ië en de Delta
Brussel ontvangt de
wereld op Expo'58
Nederland zal al het
mogelijke doen voor
de repatrianten
Officiële verklaringen
aangaande de Schelde en
de Rijn verbinding
Pensionhoudster in Den
werd vermoord
Haag
Gelijke beloning voor
mannen en vrouwen
Acties in Indonesië
Doet een bestuurslid
het ooit wel goed
Oe la la.
DERDE BLAD
DONDERDAG 2 JANUARI 1938
Vreedzame toon
maar proces niet
uitgesloten
Ex-burgemeester
van Urk krijgt
2.5 jaar
Centrum Staatkundige Vorming
Dr. Drees in radio-toespraak
Philips Sportpark binnenkort
in unieke zee van licht
Ex-politieman
veroordeeld
Het offer
Zeevaartagenda
In de Belgische Kamer is, deze week - zoals wij reeds in het
kort hebben bericht, het Deltaplan ter sprake gekomen. Het was
de Antwerpse volksvertegenwoordiger mr. L. Delwaide die, hier
omtrent in de kamercommissie voor openbare werken en voor
buitenl. zaken vragen heeft gesteld, welke door de ministers
Vanderaudenhove en Larock beantwoord zijn-
De verklaring van minister Larock is de eerste officiële uit
lating van de Belgische regering over het Deltaplan sinds mi
nister Spaak vóór zijn heengaan naar de N.A.V.O. als minister
van buitenlandse zaken nog te kennen gaf, dat men in Brussel
de ontwikkeling van het Nederlandse Deltaplan met aandacht
volgde en dat België daarbij al zijn rechten voorbehield.
Blijkens het verslag van de rappor
teur der kamercommissie voor Bui
tenlandse Zaken, prof. Pierson, heeft
minister Larock ten aanzien van de
Belgische rechten verwezen naar het
Nederlands-Belgisch scheidingsver
drag van 1839 en naar de Wiener acte
van 1814,
Hij heeft zich hierbij dus gebaseerd
op het internationale rivierenrecht,
dat in de geschriften van de Antwer
penaren ir. L. de Kesel en prof. dr.
J. van Geetruyen, waaromtrent
wij onze lezers reeds eerder inlicht
ten, werd ontleed en geïnterpre
teerd ten gunste van een Belgische
medezeggenschap en ongeveer alle
Nederlandse Deftawateren. Tot de
consequenties van hun standpunt be
hoort niet alleen, dat de Oosterschel-
de niet zonder Belgische bewilliging
zou mogen worden afgesloten, maar
dat ook voor dc afdamming van het
Haringvliet en voor de Volkerakdam
de instemming van België nodig zou
zijn.
Nog maar pas geleden heeft de
Luikenaar Robert Planchar in een
studie over het Deltaplan, waarin hij
de juridische uiteenzettingen van
prof. van Geetruyen grotendeels
volgt, weer hetzelfde Belgische
rechtsstandpunt vertolkt. Volgens
hem staat het vast, dat Nederland,
o i alle afdammingen van het Delta
plan te kunnen verwezenlijken, zich
met België moet verstaan over de
afsluiting van de Oosterschelde en
over de Volkerakdam. Met de Rijn-
oeverstaten zou het eerst tot een ak
koord moeten komen over Volkerak
en Haringvliet. Die staten- zijn Zwit
serland, Duitsland, Frankrijk en, in
juridische zin, zelfs België.
Niet dat de heer Planchar dit alles
in de weg wil staan. Hij ziet hier al
leen een goede gelegenheid om van
Nederland voor België concessies te
bekomen, waarbij hij vooral aan de
Schelde-Rijn-verbinding denkt.
Minister Larock verklaarde intus
sen alleen, dat de regeringen van Ne
derland en België zich zullen inspan
nen om op de grondslag van de hier
in het geding zijnde rechtsregels een
bevredigende oplossing van het pro
bleem der Deltawerken te vinden.
