Jezus' dood IF Papier voor UW pen MENSEN EN MUZEN Greep uit de maandbladen 2)* Wol Bulletin Robbedoesje Delftenaar spoorloos Roeping DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 19 APRIL 1958 Pietje Prik in het circus De dievenbende WAT STAAT HIER? Die Jantje toch Het dingske Wie is hij Oplossingen 3 Raadsels Naar school HET KLAVERTJE Krisje Kook Stout Son ja het koorddanscresje H Paradijs voor filatelisten Prinses Maria Pia verwacht tweeling De Gids Aristo Brabantia 13 VANDAAG heb ik jullie iets grap pigs te vertellen. Gisteren ging de te lefoon en dan moet ik zeggen: U spreekt met de krant. Maar wat zei ik? Ik zei: Ra, ra. wie ben ik? Dat was natuurlijk heel gek, maar we zullen vertellen hoe dat komt. Jullie sturen ons zoveel raadsels, dat we er bijna onder begraven worden. Elke post stuurt er meer. Natuurlijk moet ik beter nadenken, maar het zou toch wel goed zijn, als jullie eventjes geen nieuwe raadsels wilt opsturen. Over een paar weken gaat het wel weer. Voor onze oudsten heb ik iets nieuws verzonnen. Ik leg jullie een probleem voor. Dit is het: Vinden jullie dat jongens in het huishouden moeten helpen en waar om? De jongen of het meisje dat het beste antwoord stuurt, belonen we met een boek! En lees nu het verhaal en het ge dicht die op de ereplaats staan. Goed hé? Maar alle anderen hebben ook ge weldig hun best gedaan. Wat deze keer niet in de krant komt, zie je de volgende week. Dag allemaal. OOM JAN £TR was eens een modekoningin, die ijverig in een grote kamer van haar kasteel zat te werken. Ze was wanhopig, omdat de mensen steeds maar andere modellen van deze koningin verlangden. Ze had pas een nieuw model voor een prachtige groene avondjurk uitge vonden. Ze r'ep daarom een van haar hofknechten bij zich en beval hem een grote pot groene verf op het vuur te zetten. Terwij] de knecht naar de keu ken was, was zij zeer blij, omdat alles zo goed gegaan was. Een half uur daarna ging ze naar de gang. Ze snoof Het regent, maar wat raakt me dat, Ik zal er niet van smelten. Ik ben vermop geen suikerpop, En heb een fikse harde kop. Ik plooi mijn lippen en ik fluit, De regen en de flauwerds uit. De droppels vallen van de takken, Maar met plezier Lap ik de regen aan m'n hakken. De lucht is zwart Maar voor mijn part Mag het heel do dag Nog regenen blijven. Ton Kuppens Sluissingel la, Breda. Op zekere dag kwam er een vreemd mannetje in de stad. En hij had een rol met platen onder zijn armen; en in zijn rechterhand had hij een leertje en aan zijn lin kerhand een pot met lijm en nog een kwast. En op een schutting in de Naaldekokerstraat werd er ook een weggehangen. Binnen tien mi nuten wist heel de stad dat er een Circus kwam. Behalve de kleerma ker Pietje Prik. Die zal altijd nog aan de jas te naaien van burge meester Biebel. Daarom had hij het zo druk. Eindelijk was hij er bijna mee klaar. Hij moest nog acht knopen eraan zetten. En toen ging hij naar het circus kijken. Peter Roks, 3e klas Standdaarbuiten Op 'n nacht had de dievenbende weer gestolen. Talryke dingen had den ze gestolen, o.a. tafelzilver, geld en nog andere kostbaarheden. Samen een bedrag van f 500.000. De politie ging dadelijk op zoek, maar na enkele dagen waren ze nog niet terug. Toen kwamen de soldaten aan de beurt. Met geweren en sabels gingen ze er op uit. Ze gingen na een dag 2 i 3 op zoek. 