ië en de Delta Brussel ontvangt de wereld op Expo'58 Nederland zal al het mogelijke doen voor de repatrianten Officiële verklaringen aangaande de Schelde en de Rijn verbinding Pensionhoudster in Den werd vermoord Haag Gelijke beloning voor mannen en vrouwen Acties in Indonesië Doet een bestuurslid het ooit wel goed Oe la la. DERDE BLAD DONDERDAG 2 JANUARI 1938 Vreedzame toon maar proces niet uitgesloten Ex-burgemeester van Urk krijgt 2.5 jaar Centrum Staatkundige Vorming Dr. Drees in radio-toespraak Philips Sportpark binnenkort in unieke zee van licht Ex-politieman veroordeeld Het offer Zeevaartagenda In de Belgische Kamer is, deze week - zoals wij reeds in het kort hebben bericht, het Deltaplan ter sprake gekomen. Het was de Antwerpse volksvertegenwoordiger mr. L. Delwaide die, hier omtrent in de kamercommissie voor openbare werken en voor buitenl. zaken vragen heeft gesteld, welke door de ministers Vanderaudenhove en Larock beantwoord zijn- De verklaring van minister Larock is de eerste officiële uit lating van de Belgische regering over het Deltaplan sinds mi nister Spaak vóór zijn heengaan naar de N.A.V.O. als minister van buitenlandse zaken nog te kennen gaf, dat men in Brussel de ontwikkeling van het Nederlandse Deltaplan met aandacht volgde en dat België daarbij al zijn rechten voorbehield. Blijkens het verslag van de rappor teur der kamercommissie voor Bui tenlandse Zaken, prof. Pierson, heeft minister Larock ten aanzien van de Belgische rechten verwezen naar het Nederlands-Belgisch scheidingsver drag van 1839 en naar de Wiener acte van 1814, Hij heeft zich hierbij dus gebaseerd op het internationale rivierenrecht, dat in de geschriften van de Antwer penaren ir. L. de Kesel en prof. dr. J. van Geetruyen, waaromtrent wij onze lezers reeds eerder inlicht ten, werd ontleed en geïnterpre teerd ten gunste van een Belgische medezeggenschap en ongeveer alle Nederlandse Deftawateren. Tot de consequenties van hun standpunt be hoort niet alleen, dat de Oosterschel- de niet zonder Belgische bewilliging zou mogen worden afgesloten, maar dat ook voor dc afdamming van het Haringvliet en voor de Volkerakdam de instemming van België nodig zou zijn. Nog maar pas geleden heeft de Luikenaar Robert Planchar in een studie over het Deltaplan, waarin hij de juridische uiteenzettingen van prof. van Geetruyen grotendeels volgt, weer hetzelfde Belgische rechtsstandpunt vertolkt. Volgens hem staat het vast, dat Nederland, o i alle afdammingen van het Delta plan te kunnen verwezenlijken, zich met België moet verstaan over de afsluiting van de Oosterschelde en over de Volkerakdam. Met de Rijn- oeverstaten zou het eerst tot een ak koord moeten komen over Volkerak en Haringvliet. Die staten- zijn Zwit serland, Duitsland, Frankrijk en, in juridische zin, zelfs België. Niet dat de heer Planchar dit alles in de weg wil staan. Hij ziet hier al leen een goede gelegenheid om van Nederland voor België concessies te bekomen, waarbij hij vooral aan de Schelde-Rijn-verbinding denkt. Minister Larock verklaarde intus sen alleen, dat de regeringen van Ne derland en België zich zullen inspan nen om op de grondslag van de hier in het geding zijnde rechtsregels een bevredigende oplossing van het pro bleem der Deltawerken te vinden. Een nieuw element hierbij is, dat volgens dc verklaring van de minis ter juristen van beide landen thans werkzaam zijn om de grenzen van de toepasselijkheid der van kracht zijn de verdragsteksten nader te precise ren. Zij beogen daarbij ook hiervan een nieuwe interpretatie te geven in de mate, waarin dit noodzakelijk blijkt, en tenslotte deze rechtsregels aan te passen met het oog op het nieuw element, dat de goedkeuring van het Deltaplan hierbij vormt. Minister Larock voegde hieraan on middellijk weer toe, dat de Belgische regering de gang