Nautilus' tocht onder het ijs van de Noordpool Antwerpen-Rij nverbinding in nieuw licht F rankrijk Nederland kan werkkrachten uit opnemen vnrm oto Fen Begeleiding PARLEMENTAIRE BLOEMLEZING öw* &su cAA Een reis zoals alleen Jules Verne heeft durven dromen Compromis over nieuw tracé mogelijk en waarschijnlijk lulie r Leshout Lpioen DAGBLAD DE STEM VAN DINSDAG 4 MAART 1958 ...en dan is dit blok voor Sjel Jaarsalaris van f 100.000 voor DC 8 captains Kansen in veeteelt en landbouw 0 0 0 Q/7 c O uws over de i voetbalpro- ondag haalde eep door de ijven alle in- odige duizen- het program ird, zodat ook iwijzigd hoef- log een kans inzet van in, volgt hier- nog eens. jfer: f ïtie) k elke dag de vrouw en drogist zijn te Zeven- gespeeld voor rde klas libre nt-Zeeland van and. geslaagd toer- rict west-Bra- tie op zich ge- mede veel eer den op twee in hotel Tho- lenboom, en op ïr voor prima le accommoda- partijen was mede ook wel waarmede ver- ampen hadden, jke prestaties ïndelijk tussen sshout uit Mier- sroutineerde A. lkenswaard. B. was zaterdag ekomen. maar af, dat hij met 2gen moest ne- tap kwam, door in handen van oede speler met ik wat noncha- maakte de een dankwoord de spelers en volgende eind- /Iierlo Hout, 10 N ieuwenhuizen, 3.44 gem.; F. p. 3.15 gem.; n, 8 m.p. 3.03 'ortum, 8 m.p. «s, Waalwijk, 6 land. Zevenber- i.; P. Oostdijk, 77 gem. >rzitter, de heer daarna de prij- bij alle spelers volle prijs ont eer toe. iet, maar het huis beurt en gelukkig aar komt pas! Flit en, bed- e motten d zouden k voor de de zomer oorschijn motten nop t f 4.50 Onder de dikke ijskorst, die een groot gedeelte van de Noor delijke IJszee bedekt, voer enige tijd geleden de Amerikaanse, door kernenergie aangedreven duikboot Nautilus. Het doel van deze vaart was, zoveel mogelijk gegevens te ver zamelen over het weer en de ijstoestand aan de Noordpool en te onderzoeken of deze plaats strategische waarde zou kunnen heb ben. De commandant van de Nautilus, William Anderson, geeft in het Engelse blad „Daily Express" een nauwkeurig verslag van het grote avontuur van de duikboot. Aan de tocht van de Nautilus gin gen weken van voorbereiding voor af, de bemanning wist van niets om dat men wilde voorkomen dat er een paniek aan boord zou ontstaan. Na een reis van elf dagen, die zon der moeilijkheden verliep, bereikte de Nautilus de grens van het onbe kende. Het plan was, onder het ijs door tot vlak bij de Noordpool te va ren. Een onderzeeër van het oude type. de Trigger, begeleidde de atoom duikboot om zo nodig hulp te bie den. Het was niet de eerste keer, dat een onderzeeër een duik nam onder de dikke ijslaag. In de tweede we reldoorlog vluchtten de Duitse duik boten onder het ijs, nadat zij een aanval hadden ondernomen tegen ge allieerde schepen. Het was echter niet de bedoeling van de Duitsers, om een echte tocht onder het ijs te maken. De eerste keer dat de Nautilus een tocht ondernam, betrof het eerder een proeftocht. De beman ning werd op de hoogte gesteld van het doel van de reis. Volgens de psychiater dr. Lyon werd deze mededeling met gemengde gevoe lens ontvangen. Het leek er een ogenblik op dat de bemanning erg bang zou zijn, maar de comman dant toonde dagen achtereen films over de Noordpool, zodat de mannen langzamerhand vertrouwd raakten met hetgeen hen te wach ten stond. Na een van deze films merkte een van de mannen op: kerel wat zul len we er een bonte avond van ma ken, wanneer wij weer thuis zijn". Het was niet de eerste keer, dat een onderzeeër aan deze tocht zou be ginnen. In 