Antwerpse tunnel te klein voor verkeersstroom BOEKENPLANK Stedeling en boer 4v I tven proberen Goes' nijverheidsonderwijs GELDEN vrl. kantoorbedienden Stoppelmans Voorjaarsstoffennieuws De waardering kan groeien door juiste voorlichting JAARBEURS UTRECHT WOONHUIS WOLLEN KAMGAREN RUITEN KNITTEN LOOK, WITTE KAMGAREN, KAMGAREN WEVENIT JERSEY DE STOFFEN MAN Tweede tunnel zal onze gewesten niet veel verlichting brengen Verkeer met 1000 procent toegenomen Cursusdagen voor jeugdleidsters AANBESTEDINGEN Nieuws uit het jaarverslag Kerugma II Het vloeiend licht der Godheid Talent in de kuil Vrees en hoop GUUST MAES Winkelmeisje gevr. HUURWONING 1ste HYPOTHEEK voor de praktische vrouw, die zelf japonnen maakt IN ELKE PRIJSKLASSE GULDENS VOORDELIGER! 4 DAGBLAD DE STEM VAN WOENSDAG 12 MAART 1958 De Brusselse „Standaard" heeft enkele beschouwingen aan de tweede Schelde-oeververbinding in Antwerpen gewijd. Het blad herinnert allereerst aan de verwachting, welke de bouwmeester L. Stijnen in 1933 bij de opening van de eerste oeververbinding uitsprak. Deze voorzag, wanneer de bevolking van de linkeroever 75 duizend zielen bereikte, een nieuwe tunnel van het Zuidstation naar het station op de linkeroever en later nog twee andere tunnels: van Hoboken uit en aan het begin van de Kanaaldokken. Thans is er nog lang geen sprake van een bevolking van 75 duizend zielen op de linkeroever van de Schelde. Zij bedraagt zelfs geen 75 honderd zielen. Maar toch is er nu een tweede Schelde-oeververbinding nodig, niet voor het toegenomen ver keer tussen twee stadswijken, maar voor het interlokale en zelfs interna tionale verkeer, dat de bestaande tunnel niet meer verwerken kan. De bestaande Antwerpse tunnel voor wagenverkeer was berekend op duizend voertuigen per uur in elke richting. In 1934 passeerden er in to taal 450.222 voertuigen; vlak vóór de oorlog was het jaargetal 767.752; in 1956 was het aantal gestegen tot over de 5 miljoen. Er heeft dus voor al na de wereldoorlog een grote toe name plaats gevonden, waarbij in de topmaand augustus 1955 alleen al 474.664 voertuigen door de tunnel gingen, wat meer is dan in het ge hele volle aanvangsjaar 1934. Sinds de ingebruikneming in 1933 steeg het verkeer er met 1000 procent. Het verkeer door de tunnel in de zomermaanden en de dagelijkse spitsuren ondervindt thans zoveel stagnatie, dat een tweede Schelde- oeververbinding nodig is op de kortst mogelijke termijn. Op zondagavon den in de zomer krijgt de tunnel vaak 1800 voertuigen per uur in één richting te verwerken, dit is 30 per minuut of één om de 2 seconden. Daardoor is de „grote" tunnel een bottleneck voor het verkeer gewor den. Tunnel of brug De „Standaard" gaat in een twee de beschouwing in op de vraag, of de tweede oeververbinding een tun nel of een brug moet worden. Reeds in 1909 besliste een commis sie, ingesteld door minister Delbeke, dat met het oog op de scheepvaart- belangen een hangbrug moest wor den afgewezen. Een hangbrug zou 55 tot 80 meter boven vloedpeil moeten liggen zonder steunpunten in de ri vier. Daarom concludeerde men, dat alleen een tunnel mogelijk was. Nu vijftig jaar later zijn er sche pen met masten, die 65 meter boven vloedpeil uitkomen. Met een veilig- ïeidsmarge van 5 meter zou dan de ïangbrug 70 meter boven vloedpeil .loeten liggen. Met de opritten zou deze brug ongeveer 5 kilometer lang worden. Er zou dan ook heel wat in de stad onteigend, afgebroken en ge bouwd moeten worden, o.a. viaducten onder de opritten door en het begin- of eindpunt van de brug zou te diep in de stad komen. Mogelijk is een lagere brug, die dan zou moeten opengaan b.v. voor schepen met een hoogte, die groter is dan 30 meter. Maar er