KOORTSCENTRUM VAN HET GEMENEBEST Niets dan meisjes in Neuhof De psalmen belicht Jacob Cats: dichter, die nu nog gelezen wordt Amerikanen moeten hun levenswandel in buitenland herzien -Doorkijkje in Fleet Street VaderCats sou eigenlijk grootvader Cats moeten sijn DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 13 FEBRUARI 1958 Door Thomas Merton en Romano Guardini Zijn zedepreken nu nog in vele huizen naast de Bijbel 100 Kamerplanten De wijsbegeerte van de 20e eeuw Slechts een halve kilome ter is 's wereld beroemdste krantenstraat lang. Hij ligt in het hart van Londen, vlak bij de City, tussen Temple Bar en Ludgate Circus. Lan ger dan zeven eeuwen reeds draagt die vermaarde straat de naam Fleet Street, een naam, die tot een begrip is worden voor iedereen, die met kranten te maken heeft en zelfs voor vele kranten lezers buiten Engeland. „Koortscentrum" van het Gemenebest, aldus ken schetste een Amerikaans pu blicist Fleet Street eens. En stellig is het waar, dat le ven en bedrijf in Fleet Street koortsachtig zijn voor allen die daar werken- Fleet Straat is enig op aarde, want er is geen enkele andere straat, in welke grote stad ook, die zo uitsluitend gewijd is aan de vervaardiging van kranten en periodieken. Fleet Street begon zijn journalistieke loopbaan in de zeventiende eeuw, toen Henry Muddiman er zijn nieuwsbrieven opstelde en vermenigvuldigde. Het journalistieke hart van En geland is er blijven kloppen, toen de oude, waardige Times (de „Donderaar") er opgroeide tot een toonaangevend blad en toen, later, Lord Beaverbrook's „Dai ly Express" er ontlook en uit wies tot een toonbeeld van de moderne journalistiek voor de brede massa. U vindt in Fleet Street de bu reaus der grote landelijke En gelse dag- en avondbladen, de Londense kantoren van de onaf hankelijk gebleven regionale persorganen en van tal van weekbladen. Dan zijn er geves tigd het. hoofdkantoor van Reuter, 's werelds grootste nieuwsagent schap, en een aantal foto-pers bureaus Behalve de dagblad- en pers bureaus staan in Fleet Street tal van befaamde taveernes, ja ner gens beter dan in de nieuwswijk heeft in Londen de taveerne zijn oude karakter behouden. Iedere redactie heeft er haar stamcafé, waar de journalisten somwijlen een ogenblikje uitblazen van de drukte en onrust van hun be staan. Hoezeer de mannen der pers die wijkplaatsen in ere hou den, blijkt bij voorbeeld hieruit, dat er in Fleet Street meer ge denknaalden zijn voor eertijds beroemde, thans „gesneuvelde" taveernes dan voor eens beroem de (thans overleden) collega's. Fleet Street's beroemdste her berg is de „Cheshire Cheese", sedert drie eeuwen een zeer ge zocht oponthoudsoord voor jour nalisten en kelners. Beroemde mannen toefden hier gaarne. Een hunner was de bekende schrijver van detective-verhalen, Edgar Wallace. Als verslaggever leefde en werkte hij in Fleet Street, waar nu nog een plaquet te zijn beeltenis vertoont. Loopjongens rennen door de redactie-bureaus en door Fleet Street. Auto's snorren af en aan. Telefoonbellen rinkelen. Verre schrijvers en schrijfmachines ra telen. Fotografen en clichéma kers komen tijd en handen te kort. Ook des nachts gaat dit le ven voort. Nieuws! Redactievergaderingen worden belegd. Kritiek. Menings verschil. Kwinkslagen. Nieuwe denkbeelden. Marconisten jagen de ether af. Hier India... Hier Australië.... New York spreekt.... Moskou meldtNieuws Zo was en zo is het leven in Fleet Street. Iedere steen in de ze straat, iedere taveerne, ieder huis wekt herinneringen aan gro te journalisten van weleer, aan mannen als Addison en Steele Links boven: Een