I GIFLECTUUR DIENT COMMUNISME RIVELLA J Televisie bezit oudere dan de radio papieren veel gerookt? Tegen één Nederlandse zendeling veertien missionarissen Monty's dubbelganger I»1É* ,ee3" Cl O O O O O O O O Op 't kerkplein Twee weken hechtenis voor dronken automobilist 101^2 PUROL f¥©RÖtDeTandposta van standing 14 13 DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 19 APRIL 1958 Lust tot avontuur Hasemeier ontslaat 100 man personeel huld7 Babyderm-zeeF WATERSTANDEN Paul Nipkowde patriarch met de toverspiegel Het verschil Kolonie-missie Politierechter Middelburg verdwijnen met vulling! Ml BMW tf/JtneicUr- ballpoint ct KosteI;:' document Drukke Tulpcnrallye 13 >0000» i >000000 X In een klein stadje in de Sowjet-zone gebeurde, naar de Oost- Duitse pers meldt, een beklagenswaardig ongeval. Verschillende kinderen hadden zelf springstof vervaardigd om daarmede hun modelvliegtuigen en scheepjes aan te drijven. Het experiment lukte zo goed, dat drie der betrokken kinderen ernstige verwon dingen opliepen. De ontploffing van de zelfgefabriceerde spring stof was kilometers in de omtrek te horen. Nu gebeuren dergelijke ongelukken veroorzaakt door de zucht naar ont dekkingen en de lust tot avontuur van kinderen, overal ter wereld. In dit geval is echter interessant, dat de kinderen de aanwijzingen voor hun springstof-experiment uit een door de communistische overheid uitgegeven jeugdtijdschrift hadden ge put. In het in Oost-Berlijn verschij nende jeugdtijdschrift ..Mozaiek" wordt de vervaardiging van explosie ve stoffen door middel van een ,comic-strip" geschilderd. Ook daar in eindigt het experiment met een geweldige explosie, die onecht en gewild-grappig de uitwerking van springstoffen vergoelijkt. De tekenin- gen, die deze serie illustreren zijn van een nauwelijks te overtreffen smakeloosheid. Terzelfdertijd besteedt de pers van de Sovjetzone veel aandacht aan een ander geval. In het laboratorium van de Buna-fabriek in Oost-Duitsland werd bij een jonge laborant een de tective-roman gevonden, die deze van zijn vader in West-Duitsland had ont vangen. Direct begon een heftige campagne tegen de betrapte jonge ling en zijn „gifroman". De jonge communisten van de vrije Duitse jeugd verdeelden aan de fa- briekspoort vlugschriften geschreven aan de vader van de jongen, beleg den een vergadering, waarop de hou ding van de „delinquent" werd ver oordeeld en produceerden een be- drijfskrant ter bestrijding van „Schmutz- und Schundliteratur" gifliteratuur dus. Militaire sport Enerzijds dus op staatskosten ge bruiksaanwijzingen voor gevaarlijke springstofavonturen, aan de andere kant inquisitie tegen een detective romannetje. Hoe rijmt dit? De tegen spraak wordt echter duidelijk, wan neer men bedenkt, dat de redacteu ren van het jeugdblad „Mozaiek" deze explosieve serie niet voor 't ple zier van de halfvolwassen jeugd pu bliceren, maar ten einde de zoge naamde polytechnische opvoeding, waaraan het communistische regime grote waarde hecht en de geestdrift voor technische militaire sportsoor- ten te bevorderen. Voorts indien men bedenkt, dat de ongewenste de tective-roman, naar uit een terloop se opmerking in het kranteverslag blijkt, een anti-communistische strek, king had. Hetgeen in de Sovjetzone als „gif literatuur" wordt beschouwd, wordt dus niet volgens beginselen van de moraal, het verlangen naar bescher ming van de jeugd of vanuit opvat tingen van smaak en literaire kwali teit bepaald, maar louter en alleen vanuit communistische politieke op vattingen. Voorbeelden Zulks kan aan de hand van tal van voorbeelden