Hulst kreeg in 1957 een nieuwe (en goede) vriend NIEUWJAARS FLITSEN XF !N. Voetbal-amateurs volop in de aandacht Werkloosheid in 1957 toegenomen Amateurs Meetellen Jeugd Toch plannen Tegels K.N.Y.B.-voorzitter Scliröder „fC?) hebben plannen in de maak voor de jeugd 8 >363 DAGBLAD DE STEM VAN DINSDAG 31 DECEMBER 1957 Cultureel...en rakelij k Z( aan buari Jotel ge- zijn Itoren In. luist. l;lden: |:raat„ eda (Van onze redacteur) Hulst heeft in het afgelopen jaar een hoogst belangrijke ge beurtenis beleefd, welke ongetwijfeld vele en gunstige gevol gen zal hebben. In augustus hield een groep studenten van de JCS.A., een bekende en sterke Vlaamse jongerenorganisatie, een proefkamp in de oude vestingstad. Dat is gebleken het be gin te zijn van een grote en sterke vriendschap tussen de Vlaamse katholieke jeugd en de stad Hulst. Want na het proefkamp nam de K S.A. het besluit Hulst de finitief als kampplaats te lanceren en dat komt er in de prak tijk op neer dat de leden van drie grote ieugdgroeperingen, in totaal zeventigduizend jongens omvattend, de mogelijkheid ge boden wordt een kamp in Hulst door te brengen. den hebben dan gedurende de zo mermaanden hun heem in Hulst en verder kunnen ook verkennersgroe- pen uit Nederland er gebruik van maken. Tot nog toe is er geen enkel verkennerskamp in deze streek ge houden. Er was nu eenmaal geen ac commodatie! De werkgroep Zeeuwsch-Vlaanae- ren deed intussen nog heel wat meer dan nota's en artikelen samenstellen. Ze leverde een prestatie die de grootste bewondering afdwingt, een werkstuk dat menigeen reeds lang van bepaalde Hulstenaren had ver wacht. De Vlamingen stelden een fol der over Hulst samen, die klinkt als de spreekwoordelijke klok. Een vele pagina's dikke brochure, met vlotte teksten en met talrijke afbeeldingen. Wie die folder ziet, krijgt ongetwijfeld grote lust eens naar Hulst te gaan. Het merkwaardige van dit initiatief is nog wel dat het de werkgroep is ge lukt ook nog de zakelijke kant ervan tot een opmerkelijk succes te bren gen. Dank zij stevige propaganda is men er n.l. in geslaagd zoveel be taalde tekst (advertenties e.d.) in de folder bijeen te krijgen, dat het toch uitstekend verzorgde drukwerk volko men self-supporting geworden is. Sterker nog: men heeft kans gezien er een flink bedrag aan over te hou den: zo'n tweehonderdvijftig gulden, een aardig sommetje om de bouw van het buitencentrum te helpen fi nancieren. Kon Hulst dat nu zelf ook niet?, zo vraagt menigeen zich terecht af. Men heeft er een V.V.V., die voor het uit geven van een nieuwe (broodnodige) folder zo'n duizend gulden in kas heeft, een instelling welke in feite ten dienste staat van een midden stand die niet met kapitaalsinveste ringsproblemen zit, en daar wordt men beschaamd gemaakt door een Vlaamse werkgroep, met geen cen tiem in kas, alleen maar ten dienste staande van een jeugdbeweging, van jongens zonder enig inkomen. Die komt dan even met een folder voor de dag die iedere beroeps-toeristen- iokker doet watertanden en houdt dan nog een aantrekkelijk sommetje over. Daar rammelt toch wel iets Zó eisten de Gentse oproerlingen de stad Hulst voor zich op, toen de Brugse KSA-ers van het proef kamp met Oost-Z.-Vlaamse ver kenners een wallenspel opvoerden. Het volgende wallenspel zal een grootse „show" worden Wanneer men, aan het einde van dit jaar. nagaat wat er in korte tijd bereikt is, dan staat men verbaasd. Vorig jaar (1956) is er eens een aan tal Brugse studenten-verkenners in Hulst geweest, onder leiding van de seminarist Herman Verwaetermeu- len. Hun bezoek duurde slechts een dag, maar ze waren dan ook meteen zó enthousiast over het Vlaamse stadje in Nederland, een vestingstad met wallen, waar de krijgshistorie nog volkomen levend schijnt, dat het plan rijpte een nauwer contact te leggen. De rondgang die zij onder leiding van de heer D. Biesbroeck maakten, leerde hen het interessant ste kennen. Een jaar later, in augus tus van dit jaar. kwam er een groep Brugse K.S.A,-leden een proefkamp