DE KLEINE STEM
Mensen S^luzen
ONZE PUZZEL
I*
•N
I-
sa
•r.
pagbla? QtStfm
[ïZoO I hop, hop frv
Wat staat hier
Greep uit de maandbladen
Noordbrabant, de Bank
en de Industrie.
Ml MIERLO El ZOOI 1L
of je wit bent of zwart Oplossingen
Jl
f^aadóeló
ZWAARDEMAKEF
Bromfietser
let op!
8
ZATERDAG 22 MAART 1958
WAT GEEFT HET
!v
annie en
de eenden
ft
ft
ft
ft
ft
ft
neemt y
seviita orange marmelade
Brieven van Gorter aan v. Deyssel
„ROEPING"
De Bank voor Brabant
Audiëntie
Mijnhard^ Gezinszalf
OPLOSSING
t 1
I
IB
Je
rkelijk
deze
dat is
iglia
De
ame
frit
een
IER STEEN
MA)
i
BESTE JONGELUI,
En jongelui, zijn jullie tevreden
over de manier waarop je verhalen
en raadsels in onze eigen krant
komen? Ik denk het wel, want er
komen nog steeds nieuwe inzen
dingen binnen. Je mag gerust
schrijven wat je ervan vindt of wat
je nu graag eens zou willen lezen.
Aan allen die ons raadsels en
puzzels sturen een verzoek: Wil je
de oplossing er altijd bijdoen? An
ders moeten Oom Jan en Tante
Thea zo lang denken en zoeken
dat het andere werk blijft liggen!
Wij hebben een prachtig vraag
stuk gekregen van A. Frijters. Dat
plaatsen wij vandaag; en het
mooiste verhaal van Nelly Bor-
burgh staat bovenaan. Ja, Nelly,
schrijfster worden is niet eenvou
dig, maar je kunt in het klein be
ginnen. Dat doe je nu al met je
inzending. Veel schrijven, voor je
eigen plezier is het beste; en het
geeft de mooiste ontspanning. Er
gaat niets boven „zelf maken".
Laat nog maar eens wat van je
horen!
Hanneke de Vries van J jaar,
komt knap voor de dag met een
verhaaltje en een eigen tekening.
Dat vinden wij nog eens leuk Han
neke!
Hiermee is onze krant al bijna
vol want Nelly heeft het wel lang
lemaakt. Wie zijn de volgende
keer aan de beurt?
Daar zien we naar uit,
Oom Jan en Tante Thea.
IT T~NT Ulnnlp vftnld rfnol S~\ TII7Q vl
ROB WESTERLING, een zestien
jarige emigrant uit Nederland,
zit in de vierde klas van de
middelbare school in Little Rock. In
de staat Arkansas.
Het is een warme dag in juli. De
hitte is haast ondragelijk. De jongens
en meisjes zitten gewoon op de bel
te wachten. Als het dan tijd is,
gaat de hele klas uit. Op het school
plein groepen jongens en meisjes
samen. De negerkinderen gaan vlug
en schichtig hun weg. Want de haat
tegenover hen wordt sterker.
Rob loopt met z'n vriend, Bill
Hamilton, het schoolplein over. Bill
is een negerjongen. Maar voor Rob
bestaat er geen rassenprobleem.
„Hé, neger, ga naar huis en kom
hier niet meer terug", wordt er op
eens geroepen.
Het wordt nu door iedereen over
genomen: „Weg met die zwarten!
Weg die negers!" Bills gezicht krijgt
een droevige trek. Komt er aan dit
gehaat en gescheld nooit een eind?
Rob, de enige blanke, is hem
trouw gebleven, ondanks de hatelijke
opmerkingen over hem. Er komen
jongens en meisjes joelend toege
lopen. Rob blijft staan en zijn Hol
landse blonde kuif steekt uitdagend
omhoog.
„Nu, wat willen jullie. Kunnen
jullie het wel aan? Zoveel tegen
twee!" Zijn blauwe ogen fonkelen
van woede.
„Ga van die neger vandaan", is
het antwoord.
„Bah.... lafaards. Nu moeten jul
lie eens goed luisteren. Ik ben een
Hollandse emigrant. En Nederlanders
kennen geen rassehaat. Verstaan
jullie dat. Rassehaat bestaat voor
mij en voor mijn landgenoten niet.