Een nieuw element hierbij is, dat
volgens dc verklaring van de minis
ter juristen van beide landen thans
werkzaam zijn om de grenzen van de
toepasselijkheid der van kracht zijn
de verdragsteksten nader te precise
ren. Zij beogen daarbij ook hiervan
een nieuwe interpretatie te geven in
de mate, waarin dit noodzakelijk
blijkt, en tenslotte deze rechtsregels
aan te passen met het oog op het
nieuw element, dat de goedkeuring
van het Deltaplan hierbij vormt.
Minister Larock voegde hieraan on
middellijk weer toe, dat de Belgische
regering de gang van deze werk
zaamheden met aandacht volgt. Hij
hoopte, dat het gerezen probleem de
toepassing der verdragen niet moei
lijker zou maken, integendeel zou toe
laten het juridische Schelde-statuut
nauwkeuriger te preciseren en de
beide regeringen er toe zou brengen
de bestaande regelingen aan te vul
len met andere, o.a. wat betreft de
arbitrage bij geschillen.
Arbitrage
Hier is derhalve van Belgische mi
nisteriële zijde ook op arbitrage ge
zinspeeld, waaromtrent eveneens in
het Unie-verdrag van Benelux bepa
lingen werden opgenomen. Op de
achtergrond van die arbitrage ligt de
mogelijkheid van een beroep op het
Internationaal Gerechtshof, ingeval
een der partijen de beslissing bij ar
bitrage niet aanvaardt.
Van arbitrage kan men tot een pro
ces komen, een mogelijkheid, welke
Robert Planchar trouwens zonder
enige animositeit in Benelux onder
het oog genomen wil zien en welke
in de geschriften van ir. de Kesel en
prof. van Geetruyen eveneens naar
voren komt. De dreiging daarvan
blijft echter de ministeriële zinspe
ling op arbitrage ook om de hoek
kijken.
Minister Larock heeft verder nog
over de Nederlands-Belgische water
wegenkwesties gesproken en daarbij
opgemerkt, dat de kwestie van de
Stop van Ternaaien is opgelost en dat
omtrent het vraagstuk Gent-Terneu-
zen wordt onderhandeld. Wanneer
deze onderhandelingen beëindigd zijn,
zouden die over de Schelde-Rijn-ver
binding opnieuw kunnen worden aan
gevat.
Hieruit blijkt, dat men voortgaat
met een afzonderlijke oplossing der
verschillende kwesties. Ten aanzien
van de Schelde-Rijn-verbinding be
hoeft niet bepaald aan het Moerdijk
kanaal volgens het tracé in het rap
port-Van Cauwelaert-Steenberghe te
worden gedacht, zoals een oud-voor
stander hiervan, mr. Burger, onlangs
in de Tweede Kameer liet blijken,
toen hij een verbinding bepleitte,
welke bij Dintelsas uitkwam.
Thans verklaarde minister Larock
in de kamercommissie, dat de wer
ken, die in Noordbrabant ondernomen
worden, door België met aandacht
worden gevolgd en dat zij het tracé
van het Moerdijkkanaal niet onmo
gelijk maken.
Nu is dit zakelijk minstens twijfel
achtig, wanneer hier sprake moet zijn
van het tracé volgens het rapport
van Cauwelaert-Steenberghe, omdat
de rijksweg 17 van Roosendaal naar
Moerdijk juist dit tracé zou volgen en
dan de aanleg van het kanaal hier zo
niet onmogelijk, dan toch moeilijker
zou maken.
In de Franse tekst van het rapport
der Belgische kamercommissie leest
men hier over ,,Le tracé du canal du
Moerdijk", (het tracé van het Moer
dijkkanaal), wat aan het Moerdijkka
naal van het rapport-van Cauwelaert-
Steenberghe doet denken. In de
Vlaamse weergave is sprake van
,,een Moerdijkkanaal", dat ook aan
duiding voor andere oplossingen kan
zijn.
