Delta
de
in
en Schelde-Rijn
Belgische Kamer
TITO
srsgSSSSi
Dordtse winkelier werd
dupe van wisseltruc
Brabant kan rustig voort -
gaan met zijn plannen
Leemten in
geheimzinnig
verleden
SINATRAN
DAGBLAD DE STEM VAN MAANDAG 27 JANUARI 1958
KANTTEKENINGEN BIJ EEN DEBAT
Benelux-gezindheid
Berend Nijman
Overeenkomst
Brokopondo-plan
aanvaard
Papieren van Bang
Jensen verbrand
BOEKENPLANK
Wind in de zeilen
TV-RADIOTV-RADIO-TV-
door ANTONIO DEL MONTE
IE
Minister Larock is nog vóór interpellatie, welke vier katho
lieke senatoren 28 januari in de Belgische Senaat over het Delta
plan zullen houden, in de Belgische Kamer met een verklaring ge
komen over deze aangelegenheid en over de Schelde—Rijn-ver
binding, nadat enkele Kamerleden, o.a. mr. Delwaide, dr. F. van
Cauwelaert en burgemeester Craeybeckx van Antwerpen, hier
over het woord hadden gevoerd.
Deze gang van zaken, waarbij de interpellerende senatoren het
gras min of meer voor de voeten is weggemaaid, kan men overi
gens als normaal beschouwen, omdat reeds in het verslag van
de Kamercommissie van Buitenlandse Zaken een behandeling
van deze kwesties was voorafgegaan. Met dit rapport-Pierson,
waarover wij al eerder schreven, werd de nu gehouden Kamer
discussie voorbereid en ingeleid.
De ook in onze lezerskring bekende
oud-burgemeester van Antwerpen,
mr. L. Delwaide, opende de discussie
van vorige week in de Belgische Ka
mer van volksvertegenwoordigers en
drong aan op spoedige onderhande
lingen met Nederland, waarbij België
zou moeten vragen de Oosterschelde
open te laten, de vaargeulen en toe
gangswegen van de Westerschelde te
verbeteren en een nieuwe Schelde-
Rijnverbinding voor Antwerpen te la
ten aanleggen. De Oosterschelde zou
open moeten blijven om te voorko
men, dat de mond van de Wester
schelde verzandt, waardoor de zee-
vaartweg van Antwerpen hinder moet
ondervinden.
De gedachtengang van de Antwerp
se volksvertegenwoordiger kon onze
lezers niet verrassen na de beschou
wingen welke wij al eerder hebben
gewijd aan de opvattingen van de
Antwerpenaren ir. L. de Kesel en
prof. dr. J. van Geetruyen over het
Deltaplan en over de Belgische be
langen of rechten.
Ook mr. Delwaide deed een beroep
op het Schelde-recht om de Belgische
belangen door Nederland te doen er
kennen en betoogde dat de Ooster
schelde deel uitmaakt van het Schel-
de-complex, derhalve volgens de
tractaten niet mag worden afgesloten
zonder bewilliging van de oeversta-
ten, dat zijn naast Nederland óók Bel
gië en Frankrijk.
Intussen sprak de C.V.P.-afgevaar
digde ook als politicus. Hij wilde
daarom van de onderhandelingen met
Nederland tevens gebruik laten ma
ken om te praten over de Wielingen
en over de Schelde-Rijnverbinding.
„Nooit stond het Moerdijkkanaal er
zo goed voor als nu", heeft hij ge
zegd, en hij deed daarbij een beroep
op het recht van België, omdat het
Deltaplan de bestaande vaarweg van
Antwerpen naar de Rijn wederom
verstoort. Ook deze gedachtengang
vindt men bij ir. de Kesel en prof.
van Geetruyen. Het was blijkbaar de
bedoeling, dat België de Schelde-Ryn-
verbindiug weer spoedig ter tafel
brengt in een gesprek met Nederland.
Hierbij mag men niet uit het oog
verliezen, dat het de Belgische rege
ring is geweest, die het Moerdijkka
naal in de ijskast heeft geplaatst, toen
zij op een Nederlandse vraag over ja
of neen, daaromtrent geen beslissing
kon nemen. Nederland heeft daarop
besloten de noodzakelijke werken aan
de waterwegen en de landwegen in
west-Brabant te gaan ondernemen en
als die zijn uitgevoerd, moet België
rekening houden met de dan bestaan
de toestand.
Dit kan meebrengen, dat er een
rijksweg van Roosendaal naar
Moerdijk zal liggen, dat de Zoomse
weg en de verlengde Langstraatweg
tot stand komen, waardoor in west-
Brabant een wegentrapezium ont
staat, dat niet meer is weg te cijfe
ren.
Wil België later toch nog een nieu
we Schelde-Rijn-verbinding zonder de
voltooiing van het Deltaplan af te
wachten, dan zal men tot een ander
tracé zijn toevlucht moeten nemen
dan dat van het rapport-Van Cau-
welaert-Steenberghe.
Wanneer mr. Delwaide nu zegt, dat
het Moerdijkkanaal er nooit zo goed
heeft voorgestaan als thans, heeft die
uitdrukking zeker niet de zakelijke
strekking, alsof nu spoedig een Moer
dijkkanaal te verwachten of te ver
krijgen is, aangezien België het zelf
liet schieten.