Het blijft voor ons eender of je nu
blank, bruin, rood, geel of zwart
bent. En wie er één hand naar mijn
vriend durft uit te steken, die krijgt
met mij aan de stok. Waarom moet
dit alles gebeuren. Toe gebruik je
verstand en help je zwarte klasgeno
ten zoveel mogelijk. Zij zijn net zo
goed als wij en misschien heel wat
beter!" Helder heeft Robs stem ge
klonken.
„Ik ben het met je eens, Rob".
De eerste komt al naar voren. Een
jongen. Er volgen nu nog meer. Dan
houdt het stop. Rob heeft vier meis
jes en vijf jongens aan zijn zijde
staan.
„Ach, ga naar je boerenland te
rug. Je moet dominee worden",
klinkt een spottende stem.
Rob balt zijn vuisten en sist woe
dend: „Jack Evans, neem die woor
den terug!"
„Hoor hem nu", lacht deze scham
per.
„Pats!!!!" Robs vuist schiet uit
en treft het linkeroog van zijn te
genstander. Even later rollen ze vech.
tend over de grond. De andere jonge
lui staan er belangstellend bij. Robs
harde vuisten beuken er stevig op los.
Plotseling worden ze van elkaar
getrokken en een harde boze stem
zegt: „Komen jullie maar eens even
mee. Ik duld niet dat er op mijn
school gevochten wordt".
Gehoorzaam lopen de twee hun on
derwijzer achterna, naar zijn kantoor.
Meneer gaat achter zijn bureau zit
ten en vraagt: „Waarom vechten
jullie met elkaar?"
„Hij beledigde mijn vriend en mij",
zegt Rob.
„Waarom beledigde hij jou?", is
weer de vraag.
„Jack zei dat ik naar mijn boeren
land terug moest gaan en niet meer
met mijn vriend mee mocht gaan.
1
MARIANNE
De verschillen in de twee plaatjes:
1. geen mutsje, 2. een ander vestje,
3. geen figuren op de zak, 4. geen
plooien in de rok, 5. geen brede rand
onder aan de rok, 6. het juk is
zwart, 7. een arm is weg, 8. een
emmertje is weg, 9. de schaduw op
de benen is weg, 10. de hoge bloemen
opzij zijn verdwenen.
Een goede oplossing kregen we
van Irma Roovers, Wijde Omloop
130, Breda. Good zo, Irma, doe je
altijd mee?
WAT IS EIGENLIJK
Een octopus is een inktvis. Het is
heel gek, maar juist dit woord octo
pus staat in de krant niet afgedrukt.
En toch is er een plaatsje voor over
gehouden, hebben jullie dat wel ge
zien? Iedereen dacht dat we dit ge
daan hadden om het moeilijk te ma
ken! Maar het was een vergissing
hoor. Een alligator is een kaaiman;
porfier is poreus gesteente; en Mer-
curius en Hermes zijn de twee namen
voor de god van de handel.
TTET was winter. En de vogeltjes hadden geen voer. Want alles
was bevroren. Maar Hannie bewaarde altijd wat. Ze kruimel
de een beetje met haar boterham, en daardoor had ze altijd wat
voor de vogeltjes. Ze strooide dat buiten in de tuin. Er was ook een
vijver in de buurt, maar die kon je in de tuin van Hannie niet
zien. In die vijver zwommen altijd eenden. Toen Hannie op een
keer kruimels strooide voor de vogels riep ze: „Kom maar vo
geltjes niet bang zijn, kom maar. En wie kwamen daar aan? De
eenden. Ze hadden zo'n honger,, dat ze uit het water gekropen
waren- En ze kwamen langs andere wegjes en ze kwamen op de
stukjes boterham van Hannie af. Die schrok, want van dichtbij
is een eend groot. Ze liet alles vallen en riep hard om moeder.
Wat moest die lachen!
Hier een paar rijmpjes, waarbij Je
de kleine broertjes of zusjes kunt
laten rijden op je knie. We hoeven
toch zeker niet te verteilen dat het
niet alleen de héle kleintjes zijn die
het hobbelen op schootje nog wel leuk
vinden.
Hop, hop, paardje rij naar stee
Breng wat voor ons kindje mee.