varen jaarlijks meer dan 700 schepen van dit type Antwerpen-Zuid voorbij. Dit betekent dan gemiddeld twee keer per etmaal stagnatie voor het weg verkeer. De bouwprijs van een vierbaans tunnel wordt geraamd op 2 mil jard franks, weinig meer dan een brug zal kosten. De tunnel behoeft slechts 35 meter diep te gaan, zo dat de af- en opritten niet zo lang worden of de hellingen minder groot. Zij zal in oorlogstijd ook al tijd minder trefbaar zijn dan een brug. De plaats Wat de plaats van de nieuwe oever verbinding betreft, rekent de schrij ver met een situering ter hoogte van de geplande „kleine ring" bij het Zuidstation. De „kleine ring" sluit aan op de autobanen naar Brussel, naar Luik, naar Den Haag en naar Rijssel. (De tweede is in uitvoering de twee laatste zijn ontworpen.) Een brug zou meer kans krijgen, als de oeververbinding wordt gesi tueerd bij de zuidelijker gelegen „grote ring" ter hoogte van Hemik- sem. Daar is de scheepvaart op de Schelde veel geringer. Hier is ook een 20 meter hoge landrug, die be nut kan worden voor de oprit. Een brug hier behoeft niet zo hoog te zijn en kan via een wegvertakking aansluiting geven op de autosnelweg naar Rijssel. Een belangrijk nadeel zou echter zijn, dat ze vrij ver van het Antwerpse centrum komt te lig gen. Daarom gelooft de schrijver, dat een oeververbinding bij Hemik- sem niet veel voorstanders zal vin den en dat een verbinding, die aan sluit op de „kleine ring" de meeste kans maakt en dan een tunnel zal zijn. In ons lezersgebied van Zeeuwsch- Vlaanderen en zuid-west-Brabant heeft men intussen vooral belangstel ling voor de vraag in hoeverre de nieuwe tunnel of brug in Antwerpen een betere verbinding voor het zgn. „hoefijzerverkeer" kan opleveren. Men mag hieromtrent de verwach tingen niet hoog spannen. Weliswaar zal de nieuwe oeverver binding een vlotter verwerking van het verkeer meebrengen, ook in de nu bestaande tunnel, en mag men pis voordeel van de nieuwe verbin ding aanmerken, dat zij het centrum van Antwerpen doet vermijden, maar daar staat tegenover, dat zij zuide lijker dan de bestaande zal liggen en dus weer een grotere omweg bete kent. Veel verlichting kan dit dus voor het vervoer van Zeeuwsch- Vlaanderen naar west-Brabant en omgekeerd niet brengen. De tot standkoming van een nieuwe oeververbinding in Antwerpen is dan ook geen reden om het stre ven naar een oeververbinding over de Westerschelde op Neder lands gebied, ook voorshands maar, te laten varen. Voor de leidsters en ronde leid sters van de Katholieke Gidsenbewe- ging in het district west Zeeuwsch- Vlaanderen werden enkele cursusda gen gegeven in het r.-k. jeugdgebouw te Aardenburg. De Guido's Mej. Nij- ens en Mej. Martens uit Breda ga ven instructies voor de in ruimen ge tale opgekomen leidsters. Er werd veel aandacht besteed aan zang, dans en spel. BOEKHOUD BUREAU Z.L.M. Voor de aanbesteding van het nieu we boekhoudbureau van de Z.L.M. te Middelburg waren tien aannemers ter inschrijving uitgenodigd. Hoogste was de fa. S. Versluijs te Middelburg met f 89.230; laagste L. Verburg uit Wolfaartsdijk met f 75.940. De raming was iets hoger dan laatstgenoemd be drag. In het jaarverslag der vereniging „Ambachtsschool" te Goes, welke ook de vakschool voor meisjes onder haar beheer heeft, wordt dankbaar gememoreerd dat met de bouw van de nieuwe ambachtsschool begonnen kon worden door de fa. v. Waning te Rotterdam. Zij zal 1 januari 1959 opgeleverd moeten worden. Overigens vervult de trage gang van zaken bij de bouw van de vakschool het bestuur met zorg. De financiële moeilijkheden, waarin de aannemer verkeert, hebben de bouw nagenoeg stilgelegd. Er bestaat echter goede hoop, dat spoedig een oplossing