ANNA VAN BUREN: Lief en leed op kasteel van Breda WENNEKER Braakliggende steppen High Fidelity: pagblaft Pe j&tcm VISIOEN VAN LIEFTALLIGE ZORG Familiefeesten Kernproeven in belang der mensheid De stamhouder Philip II in Breda De laatste brief PETER MACROY: nieuwe stem op de zwarte schijf Een troosteloos verval DE DRAAIENDE SCHIJF Gillette Een artistiek gevaar 19 ZESDE BLAD VRIJDAG 28 MAART 1958 Zo ziet Het er achter de Oder- en Neisselinie uit Bewogen reportage Kwartetten van Beethoven wat ik er van vind? water, zeepten blauwe ..Gillette scheercrème is het beste! Amerika vooraan Uit de brieven aan Anna van Buren, welke we in het eerste artikel citeer den, rijst de figuur van een vrouw op die kon voldoen aan de behoefte aan huiselijke gezelligheid die de prins in zijn puberteitsjaren onder 3 oudere op voeders zo gemist moet hebben. Van 'n vrouw ook die een kameraad is voor hem aan wie hij om hulp en raad kon II vragen, die niet op de voorgrond wil treden maar een wezenlijke steun is ge weest voor haar jonge echtgenoot. In zijn diepste innerlijk doordringen zal ook haar echter niet gelukken. In een gesprek met een vriendin klaagt ze eens „dat ze haar man niet gemakke lijk kan henaderen; hij liet zich niet graag kennen." De bijnaam „de Zwijger", die onaf scheidelijk aan Willems naam is ver bonden, duidt niet op een gemis aan spraakzaamheid. Integendeel Ook voor zijn tijdgenoten was het bijna onmogelijk om in Willems intieme gedachtenwereld binnen te dringen. Hij was een meester in het verbergen daarvan! Het past ook zo goed bij het beeld van deze jonge bon-viveur, verwend, overstelpt met eervolle ambten en gunsten, kinderlijk blij met een com plimentje van de landvoogdes, mees tendeels op reis, gul en vrijgevig. Door zijn huwelijk vervroegd vol wassen verklaard, kan hij nu de vleu gels wijd uitslaan. De dagelijkse zorgen voor het be heer van zijn goederen, dat ligt hem niet. Zorg voor zijn kinderen kent hij niet. Er komen immers slechts in één brief „mes petits" zijdelings ter sprake. Hij moet, en dat blijkt uit zijn brieven, Anna erg dankbaar ge weest zijn dat ze hem al deze zor gen, grotendeels uit handen' nam. De expedities en reizen van de prins kostten grote sommen geld.*Ook zijn gevolg van 24 edellieden en pa ges met hun dienaren moeten door hem zelf betaald worden. Voor zijn leger krijgt hij van de keizer een gering bedrag. Geen wonder dat de schulden zo hoog opliepen. In 1555 niet minder dan 800.000 francs. Zijn hofhouding kost meer dan f 50.000 per jaar. Ook hierin is de prinses zijn steun. Ongevraagd verkoopt ze enkele van haar persoonlijke bezittingen om de prins in staat te stellen te leven zoals het volgens zijn stand als „grand seigneur" past. Op het kas teel worden door 's Prinsen Raad in 1554 bezuinigingen ingevoerd. Als Willem van Oranje thuis is, is het een komen en gaan van vrienden, vooral op de familiefeesten die door gaans altijd in Breda gevierd wor den. Alle bezoekers, vooral zijn Duit se familieleden, zijn vol bewondering cn verbazing over het luxueuze hof leven. De grootste feesten worden gehou den bij de doop van hun drie kin deren. Op 9 december 1553 wordt hun eer ste kind geboren; een meisje. De landvoogdes wordt onmiddellijk ver wittigd. Op 12 december houdt zij als meter het kindje ten doop. Naar haar wordt 't prinsesje Maria ge noemd. Dr. Libby, een der vijf commissa rissen van de Amerikaanse commis sie voor atoomenergie, heeft op een symposium over radioactieve