Naar een brug of tunnel voor Zeeuwsch-Vlaanderen WIE HET ZWAARD OPNEEMT Mi!ét' r Feiten en cijfers, welke gunstige uitslag van komende studie beloven verkoolde resten Bandoeng feestte „morgen waait Japanse vlag" prikkeldraad Voetbalprogram 16 februari klopt* Doodgewaande te aan de deur En Bandoeng feestte...... 1 Document van blanke slavernij en Japans despotisme Kritiek op toegangskaarten voor grot te Lourdes TV-RADIO-TV-RADIO-TV lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll ■Ml. LézM IH I DAGBLAD DE STEM VAN MAANDAG 10 FEBRUARI 1958 Hel rapport-Haccou Wat een prachtige CADEAUS bij soepen Sovjets: In 1929 al raketplan door ANTONIO DEL MONTE De toekomstige vaste oeververbinding voor Zeeuwsch-Vlaande- ren is in een nieuw stadium gekomen. Nu minister Algera het provinciaal bestuur van Zeeland heeft meegedeeld niet afwijzend te staan tegenover het vormen van een commissie, welke de economische mogelijkheden van zo'n vaste verbinding moet on derzoeken, mag worden aangenomen, dat een dergelijke studie commissie ook spoedig zal totstandkomen en aan het werk zal gaan. Een commissie op nationaal plan, wat betekent, dat het al gemeen Nederlands karakter van het vraagstuk wordt gesteld. En daarmee is de betekenis van deze vaste oeververbinding nog niet volledig aangeduid, omdat ook kennelijk internationale be langen om deze verbinding vragen. Sinds jaar en dag is er in Zeeuwsch- Vlaanderen en Zeeland en in Noord brabant op een vaste oeververbinding voor de Westerschelde aangedrongen. De werkgroep Deltazaken Zeeland nam haar op in haar schema van stu die-objecten en tekende al vast een fors lijntje op de kaart tussen Ove- zande en Terneuzen. De directeur van 't ETI te Middelburg, drs. M. Verburg bepleitte deze vaste oeververbinding o.a. op de Benelux-contactdag voor de Vlaanderens en Zeeland te Brugge op 11 oktober j.l. Hij vertelde toen, dat men in 1970 een constructiewerk van 300 miljoen gulden rendabel zou kunnen maken, omdat dit bedrag te gen 6 pet. rente en onderhoud het bedrag vertegenwoordigd, dat dan verspeeld zou worden door exploita tiekosten, wachttijden enz. van de veerdiensten. Overigens oordeelde hij, dat de vervoerscheppende betekenis van deze verbinding voor Holland, Zeeland, de Vlaanderens en noord- Frankrijk zo groot zou zijn, dat in vestering van het dubbele van dit bedrag, dus 600 miljoen gulden, waar schijnlijk nog verantwoord mag he ten. Al vroeger, in juli 1955, heeft de Stichting voor economisch onderzoek van de universiteit van Amsterdam aan de Zeeuwsch-Vlaamse Kamer van Koophandel een rapport uitgebracht over de vraagstukken van het ver keer van midden- en oost-Zeeuwsch- Vlaanderen met overig Nederland. Hierin werd speciaal de pontverbin- Advertentie) ding Perkpolder-Kruiningen onder de loep genomen en de conclusie was, dat een andere oplossing dan de veer dienst vóór 1970 onvermijdelijk wordt. In deze onder leiding van prof. Haccou tot stand gekomen en daarom als rapport-Haccou bekend geworden studie worden alle mogelijkheden en moeilijkheden nagegaan van de veer dienst, die vaak meer als een belem mering dan als een bevordering van het verkeer naar het geïsoleerde Zeeuwsch-Vlaanderen wordt ervaren. Verdiensten ontoereikend Zeeuwsch-Vlaanderen is nochtans praktisch voor zijn verkeer van deze gebrekkige veerdiensten afhankelijk. Voor Nederland is het in vele opzich ten gelijk te stellen met een eiland, aan één zijde begrensd door een in ternationaal gereglementeerde brede stroom en aan de andere zijde door een politieke douanegrens. Het verkeer, dat gebruik maakt van de veerdiensten heeft met aller lei stagnatie af te rekenen. Storm en mist kunnen de diensten geheel stil leggen en zelfs bij regelmatige vaart is het. vooral in de spitsuren, niet mogelijk al het verkeer te verwerken. Tienduizenden auto's hebben bij tij dige aankomst aan een veer op een volgende boot moeten wachten. Aan het veer Breskens-Vlissingen beliep dit aantal in 1954 al meer dan 33.000, aan het veer Perkpolder-Kruiningen over nog maar tweederde van dat jaar meer dan 60.000. Gevolg