Antwerpse tunnel te klein
voor verkeersstroom
BOEKENPLANK
Stedeling en boer
4v
I
tven proberen
Goes' nijverheidsonderwijs
GELDEN
vrl. kantoorbedienden
Stoppelmans Voorjaarsstoffennieuws
De waardering kan groeien
door juiste voorlichting
JAARBEURS
UTRECHT
WOONHUIS
WOLLEN KAMGAREN RUITEN
KNITTEN LOOK,
WITTE KAMGAREN,
KAMGAREN WEVENIT JERSEY
DE STOFFEN MAN
Tweede tunnel zal onze gewesten
niet veel verlichting brengen
Verkeer met 1000
procent toegenomen
Cursusdagen voor
jeugdleidsters
AANBESTEDINGEN
Nieuws uit het jaarverslag
Kerugma II
Het vloeiend licht der
Godheid
Talent in de kuil
Vrees en hoop
GUUST MAES
Winkelmeisje gevr.
HUURWONING
1ste HYPOTHEEK
voor de praktische vrouw,
die zelf japonnen maakt
IN ELKE PRIJSKLASSE GULDENS VOORDELIGER!
4
DAGBLAD DE STEM VAN WOENSDAG 12 MAART 1958
De Brusselse „Standaard" heeft enkele beschouwingen aan de
tweede Schelde-oeververbinding in Antwerpen gewijd. Het blad
herinnert allereerst aan de verwachting, welke de bouwmeester
L. Stijnen in 1933 bij de opening van de eerste oeververbinding
uitsprak. Deze voorzag, wanneer de bevolking van de linkeroever
75 duizend zielen bereikte, een nieuwe tunnel van het Zuidstation
naar het station op de linkeroever en later nog twee andere
tunnels: van Hoboken uit en aan het begin van de Kanaaldokken.
Thans is er nog lang geen sprake
van een bevolking van 75 duizend
zielen op de linkeroever van de
Schelde. Zij bedraagt zelfs geen 75
honderd zielen. Maar toch is er nu
een tweede Schelde-oeververbinding
nodig, niet voor het toegenomen ver
keer tussen twee stadswijken, maar
voor het interlokale en zelfs interna
tionale verkeer, dat de bestaande
tunnel niet meer verwerken kan.
De bestaande Antwerpse tunnel
voor wagenverkeer was berekend op
duizend voertuigen per uur in elke
richting. In 1934 passeerden er in to
taal 450.222 voertuigen; vlak vóór de
oorlog was het jaargetal 767.752; in
1956 was het aantal gestegen tot
over de 5 miljoen. Er heeft dus voor
al na de wereldoorlog een grote toe
name plaats gevonden, waarbij in de
topmaand augustus 1955 alleen al
474.664 voertuigen door de tunnel
gingen, wat meer is dan in het ge
hele volle aanvangsjaar 1934. Sinds
de ingebruikneming in 1933 steeg het
verkeer er met 1000 procent.
Het verkeer door de tunnel in de
zomermaanden en de dagelijkse
spitsuren ondervindt thans zoveel
stagnatie, dat een tweede Schelde-
oeververbinding nodig is op de kortst
mogelijke termijn. Op zondagavon
den in de zomer krijgt de tunnel
vaak 1800 voertuigen per uur in één
richting te verwerken, dit is 30 per
minuut of één om de 2 seconden.
Daardoor is de „grote" tunnel een
bottleneck voor het verkeer gewor
den.
Tunnel of brug
De „Standaard" gaat in een twee
de beschouwing in op de vraag, of
de tweede oeververbinding een tun
nel of een brug moet worden.
Reeds in 1909 besliste een commis
sie, ingesteld door minister Delbeke,
dat met het oog op de scheepvaart-
belangen een hangbrug moest wor
den afgewezen. Een hangbrug zou 55
tot 80 meter boven vloedpeil moeten
liggen zonder steunpunten in de ri
vier. Daarom concludeerde men, dat
alleen een tunnel mogelijk was.