neer slag van de medische academie te Lausanne verklaard, dat men in het belang van de mensheid moet voort gaan met de kernproeven. Door middel van kernontploffihgen zei hij, kan de structuur van de aar de worden bepaald, kunnen er grote werken, zoals het bouwen van ha vens, worden tot stand gebracht, kunnen er enorme hoeveelheden ener gie worden opgewekt, kunnen er ra dioactieve isotopen worden vervaar digd voor medisch en industrieel ge bruik en kunnen er bepaalde chemi sche reacties tot stand worden ge bracht. Libby verklaarde, dat er bij de on dergrondse atoomontploffing, die in september in Nevada is verwekt, geen radioactieve neerslag is vrijge komen, doordat de vuurbal werd in gesloten door gesmolten gesteente. Naar zijn mening is het nagenoeg onmogelijk de biologische gevolgen van de kernproeven precies te bepa len. De stad is in feesttooi en schenkt de prinses f 500.- en wel „wegens de groote welvaart, neeringhe ende prosperiteyt die der selver stadt toe valt ende geboirt, door de presentie van honne genaden, die honnen staet ende residentie houden bynnen deser stadt Breda, Soe mijn genede Vrouwe oock belieft heeft alhier te blijven ende te bevallen van heure jonghe dochter, die God Almachtich mijnen geneden heer ende vrouwe verleent heeft tot grooter blijscap ende eer van de stadt". Behalve de landvoogdes waren, in de door Anna met een altaar en zil veren kruisbeelden verfraaide slot kapel, aanwezig de aartsbisschop van Keulen, de hertog van Savoye, Anna's vriendin: de hertogin van Aer- schot, de graaf van Hoorne en de abt van Tongerloo, de prelaat Strey- ters, die het H. Doopsel toediende. Na afloop werd een week lang open hof gehouden in de „Gouden Zaal", waar lakeien in prachtige kledij de meest uitgelezen spijzen aanbrengen. Er is nog een maandstaat over waar op de prijzen o.a. van de honderden stuks gevogelte en vis vermeld staan. De prins heeft hier voor zijn vrien den, die om hun drankzucht cn los bandigheid berucht waren (algemene kwaal onder de 16e eeuwse adel), de wijd verspreide faam van zijn keuken bevestigd. Het feestrumoer drong vanuit de Gouden Zaal slechts zwak door in het bolwerk waar de jonge Maria te bed lag. Nog geen twee jaar oud stierf dit prinsesje, het werd in de familie kelder in de Grote Kerk bijgezet. Een jaar later schonk Anna haar man een stamhouder. Een spoedkoe- rier bracht op het stadhuis te Breda bericht dat op 19 december geboren was „eenen jonge prince ende gebo ren heeje van Breda, genaempt Phi- lippus Guilhelmis". De prinses ver bleef bij haar moeder te Buren om de eenzaamheid te ontgaan. Willem was weer op het slagveld. Juist op tijd kon hij verlof nemen. I.v.m. de winter werd de plechtige doop uit gesteld. Het paar stelde er n.l. grote prijs op dat deze plechtigheid op het stamslot plaats vond. De jonge koning Philips II had zich op verzoek van Wil lem bereid verklaard het peter schap te aanvaarden. Tekenend voor de nog zeer goede ver - standhouding tussen de latere doodsvijanden. Om de koning te (Advertentie) eren werd voor de naam Wil lem, Philips gevoegd. Op 26 maart vond de doopplechtig- heid ook nu weer plaats in de slot kapel temidden van een illuster ge zelschap. Ook nu weer leefde de stad intens mee met dit blij gebeuren. De prins had zich met moeite vrij kunnen maken om aanwezig te zijn. Het derde- en laatste kind van dit vorstelijk paar werd 7 februari 1556 te Breda geboren, naar de jongge storvene Maria genoemd. Op 22 sept. 