Zijn verklaring is eerder als een
slagwoord te zien, waarmee hij kri
tiek oefent op de eigen regering, om
dat deze een gegeven kans liet voor
bijgaan. Hij gispt als lid van de op
positie, dat de regering niet vasthield
aan het Moerdijkkanaal en de aanleg
van de nieuwe Schelde-Rijn-verbin
ding niet versnelde. Afgezien van
een verkenning van de toestand had
zijn optreden dus vooral de strekking
van een verwijt aan de eigen rege
ring.
Waardige rede
Na mr. Delwaide heeft dr. Frans
van Cauwelaert een waardige, gedra
gen rede gehouden, wellicht een zwa-
nezang van de grijze staatsman over
deze aangelegenheid, waarin hij tien
tallen jaren een belangrijke rol heeft
gespeeld. Hij bracht twee punten
naar voren, die ons een bijzonder be
lang moeten inboezemen: het vraag
stuk van de waterwegen, de kwesties
Gent-Terneuzen en de Schelde-Rijn
verbinding. verder het Deltaplan en
de bevaarbaarheid van de Wester
schelde, welke laatste niet begrepen
was in de opdracht der commissie
Van Cauwelaert-Steenberghe. Het
Deltaplan was tijdens haar werk
zaamheden nog maar als schets be
kend.
Dr. van Cauwelaert sprak, evenals
mr. Delwaide, zijn bezorgdheid uit
over het Deltaplan. Omtrent de wa
terwegenkwesties betreurde hij, dat
de drie bekende vraagstukken niet
samengekoppeld waren gebleven.
België is reeds akkoord gegaan met
de opheffing van de Stop in Ternaaien
en onderhandelt afzonderlijk over de
verbreding van het kanaal Gent-Ter
neuzen met een nieuwe zeesluis. Nu
deze zaken geïsoleerd waren behan
deld, dacht dr. van Cauwelaert thans
met vrees aan een eventuele achter
uitgang van de economie, daar deze
in de gewijzigde omstandigheden een
zeer zware weerslag zou hebben voor
Antwerpen, dat nog altijd op een
verbeterde Schelde-Rijn-verbinding
wacht.
Tenslotte bracht hij ook de WeS'
terschelde ter sprake, waarbij we
even de oren spitsten. Dr. van Cau
welaert herinnerde aan artikel 9 van
het Nederlands-Belgisch scheidings
verdrag uit 1839. waar sprake is van
de .bevaarbaarheid" der Wester
schelde. Hij vroeg zich hierbij terecht
af, wat dat begrip ..bevaarbaarheid'"
eigenlijk betekent, want het is, zoals
hij opmerkte, tussen 1830 en 1958
aanzienlijk geëvolueerd.
Voorrang
De kwestie is daarom van zoveel
belang, omdat de Belgische volks
vertegenwoordiger aan de overeen
komst herinnerde, dat de scheepvaart
de voorkeur heeft op de belangen van
de oeverbewoners. Hij wil dit beginsel
ook in een nieuw tractaat vastgehou
den zien.
Nu is het duidelijk, dat dr. van
Cauwelaert bij het eisen van deze
voorrang voor de scheepvaart boven
de belangen der oeverbewoners niet
bedoelt, dat deze desnoods maar zou
den moeten verdrinken. Hij keert zich
zeker niet tegen een harmonische sa
menvoeging van de belangen der
scheepvaart en van de oeverbewo
ners. Hij accentueert, dat het met de
eisen der bevaarbaarheid thans an
ders kan gelegen zijn dan anderhalve
eeuw geleden.
Nu is het beginsel, dat achter de
voorrang voor de scheepvaart ligt,
wel te achterhalen. De strekking was,
dat de scheepvaart voor zou gaan bo
ven eventuele inpolderingen, een lief-
hebberij die vorige eeuw niet minder
dan in de huidige het karakter van
hartstocht bezat.
Als dr. van Cauwelaert het ook zo
bedoeld heeft, is zijn opmerking re
delijk. Het beginsel houdt overigens
niet in. dat inpolderingen, welke zon
der gevaar voor de scheepvaart kun
nen tot stand komen, zouden moeten
worden opgeofferd. Hier denken wij
aan het voor inpoldering over-rijpe
Verdronken land van Saeftinge.
Onrechtstreeks heeft de Belgische
politicus te kennen gegeven, dat de
bevaarbaarheid van de Westerschel
de thans in stand moet worden ge
houden door middel van kunstwerken,
door normalisatie.
Dit zal geen verzet ontmoeten in
Nederland. nademaal juist onze
Rijkswaterstaat voortdurend de be-
De Belgische minister van
Buitenlandse Zaken V. Larock
heeft, zoals wij vrijdag reeds
meldden, in de Belgische Ka
mer een belangrijke verklaring
afgelegd over de nieuwe hou
ding van België ten opzichte
van het Deltaplan en de Schel
de-Rijn-verbinding. België blijft
vasthouden aan een nieuwe
Schelde-Rijn-verbinding, maar
acht met het oog op het Delta
plan de voorwaarden, waaraan
deze volgens het advies-van
Cauwelaert-Steenberghe moet
voldoen, voor wijziging vatbaar.