1931 probeerde Sir Hu- bert Wilkins al een tocht te ma ken met een onderzeeër die toeval lig ook Nautilus heette. Deze po ging mislukte en er werden maar weinig gegevens verzameld. Bij het onder water komen, zette zich ijs bloemen af tegen de wanden en de bemanning drong er hoe langer hoe meer op aan terug te keren. Het was trouwens maar goed dat deze tocht al vanaf het begin een misluk king was, want uit de ervaringen die de atoomduikboot opdeed, bleek wel dat de onderzeeër van Sir Hubert Wilkins een ramp tegemoet zou zijn gegaan wanneer hij inderdaad enke le kilometers onder het ijs zou heb ben gevaren. Omdat de Nautilus van Anderson uitgerust was met een motor, voort gedreven door kernenergie, was zij niet afhankelijk van vaargeulen of grote gaten in het ijs. Onbetrouwbaar Het grootste probleem van de Nau tilus was het feit dat op de uiterste breedten waarheen de tocht zou gaan, de kompassen niet in alle op- zichten betrouwbaar waren. Er werd een speciaal gyrokompas aange- I bracht, dat ontworpen was om ook bruikbaar te zijn op hogere breed ten. .Al bij de eerste tocht werden tal rijke gegevens verzameld. Aan boord beschikte men over een groot aantal uitstekende instrumen ten die een goede indruk gaven van het metersdikke ijspak boven* de boot. Op sommige plaatsen bestaat, zo toonden de instrumenten, de uit gestrekte vlakte van de Noordelij ke IJszee uit smalle blokken en brokjes waartussen een schip ge makkelijk kan varen. De ijsschotsen i*1 dikte van een paar voet 11? voet, maar zelden meer. Het water onder het ijs was hele maal niet donker zoals verwacht zou woraen maar grijsachtig en doorzich- 1a°u Y zoriHcht gefilterd werd f a1JS\ keerpunt van .^ers tocht wilde de commandant wel eens een kijkje aan de oppervlak, te nemen. Er was niet veel ruimte ,^e, duikboot naar de op pervlakte te brengen in feite was e,v^n moeilijk en precies als een ï1 e8n naa*d brengen. Na een &eï gDer^"°euvr,eer lukt het de precies onder het gat te de boot aan de oppervlakte kunnen komen. Er zat echter geen water boven de boot, maar ijs. Aanvanke lijk meende Anderson dat de dikte nogal mee zou vallen, maar er voer plotseling een hevige schok door de boot. Wat er precies gebeurd was, kon niet direct gezegd worden. Na veel gepraat werden de zeeofficieren het er over eens, dat men tegen een ijs- (Advertentie) Ofschoon de commandant van de Nautilus, William Anderson weinig zegt van de militaire be tekenis van de tocht pan de Nautilus, is het uit verklarin gen van Washington wel dui delijk, dat het succes van de reis een nieuw en boeiend hoofdstuk van de zeemans strategie opent. Tot nu toe was de strategisch gelegen Noordelijke IJszee onbereik baar voor alle zeemogendhe den. De tocht van de Nautilus toont echter, dat duikboten die met kernenergie zijn aan gedreven, in deze wildernis relatief gezien met gemak in de Noordelijke IJszee kunnen opereren. Er zou vanaf punten in de Noordelijke IJszee een aanval kunnen worden gelan ceerd op Rusland. Tevens zou het mogelijk zijn door plaatsen in dit gebied te bezetten, de activiteiten van de Russen te volgen. Van groot belang is ook de natuurlijke camouflage die de uitgestrekte ijsvelden bieden. Reeds in het rapport-Pierson van de Kamer-commissie voor Buitenlandse Zaken betreffende de begroting van dit departe ment vindt men omtrent de Schelde-Rijn-verbinding 'n ver klaring van minister Larock vermeld. Zijn reactie op de opmerkingen van Kamerleden dienaangaande luidt daar aldus: „Tenslotte herinnerde hij eraan dat in het verslag Van