Taak van Eerste Kamer
In de kamercommissie voor Open
bare Werken kwamen de technische
aspecten van het Deltaplan aan de
orde. Het rapport der commissie ver
schaft daaromtrent een officiële nota.
Hierin wordt gesteld, dat er in de
monding van de Westerschelde geen
wijziging van belang in de amplitude
der getijden te vrezen is.
De stroomsnelheden zouden ook
weinig verandering ondergaan, be
halve in de uitloop van het Oostgat
naar het Steendiep, waardoor de
vaargeul minder diep zou kunnen
worden. Dit zou dan juist de voor
naamste scheepvaart van Antwerpen
naar het noorden ongunstig beïnvloe
den.
De technische studies zijn intussen
in België nog niet voltooid.
De rapporten der Belgische Ka
mercommissies getuigen van een
intense en kritische belangstelling
van onze zuiderburen voor het Del
taplan met het oog op de gevolgen
die de Deltawerken voor de Belgi
sche belangen kunnen hebben. Aan
deze Belgische interesse is bij de
behandeling in de Tweede Kamer
van de Deltawet feitelijk alleen
aandacht geschonken door mr.
Burger, terwijl de overige leden
haar stilzwijgend voorbijgingen.
Nu minister Larock officiële ver
klaringen aangaande het Belgi
sche standpunt ten opzichte van
het Deltaplan heeft afgelegd, zal
de Eerste Kamer straks, wanneer
zij de Deltawet op haar beurt te
behandelen krijgt, ivel niet kunnen
nalaten hierop dieper en uitvoe
riger in te gaan.
De rechtbank te Zwolle heeft de 56-
jarige ex-burgemeester van Urk, G.
K., veroordeeld tot een gevangenis
straf van twee jaar en 6 maanden
met aftrek.
Sinds de bevrijding had K., die in
1938 tot burgemeester van Urk werd
benoemd, zich op allerlei slinkse wij
zen meer dan f 100.000.uit de ge
meentekas toegeëigend. De ex-bur
gemeester werkte met valse cheques
en vervalste betalingsmandaten. Hij
leefde met zijn gezin op veel te grote
voet en verloor veel met speculeren.
De officier van justitie had tegen
G. K. een gevangenisstraf van drie
jaar met aftrek van voorarrest ge
vorderd.
Maandagavond omstreeks 10 uur is
de 52-jarige mevrouw B. van B.-de
K. levenloos op de portiektrap van
h-ar woning in de Johan Gramstraat
aangetroffen. Buren hadden even te
voren gegil en lawaai gehoord en
daarna de politie gewaarschuwd.
Toen deze verscheen, trof zij in de
woning, waarvan de buitendeur open
stond, de 28-jarige P. R. D., een
kostganger van de verslagene, aan.
De man zat rustig te lezen in de
„Theorie des f.ombres", een boek dat
hij die dag uit de Koninklijke Biblio
theek had gehaald. De politie kon
vrijwel geen woord uit hem krijgen.
D. beweert niet te weten wie zijn
ouders zijn er welke nationaliteit hij
bezit. De man moet voor enige maan
den uit Curaqao naar Nederland zijn
gekomen: zelf beweert hij uit Berlijn
naar Den Haag gekomen te zijn. D.,
die werkloos kantoorbediende is,
woonde drie maanden bij mevrouw
van B. Hij had enige huurschuld.
Behalve D. woonde er nog een an-
dere kostganger bij het slachtoffer
Deze is gisteravond ongeveer 20 uui
uitgegaan en plus minus 23 uur thuis
gekomen, toen het drama zich vol
trokken had. De vermoorde vrouw
had een steekwond in de schouder en
is vermoedelijk door verbloeding om
het leven gekomen. De sectie, die he
den wordt verricht, zal een en ander
nader uitwijzen.
De steek in de schouder is toege
bracht in het achterkamertje dat D.
gehuurd had, want vandaar liepen de
bloedsporen door de gang naar de
portiektrap.
De politie meent dat D. de dader
van deze moord moet zijn.
de arbeidsmarkt zullen kunnen uit
oefenen.