Nu vijftig jaar later zijn er sche
pen met masten, die 65 meter boven
vloedpeil uitkomen. Met een veilig-
ïeidsmarge van 5 meter zou dan de
ïangbrug 70 meter boven vloedpeil
.loeten liggen. Met de opritten zou
deze brug ongeveer 5 kilometer lang
worden. Er zou dan ook heel wat in
de stad onteigend, afgebroken en ge
bouwd moeten worden, o.a. viaducten
onder de opritten door en het begin-
of eindpunt van de brug zou te diep
in de stad komen.
Mogelijk is een lagere brug, die
dan zou moeten opengaan b.v. voor
schepen met een hoogte, die groter
is dan 30 meter. Maar er varen
jaarlijks meer dan 700 schepen van
dit type Antwerpen-Zuid voorbij. Dit
betekent dan gemiddeld twee keer
per etmaal stagnatie voor het weg
verkeer.
De bouwprijs van een vierbaans
tunnel wordt geraamd op 2 mil
jard franks, weinig meer dan een
brug zal kosten. De tunnel behoeft
slechts 35 meter diep te gaan, zo
dat de af- en opritten niet zo lang
worden of de hellingen minder
groot. Zij zal in oorlogstijd ook al
tijd minder trefbaar zijn dan een
brug.
De plaats
Wat de plaats van de nieuwe oever
verbinding betreft, rekent de schrij
ver met een situering ter hoogte van
de geplande „kleine ring" bij het
Zuidstation. De „kleine ring" sluit
aan op de autobanen naar Brussel,
naar Luik, naar Den Haag en naar
Rijssel. (De tweede is in uitvoering
de twee laatste zijn ontworpen.)
Een brug zou meer kans krijgen,
als de oeververbinding wordt gesi
tueerd bij de zuidelijker gelegen
„grote ring" ter hoogte van Hemik-
sem. Daar is de scheepvaart op de
Schelde veel geringer. Hier is ook
een 20 meter hoge landrug, die be
nut kan worden voor de oprit. Een
brug hier behoeft niet zo hoog te
zijn en kan via een wegvertakking
aansluiting geven op de autosnelweg
naar Rijssel. Een belangrijk nadeel
zou echter zijn, dat ze vrij ver van
het Antwerpse centrum komt te lig
gen. Daarom gelooft de schrijver,
dat een oeververbinding bij Hemik-
sem niet veel voorstanders zal vin
den en dat een verbinding, die aan
sluit op de „kleine ring" de meeste
kans maakt en dan een tunnel zal
zijn.
In ons lezersgebied van Zeeuwsch-
Vlaanderen en zuid-west-Brabant
heeft men intussen vooral belangstel
ling voor de vraag in hoeverre de
nieuwe tunnel of brug in Antwerpen
een betere verbinding voor het zgn.
„hoefijzerverkeer" kan opleveren.
Men mag hieromtrent de verwach
tingen niet hoog spannen.
Weliswaar zal de nieuwe oeverver
binding een vlotter verwerking van
het verkeer meebrengen, ook in de
nu bestaande tunnel, en mag men
pis voordeel van de nieuwe verbin
ding aanmerken, dat zij het centrum
van Antwerpen doet vermijden, maar
daar staat tegenover, dat zij zuide
lijker dan de bestaande zal liggen en
dus weer een grotere omweg bete
kent.
Veel verlichting kan dit dus
voor het vervoer van Zeeuwsch-
Vlaanderen naar west-Brabant en
omgekeerd niet brengen. De tot
standkoming van een nieuwe
oeververbinding in Antwerpen is
dan ook geen reden om het stre
ven naar een oeververbinding
over de Westerschelde op Neder
lands gebied, ook voorshands
maar, te laten varen.
Voor de leidsters en ronde leid
sters van de Katholieke Gidsenbewe-
ging in het district west Zeeuwsch-
Vlaanderen werden enkele cursusda
gen gegeven in het r.-k. jeugdgebouw
te Aardenburg. De Guido's Mej. Nij-
ens en Mej. Martens uit Breda ga
ven instructies voor de in ruimen ge
tale opgekomen leidsters. Er werd
veel aandacht besteed aan zang, dans
en spel.