ge vonden zal worden om uit de moeilij ke situatie te geraken. Ten aanzien van de vakschool kan nog het volgende medegedeeld wor den: In september werd begonnen meteen cursus leerling-verkoopster. Deze opleiding leidde tot prettige contacten met de „Vereniging Han delsbelangen" en „De Hanze". De samenwerking met de besturen van de Mater Amabilisschool en Zon nebloemcursussen was zeer prettig. Aan de ambachtsschool kon door het huren van een schoollokaal verdere uitbreiding worden gegeven aan het parttime-onderwijs. Helaas was het. niet mogelijk voldoende leraren te krijgen voor de A.V.O.-vakken. De bakkersopleiding werd uitge breid met een cursus patroon ban ketbakken. Hoewel het aantal leer lingen van de bakkersopleidingen per cursus nog steeds niet overmatig is, stemt het 't bestuur toch tot dank baarheid, dat deze cursussen tot dus ver doorgang hebben kunnen vinden om zodoende te voorzien in de be hoefte, die er in de provincie Zee land bestaat t.a.v. dit vak. Een provinciaal aspect hadden ook de Gawalo-cursussen. De uitslagen van de examens hebben bewezen, dat dit onderwijs doeltreffend gege ven wordt. Het aantal leerlingen steeg gedurende 1957 van 503 tot 554. De timmerlieden houden de kop met 154 en dan volgen de smeden- bankwerkers met 152, de bakkers met 81 en de elektriciens met 46. Het aantal vaste en tijdelijke lera ren steeg tot 36. Van de 554 leerlingen zijn er 119 afkomstig uit Goes en de rest uit de omgeving. Het avond-nijverheidsonderwijs wordt gevolgd door 333 leerlingen. De vakschool De vakschool voor meisjes telde 395 leerlingen, waarvan 278 het dag onderwijs volgden. Uit Goes kwamen 71 leerlingen; de rest uit andere ge meenten. De Mater Amabilisschool begon met 74 en de Zonnebloemcursus met 36 leerlingen. Het totaal aantal leerkrachten, die van de beide laatste cursussen inbe grepen, bedroeg 46. In het belang van de opleiding leerling-verkoopster werd contact ge zocht en gevonden met de vereniging „Handelsbelangen" en de Hanze, welke besturen een adhesiebetuiging zonden voor onze plannen en daad werkelijk steun verlenen door onze leerlingen gelegenheid te geven 1 middag per week praktisch te wer ken in verschillende zaken. Het pro gramma van deze nieuwe opleiding omvat de volgende vakken; Neder lands, Engels, rekenen en admini stratie, warenkennis, hygiëne, zang omgangsvormen, maatschappelijk in zicht, verkoopkunde, beroepsoriënta tie, tekenen, huishoudelijke vakken, naaien, E.H.B.O., stofversieren. kin derverzorging en handenarbeid. Wij kondigden reeds het eerste aan in de reeks cahiers ten dienste van de prediking onder redaktie van P. Meyer O.P., M. Hensen O.P. en dr. B. Willems O.P. (Gooi en Sticht Hil versum). Ter bespreking ligt nu het tweede deeltje voor ons, dat handelt over „Christus de openbaring Gods" en dat preken bevat over Besnijdenis, Epiphanie en de zondagen na Drieko ningen. Voor dit jaar moge de aan kondiging ervan mosterd na de maal tijd lijken, maar van de andere kant is het een gelegenheid onze priesters en theologanten (voor wie deze uitgave uitsluitend bestemd is) nogmaals aan te sporen zich deze reeksen aan te schaffen. Want een nadere kennismaking met dit tweede deel bevestigt ons oordeel dat we over het eerste gaven; de preken zijn eigentijds, bijbels en geven een zeer goed inzicht in de betekenis van de behandelde periode van het kerke lijk jaar. Vooral het inleidend artikel is uitstekend en van belang. J.H. Deze uitgave is niet bestemd voor iedere dagbladlezer en valt beslist niet onder de boeken, die ieder in zijn bibliotheek moet hebben. Wél wil ik dit boekje aanbevelen aan hen die belangstellen in werken van mystie ken, waarvan de uitgave dl. X uit maakt en