I
GIFLECTUUR DIENT
COMMUNISME
RIVELLA
J
Televisie bezit oudere
dan de radio
papieren
veel gerookt?
Tegen één Nederlandse zendeling
veertien missionarissen
Monty's dubbelganger
I»1É* ,ee3"
Cl
O
O
O
O
O
O
O
O
Op 't kerkplein
Twee weken hechtenis voor
dronken automobilist
101^2 PUROL
f¥©RÖtDeTandposta van standing
14
13
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 19 APRIL 1958
Lust tot avontuur
Hasemeier ontslaat
100 man personeel
huld7
Babyderm-zeeF
WATERSTANDEN
Paul Nipkowde
patriarch met
de toverspiegel
Het verschil
Kolonie-missie
Politierechter Middelburg
verdwijnen met
vulling!
Ml BMW
tf/JtneicUr-
ballpoint
ct
KosteI;:' document
Drukke Tulpcnrallye
13
>0000»
i
>000000
X
In een klein stadje in de Sowjet-zone gebeurde, naar de Oost-
Duitse pers meldt, een beklagenswaardig ongeval. Verschillende
kinderen hadden zelf springstof vervaardigd om daarmede hun
modelvliegtuigen en scheepjes aan te drijven. Het experiment
lukte zo goed, dat drie der betrokken kinderen ernstige verwon
dingen opliepen. De ontploffing van de zelfgefabriceerde spring
stof was kilometers in de omtrek te horen.
Nu gebeuren dergelijke ongelukken
veroorzaakt door de zucht naar ont
dekkingen en de lust tot avontuur
van kinderen, overal ter wereld. In
dit geval is echter interessant, dat
de kinderen de aanwijzingen voor
hun springstof-experiment uit een
door de communistische overheid
uitgegeven jeugdtijdschrift hadden ge
put. In het in Oost-Berlijn verschij
nende jeugdtijdschrift ..Mozaiek"
wordt de vervaardiging van explosie
ve stoffen door middel van een
,comic-strip" geschilderd. Ook daar
in eindigt het experiment met een
geweldige explosie, die onecht en
gewild-grappig de uitwerking van
springstoffen vergoelijkt. De tekenin-
gen, die deze serie illustreren zijn
van een nauwelijks te overtreffen
smakeloosheid.
Terzelfdertijd besteedt de pers van
de Sovjetzone veel aandacht aan een
ander geval. In het laboratorium van
de Buna-fabriek in Oost-Duitsland
werd bij een jonge laborant een de
tective-roman gevonden, die deze van
zijn vader in West-Duitsland had ont
vangen. Direct begon een heftige
campagne tegen de betrapte jonge
ling en zijn „gifroman".
De jonge communisten van de vrije
Duitse jeugd verdeelden aan de fa-
briekspoort vlugschriften geschreven
aan de vader van de jongen, beleg
den een vergadering, waarop de hou
ding van de „delinquent" werd ver
oordeeld en produceerden een be-
drijfskrant ter bestrijding van
„Schmutz- und Schundliteratur"
gifliteratuur dus.
Militaire sport
Enerzijds dus op staatskosten ge
bruiksaanwijzingen voor gevaarlijke
springstofavonturen, aan de andere
kant inquisitie tegen een detective
romannetje. Hoe rijmt dit? De tegen
spraak wordt echter duidelijk, wan
neer men bedenkt, dat de redacteu
ren van het jeugdblad „Mozaiek"
deze explosieve serie niet voor 't ple
zier van de halfvolwassen jeugd pu
bliceren, maar ten einde de zoge
naamde polytechnische opvoeding,
waaraan het communistische regime
grote waarde hecht en de geestdrift
voor technische militaire sportsoor-
ten te bevorderen. Voorts indien
men bedenkt, dat de ongewenste de
tective-roman, naar uit een terloop
se opmerking in het kranteverslag
blijkt, een anti-communistische strek,
king had.
Hetgeen in de Sovjetzone als „gif
literatuur" wordt beschouwd, wordt
dus niet volgens beginselen van de
moraal, het verlangen naar bescher
ming van de jeugd of vanuit opvat
tingen van smaak en literaire kwali
teit bepaald, maar louter en alleen
vanuit communistische politieke op
vattingen.