der oudste herbergen achter Fleet Street, de Cheshire Cheese, waar al drie eeuwen lang journalisten plegen te verpozen na gedane arbeid. Rechts boven: De hoofdredac teur bespreekt met zijn mede werkers de krant voor de vol gende dag. Foto onder: De eerste proef druk van de zojuist gesloten „vorm", altijd weer een beleve nis voor de journalist die van zijn vak houdt. aan dr. Johnson en aan Swift, aan rsdgar Wallace. G.K. Ches terton en aan Hillaire Belloc. Vooral ook aan Alfred Harms- worth. later Lord Nopthcliffe, aan de man, die een der schep pers was van de huidige journa listiek in Engeland zowel als daarbuiten, aan de man, die de vrouw in Fleet Street binnenleid de. NADRUK VERBODEN Over Neuhof, een klein dorpje in Duits land, gelegen tussen Würzburg en Bam berg in de buurt van Dettelbach hangt een tot nu toe onopgelost raadsel: sinds ongeveer 40 jaar worden daar uitsluitend meisjes geboren. Vroeger was het juist omgekeerd, toen werden er alleen maar jongens geboren en moesten de mannen bijna allemaal hun vrouwen van 'buitenaf halen. Momenteel zitten de boeren met het probleem, dat zij geen opvolgers hebben, om later de boerderij te beheren: er zijn geen boerenzoons. Reeds meer dan 400 jaar leven er in Neuhof oude boerengeslachten, waaraan de troebelingen van de tij- ■'.en bijna spoorloos voorbij zijn gegaan. Sinds eeuwen rewonen de families dezelfde boerderijen. Er is echter ets veranderd: de meisjes nemen de plaats in van de mannen. Zij besturen de traktoren op het land van hun vaders, verrichten de zwaarste landarbeid en doen het werk in de stal en in huis: zij brengen dezelfde arbeids kracht op als mannen. Het zijn vlijtige, eerbare, onge kunstelde en ook een beetje schuwe wezens: het zijn meisjes zonder lippenstift of nylons en ook zonder mannen van gelijke leeftijd. Vele meisjes van Neuhof hebben reeds lang de huw bare leeftijd, maar zij zijn er steeds maar niet toe kunnen komen, om met „iemand van buitenaf" te trou wen. Er zijn genoeg gegadigden, die naar de hand van de meisjes van Neuhof dingen, maar deze pretendenten zien altijd in de eerste plaats de boerderijen en de rijke akkers. Op een goeie dag kwamen er uit Bad Tölz een hele stapel brieven van trouwlustige jonge mannen; de moedigsten kwamen persoonlijk. Deze laatsten trok ken na een paar uur, niet door de meisjes bekeken, weer naar huis en kunnen de „nederlaag" nog steeds niet vergeten. De brieven bleven allemaal onbeant woord. Ook verslaggevers van de grote geïllustreerde bladen kwamen niet aan bod. Het is er maar een gelukt om het vertrouwen van de bevolking van Neuhof te winnen en deze mocht zelfs foto's maken. Gewoonlijk wanneer er een vreemde in het dorp verschijnt, ver dwijnen alle meisjes van het toneel en zij komen pas weer uit de huizen tevoorschijn, wanneer de lucht weer „zuiver" is. Ongeveer veertig jaar geleden begon het gensloze tijdperk" in Neuhof. Er werd in die tijd nog eenmaal een jongen geboren, maar dit was dan ook de spreekwoordelijke uitzondering op de regel. De laatste erfgenaam van Neuhof heet Emu. On danks de fantastische keuze die hij heeft, is hij nog steeds een verstokt vrijgezel gebleven. Frau Toni is het hoofd van het meisjesdorp, dat ook al weer een uitzondering - een mannelijke burge meester heeft. Verder wordt Neuhof uitsluitend door vrouwen geregeerd. Frau Toni is de leidster en raad geefster van alle meisjes: zij gaan naar haar toe. wan neer zij speciale problemen hebben en vragen haar ad vies en hulp in vele zaken van het dagelijkse leven. Dik wijls zitten de meisjes 's avonds bij haar en dan klinken het gezang