1556-*wordt koning Phi lips met grote luister op het kasteel ontvangen. Nadat hem hulde en trouw op het stadhuis was bezworen, bracht hij een staatsiebezoek aan zijn vazal. In de vorstelijke sfeer van de Gouden Zaal met de kostbare gobelins be hangen, heeft de lieftallige persoon lijkheid van de prinses een grote in druk op de koning gemaakt, zoals hij later aan Willem schrijven zou. Als na 1556 de vrede met Frank rijk gesloten wordt is prins Willem vrij geregeld thuis. Hij wordt nu in zijn zaken bijgestaan door zijn broer graaf Lodewijk. die zijn intrek neemt op het kasteel. Ook verschillende zusjes van de prins zijn geregeld te gast bij Anna. Tweemaal moet Willem in 1557 door de prinses verpleegd worden als hij enkele weken lang met zware koorts te bed ligt. Ook Anna's gezondheid is wankel. In zijn brieven komt nog al eens een vermelding van haar ziekte voor. In februari 1558 krijgt de Prins van Oranje de vererende opdracht om als hoofd van een deputatie de afstands verklaring van Karei als keizer van Duitsland en de keizerlijke ereteke nen te Frankfort aan de nieuwe kei zer te overhandigen. Kort na een uitbundig feest daar, krijgt hij uit Breda een laatste door Anna geschreven brief, waarin ze hem meldt dat ze al 13 dagen ziek is. Onmiddellijk schrijft hij terug aan zijn „Aller Liebste", veel betuigin gen van aanhankelijkheid en belooft haar zijn spoedige terugkomst. In derdaad breekt hij zijn verblijf on middellijk af. Als hij zelf ziek, op 20 maart Breda bereikt, hebben de geneesheren de prinses .reeds opgegeven. Vier dagen later, 24 maart 1558 s inorgens tussen 6 en 7 uur geeft Anna van Egmond de geest tot 't laatste toe bijgestaan door de prins en haar hofdame Sophie de Miltitz. Terwijl zij wordt opgebaard in „mijner genedigen vrouwen slaepcamer int blockhuys oft bol- werck" krijgt de prins, geconfron teerd met dit plotse verlies, een shock die zoals hij later schreef al zijn ledematen samentrok. Als een laatste bewijs van haar liefde benoemde zij haar man tot haar erfgenaam. De mare van haar dood schokte niet alleen Breda maar bereikte de andere dag reeds koning Philips, die onmiddellijk een hartelijke brief stuurde. Mijn diep meeleven met het heengaan van wijlen mijn nicht (hofterm) waar ik zeer diep door getroffen ben omwille van de groot heid van haar persoonlijkheid als- wel omwille van 't respect voor u, in het volle besef van het verlies dat gij hierdoor geleden hebt.'3 „Ik ben de ongelukkigste man ter wereld", schreef Willem terug. Ook in de brieven aan zijn vader voelen we iets van het verdriet van de nog pas 25-jarige weduwnaar. „Zij is heengereisd naar God Al machtig, Die haar ziel genadig zal zijn. Vader zal wel begrijpen hoe zwaar het verlies is voor hem en zijn jonge kinderen Onder het gebeier van de zware klokken begeeft zich enkele dagen la ter een lange rouwstoet naar de Lie ve Vrouwekerk. Na vele plechtige H.H. Missen, opgedragen op de tal rijke altaren van de Grote Kerk, wordt het gebalsemde lichaam van de prinses neergelaten in de door Willem vergrote grafkleder, naast het kistje van haar eerste dochtertje. Het missen van de steun van deze vrouw, die wars van het vrije en wufte leven te Brussel, liever haar dagen sleet te Breda en Buren, is in de verdere levensloop van Willem nawijsbaar. Hij is zich een tijdlang te buiten gegaan aan drank en ook zijn moreel gedrag is tijdelijk minder oirbaar geweest. Maar de liefde die hij deze goede prinses toegedragen heeft is later, als de prins belasterd wordt, bevestigd door Anna's hofdame So phie de Miltitz: „Ik heb gezien dat zij elkaar altijd waarachtig hebben lief gehad". 