houden in Hulst. Nu ja, ..kamp" is niet geheel juist: de jongens waren gelegerd in het Lyceum. Maar een definitief heem vormde een probleem van later zorg. Al was het dan geen kamp in de volle zin des woords: de jongens hebben een onvergetelijke week ge had. Voor een groot deel is dat ook te danken aan het grenzeloze enthou siasme van de priesterstudent Her man Verwaetermeulen, die al dege nen die hem hebben leren kennen hogelijk hééft verbaasd over de werkkracht die een mens kan op brengen voor een zaak die zijn volle liefde heeft. Hij is in feite de man die de beginnende vriendschap tussen de Vlaamse jeugd en Hulst heeft ge zaaid.... en die het plantje later zorgvuldig gekweekt heeft, aanvan kelijk soms tegen onbegrip en twijfel in. Dat hij wist waarvoor hij vocht Is intussen geen raadsel meer: er zijn talrijke plannen gesmeed en voor een groot deel is men al met grote voort varendheid aan de uitwerking daar van bezig. Er is een speciale ..werk groep Zeeuwsch-Vlaanderen" opge richt, welke talrije nota's, medede lingen en artikelen samengesteld heeft. Nauwgezet noteerde men dat reeds veertig dag- en weekbladen de door de werkgroep toegezonden kopij publiceerden! Het wallenspel dat in de afgelo pen zomer werd opgevoerd, zal voortaan een traditie zijn en er be staan voornemens om daarvan een pracht van een show te maken, waarbij de Gentse oproerkraaiers tegen de aan de Vlaamse graaf trouwe Hulstenaren optrekken. De slag zal echter een moderne reprise krijgen: er zullen walkie-talkies aan te pas komen, er komen rub berboten voor de invasie" over de stadsvesten, er wordt zelfs een glijkabel aangelegd vanaf de glacis naar de wel. Aan deze gebeurtenis, die bijzonder spectaculair belooft te worden, zul len niet alleen de dan in Hulst kam perende groep K.S.A.-ers en de Ver kenners van het district deelnemen, doch ook talrijke Vlaamse jongens die daartoe speciaal een dag naar Hulst komen. De opvoering van het tweede wallenspel is voorlopig vast gesteld op 22 september. Bouw buitencentrum Intussen staat het er ook wat het heem betreft, gunstig voor. Slechts een half jaar nadat het contact werd gelegd, is al wel zeker dat de eerste Vlaamse jongeren die op kamp naar Hulst komen, behalve een geschikt terrein ook een naar de eisen ge outilleerd onderkomen tot hun be schikking zullen vinden. Daartoe is een plezierige samenwerking met de Verkenners gegroeid: die hebben n.l. al lange tijd behoefte aan een troep huis. Door een gelukkig toeval hebben zo dat nu plotseling cadeau gekregen. Bovendien is er voor de nodige grond gezorgd en nu zal de pas gevormde ••Stichting Katholieke Jeugdzorgd St.- Willibrordus" op zich nemen het bou- wen voor een buitencentrum", waarvoor het geprefabriceerde troep huis een uitstekend begin vormt. De K--S.A. en de gelieerde Vlaamse bon- Vele plannen Nu we toch het toeristisch aspect benaderen: uiteraard is de jonge vriendschap tussen de Vlaamse jeugd en Hulst ook in dit opzicht belang rijk. Twee maanden lang, iedere week een groep van zo'n veertig jon gens, uit alle delen van Vlaanderen in en rond de sthd: dat brengt naar de praktijk nu al bewezen heeft ook ouderen naar hier. Er zit een resuachtige hoeveelheid muziek in deze hele plezierige geschiedenis. Maar cultureel gezien is de zaak toch het belangrijkst. Er zijn, naast het tot een traditie groeiende wallen spel, plannen voor een briefwisseling tussen Vlaamse en Hulsterse jongelui, een eigen dienst van de K.S.A. maakt in mei a.s. een lichtbeeldenserie over Hulst, er is al een fraai fotoverslag van het proefkamp, dat op zijn ron de langs alle aangesloten groepen in geheel Vlaanderen een stevig stuk propaganda voor het Hulsterse heem zal vormen, kortom, er is een leven en beweging die wel een fantastisch resultaat moet hebben. Daarom mag het K.S.A.