veiling, die wordt georganiseerd
door de Hamburgse firma Edgar
Mohrmann en die vier dagen zal du
ren.
COëDUCATIE
In dit blad van 12 dezer werd een
bijdrage gepubliceerd van de onderwijs-
medewerker en wel met betrekking tot
de instructie van de H. Congregatie der
Religieuzen over de coëducatie. Deze be
schouwing nu werd besloten als volgt:
..Voorschriften, waaiaan zoveel ver
schillend commentaar kan worden ver
bonden, zijn minstens wat hun redactie
betreft, ergens in gebreke gebleven. Dit
zij gezegd, zonder iets te willen afdoen
aan de ook voor diit stuk verschuldigde
eerbied".
Welnu, de bedoeling van het boven
staande is ongetwijfeld om de lezer te
doen besluiten, dat de befaamde instruc
tie minstens onduidelijk is. Deze con
clusie volgt echter slechts dan, indien
er terecht zoveel verschillend commen
taar op de instructie kan worden gele
verd. Want het is duidelijk, dat het niet
aan de mstructe mag worden geweten,
wanneer zij bijvoorbeeld wordt be-
commentariëerd niet naar wat er staat,
doch naar wat er niet staat.
Maar dat er terecht zoveel verschillend
commentaar op de instructie Ikan wor-
aen geleverd, heeft Schr. niet aange
toond. Naar mijn mening zou hij dut ook
moeilijk hebben kunnen doen, want het
document is niet voor meerdere uitleg
vatbaar. Het stuk schrijft immers let
terlijk, dat de coëducatie, vooral in de
puberteit, ongetwijfeld meer nadelen
heeft dan voordelen, doch dat er om
standigheden kunnen zijn, waarin de
coéd'Ucatie als het minste kwaad moet
worden beschouwd. En hierop is het
enig juiste commentaar dat....
1 de ervaring met de coëducatie blijk
baar voldoende wordt geacht om vanuit
deze ervaring op te klimmen (zoals dat
heet) tot de kennis van een algemene
wet, welke minstens moreel voor zeker
wordt gehouden, nl. dat de coëducatie
meer nadelen heeft dan voordelen;
2 de coëducaue-zonder-meer als een
kwaad wordt beschouwd, want het goe
de gevolg wordt niet geëvenredigd ge
acht aan het kwade effect; hieruit volgt
ook de ongeoorloofdheid van de voort
zetting van de experimenten met de co
ëducatie .als zodanig;
3 de coëducatie soms onder bepaald
opaioht als een goed wordt beschouwd,
nl. indien en voor zover toelating van
de coëducatie geacht kan worden een
gix)ter kwaad te voorkomen.
Tenslotte moge ik er nog de aandacht
op vestigen, dat de instructie niet slechts
een disciplinair, doch ook een leerstel.ig
document is. En niet alleen onfeilbare
uitspraken van het Leergezag vorderen
de uiterlijke en innerlijke instemming
van de gelovigen
BREDA, EDUARD SADéE
(Noot van onze onderwijsmedewer-
ker: I)e passage uit de pauselijke En
cycliek van 1929 had lange tijd de in
druk gewekt, dat coëducatie als een
intrinsiek kwaad moest worden op
gevat. De Instructie van de H. Con
gregatie der Religieuzen heeft het
goed of kwaad zijn van de
coëtlucaDe afhankelijk gesteld van de
omstandigheden. Deze laatste opvat
ting deelt ook de geachte inzender
onder punt 3: ware de coëducatie im
mers een wezenlijk kwaad, dan zou
de Instructie de bestrijding van een
groter kwaad door middel van een
kïeiner kwaad geoorloofd hebben ge
steld, hetgeen moreel onaanvaardbaar
zou zijn.