400 jaar zijn voorbijgegaan. De her innering aan Anna van Egmond is te Breda bijna verdwenen. De statige galerij van waaruit zij het drukke leven van de stad overzag is nog slechts een verwrongen scha duw van zijn vroegere pracht. Het paleis is verminkt en ontluisterd. Een kleine inscriptie op de sluitsteen van haar graf in de Prinsenkapel moet de herinnering aan dezê Vrouwe van Breda bewaren. Zij was de levensgezellin van de Prins in zijn voorspoedige jaren. De rampen die nog over haar man zouden komen, de el lende van de 80-jarige oorlog de vervolging van haar katho liek geloof maar vooral de tra gische levensloop van haar zoon, dit alles is haar bespaard gebleven. Zij is gebleven wat ze was: een visioen van lieftallige zorg. JAC. H. VAN HOOYDONK Peter Macroy, de jonge Neder landse zanger, die voor de plaat zingt, heeft reeds een aanzienlijke carrière op zijn naam staan. In Ne derland (revues en radio-program ma's), in Duitsland (Georgspalast, Hannover; Rriedrichstadtpalast, Ber lijn) en in België (revues) trad hij in totaal enige honderden malen op. Peter Macroy, geboren te Amster dam in 1925, zong al in zijn dienst tijd veelvuldig voor zijn collega's- militairen. In 1950 ging hij als „be roeps" in het vak en werd ontdekt door Willy Vervoort, die hem bij de AVRO introduceerde. Een van de uit zendingen voor die omroep trok de aandacht van een Duits impresario. Hij haalde de jonge Nederlander nog in hetzelfde jaar naar Duitsland voor een grote tournee. Alvorens in Duits land opnieuw successen te oogsten met een repertoire, van Nederlandse, Duitse, Engelse en Spaanse num mers, speelde Peter in twee revues van Willy Vervoort de sketches en bracht hij er zijn eigen repertoire. Toen Peter verleden jaar in Duits land reisde en daar Nederlandse composities met Duitse tekst bracht (o.a. „Daar waar de molens staan") kwam hij op de gedachte, geluids banden met opname van zijn stem aan Jan de Winter te sturen. De actieve programmaleider was der mate enthousiast, dat hij onmiddel lijk een datum vaststelde voor de eerste opnamen. Bij zijn optreden werkt de jonge ster met een orkest van 25 musici en met arrangementen, die speciaal voor hem zijn geschreven door Al- fons Wonneberg. vermaard arran geur van het RIAS-dansorkest. Grap- Macroy Amsterdam" of „Peter Mac- pig is, dat Peter nog regelmatig ver- roy zender Hilversum". Niettemin zoeken om foto's uit Duitsland ont- worden ze vrijwel zonder tijdverlies vangt. De enveloppen vermelden op de plaats van bestemming ge- vaak geen nader idres dan *Peter bracht. Hoe ziet het er thans in de gebieden achter de Oder- en Neisse- lijn uit? Dit is een vraag, die miljoenen Duitsers bezig houdt, uiteraard het meeste diegenen, die uit deze gebieden afkomstig zijn. Wat is thans de werkelijke toestand in deze eens Duitse ooste lijke provincies, die sinds het einde van de oorlog onder Pools bestuur staan? gen de Poolse overheid thans zo hef tig van leer trekt. De in hun nieu we woonstreken vreemd en zonder belangstelling gebleven mensen, ver drinken hun ellende in de alcohol. In Silezië zijn de vernielingen niet zo groot, maar vele steden zoals Breslau of Glogau, Neissé of Wohlau, en ontelbare dorpen zijn in de kern vernield en vergeleken met de tijd, die sindsdien is vergaan, is het her stel gering. De schrijver en cameraman