dat werk van Mechtild van Maagdenburg bevat. Wie is deze Mechtild? Veel is over haar niet bekend. We weten dat zij in 1212 geboren werd in het aarts bisdom Maagdenburg uit waarschijn lijk adellijke ouders, dat zij op twaalfjarige leeftijd „gegroet" werd door de H. Geest en van toen af on der Zijn sterke en zachte beinvloeding bleef, zodat zij als twintigjarige van alles afstand deed en arm en onbe kend ging leven als begijn in Maag denburg. Later werd zij cisterciën- ser zuster in Helfta. Het vloeiende Licht der Godheid is de weergave van haar geestelijke ervaringen die zij op last van haar biechtvader te boek stelde. Wie dit werk doorleest, zal het oordeel van de inleider, pater Molenaar, onder schrijven; een vrouw van zo'n krach tige geestelijke postuur verliest voor geen enkel tijdperk haar oorspronke lijke betekenis. Haar onsterfelijk ge schrift „das fliessende Licht der Gott. heit", door zuster Constanza nauw keurig vertaald, is daarom een kost bare aanwinst. J.H. Leo Trese is in ons land overbe kend geworden door zijn „Broze va ten" (6e druk) en „Probaat man" (2e druk). Een nieuw boek apart in leiden lijkt overbodig. Ook in „Talent in de kuil" spreekt hij op de eerste plaats tot zijn broe ders in het priesterschap, voor wie ondanks de hoge roeping het gevaar bestaat, dat zij hun talent, dat de Heer bij zijn vertrek heeft toever trouwd om er mee te werken en het vruchtbaar te laten zijn, in de grond begraven. De stem van de wereld is nu eenmaal verlokkend en probeert ieder, die naar haar luistert, onmid dellijk in te palmen. Leo Trese waarschuwt daarvoor ernstig: blijf niet halverwege ste ken, de top van de berg is dichterbij dan het dal vanwaar ge vertrokken zijt. Zeg niet: nu is het genoeg, ver der ga ik niet. Schuif de zaak van uw volledig priester-zijn niet op de lange baan, sluit geen compromis met God. Geef je helemaal.... en het priesterschap zal jezelfs op het na tuurlijk vlak een ware vreugde schenken, een diepe voldoening. Het gewetensonderzoek dat Trese de priesters voorhoudt, is mild, maar onverbiddelijk. Het doet het, zoals in zijn andere werken, in korte mar kante hoofdstukjes, zestien in getal. Om er enkele te noemen: de geluk kige priester, de biddende priester, de volhardende priester, e.a. Even sprankelend, pittig en tref fend als in „Broze vaten" zijn de beschouwingen over het „Talent in de kuil." Met een frappante opmerking van de schr. beveel ik dit boekje van harte aan: Stel je eens voor, dat wij ineens een kwart méér zouden kunnen presteren in ons priesterlijk werk. Wat zou dat voor de zielen be tekenen! J. H. Waar gaat het met de belangstelling der gelovigen voor de lijdensmedita ties heen? In sommige parochiekerken „loopt" het nog. in andere is het mee warig aan te zien hoe deze aloude ge woonte op de helling staat. Op welke dag, op welk uur van de avond men de lijdensmeditatie plaatst, het lukt niet een behoorlijk gevulde kerk, laat staan een volle, te krijgen. De „goede parochies" niet te na gesproken. Hoe het ook zij, de „parochie" waar P. Jelsma zijn lijdensmeditaties voor hield, sloeg wél aan. Het was een gemengd publiek van rooms-katholie- ken, kerkelijken en buiten-kerkelij- ken, christenen en niet-ehristenen, zelfs enkele mohammedanen. Voor de predikant was het een openbaring te ontdekken, hoeveel aansluiting de pas sie van Christus heeft aan de heden daagse werkelijkheid, niet exclusief van rooms-katholieken, maar van mensen. Door zijn contact met buiten kerkelijken en niet-christenen kent P. •Telsma de nood en de verlangens van deze mensen. Hij denkt zich heel sterk in de behoeften van zijn gehoor in, is om zo te zeggen iemand midden uit de toegesproken menigte. Zijn