en het gelach over de velden. Soms komen de vrouwen en meisjes van Neuhof bij elkaar in de grote burgemeesterskamer, om er eeft kaartje te leggen. Menig klaverjasser zou verbaasd met zijn tong klappen, wanneer hij hen bezig zou zien. Mannen mogen alleen maar toekijken. Wee, degeen, die het waagt op- of aanmerkingen te maken. Ondanks het hijzonder harde en zware leven dat zij leiden, zijn de vrouwen van Neuhof vrolijk en levens lustig. Het komt in dit plaatsje niet voor, dat de nacht in de dag wordt veranderd. Iedereen gaat er zeer vroeg slapen, om nieuwe krachten op te doen voor de vol gende zware dagtaak. De bekende cisterciënzermonnik Thomas Merton biedt onder de titel ..Brood in de woestijn" beschouwin gen over de psalmen, geschreven in de trant van de monastieke overle vering en gericht vooral tot diegenen die van de psalmen het hoofdbestand deel van hun gebed maken, monniken dus, priesters en religieuzen. Voor hen zijn de psalmen het brood, dat hen voedt in de woestijn, het voedsel voor hun inwendig leven en stof voor overwegingen en eigen persoonlijk ge bed. Voor wie ze weten te doorgron den. krijgen de psalmen een verras sende diepte, een wonderlijke en on uitputtelijke actualiteit. Niet alleen echter voor deze cate gorieën zijn de psalmen van beteke nis. Aangezien ze in de liturgie een hoogst belangrijke plaats innemen, zijn ze in weerwil van hun ouder dom een van de krachtigste vormen van gebed voor de mens van alle tij den. Op grond van deze belangrijkheid menen wij deze verzameling per soonlijke aantekeningen over het psal terium" te mogen aanbevelen, niet alleen aan degenen voor wie ze direct bedoeld zijn. maar ook aan hen die de vereniging met God zoeken door een daadwerkelijk medeleven met de O o Op 18 november 1577 werd te Brouwershaven als zoon van een onze merkwaardigste dichter. Het is nu dus ruim 380 jaar ge leden, dat de man, wiens gedichten ongetwijfeld het meest zijn gelezen in de achter ons liggende eeuwen van alle dichtwerken, welke het licht zagen, in het Zeeuwse stadje in de windsels lag. „Men" kent Cats als „Vader Cats" en er zullen weinige Ne derlanders zijn, die niet weten, dat er 'n „Vader Cats" bestaan heeft en zelfs zijn er zeer velen, die ook nog weten, dat het een dichter was. Vondel, Huyens, Bredero en hoe zij ook na dien allen hebben mogen heten, zijn nimmer zó bekend en po pulair geweest als Cats dat was. Vandaar het vertrouwelijke „Vader Cats". Prof. v. Vloten schreef eens, dat het wellicht beter ware geweest om te spreken over „Grootvader" Cats, want zijn trant van zedepreken was die eens grootvaders, eer der dan die, welke men van een vader verwacht! Obscura" zijn tijd opnieuw steeds weer doet beleven. Cats heeft zich tot taak gesteld om zijn volk te Ieren, welke deugden belangrijk waren. Hoe het had te leven en wat het had na te laten of te bestrijden. Cats was een vroom man met on getwijfeld rijke levenservaring. Hij moet goed uit zijn ogen geke ken hebben en hij was niet afkerig van vrouwelijk schoon (alles binnen de grenzen der eerbaarheid!), even min van de goede gaven dezer aar de en hij was bijzonder gesteld op een gezellig en gelukkig huiselijk leven. Dit ideaal hield hij onze landgeno ten dan ook voor. Wanneer men zijn gedichten zo eens doorbladert, dan bemerkt men, dat Cats zich letterlijk met alles be moeide en overal een oordeel over uitsprak. Maar daar was in de ru- I moerige tijd van na de 80-jarige oor log blijkbaar behoefte aan. Alles gist te en deinde nog en men zocht de vaste lijnen "om naar te leven zo als na elke grote oorlog in de bijbel en in