Als de geoorloofdheid der coëduca
tie afhankelijk is van de omstandig
heden, komt men op dit punt slechts
tot algemene regeling door vele erva
ringsgegevens met elkander te ver
gelijken. Hoe rijk het ervaringsmate
riaal is, waarop de Instructie zich ba
seert, wordt nergens vermeld. Zeker
is, dat andersluidende ervaringen in
ons land voorhanden zijn. De gel
digheid der Instructie wordt derhal
ve ingeperkt door de begrensdheid
der uitgangservaringen en bovendien
door de onvoorzienbare varianten in
de omringende opvoedingsomstandig
heden. Naar onze mening houdt deze
Instructie dus niet een verplichting
in, voor nu en altijd een bepaald oor
deel over coëducatie te vellen, doch
wel en dit zij nogmaals volmondig
toegegeven, een wijs vermaan tot per
soonlijke bezinning en voorzichtig
heid.)
RENNERS.SUCCESSEN
Als men in het buitenland weer nor
maal mee wil komen in de wielersport
zal onze vaderlandse wielrennerij gron
dige wijzigingen moeten ondergaan. Em
het' voornaamste obstakel is volgens mij
het ploegleiders-probleem. Men zou over
moeten gaan tot het aanstellen van een
officiële ploegleider, die financieel zich
niets behoeft aan te trekken van de be
langetjes der renners en hun fabrieken.
Onze renners worden nu al op weinig
belangrijke buitenlandse wedstrijden ge
vraagd. Hebben ze de ronden van Le-
vantë, Parijs-Nice, Toscane en Milaan-
Sa>n Remo niet voorbij moeten laten
gaan, waarbij elk land vertegenwoordigd
was, behalve Nederland. En was de
eerste grote wedstrijd waar zij aan deel
namen n.l. de ronde van Vlaanderen, geen
fiasco voor onze renners?
Maar tooh is het wel opvallend dat
onze amateurs wel iedere week grote
successen boeken en die moeten het toch
zonder gerenommeerde ploegleiders doen.
Zo was het vorig jaar en nu alweer.
En is het ook niet opvallend dat als
deze renners prof worden en met deze
ploegleiders op stap moeten, ze niet tot
successen kunnen "komen.
Dan za! u ook wel begrijpen, dat er
iets hapert in onze vaderlandse wiel
rennerij
ST. WILLEBRORD, L. GABRIëLS
DIERENLIEFDE
Dierenvriend uit Klundert", wat heeft
u in het dagblad „de Stem" van 12 april
laten blijken, op welk een hoog peil het
met uw dierehliefde is gesteld. Ik voel
uw medelijden met de zes jonge hondjes
die levend werden begraven heel goed
aan. Dat zulks niet past, weet ieder wel
denkend mens en het moet ook gestraft
worden.
Maar geachte dierenvriend, wat u
waarschijnlijk bent vergeten is, dat toch
nog altijd een mens meer waard is dan
zes jonge hondjes. Om uw dierenliefde
moet ik u prijzen, maar met uw mensen
liefde is het toch wel treurig gesteld.
Prinses Maria Pia, de dochter van
ex-koning Umberto van Italië, echt
genote van prins Alexander van Joe
goslavië, verwacht in juttd van dit
jaar «en tweeling.
billijk noemen dat de verplicht verze
kerde zijn wekelijkse prerrue moet beta
len en dan niet kreeg waar hij ook recht
op had, n.l. tandheelkundige behandeling.
Gezien het feit dat de ziekenfondsraad
met 18 voor en 13 tegen (juist geen 2/3
meerderheid) het besluit nam NIET tot
terugbetaling over te gaan, is het mis
schien nog wel mogelijk, desnoods door
de Stichting van de Arbeid te bereiken,
dat het genomen onbillijke besluit alsnog
wordt veranderd ten goede van de ge
dupeerde vrijwillig verzekerden.
BERGEN OP ZOOM, F. MAURER
v.d. Rijtstr. 15.
BEZIGE HANDEN" (II)
Naad aanleiding van diverse artikelen
..I de plaatselijke en regionale bladen
onder de titel „Hobby-Club Bezige Han
den" lijkt het ondergetekenden noodzake
lijk op een en ander nader commentaar
te geven.
Op een gehouden ledenvergadering der
KAB werd inderdaad besloten tot oprich
ting te komen van een Hobby-Club en
werd ter bestudering van de mogelijk
heden hiertoe een commissie benoemd.
