Pagbta? PeSfetn wie het zwaard OPNEEMT Hoopgevende vernieuwing samsoi Touwtrekken om het landbouwonderwijs ZWITSAL lot de laatste man.... Druk op de vuurpal in Ik ben bang Tot de laatste Geen maatregelen tegen de behandelende artsen Zevenjarige te Dongen overreden REEKS VAN MISVERSTANDEN half zware shag Grote brand in Kaapstad <vpN) Document van blanke slavernij en Japans despotisme Die is goed! Conclusie van onderhoek-Putten",' Wethouder de Roos vergiste zich De kerkelijke architectuur aan de Bossche Academie Verbaasde aandacht in handige plastic verpakking V.S. schenken tien miljoen aan Bagdad-landcn Verhuising van Landbouw naar Onderwijs yJaféem Zuurstofcilinders voor zieke Zuidpoolreiziger DONDERDAG 30 JANUARI 1#38 door Karei C. Snijtsheuvel De dag naderde. De zoveelste dag van de openlijke strijd tegen de Ja panse stoottroepen van ge neraal Jisaburo Asawa. „We geven onze laatste stelling niet prijs, we vech ten tot de laatste man!", aldus de order van ónze aanvoerder, kolonel De Veer. Het was zijn laatste bevel: hij sneuvelde even later als een held, staande in de vuurlinie, en immer daar, waar het heetst ge vochten werd We hadden feitelijk niets meer te winnen. Dat wis ten we. Er bestond voor ons geen ander alternatief dan sterven of zich overgeven, en dit laatste betekende de marteldood. Stilzwijgend wachtten wij het ochtendgloren af. Het werd heel erg kil. De och tenddauw was kil. In onze harten was het kil. En onze lichamen waren van honger en dorst en slapeloze nacht uren bijna even kil als die van onze honderden gesneu velde kameraden, die nog steeds geen graf hadden ge vonden Van ergens ver weg meen de ik een haan te horen kraaien, een lieflijk geluid, als bij vergissing aange waaid uit de wereld waar wij een maand terug van daan kwamen, de wereld van de vrede die niet meer was Het begon te dagen in het oosten. Monotoon en hees klonken de orders van onze commandanten. „Stand hou den mannen, met deze stelling valt of staat Neder- lands-Indië." Toen werd het plotseling licht. En even plotseling da verden harde schoten door de gonzende stilte van het slagveld. Onze ogen gingen spiedend naar de overkant.. De strijd was weer begon nen. Het was nu er op of er onder. Wij vochten.... Ik was mijn helm kwijt. Blootshoofds dus lag ik achter de kazemat en begon ik verbeten te vuren. Ik ontdekte dat de Japan ners zeer mobiel waren; na het lossen van een schot doken ze weg en doemden elders weer op. Ze waren uitstekend gecamou fleerd, velen hunner voerden he le struiken met zich; terwijl wij in de nacht baden en huilden en ineengedoken zaten te kreunen van honger heimwee en angst voor de sluippatrouilles. hadden de Japanners zich duchtig inge graven en van onvergelijkelijke camouflages voorzien. "Hei daar! Soldaat! Weg van daar!" Ik gehoorzaamde. Drie militairen, o.w. een Nederlandse korporaal, sleepten een mitrail leur met zich en bezetten mijn plaats. Ik rolde elders heen. In eens hoorde ik een harde klap, een kreet... Ik wierp een schielijke blik in de richting van de mitrailleur; de korporaal tuimelde achtero ver. Even wentelde hij zich nog om, daarna verroerde hij zich niet meer. De twee andere mitrail- leurschutters stelden hun wa pen - 'n zware M. 23 - met rap pe hand achter de kazemat op en begonnen te vuren; het waren be roepssoldaten, de een was een Indische Nederlander, de andere een Ambonese veteraan, die met rinkelende ridderorden ten strij de was getrokken. Deze riep mij: "Kom hier sienjo! Houd de pa troonband vast, ik haal een an dere vuurleider." Ik gehoorzaamde. De Ambonees holde weg, doch het noodlot wil de, dat een vijandelijke mor tiergranaat net voor zijn neus ontplofte; de veteraan viel voor over en bleef liggen. De Indisch- Nederlandse schutter vloekte bin - nensmonds, hij was nu de enige, die met de mitrailleur kon om gaan. Hij begon wild te vuren en