Het aanbod van vrouwelijke ar
beidskrachten, gehuwde zowel als on
gehuwde, aldus de commissie, is niet
in beslissende mate afhankelijk van
de doorvoering van „equal pay". An
dere factoren spelen hierbij een gro
tere rol.
Een commissie van het Centrum
voor Staatkundige Vorming, onder
voorzitterschap van professor dr.
Schouten te Tilburg, zegt in een rap
port over het vraagstuk van gelijke
beloning van mannen en vrouwen,
het- beginsel van „equal pay" voor
te staan. Als echter de tewerkstelling
van vrouwelijke arbeidskrachten een
kostprijsverhogende invloed uitoefent,
zal de directe beloning van vrouwen
dienovereenkomstig lager moeten
zijn.
Het in het K-ven roepen van betere
sociale voorzieningen voor vrouwe
lijke arbeidskrachten heeft een stij
ging van de indirecte loonkosten ten
gevolge en moet dus resulteren in
lagere directe lonen. In het algèmeen
geeft de commissie de voorkeur aan
hogere directe lonen boven extra so
ciale voorzieningen voor vrouwen.
Een uitzondering maakt zij hierbij
voor het volgen van algemeen vor
mend onderwijs en voor juiste spaar
regelingen.
Wat de feitelijke toepassing van het
beginsel der gelijke beloning voor
mannen en vrouwen bij gelijke pres
taties betreft, is het de commissie be
kend, dat de overheid voor haar amb
tenaren dit beginsel toepast. In het
bedrijfsleven vindt het daarentegen
nog slechts op zeer beperkte schaal
toepassing. De gespannen arbeids
markt oefent echter een optrekken
de invloed uit op de lonen van vrou
welijke arbeidskrachten. Aan een ver
dere doorvoering van „equal pay"
staan voornamelijk factoren van
praktische aard in de weg.
De commissie is van mening, dat,
meer dan tot nu toe het geval is ge
weest, bij de loononderhandelingen
aandacht moet worden besteed aan
het vraagstuk van de beloning van
vrouwelijke arbeidskrachten. Voor de
vrouwenorganisaties ligt hier een op
voedende taak. Het snelste resultaat
zal men echter verkrijgen, wanneer
de vrouwen zelf ook enige macht op
„Ik wil U verzekeren, dat gij kunt rekenen op de krachtdadige
medewerking van regering en volk om te zorgen, dat ge U in
Nederland thuis zult gevoelen en om zoveel mogelijk te bevorde
ren, dat zich voor U nieuwe mogelijkheden openen".
Dit zei minister Drees in een toespraak tot de Nederlanders
in Indonesië, die op oudejaarsdag door de Wereldomroep werd
uitgezonden.
„Gij verkeert in een sfeer", aldus
de minister-president, „waarin gij
gevoel moet krijgen, dat in Indonesië
Nederlanders mensen zijn geworden
zonder enig recht. Anderen nestelen
zich in bedrijven, door u opgericht
of bestuurd of waarin gij uw werk
hebt. Onderwijsmogelijkheden worden
sterk beperkt, het ontvangen van Ne
derlandse bladen en van andere Ne
derlandse lectuur wordt belemmerd.
Uw woningen en andere bezittingen
mochten een tijdlang vrijelijk worden
beklad. De steunverlening vanwege
Nederland aan wie daaraan behoefte
hadden wordt moeilijker.
Uit de mond van vertegenwoordi
gers der Indonesische regering wor
den de meest tegenstrijdige uitingen
vernomen omtrent de vraag of Ne
derlanders in Indonesië kunnen blij
ven. Daaronder zijn echter toch tel
kens verklaringen, dat gij op den
duur allen heen zoudt moeten gaan.
Anderzijds wordt in sommige geval
len gesteld, dat Nederlanders, wier
werk uit een oogpunt van Indonesisch
belang noodzakelijk wordt geacht,
niet dienen te vertrekken, of zelfs dat
zij verplicht zijn door te werken, een
volstrekt ontoelaatbare dwangmetho
de.