BOEKHOUD BUREAU Z.L.M.
Voor de aanbesteding van het nieu
we boekhoudbureau van de Z.L.M.
te Middelburg waren tien aannemers
ter inschrijving uitgenodigd. Hoogste
was de fa. S. Versluijs te Middelburg
met f 89.230; laagste L. Verburg uit
Wolfaartsdijk met f 75.940. De raming
was iets hoger dan laatstgenoemd be
drag.
In het jaarverslag der vereniging
„Ambachtsschool" te Goes, welke ook
de vakschool voor meisjes onder
haar beheer heeft, wordt dankbaar
gememoreerd dat met de bouw van
de nieuwe ambachtsschool begonnen
kon worden door de fa. v. Waning
te Rotterdam. Zij zal 1 januari 1959
opgeleverd moeten worden.
Overigens vervult de trage gang van
zaken bij de bouw van de vakschool
het bestuur met zorg. De financiële
moeilijkheden, waarin de aannemer
verkeert, hebben de bouw nagenoeg
stilgelegd. Er bestaat echter goede
hoop, dat spoedig een oplossing ge
vonden zal worden om uit de moeilij
ke situatie te geraken.
Ten aanzien van de vakschool kan
nog het volgende medegedeeld wor
den: In september werd begonnen
meteen cursus leerling-verkoopster.
Deze opleiding leidde tot prettige
contacten met de „Vereniging Han
delsbelangen" en „De Hanze".
De samenwerking met de besturen
van de Mater Amabilisschool en Zon
nebloemcursussen was zeer prettig.
Aan de ambachtsschool kon door het
huren van een schoollokaal verdere
uitbreiding worden gegeven aan het
parttime-onderwijs. Helaas was het.
niet mogelijk voldoende leraren te
krijgen voor de A.V.O.-vakken.
De bakkersopleiding werd uitge
breid met een cursus patroon ban
ketbakken. Hoewel het aantal leer
lingen van de bakkersopleidingen per
cursus nog steeds niet overmatig is,
stemt het 't bestuur toch tot dank
baarheid, dat deze cursussen tot dus
ver doorgang hebben kunnen vinden
om zodoende te voorzien in de be
hoefte, die er in de provincie Zee
land bestaat t.a.v. dit vak.
Een provinciaal aspect hadden ook
de Gawalo-cursussen. De uitslagen
van de examens hebben bewezen,
dat dit onderwijs doeltreffend gege
ven wordt. Het aantal leerlingen
steeg gedurende 1957 van 503 tot 554.
De timmerlieden houden de kop
met 154 en dan volgen de smeden-
bankwerkers met 152, de bakkers
met 81 en de elektriciens met 46.
Het aantal vaste en tijdelijke lera
ren steeg tot 36.
Van de 554 leerlingen zijn er 119
afkomstig uit Goes en de rest uit de
omgeving.
Het avond-nijverheidsonderwijs wordt
gevolgd door 333 leerlingen.
De vakschool
De vakschool voor meisjes telde
395 leerlingen, waarvan 278 het dag
onderwijs volgden. Uit Goes kwamen
71 leerlingen; de rest uit andere ge
meenten.
De Mater Amabilisschool begon
met 74 en de Zonnebloemcursus met
36 leerlingen.
Het totaal aantal leerkrachten, die
van de beide laatste cursussen inbe
grepen, bedroeg 46.
In het belang van de opleiding
leerling-verkoopster werd contact ge
zocht en gevonden met de vereniging
„Handelsbelangen" en de Hanze,
welke besturen een adhesiebetuiging
zonden voor onze plannen en daad
werkelijk steun verlenen door onze
leerlingen gelegenheid te geven 1
middag per week praktisch te wer
ken in verschillende zaken. Het pro
gramma van deze nieuwe opleiding
omvat de volgende vakken; Neder
lands, Engels, rekenen en admini
stratie, warenkennis, hygiëne, zang
omgangsvormen, maatschappelijk in
zicht, verkoopkunde, beroepsoriënta
tie, tekenen, huishoudelijke vakken,
naaien, E.H.B.O., stofversieren. kin
derverzorging en handenarbeid.