strooide zijn projectielen over de vijandelijke linies. Nadat de patroonband verschoten was, moest ik hem helpen een nieuwe band van 225 patronen in de ka mer aan te brengen. Daarna werd er opnieuw gevuurd. Doch toen kwam 't fatale moment: de schutter werd in z'n schouder getroffen, hij viel terzijde, de hand tegen de schouder gedrukt, tussen zijn vingers sijpelde bloed. ,,Druk op de vuurpal!" gelast te hij mij hees. Ik deed terstond wat van mij verlangd werd. ,,Mik op de pill box!". Ook dat deed ik. Voor de eerste keer in mijn leven vuurde ik met een zware mitrailleur. De kruitdamp woei me in het gelaat, de wa termantel begon te dampen, de vlammendemper te gloeien. Ik zag een onder loof en twijgen ge camoufleerde Japanse tank van achter een bèrm opdoemen. Zon der aarzelen richtte ik er de loop van de M23 op en vuurde ik op het monster... Dat was een funes te handeling... De Japanse pant serwagen schoot terug en hoe! Het kanon begon kwaadaardig in mijn richting te wijzen. Ik hoorde een angstaanjagend WAB! WAB! WAB! De kazemat scheen uiteen te scheuren, steengruis, zand en scherven raasden langs me heen. Ik zag niets meer, viel achter over. De zon verduisterde. Ik hoorde de stem van de moedige, gewonde schutter. ,,Trek de mi trailleur weg, snel!" Ik wilde ge hoorzamen, doch de Japanner be gon weer moorddadig te vuren. De zware mitrailleur bonkte naast me neer, schrijlings over de benen van de gesneuvelde korporaal, het kokende vocht uit de stukgeschoten watermantel dampte en siste. Ik hoorde achter me gedruis, stemmen, orders. ,,Naar rechts verplaatsen - neem de boomklim mers onder vuur!" Ik krabbel de overeind, raapte mijn kara bijn op, liet me weer plat op de grond vallen: de mitrailleurs van de pantserwagen gaven een salvo:,,Ja, hij smeert 'm", hoor de ik 'n stem, een heel bekende stem. Het was sergeant-majoor Den Dolder, hij had de leiding van een antitankbatterij op zich genomen, die naar mijn mening te laat was gekomen: we hadden een mitrailleur en drie man ver loren in de strijd tegen de pant serwagen. Juist wilde ik wegsluipen, of ik voelde een stevige greep om mijn arm. ,,Waar is jouw helm geble ven?" ,,Ben ik kwijt geraakt, majoor". „Waarom zie je zo bleek?" ,,Ik ben bang, majoor". Ik meen de het. Het gelaat van de man leek me ouder dan ooit, de bru tale blik in zijn ogen had plaats gemaakt voor melancholie. Zijn stoppelbaard, de klei en de grij ze aanslag van kruitdamp, had den zijn gezicht gemaakt tot een afzichtelijk masker. Ook merkte ik, dat hij het woord "aap" achterwege liet. ,,Ben je bang? Tja, ik ook", zei hij raadselachtig, misschien gaan we toch verliezen... Maar nu snel! Naar rechts! Let op de boomschutters!Ik holde gebukt weg, terwijl de tank buks met donderend geweld op nieuw begon te vuren en de ge wonde korporaal zich wegsleepte naar de achterhoede. Het duel dat nu volgde, duurde uren ach tereen. De Japanners onthielden zich alsnog van een stormloop. En ik begrijp tot nu toe nog niet, waarom kameraden links en rechts van me sneuvelden of ge wond raakten, terwijl ik buiten schot bleef. Misschien is het toch waar wat een oude Ambonees mij in een wijsgerige bui geleerd had: ,,Wees niet bang in de oor log. Als de tijd er nog niet is, ga je heus het hoekje niet om. Maar als de tijd is aangebroken, dat je inderdaad sterven moet, sterf dan met een gerust hart, want het ontvluchten van die dood betekent het sterven van honderd doden..." Het duel werd hoodzakelijk ge voerd met Japanners, die in de woudreuzen waren geklommen met hun venijnige machinegewe ren. Die boomklimmers waren feno menale schutters en behoorden tot 't Japanse zelfmoord-batal jon. T Doch zij waren ook zeer kwets baar en wij raakten hen keer op keer. Zij tuimelden als vogels uit de bomen en kwamen met een har de smak op de grond terecht. Het moest tegen het uur van vijf zijn geweest, dat