Ofschoon over deze aangele
genheid nu dinsdag 28 januari
een afzonderlijke interpellatie
wordt gehouden in de Belgische
Senaat, wijden wij thans reeds
een beschouwing aan de ver
klaring van minister Larock,
omdat niet te verwachten is.
da.t de Belgische minister in de
Senaat zakelijk een andere uit
eenzetting zal geven, dan die
van donderdag j.l. in de Kamer.
vaarbaarheid van de Schelde metter
daad heeft bevorderd. Wij hebben er
zelfs voor gepleit een Nederlands be
lang bij deze normalisatie te schep
pen, wat dan tot hogere bijdragen
hiertoe van Nederland zou kunnen lei
den dan wanneer België alleen hier
om vraagt.
Vermeldgn we terloops nog, dat er
in de Belgische Kamer nog even een
politieke discussie dreigde te ontstaan
over de kwestie Gent-Terneuzen tus
sen dr. van Cauwelaert en de socia
listische afgevaardigde de Sweemer,
toen deze voor Gent opkwam. Men
kwam daarbij evenwel toch tot het
akkoord deze zaak alleen technisch
te bekijken, los van partijpolitieke
overwegingen of rivaliteiten.
Nuchter en reëel
Nadien kwam minister Larock met
zijn belangrijke verklaring, welke ei
genlijk al een antwoord was op de
interpellatie, welke in de Belgische
Senaat van dinsdag gehouden wordt.
Hij ontwikkelde het regeringsstand
punt en deed dit nuchter en reëel.
De minister trekt niet in twijfel, dat
Nederland het recht heeft zich tegen
overstromingen te wapenen. In zo
verre er juridische betwistingen in
het geding kunnen komen, zoals om
trent de bevaarbaarheid van de Wes
terschelde. laat hij die in een com
missie van juristen onderzoeken,
waaraan van Belgische zijde de Leu
vense hoogleraar De Visscher deel
neemt, van Nederlandse zijde de ad
viseur van ons departement van Bui
tenl. Zaken, prof. Francois.
Voor Gent-Terneuzen werden de be
sprekingen met Nederland hervat op
de basis van het advies-Van Cau
welaert-Steenberghe. De minister
vindt de kosten van de oplossing
evenwel nog al hoog en vraagt zich
af. of het bedrag daarvan niet minder
kan. Blijkbaar wil België die kosten
gedrukt zien.
Van Nederlandse kant is in dit ka
der altijd gevraagd om een herstel
van de spoorwegtarieven, die vroeger
voor Terneuzen in België golden, ten
einde de Zeeuwsch-Vlaamse haven
van buitensporige vervoerlasten te
bevrijden.
Wat het Moerdijkkanaal be
treft, heeft minister Larock
eigenlijk nog duidelijker dan
zijn voorganger minister Spaak.
te kennen gegeven, dat dit in
de vorm, waarin het in het rap
port Van Cauwelaart-Steenber
ghen werd geconcipieert, van de
baan is.
Hij verwijst naar de betekenis van
het Deltaplan voor de Schelde-Rijn
verbinding en laat uitkomen, dat dit
Deltaplan nog maar een ruwe schets
was, toen de Belgisch-Nederlandse
onderhandelaars hun werk beëindig
den.
Minister Larock houdt vast aan een
nieuwe Schelde-Rijn-verbinding maar
het tracé van het rapport-Van Cau
welaert-Steenberghe is voor wijziging
vastbaar, zegt hij. Hiermee verklaart
de minister in beginsel aannemelijk,
dat de nieuwe Schelde-Rijn-verbin
ding meer westelijk komt te liggen,
zoals ook mr. Burger bij de behande
ling van de Deltawet in gedachte
had, toen hij de uitmonding er van
bij Dintelsas bepleitte.
De Belgische bewindsman houdt
ook rekening met het standpunt van
de Nederlandse regering, uiteengezet
door minister Luns, dat de noodzake
lijke waterstaatswerken in Noordbra
bant niet kunnen worden uitgesteld
en dat België, wanneer het geen ge
noegen er mede zou kunnen nemen
de voltooiing der Deltawerken af te
wachten, t.z.t. rekening zal moeten
houden met de nieuw ontstane toe
stand in Noordbrabant.
In zijn zakelijke inhoud en rustige
toon getuigde het antwoord van mi
nister Larock van goede Benelux-ge-
zindheid.
Dit antwoord houdt NIET
in. dat België, als het zich
benadeeld gevoelt, geen pas.
sende vergoeding zal vragen
en hierover desnoods zal
procederen, wat overigens
niet in strijd is met goede
samenwerking
Dit antwoord houdt WEL
in, dat België niet tekort wil
doen aan Nederlandse be.
langen, ook niet aan de iver.
ken, die noodzakelijk zijn
voor Noordbrabant. Dit mag
voor Noordbrabant een aan.
sporing zijn om rustig hier.
mee door te gaan.
(Advertentie)
100 nieuwe auto's
7,onfier chauffeur
va f 6 d d. 6
ct p. km
NIEUWE HAAGD1JK 28a
BREDA TEL. 34142
De Surinaamse staten hebben met
twaalf tegen acht stemmen en één
onthouding de overeenkomst goedge
keurd, die de Surinaamse regering
heeft gesloten met de AluminiumCom-
pany of America inzake het Brokopon
do-plan.