's Nachts waren ze ver trokken. Nu zal ik vertellen over die gebeurtenis. Ze waren maar net in het bos of een paar mannen sprongen uit de bo men. De soldaten konden de eerste minuten niets doen, maar toen waren ze over de eerste schrik heen. Al gauw lagen er heel wat dieven op de grond; en het bleek dat de soldaten terrein begonnen te winnen. Toen bij na alles tegen de vlakte lag. sloegen de laatste dieven op de vlucht en konden de soldaten gemakkelijk door het bos gaan om de agenten op te zoe ken. En daar zagen de soldaten een holletje met een deur er voor. Dat braken ze open, en wat ze daar zagen! Niemand ?Ja toch! Achter die kisten bewoog wat! Een dappere soldaat ging kijken; een man of tien sprongen bo ven op 'm, maar hij sloeg er flink op los. De andere soldaten sprongen er ook op en weidra lagen de andere ro vers ook op de grond. Dat was het einde van de beruchte roversbende en de mensen konden voortaan rustig slapen. Dolf Piederiet, (10 j.) REBUS van Tonnie Broeders, Raams- rionksveer. Op Goede-Vrijdag lieve Heer Zijt Gij aan 't kruis gestorven Voor alle mensen hebt Ge toen De hemelpoort verworven. In de Olijvenhof bad Gij In angstzweet tot Uw vader Toen de wrede stoet U naderde Met Judas, de verrader. Gij zijt toen meegenomen, Heer Veroordeeld tot den dood Ook onder pijnlijke geseling Hielt U zich onmens'lijk groot Het kruis nam G'op uw [schouders, Heer Hoe zwaar het dan ook zij Gij hield het dapper vol En deed het waarlijk ook voor mij En zo zijt Gij, O Jezu zoet De wreedste dood gestorven Voor alle mensen hebt Ge zó De hemelpoort vervorven. Ik dank U heer, dat Ge ook [t'oor mij Op 't kruis gestorven zijt Zó onder hoon en spot en leed Verwacht en lang verbeid. Maria Brouwers, 9 jaar Zeisstraat 4t), Breda. Het was aardrijkskundeles. De mees ter had het over Leiden. Jantje, vroeg de meester, vertel jij me nu eens, waar Leiden om bekend is. Jantje dacht een poosje na. Kom, Jantje, hielp meester, denk eens na, waar is je broekje van gemaakt? Jantjes ge zicht klaarde op. Van vaders trouw- broek. meester. Alle kinderen lachten. Zo had meester het niet bedoeld. Vally Sluyter, 10 jaar, en rook iets van aangebrande verf. Ze rende naar de keuken en riep een paar hofknechten. Die moesten direct de verfnot op tafel zetten. Maar plot seling de pot cm op een stapel kouse: naast de tafel lagen. Ze waren t groen gekleurd. Zo heeft en .oningin de rock and roll kousen uitgevonden. En ze heeft deze nog in blauw, geel, rood en nog aller lei andere kleuren gemaakt. Tineke Rijvers, 9 jaar Godevaert Montensstraat 25a Breda Ik ken een dingske Het inkt en pinkt en draait en winkt. Kunt u ook zo inken enn pinken en draaien en winken gelijk dat dingske inkt en pinkt en draait en winkt? Wie maakt schoenen zonder naad, zonder els en zonder draad? Wie heeft geen begin en ook geen einde? Elske Janssens, 10 jaar, Molenstraat 30, St.-Jansteèn J ja,N<iEK MDDEZA-Ak. y.1 ANA erJ rpet-K- INft.IC.Wi N< k. J AMC.E'-i ALAN s.bivNied H OTL' CAFff Op dit kruispunt hierboven slaat 'n politie-agent en hij heet ook Jansen. Waarom heet hij zo? Harry Pompe, IJsselstein Hieronder vier tekeningetjes van Afra Deen. Wat stellen ze voor? Tante Thea gaat geweldig J Wat is de beste medicijn? Alle J hartelijke brieven en tekemn- l f gen, die zij dagelijks van jullie j ontvangt. Volgende week komt 5 zijzelf met de uitslag voor de t dag. J 2-poot is een mens; 3-poot is een krukje; 4-ooo1 is een hond. Schoenspijkertjes lopen de hele dag op hun kop. De klok loopt zonder van zijn plaats te komen. De r is het centrum van Parijs. 2 armen, 2 hoofden, 4 oren, 6 benen en 1 staart7 Een man met zijn hond. lxl minuut, 2 x in moment, niet 1 in eeuw? De letter m. Oplossing van de raadsels van Ma ria van Broekhoven: Jantje aap kon nog niet tellen en het hondje was stout en deed het toch. Bijna allemaal goed opgelost door Wiesje Heymans, Dijkplein 35, Breda. De oplossing van de puzzel is: kers, Lien, ei, ik Nantes, duivel, uk, inkt, moeder, fees, Jan, Eva, KLEIN DUIMPJE. Zeg weet je wat ik maken ga? 't is een jurk voor hoesje hoesje is mijn lieve pop maar... een Robbedoesje. Nu is weer haar jurkje stuk. 