uit de communisti sche jeugdlectuur worden gestaafd. Uit een geschrift, dat reclame maakt voor de in de Sovjetzone vervaardig de kinderfilm „Sheriff Teddy" blijkt dat er daarin dapper op los wordt geschoten, dat er hasjisj wordt ge smokkeld, met meisjes gehandeld, kinnebakken en blokhuizen kapot worden geslagen. Deze stof verschilt slechts in zo verre van westelijke colportage- romannetjes, die de communisten onvermoeid aan de kaak stellen doordat de film een anti-imperia listische" strekking kreeg. De boos doeners zijn altijd de anderen In een in de Sovjetzone verschenen jeugdboek valt het volgende fraais te lezen: „Urenlang al ligt Cristof in de donkere kelder, de armen op de rug geboeid. Eindelijk gaat de zware deur open, een man pakt hem en duwt hem voor zich uit de gang op. Het gaat door deuren en vertrek ken tot in een grote zaal, die door een kaars maar zwakjes wordt ver licht. Cristof ziet aan de wanden stangen, kettingen en touwstrikken hangen. In een hoek staat een folter- plank. Vóór een stellage ontwaart hij grote, donkere vlekken. Koude rillingen lopen over zijn rug. Nog nooit heeft hij het gereedschap van een beul gezien. De deur wordt geopend. Stappen komen naderbij. Een man treedt op hem toe, geheel in vlammend rood gekleed. Hij vraagt naar Cristofs naam, naar zijn jonge zuster, dan herkent Cris tof hem: de beul is zijn broer Ja cobWat zal er gebeuren? Kan Cristof aan zijn folteringen ontko men?" Nazi-mystiek Dit verhaal, dat onmiskenbaar pa thologische en sadistische trekken heeft, wordt in hoge oplage door de officiële uitgeverij van kinderboeken in Oost-Berlijn Nieuw Leven" ver spreid. Het politieke accent krijgt het boek door de handeling naar de Duit se boerenoorlogen van 1525 te ver plaatsen. Cristof is een vroeg-com- munistische revolutionair, die en hier wordt naar de vlaggenmystiek van de Hitlerjeugd teruggegrepen onder de inzet van zijn leven een vlag van de opstandige boeren heeft ver borgen. Op hetzelfde ogenblik, dat de com munisten met deze colportageromans de meest bedenkelijke neigingen van de jeugd voor hun politieke beginse len proberen te mobiliseren, enscene ren zij campagnes, richten comités van actie op en houden showproces sen om het Westen van een systema tische ophitsing van de jeugd door giflectuur te beschuldigen. De directie van de N.V. Fabriek voor Elektrische Apparaten Haze- meier te Hengelo, heeft zich genood zaakt gezien wegens verminderde werkzaamheden in het bedrijf aan een aantal werknemers ontslag aan te zeggen. Als gevolg van de reeds in 1957 verminderde hoeveelheid werk werden afvloeiende arbeidskrachten al niet meer vervangen en moesten vele interne overplaatsingen tot stand gebracht worden. Tenslotte bleek ontslag niet te ver mijden, omdat de vermindering van werk zich in 1958 in sterke mate voortzette. De maatregel betreft 80 werknemers in het bedrijf te Hengelo en 25 personen in de fabriek te Breu- kelen. (Advertentie) Konstanz 316 (+3); Rheinfelden 290 20): Breisach 248 51); Straats burg 332 (+40); Maxau 527 (+98); Mannheim 366 (+66'; Mainz 328 (+31); Bingen 233 (+31); Kaub 240 (+22); Trier 178 (+3); Koblenz 237 11); Keulen 204 3); Ruhrort 405 (—6); Lobith 1027 (—9); Nijmegen 811 10); Arnhem 831 7); Eefde IJssel 357 (—7); Deventer 260 (—7); Monsin 5540 10); Visé geen opga ve; Borgharen 3932 8); Belfeld 1118 (—15); Grave beneden de sluis 472 (—12). (Advertentie) (Advertentie) Probeer dan eens een «esje RIVELLA. Verbazend zoals U d&ér van opkikkert I RIVELLA is verfrissend, speciaal na het gebruik van kolfie, alcohol en nicotine. Bevordert