Pagbta? PeSfetn
wie het zwaard
OPNEEMT
Hoopgevende vernieuwing
samsoi
Touwtrekken om het
landbouwonderwijs
ZWITSAL
lot de laatste
man....
Druk op de vuurpal
in
Ik ben bang
Tot de laatste
Geen maatregelen tegen
de behandelende artsen
Zevenjarige
te Dongen
overreden
REEKS VAN MISVERSTANDEN
half zware shag
Grote brand in
Kaapstad
<vpN)
Document van
blanke slavernij en
Japans despotisme
Die is goed!
Conclusie van onderhoek-Putten",'
Wethouder de Roos
vergiste zich
De kerkelijke architectuur aan de Bossche Academie
Verbaasde aandacht
in handige plastic verpakking
V.S. schenken
tien miljoen aan
Bagdad-landcn
Verhuising van
Landbouw naar
Onderwijs
yJaféem
Zuurstofcilinders
voor zieke
Zuidpoolreiziger
DONDERDAG 30 JANUARI 1#38
door Karei C. Snijtsheuvel
De dag naderde.
De zoveelste dag van de
openlijke strijd tegen de Ja
panse stoottroepen van ge
neraal Jisaburo Asawa.
„We geven onze laatste
stelling niet prijs, we vech
ten tot de laatste man!",
aldus de order van ónze
aanvoerder, kolonel De
Veer. Het was zijn laatste
bevel: hij sneuvelde even
later als een held, staande
in de vuurlinie, en immer
daar, waar het heetst ge
vochten werd
We hadden feitelijk niets
meer te winnen. Dat wis
ten we. Er bestond voor ons
geen ander alternatief dan
sterven of zich overgeven,
en dit laatste betekende de
marteldood.
Stilzwijgend wachtten wij
het ochtendgloren af. Het
werd heel erg kil. De och
tenddauw was kil. In onze
harten was het kil. En onze
lichamen waren van honger
en dorst en slapeloze nacht
uren bijna even kil als die
van onze honderden gesneu
velde kameraden, die nog
steeds geen graf hadden ge
vonden
Van ergens ver weg meen
de ik een haan te horen
kraaien, een lieflijk geluid,
als bij vergissing aange
waaid uit de wereld waar
wij een maand terug van
daan kwamen, de wereld
van de vrede die niet meer
was
Het begon te dagen in het
oosten. Monotoon en hees
klonken de orders van onze
commandanten. „Stand hou
den mannen, met deze
stelling valt of staat Neder-
lands-Indië."
Toen werd het plotseling
licht. En even plotseling da
verden harde schoten door
de gonzende stilte van het
slagveld. Onze ogen gingen
spiedend naar de overkant..
De strijd was weer begon
nen. Het was nu er op of er
onder. Wij vochten....
Ik was mijn helm kwijt.
Blootshoofds dus lag ik achter de
kazemat en begon ik verbeten te
vuren. Ik ontdekte dat de Japan
ners zeer mobiel waren; na het
lossen van een schot doken ze
weg en doemden elders weer op.
Ze waren uitstekend gecamou
fleerd, velen hunner voerden he
le struiken met zich; terwijl wij
in de nacht baden en huilden en
ineengedoken zaten te kreunen
van honger heimwee en angst
voor de sluippatrouilles. hadden
de Japanners zich duchtig inge
graven en van onvergelijkelijke
camouflages voorzien.
"Hei daar! Soldaat! Weg van
daar!" Ik gehoorzaamde. Drie
militairen, o.w. een Nederlandse
korporaal, sleepten een mitrail
leur met zich en bezetten mijn
plaats. Ik rolde elders heen. In
eens hoorde ik een harde klap,
een kreet...
Ik wierp een schielijke blik in
de richting van de mitrailleur;
de korporaal tuimelde achtero
ver.