van deze werk zaamheden met aandacht volgt. Hij hoopte, dat het gerezen probleem de toepassing der verdragen niet moei lijker zou maken, integendeel zou toe laten het juridische Schelde-statuut nauwkeuriger te preciseren en de beide regeringen er toe zou brengen de bestaande regelingen aan te vul len met andere, o.a. wat betreft de arbitrage bij geschillen. Arbitrage Hier is derhalve van Belgische mi nisteriële zijde ook op arbitrage ge zinspeeld, waaromtrent eveneens in het Unie-verdrag van Benelux bepa lingen werden opgenomen. Op de achtergrond van die arbitrage ligt de mogelijkheid van een beroep op het Internationaal Gerechtshof, ingeval een der partijen de beslissing bij ar bitrage niet aanvaardt. Van arbitrage kan men tot een pro ces komen, een mogelijkheid, welke Robert Planchar trouwens zonder enige animositeit in Benelux onder het oog genomen wil zien en welke in de geschriften van ir. de Kesel en prof. van Geetruyen eveneens naar voren komt. De dreiging daarvan blijft echter de ministeriële zinspe ling op arbitrage ook om de hoek kijken. Minister Larock heeft verder nog over de Nederlands-Belgische water wegenkwesties gesproken en daarbij opgemerkt, dat de kwestie van de Stop van Ternaaien is opgelost en dat omtrent het vraagstuk Gent-Terneu- zen wordt onderhandeld. Wanneer deze onderhandelingen beëindigd zijn, zouden die over de Schelde-Rijn-ver binding opnieuw kunnen worden aan gevat. Hieruit blijkt, dat men voortgaat met een afzonderlijke oplossing der verschillende kwesties. Ten aanzien van de Schelde-Rijn-verbinding be hoeft niet bepaald aan het Moerdijk kanaal volgens het tracé in het rap port-Van Cauwelaert-Steenberghe te worden gedacht, zoals een oud-voor stander hiervan, mr. Burger, onlangs in de Tweede Kameer liet blijken, toen hij een verbinding bepleitte, welke bij Dintelsas uitkwam. Thans verklaarde minister Larock in de kamercommissie, dat de wer ken, die in Noordbrabant ondernomen worden, door België met aandacht worden gevolgd en dat zij het tracé van het Moerdijkkanaal niet onmo gelijk maken. Nu is dit zakelijk minstens twijfel achtig, wanneer hier sprake moet zijn van het tracé volgens het rapport van Cauwelaert-Steenberghe, omdat de rijksweg 17 van Roosendaal naar Moerdijk juist dit tracé zou volgen en dan de aanleg van het kanaal hier zo niet onmogelijk, dan toch moeilijker zou maken. In de Franse tekst van het rapport der Belgische kamercommissie leest men hier over ,,Le tracé du canal du Moerdijk", (het tracé van het Moer dijkkanaal), wat aan het Moerdijkka naal van het rapport-van Cauwelaert- Steenberghe doet denken. In de Vlaamse weergave is sprake van ,,een Moerdijkkanaal", dat ook aan duiding voor andere oplossingen kan zijn. Taak van Eerste Kamer In de kamercommissie voor Open bare Werken kwamen de technische aspecten van het Deltaplan aan de orde. Het rapport der commissie ver schaft daaromtrent een officiële nota. Hierin wordt gesteld, dat er in de monding van de Westerschelde geen wijziging van belang in de amplitude der getijden te vrezen is. De stroomsnelheden zouden ook weinig verandering ondergaan, be halve in de uitloop van het Oostgat naar het Steendiep, waardoor de vaargeul minder diep zou kunnen worden. Dit zou dan juist de voor naamste scheepvaart van Antwerpen naar het noorden ongunstig beïnvloe den. De technische studies zijn intussen in België nog niet voltooid. De rapporten der Belgische Ka mercommissies getuigen van een intense en kritische belangstelling van onze zuiderburen voor het Del taplan met het oog op de gevolgen die de Deltawerken voor de Belgi sche belangen kunnen hebben. Aan deze Belgische interesse is bij de behandeling in de Tweede Kamer van de Deltawet feitelijk alleen aandacht geschonken door mr. Burger, terwijl de overige leden haar stilzwijgend voorbijgingen. Nu