Tijdens de vergadering van vrijdag
avond, die ruim acht uur duurde en
eerst in de vroege uren van zaterdag
tot een beslissing leidde, diende de
oppositie in de Surinaamse staten een
motie in, waarin de regering alsnog
werd uitgenodigd een gewijzigde ont-
werp-overeenkomst in te dienen. Hier
in zou de mogelijkheid voor Suriname
moeten openblijven om alsnog zelf
de fondsen, die nodig zijn voor de
bouw van de waterkrachtwerken. ter
beschikking te stellen en daardoor
het volle eigendom van deze werken
te verkrijgen.
Deze motie werd echter met elf
tegen tien stemmen verworpen. Het
lid van de regeringsfractie Emanuel-
son bracht door een vergissing zijn
stem voor de motie uit.
Advertentie)
li.
Is maarschalk Tito een
Kroaat of een Rus? In een in
1937 uitgegeven, korte geschie
denis van de communistische
partij van Kroatië kan men le
zen, dat kameraad Gorkic, on
danks zijn goede wil, niet in
staat was de eenheid in de par
tij te behouden. Daarom heeft
kameraad Stalin kameraad
Broz-Tito gezonden naar
Agram om orde op zaken te
stellen. Dat Tito juist in Agram
opdook, had zijn goede grond.
Want toen was de Kroatische C.
P. de enige v. Joego-Slavië. Dat
niet alleen. Wanneer men de
in moeilijkheden verkerende
partij had opgescheept met 'n
Sloveen of met een Serf, dan
zouden de moeilijkheden maar
vergroot zijn geworden, want
juist toen v/as de strijd tussen
de Kroaten, de Serven en de
Slovenen op zijn hevigst. Men
kon in 1939 in Agram best 'n
boerenzoon uit het Kroatische
dorp Kunrevic gebruiken!
Uit zijn eerste huwelijk met een
Russin heeft Tito een zoon, Zarko
geheten, die sinds 1948 in Belgrado
woont. Hij is daar zeer bekend. Niet
als communistisch leider, maar als
man van de grote wereld, die in een
der schoonste wijken van de stad in
een elegante woning leeft. Hij werkt
niet, maar drinkt graag en tijdens
een drinkgelag in hotel Majestic
voegde een journalist, die bevriend
is met de eerder genoemde mede
werker van ..Die Furche" Zarko eens
toe: ,,Je drinkt als een Serf, Zarko",
Waarop volgens ..Die Furche", Zar
ko woedend opvloog, zijn Russische
pas op de tafel smeet en uitriep:
,,wat Serf. Ik ben geen Serf. Ik ben
een Rus, ik ben een zoon van Rus
sische ouders". En hij gaat er nog
altijd prat op, dat hij tijdens de
Tweede Wereldoorlog met de Russen
heeft gevochten als Russisch officier.
Daarbij heeft hij ook een arm ver
loren.
Een gangsterbende
Er zijn meer indiscreties verstrekt
over Tito's geheimzinnig verleden.
En wel in 1948, toen Tito met Mos
kou brak. De communistische zen
ders van Tirana, Boekarest en Mos
kou hebben in dat jaar een boekje
over Tito opengedaan. Er deugde op
eens niets meer aan de oude vriend
en medestrijder. Ze waren eenparig
in hun oordeel, dat Tito met zijn cen
traal comité 'n gangsterbende vorm
de. Maar Tirana stelde het eerst de
vraag: ..Vanwaar komt eigenlijk de
schoft die zich aan het Joegoslavi
sche volk heeft opgedrongen?" Het
zal wel een doorgestoken kaart ge
weest zijn. Prompt deelde radio Boe
karest mee. dat de volkeren van Joe
go-Slavië opgescheept zaten met een
..dronken buitenlander, een Oekraï
ner". En toen deed radio Moskou er
nog een schepje op en maakte Tito
af als ,,een half-joodse burschuj uit
Odessa, wiens vader reeds als pels-
handelaar de mensen bedroog" en
radio Moskou noemde hem, Tito, ,,'n
avonturier met zeven passen".
De medewerker van „Die Furche"
heeft ook met een der „broers" van
Tito gesproken, Ivo Broz. Hij werd
met hem in verbinding gebracht door
de directeur van de in Agram ge
vestigde groothandel NA-MA. Ivo
Broz bleek er in Agram ook alweer
warmpjes bij te zitten, bewoont een
NV. HANOELSVER.
„a«al>P«brj» 'c 0
A B cornp1"'
A. 1. TEN DOESSCHATE ZWOLI.E,
In een Dordts schoenenmagazijn is
men de dupe geworden van de vreem
delingen. die een wisseltruc toepas
sen en voor wie de directie-politie van
het ministerie van Justitie een waar
schuwing heeft doen uitgaan.
In het bijzijn van de kassière en an
der personeel hebben twee keurig ge
klede heren van omstreeks 25 jaar
het gepresteerd om f 1020 uit de kas te
roven.