Cauwelaert-Steenber- ghe in het graven van een kanaal was voorzien om Antwerpen met de Rijn te verbinden; dit werk zou 1600 miljoen frank kosten, waarvan 80 pet. voor re kening van België. Wat de plannen betreffende Noord- Steek iets op over Uw sigaar (3) Ge hebt méér aan Sjef te danken dan ge weet, meneer! Sjef is n.l. één van de beste sigaren makers van de Senatorfabrieken. Ha, da's 'n rap manneke, diejen Sjef. Ge moet zien hoe snel en vakkundig z'n vlugge vingers het geurige Deli dekblad rond de sigaar-in-wording wikkelen! Het ene sigatenblok met afge werkte „bosjes" na het andere gaat onder z'n handen door en aan het eind van die vaardige bewerking liggen daar de honderden prachtige bol- knakken met hun gave vorm, hun geurige smaak. Als ge Sjef dan uit waar dering voor zijn knappe vakwerk een robuusteSenator uit Uw eigen doos toesteekt, grinnikt hij breed en zegt: „Ah, meneer, da's nou bakketskinde- ren brood geven, want ik rook ze zelf: de béste sigaar die ik ken, want ik weet precies wat er in en er om zit. Niks anders als de mooiste Braziel- en Sumatra- tabakken!" Steek dan Uw ei gen Senator op aan het door Sjef bereidwillig ontstoken lucifervlammetje. En als dan de geur van Uw Se nator Uw kritische rokersneus hélemaal bevredigt, zeg dan maar eens„En dagge bedaankt zijt, da' witte, Sjef!" "HM Nautilus brengen. Alles leek n.onkri te gaan. Ieder IhfA I'k Z0U het bovenste puntje van I k gevaren was. Ongelukkigerwij- ri ^Jn7erikaajise onderzeeër Nau- I.1™3'dle °P atoomkracht de tocht iNmtaJlft uxjpestrekte ijs van de I Noordelijke IJszee maakte. ze werd hierdoor het meest kwetsba re punt van de Nautilus vernield. De periscoop was onbruikbaar gewor den, Na ook met een tweede peris coop dezelfde ervaring te hebben ge kregen, besloot de commandant weer terug te keren naar het uitgangspunt. De periscoop is voor een duikboot die door kernenergie wordt voortge dreven, van minder groot belang als bij een gewone onderzeeër. Bij ope raties zoals de Nautilus nu uitvoerde kon een periscoop wel gemist wor den maar omdat er direct na de tocht onder het ijs een vlootmanoeu- vre zou moeten volgen, moest ze wel zo snel mogelijk hersteld wor den. Kariveitje Het was een karweitje waaraan een specialist zich in normale om standigheden nauwelijks zou durven wagen. De technici van de Nautilus moesten dit zaakje opknappen onder wel zeer ongunstige omstandigheden. Er was een hevige storm opgesto ken en de zee was buitengewoon on rustig. Met een hydraulische kruk werd de periscoop weer op zijn plaats gebracht. De roestvrije stalen buis knapte echter. Vastgeklemd aan de bovenbouw, de handen en het gezicht half bevroren, zo werkten de reparateurs van de Nautilus aan dit moeilijk karweitje. Telkens op nieuw woei, door de felle wind, de vlam van het lasapparaat uit. Toen de periscoop op zijn plaats stond, besloot de commandant weer een nieuwe tocht te beginnen. Het was nu de bedoeling een tocht te maken die twee tot vijf dagen zou duren. In minder dan geen tijd bereikte de Nautilus de 83e breedtegraad. De kompassen waren een klein beetje van streek en alleen het gyrokom pas functioneeerde normaal. De tocht werd voortgezet, nog meer in de richting van de Noordpool, maar plotseling raakte ook het gyrokompas van streek. Het gebeurde zo plotse ling en beslissend, dat de be manning een ogenblik van streek raakte. Na een grondig onderzoek ontdekte men dat er een zekering was doorgeslagen Als 'n gyrokompas wordt uitge schakeld op normale breedten, duurt het ruim vier uur voor dat het evenwicht