hiervan is, dat het verkeer deels een toevlucht heeft gezocht in het hoefijzerverkeer door België, al thans voor personenauto's. Voor vraebtautovervoer belemmeren dit de douaneformaliteiten. Overigens bete kent ook deze uitweg verlies van tijd en geld. Er moet dan b.v. van Zeeuwsch-Vlaanderen naar Bergen op Zoom een omweg worden gemaakt van 40 km. Nu kunnen de veerdiensten nog maar moeilijk verbeterd worden. In het rapport-Haccou zijn prog- Eredivisie NAC-BW. Blauw Wit—WV, DOS- Amsterdam. Ie divisie A Vitesse-DWS. Roda Sport-Willem II. Ie divisie B Hermes DVSSchev. Holl. Sp., Wa- geningenKFC, Leeuwarden-Fortuna VI., HaarlemXerxes, Eindhovende Volewijckers, LimburgiaRigters- bleek. 2e divisie A ZFC—DOSKO, Emma—Zeist, UVS— DHC, 't Gooi—EBOH. 2e divisie B TubantiaHeracles, OldenzaalEn- sch. Boys, Zwolse BoysVeendam. RhedenHeerenvecn, VelocitasBe Quick, Go AheadNEC. RESERVE KLASSEN 2e divisie B Fortuna VI. 2—RBC 2, EBOH 2—Em ma 2, ONA 2—SW 2. 2e divisie C Willem II 2—Roda Sport 2, WV 2— Wilhelmina 2, Eindhoven 2Helmon- dia '55 2, Sittardia 2MW 2. Amateurs le klas A RFC—Velox. Ie klas B Robur et Vel.Borne, Quick N.-WW Be QuickAchilles, ZACZwaag- westeinde. Ie klas C Boxtel—Valkenswaard, de Spechten Vlissingen. 2c klas A Boxmeer—TOP, JVC '31—Taxandria, Uno AnimoVeloc, Oss '20Desk. 2e klas B GoesMiddelburg, SartoRood Wit, InternosWVO. 3e klas B St. Mich. Gestel—UDI '19. Vlijmense BoysNevelo, VoabGW, Heusden- Baardwijk. 3e klas C RWBGudok, Veerse BoysHierony- mus. HeroSCO, VirtusVES '35. 3e klas D HontenisseZeelandia. RCSZeeland Sport, RKFCBiervliet. 4e klas E SVGOirschot, Vooruit. Velocitas '31 Nieuwkuik, HilvariaZigo, TAC Ons Vios. 4e klas F RSV—Zundert. Devo—Breda. RKWU TVC '39, Groen WitBoeimeer. 4e klas G De SchuttersCluzona, Nw. Borg- vlietBurgh, HalsterenNoordhoek. 4e klas H SteenLuctor, SluiskilClinge, Ria WOostburg. Hansweertse Boys 's Heer Arendskerke. Res. Ie klas Middelburg 2WSC 2, Zeeland Sport 2PSV 3. Brabantia 2Helmondia '55 3. Res. 2e klas A Veloc 2—de Valk 3, PSV 4—BW 3, Desk 2Eindhoven 3, Woensel 2 TSC 2. Res. 2e klas B Hontenisse 2Middelburg 3. Corn. Boys 2Axel 2, Alliance 2Roosen daal 2. Res. 3e klas B GW 2-RKC 2. Longa 3-Zwal. VFC 2. Res. 3e klas C RAC 2—NAC 4. RAC 2—NAC 4. SET 2—MOC '17 2. noses gemaakt, waarbij rekening wordt gehouden met een minimum- en een maximum-ontwikkeling van het verkeer tot 1970, resp. tot 534.000 en 840.000 auto's per jaar. In de mi nimum-veronderstelling dient voor 1970 aan het veer Kruiningen-Perk- polder te worden voorzien in een uur- dienst met vier schepen, elk voor 68 eenheden (personenauto's) en twee reserveschepen. Dit zou jaarlijks 4.8 miljoen gulden aan kosten vergen. In de maximum-veronderstelling moet worden voorzien in een uurdienst met 6. 7 of nog meer schepen en de kos ten zouden dan tot meer dan 8,1 mil joen gulden per jaar oplopen. Men komt tot nog hogere bedragen voor de offers van de gemeenschap, aan de veerdiensten verbonden, als men de kosten door tijdverlies en rijden over grotere afstand in aanmerking neemt. Zo beschouwd, zou het ont breken van een vaste oververbinding de gemeenschap in 1970 in de mini mum-veronderstelling voor het ver keer op f 5.3 miljoen en in de maxi mum-veronderstelling op f 9 miljoen komen te staan. Indien dergelijke diensten theore tisch alsnog mogelijk zijn, praktisch zouden zij steeds meer bezwaren on dervinden, omdat de dwarsvaart in de Westerschelde dergelijke opgevoerde frequentie niet verdraagt. Deze zee arm is immers ook de scheepvaartweg voor Antwerpen naar zee en voor het oostelijke deel tevens die naar de Rijn. Het toenemend verkeer voor Antwerpen met zee- en binnensche pen, o.a. Rijnsiepen, maakt het krui sen daarvan door de veerboten steeds moeilijker en dat zal eerst recht het geval zijn, wanneer de veerdiensten nog worden uitgebreid. Een uurdienst met vier schepen betekent acht pont diensten per uur, gaat men met zes schepen varen, dan worden het twaalf pontdiensten enz, 1970 geen eindpunt Men moet er bovendien rekening mee houden, dat 1970 geen eindpunt in de