Voorbeelden
Zulks kan aan de hand van tal
van voorbeelden uit de communisti
sche jeugdlectuur worden gestaafd.
Uit een geschrift, dat reclame maakt
voor de in de Sovjetzone vervaardig
de kinderfilm „Sheriff Teddy" blijkt
dat er daarin dapper op los wordt
geschoten, dat er hasjisj wordt ge
smokkeld, met meisjes gehandeld,
kinnebakken en blokhuizen kapot
worden geslagen.
Deze stof verschilt slechts in zo
verre van westelijke colportage-
romannetjes, die de communisten
onvermoeid aan de kaak stellen
doordat de film een anti-imperia
listische" strekking kreeg. De boos
doeners zijn altijd de anderen
In een in de Sovjetzone verschenen
jeugdboek valt het volgende fraais
te lezen: „Urenlang al ligt Cristof
in de donkere kelder, de armen op
de rug geboeid. Eindelijk gaat de
zware deur open, een man pakt hem
en duwt hem voor zich uit de gang
op. Het gaat door deuren en vertrek
ken tot in een grote zaal, die door
een kaars maar zwakjes wordt ver
licht. Cristof ziet aan de wanden
stangen, kettingen en touwstrikken
hangen. In een hoek staat een folter-
plank. Vóór een stellage ontwaart hij
grote, donkere vlekken.
Koude rillingen lopen over zijn rug.
Nog nooit heeft hij het gereedschap
van een beul gezien. De deur wordt
geopend. Stappen komen naderbij.
Een man treedt op hem toe, geheel
in vlammend rood gekleed. Hij
vraagt naar Cristofs naam, naar
zijn jonge zuster, dan herkent Cris
tof hem: de beul is zijn broer Ja
cobWat zal er gebeuren? Kan
Cristof aan zijn folteringen ontko
men?"
Nazi-mystiek
Dit verhaal, dat onmiskenbaar pa
thologische en sadistische trekken
heeft, wordt in hoge oplage door de
officiële uitgeverij van kinderboeken
in Oost-Berlijn Nieuw Leven" ver
spreid. Het politieke accent krijgt het
boek door de handeling naar de Duit
se boerenoorlogen van 1525 te ver
plaatsen. Cristof is een vroeg-com-
munistische revolutionair, die en
hier wordt naar de vlaggenmystiek
van de Hitlerjeugd teruggegrepen
onder de inzet van zijn leven een vlag
van de opstandige boeren heeft ver
borgen.
Op hetzelfde ogenblik, dat de com
munisten met deze colportageromans
de meest bedenkelijke neigingen van
de jeugd voor hun politieke beginse
len proberen te mobiliseren, enscene
ren zij campagnes, richten comités
van actie op en houden showproces
sen om het Westen van een systema
tische ophitsing van de jeugd door
giflectuur te beschuldigen.
De directie van de N.V. Fabriek
voor Elektrische Apparaten Haze-
meier te Hengelo, heeft zich genood
zaakt gezien wegens verminderde
werkzaamheden in het bedrijf aan
een aantal werknemers ontslag aan
te zeggen. Als gevolg van de reeds in
1957 verminderde hoeveelheid werk
werden afvloeiende arbeidskrachten
al niet meer vervangen en moesten
vele interne overplaatsingen tot stand
gebracht worden.
Tenslotte bleek ontslag niet te ver
mijden, omdat de vermindering van
werk zich in 1958 in sterke mate
voortzette. De maatregel betreft 80
werknemers in het bedrijf te Hengelo
en 25 personen in de fabriek te Breu-
kelen.
(Advertentie)
Konstanz 316 (+3); Rheinfelden 290
20): Breisach 248 51); Straats
burg 332 (+40); Maxau 527 (+98);
Mannheim 366 (+66'; Mainz 328
(+31); Bingen 233 (+31); Kaub 240
(+22); Trier 178 (+3); Koblenz 237
11); Keulen 204 3); Ruhrort 405
(—6); Lobith 1027 (—9); Nijmegen
811 10); Arnhem 831 7); Eefde
IJssel 357 (—7); Deventer 260 (—7);
Monsin 5540 10); Visé geen opga
ve; Borgharen 3932 8); Belfeld
1118 (—15); Grave beneden de sluis
472 (—12).