Even wentelde hij zich nog om,
daarna verroerde hij zich niet
meer. De twee andere mitrail-
leurschutters stelden hun wa
pen - 'n zware M. 23 - met rap
pe hand achter de kazemat op en
begonnen te vuren; het waren be
roepssoldaten, de een was een
Indische Nederlander, de andere
een Ambonese veteraan, die met
rinkelende ridderorden ten strij
de was getrokken. Deze riep mij:
"Kom hier sienjo! Houd de pa
troonband vast, ik haal een an
dere vuurleider."
Ik gehoorzaamde. De Ambonees
holde weg, doch het noodlot wil
de, dat een vijandelijke mor
tiergranaat net voor zijn neus
ontplofte; de veteraan viel voor
over en bleef liggen. De Indisch-
Nederlandse schutter vloekte bin -
nensmonds, hij was nu de enige,
die met de mitrailleur kon om
gaan. Hij begon wild te vuren
en strooide zijn projectielen over
de vijandelijke linies. Nadat de
patroonband verschoten was,
moest ik hem helpen een nieuwe
band van 225 patronen in de ka
mer aan te brengen. Daarna
werd er opnieuw gevuurd. Doch
toen kwam 't fatale moment:
de schutter werd in z'n schouder
getroffen, hij viel terzijde, de
hand tegen de schouder gedrukt,
tussen zijn vingers sijpelde
bloed.
,,Druk op de vuurpal!" gelast
te hij mij hees. Ik deed terstond
wat van mij verlangd werd.
,,Mik op de pill box!". Ook dat
deed ik. Voor de eerste keer in
mijn leven vuurde ik met een
zware mitrailleur. De kruitdamp
woei me in het gelaat, de wa
termantel begon te dampen, de
vlammendemper te gloeien. Ik
zag een onder loof en twijgen ge
camoufleerde Japanse tank van
achter een bèrm opdoemen. Zon
der aarzelen richtte ik er de loop
van de M23 op en vuurde ik op
het monster... Dat was een funes
te handeling... De Japanse pant
serwagen schoot terug en hoe!
Het kanon begon kwaadaardig
in mijn richting te wijzen. Ik
hoorde een angstaanjagend
WAB! WAB! WAB!
De kazemat scheen uiteen te
scheuren, steengruis, zand en
scherven raasden langs me heen.
Ik zag niets meer, viel achter
over. De zon verduisterde. Ik
hoorde de stem van de moedige,
gewonde schutter. ,,Trek de mi
trailleur weg, snel!" Ik wilde ge
hoorzamen, doch de Japanner be
gon weer moorddadig te vuren.
De zware mitrailleur bonkte
naast me neer, schrijlings over
de benen van de gesneuvelde
korporaal, het kokende vocht uit
de stukgeschoten watermantel
dampte en siste.
Ik hoorde achter me gedruis,
stemmen, orders. ,,Naar rechts
verplaatsen - neem de boomklim
mers onder vuur!" Ik krabbel
de overeind, raapte mijn kara
bijn op, liet me weer plat op de
grond vallen: de mitrailleurs
van de pantserwagen gaven een
salvo:,,Ja, hij smeert 'm", hoor
de ik 'n stem, een heel bekende
stem. Het was sergeant-majoor
Den Dolder, hij had de leiding
van een antitankbatterij op zich
genomen, die naar mijn mening
te laat was gekomen: we hadden
een mitrailleur en drie man ver
loren in de strijd tegen de pant
serwagen.
Juist wilde ik wegsluipen, of
ik voelde een stevige greep om
mijn arm.
,,Waar is jouw helm geble
ven?"
,,Ben ik kwijt geraakt, majoor".
„Waarom zie je zo bleek?"
,,Ik ben bang, majoor". Ik meen
de het. Het gelaat van de man
leek me ouder dan ooit, de bru
tale blik in zijn ogen had plaats
gemaakt voor melancholie. Zijn
stoppelbaard, de klei en de grij
ze aanslag van kruitdamp, had
den zijn gezicht gemaakt tot
een afzichtelijk masker.
Ook merkte ik, dat hij het
woord "aap" achterwege liet.