verkeersontwikkeling te zien zal geven. Daarom komt het rapport- Haccou dan ook tot de conclusie, dat een vaste oeververbinding onvermij delijk is en dat het, gegeven deze on vermijdelijkheid, ,,geen aanbeveling verdient met deze. tussenoplossingen het tijdstip van haar totstandkoming te vertragen, doch dat het integendeel gewenst is. dat deze voortijdig zal ge reedkomen". Het rapport geeft geen richtlijnen voor de wijze, waarop de vaste oever verbinding moet worden totstandge- bracht. Wel is nagevorst, of de tun nel van Antwerpen het verkeer naar Zeeuwsch-Vlaanderen niet zou kun nen opvangen. Met negatief resultaat overigens, omdat die tunnel nu al overbelast is. Daarvandaan de sug gestie om in overleg met België tot een nieuwe tunnel op Nederlands ge bied te komen en een vaste verbin ding tot stand te brengen over de kortste breedte van de Westerschel de tussen de in te polderen schorren van Saeftinge en Ossendrecht. Dezelf de oplossing is in dit blad vroeger, in 1954, als „Reinaertweg" bepleit. Voor een definitieve voorziening in de verbinding van Zeeuwsch-Vlaan deren met overig Nederland spreken trouwens nog andere dan verkeers technische motieven. De nauwere bin ding van dit gewest met Zeeland en Brabant en het verdere Nederland zal ook cultureel en sociaal-economisch verreikende gevolgen kunnen hebben voor het veelszins achtergebleven ge bied. De migratie zou dan kunnen op. houden en een nieuwe industriële ont. wikkeling in het vooruitzicht komen. Internationaal aspect Een vaste oeververbinding voor de Westerschelde krijgt nog te meer be tekenis bij een door de Europese in tegratie gestlmrtlrterde expansie in het Deltagebied. Zeeuwsoh-Vlaande- tegratie gestimuleerde expansie in tensiever verkeersstroom van Holland en West- Dultsland naar Vlaanderen en noord-Frankrijk, of omgekeert. Het ligt immers voor de band, dat deze verkeersstroom bet drukke centrum Antwerpen meer en meer zal willen vermijden, als daartoe met een tunnel of brug over de Westerschelde de ge legenheid geboden wordt. Reeds zonder volledige voltooiing van het Deltaplan zou een weg van Zeeuwsch-Vlaanderen naar Zuid-Be veland en verder naar Bergen op Zoom in aansluiting op de Zoomse weg een internationale verkeersader worden. Voor het toerisme in het Zeeuwse en Belgische kustgebied opent dat belangrijke perspectieven. Het zat zaak zijndat de nu te vormen studiecommissie mede dit internationaal aspect betrekt bij haar overwegingen en berekenin gen, waarvan wij intussen vertrou wen, dat zij eindelijk voor Zeeuwsch-Vlaanderen een hoopge vend resultaat zullen opleveren. De Duitse raketspecialisten die na de oorlog naar de Sowjet-Unie zijn gekomen hebben geen noemenswaar dige invloed gehad op de Russische rakettechniek. Dit heeft de Russische generaal Pokrowski, een raketspecia list, in het tijdschrift „Sowjet-stu- dies" verklaard. Generaal Pokrowski verklaarde, dat in 1933, elf jaar voor de eerste V-2-proef van von Braun. met succes de eerste raket met vloeibare brand stof in Rusland is beproefd. De Rus sische geleerde Tsjolkowski heeft in 1903 reeds een eerste ontwerp voor raketten gemaakt en reeds in 1929 een plan voor een raket met verschillen de trappen ontworpen. De generaal meende, dat de mis lukkingen in de Ver. Staten bewezen hebben, dat uitvoer" van buiten landse (Duitse' specialisten geen ga rantie voor welslagen is. Veertien dagen na de crematie van een in de rivier de Alster verdronken meisje belden twee Hamburgse poli- tie-agenten aan bij haar ouderlijk huis. De bedroefde ouders kregen de schok van hun leven: want daar tus sen de beide agenten in stond hun doodgewaande dochter Ingrid. Reeds sedert de eerste kerstdag- werd de 17-jarige Ingrid vermist. Alle nasporingen bleven vruchteloos tot dat men op 9 januari in de Alster het lijk van een jong meisje zag drijven, dat door een scheepsschroef ernstig was verminkt. De ouders meenden hun dochter erin te herkennen. Maar de politie trof later de echte Ingrid in een pension bij het hoofd station aan en geleidde haar naar haar nietsvermoedende ouders terug. De