(Advertentie)
(Advertentie)
Probeer dan eens een
«esje RIVELLA.
Verbazend zoals U
d&ér van opkikkert I
RIVELLA is verfrissend,
speciaal na het gebruik
van kolfie, alcohol en
nicotine. Bevordert de
spijsvertering.
RIVELLA is een natuur
product uit melk.
Sprankelend
goudgeel
'fhtdefi dan and< U
Verkrijgbaar bij Uw wijnhandelaar
en de horecabadrijvMk
Het is misschien niet algemeen bekend, maar de televisie be
zit oudere papieren dan de radio. Dat heeft zij te danken aan de
Berlijnse student. Paul Nipkow, die men gevoeglijk de pa
triarch van de televisie zou kunnen noemen. Deze Nipkow was
een man, die zijn tijd vooruit was. Het is een tragisch lot zijn
tijd vooruit te zijn. De geschiedenis kent daarvan meerdere
voorbeelden.
In het jaar 1641 bezocht de Franse
schrijver Marion de Lorei het be
roemde Parijse krankzinnigengesticht
Bicètre. Op zijn rondgang kwam hij
voorbij een van zware tralies voor
zien venster, waarachter hij het
angstwekkende. vertrokken gelaat
van een opgeslotene ontwaarde. Toén
hij naderbij was gekomen, schreeuw
de de ongelukkige hem met hese, ra
deloos klinkende stem luidkeels toe:
Ik ben niet krankzinnig; ik heb een
uitvinding gedaan die de wereld ge
lukkig kan maken!" Aan de oppasser
die hem rondgeleidde vragend, wat
deze man dan wel had uitgevonden,
antwoordde deze: ..Zijn uitvinding?
Ach wat. waanzin! Hij wil waterdamp
gebruiken om wagens en schepen
voort te bewegen!"
De „waanzinnige" heette Salomon
de Queau. Hij was volledig bij zijn
verstand, maar hij was een genie dat
zijn tijd ver vooruit was en meer dan
een eeuw te vroeg droomde van een
systeem, waarbij stoom moest dienen
als beweegkracht. Zijn „verstandige"
medemensen hadden over zijn dro
men het wijze hoofd geschud, hem
voor gek verklaard en in Bicètre op
gesloten.
Het lot van Paul Nipkow is minder
dramatisch geweest. Maar toch heeft
ook hij zekér gedurende de eerste
helft van zijn leven geleden on
der de tragiek van zijn tijd vooruit
te zijn.
Als drieëntwintigjarige had hij de
geniale, fundamentele uitvinding ge
daan, welke de televisie mogelijk zou
maken. Dat was in 1883 geweest.
Maar al had de jonge Nipkow toen
de televisie uitgevonden op papier,
het was nog lange tijd daarna niet
mogelijk haar te verwerkelijken. Nip
kow was al bijna vijfenzestig jaar
toen hij zijn uitvinding - door iemand
anders - zag toegepast om inderdaad
de televisie te verwezenlijken. En in
die tussentijd was miskenning en zelfs
spot zijn deel geweest.
Het was Kerstavond van het jaar
1883. Het duister was gevallen over
Berlijn en in de huizen zag men ach
ter de vensterruiten de gouden licht
jes flikkeren van de kerstboom.
*5 kale, ongezellige huurkamer
in de Philippstrasse 13a, derde etage
zat een jonge student, afkomstig uit
Lauenburg in Pommeren, Paul Nip
kow. Door de muren drongen ijle ge
luiden tot hem door, kinderstemmen
die een kerstliedje zongen. Het is
geen avond om eenzaam op een ka
mer te zitten, maar ja, het kon er
niet af om naar huis, naar Pommeren
te reizen. En toch, naar huis.... Be
zat hij maar een toverspiegel, kon
hij alleen maar zien, hoe ze het daar
maakten en wat ze nu deden. Had hij
zijn oude droom maar kunnen verwe
zenlijken en een „elektrische tele
scoop" kunnen bouwen.
Al sinds jaren, al van de middel
bare school af, had dat denkbeeld
van een „elektrische telescoop"
een apparaat om te zien wat er op
verre afstand gebeurde zijn geest
niet losgelaten. Want het had de
Pommerse jongen, die met een ge
leende Bell-telefoon en een zelfge
fabriceerde microfoon speelde, iets
vanzelfsprekends geleken dat, wan
neer men voor het gehoor de ruim
te kon overbruggen, dit ook voor
het gezicht mogelijk moest zijn.