,,Ben je bang? Tja, ik ook", zei
hij raadselachtig, misschien
gaan we toch verliezen...
Maar nu snel! Naar rechts! Let
op de boomschutters!Ik
holde gebukt weg, terwijl de tank
buks met donderend geweld op
nieuw begon te vuren en de ge
wonde korporaal zich wegsleepte
naar de achterhoede. Het duel
dat nu volgde, duurde uren ach
tereen. De Japanners onthielden
zich alsnog van een stormloop.
En ik begrijp tot nu toe nog niet,
waarom kameraden links en
rechts van me sneuvelden of ge
wond raakten, terwijl ik buiten
schot bleef. Misschien is het toch
waar wat een oude Ambonees
mij in een wijsgerige bui geleerd
had: ,,Wees niet bang in de oor
log. Als de tijd er nog niet is,
ga je heus het hoekje niet om.
Maar als de tijd is aangebroken,
dat je inderdaad sterven moet,
sterf dan met een gerust hart,
want het ontvluchten van die
dood betekent het sterven van
honderd doden..."
Het duel werd hoodzakelijk ge
voerd met Japanners, die in de
woudreuzen waren geklommen
met hun venijnige machinegewe
ren.
Die boomklimmers waren feno
menale schutters en behoorden
tot 't Japanse zelfmoord-batal
jon. T
Doch zij waren ook zeer kwets
baar en wij raakten hen keer op
keer.
Zij tuimelden als vogels uit de
bomen en kwamen met een har
de smak op de grond terecht.
Het moest tegen het uur van
vijf zijn geweest, dat we ook de
ze strijd bleken te hebben ver
loren.
Kolonel De Veer was gesneu
veld en diens plaatsvervanger
veranderde 't bevel:Vechten tot
de laatste man" in ..Retireren
naar het oerwoud en daar ingra
ven!"
Daar had ik op gewacht. Reti
reren. Ik deed niets liever dan
dat.
Doch ik paarde aan dat verlan
gen ook de enige wens om ons
te hergroeperen voor een nieuwe
tegenaanval, of voor een gueril
la.
Ik stortte me in de bush, terwijl
de kogels langs me heen en door
de vegetatie raasden.
Ik liet de gewonden achter, ik
liet de doden achter. Een dezer
was Bertje Martagora, een jon
gen van zeventien jaar, hij stierf
met een schot tussen de ogen tij-
dnes het duel tegen de boom-
schutters. Hij had geen laatste
woorden; dat gunde de dood hem
niet...
(Copyright van de schrijver).
Tegen de behandelende geneeshe
ren van het Puttense meisje Joke
Haanschoten worden geen discipli
naire maatregelen genomen. Geble
ken is, dat zij geen fouten hebben
gemaakt toen het meisje door hen
met een radium-naald is behandeld.
Dit is de conclusie van een com
missie, die op verzoek van het colle
ge van curatoren der Rijksuniversi
teit te Utrecht een onderzoek naar
het ongeval in de kliniek voor oor-,
n' es- u keelziekten te Utrecht heeft
ingesteld.
Volgens deze commissie moet van
ecn toevallige samenloop van om
standigheden worden gesproken.
?rts van Utrechtse zieken
huis, die de radiumnaald in de neus
holte van het kind voerde, was niet
n net kamertje toen de behandelingsj-
tijd verstreken was. Volkomen irji
overeenstemming met de daarvoor
geldende regels heeft toen de arts
I die nooit eerder een radiumnaald
had gezien, de naald uit Jokes neus
getrokken en in de daarvoor bestem
de loden koker gelegd. Controle op
de aanwezigheid van de radiumkop
is niet voorgeschreven. De naalden
zijn ook altijd sterk genoeg gebleken.
De president-curator van de rijks
universiteit te Utrecht, deelde ons
mede, dat men heeft besloten in de
toekomst radium en radio-actieve
stoffen onder verantwoordelijkheid
van prof. dr. R. H. de Waard te
plaatsen, hoogleraar in de stralen-
leer.