moeder kon de schok niet verdra gen en viel bij haar aanblik flauw. De ware identiteit van het lijk in de rivier is nog niet opgehelderd. door Karei C. Snijtsheuvel VIII. Ik vertel hier slechts epi sodes uit de strijd 0111 Ban doeng, het grootste wapen feit in het toenmalige Ne- derlandsch-Indië tijdens de invasie der Japanners. Ik kan niet alles vertellen, slechts die dingen, die mij erg hebben getroffen en die afwijken van de normale oorlogsverhalen, die wij in de loop van de geschiede nis bij honderden hebben leren kennen. Vaak is door mijn vrien den geopperd, dat ik tot het laatst toe gevochten heb, aangezien ik wist, dat het verlies van de strijd ook het veriies zou betekenen van mijn geboortestad en zelfs de vei*woesting daarvan- Misschien hebben ze ge lijk. Doch overigens zouden alle heldendaden aan de Berenschotlinie het berg plaatsje Lembang het bloeiende Nederland in het Oosten niet hebben kun nen redden. Want reeds bij de eerste de beste dag van „Indien te Lourdes, zoals elders, het leven der Kerk vergezeld gaat van het gerammel van collectebussen en gedurende het eeuwfeest dit ge rammel nog iets doordringender zal zfjn, dan zal dit zeer goed worden be grepen en redelijk beantwoord wor den. Maar wat een verschrikkelijk voor uitzicht is het, dat iedereen, pelgrim of toevallige bezoeker, de toegang tot de Grote geweigerd kan worden, om dat hij geen kaart kan tonen, welke in feite een toegangskaart is." Aldus schrijft het invloedrijke ka tholieke Engelse weekblad „The Ta blet" in een hoofdartikel over het eeuwfeest te Lourdes. Het blad ver volgt: „Zoals lezers van Erasmus en Chaucher wel weten, heersten er in de Middeleeuwen rond de heiligdom men heel wat misbruiken, en wij mo gen er dankbaar voor zijn, dat die misbruiken waarschijnlijk nimmer meer zullen terugkeren. Maar één ding kan van de Middeleeuwen ge zegd worden, namelijk dat de toegang tot de schrijnen en heilige plaatsen steeds vrij bleef. En dit is altijd dui delijk de juiste weg geweest, dat, welke offers ook gevraagd werden, niemand de toegang geweigerd werd omdat hij niet betaald had." The Tablet besluit zijn hoofdartikel met zijn vurig vertrouwen uit te drukken, dat het ondanks de berich ten ook zo in Lourdes gedurende het eeuwfeest zal zijn. In een ander deel van dit hoofd artikel. waarin het uitvoerig ingaat op de glorierijke zijde van Lourdes, brengt het blad de souvenirhandel in Lourdes ter sprake. „Velen zullen van mening zijn dat veel van wat er verkocht wordt, gebrek aan eerbied vertoont. Indien dit met kerkelijke autoriteit gezegd werd zouden som mige van die souvenirs van de markt verdwijnen, hetgeen de waardigheid van Lourdes ten goede zou komen. Het blad spreekt tenslotte als zijn wens uit, dat er eveneens wel een officiële afkeuring zou kunnen wor den uitgesproken over sommige prak tijken, welke een belediging zijn voor het priesterschap. Het blad wijst hier op de praktijken van de winkeliers, die priesters com missie beloven wanneer zij pelgrims naar hun winkel brengen. DINSDAG. 11 FEBRUARI HILVERSUM I. 402 m. AVRO: 7,00 Nws. 7,10 Gym. 7,20 Gram. VPRO: 7,50 Dagopening AVRO: 8.00 Nws. 8.15 Gram. 9,00 Gym. 9,10 V.d. vrouw 9.15 Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Morgenwijd. 10.00 Gram. 10,50 V.d. kleuters 11,00 Or gel en zang 11.30 Piano voordr. 11.50 Gram. 12,00 Lichte muz. 12,30 Land- en tuinb.meded. 12,33 Metropole-ork. 13.00 Nws. 13.15 Meded. of gram. 13.20 Pro- menade-ork. 13.55 Peursber. 14,00 Gram. 14,40 Schoolradio 15.00 Pianovoordr. 15,30 V.d. zieken 16.30 V.d. jeugd 17.20 De die renwereld en wij, caus. 17,30 Amateurs- progr. 18.00 Nws. 18.15 Journ. 18,30 RVU: Aangeboren hartgebreken bij kinderen, door dr. C. L. C. van Nieuwen huizen, le lez. 19,00 V.d. kind. 19.05 Paris vous parle 19,10 Koorconc. 19.45 V d. jeugd 20,00 Nws. 20,05 Gevar.progr. 22,15 Pia novoordr. 22.35 Experimentele muz. 22.55 Ik geioc-f, dat 23.00 Nws. 23.15 Koer sen v. New York 23.16-24,00 Finale nat. Eurovisie Song Festival. HILVERSUM II. 298 m. KRO: 7.00 Nws. 7,10 Gram. 7,45 Morgengeb. en lit. kal. 8,00 Nws. en weerber. 