Char les Wasserman, die in zijn „Dagboek der vrijheid" de Hongaarse revolutie beschreef, heeft in de zomer van 1957 een reis van zevenduizend kilometer door de vroegere Duitse oostelijke ge bieden gemaakt van Oost-Pruisen via Oost-Pommeren en Oost-Brandenburg naar Silezië. Wasserman maakte films en foto's en geluidsopnamen van gesprekken met mensen, die hij op deze tocht ontmoette. Hij kon zich vrij bewegen en de in drukken tijdens zijn reis ongehinderd opschrijven. Hij maakte gebruik van de periode, waarin de teugels in Po len wat losser werden gelaten en de mensen weer wat hoop koesterden. Bijna niets werd hier na de oorlog hersteld, veranderd of weer opge bouwd, indien men afziet van enkele pogingen tot restauratie, zoals in Dantzig. Struikgewas Wasserman vond uitgestrekte gebie den van vruchtbaar land braakliggen, de akkers verzand, als steppen gelijk, begroeid met struikgewas. Waar hij ook heenkwam, ontmoette hij mensen, die zich bij 't troosteloze verval hebben aangepast, die zonder belangstelling leven in deze gebieden die hen na de oorlog als nieuwe woon plaats werden aangewezen. Mensen, die zelfs uit hun geboorte land werden verdreven, zonder inner lijke binding en belangstelling voor dit hen vreemd gebleven land, waar zij een bestaan vol ellende voeren. De vernielingen, die hij overal vindt, de uitgebrande boerenhofsteden die van daag alleen nog te herkennen zijn aan de vierkanten van bloeiende seringe bomen, die vroeger om de boerderij stonden, de neergebrande steden, zijn dikwijls niet het gevolg van oorlogs handelingen, maar daden van wraak van het rode leger. In de twaalf jaren die sindsdien zijn verstreken, werd het verval ver volmaakt. Wasserman vindt ook de „Potem- kinse velden", uitgestrekte akkers, waarvan alleen een randstrook van een meter breed met graan is be bouwd, terwijl daarachter een woes tenij vol onkruid is. Wie snel langs deze velden rijdt, krijgt de indruk dat al deze landerijen wèlverzorgd en be bouwd zijn. Hij vindt in deze gebieden beves tiging van het alcoholisme, waarte- Waar hij ook heenkomt, drommen arme mensen rondom zijn auto. Steeds fluisteren zij hem de geschie denis van hun ellende toe. Velen zeggen: „Het is beter niets te zeggen en door te werken. Wij heb ben hier geen vrijheid. De stalinisti sche dictatuur is voorbij. Daarvoor hebben wij thans een andere". Velen HET valt niet te ontkennen, dat in de muzikale belangstelling van velen Beethoven gedurende zeg maar de laatste tien jaren op zijn retour is. Daarbij is natuur lijk moeilijk uit te maken of hier sprake is van een teveel gespeeld zijn ofwel dat men hem te indivi dualistisch vindt of te eigenwijs, doch één ding lijkt zeker en wel, dat elke criticus bereid zal zijn halt te maken voor zijn strijkkwartet ten, die tot heden niet zijn ge evenaard, laat staan overtroffen. In deze strijkkwartetten voert Beethoven de vier spelers van de diepste diepten naar de hoogste hoogten (en omgekeerd). Van uit er ste verfijningen van samenklank tot de grofste ruigheid tot bijna buiten de grenzen van het mogelijke van de instrumenten, waarbij men zich verwondert, dat een snareninstru ment zó krijsen of zó fluiten kan. Een niet ingewijde vindt dit lelijk; hij verwacht van een viool of een cello smeuïge klanken, geen bruusk geweld. Hoort hij ruig spel, dan denkt hij dat de violist niet strijken kan. Bij het luisteren naar vooral de latere strijkkwartetten van Beet hoven dient men deze mening thuis te laten. De