Maar hoe?
Dat „maar hoé?" had hem sinds
dien geen rust willen laten en ook de
ze avond gewekt door zijn wee
moedige gedachten bleef het hem
plagen. Hij dook in zijn kast, greep
de oude map met aantekeningen en
berekeningen die hij aan zijn lieve
lingsprobleem had gewijd en begon
er zich in te verdiepen.
Gehoor en gezicht, waar lag het
verschil Gehoor en gezicht waar
om gaf het laatste zoveel méér
moeilijkheden dan het eerste Het
was duidelijk: bij een gesproken zin
kwamen de klanken na elkaar. Een
zin overbrengen kon klank voor klank
woord voor woord gebeuren. Maar
een beeld is als geheel aanwezig en
moet ook al! een geheel worden
overgebracht. Met al de verschillen
en schakeringen van licht en scha
duw.
Is dat laatste wel waar denkt
Paul. Moet een beeld per se als een
geheel worden getransporteerd Kan
een beeld niet in onderdelen verdeeld
worden en kunnen deze niet stuk voor
stuk worden overgebracht Kan van
een beeld, dat men overbrengen wil,
niet een legkaart gemaakt worden,
een mozaiek en zou dat niet deel voor
deel. steentje voor steentje, overge
bracht kunnen worden
Mozaiek
Een beeld als een mozaiek van lich
te en donkere vlekken, dat is het wat
■Nipkow voor zijn geestesoog ziet. En
dat beeld ziet hij dan op grote afstand
wéér opgebouwd uit lichter en don
kerder vlekken, verkregen van een
lamp, die meer of minder fel brandt
naarmate de vlek lichter of donker
der moet zijn.
Maar hoe moet dat Dat is de
grote vraag die hem maar steeds
blijft plagen. Steentje voor steentje
zou dat mozaiek dus „afgetast" moe
ten worden
Hoe moet die verdeling in mozaïek
steentjes plaats hebben? En hoe moet
eenzelfde steentje op de plek ver weg
waar het beeld gezien moet worden,
weer precies op dezelfde plaats in het
geheel worden aangebracht
Dat blijft de vraag, die nog altijd
om een oplossing vraagt. En dan, op
eens, staat, m de eenzaamheid van
de Kerstavond, die oplossing hem hel
der voor de geest.
Vóór het beeld dat hij wil overbren
gen, moet hij een schijf plaatsen,
die om een as roteert. In die schijf
moet, in spiraalvorm, een reeks
gaatjes zijn aangebracht. Deze
schijf die later de naam van
„schijf van Nipkow" zal krijgen
zal zijn toverspiegel worden.
Door die gaatjes moet een dunne
lichtstraal op het over te brengen
beeld vallen en, terwijl de schijf be
weegt, als een lichtpenseel, punt voor
punt het beeld „aftasten". De lichte
punten zullen méér licht weerkaatsen
dan de donkere en die helderheids-
verschillen zullen op de plaats van
ontvangst tot uiting moeten komen in
sterkte verschillen van' stroomimpul-
sen, die daar een lichtbron sterker
of zwakker zullen moeten laten bran
den. En als men die lichtbron daar
opstelt achter weer zo'n van gaten
voorziene schijf, die zuiver syn-
chroom met de eerste roteert, dan
zal het beeld dat men te zien krijgt
de weergave zijn van het origineel.
Uit Nipkows kerstdroom was de te
levisie geboren. Op 6 januari 1884
werd hem octrooi verleend op zijn
vinding, die als Deutsches Reichspa-
tent nr. 30.105 geregistreerd werd.
Nipkows vinding was echter te
vroeg gekomen. De techniek van die
dagen was niet bij machte zijn tover
spiegel tot werkelijkheid te maken.
Zij wist met Nipkows patent niets
aan te vangen. En dat patent verliep
vóór het toepassing had kunnen vin
den.
Nipkow werd ingenieur bij de spoor
wegen en in zijn vrije tijd hield hij
zich onledig met problemen van
vliegtuigtechniek. Hij was de zestig
al gepasseerd, toen hij weer terug
keerde tot de grote liefde van zijn
jeugd, het probleem van de televisie.