8.15 Gram. 8.30 V.d. huisvr. 9,45 Lichtbaken, caus. 10.00 V.d. kleuters 10,15 Gram. 10.30 Schoolradio 10,50 Gram. 11,00 V.d. vrouw 11,30 Schoolradio 11,50 Als de ziele luis tert, caus. 12.00 Middagklok-noodklok 12.03 Gram. 12.30 Land- en tuinb.meded. 12,33 Lichte muz. 12,55 Zonnewijzer 13.00 Nws. en kath nws. 13,20 Platennws 13.25 Lichte Muz. 14,00 Schoolradio 14.30 V.d. plattelandsvrouwen 14.40 Gevar.progr. 16.00 De zonnebloem 16.30 Ziekenlof 17 00 V.d. jeugd 17,40 Beursber. 17,45 Rege- ringsuitz.: Rijksdelen overzee: dr. J. I. S. Zonneveld: De Savannegordel in Su riname 18.00 Lichte muz. 18.20 Idem 18.40 Gram. 18,45 Dit is leven. caus. 19.00 Nws. 19.10 Comm. 19.15 Honderd jaar Lourdes, rep. 19.30 Pontificale avondmis 21.00 Gram. 21,15 Cello en piano 21.45 Bezoek Prinses Beatrix a.d. Nederl. Antillen en Suriname 22.00 Concertgeb.ork. 22.35 De radiodokter 22,45 Gram. 23,00 Nws. 23,15- 24,00 Naissance de Lourdes, klankb. BRUSSEL. 324 m. 12.00 Gram. 12.15 Pianospel 12.30 Weerber. 12,34 Pianospel (Om 12.55 Koersen) 13.00 Nws. 13,11 Gram. 14.00 Schoolradio 16,00 Koersen 16.02 Strijkkwint. 16,30 Ork.oonc. 17,00 Nws. 17,10 Pianorec. 17.45 Eoekbespr. 18,00 Muz. door de jeugd 18.30 V.d. sold. 19,00 Nws. 19.40 Gram. 19,50 Caus. 20.00 V.d vrouw 21,00 Ork.conc. 22,00 Nws. 22.15 Viool, cello en klavecimbel 22,55- 23,00 Nws. BRUSSEL, 484 m, 12.00 Gram. 13.00 Nws. 13.10 Gram. 14.45 Ork.conc. 15.15 Gram. 15.30 Gregoriaanse zaare 16.05 Gram, 17.00 Nws. 17,10 Gram. 18,30 Dis cografie 19,30 Nws. 20.00 Ork. conc. 22.00 Nws. 22.10 Vrije tijd 22,55 Nws. Televisie DINSDAG. 11 FEBRUARI NTS: 20.30 Journ. en weeroverz. 20.-50 Nederl. Furovisiefilm 21.45 Eurovisie Song Festival 1958: Nat. finale. VLAAMS BELG.: 19,09 De liberale ge dachte en actie 19,30 Nws. 20,00 Speel film 21,30 Literair progr. 22.00 Nws. de veldslag werd Lembang zowat tot aan de grond toe verwoest. Omdat Lembang 'n Nederland in de Oost was en bovendien een ravitail- leringscentrum voor de troe pen in de bergen. Daarom kon ik mijn ouderlijk huis niet meer terugvinden. Na een grillige nacht van zwer ven en steeds maar vluchten, be reikten we nog vóór het ochtend gloren van 8 maart 1942 het berg- stadje. De desillusie die mij trof, had mjj 'krankzinnig kunnen ma ken. Ik doolde rond tussen de puinhopen en schroeide me de huid. Ik werd haast verstikt door de rook. Ik rustte uit bij een oude, welbekende bron: ik was twee jaar oud toen ik er voor het eerst een bad in nam, onder de van trots glunderende ogen van mijn toen nog heel jonge ouders. Dat was zestien jaar geleden. Nu was ik er weer, ais 'n geslagen jongeman, troosteloos terugge keerd van een verloren veldslag. „Daar", rekende ik uit. „daar moet het huis staan". Maar daar lagen slechts verkoolde resten en smeulende halken. In lange rijen passeerden de haastig terugtrek kende militairen, doodop. met diepgebogen ruggen, zwijgend: het leken net beelden. De vlammen speelden met rossig licht, dat gril lige schaduwen wierp in de onher kenbare omgeving. Misschien huilde ik, Misschien ook niet. Ik weet het niet meer. Ik had zelfs geen kracht meer om haat te koesteren, om wraak te zweren. Mijn oren vingen het gebulder op van mortiergranaten. Ik sloeg mijn blik in noordelijke richting eertijds was het om in eeuwi ge bewondering te staan bij het zien van de riante bergtoppen nu was het om te kunnen ontdek ken hoe ver de Japanners reeds gevorderd waren Nog zocht ik het ouderlijk huis, maar, ik kon het niet meer vin den... Ik stond op. De karabijn in de vuist. Terwijl ik, voortsukkelde was het of iemand mij in het oor fluis terde. Het was een bekende stem, van pastoor De Vries: „Troost jeWie het zwaard opneemt, zal door 't zwaard vergaan". Ach op dat moment wilde ik niet, dat hij die het zwaard had opge nomen door het zwaard zou ver gaan, ik wilde slechts dat die sa tan mijn dierbaar plaatsje weer even maakte tot wat het vroeger was. Even maar We hebben gefaaldIn onze politiek voor wat betreft Indone sië, dat nu dreigt af te glijden naar een integrerend deel