't Zijn twee winkelhaken. Ik heb er ook geen stof meer van Dus kan ik het niet meer maken. hoesje heeft me vast beloofd Zeker twintig keren Dat ze nu wat netter wordt Op haar nieuwe kleren. Sjanneke Verdaasdonk, 9 j. Schoolstraat 4, Prinsenbeek. ~v «1 w 1. Wat loopt van het ene station naar het andere zonder te bewe gen? 2. Wat lijkt het meest op een halve kaas? 3. Wat is een kind van je vader, dat geen zoon is? Door Tonnie de Bruin. Pastoor Oomenlaan 3, Prinsenbeek. lllllu 1tl,, ,/t/l l/ 111 I llill li Getekend door Mieke Vermeren Daliliastraat 8, Breda Jantje was in januari 5 jaar gewor den. Dat was een feest. Maar nu mocht hij naar school, pas naar de kleuter school. En Jet ging al naar de vierde klas, zij is er al negen. Maar zou Jantje wel willen? Nee hoor, "hij wil niet. Hu, hu, huilt hij! Hij maakt zich driftig. Maar moeder weet wel raad. Ze weet dat Jan graag 'n beertje heeft. Daarom zegt ze: als je flink naar schooi gaat, krijg je morgen een beertje. En dan niet meer huilen hoor. En ze geeft Jan nog een lekkere koek. Sjaantje van Kooten, Ach'tmaalseweg 105, Zundert Er was eens een klavertje, dat stond langs een eenzaam landwegge tje. En altijd mopperde het: Ik wou dat iemand mij plukte, ik hou hét doodgewoon niet meer uit. Op een dag, (de zon scheen lekkertjes door de bomen) kwam er een jager voor bij, niet in de beste stemming. Hij mopperde: Nu moet ik weer met een lege weitas thuiskomen, maar wat zie ik daar staan En de jager keek naar het klavertje. Vlug plukte de jager het klavertje en stak het in een knoopsgat en ging verder. Maar het hielp niets. Even later gooide de jager kwaad het klavertje weg. En dat vond Klaasje maar fijn, want een dorst dat hij had. Hij was bijna uitgedroogd. Maar Klaasje wa§ voortaan wijzer en mopperde nooit meer. En dat was maar goed ook. Nico Wiek 10 jaar Bladerstraat no. 21 Ulvenhout (Nw. Ginneken) Krisje was een klein jongetje van 6 jaar. Op een dag zei hij tegen zijn moeder: Moeder de thee kookt. Moe der ging kijken en kwam terug. Maar jongen toch, het water kookt niet. Ja maar moe, als er rook uit de pöt komt kookt het toch. Nee jongen, dat is zo niet. Maar op een dag werd moeder het beu en ze zei: Krisje ik heb je al gezegd, het kookt niet. Maar Krisje zei toch altijd: moeder, het water kookt of moeder de soep kookt. En daarom zéi voortaan iêdéf- een: Krisje Kook. Dini Wiek, 8 jaar Bladérstraat 21, Ülvenhout Er was eens een stout kaboutertje dat van huis weggelopen was en naar het bos ging. Hij zag opééns stenen in het bos liggen. Hij dacht: ik ga eens vragen naar dé koning of ik een kar krijg om stenen uit het bos te halen. En ja hoor, de koning zéi, ja haal er maar een van stal. Toen ging hij terug en raapte al de stenen op die er lagen. Dan ging hij weer terug naar de koning en vroeg of hij zijn huisje bij hem op het hof moest bouwen. Ja zei de koning, jij mag dat hier bouwen. Het kaboutertje begon vlijtig te werken en het was in een wip klaar. Toen ging hij slapen, want hij was moe. Opeens schrok hij wakker, Wat was dat? Het regende en heel zijn huisje was weg. Het was gesmolten. Hij liep vlug naar de koning en ver telde hem wat er gebeurd was. Nu de koning danste van plezier, omdat hij het stonte kaboutertje zo lekker te pakken heeft gehad. Want het was maar een huisje van suiker. Elske Janssens, Molenstraat 30, St.-Jansteen. 1. Wie kan nog beter zwijgen dan Willem de Zwijger 2. Waar wonen de slimste mensen? 3. Welk vat kan het meeste inhou den? 4 Wat is het verschil tussen een lekke par, en een lekke schoen? 5. Noem vi.if achtereenvolgende da gen van de week zonder een één te noemen. Trees Janssens, 14 jaar, Molenstr. 30, St.-Jansteen. Ik ken iemand maar hij laat zich nooit zien. Wel hoor je en voel je hem. Hii plaagt dikwijls, maar kan ook ver frissing brengen. Wie is hij? Err.a Rademakers. 