minister Larock officiële ver klaringen aangaande het Belgi sche standpunt ten opzichte van het Deltaplan heeft afgelegd, zal de Eerste Kamer straks, wanneer zij de Deltawet op haar beurt te behandelen krijgt, ivel niet kunnen nalaten hierop dieper en uitvoe riger in te gaan. De rechtbank te Zwolle heeft de 56- jarige ex-burgemeester van Urk, G. K., veroordeeld tot een gevangenis straf van twee jaar en 6 maanden met aftrek. Sinds de bevrijding had K., die in 1938 tot burgemeester van Urk werd benoemd, zich op allerlei slinkse wij zen meer dan f 100.000.uit de ge meentekas toegeëigend. De ex-bur gemeester werkte met valse cheques en vervalste betalingsmandaten. Hij leefde met zijn gezin op veel te grote voet en verloor veel met speculeren. De officier van justitie had tegen G. K. een gevangenisstraf van drie jaar met aftrek van voorarrest ge vorderd. Maandagavond omstreeks 10 uur is de 52-jarige mevrouw B. van B.-de K. levenloos op de portiektrap van h-ar woning in de Johan Gramstraat aangetroffen. Buren hadden even te voren gegil en lawaai gehoord en daarna de politie gewaarschuwd. Toen deze verscheen, trof zij in de woning, waarvan de buitendeur open stond, de 28-jarige P. R. D., een kostganger van de verslagene, aan. De man zat rustig te lezen in de „Theorie des f.ombres", een boek dat hij die dag uit de Koninklijke Biblio theek had gehaald. De politie kon vrijwel geen woord uit hem krijgen. D. beweert niet te weten wie zijn ouders zijn er welke nationaliteit hij bezit. De man moet voor enige maan den uit Curaqao naar Nederland zijn gekomen: zelf beweert hij uit Berlijn naar Den Haag gekomen te zijn. D., die werkloos kantoorbediende is, woonde drie maanden bij mevrouw van B. Hij had enige huurschuld. Behalve D. woonde er nog een an- dere kostganger bij het slachtoffer Deze is gisteravond ongeveer 20 uui uitgegaan en plus minus 23 uur thuis gekomen, toen het drama zich vol trokken had. De vermoorde vrouw had een steekwond in de schouder en is vermoedelijk door verbloeding om het leven gekomen. De sectie, die he den wordt verricht, zal een en ander nader uitwijzen. De steek in de schouder is toege bracht in het achterkamertje dat D. gehuurd had, want vandaar liepen de bloedsporen door de gang naar de portiektrap. De politie meent dat D. de dader van deze moord moet zijn. de arbeidsmarkt zullen kunnen uit oefenen. Het aanbod van vrouwelijke ar beidskrachten, gehuwde zowel als on gehuwde, aldus de commissie, is niet in beslissende mate afhankelijk van de doorvoering van „equal pay". An dere factoren spelen hierbij een gro tere rol. Een commissie van het Centrum voor Staatkundige Vorming, onder voorzitterschap van professor dr. Schouten te Tilburg, zegt in een rap port over het vraagstuk van gelijke beloning van mannen en vrouwen, het- beginsel van „equal pay" voor te staan. Als echter de tewerkstelling van vrouwelijke arbeidskrachten een kostprijsverhogende invloed uitoefent, zal de directe beloning van vrouwen dienovereenkomstig lager moeten zijn. Het in het K-ven roepen van betere sociale voorzieningen voor vrouwe lijke arbeidskrachten heeft een stij ging van de indirecte loonkosten ten gevolge en moet dus resulteren in lagere directe lonen. In het algèmeen geeft de commissie de voorkeur aan hogere directe lonen boven extra so ciale voorzieningen voor vrouwen. Een uitzondering maakt zij hierbij voor het volgen van algemeen vor mend onderwijs en voor juiste spaar regelingen. Wat de feitelijke toepassing van het beginsel der gelijke beloning voor mannen en vrouwen bij gelijke pres taties betreft, is het de commissie be kend, dat de overheid voor haar amb tenaren dit beginsel toepast. In het bedrijfsleven vindt het daarentegen nog slechts op zeer beperkte schaal toepassing. De gespannen arbeids markt oefent echter een optrekken