van de U.S.S.R. of naar een despotisch kalifaat als onder de Ottomans. We hebben ook gefaald in onze oorlog tegen Japan. We hadden de Nederlandse gezinnen moeten evacueren aleer we de oorlog hadden verklaard. En we hadden ons bewust moeten worden van een strijd die slechts dan gewon nen kon worden, indien we een hecht blok hadden gevormd en we alle beschikbare strijdkrachten hadden ingezet. Maar neen. En de geschiedenis zal het niet vermelden, de ge schiedschrijver zal het ook niet hebben begrepen, zelfs niet gezien. Ik heb het ook niet begrepen, maar ik heb het wel gezien! En ik zal er wel over schrijven.... Terwyl mijn geboortestad werd verwoest, het bataljon werd uit geroeid en mijn aanvoerders na. zioh op het hoofd te hebben getimmerd bij de vraag waar toch de versterking en de ravitaillering bleef hun leven opofferden, vierde het mondaine Bandoeng feest. Ik tart een ieder dit te ont kennen. Bandoeng gaf zich over aan uitspattingen. Velen onzer meisjes en jonge vrouwen gingen uit met de Aussies, die op de op merking waarom ze de stervende Nederlandse compagnieën in de bergen niet hielpen, antwoordden: ,,Let the Dutch fight their own struggle". Maar goed, de Aussies, Britten en Yanks vierden feest op onze dansvloeren en flirtten met onze meisjes, terwijl wy tot de laatste man vochten, tot daar aan toe. Maar waar bleven de duizenden andere Nederlandse sol daten? Ook zij vierden feest. Zjj bleven in Bandoeng. Misschien was het niet hun schuld, maar dan toch wèl van de legerleiding, dezelfde legerleiding, die ons ba taljon het bevel gaf op te rukken naar de Berenschotlinnie.,.. om daar te sterven..... Met een auto, bestuurd door een onverschrokken Indisch-Neder- landse chauffeur, werd Ik met 4 andere miliciens hun namen zijn Sprangenberg, Hiert, Rhem- rev en Moostdijk vanuit het verwoeste Lembang naar Ban doeng gereden, terwijl we in de kattebak het vuur beantwoordden van een Japanse Zerojager, die ons vergeefs trachtte te onder scheppen, Met verwilderde haren, bemodderde uniformen en haast stukgeschoten karabijnen kwamen we in Bandoeng aan. En toen za gen we het. Het schandaal Daar waren ze, de mannen waar wij dagenlang op gewacht hadden, daar waren ze, de honderden ver se troepen, ze zaten in hotels of op de veranda's van melksalons, in gezelschap van lachende, schet terende vrouwen. Er was eten volop. Ja te veel! En dat terwijl mijn wapenmak kers al vechtend stierven. Op een woedend door één onzer geuite vraag aan een beschonken ser geant, waarom ze zich zo schan delijk gedroegen en ons niet te hulp waren gesneld, antwoordde hij: „Ach man tegen de Jap valt toch niet te vechten laten we het er nu maar flink van ne men. morgen hijsen we de Japan se vlag". We werden met stom heid geslagen. Ik vroeg eten bij de eerste de beste Hollandse familie. Ik kréég eten, maar niet de waardering die wij als frontsoldaten dienden te krijgen. De vrouw durfde het best aan om te zeggen: „Ach laten we de strijd toch maar opgeven, dan is er geen luchtalarm meer en kunnen we weer normaal gaan winkelen De dochter geschminkt en werelds vroeg zich af hoe de Ja panners er toch wel uit zouden zien. Ze vond die kerels toch wel „interessant" Daar sprak een Ne derlands meisje, terwijl de grond van het slagveld zich drenkte in het bloed van honderden Neder landse dapperen. Duizend maal liever hoorde ik het bars gescheld van sergeant den Dolder, de beul, die een held bleek te zijn, dan de snijdende woorden van deze twee Hollandse vrouwen, waar ook hij Den Dol der voor gesneuveld was. Ik was nog te jong om te be grijpen. dat alles wat ik In het misselijke Bandoeng ervoer, het waarmerk was van degeneratie. De pioniersgeest was dood, het strijdelan der voortrekkers, die steden (ook Bandoeng) uit de rim boe stampten, behoorden tot het verleden, het patriottisme en het nationaal zelfrespect net zo. Van het bestaan van het paradijs Ne- derlands-Indië had het laatste uur geslagen. Het teren op de over vloed en het comfort door een strijdend voorgeslacht aan woes tenijen ontworsteld heeft het pionlerselement in ons volk ge ëlimineerd. We hebben gefaald! En we hesen de vlag, diezelfde dag nog: Bandoeng capituleerde onvoorwaardelijk en zonder slag of stoot. Duizenden Nederlandse soldaten, even zoveel Britten, Aussies en Amerikanen leverden hun wapens waar ze nimmer mee geschoten hadden zo maar in. Spoedig zou menig meisje de Japanners „zien". De eerste dag van Mongools depotisme was aan gebroken. Het zou drie en een half jaar duren en meer dan zestig duizend Nederlanders het leven kosten.... (Wordt vervolgd). Copyright van de schrijver. Sg je J? 8F 151 De heer Nobili schudde ontkennend ?