Wij kondigden reeds het eerste aan
in de reeks cahiers ten dienste van
de prediking onder redaktie van P.
Meyer O.P., M. Hensen O.P. en dr.
B. Willems O.P. (Gooi en Sticht Hil
versum).
Ter bespreking ligt nu het tweede
deeltje voor ons, dat handelt over
„Christus de openbaring Gods" en
dat preken bevat over Besnijdenis,
Epiphanie en de zondagen na Drieko
ningen. Voor dit jaar moge de aan
kondiging ervan mosterd na de maal
tijd lijken, maar van de andere kant
is het een gelegenheid onze
priesters en theologanten (voor wie
deze uitgave uitsluitend bestemd is)
nogmaals aan te sporen zich deze
reeksen aan te schaffen. Want een
nadere kennismaking met dit tweede
deel bevestigt ons oordeel dat we
over het eerste gaven; de preken
zijn eigentijds, bijbels en geven een
zeer goed inzicht in de betekenis van
de behandelde periode van het kerke
lijk jaar. Vooral het inleidend artikel
is uitstekend en van belang.
J.H.
Deze uitgave is niet bestemd voor
iedere dagbladlezer en valt beslist
niet onder de boeken, die ieder in
zijn bibliotheek moet hebben. Wél wil
ik dit boekje aanbevelen aan hen die
belangstellen in werken van mystie
ken, waarvan de uitgave dl. X uit
maakt en dat werk van Mechtild van
Maagdenburg bevat.
Wie is deze Mechtild? Veel is over
haar niet bekend. We weten dat zij
in 1212 geboren werd in het aarts
bisdom Maagdenburg uit waarschijn
lijk adellijke ouders, dat zij op
twaalfjarige leeftijd „gegroet" werd
door de H. Geest en van toen af on
der Zijn sterke en zachte beinvloeding
bleef, zodat zij als twintigjarige van
alles afstand deed en arm en onbe
kend ging leven als begijn in Maag
denburg. Later werd zij cisterciën-
ser zuster in Helfta.
Het vloeiende Licht der Godheid
is de weergave van haar geestelijke
ervaringen die zij op last van haar
biechtvader te boek stelde. Wie dit
werk doorleest, zal het oordeel van
de inleider, pater Molenaar, onder
schrijven; een vrouw van zo'n krach
tige geestelijke postuur verliest voor
geen enkel tijdperk haar oorspronke
lijke betekenis. Haar onsterfelijk ge
schrift „das fliessende Licht der Gott.
heit", door zuster Constanza nauw
keurig vertaald, is daarom een kost
bare aanwinst.
J.H.
Leo Trese is in ons land overbe
kend geworden door zijn „Broze va
ten" (6e druk) en „Probaat man"
(2e druk). Een nieuw boek apart in
leiden lijkt overbodig.
Ook in „Talent in de kuil" spreekt
hij op de eerste plaats tot zijn broe
ders in het priesterschap, voor wie
ondanks de hoge roeping het gevaar
bestaat, dat zij hun talent, dat de
Heer bij zijn vertrek heeft toever
trouwd om er mee te werken en het
vruchtbaar te laten zijn, in de grond
begraven. De stem van de wereld is
nu eenmaal verlokkend en probeert
ieder, die naar haar luistert, onmid
dellijk in te palmen.
Leo Trese waarschuwt daarvoor
ernstig: blijf niet halverwege ste
ken, de top van de berg is dichterbij
dan het dal vanwaar ge vertrokken
zijt. Zeg niet: nu is het genoeg, ver
der ga ik niet. Schuif de zaak van
uw volledig priester-zijn niet op de
lange baan, sluit geen compromis
met God. Geef je helemaal.... en het
priesterschap zal jezelfs op het na
tuurlijk vlak een ware vreugde
schenken, een diepe voldoening.