de spijsvertering. RIVELLA is een natuur product uit melk. Sprankelend goudgeel 'fhtdefi dan and< U Verkrijgbaar bij Uw wijnhandelaar en de horecabadrijvMk Het is misschien niet algemeen bekend, maar de televisie be zit oudere papieren dan de radio. Dat heeft zij te danken aan de Berlijnse student. Paul Nipkow, die men gevoeglijk de pa triarch van de televisie zou kunnen noemen. Deze Nipkow was een man, die zijn tijd vooruit was. Het is een tragisch lot zijn tijd vooruit te zijn. De geschiedenis kent daarvan meerdere voorbeelden. In het jaar 1641 bezocht de Franse schrijver Marion de Lorei het be roemde Parijse krankzinnigengesticht Bicètre. Op zijn rondgang kwam hij voorbij een van zware tralies voor zien venster, waarachter hij het angstwekkende. vertrokken gelaat van een opgeslotene ontwaarde. Toén hij naderbij was gekomen, schreeuw de de ongelukkige hem met hese, ra deloos klinkende stem luidkeels toe: Ik ben niet krankzinnig; ik heb een uitvinding gedaan die de wereld ge lukkig kan maken!" Aan de oppasser die hem rondgeleidde vragend, wat deze man dan wel had uitgevonden, antwoordde deze: ..Zijn uitvinding? Ach wat. waanzin! Hij wil waterdamp gebruiken om wagens en schepen voort te bewegen!" De „waanzinnige" heette Salomon de Queau. Hij was volledig bij zijn verstand, maar hij was een genie dat zijn tijd ver vooruit was en meer dan een eeuw te vroeg droomde van een systeem, waarbij stoom moest dienen als beweegkracht. Zijn „verstandige" medemensen hadden over zijn dro men het wijze hoofd geschud, hem voor gek verklaard en in Bicètre op gesloten. Het lot van Paul Nipkow is minder dramatisch geweest. Maar toch heeft ook hij zekér gedurende de eerste helft van zijn leven geleden on der de tragiek van zijn tijd vooruit te zijn. Als drieëntwintigjarige had hij de geniale, fundamentele uitvinding ge daan, welke de televisie mogelijk zou maken. Dat was in 1883 geweest. Maar al had de jonge Nipkow toen de televisie uitgevonden op papier, het was nog lange tijd daarna niet mogelijk haar te verwerkelijken. Nip kow was al bijna vijfenzestig jaar toen hij zijn uitvinding - door iemand anders - zag toegepast om inderdaad de televisie te verwezenlijken. En in die tussentijd was miskenning en zelfs spot zijn deel geweest. Het was Kerstavond van het jaar 1883. Het duister was gevallen over Berlijn en in de huizen zag men ach ter de vensterruiten de gouden licht jes flikkeren van de kerstboom. *5 kale, ongezellige huurkamer in de Philippstrasse 13a, derde etage zat een jonge student, afkomstig uit Lauenburg in Pommeren, Paul Nip kow. Door de muren drongen ijle ge luiden tot hem door, kinderstemmen die een kerstliedje zongen. Het is geen avond om eenzaam op een ka mer te zitten, maar ja, het kon er niet af om naar huis, naar Pommeren te reizen. En toch, naar huis.... Be zat hij maar een toverspiegel, kon hij alleen maar zien, hoe ze het daar maakten en wat ze nu deden. Had hij zijn oude droom maar kunnen verwe zenlijken en een „elektrische tele scoop" kunnen bouwen. Al sinds jaren, al van de middel bare school af, had dat denkbeeld van een „elektrische telescoop" een apparaat om te zien wat er op verre afstand gebeurde zijn geest niet losgelaten. Want het had de Pommerse jongen, die met een ge leende Bell-telefoon en een zelfge fabriceerde microfoon speelde, iets vanzelfsprekends geleken dat, wan neer men voor het gehoor de ruim te kon overbruggen, dit ook voor het gezicht mogelijk moest zijn. Maar hoe? Dat „maar hoé?" had hem sinds dien geen rust willen laten en ook de ze avond gewekt door zijn wee