Nadien werd deze commissie nog uitge
breid en kon een bestuur worden gefor
meerd, hetwelk de bedoeling zou hebben
haar werkwijze te doen uitvoeren als een
onderafdeling der KAB. Toen het bestuur
der Hobby-Club „Bezige Handen" haar
werkzaamheden later ging uitspreideh op
diverse terreinen, die in strijd waren met
de doelstelling en beginselen der KAB,
werd door het KAB-bestuur verzocht
voorlopig geen activiteiten naar buiten
meer te ontplooien, totdat de moeilijk
heden, hierdoor voor de KAB ontstaan,
zouden zijn opgelost en tot een voor beide
groepen bevredigende oplossing zou zijn
verkregen, die ook in alle opzichten zou
voldoen aan de statuten der diocesane
KAB te Breda. Nadat de Hobby Club de
door haar zelf opgemaakte reglementen
aan het afdelingsbestuur der KAB had
voorgelegd, heeft het KAB-bestuur zich
hierover rijp beraden en werden de sta
tuten, zowel door de diocesane KAB als
door het afd.-bestuur onaanvaardbaar
geacht. Het bestuur der Hobby-Club,
werd hiervan door de diocesane KAB te
Breda in kennis gesteld. Ook het KAB-
bestuur van Gilze bracht dit besluit ter
kennis van de Hobby-Club, waarbij nog
werd medegedeeld, dat door het KAB-
bestuur aan de hand van de richtlijnen
van Breda een nieuw reglement zou wor
den opgesteld, hetwelk desgewenst aan
de Hobby-Club zou worden toegezonden,
Hierdoor werd door het KAB-bestuur de
mogelijkheid opengelaten om met inacht
neming van de statuten der diocesane
KAB, alsnog als onderafdeling der KAB
te worden aangenomen.
Hierbij werd ook nog herinnerd aan de
gemaakte afspraak, dat geen activiteiten
naar buiten zouden worden ontplooid en
dat wanneer zulks wel zou geschieden dit
buiten de goedkeuring en verantwoorde
lijkheid der KAB zou vallen, omdat de
Hobby-Club niet de vereiste goedkeuring
had verkregen en dus geen onderafdeling
der KAB kon zijn.
GILZE, KAB-BESTUUR.
WINKELCENTRUM
BOEIMEER
Daar het winkelcentrum Boeimeer te
Breda het eigendom is van een levens
verzekeringsmij. heeft deze het gepres
teerd de huur sinds enkele maanden nog
te herzien (n.l. ietwat verhoogd).
Ten tweede moet men een huurcon
tract van 5 jaar afsluiten.
Voor bijvoorbeeld 1 jaar huur krijgt
men geen toestemming. Zodat ook de
mensen die het willen proberen geen
leans krijgen.
BREDA, J. y. B.
VICTOR SILVESTER
Een klein berichtje in het Jazz-orgaan
..Muziek Expres" gaf melding van een
concert in de veilinghallen te Blokker,
dat gegeven zou worden op 15 mei door
het Engelse Ballroom orkest van Victor
Silvester, dat één exclusieve uitvoering
zou zijn in „strict danstempo"; een en
ander georganiseerd door een jongeman
met „pit", Ben Essink.
De contracten getekend, alles gere
geld, komt van overheidswege de mede
deling „Silvester krijgt geen werkver
gunning voor Nederland". Wat moeten
de organisatoren, in casu de heer Essink
gedacht hebben en „excusez le mot" ver.
bolgen geweest zijn, over een dergelijk
gebrek aan culturele vorming van over
heidswege.
Gaan kunst, muziek ergo en politiek
samen? Rare combinatie! Gelukkig voor
de organisatoren is Benny Goodman met
zijn jazz-bigband bereid als remplacant
te gaan musiceren. Heren, al is er géén
Victor Silvester, er kan toch geswingd
worden!! Toch kraait Blokker Vlctor(ie)
al is het zonder Victor!