Cats' raadgevingen. Het is vooral het leven der seksen dat Cats' bijzondere aandacht had en op welk terrein hij niet ophield wèl- gemeende adviezen uit te delen. Cats' zedepreken mogen ons mis schien niet meer aanspreken, zij deden dit onze voorouders zelfs tot in de 19e eeuw nog wel degelijk. Het is toch bekend, dat in tal van Ne derlandse gezinnen Cats' dichtwer ken een plaats kregen naast de Sta tenbijbel. De veelheid der dichterlij ke voortbrengselen van Cats kon al leen maar bij een soortgelijke band als de Bijbel worden ondergebracht. Voor ons liggen terwijl wij dit schrijven Cats' dichtwerken in twee statenbijbel-dikke delen, hecht gebonden in leder en van een zware omslag voorzien. Die kon men zo maar niet stuk lezen. En dat was goed ook. want er werd in gebladerd en in gelezen van generatie op gene ratie. Omstreden figuur Cats is als dichter ongetwijfeld een omstreden figuur. Men is in de let terkundige wereld geneigd hem niet onder de grote dichters te rangschik ken. Misschien is dat ook wel zo, maar Cats heeft iets aangedurfd waar andere dichters niet de moed toe hadden: hij heeft begrijpelijk en voor het gewone volk, voor de door snee Nederlander geschreven. En daar was het hem om te doen en... dat doel heeft hij ook bereikt, getui ge de bijnaam "Vader", welke hem al spoedig werd gegeven. Cats' dichtwerken leren ons de tijd, waarin hij leefde, kennen. In zekere zin zouden wjj zjjn literaire arbeid willen vergelijken met die van Beets, dis ons door zjjn "Camera wees echter een professoraat in de rechten te Leiden af en zag meer in het ambt van pensiona ris van Middelburg, (en later te Dordrecht) om van \t d> po- tie curator van de Leidse universi teit te worden. Tot twee keer toe nam hij het raadspensionarisschap v. Holland en Westfriesland (zoiets als „Rijkskanse lier'' in Duitsland) waar. Meerdere keren werd hij met diplomatieke op drachten belast. Zelfs nog op 74-ja- rige leeftijd moest hij voor Heren Staten naar Engeland! Cats heeft ons land vooral Holland op de hoogste posten plichtsgetrouw ge diend. Advocaat Dit is dus Cats als dichter en wan neer een dichter zó wordt gelezen als Cats, dan mag hij zich gelukkig prijzen, want dan kan hij iets berei ken met zijn gaven. Maar hoe het zij Cats als Neder lands staatsburger had een schone staat van dienst, toen hij op 12 sep tember 1660 op "Huize Zorgvliet" in Den Haag overleed en in de Kloos terkerk werd begraven. Cats was eigenijlk rechtsge leerde en was o.m. te Brouwers haven en Middelburg advocaat. Hij Buitenman Toen hij zich uit het openbare le ven terugtrok ging Cats "zich wijden aan het landleven en nog meer dan tevoren aan het dichten. Hij dichtte eigenlijk tot aan zijn laatste adem tocht. "Zorgvliet" aan de Scheve- ningse weg is het buiten, waar ook verschillende verzen ontstonden, wel ke het stempel van het buitenleven dragen. Cats heeft in zijn gedichten getoond op en top buitenman te zijn. Hij was dit beslist veel meer dan Poot, die de naam heeft het te zijn. Poots' gedichten zijn veel minder populair en zeker niet beter: in elk geval minder dicht bij het landleven, zoals onze vaderen dat kenden, staande. Cats' geboorteland was reeds lan delijk, maar vooral 't inpolderen der gorzen in Zeeuvysch-Vlaanderen had zijn belangstelling, zoals het inpol deren in Noord-Holland de belang stelling genoot van Amsterdamse re genten. Die belangstelling was niet zuiver agrarisch, want Cats bleek ook een zakenman te zijn en trots alle gezedenmeester zag hij al jong in, dat geld tot vele dingen in staat stelt en vele poorten kan ope nen. Cats' zedenleer hield o.m. in dat