12 jaar, Turnstraat 20, Breda. Sonja is 'n aar dig danseresje van ruim 10 jaar. Ze treedt dag in dag uit in 't circus ,,A1- bani" op. Al vroeg is ze op de planken gemoeten, want vader en moeder zijn, toen ze pas 4 was verongelukt op de trapeze. De directeur van 't circus wist niet wat hij met de kleine kruimel moest beginnen, maar een waar zegster heeft zich toen over haar ont- fèrfhd. En zo komt het dat ze nu koorddanseres is. Ze is de lieveling van 't publiek en trekt daarom veel toeschouwers. Ook nu is 't weer in volle gang. De trompetters schette ren luid en de trommels roffelen dat 't een volle lust is om te horen, 't Pu bliek schatert om de malle clowns. En dan is 't Sonja's beurt. Statig komt ze de arena binnen en buigt vriendelijk voor t publiek. Ze ziet er allerliefst uit. Daar zweeft ze al over 't slappe koord. Ze haalt halsbreken de toeren uit en als ze eindelijk weer in de arena staat, is 't een applaus van jewelste. De mensen roepen ,,Bis, bis". En weer betreedt zij 't koord en begint opnieuw. Dan breekt er een geklap los, en lachend verlaat ze de aréna en verdwijnt in de kleedka mers. Nelly Hoogmoet Oude Wouwsebaan 106 Bergen op Zoom Sedert 23 maart is de 28-jarige werktuigkundige W. K. Kroon, werk zaam b(j een machinefabriek te Delft, spoorloos. Hij verliet op die dag het ouderlijk huis te Blaricum en sinds dien heeft men niets meer van hem vernomen. De vermiste, Woodrow Kors Kroon genaamd en geboren op 7 maart 1930 te Djatrroto Undonesië), woonde op kamers aan de Koningin Emmalaan te Delft. Omstreeks half maart werd hij ziek en vertrok naar het huis van zijn moeder in Blaricum, waar hij een week verbleef. Daarna reisde hij terug om zijn werk te hervatten, doch hij verscheen niet bij de machi nefabriek. Dinsdag j.l. informeerde de personeelschef bij de moeder van K. naar de gezondheidstoestand van haar zoon en vernam toen, dat deze reeds op 23 maart naar 'Delft was vertrokken. De moeder heeft zich nu bij de Delftse politie vervoegd en meegedeeld, dat haar zoon bij zijn vertrek zeer nerveus én gedeprimeerd was geweest Gisteren is in Düsseldorf een post- zegelveiling begonnen, waar hoogst waarschijnlijk voor meer dan een mil joen mark zal worden omgezet. O.m. zal de grootste collectie „thurn und taxis'-zegels, waarvan de waarde op een kwart miljoen mark wordt geschat, onder de hamer komen. Voorts wordt een zegel, die geduren de de boksersopstand in China werd uitgegeven, geveild. Deze zégel staat in de catalogus voor 6.500 mark. Filatelisten uit dé gehele wereld hebben belangstelling getoond voor deze veiling, die wordt georganiseerd door de Hamburgse firma Edgar Mohrmann en die vier dagen zal du ren. COëDUCATIE In dit blad van 12 dezer werd een bijdrage gepubliceerd van de onderwijs- medewerker en wel met betrekking tot de instructie van de H. Congregatie der Religieuzen over de coëducatie. Deze be schouwing nu werd besloten als volgt: ..Voorschriften, waaiaan zoveel ver schillend commentaar kan worden ver bonden, zijn minstens wat hun redactie betreft, ergens in gebreke gebleven. Dit zij gezegd, zonder iets te willen afdoen aan de ook voor diit stuk verschuldigde eerbied". Welnu, de bedoeling van het boven staande is ongetwijfeld om de lezer te doen besluiten, dat de befaamde instruc tie minstens onduidelijk is. Deze con clusie volgt echter slechts dan, indien er terecht zoveel verschillend commen taar op de instructie kan worden gele verd. Want het is duidelijk, dat het niet aan de mstructe mag worden geweten, wanneer zij bijvoorbeeld wordt be- commentariëerd niet naar wat er staat, doch naar wat er niet staat. Maar dat er terecht zoveel verschillend commentaar op de instructie Ikan wor- aen geleverd, heeft Schr. niet aange toond. Naar mijn mening zou hij dut ook moeilijk hebben kunnen doen, want het document is niet voor meerdere uitleg vatbaar. Het stuk schrijft immers let terlijk, dat de coëducatie, vooral in de puberteit, ongetwijfeld meer nadelen heeft dan voordelen, doch dat er om standigheden kunnen zijn, waarin de