Breng wat lekkere koekjes
Koekjes met vier hoekjes,
Aan alle kanten even smal,
Raad eens wie die krijgen zal?
ft
En hier is er nog eentje waarbij
Je een grapje moet uithalen. Je be
gint heel zachtjes, en bij ieder vol
gend woord hobbelt het kindje harder
op je knie. Bij het laatste woord
spreid je de knieën van elkaar zodat
de kleine ruiter er (voorzichtig) tus
sen in valt.
1. Welk schip komt nooit op het
water?
2. Welke weg is nooit betreden?
3. In welke richting vliegen alle
vogels?
4. Wie lezen altijd in de open
lucht?
5. Welke vegers maken de kamer
wel eens vuil in plaats van
schoon?
6. Welke rozen groeien niet?
Ingezonden door:
Robbie Vaesen, 9 jaar,
Jos Holmanstraat 22, Maastricht.
DE BUSCHAUFFEUR
Een buschauffeur trok zich niets
aan van het rood verkeerslicht.
Hij ging de verboden kant van een
straat met éénrichtingverkeer in.
Daarna passeerde hij de agent die
het bord „STOP" voor de rijweg
had gedraaid. Toch werd de chauf
feur niet bekeurd. Hoe kan dat?
Welke plaatsnaam staat
hiernaast?
Ingezonden door A. Frijters, Oranjeboomstraat 195, Breda.
okrwnpxydwkdtxypzhnyhdyyhdypxyqxljxqn
Dit is een spreekwoord dat in geheimschrift is geschreven.
En dat nam ik niet. Mijn land is
geen boerenland, meneer Williams, al
denken ze dat hier. Een Hollander
laat niet over zijn land schelden. En
hij komt ook altijd voor zijn vrienden
op. Al is het dan geen blanke maar
een rasechte neger". Rob heeft deze
laatste zin met klem gesproken.
De man voor hem fronst zijn voor
hoofd en zegt: „Je kunt wel een
andere toon aanslaan, hè".
„O, het spijt me, sir. Neemt u
het niet kwalijk". Robs stem klinkt
hard en koel. Zijn ogen kijken de
man onbevreesd maar koppig aan.
Ze krijgen ieder strafwerk op en
kunnen dan gaan. Het schoolplein
ligt verlaten.
Vlug loopt hij door. Als hij de hoek
omslaat ziet hij Bill staan. „Hallo,
ouwe jongen. Heb je nog op me
gewacht?", roept Rob uit.
's Avonds op z'n kamer staart Rob
voor zich uit. De zon verdwijnt als
een bloedrode bal achter de horizon.
Ver weg over de grote zee ligt zijn
vaderland, Nederland. Er trekt een
pijnlijke trek over zijn gezicht. Nee,
Nederland zal hij nooit vergeten.
Maar dan ziet hij een kroeskop
voor zich. Droevige zwarte ogen sta
ren hem aan. „Nee, Billy, al ben je
zwart, ik zal je nooit verlaten. De
vriendschap tussen ons kan dat niet
verdrijven. Op mij kan je rekenen".
Nelly Borburgh,
Fellenoordstraat 25, Breda
Hobbelpaardje, hobbelpaardje,
Damespaardje, damespaardje,
Herenpaardje, herenpaardje,
Boerenknol, boerenknol,
Knol op hol, knol op hol
En
Zandruiter!
Hoe dit geheimschrift is kun je
te weten komen door de onderstaan
de lijst van woorden. Achter elk
woord staat een ander woord in ge
heimschrift. Elke letter van dit ge
heimschrift staat voor een letter van
een goed Nederlands woord dat de
zelfde betekenis heeft als het eerste
woord. Als je van alle woorden de
tweede betekenis hebt ingevuld, heb
je alle letters uit het spreekwoord
gehad en is het niet moeilijk te we
ten welk spreekwoord het is.
Deelteken
Hardsteen
Priem
Gevangenis
Hoofdkaas
ylxar
rlkzhq
xwn
qkl
ozwy
Tuingereedschap prad
Borstharnas dzlrn
Veter qxnyxw
Verwaand htgxw
(Advertentie)
"a
'fc
4' vaker
In het februari-nummer van Roe
ping" publiceert Harry G. M. Prick
een keur uit de brieven, die Herman
Gorter tussen 1890 en 1924 aan Lode-
wijk van Deyssel heeft geschreven.
Le eerste brieven bereikten Thijm te
oergen-op-Zoom, waar hij toen op de
noek Wassenaa.rstraat-van Hasselt
straat woonde.