vaak bandeloze kracht van deze reus kan men moeilijk vangen in een soepele en elegante streek. Toegegeven moet worden, dat sommige uitvoerenden het er steeds dikker gingen opleggenzo dat men moeilijk de opmerking binnen kon houden, dat het nu zó ook niet hoefde. Een van de gaafste, meest beheerste ensembles op dit punt is het Végh kwartet gebleven, waarvan ,,Discophiles frangais twee opnamen brengt en wel het 16e kwartet opus 135 (Beethoven schreef er 17) op EX 25.020 en het 12e kwartet opus 127 op EX 25.050. Twee 25 cm platen van uitermate hoog gehalte met twee van de laat ste werken van de geniale compo nist. En hoe vreemd het ook klinkt: als men niet gewend is naar strijk kwartetten te luisteren, dan be ginne men gerust met deze latere, door en door „uitgekookte" wer ken, juist omdat ze bijna geen ka mermuziek meer zijn. Het zijn bij wijze van spreken symfonieën voor 4 strijkers. Als deze met elkaar pra ten want iets anders doen kwar tetspelers toch niet dart is dat soms in zacht gefluister,- soms in heftig dispuut, (het elkaar tegen spreken in de melodie), soms in een eensgezindheid van mening (elkaar volgen in de melodie) in een afwis seling die sterker is dan in een symfonie, die altijd wat logger is, dan een clubje van vier levendige lieden. Na drie keer luisteren blijft men er niet meer af. Geen vrijheid willen het liefst direct meerijden naar de vrijheid, vooral Duitsers, tot zij de onmogelijkheid van hun verlangen be grijpen en woordeloos weggaan. Het dagboek van Wasserman on der de titel: „Onder Pools Bestuur", zal ongetwijfeld grote aandacht trek ken, want aan zijn authentiek bericht en zijn documentaire foto's is geen twijfel mogelijk. De schrijver besluit zijn relaas met de woorden: „Niemand bekommert zich erom, dat Oost-Pruisen, Oost-Pommeren, Oost-Brandenburg en Silezië door de eeuwen heen door Duitsers waren be woond. Dit was een cultuurloos rand gebied. Op enkele uitzonderingen na waren het de Duitsers, die hier cul tuur en beschaving brachten. Van daar zinkt dit land weer terug in zijn oertoestand, waarachtig, zeer ver is dit verval al voortgeschreden. Wat ook ooit de toekomst van dit hele gebied moge zijn het is ten minste te hopen, dat aanhoudende vrede en groeiend menselijk inzicht een einde zal maken aan de droe vige duistere en troosteloze toe stand en dat de mensen die daar leven of het Duitsers dan wel Po len zijn, op zekere dag het bestaan zullen leiden, dat de beschaafde, christelijke wereld waardig is (Advertentie) as»®®®®® te- Voor alles moet een man weten hoe het hoort en hij moet schoon, fit en fris zijn en er goed verzorgd uitzien, 's avonds nog net zo als 's morgens. Ik bedoel een man die zich scheert met Zo'n man ziet er niet alleen schoon en fris uit, hij voelt zich ook schoon en fris. Gebruik mor gen ook een Blauw Gillette mesje. Haal meteen een pakje. 5 stuks 75 ct Hi-fi is de afkorting van „high fidelity", van de grootst moge lijke natuurgetrouwheid in de mechanische weergave van mu ziekwerken. Hi-fi is de droom van vele grammofoonplatenbezit- ters, in Amerika zowel als in Europa. Tussen de Amerikaanse en de Europese hi-fi liefhebbers bestaat evenwel een opvallend ver schil. Terwijl de Amerikaanse discofiel deze uiterst natuurgetrouwe weergave min of meer eigenhandig, door technische verbetering van ontvangsttoestellen en aanpassing daarvan aan de akoestische verhoudingen in zijn woonkamer probeert te bewerkstelligen, willen de Europese discofielen