coéd'Ucatie als het minste kwaad moet worden beschouwd. En hierop is het enig juiste commentaar dat.... 1 de ervaring met de coëducatie blijk baar voldoende wordt geacht om vanuit deze ervaring op te klimmen (zoals dat heet) tot de kennis van een algemene wet, welke minstens moreel voor zeker wordt gehouden, nl. dat de coëducatie meer nadelen heeft dan voordelen; 2 de coëducaue-zonder-meer als een kwaad wordt beschouwd, want het goe de gevolg wordt niet geëvenredigd ge acht aan het kwade effect; hieruit volgt ook de ongeoorloofdheid van de voort zetting van de experimenten met de co ëducatie .als zodanig; 3 de coëducatie soms onder bepaald opaioht als een goed wordt beschouwd, nl. indien en voor zover toelating van de coëducatie geacht kan worden een gix)ter kwaad te voorkomen. Tenslotte moge ik er nog de aandacht op vestigen, dat de instructie niet slechts een disciplinair, doch ook een leerstel.ig document is. En niet alleen onfeilbare uitspraken van het Leergezag vorderen de uiterlijke en innerlijke instemming van de gelovigen BREDA, EDUARD SADéE (Noot van onze onderwijsmedewer- ker: I)e passage uit de pauselijke En cycliek van 1929 had lange tijd de in druk gewekt, dat coëducatie als een intrinsiek kwaad moest worden op gevat. De Instructie van de H. Con gregatie der Religieuzen heeft het goed of kwaad zijn van de coëtlucaDe afhankelijk gesteld van de omstandigheden. Deze laatste opvat ting deelt ook de geachte inzender onder punt 3: ware de coëducatie im mers een wezenlijk kwaad, dan zou de Instructie de bestrijding van een groter kwaad door middel van een kïeiner kwaad geoorloofd hebben ge steld, hetgeen moreel onaanvaardbaar zou zijn. Als de geoorloofdheid der coëduca tie afhankelijk is van de omstandig heden, komt men op dit punt slechts tot algemene regeling door vele erva ringsgegevens met elkander te ver gelijken. Hoe rijk het ervaringsmate riaal is, waarop de Instructie zich ba seert, wordt nergens vermeld. Zeker is, dat andersluidende ervaringen in ons land voorhanden zijn. De gel digheid der Instructie wordt derhal ve ingeperkt door de begrensdheid der uitgangservaringen en bovendien door de onvoorzienbare varianten in de omringende opvoedingsomstandig heden. Naar onze mening houdt deze Instructie dus niet een verplichting in, voor nu en altijd een bepaald oor deel over coëducatie te vellen, doch wel en dit zij nogmaals volmondig toegegeven, een wijs vermaan tot per soonlijke bezinning en voorzichtig heid.) RENNERS.SUCCESSEN Als men in het buitenland weer nor maal mee wil komen in de wielersport zal onze vaderlandse wielrennerij gron dige wijzigingen moeten ondergaan. Em het' voornaamste obstakel is volgens mij het ploegleiders-probleem. Men zou over moeten gaan tot het aanstellen van een officiële ploegleider, die financieel zich niets behoeft aan te trekken van de be langetjes der renners en hun fabrieken. Onze renners worden nu al op weinig belangrijke buitenlandse wedstrijden ge vraagd. Hebben ze de ronden van Le- vantë, Parijs-Nice, Toscane en Milaan- Sa>n Remo niet voorbij moeten laten gaan, waarbij elk land vertegenwoordigd was, behalve Nederland. En was de eerste grote wedstrijd waar zij aan deel namen n.l. de ronde van Vlaanderen, geen fiasco voor onze renners? Maar tooh is het wel opvallend dat onze amateurs wel iedere week grote successen boeken en die moeten het toch zonder gerenommeerde ploegleiders doen. Zo was het vorig jaar en nu alweer. En is het ook niet opvallend dat als deze renners prof worden en met deze ploegleiders op stap moeten, ze niet tot successen kunnen "komen. Dan za! u ook wel begrijpen, dat er iets hapert in onze vaderlandse wiel rennerij ST. WILLEBRORD, L. GABRIëLS DIERENLIEFDE Dierenvriend uit Klundert", wat heeft u in het dagblad „de Stem" van 12 april laten blijken, op welk een hoog peil het met uw