de invloed uit op de lonen van vrou welijke arbeidskrachten. Aan een ver dere doorvoering van „equal pay" staan voornamelijk factoren van praktische aard in de weg. De commissie is van mening, dat, meer dan tot nu toe het geval is ge weest, bij de loononderhandelingen aandacht moet worden besteed aan het vraagstuk van de beloning van vrouwelijke arbeidskrachten. Voor de vrouwenorganisaties ligt hier een op voedende taak. Het snelste resultaat zal men echter verkrijgen, wanneer de vrouwen zelf ook enige macht op „Ik wil U verzekeren, dat gij kunt rekenen op de krachtdadige medewerking van regering en volk om te zorgen, dat ge U in Nederland thuis zult gevoelen en om zoveel mogelijk te bevorde ren, dat zich voor U nieuwe mogelijkheden openen". Dit zei minister Drees in een toespraak tot de Nederlanders in Indonesië, die op oudejaarsdag door de Wereldomroep werd uitgezonden. „Gij verkeert in een sfeer", aldus de minister-president, „waarin gij gevoel moet krijgen, dat in Indonesië Nederlanders mensen zijn geworden zonder enig recht. Anderen nestelen zich in bedrijven, door u opgericht of bestuurd of waarin gij uw werk hebt. Onderwijsmogelijkheden worden sterk beperkt, het ontvangen van Ne derlandse bladen en van andere Ne derlandse lectuur wordt belemmerd. Uw woningen en andere bezittingen mochten een tijdlang vrijelijk worden beklad. De steunverlening vanwege Nederland aan wie daaraan behoefte hadden wordt moeilijker. Uit de mond van vertegenwoordi gers der Indonesische regering wor den de meest tegenstrijdige uitingen vernomen omtrent de vraag of Ne derlanders in Indonesië kunnen blij ven. Daaronder zijn echter toch tel kens verklaringen, dat gij op den duur allen heen zoudt moeten gaan. Anderzijds wordt in sommige geval len gesteld, dat Nederlanders, wier werk uit een oogpunt van Indonesisch belang noodzakelijk wordt geacht, niet dienen te vertrekken, of zelfs dat zij verplicht zijn door te werken, een volstrekt ontoelaatbare dwangmetho de. „Zoals u waarschijnlijk bekend zal zijn uit de regeringsverklaring, die in de Tweede Kamer is afgelegd, menen wij geen advies te moeten geven over het al of niet uit Indonesië vertrek ken. Wij spannen ons in ruime gele genheid te scheppen voor evacuatie, opdat niemard behoeft te blijven, die weg wil uit de verhoudingen waarin men nu heeft te leven of die men meent te kunnen voorzien. De grote medewerking, die wij in Singapore vinden, en de bereidwillig heid. die ook Australië toont, zijn daarbij van grote waarde. Zyn er onder u, die menen, dat zij nog nuttig werk kunnen doen, of die het om andere redenen verantwoord achten te blijven, dan hebben wij res pect en waardering als men op zijn post blijft. Als anderen, en wij weten, dat er velen zijn, alle mogelijkheden afge sloten achten en Indonesië zo spoedig mogelijk willen verlaten, dan is het de vanzelfsprekende plicht van ons om te zorgen dat zij daartoe de gele genheid vinden, en van de Indonesi sche regering om ze in vrijheid te laten gaan." PSV zal binnenkort de be schikking hebben over het best verlichte sportterrein van Europa- Het Philips Sportpark wordt namelijk voorzien van verlichtingsinstallatie met een vermogen van 240.000 watt. De verlichtingssterkte, welks op het speelveld wordt verkre gen, bedraagt 250 lux en kan door toepassing van een nieuw systeem, dat tot nu toe nergens ter wereld in praktijk is gebracht desgewenst wor den opgevoerdt tot 350 lux. Ter vergelijking moge dienen, dat de moderne verlichting in het Feijen- oord Stadion te Rotterdam een totaal vermogen van 192.000 watt heeft en een verlichtingssterkte van 175 tot 200 lux. Op de verlichte velden van de meeste andere Europese topclubs is het vermogen doorgaans niet gro ter dan ongeveer 100.000 watt. De uitvoering van het project voor het PSV-stadion is op het