moedige gedachten bleef het hem plagen. Hij dook in zijn kast, greep de oude map met aantekeningen en berekeningen die hij aan zijn lieve lingsprobleem had gewijd en begon er zich in te verdiepen. Gehoor en gezicht, waar lag het verschil Gehoor en gezicht waar om gaf het laatste zoveel méér moeilijkheden dan het eerste Het was duidelijk: bij een gesproken zin kwamen de klanken na elkaar. Een zin overbrengen kon klank voor klank woord voor woord gebeuren. Maar een beeld is als geheel aanwezig en moet ook al! een geheel worden overgebracht. Met al de verschillen en schakeringen van licht en scha duw. Is dat laatste wel waar denkt Paul. Moet een beeld per se als een geheel worden getransporteerd Kan een beeld niet in onderdelen verdeeld worden en kunnen deze niet stuk voor stuk worden overgebracht Kan van een beeld, dat men overbrengen wil, niet een legkaart gemaakt worden, een mozaiek en zou dat niet deel voor deel. steentje voor steentje, overge bracht kunnen worden Mozaiek Een beeld als een mozaiek van lich te en donkere vlekken, dat is het wat ■Nipkow voor zijn geestesoog ziet. En dat beeld ziet hij dan op grote afstand wéér opgebouwd uit lichter en don kerder vlekken, verkregen van een lamp, die meer of minder fel brandt naarmate de vlek lichter of donker der moet zijn. Maar hoe moet dat Dat is de grote vraag die hem maar steeds blijft plagen. Steentje voor steentje zou dat mozaiek dus „afgetast" moe ten worden Hoe moet die verdeling in mozaïek steentjes plaats hebben? En hoe moet eenzelfde steentje op de plek ver weg waar het beeld gezien moet worden, weer precies op dezelfde plaats in het geheel worden aangebracht Dat blijft de vraag, die nog altijd om een oplossing vraagt. En dan, op eens, staat, m de eenzaamheid van de Kerstavond, die oplossing hem hel der voor de geest. Vóór het beeld dat hij wil overbren gen, moet hij een schijf plaatsen, die om een as roteert. In die schijf moet, in spiraalvorm, een reeks gaatjes zijn aangebracht. Deze schijf die later de naam van „schijf van Nipkow" zal krijgen zal zijn toverspiegel worden. Door die gaatjes moet een dunne lichtstraal op het over te brengen beeld vallen en, terwijl de schijf be weegt, als een lichtpenseel, punt voor punt het beeld „aftasten". De lichte punten zullen méér licht weerkaatsen dan de donkere en die helderheids- verschillen zullen op de plaats van ontvangst tot uiting moeten komen in sterkte verschillen van' stroomimpul- sen, die daar een lichtbron sterker of zwakker zullen moeten laten bran den. En als men die lichtbron daar opstelt achter weer zo'n van gaten voorziene schijf, die zuiver syn- chroom met de eerste roteert, dan zal het beeld dat men te zien krijgt de weergave zijn van het origineel. Uit Nipkows kerstdroom was de te levisie geboren. Op 6 januari 1884 werd hem octrooi verleend op zijn vinding, die als Deutsches Reichspa- tent nr. 30.105 geregistreerd werd. Nipkows vinding was echter te vroeg gekomen. De techniek van die dagen was niet bij machte zijn tover spiegel tot werkelijkheid te maken. Zij wist met Nipkows patent niets aan te vangen. En dat patent verliep vóór het toepassing had kunnen vin den. Nipkow werd ingenieur bij de spoor wegen en in zijn vrije tijd hield hij zich onledig met problemen van vliegtuigtechniek. Hij was de zestig al gepasseerd, toen hij weer terug keerde tot de grote liefde van zijn jeugd, het probleem van de televisie. In 1924 verwierf hij een patent dat betrekking had op de synchronise ring van zijn schijven in televisie zender en -ontvanger en in 1927 volg de een tweede patent