Het gewetensonderzoek dat Trese
de priesters voorhoudt, is mild, maar
onverbiddelijk. Het doet het, zoals
in zijn andere werken, in korte mar
kante hoofdstukjes, zestien in getal.
Om er enkele te noemen: de geluk
kige priester, de biddende priester,
de volhardende priester, e.a.
Even sprankelend, pittig en tref
fend als in „Broze vaten" zijn de
beschouwingen over het „Talent in
de kuil."
Met een frappante opmerking van
de schr. beveel ik dit boekje van
harte aan: Stel je eens voor, dat
wij ineens een kwart méér zouden
kunnen presteren in ons priesterlijk
werk. Wat zou dat voor de zielen be
tekenen!
J. H.
Waar gaat het met de belangstelling
der gelovigen voor de lijdensmedita
ties heen? In sommige parochiekerken
„loopt" het nog. in andere is het mee
warig aan te zien hoe deze aloude ge
woonte op de helling staat. Op welke
dag, op welk uur van de avond men
de lijdensmeditatie plaatst, het lukt
niet een behoorlijk gevulde kerk, laat
staan een volle, te krijgen. De „goede
parochies" niet te na gesproken.
Hoe het ook zij, de „parochie" waar
P. Jelsma zijn lijdensmeditaties voor
hield, sloeg wél aan. Het was een
gemengd publiek van rooms-katholie-
ken, kerkelijken en buiten-kerkelij-
ken, christenen en niet-ehristenen,
zelfs enkele mohammedanen. Voor de
predikant was het een openbaring te
ontdekken, hoeveel aansluiting de pas
sie van Christus heeft aan de heden
daagse werkelijkheid, niet exclusief
van rooms-katholieken, maar van
mensen. Door zijn contact met buiten
kerkelijken en niet-christenen kent P.
•Telsma de nood en de verlangens van
deze mensen. Hij denkt zich heel sterk
in de behoeften van zijn gehoor in,
is om zo te zeggen iemand midden uit
de toegesproken menigte.
Zijn preken ontstonden uit een con
tact over en weer met de nood van
God en met de nood der mensen. En
hij ontdekte of liever herontdekte, dat
deze twee noden één zijn In Jezus-
Christus.
Deze ontdekking deden wijzelf even
eens bij het doorlezen van de medita
ties, onder bovenstaande titel bij Paul
Brand (Bussum) verschenen. En het
is daarom dat wij zijn lijdensmedita
ties gaarne aanbevelen aan hen die
tot de mening zijn gekomen dat veel
zekerheden, waarden en verworven
heden die ons dierbaar en vertrouwd
leken, door „lijden en dood" schijnen
heen te moeten gaan, omwille van een
nieuw leven, van „een nieuwe hemel
en een nieuwe aarde". v
J. HL
Minister ir. C. Staf heeft maandag
ochtend op Zestienhoven een korte
inspectievlucht met de Nederland
se stuwstraalhetikoptor J&oUbrie"
gemaakt. Tijdens de vlucht moest
de minister een ander hoofddeksel
dragen dan tijdens de rest van zijn
bezoek
(Van onze landbouwmedewerker
Enige tijd terug heeft de N.V. Vorm te Amsterdam van het
Landbouwschap opdracht gekregen, een onderzoek in te stellen
naar de mening van de stedeling over de boer. Een paar maanden
terug is het rapport over dit onderzoek verschenen en door het
Landbouwschap aan de openbaarheid prijsgegeven.
Het rapport bevat een aantal uitspraken, welke weinig vleiend j
zijn voor de boer. Over deze uitspraken is de landbouw schrikke- j
lijk boos geworden en zowel in de landbouwbladen als in de dag
bladen is deze verontwaardiging tot uiting gekomen.