we ook de ze strijd bleken te hebben ver loren. Kolonel De Veer was gesneu veld en diens plaatsvervanger veranderde 't bevel:Vechten tot de laatste man" in ..Retireren naar het oerwoud en daar ingra ven!" Daar had ik op gewacht. Reti reren. Ik deed niets liever dan dat. Doch ik paarde aan dat verlan gen ook de enige wens om ons te hergroeperen voor een nieuwe tegenaanval, of voor een gueril la. Ik stortte me in de bush, terwijl de kogels langs me heen en door de vegetatie raasden. Ik liet de gewonden achter, ik liet de doden achter. Een dezer was Bertje Martagora, een jon gen van zeventien jaar, hij stierf met een schot tussen de ogen tij- dnes het duel tegen de boom- schutters. Hij had geen laatste woorden; dat gunde de dood hem niet... (Copyright van de schrijver). Tegen de behandelende geneeshe ren van het Puttense meisje Joke Haanschoten worden geen discipli naire maatregelen genomen. Geble ken is, dat zij geen fouten hebben gemaakt toen het meisje door hen met een radium-naald is behandeld. Dit is de conclusie van een com missie, die op verzoek van het colle ge van curatoren der Rijksuniversi teit te Utrecht een onderzoek naar het ongeval in de kliniek voor oor-, n' es- u keelziekten te Utrecht heeft ingesteld. Volgens deze commissie moet van ecn toevallige samenloop van om standigheden worden gesproken. ?rts van Utrechtse zieken huis, die de radiumnaald in de neus holte van het kind voerde, was niet n net kamertje toen de behandelingsj- tijd verstreken was. Volkomen irji overeenstemming met de daarvoor geldende regels heeft toen de arts I die nooit eerder een radiumnaald had gezien, de naald uit Jokes neus getrokken en in de daarvoor bestem de loden koker gelegd. Controle op de aanwezigheid van de radiumkop is niet voorgeschreven. De naalden zijn ook altijd sterk genoeg gebleken. De president-curator van de rijks universiteit te Utrecht, deelde ons mede, dat men heeft besloten in de toekomst radium en radio-actieve stoffen onder verantwoordelijkheid van prof. dr. R. H. de Waard te plaatsen, hoogleraar in de stralen- leer. Het wetenschappelijk onderzoek, dat prof. dr. J. Kistemaker in het laboratorium voor massaspectro- grafie te Amsterdam verricht, heeft niets te maken met het winnen van energie uit water stof en lithium. De mededelingen, die de wethouder voor Onderwijs van Amsterdam, mr. A. de Roos over dit onderzoek heeft gedaan, missen elke grond. Dit heeft prof. dr. J. A. Cohen, di recteur van het Medisch Biologisch Laboratorium van de Rijksverdedi gingsorganisatie meegedeeld. Gistermiddag omstreeks kwart over twaalf heeft zich te Don- g'en een ernstig verkeersonge val voorgedaan, dat het zeven jarig' jongetje P. Verkooyen het leven heeft gekost. In de Kardinaal van Rossumstraat reed in de richting Gasthuisstraat een vrachtwagen met aanhangwagen. Deze moest voor een geparkeerd staande bestolauto uitwijken. Van te genovergestelde richting kwam op dat moment het jongetje op zijn fietsje van de St. Laurentiusschool. Vermoedelijk is het knaapje door de aanhangwagen gegrepen. Hij werd tegen de grond geslingerd en door het achterwiel van de vrachtwaen overreden en vrijwel op slag gedood. De chauffeur van een B.B.A.-bus was de enige die het ongeluk heeft zien gebeuren. Dokter Heintjes kon slechts de dood constateren. Kapelaan van Steen heeft het slachtoffertje het H. Oliesel toegediend. Aangezien de vrachtwagen is doorgereden wordt verondersteld, dat de chauffeur niets van het ongeval heeft gemerkt. Naar eventuele schuld stelt de politie een onderzoek is. Wie ooit heeft uitgevonden om bepaalde verschijnselen in de wereld van de na-oorlogse kerkelijke bouwbedrijvigheid samen te vatten onder de noemer „Bossche School", het is ons niet bekend. Wel lijkt het er sterk op, dat hij nu niet bepaald recht heeft op een standbeeld. Misschien zou hij te „eren" zijn met het volgende: laat ons een neo-basiliek naar hem noemen! Met deze suggestie menen we dan het kernpunt van een reeks misverstan den rond het werk van Dom van der Laan en diens broer, de architect Nico van der Laan te hebben aangeraakt. Velen hebben met ons kennis ge nomen van de aankondiging: Bos sche School zet deur open voor an dere stromingen". Dit betekent in feite, dat in 's-Hertogenbosch op 25 januari een nieuwe cursus voor ker kelijke architectuur is begonnen met op het programma twee nieuwe vak ken 1. hedendaagse bouwwijzen en ar chitectuur en 2. architectuur in de huidige samenleving. Nu is men in 's-Hertogenbosch al (Advertentie) een slordige tien jaar bezig om de kerkelijke architectuur een hechte theoretische basis te geven. Het is niet onze taak om te treden in een waardebepaling van de door Dom van der Laan ontwikkelde theorie over de grondbeginselen van de ker kelijke bouwkunst. Dat andere theo retici zich in het verleden geroepen waanden om aan de hand van de ar chitectonische bedenksels van lieden, die ooit de lessen van Dom van der Laan volgden, een „Bossche School" op rekening van (Je docent te schrij ven, heeft echter wel onze verbaasde aandacht. We menen namelijk te mogen en te moeten vaststellen, dat gesignaleerde Voorbeeld van een neo-basiliek: de kerk (ontwerp) van „O. L. Vrouw v. Altijddurende Bijstandte Breda, In de haven van Kaapstad woedt de grootste brand in de geschiedenis van de stad. De brand ontstond in een koelruimte en breidde zich snel uit tot andere gebouwen. Er is veel fruit verloren gegaan. De schade loopt naar verwachting in de tientallen miljoenen guldens. De Amerikaanse minister van Bui tenlandse Zaken Dulles, die als waar nemer op de conferentie van de Raad van Ministers der Bagdad- landen aanwezig is, heeft woensdag meegedeeld, dat de V.S. de organi satie tien miljoen dollar zullen schen ken als bijdrage tot de uitvoering van een gemeenschappelijk plan voor de aanleg van communicatiemiddelen in de Mohammedaanse leden-staten. De schenking moet nog door het Ameri kaanse congres worden goedgekeurd. De V.S. hebben vorig jaar 12.500.000 dollar geschonken. De Raad van Ministers heeft woens dag besloten, dat de volgende confe rentie in juli te Londen zal worden gehouden. (Van onze landbouwmedewerker) Er is de laatste tijd enig ru moer in landbouwkringen rond om het landbouwonderwijs. Dit neemt n.I. een aparte plaats in, daar het niet valt onder de be voegdheid van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, maar onder die van het ministerie van Land bouw, Visserij en Voedselvoor ziening. Hetgeen een doorn is in het oog van het ministerie van Onderwijs. Het is overigens niet de eerste maal, dat dit onderwerp aan de orde is. Vrijwel onmiddellijk na de oorlog is een soortgelijk vraagstuk aan de orde geweest in verband met de landbouwhogeschool te Wageningen. De beslissing is toen gevallen in voor Landbouw gunstige zin. In de daarop volgende jaren is er steeds een stre ven geweest van Onderwijs om het land- en tuinbouwonderwijs tot zich te trekken. Soms was dit streven la tent, dan weer kwam het aan de op pervlakte. Landbouw heeft steeds voldoende argumenten kunnen vinden om Wageningen, het middelbaar en lager land- en tuinbouwonderwijs on der zich te houden. In land- en tuinbouwkringen zelf voelt men er helemaal niets voor, dat dit onderwijs bij Landbouw zou worden weggehaald en naar Onder wijs zou worden gebracht. De prak tijk vreest n.I. cn dat is voor Onderwijs een minder aangename mening dat het onderwijs cr niet op vooruit zal gaan. en dat de af stand tussen de praktijk en het on derwijs te groot zal worden. Historische achtergrond Nu is vooral in de landbouw deze verbinding zeer sterk. Dit heeft een historische achtergrond, welke al da teert van de vorige eeuw. In de tachtiger jaren was de landbouw er zeer slecht aan toe. Door het open