Th. J de Jong vergast de lezers op
wnuitvoeriêe analyse van Gerard
Walschaps roman „Zuster Virgilia".
ttet is een knappe studie, die geen
bewonderaar van Walschaps werk
mag ontgaan. Hoogst actueel is de
bijdrage van J. A. S. van Spaendonck
over het stripverhaal en de kringloop
der techniek. Henri Bruning polemi-
seert met Govaert van den Bergh
over inspiratietheorie en verlossings
theorie in verband met de vernieu
wing van de religieuze poëzie. Michel
van der Plas en Hans Keiler dragen
gedichten bij.
„De Gids
De februari-aflevering van „De
Gids" bevat een beschouwing van Al
fred Kossmann over de grote Zwit
serse schrijver Gottfried Keller. Spe
ciaal diens roman „Der griine Hein-
rich" neemt hij onder de loep. Dit
opstel is het eerste van een viertal.
De volgende zullen Kloos, von Kleist
en Lenau behandelen.
Theun de Vries vervolgt zijn Fries
verhaal „Wind en Avondrood". Jef
Last schrijft over „De geest van
nieuw Japan". Het zijn indrukken van
een reis met de Pen-club. S. Vestdijk
bespreekt de dichtbundel „Uit slaap
wandelen" van Leo Vroman, van wie
ook enkele nieuwe gedichten zijn op- brengt
genomen. Dr. Elisabeth de Jong-Kee-
sing debuteert hier als dichteres.
Pierre Kemp draagt een zestal korte
gedichten bij, voortreffelijk als altijd.
Van Dolf Verspoor, die met de Nij-
hoff-prijs bekroond werd, zijn vier
Franse Achterbergvertalingen opge
nomen. Ze lijken ons moeilijk voor
verbetering vatbaar.
Aristo
Dit algemeen cultureel maandblad
zette zijn 26e jaargang in met een
dubbelnummer. Wouter Lutkie ver
weert zich in een waardig en irenisch
betoog tegen „aantijgingen" en „in
sinuaties" van prof. Rogier.
H. W. R. Reintjes van Veerssen
herdenkt de overleden vriend Jos Mi
neur, Groot-Nederlander, K.R.O.-pio
nier, geloofsverkondiger en mede-op
richter van het Gilde der Klare
Waarheid. Wim Zaal vertelt van zijn
verblijf in Rome en Henri Miguet
neemt in een tweede artikel over
Frankrijk de lezer mee naar de Azu
ren kust. Voorts bevat dit nummer
onder de titel „Tijd en Eeuwigheid"
een even interessante als leerzame
correspondentie tussen L. A. v. d.
Linden te Waalwijk en Louis Hoyack
te 's-Gravenhage. Het gedicht „De
boterbloem" van Desiderius Sis is
meer verstandelijk dan lyrisch.
(Advertentie)
Industrialisatie lent tt)i noch plaats, maar sij gedijt alleen in het land dat wars is van kortzichtigheid.
Ernest Hill
Het land van Brabant te betichten van kortzichtigheid, staat gelijk aan het ontkennen van
cijfers die onomstotelijk vaststellen dat Brabants Industrie in een tijdsbestek van zes jaar
haar opbrengsten verdubbeld heeft. Gaf 1950 een totaal opbrengst van f 2.434.269.000 te
zien, 1956 leverde daarentegen f 4.355.978.000 op. De export naar alle landen der wereld
nam met f 713.478.000 toe. Cijfers, die getuigen van doorzettingskracht en groot
koopmanschap. Cijfers, die het land en het volk van Brabant sieren.
Het is Brabants industrialisatie, die een der
toetsstenen vormt, waaruit de Bank de ge
zonde bloei van Brabant kan afleiden. Haar
bemoeienissen met elke tak van de industrie
geven de Bank een totaal-beeld, dat aan
duidelijkheid niets te wensen overlaat.
Uit dit rijk-geschakeerde beeld leest de Bank
hoe zij Brabants industrie het best kan
dienen. En zo kan en zal zij al haar activiteiten
aanpassen aan de eisen die gesteld worden
in wereldomvattend handelsverkeer op
regionaal, nationaal en internationaal niveau.