betreffende dat. zelfde onderwerp. Ook anderen waren zich intussen met zijn geesteskind gaan bezighou den en hadden hun experimenten vol gens zijn grondprincipe ingericht. Op tentoonstellingen waren meer of min der primitieve televisie-installaties gedemonstreerd. In 1925 had in Lon den John Logie Baird in Selfridge, het grote warenhuis, een demonstra tie gegeven met een door hem ge bouwd televisietoestel, waarin hij ge bruik had gemaakt van Nipkows draaiende schijven. En in de avond van zijn leven zag Nipkow niet alleen zijn visioen langzaamaan tot werkelijkheid wor den, maar begon hem ook de er kenning ten deel te vallen, welke hem zo lang onthouden was gewor den. De universiteit van Frankfort verleende hem het eredoctoraat. En zijn vaderstad Lauenburg, waar hij op 22 augustus 1860 was gebo ren, bracht hem haar hulde door hem tot haar ereburger te benoe men. Zelfs was het hem gegeven de fak kel. die hij zijn levenlang zo fier voor zich uit had gedragen, in andere han den over te geven. Geniale geest als hij was. was hij een der eersten om te pleiten voor de afschaffing van de schijf van Nipkow, toen de techniek tenslotte een vervolmaakter want niet meer mechanisch hulpmiddel kon aanbieden. De tijd had eindelijk de koene vlucht van zijn geestesblik weten in te halen. Twee dagen na zijn tachtigste ver jaardag op 24 augustus 1940 overleed te Berlijn de patriarch van de toverspiegel, nadat hij, als Mozes, op het laatst van zijn leven het be loofde land had aanschouwd. Er stond dezer da gen een klein be richtje te lezen in de kranten over het aan tal protestantse zen delingen in de we reld. In 1956 waren er dat bijna 35.000, waarvan er 500 uit Nederland. Vijf-hon derd, dat is een getal om eens even bij stil te staan. We hebben het vergeleken met het katholieke cijfer en zijn daarbij tot een verrassende conclusie gekomen. Ons land telt ongeveer 4 miljoen katholieken. In de missies over de gehele wereld werken niet min der dan ruim 7000 Neder landse missionarissen, van wie 3200 priesters. De pro testantse kerken tellen te zamen ruim 4 miljoen le den en hebben slechts 500 zendelingen. Ruw gere kend komt dat hierop neer dat de katholieke bijdrage aan de missie of als men wil de zending ten minste 15 maal zo groot is als die der protestanten. Althans wat betreft de personeelssterkte, maar men mag veilig aannemen dat de financiële inspan ning naar verhouding is. Geen enkel land ter we reld slaat op missiegebied zo'n goed figuur als Ne derland. maar zelfs wan neer men met die uitzon derlijke positie rekening houdt, is het verschil met de protestantse zending toch wel opvallend groot. Dat is de eerste vraag, die men zich stelt met deze cijfers voor zich. Het is niet zo eenvoudig daar in kort bestek een volledig antwoord op te geven, want dan zou men terug moeten gaan tot de kern van de reformatie zelf. Feit is, dat in de protes tantse kerken van ons land eeuwen lang de zen ding op een schromelijke wijze is verwaarloosd. Eerst in de 19e eeuw groeide bij velen het be sef, dat christendom zon der zending eigenlijk on bestaanbaar is. Geloven dat Christus dè redding van de wereld is en tege lijkertijd dat geloof rustig voor zichzelf bewaren zon der het uit te dragen naar anderen, dat is een tegen spraak in zich. Zo ontston den vooral na 1850 aller lei zendingsgenootschap pen. Verenigingen die men overigens volstrekt niet mag vergelijken met de katholieke missiecongre gaties. Wat de paters van het Goddelijk Woord, de missionarissen van het Heilig Hart, de Witte Pa ters, de Maristen enz. in de missie doen, dat doen zij namens de Kerk. Hun missie is nooit particuliere liefhebberij, maar iets van de Kerk. Zij zijn dan ook allen rechtstreeks onderge schikt aan de pauselijke congregatie van de Voortplanting des Ge- loofs. Met de zendingsgenoot schappen was het heel an ders gesteld. Zij waren he lemaal niet opgekomen uit de kerk, maar uit particu lier initiatief. Niet de N.