ogenblik in volle gang. Achter de tribunes, in de diagonalen van het hoofdterrein, zul len vier veertig meter hoge masten verrijzen, waarboven verlichtingspa nelen van zes meter hoogte worden aangebracht. In- elk paneel zullen zestig schijnwerpers van 1000 watt worden bevestigd in bundellicht ar maturen. Het totale vermogen van de veldverlichting kan worden opge voerd tot 360.000 watt. De lichtbatte- rijen worden gevoed met twee spe ciaal voor deze sportparkverlichting gebouwde transformatoren. In tegenstelling tot het gebruikelij ke systeem met constructiemasten, wordt in Eindhoven zowel om tech nische als om esthetische redenen gebruik gemaakt van ronde stalen De recht ank te 's-Gravenhage heeft de 47-jarige D. J. de B., ex- politie-agent te 's-Gravenhage,ver oordeeld wegens doodslag op zijn vrouw tot een gevangenisstraf van c i jaar met aftrek van voorarrest en terbeschikkingstelling van de rege ring met bevel tot plaatsing in een krankzinnigengesticht. De rechtbank achtte niet bewezen dat de B. in fe bruari j.l. met voorbedachte rade naar de woning van zijn vrouw was gegaan om haar te doden. De recht bank bepaalde dat de B. niet eerder op vrije voeten zal worden gesteld dan nadat een zodanig herstel is inge treden dat voor verdere catastrofale daden van de ex-politieman niet meer behoeft te worden gevreesd. In haar overwegingen zei de rechtbank dat de B. leed aan een ziekelijke stoornis, die voortkwam uit een pathologische jaloersheidswaan. De officier van jus titie had dezelfde strafmaatregel ge- eist als de rechtbank, doch de officier van justitie had moord bewezen ge acht. masten. De ladder, waarlangs men zich naar het verlichtingspaneel kan begeven, bevindt zich aan de binnen kant van de mast; ook dat is een technische bijzonderheid. Elke mast weegt 21 ton en wordt geplaatst in een zwaar gewapende betonnen fun dering van 250 ton. Op 2 april 1958 zal de nieuwe ver lichtingsinstallatie officieel in gebruik worden genomen. Het eredivisieteam van PSV speelt dan in de avonduren een wedstrijd tegen een gerenom meerde buitenlandse club. Per sei zoen zullen in het Philips Sportpark acht tot tien voetbalwedstrijden bij kunstlicht gespeeld worden. Zich richtend tot de laatste catego rie, vervolgde dr. Drees: „Gij allen '-omt naar ons dichtbe volkte, ik ben geneigd te zeggen overbevolkte land, op een ogenblik waarop nog woningnood heerst en waarin een werkkring niet zo gemak kelijk meer is te verkrijgen als nog kortgeleden in het algemeen het ge val was. H"t is ook maar een klein, en naar internationale machtsverhou dingen gemeten zwak land. Toch durf ik te zeggen, dat het getoond heeft innerlijk sterk te zijn. Wij beseffen, dat er in deze dagen veel in u omgaat. Moge aan diegenen onder u, die besluiten voorlopig nog te blijven en te volharden, de kracht worden geschonken om de moeilijkhe den te dragen, die daaraan verbon den zijn. En aan hen. die naar Nederland komen, wens ik behouden vaart en roep ik toe: „Welkom thuis", aldus dr. Drees. Deze kaart geeft een goed overzicht van het „hoe" en „waar" der Indonesische activiteiten tegen Nederland en de Nederlanders. Nieuw-Guinea valt buiten het gebied, dat op het kaartje is weergegeven. Maar daar gaat het juist om Met haar roman „Het offer" ver wierf de jonge schrijfster Adèle Wise man in 1956 de prijs van de gouver neur-generaal van Canada. Voor de jury, welke die beslissing nam, kunnen wij respect hebben, want „Het offer" is een buitengewoon goed geschreven boek met prachtig geschetste karak ters en een kijk op mensen, die ver baast. Het interessante van de roman Is, dat hij speelt in een zuiver joods mi lieu, dat zich vormde in een Ameri kaanse stad, waar Avrom, een Russische jood, na een pogrom, die twee van zijn zonen het leven kostte, zich vestigt met zijn vrouw en jongste zoon. Het