De heren spraken een „vreemde
taal", die wel wat op Italiaans leek
en maakten, omdat zij niet verstaan
werden, door middel van gebaren dui
delijk, dat zij een paar laarzen wilden
kopen. Toen de laarzen gekocht wa
ren legde een van hen een biljet van
honderd gulden neer. De kassière be
taalde hem terug met tientjes, maar
dat was niet naar zijn zin. Hij begon
in zijn „vreemde taal" heftig te pro
testeren. Omdat men niet begreep
wat hij wilde, haalde de kassière haar
geldkistje voor de dag om de man
aan te laten wijzen hoe hij het wilde
hebben. De keurige heer begon in de
inhoud van het kistje te grabbelen,
maar nam tenslotte toch genoegen met
de wijze, waarop de kassière hem had
willen terugbetalen. Hij en zijn vriend
vertrokken daarna. Toen men later
in het schoenenmagazijn de kas ging
opmaken bleken er verscheidene
briefjes van 'vijftig, vijfentwintig en
tien gulden verdwenen te zijn tot een
totaal bedrag van f 1020. Uit een on
derzoek, dat de Dordtse politie naar
deze goocheltoer ingesteld heeft, is
reeds gebleken, dat het tweetal op
3 januari dezelfde truc heeft uitge
haald in Amsterdam en Tilburg. Van
Dordrecht zijn ze naar Rotterdam ge
gaan
De documenten met namen van
Hongaren, die hebben getuigd voor
de speciale commissie der Verenigde
Naties, welke een onderzoek heeft in.
gesteld naar oorzaken en verloop van
de Hongaarse opstand, zijn vrijdag
in een verzegelde, ongeopende en
veloppe verbrand. Dit in opdracht van
de secretaris-generaal der volkeren
organisatie, Dag Hammarskjoeld.
Dit is meegedeeld door de Deense
V.N.-functionaris. Bang Jensen, die
deze stukken onder zijn beheer had
en ze niet op het archief van het V.N.-
hoofdkwartier te New York wilde af
geven, omdat hij bang was dat onbe
voegden dan mogelijk kennis van de
namen der Hongaarse getuigen zou
den kunnen nemen.
deftig huis, leeft royaal, werkt niet;
zijn vrijetijdsbesteding die zijn leven
vult, is de motorsport. Ivo vertelde
de medewerker in de biografie van
Vladimir Dedijer. Alles klopte als 'n
bus. Maar op een avond had Ivo te
veel gedronken. Iemand merkte
weerom schertsend op: ,,Je moet wel
flink op de beurs van je grote broer
teren". „Grote broer?" riep Ivo
uit. „Grote broer? Het zou wat. Wie
de eer wil genieten te behoren tot
de familie Broz, moet daarvoor be
taald worden". En iedereen weet in
Agram, dat Ivo Broz van de maar
schalk een hoge lijfrente ter beschik
king heeft gekregen. Uit broederlief
de of omdat het geld nu eenmaal
recht maakt wat krom is? Feit is,
dat Tito tijdens zijn langdurig ver
blijf in Agram nooit deze „broer"
heeft opgezocht en dat deze „broer"
ook nooit bij zijn „grote broer" op
bezoek is geweest. „Voorzover ten
minste in het openbaar kon worden
vastgesteld" tekent „Die Furche"
aan.
Vladimir Dedijer is zeer overvloe
dig met details uit Tito's leven in de
jaren, dat hij al in Kroatië was of...
nog in Rusland vertoefde. Zo deelt
hij o.a. mede, dat Tito eens na een
groots-opgezet proces in Ogulin tot
zeven jaar gevangenisstraf werd ver
oordeeld. De Kroatische medewerker
van „Die Furche" heeft gepoogd in
contact te komen met de rechters
die dat vonnis hebben uitgesproken,
maar niemand wist zich wat te her
inneren. Bovendien is het gerechtsge
bouw waarin Tito terecht moet heb
ben gestaan afgebrand en zijn ook
alle akten verloren gegaan.
Journalist ving hol
De Engelse journalist George Bi-
lainkin, die destijds door Tito werd
ontvangen en van de maarschalk een
gesigneerde foto meekreeg, wilde ook
wel eens weten wat er zich nu pre
cies met Tito heeft afgespeeld in de
jaren tussen 1922 en 1934. Hij reisde
door geheel Joego-Slavië zogenaamd
om de zegeningen van het regiem te
bestuderen, maar in feite om een ge
heim te achterhalen. Hij kon echter
niets zwart op wit achterhalen, want
waar hij gegevens kon krijgen of
moest krijgen over Tito's verleden,
bleek juist de oorlog ..het felst te
hebben gewoed" en waren dus „al
le dokumenten verloren gegaan".
Bilainkin ging ook naar de straf
gevangenis in Mitrovica waar volgens
Dedijer Tito zeven jaar gevangen
heeft gezeten. Maar de gevangenis
directeur verklaarde zich niet be
voegd hem, op zijn verzoek, de cel te
laten zien waar Tito gevangen moet
hebben gezeten. „Laat u mij dan
eens het gevangenen-register zien.