In 1924 verwierf hij een patent dat
betrekking had op de synchronise
ring van zijn schijven in televisie
zender en -ontvanger en in 1927 volg
de een tweede patent betreffende dat.
zelfde onderwerp.
Ook anderen waren zich intussen
met zijn geesteskind gaan bezighou
den en hadden hun experimenten vol
gens zijn grondprincipe ingericht. Op
tentoonstellingen waren meer of min
der primitieve televisie-installaties
gedemonstreerd. In 1925 had in Lon
den John Logie Baird in Selfridge,
het grote warenhuis, een demonstra
tie gegeven met een door hem ge
bouwd televisietoestel, waarin hij ge
bruik had gemaakt van Nipkows
draaiende schijven.
En in de avond van zijn leven zag
Nipkow niet alleen zijn visioen
langzaamaan tot werkelijkheid wor
den, maar begon hem ook de er
kenning ten deel te vallen, welke
hem zo lang onthouden was gewor
den. De universiteit van Frankfort
verleende hem het eredoctoraat.
En zijn vaderstad Lauenburg, waar
hij op 22 augustus 1860 was gebo
ren, bracht hem haar hulde door
hem tot haar ereburger te benoe
men.
Zelfs was het hem gegeven de fak
kel. die hij zijn levenlang zo fier voor
zich uit had gedragen, in andere han
den over te geven. Geniale geest als
hij was. was hij een der eersten om
te pleiten voor de afschaffing van de
schijf van Nipkow, toen de techniek
tenslotte een vervolmaakter want
niet meer mechanisch hulpmiddel
kon aanbieden. De tijd had eindelijk
de koene vlucht van zijn geestesblik
weten in te halen.
Twee dagen na zijn tachtigste ver
jaardag op 24 augustus 1940
overleed te Berlijn de patriarch van
de toverspiegel, nadat hij, als Mozes,
op het laatst van zijn leven het be
loofde land had aanschouwd.
Er stond dezer da
gen een klein be
richtje te lezen in de
kranten over het aan
tal protestantse zen
delingen in de we
reld. In 1956 waren
er dat bijna 35.000,
waarvan er 500 uit
Nederland. Vijf-hon
derd, dat is een getal
om eens even bij stil
te staan. We hebben
het vergeleken met
het katholieke cijfer
en zijn daarbij tot een
verrassende conclusie
gekomen.
Ons land telt ongeveer
4 miljoen katholieken. In
de missies over de gehele
wereld werken niet min
der dan ruim 7000 Neder
landse missionarissen, van
wie 3200 priesters. De pro
testantse kerken tellen te
zamen ruim 4 miljoen le
den en hebben slechts 500
zendelingen. Ruw gere
kend komt dat hierop neer
dat de katholieke bijdrage
aan de missie of als
men wil de zending ten
minste 15 maal zo groot is
als die der protestanten.
Althans wat betreft de
personeelssterkte, maar
men mag veilig aannemen
dat de financiële inspan
ning naar verhouding is.
Geen enkel land ter we
reld slaat op missiegebied
zo'n goed figuur als Ne
derland. maar zelfs wan
neer men met die uitzon
derlijke positie rekening
houdt, is het verschil met
de protestantse zending
toch wel opvallend groot.
Dat is de eerste vraag,
die men zich stelt met
deze cijfers voor zich. Het
is niet zo eenvoudig daar
in kort bestek een volledig
antwoord op te geven,
want dan zou men terug
moeten gaan tot de kern
van de reformatie zelf.
Feit is, dat in de protes
tantse kerken van ons
land eeuwen lang de zen
ding op een schromelijke
wijze is verwaarloosd.
Eerst in de 19e eeuw
groeide bij velen het be
sef, dat christendom zon
der zending eigenlijk on
bestaanbaar is. Geloven
dat Christus dè redding
van de wereld is en tege
lijkertijd dat geloof rustig
voor zichzelf bewaren zon
der het uit te dragen naar
anderen, dat is een tegen
spraak in zich. Zo ontston
den vooral na 1850 aller
lei zendingsgenootschap
pen. Verenigingen die men
overigens volstrekt niet
mag vergelijken met de
katholieke missiecongre
gaties. Wat de paters van
het Goddelijk Woord, de
missionarissen van het
Heilig Hart, de Witte Pa
ters, de Maristen enz. in
de missie doen, dat doen
zij namens de Kerk.