voorzichtigheid de moeder van de porseleinkast is en we zien het hem zelf vaak in de praktijk brengen. Historici menen dit ook te hebben kunnen vaststellen bij zijn optreden als staatsman. In elk geval staat wèl vast dat de Gouden Eeuw min der goud zou zijn geweest, wanneer alle Nederlanders zich gedragen had den als Cats en bij alles de voor zichtigheid voorop gesteld hadden. Enige voorbeelden Zoals gezegd heeft Cats vele voor beelden ontleend aan de landbouw en dit mag zeker één der redenen zijn. waarom Cats' werken zulk een vooraanstaande plaats innamen tus sen de bezittingen onzer boeren. Door de voorbeelden uit het boerenleven' te gebruiken kon men hem volop be grijpen. Ook de stedelingen, want die waren in die dagen nog niet zó ver het platteland ontgroeid als dit thans het geval is. Stad en platteland waren in die da gen veel meer op elkaar ingesteld en er was een voortdurend innig con tact. Voorts zijn de voorbeelden ook uit i het dagelijks leven afkomstig. Bij voorbeeld: De z.g. Gilde-Os (wij kennen hem nog als "Paas-Os" wordt ten tonele gevoêrd om erop te wij zen. dat voorspoed in tegenspoed kan veranderen. „Al wort hy schoon gestreelt, 't is voor een korte wijl, Eylaasvan achter volght de slager met de bijl". Het enten en snoeien zijn ook beel den, welke hij gaarne gebruikt om op mogelijke fouten in 's mensen ge drag te kunnen wijzen. Wanneer hij wil zeggen, dat men bij de opvoe ding der kinderen meer bereikt met stroop dan met azijn zegt hij: .Krauwt de zeug in hare nek; 't Beest gaat leggen in de drek" Wanneer hij bezig is goede raad gevingen uit te delen aan hen, die zich op vrijers voeten bevinden, dan waarschuwt hij jongelui vooral een „gelyk paer" te vormen naar het veelzeggende voorbeeld van het on gelijke span paarden, dat de wagen maar steeds niet uit de modder kan trekken: ..Ongelijke peerden trecken kwa lijk". Ook waarschuwt hij meisjes, die er aardig uitzien, om voorai niet te "vrij" met jongemannen om te gaan, er niet te gemeenzaam mee te zijn omdat het dikwijls kwalijk uitvalt: „Siet, als het schaep is al te tam, Soo komt'er menigh dertel lam, so dickmael als het maer en dorst volgen en afstand moe liturgie, dam). (Uitgave de Ford, Rotter- Dat de psalmen iets belangrijks be tekenen voor leken, bewijst Romano Guardini, die over dit onderwerp 'n reeks preken hield voor de universi teit-studenten van München. Acht van deze preken zijn in het boekje „Psal men", uitgegeven bij Paul Brand te Bussum, gebundeld. In de eerste preek behandelt G. in het algemeen de betekenis van de psalmen voor de mens van nu. Achtereenvolgens be- mediteert G. de psalmen 1, 22, 90, 138 113, 148 en 103. Het publiek waartoe G. zich richt, is geheel verschillend van dat van Merton, maar in wezen betoogt hij hetzelfde: de psalmen vormen de grondstof van het gebed van de Kerk en hebben in de geschiedenis der christelijke vroomheid een grote rol gespeeld. De liturgie is geheel door trokken van psalmteksten, zij zijn als een stroom die door alles heengaat. Wil de priester en de leek zich in schakelen in het liturgisch gebed van de Kerk. dan kan hij niet langs de psalmen heen. Zowel het boek van Merton als dat van Guardini kan ons helpen dieper in de geest van deze oeroude gebeden door te dringen. Het is moeilijk te zeggen, aan wie van beide wij in deze de voorkeur geven. Guardini's visie op de psalmen is ver rassend en directer afgestemd op de mens in de wereld. Merton het kan niet anders bij een cisterciënzer monnik put meer uit de Vaders en kerkelijke documenten, maar is toch levendig en fris genoeg om ook de mens van vandaag