Het wetenschappelijk onderzoek,
dat prof. dr. J. Kistemaker in het
laboratorium voor massaspectro-
grafie te Amsterdam verricht,
heeft niets te maken met het
winnen van energie uit water
stof en lithium. De mededelingen, die
de wethouder voor Onderwijs van
Amsterdam, mr. A. de Roos over dit
onderzoek heeft gedaan, missen elke
grond.
Dit heeft prof. dr. J. A. Cohen, di
recteur van het Medisch Biologisch
Laboratorium van de Rijksverdedi
gingsorganisatie meegedeeld.
Gistermiddag omstreeks kwart
over twaalf heeft zich te Don-
g'en een ernstig verkeersonge
val voorgedaan, dat het zeven
jarig' jongetje P. Verkooyen het
leven heeft gekost.
In de Kardinaal van Rossumstraat
reed in de richting Gasthuisstraat een
vrachtwagen met aanhangwagen.
Deze moest voor een geparkeerd
staande bestolauto uitwijken. Van te
genovergestelde richting kwam op
dat moment het jongetje op zijn
fietsje van de St. Laurentiusschool.
Vermoedelijk is het knaapje door
de aanhangwagen gegrepen. Hij werd
tegen de grond geslingerd en door
het achterwiel van de vrachtwaen
overreden en vrijwel op slag gedood.
De chauffeur van een B.B.A.-bus was
de enige die het ongeluk heeft zien
gebeuren. Dokter Heintjes kon slechts
de dood constateren. Kapelaan van
Steen heeft het slachtoffertje het H.
Oliesel toegediend. Aangezien de
vrachtwagen is doorgereden wordt
verondersteld, dat de chauffeur niets
van het ongeval heeft gemerkt. Naar
eventuele schuld stelt de politie een
onderzoek is.
Wie ooit heeft uitgevonden om bepaalde verschijnselen in de
wereld van de na-oorlogse kerkelijke bouwbedrijvigheid samen
te vatten onder de noemer „Bossche School", het is ons niet
bekend. Wel lijkt het er sterk op, dat hij nu niet bepaald recht
heeft op een standbeeld. Misschien zou hij te „eren" zijn met het
volgende: laat ons een neo-basiliek naar hem noemen! Met deze
suggestie menen we dan het kernpunt van een reeks misverstan
den rond het werk van Dom van der Laan en diens broer, de
architect Nico van der Laan te hebben aangeraakt.
Velen hebben met ons kennis ge
nomen van de aankondiging: Bos
sche School zet deur open voor an
dere stromingen". Dit betekent in
feite, dat in 's-Hertogenbosch op 25
januari een nieuwe cursus voor ker
kelijke architectuur is begonnen met
op het programma twee nieuwe vak
ken 1. hedendaagse bouwwijzen en ar
chitectuur en 2. architectuur in de
huidige samenleving.
Nu is men in 's-Hertogenbosch al
(Advertentie)
een slordige tien jaar bezig om de
kerkelijke architectuur een hechte
theoretische basis te geven. Het is
niet onze taak om te treden in een
waardebepaling van de door Dom
van der Laan ontwikkelde theorie
over de grondbeginselen van de ker
kelijke bouwkunst. Dat andere theo
retici zich in het verleden geroepen
waanden om aan de hand van de ar
chitectonische bedenksels van lieden,
die ooit de lessen van Dom van der
Laan volgden, een „Bossche School"
op rekening van (Je docent te schrij
ven, heeft echter wel onze verbaasde
aandacht.
We menen namelijk te mogen en te
moeten vaststellen, dat gesignaleerde
Voorbeeld van een neo-basiliek: de
kerk (ontwerp) van „O. L. Vrouw
v. Altijddurende Bijstandte Breda,
In de haven van Kaapstad woedt de
grootste brand in de geschiedenis van
de stad. De brand ontstond in een
koelruimte en breidde zich snel uit
tot andere gebouwen. Er is veel fruit
verloren gegaan. De schade loopt naar
verwachting in de tientallen miljoenen
guldens.