milieu, met zijn geheel eigen aard, is wonderlijk zuiver getroffen en daarin bewegen zich levensecht de patriarchale, nobele Avrom, die als slager een baan vindt bij een minder waardige joodse collega, zijn bijkans heilige vrouw Sara en de onevenwich tige zoon Isaac. Wildbewogen is het verhaal niet, al heeft het enkele dra matische hoogtepunten, maar door de grote vertelkunst van Adèle Wiseman legt zij er een spanning in, die nooit verslapt. Alleen de climax doet wat kramp achtig aan en lijkt in strijd met het karakter van de hoofdpersoon, al wordt het voorgesteld, dat in een vlaag van krankzinnigheid is gehan- deld' TT 4. Het aantal briljante passages in „Het offer" is legio en levenservaren lezers zullen er volop van genieten. Het boek, goed vertaald door Dick Ouwendijk, is op royale wijze uitge geven door H. Nelissen te Bilthoven. Bij de uitgeverij v.h. C. de Boer jr. verscheen een zeevaartagenda die er in menig opzicht wat men noemt „zijn mag". Men vindt een artikel over ra dar, een samenvattende beoordeling van goede boeken over de zee, de eisen voor stuurlieden- en machinistediplo ma's, wisselkoersen en posttarieven, tal van foto's, een lijst van schepenen natuurlijk ook een doodgewone en zeer bruikbare agenda. In het nieuwjaarsnummer van de Rood Zwart Koerier, het officieel orgaan van de S.V. Oostburg vraagt H. L. of een bestuurslid het wel ooit goed doet. En hij antwoordt daarop met de navolgende kernachtige, puntige vaststellingen, waarvan wij onze lezers graag willen laten meegenieten. Als hij vrolijk is, is hij te familiair. Als hij ernstig is, day is hij een zuurpruim. Als hij jong is, dan weet hij nog niets. Als hij oud is, dan is hij een ouwe sok. Als hij af en toe iets drinkt, is hij een drinkebroer. Als hij nooit iets gebruikt is hij een dooie piet. Als hij met iedereen praat, is hij een kletskous. Als hij het niet doet, dan voelt hij zich te hoog. Als hij spelers op grond van prestaties, in een elftal plaatst, kent hij zijn spelers niet Als hij z'n spelers werkelijk kent, doet hij aan „vriendjes-politiek". Als hij er op staat, dat de spelers altijd sportief blijven, is. hij erg lastig Als hij het niet doet, is hij een slappeling. Als hij van de spelers verlangt, dat ze tijdens elke wedstrijd hun best doen, is hij een uitslover, Als hij het niet vraagt, een vent van niks. Als hij zijn ogen en oren de kost geeft, is hij een spion Als hij geen interesse heeft, is hij te laks. Als hij af en toe met de spelers wil praten, hoort hij z'n eigen graag Als hij het niet doet, is hij bang voor kritiek. Als hij training nuttig vindt, vertelt hij een mop met een lange baard. Als hij niets zegt, durft hij de spelers niet aan. Als hij ondanks alles, naar beste weten handelt, is hij 'n eigenwijs man Als hij iedereen z'n zin wil geven, WORDT HIJ STAPELGEK. Wil hij kunnen blijven besturen, dan moet hij bezitten 1. De wijsheid van SALOMO. 2. Het geduld van JOB. 3. De huid van een OLIFANT. 4. De slimheid van een VOS. 5. De moed van een LEEUW. Lezers, die menen al deze eigenschappen te bezitten, gelieve zich als bestuurslid op te geven. H. L. Tussen de gebouwen van Amerika en Rusland krijgt Hongarije een plaats. Het Hongaarse paviljoen is eenvoudig van stijl en bevat geen gewaagde constructies, maar Brussel verwacht, dat de Hongaren zeer veel bezoekers zullen trekken. Vlak bij de pa viljoenen van Amerika en Rusland verrijst op de Heizel- vlakte het kleine, maar waardige pavil joen van Hon garije, dat, zo menen de orga nisatoren van de „Expo" op zéér veel be zoekers zal kun nen rekenen. Want iedere be zoeker zal nader kennis willen maken met het Hongaarse volk. Wat zal en klein (en geschonden) land van negen miljoen inwoners de bezoekers kunnen tonen tussen de reusachtige bouwwerken van de twee machtigste landen ter wereld? De