te boeien. Men doe derhalve zijn keuze, of lie ver: men kieze de beide werkjes. J.H. Het bekende praktische boek van mevr. A. C. Muller-Idzerda over 100 kamerplanten en hoe ze behandeld moeten worden kreeg een zevende ge heel herziene druk. Het fotoigedeêlte is geheel herzien en gemoderniseerd. Inplaats van een kleine foto en tekst op dezelfde bladzijde zijn nu de foto's op groot formaat op een afzonderlijke bladzijde opgenomen en de beschrij ving staat er tegenover op de andere bladzijde. Het boek heeft hierdóor ongetwijfeld aan uiterlijk en aan- bruikbaarheid gewonnen. Voor ieder, die van zijn kamerplanten zo veel en zo lang mogelijk plezier wil hebben- een onmisbaar boek, dat ook dóór de fraaie uitgave, welke Kosmos te Am sterdam er aan gaf, zeer aantrekke lijk is. Een uitstekend werk hoeft Dr. "B. Delfgaauw geschreven over „De wijs begeerte van de 20ste eeuw". Hij be gint met het schetsen van de histori sche en actuele achtergronden, waar tegen zich de nieuwere wijsbegeerte aftekent. Hij schetst, hoe klassieke fy sische begrippen hun onbeperkte gel digheid verliezen. De belangstelling voor de genese der verschijnselen heeft haar pendant gevonden in de be langstelling voor hun structuur. Dit werkt door in de taalwetenschap, de psychologie, de geschiedwetenschap, de medische wetenschap. Het vraag stuk van de techniek met haar opbou- wende vernietigende zijde dringt zich op. Daarmee ook de vraag van de menselijke vrijheid. Het religieuze besef heeft een nieuwe ontwikkeling gekregen. Van dit alles vindt men een weerslag uit de wijsbegeerte. Er zijn antwoorden uit de overlevering in neo-Thomisme, neo-Kantianisme, neo-Hegelianisme en in het Marxis me. Er zijn ook antwoorden, die zich niet aan een bepaalde wijsgeer hechten en die door Delfgaauw als „antwoorden uit de wending" worden getypeerd. Van al die stromingen en hun voornaamste vertegenwoordigers geeft de schrijver een duidelijk over zicht en een helder begrip. Dit boek kan aan allen, die zich willen ver diepen in het hedendaagse geestesle ven en de hedendaagse geesteswor- stelingen. aanbevolen worden. Het werd uitgegeven bij HetWereldven ster in Baarn. (Van onze corres pondent) We hebben al eens eerder geschreven over de houding van de Amerikanen in het bui tenland, waarbij we tot de slotsom kwamen, dat hun ontactisch ge drag oorzaak was van anti-Amerikaanse ge voelens. In het belang van de Atlantische ge meenschap zouden de twee miljoen Ameri kaanse militairen en burgers, die momenteel in Europa zijn geves tigd, een cursus in Europeanisme moeten het oytjen vallen aen de borst". Renteniers raadt hij aan niet alles op één kaart te zetten met het voor beeld: „Niet te veel eyers onder eene hen". Zij. die niet waarderen wat zij be zitten. wijst hij op: de koe, die niet weet waartoe haar staart dient tot zij die kwijt is. Hoe waar steeds: is zijn vaststelling nog ■,De vorsten hebben schuld. De kleinen moeten lijden; Want daer een moedigh prins verkeerde sla gen doet; Daer is 'et, dat het volk de straffe dragen moet", of wel: „De seugh misdoet. De bigge boet". Om te wijzen op de dood. die niet daar toeslaat, waar men wel iets kan missen, vertelt Cats van een rijk man wien een kind wordt ontnomen, terwijl hij gemakkelijk een koe had kunnen missen, zulks in tegenstel ling tot de kleine landman, wiens eni ge koe sterft. Blaffende honden bijten niet, ken nen wij allen. Cats wijst erop, dat: „De gans blaest wel, maer en bijt niet". U begrijpt natuurlijk wel wat hij wil zeggen met: Vechtende koeyen voegen haer te samen, als de wolf komt". ten doen van hun supe