De Amerikaanse minister van Bui
tenlandse Zaken Dulles, die als waar
nemer op de conferentie van de
Raad van Ministers der Bagdad-
landen aanwezig is, heeft woensdag
meegedeeld, dat de V.S. de organi
satie tien miljoen dollar zullen schen
ken als bijdrage tot de uitvoering van
een gemeenschappelijk plan voor de
aanleg van communicatiemiddelen in
de Mohammedaanse leden-staten. De
schenking moet nog door het Ameri
kaanse congres worden goedgekeurd.
De V.S. hebben vorig jaar 12.500.000
dollar geschonken.
De Raad van Ministers heeft woens
dag besloten, dat de volgende confe
rentie in juli te Londen zal worden
gehouden.
(Van onze landbouwmedewerker)
Er is de laatste tijd enig ru
moer in landbouwkringen rond
om het landbouwonderwijs. Dit
neemt n.I. een aparte plaats in,
daar het niet valt onder de be
voegdheid van het ministerie
van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen, maar onder die
van het ministerie van Land
bouw, Visserij en Voedselvoor
ziening. Hetgeen een doorn is
in het oog van het ministerie
van Onderwijs.
Het is overigens niet de eerste
maal, dat dit onderwerp aan de orde
is. Vrijwel onmiddellijk na de oorlog
is een soortgelijk vraagstuk aan de
orde geweest in verband met de
landbouwhogeschool te Wageningen.
De beslissing is toen gevallen in voor
Landbouw gunstige zin. In de daarop
volgende jaren is er steeds een stre
ven geweest van Onderwijs om het
land- en tuinbouwonderwijs tot zich
te trekken. Soms was dit streven la
tent, dan weer kwam het aan de op
pervlakte. Landbouw heeft steeds
voldoende argumenten kunnen vinden
om Wageningen, het middelbaar en
lager land- en tuinbouwonderwijs on
der zich te houden.
In land- en tuinbouwkringen zelf
voelt men er helemaal niets voor,
dat dit onderwijs bij Landbouw zou
worden weggehaald en naar Onder
wijs zou worden gebracht. De prak
tijk vreest n.I. cn dat is voor
Onderwijs een minder aangename
mening dat het onderwijs cr niet
op vooruit zal gaan. en dat de af
stand tussen de praktijk en het on
derwijs te groot zal worden.
Historische achtergrond
Nu is vooral in de landbouw deze
verbinding zeer sterk. Dit heeft een
historische achtergrond, welke al da
teert van de vorige eeuw. In de
tachtiger jaren was de landbouw er
zeer slecht aan toe. Door het open
leggen van de Verenigde Staten van
Noord-Amerika was daar de verbouw
van de granen in enorme mate toe
genomen. De graanprijzen daalden
en de Nederlandse boer kon niet
meer meekomen. Ook de veehouderij
was sterk achterop. De overheid zon
op middelen om de landbouw te hel
pen. Volgens de opvattingen van die
tijd was het niet verantwoord deze
hulp te verlenen door middel van
bescherming of steunmaatregelen.
Natuurlijk moest er een commissie
aan- te pas komen. Deze adviseerde
tot het aanwenden van middelen,
waardoor het inzicht van de boeren
in hun bedrijf verdiept en de be
drijfsvoering verbeterd zou kunnen
worden. Toen is eigenlijk de basis
gelegd voor het land- en tuinbouwon
derwijs en voor de land- en tuin-
bouwvoorlichting, zoals we die tegen
woordig kennen. Onderwijs vraagt
onderzoek. Immers, de beter ontwik
kelde boer en tuinder komen steeds
voor nieuwe vraagstukken te staan,
waarvoor zij een oplossing moeten
zoeken. Zij nemen steeds nieuwe ver
schijnselen waar, voor welke zij een
verklaring wensen.