„Zoals u waarschijnlijk bekend zal
zijn uit de regeringsverklaring, die in
de Tweede Kamer is afgelegd, menen
wij geen advies te moeten geven over
het al of niet uit Indonesië vertrek
ken. Wij spannen ons in ruime gele
genheid te scheppen voor evacuatie,
opdat niemard behoeft te blijven, die
weg wil uit de verhoudingen waarin
men nu heeft te leven of die men
meent te kunnen voorzien.
De grote medewerking, die wij in
Singapore vinden, en de bereidwillig
heid. die ook Australië toont, zijn
daarbij van grote waarde.
Zyn er onder u, die menen, dat zij
nog nuttig werk kunnen doen, of die
het om andere redenen verantwoord
achten te blijven, dan hebben wij res
pect en waardering als men op zijn
post blijft.
Als anderen, en wij weten, dat er
velen zijn, alle mogelijkheden afge
sloten achten en Indonesië zo spoedig
mogelijk willen verlaten, dan is het
de vanzelfsprekende plicht van ons
om te zorgen dat zij daartoe de gele
genheid vinden, en van de Indonesi
sche regering om ze in vrijheid te
laten gaan."
PSV zal binnenkort de be
schikking hebben over het best
verlichte sportterrein van
Europa- Het Philips Sportpark
wordt namelijk voorzien van
verlichtingsinstallatie met een
vermogen van 240.000 watt.
De verlichtingssterkte, welks
op het speelveld wordt verkre
gen, bedraagt 250 lux en kan
door toepassing van een
nieuw systeem, dat tot nu toe
nergens ter wereld in praktijk
is gebracht desgewenst wor
den opgevoerdt tot 350 lux.
Ter vergelijking moge dienen, dat
de moderne verlichting in het Feijen-
oord Stadion te Rotterdam een totaal
vermogen van 192.000 watt heeft en
een verlichtingssterkte van 175 tot
200 lux. Op de verlichte velden van
de meeste andere Europese topclubs
is het vermogen doorgaans niet gro
ter dan ongeveer 100.000 watt.
De uitvoering van het project voor
het PSV-stadion is op het ogenblik in
volle gang. Achter de tribunes, in de
diagonalen van het hoofdterrein, zul
len vier veertig meter hoge masten
verrijzen, waarboven verlichtingspa
nelen van zes meter hoogte worden
aangebracht. In- elk paneel zullen
zestig schijnwerpers van 1000 watt
worden bevestigd in bundellicht ar
maturen. Het totale vermogen van
de veldverlichting kan worden opge
voerd tot 360.000 watt. De lichtbatte-
rijen worden gevoed met twee spe
ciaal voor deze sportparkverlichting
gebouwde transformatoren.
In tegenstelling tot het gebruikelij
ke systeem met constructiemasten,
wordt in Eindhoven zowel om tech
nische als om esthetische redenen
gebruik gemaakt van ronde stalen
De recht ank te 's-Gravenhage
heeft de 47-jarige D. J. de B., ex-
politie-agent te 's-Gravenhage,ver
oordeeld wegens doodslag op zijn
vrouw tot een gevangenisstraf van
c i jaar met aftrek van voorarrest
en terbeschikkingstelling van de rege
ring met bevel tot plaatsing in een
krankzinnigengesticht. De rechtbank
achtte niet bewezen dat de B. in fe
bruari j.l. met voorbedachte rade
naar de woning van zijn vrouw was
gegaan om haar te doden. De recht
bank bepaalde dat de B. niet eerder
op vrije voeten zal worden gesteld
dan nadat een zodanig herstel is inge
treden dat voor verdere catastrofale
daden van de ex-politieman niet meer
behoeft te worden gevreesd. In haar
overwegingen zei de rechtbank dat
de B. leed aan een ziekelijke stoornis,
die voortkwam uit een pathologische
jaloersheidswaan. De officier van jus
titie had dezelfde strafmaatregel ge-
eist als de rechtbank, doch de officier
van justitie had moord bewezen ge
acht.
masten. De ladder, waarlangs men
zich naar het verlichtingspaneel kan
begeven, bevindt zich aan de binnen
kant van de mast; ook dat is een
technische bijzonderheid. Elke mast
weegt 21 ton en wordt geplaatst in
een zwaar gewapende betonnen fun
dering van 250 ton.