leggen van de Verenigde Staten van Noord-Amerika was daar de verbouw van de granen in enorme mate toe genomen. De graanprijzen daalden en de Nederlandse boer kon niet meer meekomen. Ook de veehouderij was sterk achterop. De overheid zon op middelen om de landbouw te hel pen. Volgens de opvattingen van die tijd was het niet verantwoord deze hulp te verlenen door middel van bescherming of steunmaatregelen. Natuurlijk moest er een commissie aan- te pas komen. Deze adviseerde tot het aanwenden van middelen, waardoor het inzicht van de boeren in hun bedrijf verdiept en de be drijfsvoering verbeterd zou kunnen worden. Toen is eigenlijk de basis gelegd voor het land- en tuinbouwon derwijs en voor de land- en tuin- bouwvoorlichting, zoals we die tegen woordig kennen. Onderwijs vraagt onderzoek. Immers, de beter ontwik kelde boer en tuinder komen steeds voor nieuwe vraagstukken te staan, waarvoor zij een oplossing moeten zoeken. Zij nemen steeds nieuwe ver schijnselen waar, voor welke zij een verklaring wensen. Zo is de trits, onderzoek, onder wijs, voorlichting, ontstaan, die van Nederland een der meest vooruit strevende land- en tuinbouwlanden van de hele wereld hebben gemaakt, en die daarom in ons land niet los van elkaar te denken zijn. Zij zijn onafscheidelijk met elkaar verbonden. Het onderzoek verdiept en verruimt het inzicht, het onderwijs leidt nieuwe wetenschappelijke onderzoekers en wetenschappelijk gevormde voorlich ters op; de voorlichting geeft de nieuwste resultaten van de weten schap door aan de praktische boei en tuinder. Onderzoek, onderwijs, voorlichting zijn in één hand. Zij kunnen met behoud van alle vrij heid, welke de wetenschapsman no dig heeft gecoördineerd worden zodat zij het hoogste rendement af werpen. Te ver van de praktijk? De geschiedenis van de vooruit gang van de land- cn tuinbouw in de laatste halve eeuw is één doorlopend bewijs, dat deze werkwijze goed is geweest. Hier zou een loflied passen op de landbouwonderwijzer, die voor al in de jaren, toen de voorlichting nog niet zo uitgebreid was, het meest tot deze vooruitgang heeft bij gedragen. Ook de praktijk, de boer en tuinder zelf, is hiervan overtuigd. En het is juist de praktische boer en tuinder, die zich zorgen maken over het onderwijs, als dit zou gaan ressorteren onder het ministerie van Onderwijs. Juist zij vrezen, dat het onderwijs te ver van de praktijk zal komen te staan. Is deze vrees gegrond? Wij weten het niet, wij zijn geen specialist op dit gebied en kunnen dus met min der gezag oordelen. Wel zijn wij bij het niet-agrarische bedrijfsleven, bij handel en industrie dus. herhaalde malen gestuit op de klacht, dat het onderwijs in Nederland zo weinig praktisch zou zijn. Dat de jeugd dus wel een aantal dingen zou leren, mooi en nuttig voor de algemene ontwik keling, maar dat zij voor het overige tamelijk vreemd tegenover het prak tische leven staat. Een klacht, waar over wij verder niet kunnen oordelen, maar die toch de moeite waard is om te constateren. Ook hebben wij ge zien, dat Landbouw in een sneller tempo zijn onderwijs weet aan te passen aan de eisen van de praktijk. De reden hiervan is, dat Landbouw dichter bij het praktische leven en de bedrijfsvoering van boer en tuinder staat. Nu moet men dit vlotter" met wat zout nemen, want ook Land bouw is een ministerie, en ministe ries leiden hun eigen leven en be palen hun eigen tempo. Geruisloosheid gevreesd De vrees van het bedrijfsleven is ook, dat zulk een overgang van Landbouw naar Onderwijs geruisloos zou kunnen verlopen. Het land- en tuinbouwonderwijs is nog niet gere geld bij de wet. Het is dus nog geen zaak van de Kamers, maar een aan gelegenheid die de betrokken minis ters zelf bij onderlinge afspraak kun nen regelen. Ziende de toch al be staande neiging in Den Haag om al lerlei dingen te regelen buiten de Ka mers om. door