BREDA Bergen op Zoom - Eindhoven Helmond - Hertogenbosch Roosendaal
Tilburg Dengen Etten Oosterhout Oudenbosch Rijen
dr. R. F. Lissens, elke maand een
schat aan artikelen, recensies en
kunstnieuws. In het februari-nummer
bespreekt de hoofdredacteur „In
goyghem II" van Stijn Streuvels. Hij
haalt belangwekkende bijzonderheden
aan, die Streuvels om onbekende re
den achterwege liet.
J. L. de Beider interviewde Paul
Haesaert naar aanleiding van diens
boek over James Ensor, waarin de
psyche, het werk, het leven en de be
tekenis van de Oostendse schilder
worden belicht. In zijn rubriek „Het
boek van de maand" beoordeelt dr.
Lissens het eerste deel van „Erfenis
der Eeuwen". Luc Uytendaele sprak
met Maria Rosseels over ontstaan en
betekenis van haar historische roman
„Ik was een Kristen".
Noemen we uit de rijke inhoud nog
een hulde aan Isidoor Opsomer, die
tachtig jaar werd, een groot aantal
boekbesprekingen en overzichten van
tijdschriften, bijdragen over toneel en
film, en zelfs twee pagina's over
auto's in verband met de nieuwe mo
dellen, die op de markt komen.
WILLEM v. d. VELDEN
Zoals onlangs uit 'n op verzoek van
de ANWB ingesteld onderzoek is ge
bleken, gebeuren de meeste onge
vallen met bromfietsen op kruispun
ten.
De grootst mogelijke oplettendheid
is daar dan ook geboden. Men schiet
er niets mee op als men na een
aanrijding kan zeggen: „Maar toch
had ik het recht aan mijn zijde, de
ander was fout!"
Bij het afslaan naar links of naar
rechts dient men, in zijn eigen be
lang, de volgende ANWB-wenken ln
acht te nemen:
Eerst uitkijken; dan tijdig en
duidelijk richting aangeven.
Het uitsteken van de arm moet
geen halfslachtig gebaar zijn. Moet
bij het afslaan de baan van achter
opkomend snelverkeer worden ge
kruist, begin dan altijd met goed
achterom te kijken: het geluid van
een bromfiets overstemt bijna altijd
dat van een moderne auto, een brom
fietser kan dus niet „op het gehoor
rijden", zoals fietsers dat dikwijls
doen.
Het alleen uitsteken van een arm
zonder op het achteropkomend ver
keer te letten is levensgevaarlijk,
ook voor anderen, en bovendien straf
baar. Rijdt dus nooit „achter uw
arm aan"!
Neem de bocht niet te snel. De
rechterbocht zo kort mogelijk,
de linkeerbocht zo ruim moge
lijk.
Vele bromfietsers nemen nog
steeds de bocht op fietsersmanier, zij
beseffen hun eigen snelheid niet, snij
den daardoor de linkerbocht en ne
men de rechterbocht véél te ruim.
Verminder voor de bocht vaart en
gebruik daarbij, als het wegdek niet
glad is, de voorrem. Het nemen van
een bocht waarbij men anderen hin
dert of in gevaar brengt behoort tot
de allergrofste wegmanieren.
Neem de bocht met trekkende
motor.
Dit is alleen mogelijk wanneer voor
de bocht tijdig is afgeremd. Het
voordeel van een „trekkende" motor
is, dat de bromfiets de bocht veel
zuiverder kan nemen dan met ontkop
pelde motor. Bij droog wegdek is de
kans op slippen bovendien vrijwel uit
gesloten wanneer men een bocht met
trekkende motor neemt.
.De Periscoop'
Z. H. Excellentie de Bisschop van
Breda zal op zondag 23, maandag 24
Dit geïllustreerd Vlaams tijdschrift en dinsdag 25 maart geen audiëntie
cengt, onder de kundige leiding van l verlenen.
Horizontaal: 1. deel v. e. schip, 4.
vloerbedekking, 8. stel, 11. jongens
naam, 12. klaar, 13. rivier in Utrecht,
14. onmeetbaar getal, 15. Frans lid
woord, 16. rivier in Portugal, 17.
scheepsgerei, 19. soort verlichting, 20.
plaats in de Betuwe, 22. metaal. 25.
spoedig, 26. Europeaan, 28. keuken
gerei, 31. koor, 33. gewicht (afk.),
35. familielid, 36. familielid, 38. bloei-
wijze (mw), 39. slot, 40. smook, 41.