°H: „Zes maanden geleden ko,s ,..^er voor het laatst", zei hij ti j w13k eigenwijs. ,.En vanaf die J tot nu toe ben ik aldoor voor za- n"P reis geweest." •.Maar laat ik u dan toch een glas aanbieden!" riep mevrouw Cie- th„; f haar gast in die tijd "iet «„.i? geweest. „U weet: de eerste geeff het huis cadeau!" '1?er Nobili knikte vagelijk en dalena voortdurend naar Mad- -Kennen jullie elkaar nog?" vroeg mevrouw Ciesatfi lachend. ..Ja, ze- wel'? U nt Maddaleentje toch nog Ze is hier al zo lang in huis, dat oyna een vriendin van me is ge worden! Kom toch een beetje dich' terbij. lieve kind! Wees niet zo be-1 scheiden!" Met een gracieus gebaar' trok ze Maddalena in de richting van de heer Nobili. Met. zijn vingers wreef hij over zijn gouden horlogeketting. Het was een i gebaar, dat hij altijd in bepaalde om- standigheden verrichtte. Maddalena zag zijn vingers, die in een steeds langzamer tempo het goud streelden en tenslotte met een bruusk gebaar door zijn haar gingen: ..Ja. ja", knikte de heer Nobili min of meer ongeduldig, „wij kennen el-1 kaar nog wel." Terstond draaide hij zich naar me-1 vrouw Cicsatti. Zij beheerste de si tuatie onmiddellijk. Ze schoof een stoel aan en nodigde hem lachend tot zitten. „Ken je Sybille nog?" vroeg ze vlug. „O nee, natuurlijk niet, die is hier pas!" De heer Nobili schudde zijn hoofd en terwijl mevrouw Ciesatti in het notehouten kastje de flessen zocht, commandeerde ze: ..Maddalena, breng even de groenten naar de keu ken en zeg. dat ik Sybiile over een half uur beneden verwacht." Ze verwaardigde haar met geen blik meer en Maddalena ging snel de kamer uit. Op de trap was Cesati juist klaar met telefoneren. Hij legde de hoorn op het toestel aan de muur en trok een scheef gezicht: ..Op je falie ge had?" Hij keek in de richting van de ontvangkamer en maakte een proestend geluid. Maar Maddalena keek hem niet aan. „Bemoei je met je eigen za ken", zei ze vinnig en daarna ging ze rechtstreeks naar de kamer van Sybiile. Ze klopte, maakte tegelijkertijd de deur open en toen ze binnenkwam riep Sybiile een verschrikt „Oooü" en op 't zelfde ogenblik liet ze zich op het bed vallen en met allebei haar handen hield ze krampachtig haar hoofdkussen vast. ..Ben jij het maar", zei ze opgelucht toen Maddalena lachte. „Ik dacht dat mevrouw het. was." „En je voor haar een geheim ver bergen kunt?" vroeg Maddalena. ..Probeer het toch niet, ze komt overal achter. Waar je het ook stopt. Ze ruikt geheimen." Sybiile was nog jong. nauwelijks twintig en ze keek Maddalena ang stig aan. „Zou je denken?" Ze loerde naar de deur en begon te fluisteren: ..Ik spaar wat geld, zie je. Maar niemand weet het en ik heb..." Maddalena haalde haar schouders op: ..Als je 't hier in huis houdt, kun je er van op aan, dat ze 't op de een of andere dag in haar vun zige vingers krijgt, en wanneer je het buiten de deur bewaart is er nog ne gen en negentig procent kans, dat ze je op een gegeven moment in je kraag grijpt." „Het loeder", zei Sybiile woedend opeens en haar ogen begonnen te fonkelen. ..Het is toch zeker mijn eigen geld!" ..Je bent waarschijnlijk nog in de veronderstelling, dat je door veel te te sparen hier nog wel 's wegkomt", spotte Maddalena. Sybiile kreeg een vuurrode kleur en knikte. „Dat hebben we allemaal gepro beerd". ze Maddalena bitter. ..Maar Ciesatti schijnt vleugels te hebben, die iedereen omver kunnen klapperen. Wanneer het er op aan komt, heeft ze plotseling de hele stad achter zich." ..Laat