preken ontstonden uit een con tact over en weer met de nood van God en met de nood der mensen. En hij ontdekte of liever herontdekte, dat deze twee noden één zijn In Jezus- Christus. Deze ontdekking deden wijzelf even eens bij het doorlezen van de medita ties, onder bovenstaande titel bij Paul Brand (Bussum) verschenen. En het is daarom dat wij zijn lijdensmedita ties gaarne aanbevelen aan hen die tot de mening zijn gekomen dat veel zekerheden, waarden en verworven heden die ons dierbaar en vertrouwd leken, door „lijden en dood" schijnen heen te moeten gaan, omwille van een nieuw leven, van „een nieuwe hemel en een nieuwe aarde". v J. HL Minister ir. C. Staf heeft maandag ochtend op Zestienhoven een korte inspectievlucht met de Nederland se stuwstraalhetikoptor J&oUbrie" gemaakt. Tijdens de vlucht moest de minister een ander hoofddeksel dragen dan tijdens de rest van zijn bezoek (Van onze landbouwmedewerker Enige tijd terug heeft de N.V. Vorm te Amsterdam van het Landbouwschap opdracht gekregen, een onderzoek in te stellen naar de mening van de stedeling over de boer. Een paar maanden terug is het rapport over dit onderzoek verschenen en door het Landbouwschap aan de openbaarheid prijsgegeven. Het rapport bevat een aantal uitspraken, welke weinig vleiend j zijn voor de boer. Over deze uitspraken is de landbouw schrikke- j lijk boos geworden en zowel in de landbouwbladen als in de dag bladen is deze verontwaardiging tot uiting gekomen. FAMILIEBERICHTEN (uit andere bladen) Overleden J. Scheepers, 50 jaar, Mortel. H. Mettes-v. d. Sommen. Eindhoven. V. Eras, Dordrecht. Wij rijden op 19 maart naar de Jaarbeurs te Utrecht. Opgave gewenst TELEFOON 705 HULST Vishandel Neptunes, A. B. v. Kolk, Noordstr. 40 Terneuzen GEZOCHT in oost-Z.-Vl. of Terneuzen met kamer en suite of ex tra kamer gelijkvloers voor kantoor. Hiertegenover ter overname aangeboden huur koopwoning te Terneuzen. Brieven onder no. 37 Boek handel van Aken, Terneu- beschikbaar als Billijke voorwaarden. BOSMA'S BUREAU Heerenveen (Postbus 31) Telef. 2245 TE KOOP wegens vertrek z.g.a.n. keurig onderhouden Waarom de boeren boos zijn ge worden, is ons niet duidelijk. Zeker, er worden weinig fraaie dingen ge zegd, maar het onderzoek is toch ingesteld om achter de waarheid om trent de opinies van Nederland te komen? De verhouding tussen boer en stedeling ligt in Nederland niet goed. Dat is overbekend, We zouden er een lief ding onder willen ver wedden, dat de Nederlandse taal de enige is, welke het woord „boer" als scheldwoord gebruikt. Dit wijst erop, dat de boer niet hoog staat aange schreven in de maatschappelijke waardering. Dat is onaangenaam, maar het kan voor de landbouw daarenboven zeer vervelende gevolgen hebben. Men heeft hier immers niet alleen de verhouding boer en stedeling, maar ook de verhouding producent en con sument. De boeren zeggen met zeer veel gemak, dat de binnenlandse con sument de kostprijs van de binnen landse produkten moet betalen, ook al ligt deze kostprijs beneden de marktprijs. Met evenveel gemak zegt de boer, dat hij recht heeft op een redelijk bestaan en dat de regering hem bepaalde garanties moet geven. Op zichzelf is dat juist, maar de boer moet niet vergeten, dat hij daardoor de consument op dubbele kosten jaagt; eerst door zijn levens middelen duurder te maken dan ze op de vrije markt zouden zijn en vervolgens door nog eens een paar honderd miljoen te vragen van hem als belastingbetaler. Nu zullen wij de laatste zijn om te beweren, dat er geen landbouwbeleid nodig zou zijn; daarnaast zullen we de eerste zijn om te erkennen, dat transport, handel en industrie door de overheid evenzeer beschermd worden als de landbouw, en