Op 2 april 1958 zal de nieuwe ver
lichtingsinstallatie officieel in gebruik
worden genomen. Het eredivisieteam
van PSV speelt dan in de avonduren
een wedstrijd tegen een gerenom
meerde buitenlandse club. Per sei
zoen zullen in het Philips Sportpark
acht tot tien voetbalwedstrijden bij
kunstlicht gespeeld worden.
Zich richtend tot de laatste catego
rie, vervolgde dr. Drees:
„Gij allen '-omt naar ons dichtbe
volkte, ik ben geneigd te zeggen
overbevolkte land, op een ogenblik
waarop nog woningnood heerst en
waarin een werkkring niet zo gemak
kelijk meer is te verkrijgen als nog
kortgeleden in het algemeen het ge
val was. H"t is ook maar een klein,
en naar internationale machtsverhou
dingen gemeten zwak land. Toch
durf ik te zeggen, dat het getoond
heeft innerlijk sterk te zijn.
Wij beseffen, dat er in deze dagen
veel in u omgaat. Moge aan diegenen
onder u, die besluiten voorlopig nog
te blijven en te volharden, de kracht
worden geschonken om de moeilijkhe
den te dragen, die daaraan verbon
den zijn.
En aan hen. die naar Nederland
komen, wens ik behouden vaart en
roep ik toe: „Welkom thuis", aldus
dr. Drees.
Deze kaart geeft een goed overzicht van het „hoe" en
„waar" der Indonesische activiteiten tegen Nederland en
de Nederlanders. Nieuw-Guinea valt buiten het gebied, dat
op het kaartje is weergegeven. Maar daar gaat het juist
om
Met haar roman „Het offer" ver
wierf de jonge schrijfster Adèle Wise
man in 1956 de prijs van de gouver
neur-generaal van Canada. Voor de
jury, welke die beslissing nam, kunnen
wij respect hebben, want „Het offer"
is een buitengewoon goed geschreven
boek met prachtig geschetste karak
ters en een kijk op mensen, die ver
baast.
Het interessante van de roman Is,
dat hij speelt in een zuiver joods mi
lieu, dat zich vormde in een Ameri
kaanse stad, waar Avrom, een
Russische jood, na een pogrom, die
twee van zijn zonen het leven kostte,
zich vestigt met zijn vrouw en jongste
zoon. Het milieu, met zijn geheel eigen
aard, is wonderlijk zuiver getroffen
en daarin bewegen zich levensecht de
patriarchale, nobele Avrom, die als
slager een baan vindt bij een minder
waardige joodse collega, zijn bijkans
heilige vrouw Sara en de onevenwich
tige zoon Isaac. Wildbewogen is het
verhaal niet, al heeft het enkele dra
matische hoogtepunten, maar door de
grote vertelkunst van Adèle Wiseman
legt zij er een spanning in, die nooit
verslapt.
Alleen de climax doet wat kramp
achtig aan en lijkt in strijd met het
karakter van de hoofdpersoon, al
wordt het voorgesteld, dat in een
vlaag van krankzinnigheid is gehan-
deld' TT 4.
Het aantal briljante passages in „Het
offer" is legio en levenservaren lezers
zullen er volop van genieten.
Het boek, goed vertaald door Dick
Ouwendijk, is op royale wijze uitge
geven door H. Nelissen te Bilthoven.