dierehliefde is gesteld. Ik voel uw medelijden met de zes jonge hondjes die levend werden begraven heel goed aan. Dat zulks niet past, weet ieder wel denkend mens en het moet ook gestraft worden. Maar geachte dierenvriend, wat u waarschijnlijk bent vergeten is, dat toch nog altijd een mens meer waard is dan zes jonge hondjes. Om uw dierenliefde moet ik u prijzen, maar met uw mensen liefde is het toch wel treurig gesteld. Prinses Maria Pia, de dochter van ex-koning Umberto van Italië, echt genote van prins Alexander van Joe goslavië, verwacht in juttd van dit jaar «en tweeling. billijk noemen dat de verplicht verze kerde zijn wekelijkse prerrue moet beta len en dan niet kreeg waar hij ook recht op had, n.l. tandheelkundige behandeling. Gezien het feit dat de ziekenfondsraad met 18 voor en 13 tegen (juist geen 2/3 meerderheid) het besluit nam NIET tot terugbetaling over te gaan, is het mis schien nog wel mogelijk, desnoods door de Stichting van de Arbeid te bereiken, dat het genomen onbillijke besluit alsnog wordt veranderd ten goede van de ge dupeerde vrijwillig verzekerden. BERGEN OP ZOOM, F. MAURER v.d. Rijtstr. 15. BEZIGE HANDEN" (II) Naad aanleiding van diverse artikelen ..I de plaatselijke en regionale bladen onder de titel „Hobby-Club Bezige Han den" lijkt het ondergetekenden noodzake lijk op een en ander nader commentaar te geven. Op een gehouden ledenvergadering der KAB werd inderdaad besloten tot oprich ting te komen van een Hobby-Club en werd ter bestudering van de mogelijk heden hiertoe een commissie benoemd. Nadien werd deze commissie nog uitge breid en kon een bestuur worden gefor meerd, hetwelk de bedoeling zou hebben haar werkwijze te doen uitvoeren als een onderafdeling der KAB. Toen het bestuur der Hobby-Club „Bezige Handen" haar werkzaamheden later ging uitspreideh op diverse terreinen, die in strijd waren met de doelstelling en beginselen der KAB, werd door het KAB-bestuur verzocht voorlopig geen activiteiten naar buiten meer te ontplooien, totdat de moeilijk heden, hierdoor voor de KAB ontstaan, zouden zijn opgelost en tot een voor beide groepen bevredigende oplossing zou zijn verkregen, die ook in alle opzichten zou voldoen aan de statuten der diocesane KAB te Breda. Nadat de Hobby Club de door haar zelf opgemaakte reglementen aan het afdelingsbestuur der KAB had voorgelegd, heeft het KAB-bestuur zich hierover rijp beraden en werden de sta tuten, zowel door de diocesane KAB als door het afd.-bestuur onaanvaardbaar geacht. Het bestuur der Hobby-Club, werd hiervan door de diocesane KAB te Breda in kennis gesteld. Ook het KAB- bestuur van Gilze bracht dit besluit ter kennis van de Hobby-Club, waarbij nog werd medegedeeld, dat door het KAB- bestuur aan de hand van de richtlijnen van Breda een nieuw reglement zou wor den opgesteld, hetwelk desgewenst aan de Hobby-Club zou worden toegezonden, Hierdoor werd door het KAB-bestuur de mogelijkheid opengelaten om met inacht neming van de statuten der diocesane KAB, alsnog als onderafdeling der KAB te worden aangenomen. Hierbij werd ook nog herinnerd aan de gemaakte afspraak, dat geen activiteiten naar buiten zouden worden ontplooid en dat wanneer zulks wel zou geschieden dit buiten de goedkeuring en verantwoorde lijkheid der KAB zou vallen, omdat de Hobby-Club niet de vereiste goedkeuring had verkregen en dus geen onderafdeling der KAB kon zijn. GILZE, KAB-BESTUUR. WINKELCENTRUM BOEIMEER Daar het winkelcentrum Boeimeer te Breda het eigendom is van een levens verzekeringsmij. heeft deze het gepres teerd de huur sinds enkele maanden nog te herzien (n.l. ietwat verhoogd). Ten tweede moet men een huurcon tract van 5 jaar afsluiten. Voor bijvoorbeeld 1 jaar huur krijgt men geen toestemming. Zodat ook de mensen die het willen proberen geen leans krijgen. BREDA, J. y. B. VICTOR SILVESTER Een klein