middel van algemene maatregelen van bestuur, uitvoe ringsbeschikkingen e.d., wordt deze vrees van het bedrijfsleven zeer be grijpelijk. Het gevaar schijnt acuut te zijn. Binnenskamers schijnen al plannen in gevorderd stadium van voorbereiding te zijn. Maar er is nog geen enkele boeren- en tuindersbond om zijn mening gevraagd. De suggestie, dat zulks met opzet niet geschiedt, omdat de overheid dan weet dat er verzet komt, gaat ons wat ver. Maar het zou wellicht toch nuttig kunnen zijn als een of ander Kamerlid eens officieel ging polsen hoe de zaak erbij staat en deze kwestie eens ter sprake zou brengen in het par lement. leerlingen inderdaad 'n aantal neo- basilieken deden verrijzen en dat Dom van der Laan, hoezeer hij de basiliek ook prijst als „treffend bewijs voor de juistheid en zuiverheid van zijn eigen stellingen" deze slaafse naaperij beslist niet zal kunnen bewonderen of aanmoedigen. De vraag of hij er zich dan wellicht te weinig krachtig tegen heeft verzet kan als niet ter zake doende gevoege lijk onbeantwoord blijven. Principe bleef In het algemeen zouden we liever een andere vraag willen stellen Was het wel nodig voor de docent om stelling te nemen tegen be we-, ringen die met het door hem ont vouwde principe niets te maken hadden en die kennelijk hun oor sprong vonden in de onmacht van de practici om de door hen als leerlingen aanvaarde theorie een moderne en verantwoorde gestalte te geven? Nu wil het ons voorko men, dat de leiding van de Acade mie in Den Bosch door het toevoe gen van twee nieuwe vakken aan het programma deze vraag reeds heejt beantwoord. De architect Nico van der Laan is docent gebleven. Naast hem krijgen dan „andere stromingen" in de per sonen van andere docenten een kans. Is het dan al te vrijmoedig om hier uit te concluderen, dat men de basis van Dom van der Laan geenszins wenst te verwerpen en dat de Acade mie louter en alleen wil streven naar een meer zinvolle en bredere toepas sing daarvan in de huidige archi tectonische strevingen? Daarmee komt dan tevens vast te staan, dat Dom van der Laan in het geheel geen stro ming vertegenwoordigt en dat de zo genoemde „Bossche School" inder daad om met Ko Sarneel te spre ken een zaak is van domme basi lieken-telers. En hiermee behoren we dan tot de zeer weinigen in den lande, die in wat zo zoetjes aan gaat lijken op een „Bossche affaire" een aantal hoop gevende lichtpunten zien. De tijd schijnt aangebroken, dat de starre standpunten van Granpré Molière over „heidense materialen" (beton en ijzer) voor altijd tot de niet betreur de verleden tijd gaan behoren. De tijd schijnt gekomen, dat aan de moderne plastische vormgeving èn aan de integratie liturgie-arehitec- tuur ondubbelzinnig recht kan worden, gedaan. Het kerkgebouw zal weer een „uit drukking op 't hoogste plan" worden van de ontmoeting tussen God en de mens binnen de wereld. Om het nog anders te zeggen: de geest zal worden erkend zonder dat vlees en bloed wor den geloochend, zonder dat het bouw kundig principe wordt verlaten en zonder dat de intuïtie wordt uitge bannen. L. B. (Advertentie) BON Vroog UwnrZw"n roMev9roncier^o,ba, grotis d°°sT® 1 von 2 leesmofw=Toor^sap«cst a 25 ct. PeLI0k|el Een arts heeft, van McMurdo Sound af, per radio instructies aan dr. Fuchs' expeditie doorgegeven voor de behandeling van de zieke Geoffrey Pratt, die vermoedelijk door het lange verblijf in de „Sneeuwkat" van soms 12 uur per dag aan vergiftiging door kooi- monoxyde lijdt. Dinsdag waren reeds twee zuurstofcilinders en een adem halingstoestel per parachute uit een vliegtuig neergelaten, die voldoende zijn om Pratt twee dagen lang te behandelen. Dinsdag is Fuchs' gezelschap, dat zich thans nog op een 575 km van depot 700 bevindt, aangekomen bij de laatste opslagplaats van Sir Ed mund Hillary.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1958 | | pagina 9