Hun missie is nooit
particuliere liefhebberij,
maar iets van de Kerk.
Zij zijn dan ook allen
rechtstreeks onderge
schikt aan de pauselijke
congregatie van de
Voortplanting des Ge-
loofs.
Met de zendingsgenoot
schappen was het heel an
ders gesteld. Zij waren he
lemaal niet opgekomen uit
de kerk, maar uit particu
lier initiatief. Niet de
N.-H. Kerk deed aan zen
ding, maar het Nederland
se Zendingsgenootschap,
de Nederlandse Zendings
vereniging, de Utrechtse
Zendingsvereniging enz.
Een band met of toezicht
van de Kerk was er niet
en zou trouwens ook be
slist niet geduld zijn. Pas
in onze tijd is steeds ster
ker het inzicht aan het
doorbreken, dat de Kerk
de zending niet mag over
laten aan particulieren,
maar dat zij zelf geroepen
is tot deze taak. Daarom
was het een feit van grote
betekenis toen de N.-H.
Kerk in haar nieuwe kerk
orde, in werking sedert
1951, officieel uitsprak,
dat de zendingsopdracht
op de Kerk zelf behoorde
te berusten.
Daar kwam nog iets an
ders bij. Een van de ge
volgen van de reformatie
is geweest, dat zich een
groot aantal landskerken
vormden. Soms waren ze
tevens staatskerk, soms
niet. maar hoe dan ook,
in elk geval vielen overal
de grenzen van de Kerk
samen met die van land
of volk.
Calvinisten vindt men
overal ter wereld, maar
ze zijn geen leden van één
Kerk. Er zijn alleen maar
landskerken. ten hoogste
verenigd en ook dat nog
niet zo heel lang in een
bond, zoals b.v. de World
Presbyterian Alliance van
de Calvinisten of de Luthe
ran World Federation van
de Lutheranen. En sinds
1948 over dat alles heen
de Wereldraad van Ker
ken.
In deze situatie is het
te begrijpen, dat de be
langstelling voor de zen
ding, toen deze er einde
lijk ontstond, meestal niet
verder ging dan de eigen
rijksgrenzen. ImmAs het
lag voor de hand, dat Ne
derlandse zendingsgenoot
schappen eventueel Ne
derlandse Kerken niet
verder keken dan de Ne
derlandse gebieden, dus
de eigen koloniën. Zo
zijn dan ook meer dan
honderd jaar Nederlands-
Oost-Indië en ook West-
Indië de enige gebieden
geweest waar de zendelin
gen uit ons land hebben
gewerkt.
In heel veel opzichten
staat de zending op een
keerpunt. Koloniën ver
anderen in zelfstandige
jonge naties met alle wrij
vingen die dat mee-
brengt(!), de wereld
wordt door de enorme ont
wikkeling van de commu
nicatiemiddelen steeds
kleiner, er groeit een sterk
oecumenisch verlangen
naar eenheid onder de
christenen. Dat zijn alle
factoren die de zending
niet onberoerd laten.
Op het bureau van de
Hervormde Raad voor de
Zending te Oestgeest ko
men voortdurend brieven
binnen waarin wordt ge
wezen op de noodzaak om
naast Indonesië en de
West nieuwe zendingsge-
bieden aan te pakken. Te
kenen des tijds!
En de Indonesische re
gering zelf dwong de Raad
voor de Zending zich met
deze vragen bezig te hou
den. Want in 1956 moest
een aantal afgestudeerde
zendingsarbeiders maan
den wachten op een vi
sum! Sindsdien gaat het
met de visa wel iets be
ter, maar daarmee zijn de
vragen niet opgelost.
J. v. d. M., pï.
Twee maal in anderhalve maand
tijds werd de 30-jarige kelner H. J.
B. uit Groede onlangs betrapt op
rijden onder invloed met een auto.
Het gebeurde op 2 december en 20
januari jl„ resp. te Schoondijke en
Oostburg. De eerste keer, toen B.
een personenauto bestuurde, was hij
tegen een tractor tot stilstand geko
men, in januari de kelner reed
toen in een jeep had de verkeers
politie hem een halt toegeroepen.