HULST, H. CROMEEEfN
MARKT OP DE MARKT
Als vaste marktbezoekster in Breda
hoop ik, dat wij weer gauw onze inkopen
op de Grote Markt kunnen doen. Wij zit
ten midden in de stad, halen meteen onza
boodschappen in de aangrenzende straten,
hebben minder last van de ijskoude wind,
waar wij nu al weken lang mee te kam
pen hebben, en minder gevaar. Let maar
eens op, even die drukke rijweg over
steken om een bloemetje bij de wagens
te halen, met kinderen en voor bejaar
den hopeloos! En denkt u eens de vakan-
tietijd. die hele gezelschappen buiten
landse toeristen, die gezellig even de
markt overstapten, hier en daar wat koch
ten en foto's maakten, komen niet naar
de Markendaalseweg, Laat deze de stand
plaatsen van de Belgische bussen blijven;
de bezoekers komen wél naar de markt.
En nergens komen de bloemenstandjes
zo mooi uit als op de Markt, deze staan
nu ook maar verloren langs de stoep van
de drukke verkeersweg. Hopende gauw
weer onze inkopen op de Grote Markt te
kunnen doen,
BREDA, MEVR. A. V. B,
OPBOUW (II)
Ik ben arbeider en daarom heeft het
ingezonden stukje van M. Laros mijn
volle instemming. De heer Laros schetst
de ontwikkeling in Nederland volkomen
juist, realistisch en ontdaan van alle
verbloeming over nationale welvaart en
zo.
Eén vraag zou ik echter willen stel
len. Waarom hebben de grote arbeiders
organisaties zich niet tegen deze schan
delijke en onrechtvaardige gang van za
ken verzet? Erger nog, zij zijn er mee
akkoord gegaan, dat de arbeider van
zijn rechtmatige deel van de welvaart
(waarvoor hij zich wel in mocht spannem
produktiieverhoging) verstoken bleef'
De grote welvaart toonde zich bijna
uitsluitend zoals de heer Laros treffend
heeft aangegeven. Hierdoor ontstond
over-bested mg, waaraan de arbeider
Uiteraard geen deel heeft kunnen heb
ben. Tengevolge van deze overbesteding
kwam de bestedingsbeperking. Nu was
de arbeider echter wel het eerste en
voornaamste slachtoffer, ook weer pre
cies zoals de heer Laros schreef.
Ik kan uit de hele geschiedenis maar
één conclusie trekken: de grote orga
nisaties zijn schromelijk tekort gescho
ten in hun plicht, het belang der ar
beiders (wier contributiecenten zij toch
wekelijks opstrijken!.) te dienen.
ETTEN, J. V. ZUNDERT
(Advertentie)
MADE,
H. S.
GEEN UITKERING
Nu in de Kamer gesproken is over de
vergoeding van de kosten, gedaan door
de verplicht verzekerden tijdens het con
flict tussen de tandartsen en de zieken
fondsen en de minister te kennen heeft
gegeven dat hij achter de ziekenfonds
raad staat bij het besluit om geen ver
goeding te geven, lijkt het mij het beste
dat de verplicht verzekerden een poging
doen om door middel van de arbeiders-
organlsates alsnog terugbelalng te krij
gen van de tijdens het conflct betaalde
rekeningen.
Mén raag het tooh zeker wel zeer on-
De maart-aflevering van het maand
blad Roeping opent met niet minder
dan acht gedichten van Gabriël Smit.
Misschien was gedachten" als titel
beter dan „gedichten". Ook Christine
d'Haen en Ben J. M. van der Kley
dragen verzen bij. De laatste laat een
origineel geluid horen, dat zeker de
aandacht waard is. De eerste wordt
bij het Nederlandse publiek ingeleid
door Jan H. Ca.rtens. Deze wijst er
op, dat de dichteres al in enkele Ne
derlandse tijdschriften gepubliceerd
heeft, die echter niet genoemd wor
den. Het wachten is op haar eerste
bundel.