hersteld is. Daar er nog nooit op deze breed ten een gyrokompas uitgeschakeld was, wist niemand hoe lang het hier wel zou duren voordat de kompas weer op dreef zou zijn. Het manke ment werd verholpen, maar men kon niet anders doen dan wachten Ondertussen werd de tocht toch voortgezet maar het was moeilijk na te gaan, waar men was. Het was zoals een van de officieren toen op merkte: ,,het doet mij herinneren aan een jongen die een grote kelder gaat onderzoeken en een rol touw afrolt om hierdoor de weg terug te vinden. Hij gaat overal naar toe maar komt dan plotseling tot de ontdekking dat het touw afgebroken is. Kort nadat de 87e breedtegraad was gepasseerd, een feit dat nader hand kon worden nagegaan, gaf de commandant opdracht terug te ke- ETER MEE UIT ren. Het duurde zeven uur voordat de kompas weer in orde was. De pool was nog niet bereikt en de be manning was het nog niet eens, wie het dichtst bij de pool was geweest, maar na een heleboel geredetwist werd het duidelijk dat de man die aan bakboordzijde gezeten had, het dichtst bij de pool was geweest. Na anderhalve dag bereikte de Nautilus weer haar uitgangspunt. Er waren talrijke kostbare gegevens verkregen al was de boot niet zo dicht in de buurt van de pool geko men als men gehoopt had. De laat ste tocht, die onder het ijs werd ge maakt leek meer op een plezierreis je. Er werd wat heen en weer ge varen. In een grote open vlakte kwam de Nautilus even naar boven en de commandant maakte er tal van foto's die van grote waarde wa ren. brabant betreft, staan deze het tracé van het Moerdijkkanaal niet in de weg. Ons land volgt de toestand met een waakzaam oog." Larock Op 23 januari 1958 beantwoordde dezelfde minister bij de mondelinge behandeling van zijn begroting in de Kamer vragen van de Kamerleden Delwaide, van Cauwelaert, Van den Daele, Rombaut, Craeybekx en De Sweemer met betrekking tot het Del ta-plan en de Belgisch-Nederlandse waterwegenkwestie. Hij verklaarde toen o.m. letterlijk: blz. 250 van het Beknopt Verslag: „De Antwerpen-Rijnverbinding is dus in een nieuw licht geplaatst. Het ad vies Van Cauwelaert-Steenberghe be houdt voor ons zijn volle waarde, wat betreft het graven van een kanaal tus sen de dokken van Antwerpen en van het Hollandsch Diep. Dat hebben wij aan de Nederlandse regering meege deeld: er is geen sprake van, dat Bel gië van het vragen van die verbinding zou afzien. Maar de in 't advies Van Cauwelaert- Steenberghe voorziene voorwaarden kunnen veranderen. Op het ogenblik dat het advies werd gegeven was het ont werp van het Deltaplan nog maar pas in wording. Het zou voorbarig zijn nu met zeker heid de omwenteling in het verkeer te willen voorzien die kan voortvloeien uit de werken die zullen ondernomen wor den, ondermeer ter hoogte van „Volke rak." Het plan inzake het Moerdijkkanaal wordt thans door onze technici bestu deerd in het licht van een heel samen stel van gegevens, enerzijds, de verwe zenlijking van het Deltaplan en, ander zijds, de werken die door de Nederland se regering in het vooruitzicht gesteld worden met het oog op de aanpassing van de waterwegen in Noordbrabant. De heer Van Cauwelaert heeft zich verheugd over het sluiten van het ver drag van Economische Unie dat op 3 februari a.s. te 's-Gravenhage zal wor den ondertekend. Ik ben overtuigd dat deze nieuwe stap in de goede richting, in Nederland zoals bij ons de gunstige voornemens voor een onderling voor delige regeling van het vraagstuk van de Antwerpen-Rijnverbinding zal ver sterken. De rechtsbetwistingen waarop