berichtje in het Jazz-orgaan ..Muziek Expres" gaf melding van een concert in de veilinghallen te Blokker, dat gegeven zou worden op 15 mei door het Engelse Ballroom orkest van Victor Silvester, dat één exclusieve uitvoering zou zijn in „strict danstempo"; een en ander georganiseerd door een jongeman met „pit", Ben Essink. De contracten getekend, alles gere geld, komt van overheidswege de mede deling „Silvester krijgt geen werkver gunning voor Nederland". Wat moeten de organisatoren, in casu de heer Essink gedacht hebben en „excusez le mot" ver. bolgen geweest zijn, over een dergelijk gebrek aan culturele vorming van over heidswege. Gaan kunst, muziek ergo en politiek samen? Rare combinatie! Gelukkig voor de organisatoren is Benny Goodman met zijn jazz-bigband bereid als remplacant te gaan musiceren. Heren, al is er géén Victor Silvester, er kan toch geswingd worden!! Toch kraait Blokker Vlctor(ie) al is het zonder Victor! HULST, H. CROMEEEfN MARKT OP DE MARKT Als vaste marktbezoekster in Breda hoop ik, dat wij weer gauw onze inkopen op de Grote Markt kunnen doen. Wij zit ten midden in de stad, halen meteen onza boodschappen in de aangrenzende straten, hebben minder last van de ijskoude wind, waar wij nu al weken lang mee te kam pen hebben, en minder gevaar. Let maar eens op, even die drukke rijweg over steken om een bloemetje bij de wagens te halen, met kinderen en voor bejaar den hopeloos! En denkt u eens de vakan- tietijd. die hele gezelschappen buiten landse toeristen, die gezellig even de markt overstapten, hier en daar wat koch ten en foto's maakten, komen niet naar de Markendaalseweg, Laat deze de stand plaatsen van de Belgische bussen blijven; de bezoekers komen wél naar de markt. En nergens komen de bloemenstandjes zo mooi uit als op de Markt, deze staan nu ook maar verloren langs de stoep van de drukke verkeersweg. Hopende gauw weer onze inkopen op de Grote Markt te kunnen doen, BREDA, MEVR. A. V. B, OPBOUW (II) Ik ben arbeider en daarom heeft het ingezonden stukje van M. Laros mijn volle instemming. De heer Laros schetst de ontwikkeling in Nederland volkomen juist, realistisch en ontdaan van alle verbloeming over nationale welvaart en zo. Eén vraag zou ik echter willen stel len. Waarom hebben de grote arbeiders organisaties zich niet tegen deze schan delijke en onrechtvaardige gang van za ken verzet? Erger nog, zij zijn er mee akkoord gegaan, dat de arbeider van zijn rechtmatige deel van de welvaart (waarvoor hij zich wel in mocht spannem produktiieverhoging) verstoken bleef' De grote welvaart toonde zich bijna uitsluitend zoals de heer Laros treffend heeft aangegeven. Hierdoor ontstond over-bested mg, waaraan de arbeider Uiteraard geen deel heeft kunnen heb ben. Tengevolge van deze overbesteding kwam de bestedingsbeperking. Nu was de arbeider echter wel het eerste en voornaamste slachtoffer, ook weer pre cies zoals de heer Laros schreef. Ik kan uit de hele geschiedenis maar één conclusie trekken: de grote orga nisaties zijn schromelijk tekort gescho ten in hun plicht, het belang der ar beiders (wier contributiecenten zij toch wekelijks opstrijken!.) te dienen. ETTEN, J. V. ZUNDERT (Advertentie) MADE, H. S. GEEN UITKERING Nu in de Kamer gesproken is over de vergoeding van de kosten, gedaan door de verplicht verzekerden tijdens het con flict tussen de tandartsen en de zieken fondsen en de minister te kennen heeft gegeven dat hij achter de ziekenfonds raad staat bij het besluit om geen ver goeding te geven, lijkt het mij het beste dat de verplicht verzekerden een poging doen om door middel van de arbeiders- organlsates alsnog terugbelalng te krij gen van de tijdens het conflct betaalde rekeningen. Mén raag het tooh zeker wel zeer on- De maart-aflevering van het maand blad Roeping opent met niet minder dan acht gedichten van Gabriël Smit. Misschien