lidwoord, 42. eerste persoon (afk.),
44. uitroep, 46. ruilmiddel, 48. geen
uitgezonderd, 50. civiel ingenieur
(afk.), 51. onbehaard, 53. niet dik,
55. dus (Lat.), 57. luchtstrijdkrach
ten (afk.), 58. bestaat, 60. maan
stand (afk.), 61. behoeftig, 63. vreem
de munt, 64. voorzetsel, 65. reeks,
bevestiging, 67. strafwerktuig, 69.
waterstand (afk.), 71. deel v. d. dag
(afk.), 73. knaagdier, 75. onbewoon
bare woning. 77. sluiting, 79. opera,
81. selenium (afk.), 82. sport, 84.
weekdier, 86. de Heer zij lof (Lat.
afk.), 89. Chinese maat, 91. titel
(afk.), 93. jongensnaam. 95. school
(Fr.), 96. groot vertrek, 98. lidwoord,
99. vervoermaatschappij (afk.), 100.
Frans lidwoord, 102. zangstem, 103.
oosterse titel, 105. meisjesnaam, 107.
verwijderd, 110. delfstof, 112. verbin
ding, 115. zanggezelschap, 116. her
kauwer, 118. meisjesnaam. 120. rang
in het leger (afk.), 121. natuurkunde-
term (afk.), 122. meisjesnaam, 123.
Nederland (afk.), 124. naaml. ven
nootschap (Duitse afk.), 125. verpak
king, 126. breedvoerig, 127. iedere.
Verticaal: 1. bedorven, 2. deel van
de V.S., 3. niet vet, 5. deel v. h.
jaar, 6. eikenschors, 7. larve, 8. aard-
nootje, 9. uitheemse plant, 10. deel
v. e. kippenhok, 17. spil, 18. ambts
halve (Lat. afk.), 21. vernis, 23. fa
milielid, 24. ineenstorting, 25. schep
sel, 27. heilige, 29. vrucht, 30. vorste
lijke bediende, 32. bijwoord, 34. kleur,
35. deel v. Brabant. 37. soort onder
wijs (afk.), 41. deel v. Sumatra, 43.
plaats, 45. grote bijl, 46. bevel, 47.
de dato (afk.), 48. meisjesnaam, 49.
bijwoord, 50. jongensnaam, 52. bouw
land, 54. klein persoon, 56. tuin, 57.
vod, 59. treurig, 60. streep, 62. in-
sekt. 63. in orde, 69. koraaleiland,
70. Engelse ontkenning, 72. mare, 74.
vis, 76. voorzetsel, 77. zangnoot, 78.
eenh. v. kracht (afk.), 80. Frans pers.
voornaamw., 81. trottoir, 83. meisjes
naam, 85. deel v. e. voertuig, 87.
riviermonding, 88. Europese vulkaan,
90. kleur, 92. gekookt, 94. voorzetsel,
97. reeds, 99. dwaas. 101. eerste
vrouw, 104. gewas, 105. godsdienst,
106. meisjesnaam, 108. nobele, 109.
Europeaan, 111. voorzetsel, 113. de
somma van, 114. klap, 115. etenbe-
reider, 117. hoge berg, 119. leeftijd
(Eng.).
(ailuajraApv)
wonder van geneeskracht
bij allerlei huidaandoeningen)
Horizontaal: 1. al, 3. t.a.v., 5. mom,
7. l.o., 9. rem. 11. eva, 12. nop, 13.
botter, 15. aardig, 17. ellende, 18. rots,
19. si, 20. da, 21. etna, 24. era, 26.
kardoes, 30. graagte, 34. fragiel, 38.
kasteel, 42. eva, 43. tand, 44. ab,
45. ra, 47. ober, 48. flauwte, 50. ge
baar, 51. ampère, 53. leg, 54. art,
55. git, 57. ik, 58. men, 59. s.o.s., 60.
ka.
Verticaal: 1. ar, 2. leb, 3. tete, 4.
verlies, 5. maandag, 6. mare, 7. log,
8. op, 10. monter, 12. nietig, 14. els,
16. ada, 18. rek, 22. are, 23. r.o.,
25. ka, 27. aar, 28. dag, 29. ere 31.
ria, 32. art, 33. the, 34. fat, 35. aan
leg. 36. it, 37. lebaran, 38. karwats,
39. st, 40. elburg, 41. lor, 44. ala,
46. atm, 48. farm, 49. epos, 50. gek.
52. eik, 53. li, 56. t.a.