de heer Delwaide gezinspeeld heeft zijn mij niet onbekend. Maar over die betwistingen heen, moet men het oog gericht houden op het te bereiken doel, dat er in be staat met onze Nederlandse vrienden de beste voorwaarden te bedingen, met het oog op de volledige veiligheid van onze Rijnvaart, naar de geest en de let ter van de verdragen." Schmal Op 4 februiari heeft in de Ne derlandse Tweede Kamer Mr. Schmal, naar aanleiding van de boven weergegeven verklaring van minister Larock van 23 januari in de Belgi sche Kamer, aan minister Luns een aantal vragen betreffende de Schelde- Rijn-verbinding gesteld. Hij merkte toen op: blz. 635 der Handelingen: „Met ongenoegen heeft men gezien, dat de pretentie van een Moerdijkka naal, een directe verbinding tussen de Antwerpse dokken en de Moerdijk, op nieuw wordt gemaakt. De zeker niet onopzettelijke veelzinnigheid van het door minister Luns destijds aan Mr. Vixseboxse gegeven antwoord wreekt zich nu. Toen de regering het door Bel gië geëiste kanaal volgens het door Bel gië aangeboden tracé jarenlang offreer de en België die offerte jarenlang niet aannam, had de Nederlandse Regering er een eind aan moeten maken en de offerte wegens non-acceptance verval len moeten verklaren, zoals een goed koopman doet en een goed minister van een koopmansvolk behoort te doen. Luns Minister Luns beantwoordde deze opmerking op 6 februari aldus: blz. 705 der Handelingen: „Voor wat betreft de Rijn-Schelde- verbinding, geloof ik. dat de Neder landse Regering geheel gehandeld heeft in de geest van de geachte afgevaar digde. De teneur van de verklaring, welke ik op 13 maart 1957 bij de begro tingsbehandeling in de Eerste Kamer heb afgelegd, was immers, dat de uit voering van de noodzakelijke werken in west-Noordbrabant de plaatselijke situatie waarschijnlijk zo zal verande ren, dat het advies van de heren Steen- berghe en Van Cauwelaert niet langer aan de werkelijkheid beantwoordt. In- Sinds de interpellatie in de Belgische Senaat over het Delta plan en in verband met de rede van minister Vanaudenhove, verleden week bij de aanvang van de opruiming van de Stop te Ternaaien uitgesproken, wordt er verwarring gewekt door be richten uit Brussel en Antwerpen over de bedoelingen van de Belgische regering ten aanzien van de Belgisch-Nederlandse waterwegen. In meer dan één commentaar wordt het dientengevolge voorgesteld, alsof België nog altijd staat op het Moerdijkkanaal volgens het tracé, neergelegd in het rapport-Van Cauwelaert- Steenberghe, niettegenstaande de verklaring van minister Luns nog onlangs aan het Tweede Kamerlid mr. Schmal, waarin naar de waterstaatswerken in west-Brabant werd verwezen en onderscheid werd gemaakt tussen „het" kanaal en „een" kanaal. Wij hebben reeds eerder opgemerkt, dat een nieuwe, korte, Schelde-Rijn-verbinding aan de orde blijft en dat dit ook de zin is van het Belgische vasthouden aan de term en het begrip van een „Moerdijkkanaal", maar dat men van België mag verwach ten, met het oog op het Deltaplan en de werken in west-Bra bant, een meer werkelijk tracé te aanvaarden. Om de belangstellenden terzake in ons gewest in staat te stellen zich een eigen zuiver oordeel te vormen over de werke lijke politieke stand van zaken, geven wij hier de letterlijke teksten weer van de verklaringen, welke in de Belgische Senaat en de Nederlandse Tweede-Kamer over deze materie zijn afge legd. (Advertentie) dien België dan ook op een gegeven ogenblik tot de conclusie zou komen, dat de vaarweg van Antwerpen naar de Rijn als gevolg van