deze natuurgetrouwe weergave zo gezegd klaar in huis, dus gefabriceerd ontvangen. Er beslaat een bepaald veel gro tere technische belangstelling bij de Amerikanen. In Amerika wordt trou wens in het algemeen grote waarde gehecht aan nauwkeurige technische weergave van muziekwerken, of het nu solisten, koren of orkesten be treft. De technische vervolmaking van de muzikale weergave verwekt aldaar geenszins aanstoot. Integen deel. de beste muziekkritieken wor den in grammofoonplatentijdschriften zoals in het Amerikaanse ,High Fide lity Magazine" of in het Engelse „Grammophone" gevonden. Verwringing Nu kan de vraag worden gesteld of dit streven naar high fidelity al da:i niet artistiek verantwoord is. Goddard Lieberson, de president van de Columbia Record Company, die de eerste langspeelplaten in de handel bracht en daarmede tevens het streven naar hi-fi introduceer de, verklaart, dat al te grote nauw keurigheid licht tot een hyperrealis- me leidt. Details worden somste gen de bedoeling van de componist in ten nadele van het gehele effect naar voren gebracht en beklem toond. Daardoor gaat het perspec tief van het werk verloren. Terwijl moderne componisten ook met de elektro-akoestische weerga ve van hun werken rekening hou den. bij de klassieken kon dit onmo gelijk het geval zijn. De veranderin gen. die een muziekwerk door me chanische weergave ondergaat, kun nen zeer groot zijn, zodat origineel en reproduktie in het geheel niet meer identiek schijnen t zijn. Ho bo's bijvoorbeeld kunnen het gehele orkest overheersen, het natuurlijke overstemmen van de strijkinstru menten door de blaasinstrumenten en het koper kan geheel worden op geheven. In een opname van het „Concert voor orkest" van Bartok. gemaakt door R.C.A., werd de klank van de strijkinstrumenten dermate opge voerd, dat men denkt met het dub bele aantal te maken te hebben. De proporties worden daardoor ver stoord, het werk maakt een onwer kelijke indruk. Bij de compositie van het door Diaghilew bestelde ballet „Daphnis cn Chloë" streefde Ravel naar een bijzonder effect, door tijdens de de corwisselingen in het donker het a capellakoor instrumentaal te laten zingen, zonder het orkest geheel uit te schakelen. Hij gebruikte het koor tijdens het gehele ballet. In de R.C.A.-opname van dit werk door het Bostons Symphonie-orkest onder Charles Munch en twee koren uit Boston onder Robert Shaw, over heerst het koor dermate, dat het uit een aanvulling van het orkest een zelfstandig bestanddeel wordt, zodat het er op lijkt, dat orkest en zang stemmen een veldslag leveren. Ook in Duitsland Door geraffineerde detail-schilde ring die door zeer uitgekiende rang schikking der microfonen wordt be werkstelligd, wordt echter de grote algemene werking opgeheven. Daardoor maakte ook een opna me van de „Zesde symfonie voor groot orkest" van Karl Amadeus Hartmann in een vertolking van het RIAS-symphonie-orkest onder Fric- say een versplinterde indruk en leek eerder op een analyse van het werk dan op het werk zelf. (Een plaat uit de Musica novareeks van de „Deutsche Gramophon-Gesell- schaft"). Daarmede is evenwel het karakter van het werk, dat zich onderscheidt door een straffe dynamiek, volkomen vernield. Dit soort gefabriceerde, technische pseudo-volmaaktheid is nu net niet, wat de koper verwacht, om dat zij de ware bedoeling van de componist niet alleen niet vervult, maar in wezen vervalst.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1958 | | pagina 11