Tenslotte zal iemand, die hier zeven
jaar vertoefd heeft, toch wel ergens
in het register te vinden zijn"
merkte de journalist op. De gevange
nisdirecteur werd ijzig-koel. „Richt u
zich tot het departement van Binnen
landse Zaken in Belgrado" zeide
hij en de journalist kon meteen ver
trekken. Hij ging naar het departe
ment en vroeg de bescheiden over
Tito uit de tijd. dat hij in Mitrovica
gevangen zat. Een hoge ambtenaar
antwoordde: „Natuurlijk, u kunt alle
dokumenten inzien, maar de ambte
naar, die ze onder zijn berusting
heeft, is voorlopig met ziekenverlof".
Toen heeft de Engelse journalist
het maar opgegeven.
Zo blijft de vraag open: Wie Is
Josip Broz, Tito genaamd? Is hij do
boerenzoon uit Kumrevic of de „avon
turier met zijn zeven passen" en de
burschuj uit Odessa?" Men zal wel
moeten wachten op de bevrijding van
Joego-Slavië om achter dit geheim te
komen..,.
Leo Lecrercq, Bredanaar van ge
boorte en momentaal notaris in Am
sterdam heeft een zwak voor de zeil
vaart, een brok romantiek dat ten
dode gedoemd is.
Het is nog niet zó lang geleden dat
grote viermasters de oceanen bevoe
ren en de bemanningen van deze sche-
pen een niet aflatend gevecht moes
ten leveren met de elementen.
De auteur maakte in de twintiger
jaren een reis mee op de „Herzogin
Cecilie", die graan van Australië
naar Engeland bracht. In een rijke
stijl en met een benijdenswaardig
oog voor het zinrijke detail beschrijft
hij zijn lotgevallen als „onbezoldigd"
matroos en het onbarmhartige, ruige
leven van degenen die in de zeil
vaart hun brood moesten verdienen.
Het boekje is uitgekomen in de Pris
ma-reeks.
3)
Ze bonsde op de voordeur en gilde:
„Nini! NiniÜ" Ze stoof het tuintje
m en schreeuwde naar het burenhuis
..Rosinaü Maddalena is terug!" Dan
draaide ze zich zenuwachtig naar
haar zuster en inviteerde haastig:
„Kom toch binnen! Maar kom dan
toch gauw binnen!"
Maddalena verzette geen voet. Haar
armen hingen slap langs haar li
chaam.
„Ik kan beter in tante Teresa's
huis gaan wonen."
„Maar dat is onbewoonbaar'" riep
Maria. „Stel je voor: je hebt kans
dat het plafond naar beneden zou
komen of dat de vloer inzakte en...
en. kom dan toch binnen. Je kunt
moeders kamer immers nemen!"
Het huis,
De kamer met de schaarse, ar
moedige meubelen. Alles half donker
door de gcsl Ten luiken.
Maar Maddalena had met gesloten
ogen de weg kunnen vinden.
Ze keek naar de verveloze deuren
en vlak bij de schoorsteen wreef ze
met de punt van haar schoen over
de rode, vierkante tegels, waarin ja
ren geleden door het vallen van een
stuk ijzer een gal was gekomen.
Ze ging naar het raam en duwde
traag de jalozieën van elkaar. In
een smalle bundel sloeg het felle
licht naar binnen. Duizenden kleine
stofjes dwarrelden in het schijnsel
van de zon. Daar was de tuin. Ze
zag de vijgebomen en de druive-
ranken die groeiden langs het ver
droogde hout van een oude afraste
ring. Verderop stonden de notebo-
En ze kon de bergen zien. De droge
onvruchtbare hellingen van besten
dige groene en zandachtige kleuren.
Nog verder weg waren de puimsteen
groeven.
Ze hoorde de schelle stem van een
buurvrouw, die een zeurend kind ver
bood en ten laatste met haar vlakke
hand het meisje dusdanig bewerkte,
dat het geschreeuw mijlen in de om
trek te horen moest zijn.
Er klonk het eentonig gezang van
iemand die zijn tuin bewerkte. En het
helle lachen van mensen, die langs
het huis li :pen.
Wat was alles droog en arm, dacht
Maddalena. Wat een verschil met
Napels!
Een ogenblik zag ze de stad voor
zich met de smalle straten en de
goedgeklede mensen, die zelfbewust
zich naar een doel haastten Ze hoor
de de wonderlijke klanken van een
vreemde taal, die toeristen met el
kaar spraken, terwijl ze bezig wa
ren foto's te maken van de mensen
en de stad.
„Ik ben zo blij", zei Maria, terwijl
ze achter haar kwam staan. „Zo ver
schrikkelijk blij dat je terug bent.'
Maddalena knikte. Ze verwonderde
er zich over, dat haar leven zo'n ge
lukkige jeugd had gekend. Zulke zor
geloze uren in dit kleurloze, ver
waarloosde huis, op dit droge, ge
vaarlijke eiland.
In Napels had ze dikwijls over
haar ouderlijk huis zitten mijmeren
i en ze had het zich aldoor veel groter,
veel mooier en veel prettiger voorge
steld.
„Herinner je je het huis nog?"
vroeg Maria. „Alles is nog precies
als voor moeders dood. We hebben
er niets aan veranderd."
Maddalena draaide zich om en liep
een paar passen de Kamer in. Ze
keek naar het plafond van bruine,
houten balken. Ze wees er naar met
haar vinger.