dat daar door vrijwel alle binnenlandse in dustriële produkten duurder zijn dan op de vrije markt, Het onaangename voor de boer is echter, dat de steun aan de landbouw een openlijke steun is, welke men kan terugvinden in de jaarlijkse begroting van het Land bouw Egalisatiefonds, en dat de steun aan de andere takken van het economische leven een verkap te steun is, die men op geen enkele begroting kan vinden. Daar komt nog bij dat de consu ment iedere dag opnieuw herinnerd wordt aan het landbouwbeleid, omdat bijvoorbeeld melk elke dag opnieuw weer wordt gekocht en betaald. Veel eerder dan tegenover handel en industrie kan men daarom van de consument en belastingbetaler ver wachten dat hij tegenover de boer zal verklaren er geen zin meer in te hebben. Met andere woorden: Om dat de burger er steeds mee gecon fronteerd wordt, is het landbouw beleid altijd veel moeilijker dan het overige economische beleid. De boer is meer dan anderen afhankelijk van de openbare mening, vooral van de mening van de stedeling. Meer dan bij anderen is bij de landbouw de noodzaak van voorlichting van de consument aanwezig. Tamelijk vaag en onbewust weet de boer dit wel. In kringen van de landbouw wordt al jaren gesproken over de noodzaak van voorlichting en public relations. Dit besef begint door te druppelen naar beneden. Als m«n in d« landbouwbladen de ver slagen van kringbijeenkomsten of plaatselijke vergaderingen leest, stuit men tegenwoordig nogal eens vaak op de woorden „voorlichting" en „public relations". Niet dat deze af delingen en kringen dan precies we ten, waarover zij spreken, maar het bewijst wel, dat er min of meer vaag besef over deze noodzaak leeft. In de top van het organisatiewezen is men meer bewust van deze nood zaak overtuigd. Maar om te weten wat men moet gaan doen. zal de boer toch moeten weten, waar hij tegenover staat. Als hij de openbare mening wil hervormen in gunstige zin, zal hij toch moeten weten, hoe deze openbare mening is. Daarorn heeft het Landbouwschap dit onder-' zoek doen instellen. De boer is te vergelijken met een patiënt, die zich niet in orde voelt en naar de dokter gaat om zich eens te laten onder zoeken. Maar het is geen erg ver standige patiënt, want nu de dia gnose van de dokter tegenvalt, wordt hij boos. Hoe een zieke kan genezen, als de dokter diens kwaal niet meer mag constateren, is ons een raad sel. Daarom is het ons nog steeds een raadsel, waarom de boeren boos -zijn geworden. Vakman en mens In zeker opzicht is het resultaat voor de boer niet eens zo ongunstig. Er blijkt namelijk een verschil van waardering voor de vakman en voor de mens. In het algemeen staat de boer bij de openbare mening gunstig aangeschreven als vakman. Wij vin den dit van grote waarde. Want bij de voorlichting over de landbouw en het landbouwbeleid kan de boer bij deze waardering aanknopen. Hij kan zeggen en terecht zeggen „Als zelfs een van de beste en bekwaam ste vaklieden van de wereld niet meer rond kan komen zonder land- bouwgaranties van de overheid, dan ligt de oorzaak hiervan waarschijn lijk meer bij de exportverhoudingen, dan bij deze vakman". Als wij de public relations voor de boer zouden moeten verzorgen, zouden wij dit een prachtig aanknopingspunt vinden. Dit heeft de boer blijkbaar niet gezien. Hij is boos geworden over de geringe waardering, welke hij als mens krijgt. Nu zal men de waar dering van een mens niet naar be paalde uiterlijke verschijnselen al leen mogen afmaken. En dat doet de stedeling nog al eens. Toch vra gen we ons af, of de boer in zijn boosheid over dit oordeel toch ook iets in het eigen geweten hoort spre ken. Zou hij wellicht zelf beseffen, maar niet willen toegeven, dat