Ton van Oudwijk draagt weer een
geestig kort verhaal bij en Ben Wol
ken ontpopt zich als toneelschrijver
in „Een blij spel van Sokrates en een
vreemde heer". Een interessante stu
die is opgenomen van C. W. M. Ver
hoeven over de symboliek van de
haan. Uitgangspunt is daarbij de ty
pische activiteit van Cantecleer: het
kraaien bij het aanbreken van de
morgen.
In de Kroniek uit Willem K. Cou-
mans zijn kritiek op de eerste zelf
standige uitgave „Landklimaat" van
de jonge Heerlense schrijver Oscar
Timmers. Geert van Beek bespreekt
van Kerkhoves laatste roman „De
Bungalow", die hij geen opvallend
maar wel een uitzonderlijk boek
noemt. Wim Reckman draagt zijn
steentje bij tot de discussie rond de
oorlogsfilm „Nicht mehr fliehen". In
het Journaal moet het boekenbal het
ontgelden. Toch oefent deze jaarlijkse
manifestatie blijkbaar een sterke
aantrekkingskracht uit
In het maart-nummer van De Gids
verrast redacteur Bert Voeten met
een tweetal nieuwe gedichten. D. A.
M. Binnendijk schreef een aantal niet
opvallende kwatrijnen. Voorts zijn er
verzen van Gerard den Brabander en
Jan Spierdijk.
Theun de Vries besluit zijn verhaal
„Wind en Avondrood". Alfred Koss-
mann vindt het nodig de ontluistering
van Willem Kloos nog een beetje
voort te zetten met overigens weinig
nieuwe gegevens. Dat Kloos twee
keer gestorven is, is ook al niet be
paald een vondst.
Emmy van Lokhorst bespreekt met
veel waardering Henry de Monther-
lants debuut ,,La Reine Morte", dat
in een uitnemende vertaling van Jan
W. Hofstra onder de titel „Inès de
Castro" door de toneelgroep Theater
vertoond wordt. Ten slotte mag een
instructieve studie van oud-minister
P. Lieftinck over ..Syrië tussen Oost
en West" niet onvermeld blijven.
Dit tijdschrift biedt in zijn maart
aflevering weer een grote verschei
denheid van bijdragen, waarvan we
er enkele willen noemen. De „Voyage
en France" van Henri Miguet wordt
voortgezet. Albert Kuyle wordt in
proza en poëzie herdacht, resp. door
pastoor H. J. J. van Schaick en An
ton Erwich. L. A. v. d. Linden ver
weert zich tegen de aanval, die Wil
lem van de Pas in De Volkskrant te
gen zijn brochure „Ultramontaans
Pleidooi" gericht heeft. Wim Zaal
vertelt nog iets over zijn Italiaanse
reis en bespreekt de bloemlezing
„Kom haastig" van Okke Jager.
Wouter Lutkie vestigt de aan
dacht op de voortreffelijke uitgave
„Saint Jean Baptiste dans l'Art" van
Alexandre Masseron en op het even
eens belangwekkende boek „Karei V,
Vader van Europa" door Gertrude
von Schwarzenfeld. Ter herdenking
van Uriël Birnbaum, die geen goed
woord voor Goethe over had, haalt
de hoofdredacteur het oordeel van
Ernest Hello aan, die in zijn boek
„L'Homme" de Duitse dichter even
min zijn kritiek spaart.
Archivaris Jac. J, M. Heeren opent
het maart-nummer van Brabantia
met een historisch overzicht van Hui
ze Karelstein onder Aarle-Rixtel.
In zijn serie Brabantse Kunstenaars
behandelt Thijs v. d. Griendt de zopas
bekroonde schrijver en toneelregis
seur Kees Spierings.
P. de Groot vertelt interessante bij
zonderheden over een tweetal oost-
Brabantse dorpsjongens, namelijk de
gebroeders Verhoeven, beiden doctor
en beiden professor te Leuven. Pater
Gerlach schrijft over een merkwaar
dig Brabants studentenboek, dat zich
in het provinciaal archief van de ka
pucijnen te 's-Hertogenbosch bevindt.
WILLEM v. d. VELDEN.