Zo is de trits, onderzoek, onder
wijs, voorlichting, ontstaan, die van
Nederland een der meest vooruit
strevende land- en tuinbouwlanden
van de hele wereld hebben gemaakt,
en die daarom in ons land niet los
van elkaar te denken zijn. Zij zijn
onafscheidelijk met elkaar verbonden.
Het onderzoek verdiept en verruimt
het inzicht, het onderwijs leidt nieuwe
wetenschappelijke onderzoekers en
wetenschappelijk gevormde voorlich
ters op; de voorlichting geeft de
nieuwste resultaten van de weten
schap door aan de praktische boei
en tuinder. Onderzoek, onderwijs,
voorlichting zijn in één hand. Zij
kunnen met behoud van alle vrij
heid, welke de wetenschapsman no
dig heeft gecoördineerd worden
zodat zij het hoogste rendement af
werpen.
Te ver van de praktijk?
De geschiedenis van de vooruit
gang van de land- cn tuinbouw in de
laatste halve eeuw is één doorlopend
bewijs, dat deze werkwijze goed is
geweest. Hier zou een loflied passen
op de landbouwonderwijzer, die voor
al in de jaren, toen de voorlichting
nog niet zo uitgebreid was, het
meest tot deze vooruitgang heeft bij
gedragen. Ook de praktijk, de boer
en tuinder zelf, is hiervan overtuigd.
En het is juist de praktische boer
en tuinder, die zich zorgen maken
over het onderwijs, als dit zou gaan
ressorteren onder het ministerie van
Onderwijs. Juist zij vrezen, dat het
onderwijs te ver van de praktijk zal
komen te staan.
Is deze vrees gegrond? Wij weten
het niet, wij zijn geen specialist op
dit gebied en kunnen dus met min
der gezag oordelen. Wel zijn wij bij
het niet-agrarische bedrijfsleven, bij
handel en industrie dus. herhaalde
malen gestuit op de klacht, dat het
onderwijs in Nederland zo weinig
praktisch zou zijn. Dat de jeugd dus
wel een aantal dingen zou leren, mooi
en nuttig voor de algemene ontwik
keling, maar dat zij voor het overige
tamelijk vreemd tegenover het prak
tische leven staat. Een klacht, waar
over wij verder niet kunnen oordelen,
maar die toch de moeite waard is om
te constateren. Ook hebben wij ge
zien, dat Landbouw in een sneller
tempo zijn onderwijs weet aan te
passen aan de eisen van de praktijk.
De reden hiervan is, dat Landbouw
dichter bij het praktische leven en de
bedrijfsvoering van boer en tuinder
staat. Nu moet men dit vlotter"
met wat zout nemen, want ook Land
bouw is een ministerie, en ministe
ries leiden hun eigen leven en be
palen hun eigen tempo.
Geruisloosheid gevreesd
De vrees van het bedrijfsleven is
ook, dat zulk een overgang van
Landbouw naar Onderwijs geruisloos
zou kunnen verlopen. Het land- en
tuinbouwonderwijs is nog niet gere
geld bij de wet. Het is dus nog geen
zaak van de Kamers, maar een aan
gelegenheid die de betrokken minis
ters zelf bij onderlinge afspraak kun
nen regelen. Ziende de toch al be
staande neiging in Den Haag om al
lerlei dingen te regelen buiten de Ka
mers om. door middel van algemene
maatregelen van bestuur, uitvoe
ringsbeschikkingen e.d., wordt deze
vrees van het bedrijfsleven zeer be
grijpelijk.