De politierechter te Middelburg,
mr. B. S. Sieperda, voor wie B. ver
schijnen moest, veroordeelde hem tot
zes weken hechtenis, waarvan vier
weken voorwaardelijk met drie jaar
proeftijd, conform de eis van de offi
cier van justitie, mr. J. L. Andrae.
Voorts werd B. de bevoegdheid mo
torrijtuigen te besturen ontzegd voor
de tijd van één jaar, na een vorde
ring van twee jaar.
In zijn requisitoir stipte de officier
aan, dat er met deze verdachte, ge
zien het strafblad, al heel wat aan de
hand is geweest. „Ale pogingen, die
aangewend werden om hem aan te
tonen, dat zijn manier van drinken
onjuist is, faalden," aldus mr. An-
dreae. De officier vroeg zich af, wat
B, met twee auto's moet doen, die hij
voor zijn werk toch helemaal niet no
dig heeft.
Een andere verdachte, die onder
invloed dingen gedaan had, die niet
door de beugel kunnen, was de ma
troos A. W. S. uit Nieuwerkerk. Op
20 februari was hij in een café te
Zierikzee lastig geweest voor andere
bezoekers. De echtgenote van de
caféhouder wilde de matroos de deur
uitzetten, doch laatstgenoemde „be
strafte" de vrouw met een stomp in
het gezicht. De politierechter bestraf-
(Advertentie)
te nu de matroos,
met f 40,- boete.
oonform de éis,
Snotaap
„Snotaap, farizeeër" en nog meer
van dergelijk minder fraaie uitdruk
kingen gebruikte de 27-jarige Goese
loswerkman op 28 december vorig
jaar in de bus tegen een medepassa
gier, toen hij onder invloed met en
kele kornuiten terugkeerde van een
wekelijks bezoek aan Terneuzen. Het
was zodoende nogal rumoerig in de
bus geworden. In Goes aangekomen
ging Van H. de passagier zelfs te lijf
en hij drukte hem door een ruit.
De officier van justitie wees er an
dermaal op, dat bepaalde groepen
jongelui als „jongens onder elkaar"
op de boot naar Hoedekenskerke of
in de bus tijdens de weekends vaak
moeilijkheden veroorzaken. Het is te
genwoordig zo, dat op zaterdag- en
zondagavonden speciale politie nodig
is om baldadigheden van allerlei lie
den tegen te gaan. Tegen Van H. vor
derde de officier f 30.. boete, waar
mee mr. Sieperda akkoord ging.
De petroleumventer J. J. B. uit
Hulst hees zich 25 november jl. onder
invloed op zijn kar. Gelukkig wist
het paard, dat voor de wagen stond
de weg naar huis en zo keerde het
span veilig terug. Maar dat was niet
de verdienste van B., die zo ver weg
was, dat hij tussen paard en wagen
hing. Volgens de officier was er
sindsdien echter een radicale omme
keer in het leven van B. gekomen.
„Wij van onze kant moeten dit ani
meren", aldus mr. Andrae, die daar
om een geheel voorwaardelijke ge
vangenisstraf van één maand vroeg
met drie jaar proeftijd en toezicht
van de r.k. reclassering. Het vonnis
luidde conform.
De Terneuzense tuinman L. de Z.
werd ervan verdacht 20 februari ze
kere P. F. J. V. mishandeld te heb
ben. „Dat is zo", zei De Z. „Ik heb
mij vreselijk driftig gemaakt, omdat
V. steeds in contact probeerde te ko
men met mijn 12-jarige dochter."
„Uit de stukken zou men kunnen
afleiden, dat wat De Z. zegt, grond
van waarheid bevat," sprak de offi
cier. Hiermee rekening houdeqd
vroeg hij f 20,- boete, waarna de po
litierechter het vonnis bepaalde op
f 10,-.
In Groede had een Ambonese
vrouw onenigheid gekregen met haar
eveneens Ambonese buurman. De
vrouw haalde haar echtgenoot er bij
en toen beide mannen op de grond
lagen te vechten, beet de vrouw de
buurman in de rug. Een geldboete
van f 25,- achtte de officier hier op
zijn plaats en de politierechter nam
dit voorstel in zijn vonnis over.