was gedachten" als titel beter dan „gedichten". Ook Christine d'Haen en Ben J. M. van der Kley dragen verzen bij. De laatste laat een origineel geluid horen, dat zeker de aandacht waard is. De eerste wordt bij het Nederlandse publiek ingeleid door Jan H. Ca.rtens. Deze wijst er op, dat de dichteres al in enkele Ne derlandse tijdschriften gepubliceerd heeft, die echter niet genoemd wor den. Het wachten is op haar eerste bundel. Ton van Oudwijk draagt weer een geestig kort verhaal bij en Ben Wol ken ontpopt zich als toneelschrijver in „Een blij spel van Sokrates en een vreemde heer". Een interessante stu die is opgenomen van C. W. M. Ver hoeven over de symboliek van de haan. Uitgangspunt is daarbij de ty pische activiteit van Cantecleer: het kraaien bij het aanbreken van de morgen. In de Kroniek uit Willem K. Cou- mans zijn kritiek op de eerste zelf standige uitgave „Landklimaat" van de jonge Heerlense schrijver Oscar Timmers. Geert van Beek bespreekt van Kerkhoves laatste roman „De Bungalow", die hij geen opvallend maar wel een uitzonderlijk boek noemt. Wim Reckman draagt zijn steentje bij tot de discussie rond de oorlogsfilm „Nicht mehr fliehen". In het Journaal moet het boekenbal het ontgelden. Toch oefent deze jaarlijkse manifestatie blijkbaar een sterke aantrekkingskracht uit In het maart-nummer van De Gids verrast redacteur Bert Voeten met een tweetal nieuwe gedichten. D. A. M. Binnendijk schreef een aantal niet opvallende kwatrijnen. Voorts zijn er verzen van Gerard den Brabander en Jan Spierdijk. Theun de Vries besluit zijn verhaal „Wind en Avondrood". Alfred Koss- mann vindt het nodig de ontluistering van Willem Kloos nog een beetje voort te zetten met overigens weinig nieuwe gegevens. Dat Kloos twee keer gestorven is, is ook al niet be paald een vondst. Emmy van Lokhorst bespreekt met veel waardering Henry de Monther- lants debuut ,,La Reine Morte", dat in een uitnemende vertaling van Jan W. Hofstra onder de titel „Inès de Castro" door de toneelgroep Theater vertoond wordt. Ten slotte mag een instructieve studie van oud-minister P. Lieftinck over ..Syrië tussen Oost en West" niet onvermeld blijven. Dit tijdschrift biedt in zijn maart aflevering weer een grote verschei denheid van bijdragen, waarvan we er enkele willen noemen. De „Voyage en France" van Henri Miguet wordt voortgezet. Albert Kuyle wordt in proza en poëzie herdacht, resp. door pastoor H. J. J. van Schaick en An ton Erwich. L. A. v. d. Linden ver weert zich tegen de aanval, die Wil lem van de Pas in De Volkskrant te gen zijn brochure „Ultramontaans Pleidooi" gericht heeft. Wim Zaal vertelt nog iets over zijn Italiaanse reis en bespreekt de bloemlezing „Kom haastig" van Okke Jager. Wouter Lutkie vestigt de aan dacht op de voortreffelijke uitgave „Saint Jean Baptiste dans l'Art" van Alexandre Masseron en op het even eens belangwekkende boek „Karei V, Vader van Europa" door Gertrude von Schwarzenfeld. Ter herdenking van Uriël Birnbaum, die geen goed woord voor Goethe over had, haalt de hoofdredacteur het oordeel van Ernest Hello aan, die in zijn boek „L'Homme" de Duitse dichter even min zijn kritiek spaart. Archivaris Jac. J, M. Heeren opent het maart-nummer van Brabantia met een historisch overzicht van Hui ze Karelstein onder Aarle-Rixtel. In zijn serie Brabantse Kunstenaars behandelt Thijs v. d. Griendt de zopas bekroonde schrijver en toneelregis seur Kees Spierings. P. de Groot vertelt interessante bij zonderheden over een tweetal oost- Brabantse dorpsjongens, namelijk de gebroeders Verhoeven, beiden doctor en beiden professor te Leuven. Pater Gerlach schrijft over een merkwaar dig Brabants studentenboek, dat zich in het provinciaal archief van de ka pucijnen te 's-Hertogenbosch bevindt. WILLEM v. d. VELDEN.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1958 | | pagina 9