het Deltaplan niet meer aan redelijke eisen voldoet of in betekenis verminderd is, en België der halve toch op een andere verbinding zou aandringen, zullen eventuele be sprekingen, die daarvoor door beide landen zouden worden gehouden, geba seerd moeten worden op de dan be staande feitelijke situatie. Het gaat hier om de bekende kwestie van: ,,het kanaal" of „een kanaal"." Weer Larock Juist dezelfde dag 6 februari kwa men in de Belgische Senaat de inter pellaties van Mr. De Baeck en Prof. P. De Smet over het Deltaplan aan de orde. Minister Larock ging nu ook in zijn antwoord op 12 februari daar aanvolgend uitvoeriger op de juridi sche aspecten van het vraagstuk in het algemeen en van de verwikkeling ermee van de Schelde-Rijn-verbin ding in. Hij verklaarde dan o.m.: blz. 337 Beknopt Verslag van de Se naat: „Ik ben onder de indruk gekomen van het verheven peil van de denkbeel den van de heer De Baeck en van de kracht waarmede hij een rechtsgeleer de stelling verdedigd heeft die wij, evenwel, niet in haar volle omvang tot de onze kunnen maken. Wij hebben on derhandelingen aangeknoopt en de hoop mag bij ons bestaan dat wij praktische oplossingen zullen bereiken. Wij zullen daartoe komen door de vraagstukken in hun geheel te stellen met inachtneming niet alleen van de juridische aspecten maar ook van de technische en politieke zijden." Nader ingaande op de Schelde-Rijn- verbinding merkte hij verder op: blz. 339 Beknopt Verslag van de Se naat: „Wat betreft de tussenwateren heeft het ontwerp van de Deltawet, ingediend na de overhandiging van het advies Steenberghe-Van Cauwelaert, de gege vens van het vraagstuk van de verbin ding Schelde-Rijn gewijzigd. Het bou wen van een dam in het Volkerak zal waarschijnlijk de lasten van onze Rijn vaart, die reeds met zoveel moeilijk heden te kampen heeft, verzwaren. De nauwkeurige schatting van de be zwaren zal eerst mogelijk zijn wanneer men zal weten op welke plaats de dam en de sluizen zullen gebouwd worden. Maar dan zullen de voorwaarden rijp zijn voor een doeltreffende vergelijking van de standpunten. De verbinding Rijn-Schelde moet dus worden gevrij waard en verbeterd. Het Deltaplan is een nieuw feit dat moet in rekening worden gebracht voor de verbetering van onze Rijnscheepvaart. Het verslag Steenberghe-Van Cauwelaert behelst een geheel van voorstellen die moeten herzien worden in het liclit van het nieuwe feit. Van geen enkel der voor stellen wordt afgezien. De regering heeft in Den Haag laten weten dat zij niet afzag van het ontwerp van het Moerdijkkanaal. De Nederlandse rege ring heeft hiervan akte genomen en ons laten weten, dat de hydrografische aanpassingen die zij voornemens is aan te vatten in het westen van Noordbra bant, hun verwezenlijking zou bemoei lijken. Wij mogen niet onbekend zijn met de psychologische aspecten van dit vraag stuk. Op dit ogenblik dat de onderhan delingen hangend zijn» zou iedere voor barige inneming van een positie nadelig zijn voor de mogelijkheden van een schikking en zeer vermoedelijk voor onze belangen. De vrijwaring van deze belangen berust op stevige juridische grondslagen. Zij moet niet verzwakt worden door verklaringen van inzichten die zouden gevaar lopen de onderhan delingen te belemmeren en ze zelfs mis schien in gevaar te brengen." Motie Zoals bekend eindigde het debat bij de interpeUaties over het Deltaplan met de indiening van een motie, waarin de Belgische regering wordt verzocht „er voor te zorgen dat België niet voor een voldongen feit wordt gesteld en dat geen enkel