„Alles is nog precies hetzelfde", zei
ze vlug. „Ook die scheur in de derde
balk is er nog. We wisten nooit hoe
die er in gekomen is, hij was er
plotseling, zo maar op een ochtend,
toen we opstonden."
Maria lachte en duwde Maddalena
in een stoel: „Ik moet nu even bed-
degoed gaan halen. Je zult zo moe
zijn en je kunt niet eens behoorlijk
uitrusten!" Ze rende het huis uit en
de voordeur sloeg met een klap ach
ter haar dicht. H
Op de weg even voorbij het huis -
stonden de buren te praten. Er was
iets wonderlijks in de blikken waar
mee ze Maria aankeken. Iets van
medelijden en tegelijkertijd iets van
afkeuring.
Ze hielden op met praten toen Ma
ria dichterbij was gekomen.
„Maddalena is terug!" riep ze
overmoedig. „Je moet me helpen om
het haar prettig te maken!"
„Weet ze dan niet waarom haar
zuster is teruggekomen?" vroeg de
oude Figaro verbaasd.
„Ach", mompelde Caterina. terwijl
ze zich van hem afwendde. „Dat be
grijpt zo'n jong meisje immers nog
niet."
„Maddalena komt uit een grote
stad", vervolgde Maria aarzelend.
„Het zal hier zo stil voor haar
zijn."
„Ja, zeg dat zeker!" grapte Rosina
bijdehand en ze begonnen allemaal
te lachen.
Verdrietig liep Maria terug naar
huis. In de kamer zat Maddalena
nog in precies dezelfde houding in
haar stoel.
„Ik moet m'n koffer uitpakken",
zei Maddalena, terwijl ze opstond.
Van een afstand stond Maria te kij
ken hoe haar zuster het versleten
valies naar zich toehaalde, op de
grond knielde en met beide handen
de knippen van de koffer lospeuter
de.
„Hé", zei Maria opeens geërgerd.
„Wat kletsen de mensen toch."
Maddalena lachte en draaide zich
om. Het deksel van de geopende
koffer sloeg op haar handen, maar
ze scheen het niet te merken.
„Wat hebben ze dan gezegd?"
vroeg ze spottend.
„O niets", antwoordde Maria lang
zaam. „Nee, eigenlijk niets."
Ze deed een paar passen naar vo
ren en keek hoe Maddalena met haar
vingers de kofferinhoud door elkaar
woelde.
Ze keek neer op Maddalena en ver
volgde heftig: ..Ze zijn jaloers! Ze
barsten gewoon van jaloezie. Ze kun
nen niet uitstaan dat jij een dame
bent geworden en mijn zuster bent.
DINSDAG, 28 JANUARI
HILVERSUM I. 402 m. AVRO: 7,00
Nws. 7,10 Gym. 7,20 Gram. VPRO: 7,50
Dagopenng AVRO: 8,00 Nws. 8,15
Gram. 9,00 Gym. v.d. vrouw 9.10 V.d.
vrouw 9,15 Gram. 9,35 Waterst. 9.40 Mor
genwijd. 10,00 Gram. 10,50 V.d. kleuters
11,00 Twee piano's 11,30 Gram. 11,40 Pia-
norec. 12,00 Amus.muz. 12,30 Land- en
tuinb.meded. 12,33 Prom. ork. 13.00 Nws.
13,15 Meded. en gram. 13,25 Orgelspel
13,40 Lichte muz. 13,55 Beursber. 14.00
Gram. 14.40 Schoolradio 15,00 Viool en
piano 15,30 V.d. zieken 16.30 V.d. jeugd
17,20 De dierenwereld en wij, caus. 17,30
Amateursprogr. 18,00 Nws. 18,15 Act. 18,30
RVTJHet UNO-werk in de onderont
wikkelde gebieden van India, door ir.
F. B. Carbasius Weber 19.00 V.d. kind.
19.05 Paris vous parle 19,10 Viool, alt
viool en cello 19.45 V.d. jeugd 20,00 Nws.
20,05 Gevar.progr. 22,15 Pianorec. 22,35
Muz. caus. 22,55 Ik geloof, dat.... 23,00
Nws. 23,15 Beursber. 23,16 New York
calling 23,21-24,00 Gram.
HILVERSUM II. 298 m. KRO: 7,00
Nws. 7,10 Gram. 7,45 Morgengeb. en lit.
kal. 8,00 Nws. en weerber. 8.15 Gram.
8,50 V.d huisvr. 9,45 Lichtbaken, caus.
10,00 V.d. kleuters 10,15 Gram. 10,30
Schoolradio 10,50 Gram. 11,00 V.d. vrouw
11,30 Schoolradio 11,50 Als de ziele luis
tert, caus. 12,00 Middagklok-noodklok
12,03 Metropole ork. en sol. (12,30-12,33
Land- en tuinb.meded.) 12,55 Zonnewijzer
13,00 Nws. en kath.nws. 13.20 Platen-
nieuws 13,25 Amus.muz. 14,00 Schoolradio
14,30 V.d. plattelandsvrouwen 14,40 Pia
norec. 15,00 Radiofilharm.ork. 15,40 Vi
ool en piano 16,00 V.d. zieken 16,30 Zie-
kenlof 17,00 V.d. jeugd 17,40 Beursber.