rioriteitscomplex. Om geen scheve ogen te kweken zouden ze ook nauwlettend moeten toezien hun Amerikaan se welstand niet te veel te etaleren. Het week blad „LIFE" heeft zich ook met deze kwestie bezig gehouden en bracht zelfs in een spe ciaal nummer de re sultaten van een uit voerig onderzoek; in de i eindconclusie staat: i „Het anti-Amerikanis me maakt opgang bij de vrienden van Ame rika." De Romeinse corres pondent van „LIFE" windt er geen doekjes om: „De Amerikanen in Rome werken op de zenuwen der Italianen. Ze herhalen maar steeds, dat met wat goede wil alle moei lijkheden op te lossen zijn. Het is voldoende om enige tijd in Italië te hebben geleefd om te begrijpen, dat pro blemen zoals de werk loosheid en het paupe risme niet zo eenvou dig zijn als onze land genoten wel denken. Er is één zaak, welke de Italianen ons altijd aanwrijven; onze rijk dom. De wetenschap, dat een Amerikaanse luitenant meer verdient dan een Italiaanse ge neraal brengt hen bui ten zich zelf." De Britten en de Fransen zijn vooral boos op de Amerika nen, omdat ze hun dienstbodes weglokken met hogere lonen en de woningnood vererge ren door apartemen- ten te huren voor over dreven prijzen. De Duitsers nemen dit al les minder ernstig op en lachen slechts over de levenswijze der Amerikaanse vrouwen. In Wenen blijken voor al de opvoedingsmetho des der Amerikaanse moeders de aandacht te trekken. De Weense vrouwen verwachten nog altijd meer van een stevige oorvijg of een pak voor de broek dan van het Ameri kaanse systeem. Het weekblad heeft de kwestie diep onder zocht en kwam tot de conclusie, dat men bij de Duitse en Oosten rijkse meisjes nog posi tieve gevoelens aantreft Zij houden vol. dat de Amerikanen beleefder zijn dan de Europea nen: „Ze staan op als een dame een kamer binnenkomt en ze stap pen zelfs hun auto uit om het portier te ope nen voor hun begeleid ster. Ze hebben altijd delicate attenties." We laten dit gaarne voor rekening van Gretchen - in - burger. Voor één keer blijken ook de Engelsen en de Ieren akkoord te zijn. Beide partijen ver klaarden: „De Ameri kanen hebben de naïvi teit van de jeugd, maar hun automobielen, te groot en te opzichtig, tonen aan, dat ze geen gentlemen zijn." De Denen vinden «te Amerikanen niet on sympathiek. maar veel te lawaaierig en altijd naar alcohol ruikende. Volgens de Turken zijn de Yanks uitermate slecht opgevoed. De Spanjaarden Wijven het voorbeeldige ge drag van de Amerika nen in de kerkgebou wen te waarderen. In alle landen van Europa vermindert de populariteit der Ameri kanen, aldus „Life", waarmee de Fransen 't volledig eens kunnen zijn. Vooral in Frank rijk schieten ze de grootste bokken. Hun naïviteit is vaak erger dan kinderlijk. Niet alleen wekken ze ergernis door het weg lokken van de dienstbo des. door hun voortdu rende show met de bombastische wagens en door het overbieden als het om woningen gaat, maar bovendien sluiten ze zich vaak op in een volkomen isolé ment. Blijkbaar voelen ze zich dermate supe rieur, dat ze geen vreemde taal willen le ren en geen contact willen onderhouden met de landskinderen. Hun levensmiddelen kopen ze in hun eigen instel lingen. Hun kinderen gaan naar eigen scho len en worden aan de deur door legerbussen afgehaald. Ze hebben hun eigen bars, hun eigen clubs en nauwlet tend blijft de kring ge sloten. Hun zelfgekozen isolement is hun groot ste blunder. Hierop zal men de nadruk moeten leggen in de cursus „Slagen in het buiten land", die binnenkort aan de Amerikaanse universiteiten zal wor den gegeven.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1958 | | pagina 9