ze je terughalen?" vroeg Sy biile langzaam. Maddalena zette haar handen in haar zij: „Denk er niet meer aan. mens. Wat kan jou het tenslotte nog alle maal schelen. ..Maar ik wil er Uit!" riep Sybil'- ,,lk wil me niet langer laten ringel oren door Ciesatti." Ze gooide 't kus sen op haar bed en begon haar ka mertje rond te lopen „Trouw dan een rijke man", advi seerde Maddalena grijnzend. ..Als hij een bom duiten voor je betaalt kom je wel weg." Ze liep naar de deur. „O ja, de heer Nobili is op bezoek. Overal buik en goud en grijns. Amuseer je." Ze liep de gang op en begon te fluiten Iets. dat zo maar in haar gedachten opkwam Ze merkte ineens, dat het het radio deuntje van het pleintje was. In de morgen had ze haar gordij nen dichtgetrokken, zodat haar ka mer halfdonker was toen ze de deur openmaakte Er lagen wat kleren die ze had laten slingeren op een stoel en op de tafel lag een vergeten poe derdons. Ze schoof de gordijnen open en keek naar buiten De muren waren grauw en goor en zo dichtbij, dat je ze nooit tot bergen zou kunnen om- fantaseren. Wanneer Maddalena met haar bo venlichaam over het kozijn leunde, kon ze een klein virkant van lucht zien. Strak-blauwe lucht, s cherp af tekenend tegen het grauwe huis. Haar kamer was een smalle pij penla. Er was behang van grote, don kerrode rozen, die de ruimte nog kleiner maakten en het bed en de stoel waren overtrokken met rode zij de. Er hingen een paar schilderijtjes van kleurige juffrouwen, die met. hun half-geloken ogen Maddalena volgden bij iedere stap die ze deed Ze hoorde de kamerdeur van Sybiile gaan en even later haar voetstappen op de trap. Ineens herinnerde ze zich. dat ze in de benedengang haar bloemen had laten liggen. Toen ze op het portaal stond, hoorde ze beneden de deur open- en dichtgaan en een momen' de kirrende lach van signora Ciesat ti. die haar uiterste best deed het aantal drankjes zo hoog mogelijk op te voeren. Verder was het doodstil in huis. Maar toen Maddalena halverwege de trap was, begon plotseling de telefoon te ratelen. Het gebeurde zo onver wachts. dat haar hart begon te bon ken van schrik. Vlug nam ze de hoorn van de haak en zei: ,,U spreekt met het huis van mevrouw Ciesatti." •Dan ben ik verkeerd verbonden", zei hij. „Ik moet spreken met me vrouw Natoli." ..Ja. hakkelde Maddalena. „Dat... dat ben ik!" ..Ik kom mijn belofte inlossen", zei hij. alsof dat heel vanzelfsprekend was. „Maar ik heb onverwachts een telegram uit Ghiffa gekregen..." „Een telegram...?" echode Madda lena. „Ja. van mijn moeder. Ze is niet zo heel goed en ze vraagt of ik di rect wil thuiskomen. Nu vertrek ik met de trein van vier uur." ..De trein van vier uur..." herhaal de Maddalena langzaam. Er ontstond even een stilte aan de andere kant van de lijn. „Ze is al zo oud", zei hfl daarna. „Ik moet wel gaan. i Maar ik had zo graag nog die kop j koffie met je gedronken..." „Op het station bedoel je?" lach- te Maddalena zenuwachtig. „Wil je dat doen? Ik sta dan om I half vier bij de controle..." I Onverwachts werd toen de verbin- ding verbroken. De juffrouw van de centrale zei. dat er een dringend in terlokaal gesprek voor het hotel was Maddalena hoorde een klik dan stond ze verwezen te kijken, de tele foon nog in haar hand. Wat later ging ze de trap af. Zo i in gedachten of ze aan het medite- ren was. Ze bemerkte pas haar ver- I gissing toen ze Cesali zag, die met haar tas in zijn hand haastig naar de keuken snelde om de groenten schoon te maken. Ze begon te lachen om haar eigen domheid en ging dan weer de trap op. In haar kamer zat ze een tijd rus tig voor zich uit te kijken. Mevrouw Ciesatti kwam binnen zonder kloppen en Maddalena maakte er niet eens aanmerkingen op. ofschoon dit al ja ren lang een punt van strijd was ge weest tussen hen. ..Je moet voor mij naar de wijn handelaar gaan", zei mevrouw Cie satti in de opening van de deur. ..Ik ben tot de ontdekking gekomen, dat hij mijn bestelling volkomen verkeerd heeft uitgevoerd." „Kan ik dan niet opbellen?" (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1958 | | pagina 3