-H. Kerk deed aan zen ding, maar het Nederland se Zendingsgenootschap, de Nederlandse Zendings vereniging, de Utrechtse Zendingsvereniging enz. Een band met of toezicht van de Kerk was er niet en zou trouwens ook be slist niet geduld zijn. Pas in onze tijd is steeds ster ker het inzicht aan het doorbreken, dat de Kerk de zending niet mag over laten aan particulieren, maar dat zij zelf geroepen is tot deze taak. Daarom was het een feit van grote betekenis toen de N.-H. Kerk in haar nieuwe kerk orde, in werking sedert 1951, officieel uitsprak, dat de zendingsopdracht op de Kerk zelf behoorde te berusten. Daar kwam nog iets an ders bij. Een van de ge volgen van de reformatie is geweest, dat zich een groot aantal landskerken vormden. Soms waren ze tevens staatskerk, soms niet. maar hoe dan ook, in elk geval vielen overal de grenzen van de Kerk samen met die van land of volk. Calvinisten vindt men overal ter wereld, maar ze zijn geen leden van één Kerk. Er zijn alleen maar landskerken. ten hoogste verenigd en ook dat nog niet zo heel lang in een bond, zoals b.v. de World Presbyterian Alliance van de Calvinisten of de Luthe ran World Federation van de Lutheranen. En sinds 1948 over dat alles heen de Wereldraad van Ker ken. In deze situatie is het te begrijpen, dat de be langstelling voor de zen ding, toen deze er einde lijk ontstond, meestal niet verder ging dan de eigen rijksgrenzen. ImmAs het lag voor de hand, dat Ne derlandse zendingsgenoot schappen eventueel Ne derlandse Kerken niet verder keken dan de Ne derlandse gebieden, dus de eigen koloniën. Zo zijn dan ook meer dan honderd jaar Nederlands- Oost-Indië en ook West- Indië de enige gebieden geweest waar de zendelin gen uit ons land hebben gewerkt. In heel veel opzichten staat de zending op een keerpunt. Koloniën ver anderen in zelfstandige jonge naties met alle wrij vingen die dat mee- brengt(!), de wereld wordt door de enorme ont wikkeling van de commu nicatiemiddelen steeds kleiner, er groeit een sterk oecumenisch verlangen naar eenheid onder de christenen. Dat zijn alle factoren die de zending niet onberoerd laten. Op het bureau van de Hervormde Raad voor de Zending te Oestgeest ko men voortdurend brieven binnen waarin wordt ge wezen op de noodzaak om naast Indonesië en de West nieuwe zendingsge- bieden aan te pakken. Te kenen des tijds! En de Indonesische re gering zelf dwong de Raad voor de Zending zich met deze vragen bezig te hou den. Want in 1956 moest een aantal afgestudeerde zendingsarbeiders maan den wachten op een vi sum! Sindsdien gaat het met de visa wel iets be ter, maar daarmee zijn de vragen niet opgelost. J. v. d. M., pï. Twee maal in anderhalve maand tijds werd de 30-jarige kelner H. J. B. uit Groede onlangs betrapt op rijden onder invloed met een auto. Het gebeurde op 2 december en 20 januari jl„ resp. te Schoondijke en Oostburg. De eerste keer, toen B. een personenauto bestuurde, was hij tegen een tractor tot stilstand geko men, in januari de kelner reed toen in een jeep had de verkeers politie hem een halt toegeroepen. De politierechter te Middelburg, mr. B. S. Sieperda, voor wie B. ver schijnen moest, veroordeelde hem tot zes weken hechtenis, waarvan vier weken