Bij de uitgeverij v.h. C. de Boer jr.
verscheen een zeevaartagenda die er
in menig opzicht wat men noemt „zijn
mag". Men vindt een artikel over ra
dar, een samenvattende beoordeling
van goede boeken over de zee, de eisen
voor stuurlieden- en machinistediplo
ma's, wisselkoersen en posttarieven,
tal van foto's, een lijst van schepenen
natuurlijk ook een doodgewone en
zeer bruikbare agenda.
In het nieuwjaarsnummer van de Rood Zwart Koerier, het
officieel orgaan van de S.V. Oostburg vraagt H. L. of een
bestuurslid het wel ooit goed doet. En hij antwoordt daarop met
de navolgende kernachtige, puntige vaststellingen, waarvan
wij onze lezers graag willen laten meegenieten.
Als hij vrolijk is, is hij te familiair.
Als hij ernstig is, day is hij een zuurpruim.
Als hij jong is, dan weet hij nog niets.
Als hij oud is, dan is hij een ouwe sok.
Als hij af en toe iets drinkt, is hij een drinkebroer.
Als hij nooit iets gebruikt is hij een dooie piet.
Als hij met iedereen praat, is hij een kletskous.
Als hij het niet doet, dan voelt hij zich te hoog.
Als hij spelers op grond van prestaties, in een elftal plaatst, kent hij
zijn spelers niet
Als hij z'n spelers werkelijk kent, doet hij aan „vriendjes-politiek".
Als hij er op staat, dat de spelers altijd sportief blijven, is. hij erg
lastig
Als hij het niet doet, is hij een slappeling.
Als hij van de spelers verlangt, dat ze tijdens elke wedstrijd hun best
doen, is hij een uitslover,
Als hij het niet vraagt, een vent van niks.
Als hij zijn ogen en oren de kost geeft, is hij een spion
Als hij geen interesse heeft, is hij te laks.
Als hij af en toe met de spelers wil praten, hoort hij z'n eigen graag
Als hij het niet doet, is hij bang voor kritiek.
Als hij training nuttig vindt, vertelt hij een mop met een lange baard.
Als hij niets zegt, durft hij de spelers niet aan.
Als hij ondanks alles, naar beste weten handelt, is hij 'n eigenwijs man
Als hij iedereen z'n zin wil geven, WORDT HIJ STAPELGEK.
Wil hij kunnen blijven besturen, dan moet hij bezitten
1. De wijsheid van SALOMO.
2. Het geduld van JOB.
3. De huid van een OLIFANT.
4. De slimheid van een VOS.
5. De moed van een LEEUW.
Lezers, die menen al deze eigenschappen te bezitten, gelieve zich als
bestuurslid op te geven. H. L.
Tussen de gebouwen van Amerika en Rusland krijgt Hongarije een
plaats. Het Hongaarse paviljoen is eenvoudig van stijl en bevat geen
gewaagde constructies, maar Brussel verwacht, dat de Hongaren
zeer veel bezoekers zullen trekken.
Vlak bij de pa
viljoenen van
Amerika en
Rusland verrijst
op de Heizel-
vlakte het
kleine, maar
waardige pavil
joen van Hon
garije, dat, zo
menen de orga
nisatoren van
de „Expo" op
zéér veel be
zoekers zal kun
nen rekenen.
Want iedere be
zoeker zal nader kennis willen maken met het
Hongaarse volk.
Wat zal en klein (en geschonden) land van
negen miljoen inwoners de bezoekers kunnen
tonen tussen de reusachtige bouwwerken van
de twee machtigste landen ter wereld?
De Hongaren hebben er op de eerste plaats-
naar gestreefd en zij zijn daarin voor zover
't nu te beoordelen valt, geslaagd hun pavil
joen een luchtige stijl te geven. In tegenstellinf
tot de enorme constructies, die Amerika en Rus
land optrekken, heeft het Hongaarse paviljoer
door zijn vorm en zijn inrichting een mindei
massief aanzien. De afdeling zal straks uit ver
schillende, onderling verbonden gebouwen be
staan. Enkele gebouwen worden uitgevoerd ir
een kubusvorm, maar daarnaast worden ooi?
speelse galerijen en zuilengangen aangelegd.