17,45 Regeringsuitz.Rijksdelen overzee:
E. F. H. de Vriendt: Het werk van d«
Caraibische commissie 18,00 Lichte muz.
18.20 Idem 18,40 Amus.muz. 19,00 Nws.
19,10 Comm. 19,15 Lichte muz. 19,35 Gram.
20,20 Katechismus 20,30 Act. 20,45 De ge
wone man 20,50 Gew. muz. 22,05 Motet
en Madrigaalkoor 22.35 De radiodoktef
22,45 Avondgeb. en lit. kal. 23,00 Nws.
23,15-24,00 Nieuwe gram.
BRUSSEL. 324 m. 12,00 Gram. 12,15
Pianospel 12,30 Weerber. 12,34 Pianospel
13,00 Nws. 13,11 Gram. 14,00 Schoolradio
15,45 Gram. 16,30 Symf.ork. 16,55 Gram.
17,00 Nws. 17,lo Omr.ork. 17.45 Boekbe-
spr. 18,00 V.d. jeugd 18,30 V.d. sold. 19,00
Nws. 19.40 Gram. 19,50 Caus. 20,00 V.d.
vrouw 21,00 Omr.ork., koor en sol. 22,00
Nws. 22,15 Barokmuz. 22,55-23,00 Nws.
E'RUSSEL, 484 m. 12,00 Gram. 13,00
Nws. 13,10 Lichte muz. 14,45 Omr.ork.
en sol. 16.05 Gram. 17.00 Nws. 18.38 Gram,
19.30 Nws. 20,00 Symf.ork. en sol. 22,00
Nws. 22,55 Idem.
T elevisie
DINSDAG, 28 JANUARI
AVRO20,30 Journ. en weerber. 20 L5-
22.15 Filmprogr.
VLAAMS BELG.: 19.00 Van uitvinders
£L?aie?t€n 1930 Nws- Interview
20,25 Film 21,50 Boekbespr. 22,20 Nwi
en journ.
Dat is het!"
Ze ging op de grond zitten en keek
hoe Maddalena een kleurige omslag
doek uitvouwde De dunne zijde ritsel
de in Maddalena's hand en 'n weelde
van keuren sprong op in de kleine,
halfduistere kamer. Maria kon haar
ogen er "aast niet van afhouden.
„Wat mooi", zei ze eindelijk. „O,
wat mooi. Mag ik hem eens vast
houden?"
„Je mag 'm wel hebben", zei Mad
dalena onverschillig en ze gooide de
shawl in Maria's richting. Die pakte
hem op en sloeg hem om haar hals.
Haar gezichtje straalde.
„Wacht", zei Maddalena. ..Ik zal
een spiegel voor je zoeken. Hij staat
je enig!" Nog eens verschikte Maria
iets aan de dunne in allerlei kleu
ren vervloeiende plooien van de doek.
En dan ineens zag Maddalena. dat
er een paar grote tranen langzaam
over haar wangen gleden.
„Wat. heb je?" vroeg ze verschrikt.
..Heb ik iets verkeerds gedaan? Of
iets onaardigs gezegd?"
Maria zat te schokken van het hui
len, maar door haar tranen lachte
ze plotseling.
„D'r is niks. Ik ben alleen maar
zo bang, dat je weer weg zult gaan."
Maddalena stond op. Met grote,
bijna mannelijke passen ijsbeerden
ze door de kamer.
„O nee", zei ze kort. „Ik ga niet
weg. Ik blijf hier." Ze liep naar het
raam en weer terug. Langs het kast
je. waar moeder vroeger het linnen
goed in bewaarde en de enkele din
gen. die waarde voor haar hadden.
Ze zag er ineens een vreemde foto
staan. Het portret van een jonge,
knappe man, die met donkere, door
dringende ogen haar aankeek.
„Wie is dat?" vroeg ze.
„De zoon van Lorenzo", vertelde
Maria, terwijl ze opstond en luid
ruchtig haar neus snoot.
„En wie is Lorenzo?"
„Hij woont met zijn familie in Bue
nos Aires. We zijn verloofd."
„O", knikte Maddalena. terwijl ze
haar zusje ineens wat aandachtiger
opnam. „Wanneer komt hij terug,
denk je?"
Maria lachte en haalde haar schou
ders op met een komiek gebaar: „Ik
weet het niet. Maar telkens als de
postboot komt hoop ik, dat hij er op
zit." Ze kwam dichter naar Madda
lena toe en stak trots haar hand
uit. „Kijk", voegde ze er vertrou
welijk aan toe. „Hij heeft me deze
ring gestuurd." Zwijgend keek Mad
dalena neer op de smalle meisjes,
hand, waaraan de ring fonkelde bij
iedere beweging. Nog dichterbij
kwam Maria.
„Waar is jouw ring?"
„Die draag ik allang niet meer",
antwoordde Maddalena stug en als
om haar onverschilligheid kracht bij
te zetten, liep ze naar het raam en
wees met haar rechterhand naar bui
ten: „Gromt de vulkaan tegenwoor
dig weer?"
(wordt vervolgd)