FAMILIEBERICHTEN
(uit andere bladen)
Overleden J. Scheepers, 50
jaar, Mortel. H. Mettes-v. d.
Sommen. Eindhoven. V. Eras,
Dordrecht.
Wij rijden op 19 maart naar
de Jaarbeurs te Utrecht.
Opgave gewenst
TELEFOON 705
HULST
Vishandel Neptunes, A. B. v.
Kolk, Noordstr. 40 Terneuzen
GEZOCHT in oost-Z.-Vl. of
Terneuzen
met kamer en suite of ex
tra kamer gelijkvloers voor
kantoor. Hiertegenover ter
overname aangeboden huur
koopwoning te Terneuzen.
Brieven onder no. 37 Boek
handel van Aken, Terneu-
beschikbaar als
Billijke voorwaarden.
BOSMA'S BUREAU
Heerenveen (Postbus 31)
Telef. 2245
TE KOOP wegens vertrek z.g.a.n. keurig onderhouden
Waarom de boeren boos zijn ge
worden, is ons niet duidelijk. Zeker,
er worden weinig fraaie dingen ge
zegd, maar het onderzoek is toch
ingesteld om achter de waarheid om
trent de opinies van Nederland te
komen? De verhouding tussen boer
en stedeling ligt in Nederland niet
goed. Dat is overbekend, We zouden
er een lief ding onder willen ver
wedden, dat de Nederlandse taal de
enige is, welke het woord „boer" als
scheldwoord gebruikt. Dit wijst erop,
dat de boer niet hoog staat aange
schreven in de maatschappelijke
waardering.
Dat is onaangenaam, maar het kan
voor de landbouw daarenboven zeer
vervelende gevolgen hebben. Men
heeft hier immers niet alleen de
verhouding boer en stedeling, maar
ook de verhouding producent en con
sument. De boeren zeggen met zeer
veel gemak, dat de binnenlandse con
sument de kostprijs van de binnen
landse produkten moet betalen, ook
al ligt deze kostprijs beneden de
marktprijs. Met evenveel gemak zegt
de boer, dat hij recht heeft op een
redelijk bestaan en dat de regering
hem bepaalde garanties moet geven.
Op zichzelf is dat juist, maar de
boer moet niet vergeten, dat hij
daardoor de consument op dubbele
kosten jaagt; eerst door zijn levens
middelen duurder te maken dan ze
op de vrije markt zouden zijn en
vervolgens door nog eens een paar
honderd miljoen te vragen van hem
als belastingbetaler.
Nu zullen wij de laatste zijn om te
beweren, dat er geen landbouwbeleid
nodig zou zijn; daarnaast zullen we
de eerste zijn om te erkennen, dat
transport, handel en industrie door
de overheid evenzeer beschermd
worden als de landbouw, en dat daar
door vrijwel alle binnenlandse in
dustriële produkten duurder zijn dan
op de vrije markt,
Het onaangename voor de boer
is echter, dat de steun aan de
landbouw een openlijke steun is,
welke men kan terugvinden in de
jaarlijkse begroting van het Land
bouw Egalisatiefonds, en dat de
steun aan de andere takken van
het economische leven een verkap
te steun is, die men op geen enkele
begroting kan vinden.
Daar komt nog bij dat de consu
ment iedere dag opnieuw herinnerd
wordt aan het landbouwbeleid, omdat
bijvoorbeeld melk elke dag opnieuw
weer wordt gekocht en betaald.
Veel eerder dan tegenover handel
en industrie kan men daarom van de
consument en belastingbetaler ver
wachten dat hij tegenover de boer
zal verklaren er geen zin meer in
te hebben. Met andere woorden: Om
dat de burger er steeds mee gecon
fronteerd wordt, is het landbouw
beleid altijd veel moeilijker dan het
overige economische beleid. De boer
is meer dan anderen afhankelijk van
de openbare mening, vooral van de
mening van de stedeling. Meer dan
bij anderen is bij de landbouw de
noodzaak van voorlichting van de
consument aanwezig.