(Advertentie)
voor school en kantoor
Wij zullen het dit jaar moeten doen zonder een oude
bekende, een op en top vertrouwde rally: De Politie
Brabant Rit gaat niet door. Allerlei moeilijkheden noop
ten de organisatoren va'n dit exclusieve avontuur voor
mannen van de gerechtelijke macht tot afgelasting.
De rijders, die al klaar zaten om op 17 juni los te
branden, zullen nu moeten wachten tot juni 1959.
Een der moeilijkheden was dc aanstaande verhuizing
van het korps gemeentepolitie Tilburg naar het nieuwe
hoofdbureau, die ongeveer in juni zal plaats vinden.
Als men weet. dat het juist de Tilburgse politiemen
sen waren, die het grote werk bij de organisatie de
den, dan is dit bezwaar dus wel zonneklaar.
Men heeft nog gedacht om de rit later in het sei
zoen te houden, maar daarfnee raakte men in de war
met andere ritten.
We hebben het in het kort al in de krant gehad,
maar bij een afscheid van zo lange duur passen meer
dere woorden.
Het te lang gehani
bielcluus is gebroi:
naar ve eindende a
van één dezer organi"
den geld ook nog een
itit
goed
monopolie van de autome
kan nu met de wagen
inden zonder lid te zijn
die behalve een braaf le-
prijs rekenden voor de
grensdocumenten. Men vreesde in sommige kringen al,
dat dit het einde zou zijn van de "clubs", die nu
immers hun belangrijkste bron van inkomsten moeten
missen. Hun overkoepelingsorganisatie, waarin de hon
derd automobiel, en toeristenclubs van zestig landen
zijn verenigd („Alliance Internationale de Tourisme")
heeft evenwel besloten haar toekomst te zoeken in het
goede dienstbetoon. Dat dit geld kost ligt natuurlijk
voor de hand. Men is overeengekomen een internatio
naal document te scheppen, dat in Nederland en Bel
gië de naam zal krijgen van "Toeristencarnet" en de
bezitters vele voordelen biedt. Het bevat onder andere
een aanbevelingsbrief en een kredietbrief, waarop de
bezitters bij de automobielclub in het vakantieland geld
kunnen lenen voor net geval ze dure herstellingen moe
ten betalen. Er zit in het "Toeristencarnet" een bon
voor medische en chirurgische bijstand in geval van
ongeval of ziekte, plus een bon waarop men de wa
gen gratis naar huis kan sturen. Mocht de wagen in
het buitenland worden gestolen of vernield, dan be
hoeven de bezitters van dit carnet geen invoerrechten
te betalen. Het carnet bevat tevens een bon voor een
juridisch advies, formulieren voor het aangeven van
een ongeval (in meerdere talen) en een „procuratie"
voor het geval de eigenaar van de wagen een dei-
de met zijn wagen naar het buitenland wil zenden.
Op de sluitingsdatum voor de inschrijving van de
9e internationale Tulpenrallye hadden zich bij het or
ganisatiecomité van de RAC-west 221 equipes voor de-
te jubileum-sterrit aangemeld. Verleden jaar startten
220 teams.
De verdeling ten aanzien van de nationaliteiten was
als volgt: Nederland 85, Engeland 74. Duitsland 24, Zwe
len 12, Frankrijk 5, Noorwegen 3, Denemarken 12,
België 3, Italië 2, Oostenrijk 1.
Noordwjjk aan Zee wordt ook dit jaar de drukste
startplaats, 154 teams beginnen hier de bijna 3000 km
lange tocht. Hamburg ..trok" 29 equipes, Londen 18,
Parijs 8, Brussel 7 en München 5.
Duitslands bekwaamste spion
nen uit de tweede wereldoorlog
werden misleid door de in
Australië geboren acteur Clifton
James, toen deze als veldmaar
schalk burggraaf Montgomery
te kennen gaf dat het met de
invasie wel los zov lopen. Hij
heeft thans zijn belevenissen
vastgelegd in de autobiografie
„Monty's dubbelganger" en on
der de gelijknamige titel wordt
nu een film gemaakt waarin
Clifton James uiteraard de
hoofdrol vertolkt. Hier ziet men
hem tijdens opnamen in Gibral
tar tesamen met John Mills,
die de rol speelt van de kapi
tein, die verantwoordelijk was
voor James' optreden als dub
belganger.