werk van het Delta plan, dat de gewettigde rechten of be langen van België zou kunnen schaden, wordt uitgevoerd vooraleer in een geest van zuiver begrip voor het ver langen naar veiligheid van onze Neder landse vrienden en buren een over eenkomst is tot stand gekomen omtrent de voorzieningen die tegelijkertijd moe ten worden getroffen ter vrijwaring van de betrokken nationale belangen." In deze motie wordt ook de Schel de-Rijn-verbinding bedoeld, doch ,,het Moerdijkkanaal" niet genoemd. De tekst laat aUe vrijheid aan de Belgi sche regering om te streven naar een compromis terzake evenals omtrent de Oosterschelde en de Wester- schelde. Conclusie Wanneer men nu alle hier weer gegeven verklaringen van de Belgi sche regering bij monde van minister Larock aandachtig nagaat, komt men tot de conclusie, dat de eis van het Moerdijkkanaal door België theore tisch blijft gesteld, doch slechts als het beginsel van een nieuwe verbin ding tussen Antwerpen en het Hol- landsch-Diep; die eis zal immers moeten worden aangepast aan de ge volgen van het Deltaplan en aan de toestand, welke de op stapel staande waterstaatswerken in west-Brabant gaan scheppen. Dit betekent, dat de nieuwe Schelde-Rijn-verbinding, waarop België in beginsel blijft rekenen, praktisch zal afwijken van het tra cé-Van Cauwelaert-Steenberghe en eerder het voorstel van mr. Burger in de Tweede Kamer zal benaderen, wien in de Belgische Senaat ook door de interpellant mr. C. De Baeck zelf hulde werd gebracht. En dit voorstel bevatte een ka naal-tracé, dat in de buurt van Dintelsas, dus bij de sluizen van de toekomstige Volkerakdam, zijn uit monding zou vinden. Inlichtingen uit bevoegde Belgische bron wettigen voor ons de opmerking, dat de aan zienlijk geringer kosten voor België van een nieuwe Schelde- Rijn-verbinding volgens het westelijke tracé, het verzaken aan een kanaaltak tot in het plaatsje Moerdijk in grote mate zal vergemakkelijken. In Amerika Onlangs is overeenstemming be reikt tussen de Air Line Pilots Asso ciation (A.L.P.A.), de Amerikaanse organisatie van verkeersvliegers, en een van de luchtvaartmaatschappijen van het Amerikaanse verkeersnet, de „National Airlines", ten aanzien van de salarissen der vliegers, die de diensten met de toestellen met schroefturbine- en straalturbinemoto- ren zullen uitvoeren. De „National Airlines" zullen, als de DC-8 in gebruik wordt genomen (straalmotoren), aan de gezagvoer ders een jaarsalaris van 26.000 dol lar (ongeveer 100.000.-) uitbetalen en aan captains van de Lockheed Eleetra (schroefturbinemotoren) een bedrag dat iets lager ligt dan f 90.000 per jaar. (Van onze Parijse correspondent) Honderd en tien duizend werklozen in Nederland. Het bericht heeft op de Nederlandse kolonie in Frankrijk diepe indruk ge maakt. Wil niet een deel dezer werklozen in Frankrijk gaan wer- bekoren.erlandse ken? Deze vraag wordt ook gesteld in officiële, Franse kringen, Het antwoord zal ongetwijfeld bevestigend luiden, want onder de druk van het spook der werkloosheid krijgt emigratie een ander aspect. ongeschoolde arbeidskrachten in de begunstigde industrieën, die vrijelijk kunnen investeren en in de loop van dit jaar hun produktie aanzienlijk zul len opvoeren. Gemakshalve hebben we de mijnbouw maar niet genoemd: zeker^ de Franse mijnbouw zal wei werklozen kunnen Er is hier beslist geen plaats voor het hele leger. Misschien wel voor enkele tienduizenden er van. Frank rijk vreest ook een terugslag in enkele bedrijfstakken, hetgeen de re gering tot voorzichtigheid rhaant. An