Het gevaar schijnt acuut te
zijn. Binnenskamers schijnen al
plannen in gevorderd stadium
van voorbereiding te zijn. Maar
er is nog geen enkele boeren- en
tuindersbond om zijn mening
gevraagd. De suggestie, dat
zulks met opzet niet geschiedt,
omdat de overheid dan weet dat
er verzet komt, gaat ons wat
ver. Maar het zou wellicht toch
nuttig kunnen zijn als een of
ander Kamerlid eens officieel
ging polsen hoe de zaak erbij
staat en deze kwestie eens ter
sprake zou brengen in het par
lement.
leerlingen inderdaad 'n aantal neo-
basilieken deden verrijzen en dat
Dom van der Laan, hoezeer
hij de basiliek ook prijst als
„treffend bewijs voor de juistheid en
zuiverheid van zijn eigen stellingen"
deze slaafse naaperij beslist niet zal
kunnen bewonderen of aanmoedigen.
De vraag of hij er zich dan wellicht
te weinig krachtig tegen heeft verzet
kan als niet ter zake doende gevoege
lijk onbeantwoord blijven.
Principe bleef
In het algemeen zouden we liever
een andere vraag willen stellen
Was het wel nodig voor de docent
om stelling te nemen tegen be we-,
ringen die met het door hem ont
vouwde principe niets te maken
hadden en die kennelijk hun oor
sprong vonden in de onmacht van
de practici om de door hen als
leerlingen aanvaarde theorie een
moderne en verantwoorde gestalte
te geven? Nu wil het ons voorko
men, dat de leiding van de Acade
mie in Den Bosch door het toevoe
gen van twee nieuwe vakken aan
het programma deze vraag reeds
heejt beantwoord.
De architect Nico van der Laan is
docent gebleven. Naast hem krijgen
dan „andere stromingen" in de per
sonen van andere docenten een kans.
Is het dan al te vrijmoedig om hier
uit te concluderen, dat men de basis
van Dom van der Laan geenszins
wenst te verwerpen en dat de Acade
mie louter en alleen wil streven naar
een meer zinvolle en bredere toepas
sing daarvan in de huidige archi
tectonische strevingen? Daarmee komt
dan tevens vast te staan, dat Dom van
der Laan in het geheel geen stro
ming vertegenwoordigt en dat de zo
genoemde „Bossche School" inder
daad om met Ko Sarneel te spre
ken een zaak is van domme basi
lieken-telers.
En hiermee behoren we dan tot
de zeer weinigen in den lande, die in
wat zo zoetjes aan gaat lijken op een
„Bossche affaire" een aantal hoop
gevende lichtpunten zien. De tijd
schijnt aangebroken, dat de starre
standpunten van Granpré Molière
over „heidense materialen" (beton en
ijzer) voor altijd tot de niet betreur
de verleden tijd gaan behoren. De
tijd schijnt gekomen, dat aan de
moderne plastische vormgeving èn
aan de integratie liturgie-arehitec-
tuur ondubbelzinnig recht kan worden,
gedaan.
Het kerkgebouw zal weer een „uit
drukking op 't hoogste plan" worden
van de ontmoeting tussen God en de
mens binnen de wereld. Om het nog
anders te zeggen: de geest zal worden
erkend zonder dat vlees en bloed wor
den geloochend, zonder dat het bouw
kundig principe wordt verlaten en
zonder dat de intuïtie wordt uitge
bannen.
L. B.
(Advertentie)
BON Vroog UwnrZw"n
roMev9roncier^o,ba,
grotis d°°sT® 1 von 2
leesmofw=Toor^sap«cst
a 25 ct. PeLI0k|el
Een arts heeft, van McMurdo
Sound af, per radio instructies aan
dr. Fuchs' expeditie doorgegeven
voor de behandeling van de zieke
Geoffrey Pratt, die vermoedelijk
door het lange verblijf in de
„Sneeuwkat" van soms 12 uur per
dag aan vergiftiging door kooi-
monoxyde lijdt. Dinsdag waren reeds
twee zuurstofcilinders en een adem
halingstoestel per parachute uit een
vliegtuig neergelaten, die voldoende
zijn om Pratt twee dagen lang te
behandelen.
Dinsdag is Fuchs' gezelschap, dat
zich thans nog op een 575 km van
depot 700 bevindt, aangekomen bij
de laatste opslagplaats van Sir Ed
mund Hillary.