Tamelijk vaag en onbewust weet
de boer dit wel. In kringen van de
landbouw wordt al jaren gesproken
over de noodzaak van voorlichting
en public relations. Dit besef begint
door te druppelen naar beneden. Als
m«n in d« landbouwbladen de ver
slagen van kringbijeenkomsten of
plaatselijke vergaderingen leest, stuit
men tegenwoordig nogal eens vaak
op de woorden „voorlichting" en
„public relations". Niet dat deze af
delingen en kringen dan precies we
ten, waarover zij spreken, maar het
bewijst wel, dat er min of meer vaag
besef over deze noodzaak leeft.
In de top van het organisatiewezen
is men meer bewust van deze nood
zaak overtuigd. Maar om te weten
wat men moet gaan doen. zal de
boer toch moeten weten, waar hij
tegenover staat. Als hij de openbare
mening wil hervormen in gunstige
zin, zal hij toch moeten weten, hoe
deze openbare mening is. Daarorn
heeft het Landbouwschap dit onder-'
zoek doen instellen. De boer is te
vergelijken met een patiënt, die zich
niet in orde voelt en naar de dokter
gaat om zich eens te laten onder
zoeken. Maar het is geen erg ver
standige patiënt, want nu de dia
gnose van de dokter tegenvalt, wordt
hij boos. Hoe een zieke kan genezen,
als de dokter diens kwaal niet meer
mag constateren, is ons een raad
sel. Daarom is het ons nog steeds
een raadsel, waarom de boeren boos
-zijn geworden.
Vakman en mens
In zeker opzicht is het resultaat
voor de boer niet eens zo ongunstig.
Er blijkt namelijk een verschil van
waardering voor de vakman en voor
de mens. In het algemeen staat de
boer bij de openbare mening gunstig
aangeschreven als vakman. Wij vin
den dit van grote waarde. Want bij
de voorlichting over de landbouw en
het landbouwbeleid kan de boer bij
deze waardering aanknopen. Hij kan
zeggen en terecht zeggen „Als
zelfs een van de beste en bekwaam
ste vaklieden van de wereld niet
meer rond kan komen zonder land-
bouwgaranties van de overheid, dan
ligt de oorzaak hiervan waarschijn
lijk meer bij de exportverhoudingen,
dan bij deze vakman". Als wij de
public relations voor de boer zouden
moeten verzorgen, zouden wij dit een
prachtig aanknopingspunt vinden.
Dit heeft de boer blijkbaar niet
gezien. Hij is boos geworden over de
geringe waardering, welke hij als
mens krijgt. Nu zal men de waar
dering van een mens niet naar be
paalde uiterlijke verschijnselen al
leen mogen afmaken. En dat doet
de stedeling nog al eens. Toch vra
gen we ons af, of de boer in zijn
boosheid over dit oordeel toch ook
iets in het eigen geweten hoort spre
ken. Zou hij wellicht zelf beseffen,
maar niet willen toegeven, dat hij
moeite heeft met het vinden van
zijn plaats in het maatschappelijk
leven, nu het platteland verdwijnt en
ons land vrijwel in zijn geheel een
stedelijk stempel krijgt? Zou hij wel
licht diep in zijn hart ervan over
tuigd zijn, dat hij zijn boerse aard
zal moeten veranderen, nu hij niet
meer leeft in het isolement van een
generatie terug? Als dit zo zou zijn,
is zijn boosheid een verheugend
symptoom, want dan zou hij toegeven
te beseffen, dat boerenaard en boerse
aard niet hetzelfde is, en dat een
goede boer niet boers behoeft te zijn.
Als dit besef doordringt, zal hij de
stedeling er gemakkelijker van over
tuigen, dat een goed vakman zijn
loon waard is, ook als die vakman
boer is.
(bouwjaar 1953) met voor- en achtertuin.
Bijz. aardig gelegen a.d. Doornluststr. 6, Oost-Souburg.