hij moeite heeft met het vinden van zijn plaats in het maatschappelijk leven, nu het platteland verdwijnt en ons land vrijwel in zijn geheel een stedelijk stempel krijgt? Zou hij wel licht diep in zijn hart ervan over tuigd zijn, dat hij zijn boerse aard zal moeten veranderen, nu hij niet meer leeft in het isolement van een generatie terug? Als dit zo zou zijn, is zijn boosheid een verheugend symptoom, want dan zou hij toegeven te beseffen, dat boerenaard en boerse aard niet hetzelfde is, en dat een goede boer niet boers behoeft te zijn. Als dit besef doordringt, zal hij de stedeling er gemakkelijker van over tuigen, dat een goed vakman zijn loon waard is, ook als die vakman boer is. (bouwjaar 1953) met voor- en achtertuin. Bijz. aardig gelegen a.d. Doornluststr. 6, Oost-Souburg. Bev. ruime hal, voor- en achterkamer, keuken, grote schuur, 3 slaapkamers, toiletkamer m. wastafel en zitbad, alsmede flinke zolder. Koper kan woning sept. a.s. vrij aanvaarden. Desgewenst ruime hypotheek aanw. Te bez. na afspr. met de eigenaar, bovenst, adres, tel, KI 183-417. N.V. Stijfsel- en Glucosefabriek „Sas van Gent" te SAS VAN GENT zoekt enige tenminste in het bezit van een diploma MULO of daarmee gelijk te stellen opleiding. Eén van de vacante functies is die van telefoniste. Aanmeldingen te richten tot de Sociale Dienst, telefoon 01158455. j SIN Vrijdag 14 maart 1958, 7.30 uur n.m., SINT JACOBSKERK te VLISSINGEN ET RESIDENTIE ORKEST o.l.v. Willem van Otterloo. Solist: Erling Blondal Bengtsson. van Beethoven: Ouverture Coriolan; A. Dworsjak: Celloconcert; H. Berlioz: Symphonie Fantastique. Prijzen der plaatsen 4.3.2.en 1.(a.r.i.). Kaarten (en uitvoerige programma's a 0.35) verkrijg baar bij de onderstaande verkoopadressen: Vlissingen: Boekhandel D. Goetheer, Paul Krugerstraat 41, tel. 2733. Boekhandel Geijsen, Walstraat 101, tel. 2029. F. J. Clowting, Hogeweg 113 (uitsl. van 67 uur n.m.), tel. 3616, Middelburg: Z.V.U.-secretariaat, Singelstraat 13 (van 25 uur n.m.), tel. 2715. Goes: A. J. Mijnsbergen, Frans den Hollanderlaan 19 (uitsl. van 78 uur n.m.), tel. 3516. GEEN PLAATSBESPREKING Men wordt verzocht uiterlijk om 7.20 uur in de kerk aanwezig te zijn. 'al V -"'...j 7"- „- BEELDIGE STOFJES in veel gevraag&e moderne weefselstegen prijzen die uniek zijn: dat is ,,HET GOEDE STOPPELMANNIEUWS" waar elke vrouw die „zelf maken" leuk en ZO VOORDELIG vindt, van moet profitéren. IN DE NIEUWSTE VOORJAARSDESSINS! U kent ze, die mooie soepele, moderne ruiten: sterk, was echt, kleurecht en krimpvrij. Deze ruiten, die normaal 8.50 P FA kosten, brengt Stoppelman thans tegen de unieke prijs 135 cm i^^LPiACCa^V, zijden met wol geweven japonstof. Exclusieve kwaliteit voor pakjes en rokken, die normaal 6.50 kost, in de kleuren „Dior" bleu, reseda, zwart en mos- a p A groen. Nu voor de uitzonderlijk lage prijs van90 cm X.jU zuiver wollen structuur stoffen. Couture kwaliteiten voor mantels en tailleurs! In de nieuw ste tinten. Deze fraaie stoffen kosten normaal f 16 a f 17 per ff Q/f meter, bij Stoppelman nu als speciale „stock" post 140 cm. ||07U rayon kwaliteit geheel kreukherstellend! Speciaiail voor tennispantalons en p pa rokken! Guldens voordeel 140 cm. „Gebreid kabeleffect" super kwaliteit in de nieuwste tinten mandarijn, Sahara, beige en blue, normaal 14.50 nu als spe- a aa ciale aanbieding 135 cm br. O.VU Enorme sortering bruidszijde en aparte kantstoffen: o.a. fraai geschulpt! SPECIALE AANBIEDING direct uit Frankrijk geïmporteerd: Rijk bewerkte bruidskant Alleen bij stoppelman 90 cm. 4.90 Bewerkte afgepaste sluier 3.90 v V BOSSTRAAT 20 TEL. 5779 BERGEN OP ZOOM

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1958 | | pagina 6