derzijds gaat men volgens het nieu we investeringsplan andere bedrijfs sectoren aanzienlijk uitbreiden. Hier toe behoren onder andere de vee teelt, de chemische industrie, de au tomobielnijverheid, textiel, elektro techniek, mechanische industrie, en de papierindustrie. Het is nog niet zinking van einde 1957 zal vermoe delijk gevolgd worden door een ster ke opleving, daar er immers ernsti ge plannen bestaan om te komen tot vrije huren voor de nieuwe wonin gen. In de boven genoemde sectoren kan nog steeds personeel worden ge plaatst. Al wat Frankrijk aan werk lozen bezit is een compagnie be roepswerklozen van 45.000 man. Toen de zorgen einde 1957 hoog waren ge- woongelegenheid te komen. Auto mobielnijverheid en de chemischa industrie hebben grote behoefte aan geschoolde krachten. nog geen acht percent vormen van Theoretisch liggen er hier kansen de nieuwe vraag naar geschoolde en voor een deel van de Nederlandse werklozen. Twee zaken zijn nochtans noodzakelijk. De eerste en de moei. lijkste vereiste is, dat de Neder landse autoriteiten contact opnemen met de Franse regering en tot een akkoord pogen te komen. Dit ak koord is mogelijk. Misschien zullen we als tegenprestatie wat meer Fran se wijn moeten drinken of wat rui mer krediet mogen geven voor de aan Frankrijk verkochte eieren. Een tweede kwestie waarop we de nadruk zouden willen leggen is de noodzaak van een goede aanpas singscursus. Hoewel men in enkele uren treinreizen in Frankrijk is zijn er tussen Nederland en Frankrijk be langwekkende verschillen. De toekom stige emigrant moet er tevoren van op de hoogte zijn. Zijn Franss toekomst mag hem niet te rooskleu rig worden afgeschilderd. In die aan passingscursus tenslotte moet aan dacht worden besteed aan de Franse taal. Miljoenen Italianen, Spanjaar den en Polen hebben in Frankrijk werk gevonden. Enkele duizenden Ne- Theoretische kansen Anders is het met landbouw en veeteelt. Vele bedrijven hebben een tekort aan personeel en zien gaarne Nederlanders komen. De lonen zijn laag: 130 fr. per uur. De landarbei ders worden merendeels door de boe ren gehuisvest voor enkele guldens per maand, hoewel de „woning" voor onze begrippen veel te wensen over laat. De kindertoeslag en kleine voor delen in natura maken weer wat goed terwijl er voor ernstige werkers een toekomst is als eigen baas. Veel ho gere lonen worden betaald in de in dustrie. Geschoolde arbeiders verdie- stegen, vreesde men, dat tengevolge nen Y3,8.'5 50.000 fr. per maand, waar- derlanders leven en werken al in van het deviezentekort sommige be drijfstakken moeilijkheden zouden lrijgen met de invoer van grondstof fen, hetgeen tot tijdelijke werkloos heid zou kunnen voeren. Momenteel vreest men in financiëel-ecönomische kringen dat de eventuele arbeiders, duidelijk wat er met de bouwbedrij- die in andere sectoren vrij kunnen vigheid gaat gebeuren: de kleine in- komen door de investeringscontrole op. indien ze vier kinderen hebben, nog eens dertigduizend fr. per maand kindertoeslag komt. Hoewel 't leven hier aanzienlijk duurder is, kan men van een dergelijk bedrag behoorlijk rondkomen. De grote yioeilijkheid is niet om werk te vinden maar., om aan een arbeidsvergunning en het land van Marianne. Er is nog plaats voor enkele tienduizenden landgenoten. Wordt het onder de he vige druk der omstandigheden niet noodzakelijk aan deze mogelijkheid aandacht te schenken? Teveel goede krachten zijn voor de Europese Samenleving verloren ge gaan.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1958 | | pagina 7