voorwaardelijk met drie jaar proeftijd, conform de eis van de offi cier van justitie, mr. J. L. Andrae. Voorts werd B. de bevoegdheid mo torrijtuigen te besturen ontzegd voor de tijd van één jaar, na een vorde ring van twee jaar. In zijn requisitoir stipte de officier aan, dat er met deze verdachte, ge zien het strafblad, al heel wat aan de hand is geweest. „Ale pogingen, die aangewend werden om hem aan te tonen, dat zijn manier van drinken onjuist is, faalden," aldus mr. An- dreae. De officier vroeg zich af, wat B, met twee auto's moet doen, die hij voor zijn werk toch helemaal niet no dig heeft. Een andere verdachte, die onder invloed dingen gedaan had, die niet door de beugel kunnen, was de ma troos A. W. S. uit Nieuwerkerk. Op 20 februari was hij in een café te Zierikzee lastig geweest voor andere bezoekers. De echtgenote van de caféhouder wilde de matroos de deur uitzetten, doch laatstgenoemde „be strafte" de vrouw met een stomp in het gezicht. De politierechter bestraf- (Advertentie) te nu de matroos, met f 40,- boete. oonform de éis, Snotaap „Snotaap, farizeeër" en nog meer van dergelijk minder fraaie uitdruk kingen gebruikte de 27-jarige Goese loswerkman op 28 december vorig jaar in de bus tegen een medepassa gier, toen hij onder invloed met en kele kornuiten terugkeerde van een wekelijks bezoek aan Terneuzen. Het was zodoende nogal rumoerig in de bus geworden. In Goes aangekomen ging Van H. de passagier zelfs te lijf en hij drukte hem door een ruit. De officier van justitie wees er an dermaal op, dat bepaalde groepen jongelui als „jongens onder elkaar" op de boot naar Hoedekenskerke of in de bus tijdens de weekends vaak moeilijkheden veroorzaken. Het is te genwoordig zo, dat op zaterdag- en zondagavonden speciale politie nodig is om baldadigheden van allerlei lie den tegen te gaan. Tegen Van H. vor derde de officier f 30.. boete, waar mee mr. Sieperda akkoord ging. De petroleumventer J. J. B. uit Hulst hees zich 25 november jl. onder invloed op zijn kar. Gelukkig wist het paard, dat voor de wagen stond de weg naar huis en zo keerde het span veilig terug. Maar dat was niet de verdienste van B., die zo ver weg was, dat hij tussen paard en wagen hing. Volgens de officier was er sindsdien echter een radicale omme keer in het leven van B. gekomen. „Wij van onze kant moeten dit ani meren", aldus mr. Andrae, die daar om een geheel voorwaardelijke ge vangenisstraf van één maand vroeg met drie jaar proeftijd en toezicht van de r.k. reclassering. Het vonnis luidde conform. De Terneuzense tuinman L. de Z. werd ervan verdacht 20 februari ze kere P. F. J. V. mishandeld te heb ben. „Dat is zo", zei De Z. „Ik heb mij vreselijk driftig gemaakt, omdat V. steeds in contact probeerde te ko men met mijn 12-jarige dochter." „Uit de stukken zou men kunnen afleiden, dat wat De Z. zegt, grond van waarheid bevat," sprak de offi cier. Hiermee rekening houdeqd vroeg hij f 20,- boete, waarna de po litierechter het vonnis bepaalde op f 10,-. In Groede had een Ambonese vrouw onenigheid gekregen met haar eveneens Ambonese buurman. De vrouw haalde haar echtgenoot er bij en toen beide mannen op de grond lagen te vechten, beet de vrouw de buurman in de rug. Een geldboete van f 25,- achtte de officier hier op zijn plaats en de politierechter nam dit voorstel in zijn vonnis over. (Advertentie) voor school en kantoor Wij zullen het dit jaar moeten doen zonder een oude bekende, een op en top vertrouwde rally: De Politie Brabant Rit gaat niet door. Allerlei moeilijkheden noop ten de organisatoren va'n dit exclusieve avontuur