Glas en aluminium worden overvloedig toege
past. Thans zijn Hongaarse kunstenaars bezig
het interieur te decoreren.
Het Hongaarse volk zal zich straks bij het
betreden van het gebouw eerst voorstellen. Dat
(Van onze speciale verslaggever)
gebeurt op een
originele ma
nier in de grote
toegangshal, die
de vorm heeft
van een kubus,
waarin 'n enor
me reliëfkaart
(gemaakt van
keramiek) het
leven in Honga
rije weergeeft.
In de hal zal
iedereen zich op
de hoogte kun
nen stellen van
het sociale, cul
turele en economische leven in d4 volksrepu
bliek.
In een tweede hal wordt de zware industrie
gepresenteerd, alsmede de moderne techniek.
Aan de hand van modellen en documentatie zal
de bezoeker de vooruitgang van de Hongaarse
ndustrie sinds 1945 worden getoond.
In een derde hal komen de landbouw en het
even op het platteland tot uitdrukking.
Er is echter nog veel meer. Na het platteland
;omt het stadsleven aan de beurt. „Een dag in
dein-Boedapest", zo luidt de titel van een vol-
*ende afdeling. Alles wat de Hongaarse hoofd-
itad aan aantrekkelijks heeft te bieden, wordt
'oorgesteld.
In een laatste hal komt de cultuur op de
/oorgrond. Er wordt een overzicht gegeven van
bet letterkundige, het artistieke en het muzi
kale leven. Werken van belangrijke schrijvers
en componisten als Petöfi en Bartok worden in
herinnering gebracht. De culturele afdeling
wordt afgesloten met een expositie van beel
dende kunst.
Als twee mensen in een gezelschap
elkaar iets willen vertellen, waar
mee anderen niet van doen hebben,
is het onvriendelijk en onbeleefd
wanneer zij dat doen in een taal,
die zij alleen machtig zijn. Als
gastheer zou je hun misschien kun
nen verzoeken in wat begrijpelijker
taal te spreken. In het uiterste ge
val zou je (wederom als gastheer
dergelijke lieden, met enkele goed
gekozen Hollandse woorden als be
geleiding, buiten kunnen schoppen.
Maar dat is dan ook alles.
Het geval komt iets anders te
liggen, wanneer ouders elkaar iets
te zeggen hebben, dat niet voor de
oren van hun kinderen bestemd is.
In dergelijke omstandigheden is het
te begrijpen, dat pa en ma Frans,
Duits, Engels, Fins, Spaans of wat
dan ook gaan babbelen.
Er zijn ook ouders, die zélf een
taaltje gaan ontwerpen. Ik heb een
vader gekend, die tegen vrouwlief
zei: Oewaara oeba oeja Oentja oe-
klappa oevra oezna oebska oegeva?
Hoeya oekwama oeta oema oehuïla
oefertela.
De vertaling luidt: Waarom heb
je Jantje klappen voor zijn broek
gegeven? Hij kwam het me huilend
vertellen.
Het systeem is eenvoudig: begin
zoveel mogelijk met een „oe", ein
dig altijd met een „a" en zet het
Nederlandse woord, of een gedeelte
daarvan, ertussen.
Stom-eenvoudigmaar voor niet-
ingewijden eenvoudig niet om te
doen. Bovendien enorm vermoeiend
om naar te luisteren. Na enkele
minuten krijg je hetzelfde gevoel
in je maag, als wanneer je in een
rijk geïllustreerd vakboek voor
banketbakkers kijkt, terwijl je in
drie dagen niet gegeten hebt.
Toch geef ik graag het antwoord
van ma aangaande de klappen, die
zij op Jantje's broek gegeven had:
Hoeya oewa oerga oestota. Hoeya
oesmeeta oena oevolla oetepota
theepotoeva oefelta.
Oplossingen zijn welkom. Liefst
binnen een week.
Wat mij betreft: basta en houdoe.
FIDELé.