Hongaren hebben er op de eerste plaats- naar gestreefd en zij zijn daarin voor zover 't nu te beoordelen valt, geslaagd hun pavil joen een luchtige stijl te geven. In tegenstellinf tot de enorme constructies, die Amerika en Rus land optrekken, heeft het Hongaarse paviljoer door zijn vorm en zijn inrichting een mindei massief aanzien. De afdeling zal straks uit ver schillende, onderling verbonden gebouwen be staan. Enkele gebouwen worden uitgevoerd ir een kubusvorm, maar daarnaast worden ooi? speelse galerijen en zuilengangen aangelegd. Glas en aluminium worden overvloedig toege past. Thans zijn Hongaarse kunstenaars bezig het interieur te decoreren. Het Hongaarse volk zal zich straks bij het betreden van het gebouw eerst voorstellen. Dat (Van onze speciale verslaggever) gebeurt op een originele ma nier in de grote toegangshal, die de vorm heeft van een kubus, waarin 'n enor me reliëfkaart (gemaakt van keramiek) het leven in Honga rije weergeeft. In de hal zal iedereen zich op de hoogte kun nen stellen van het sociale, cul turele en economische leven in d4 volksrepu bliek. In een tweede hal wordt de zware industrie gepresenteerd, alsmede de moderne techniek. Aan de hand van modellen en documentatie zal de bezoeker de vooruitgang van de Hongaarse ndustrie sinds 1945 worden getoond. In een derde hal komen de landbouw en het even op het platteland tot uitdrukking. Er is echter nog veel meer. Na het platteland ;omt het stadsleven aan de beurt. „Een dag in dein-Boedapest", zo luidt de titel van een vol- *ende afdeling. Alles wat de Hongaarse hoofd- itad aan aantrekkelijks heeft te bieden, wordt 'oorgesteld. In een laatste hal komt de cultuur op de /oorgrond. Er wordt een overzicht gegeven van bet letterkundige, het artistieke en het muzi kale leven. Werken van belangrijke schrijvers en componisten als Petöfi en Bartok worden in herinnering gebracht. De culturele afdeling wordt afgesloten met een expositie van beel dende kunst. Als twee mensen in een gezelschap elkaar iets willen vertellen, waar mee anderen niet van doen hebben, is het onvriendelijk en onbeleefd wanneer zij dat doen in een taal, die zij alleen machtig zijn. Als gastheer zou je hun misschien kun nen verzoeken in wat begrijpelijker taal te spreken. In het uiterste ge val zou je (wederom als gastheer dergelijke lieden, met enkele goed gekozen Hollandse woorden als be geleiding, buiten kunnen schoppen. Maar dat is dan ook alles. Het geval komt iets anders te liggen, wanneer ouders elkaar iets te zeggen hebben, dat niet voor de oren van hun kinderen bestemd is. In dergelijke omstandigheden is het te begrijpen, dat pa en ma Frans, Duits, Engels, Fins, Spaans of wat dan ook gaan babbelen. Er zijn ook ouders, die zélf een taaltje gaan ontwerpen. Ik heb een vader gekend, die tegen vrouwlief zei: Oewaara oeba oeja Oentja oe- klappa oevra oezna oebska oegeva? Hoeya oekwama oeta oema oehuïla oefertela. De vertaling luidt: Waarom heb je Jantje klappen voor zijn broek gegeven? Hij kwam het me huilend vertellen. Het systeem is eenvoudig: begin zoveel mogelijk met een „oe", ein dig altijd met een „a" en zet het Nederlandse woord, of een gedeelte daarvan, ertussen. Stom-eenvoudigmaar voor niet- ingewijden eenvoudig niet om te doen. Bovendien enorm vermoeiend om naar te luisteren. Na enkele minuten krijg je hetzelfde gevoel in je maag, als wanneer je in een rijk geïllustreerd vakboek voor banketbakkers kijkt, terwijl je in drie dagen niet gegeten hebt. Toch geef ik graag het antwoord van ma aangaande de klappen, die zij op Jantje's broek gegeven had: Hoeya oewa oerga oestota. Hoeya oesmeeta oena oevolla oetepota theepotoeva oefelta. Oplossingen zijn welkom. Liefst binnen een week. Wat mij betreft: basta en houdoe. FIDELé.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1958 | | pagina 5