Bev. ruime hal, voor- en achterkamer, keuken, grote
schuur, 3 slaapkamers, toiletkamer m. wastafel en zitbad,
alsmede flinke zolder. Koper kan woning sept. a.s. vrij
aanvaarden. Desgewenst ruime hypotheek aanw.
Te bez. na afspr. met de eigenaar, bovenst, adres, tel,
KI 183-417.
N.V. Stijfsel- en Glucosefabriek „Sas van Gent"
te SAS VAN GENT
zoekt enige
tenminste in het bezit van een diploma MULO
of daarmee gelijk te stellen opleiding.
Eén van de vacante functies is die van telefoniste.
Aanmeldingen te richten tot de Sociale Dienst,
telefoon 01158455.
j SIN
Vrijdag 14 maart 1958, 7.30 uur n.m.,
SINT JACOBSKERK te VLISSINGEN
ET RESIDENTIE ORKEST
o.l.v. Willem van Otterloo.
Solist: Erling Blondal Bengtsson.
van Beethoven: Ouverture Coriolan;
A. Dworsjak: Celloconcert;
H. Berlioz: Symphonie Fantastique.
Prijzen der plaatsen 4.3.2.en 1.(a.r.i.).
Kaarten (en uitvoerige programma's a 0.35) verkrijg
baar bij de onderstaande verkoopadressen:
Vlissingen: Boekhandel D. Goetheer, Paul Krugerstraat
41, tel. 2733. Boekhandel Geijsen, Walstraat 101, tel. 2029.
F. J. Clowting, Hogeweg 113 (uitsl. van 67 uur n.m.),
tel. 3616, Middelburg: Z.V.U.-secretariaat, Singelstraat 13
(van 25 uur n.m.), tel. 2715. Goes: A. J. Mijnsbergen,
Frans den Hollanderlaan 19 (uitsl. van 78 uur n.m.),
tel. 3516. GEEN PLAATSBESPREKING
Men wordt verzocht uiterlijk om 7.20 uur in de kerk
aanwezig te zijn.
'al V -"'...j 7"- „-
BEELDIGE STOFJES in veel gevraag&e moderne weefselstegen
prijzen die uniek zijn: dat is ,,HET GOEDE STOPPELMANNIEUWS"
waar elke vrouw die „zelf maken" leuk en ZO VOORDELIG vindt,
van moet profitéren.
IN DE NIEUWSTE VOORJAARSDESSINS!
U kent ze, die mooie soepele, moderne ruiten: sterk, was
echt, kleurecht en krimpvrij. Deze ruiten, die normaal 8.50 P FA
kosten, brengt Stoppelman thans tegen de unieke prijs
135 cm
i^^LPiACCa^V, zijden met wol geweven japonstof.
Exclusieve kwaliteit voor pakjes en rokken, die normaal
6.50 kost, in de kleuren „Dior" bleu, reseda, zwart en mos- a p A
groen. Nu voor de uitzonderlijk lage prijs van90 cm X.jU
zuiver wollen structuur stoffen.
Couture kwaliteiten voor mantels en tailleurs! In de nieuw
ste tinten. Deze fraaie stoffen kosten normaal f 16 a f 17 per ff Q/f
meter, bij Stoppelman nu als speciale „stock" post 140 cm. ||07U
rayon kwaliteit
geheel kreukherstellend! Speciaiail voor tennispantalons en p pa
rokken! Guldens voordeel 140 cm.
„Gebreid kabeleffect" super kwaliteit in de nieuwste tinten
mandarijn, Sahara, beige en blue, normaal 14.50 nu als spe- a aa
ciale aanbieding 135 cm br. O.VU
Enorme sortering bruidszijde en aparte kantstoffen:
o.a. fraai geschulpt!
SPECIALE AANBIEDING direct uit Frankrijk geïmporteerd:
Rijk bewerkte bruidskant Alleen bij stoppelman 90 cm. 4.90
Bewerkte afgepaste sluier 3.90
v V
BOSSTRAAT 20
TEL. 5779
BERGEN OP ZOOM