voor mannen van de gerechtelijke macht tot afgelasting. De rijders, die al klaar zaten om op 17 juni los te branden, zullen nu moeten wachten tot juni 1959. Een der moeilijkheden was dc aanstaande verhuizing van het korps gemeentepolitie Tilburg naar het nieuwe hoofdbureau, die ongeveer in juni zal plaats vinden. Als men weet. dat het juist de Tilburgse politiemen sen waren, die het grote werk bij de organisatie de den, dan is dit bezwaar dus wel zonneklaar. Men heeft nog gedacht om de rit later in het sei zoen te houden, maar daarfnee raakte men in de war met andere ritten. We hebben het in het kort al in de krant gehad, maar bij een afscheid van zo lange duur passen meer dere woorden. Het te lang gehani bielcluus is gebroi: naar ve eindende a van één dezer organi" den geld ook nog een itit goed monopolie van de autome kan nu met de wagen inden zonder lid te zijn die behalve een braaf le- prijs rekenden voor de grensdocumenten. Men vreesde in sommige kringen al, dat dit het einde zou zijn van de "clubs", die nu immers hun belangrijkste bron van inkomsten moeten missen. Hun overkoepelingsorganisatie, waarin de hon derd automobiel, en toeristenclubs van zestig landen zijn verenigd („Alliance Internationale de Tourisme") heeft evenwel besloten haar toekomst te zoeken in het goede dienstbetoon. Dat dit geld kost ligt natuurlijk voor de hand. Men is overeengekomen een internatio naal document te scheppen, dat in Nederland en Bel gië de naam zal krijgen van "Toeristencarnet" en de bezitters vele voordelen biedt. Het bevat onder andere een aanbevelingsbrief en een kredietbrief, waarop de bezitters bij de automobielclub in het vakantieland geld kunnen lenen voor net geval ze dure herstellingen moe ten betalen. Er zit in het "Toeristencarnet" een bon voor medische en chirurgische bijstand in geval van ongeval of ziekte, plus een bon waarop men de wa gen gratis naar huis kan sturen. Mocht de wagen in het buitenland worden gestolen of vernield, dan be hoeven de bezitters van dit carnet geen invoerrechten te betalen. Het carnet bevat tevens een bon voor een juridisch advies, formulieren voor het aangeven van een ongeval (in meerdere talen) en een „procuratie" voor het geval de eigenaar van de wagen een dei- de met zijn wagen naar het buitenland wil zenden. Op de sluitingsdatum voor de inschrijving van de 9e internationale Tulpenrallye hadden zich bij het or ganisatiecomité van de RAC-west 221 equipes voor de- te jubileum-sterrit aangemeld. Verleden jaar startten 220 teams. De verdeling ten aanzien van de nationaliteiten was als volgt: Nederland 85, Engeland 74. Duitsland 24, Zwe len 12, Frankrijk 5, Noorwegen 3, Denemarken 12, België 3, Italië 2, Oostenrijk 1. Noordwjjk aan Zee wordt ook dit jaar de drukste startplaats, 154 teams beginnen hier de bijna 3000 km lange tocht. Hamburg ..trok" 29 equipes, Londen 18, Parijs 8, Brussel 7 en München 5. Duitslands bekwaamste spion nen uit de tweede wereldoorlog werden misleid door de in Australië geboren acteur Clifton James, toen deze als veldmaar schalk burggraaf Montgomery te kennen gaf dat het met de invasie wel los zov lopen. Hij heeft thans zijn belevenissen vastgelegd in de autobiografie „Monty's dubbelganger" en on der de gelijknamige titel wordt nu een film gemaakt waarin Clifton James uiteraard de hoofdrol vertolkt. Hier ziet men hem tijdens opnamen in Gibral tar tesamen met John Mills, die de rol speelt van de kapi tein, die verantwoordelijk was voor James' optreden als dub belganger.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1958 | | pagina 11