-proefkamp van deze zomer, met zijn vele en snelle gevolgen, een van de belang rijkste gebeurtenissen worden ge noemd welke Hulst in 1957 beleefde. Het is een groot woord om te zeggen, dat er geen moeilijkhe den meer bestaan in de Neder landse voetbalwereld. Ze be staan wèl. al zijn dan de zwarte dagen voorbij, waarin ons land het vooral internationaal nogal eens zwaar te verantwoorden had. De zorgen van vandaag de dag zijn anders. Ze zijn, geluk kig, onschuldiger. Men kan zeg gen, dat de rust in alle geledin gen is hersteld, nadat het ru moer van de inmiddels weer vergrijsde ommezwaai naar het betaald voetbal tot bedaren was gekomen. Dat betaalde voetbal heeft zich snel door de kinder ziekten weten heen te slaan en bouwt nu verder aan een goede toekomst. (Al zullen er in deze sector wel de nodige penning meesters rondlopen, die droevig in hun kas kijken en vaststel len, dat het daarin maar droe vig is gesteld). Maar algemeen wordt aanvaard, dat dit nu eenmaal tot de gevolgen behoort als er geld mee gemoeid is. Het accent valt dan onherroepelijk ook op het zakelijke en daarin kan men even gelukkig of ongelukkig zijn als in het wedstrijdleven. De even tuele financiële tegenvallers worden over het algemeen met dezelfde moed geslikt als een teleurstelling op het voetbalveld. Het ziet er alles bijeen niet gek uit in de betaalde sector. Er worden prachtige competities gespeeld en de semi-profs houden honderdduizenden in de ban van de sport der sporten. Internationaal heeft Oranje tevens genoeg heldendaden verricht om niet langer meer in een klein hoekje te hoeven staan roepen, dat het Neder landse voetbal bankroet is. Oranje telt mee en. objectief gezien, is dat voor een ruim deel te danken aan het royale besluit om het semi-pro- fessionalisme in te voeren. Maar er zijn nog andere voetbal lers. Dat zijn de amateurs, van wie er ook nog enkele slordige tienduizen den op de Nederlandse voetbalvelden rondsjouwen en bij wie het suppor- tersleger, totaal genomen, eveneens in de honderdduizenden loopt. Met wie zou men beter over ama teurs kunnen praten als met de heer A. Schroder, de nieuwe voorzitter van Een beeld van de honderdste jaar markt te St. Jansteen op 10 maart. De aanvoer was boven verwachting groot. De Keldermanspoort te Hulst en haar ontdekker de heer P. J. Brand. de KNVB Deze man heeft een fors deel van zijn leven besteed aan de sport en tot voor kort alleen aan het front, waar de amateurs slag moes ten leveren met de moeilijkheden. Die „oude liefde" is niet over. Schrüders post had de consequentie, dat. hij zich meer dan tot dan toe moest gaan bemoeien met het be taalde voetbal. Dat dééd ie. Maar daarnaast werd in de KNVB onmid dellijk ook een verwarmend surplus aan belangstelling voor de amateurs merkbaar. Met name wordt er hard gewerkt aan een representatief amateurelftal voor het Internationale voetbal. Kauf- mann heeft zich sinds kort geheel in gezet voor de training van amateur voetballers. Het „materiaal" bevindt zich in geheel Nederland. Er zijn niet. wat men noemt „steunpunten". Bij de samenstelling van het traditionele Oranje kan men aarzelen tussen vier of misschien vijf spelers, maar voor de rest heeft men houvast. Bij de amateurs ontbreekt vooralsnog deze traditie. Hier weet men nog niet. welke de beste krachten zijn. Die moeten nog ontdekt worden en ver volgens worden samengevoegd tot een harmonisch geheel. Dat laatste wil men bereiken door een aantal in terlands. waarmee dit splinternieuwe jaar reeds begonnen wordt. Het is dus te verwachten, dat Ne derland ook in het amateur-vlak weer volop gaat meetellen. Dat is zeer toe te juichen, want een goed amateur elftal ontbreekt vooralsnog om de ge weldige faam. die de Nederlandse voetbalsport internationaal heeft „rond" te maken. Die faam ontleent het niet slechts aan sportieve presta ties in stadions, her en der in Europa verspreid. Ook de ontvangsten, die Nederland aan zijn buitenlandse voet balvrienden bereid, worden bijzonder gewaardeerd. „Het is een kleine moeite", aldus de heer Schroder, „om een bezoekend elftal een mannetje mee te geven, dat als gids kan optreden en zorgen, dat de gasten een zo prettig mogelijke in druk aan ons land meenemen. Ik ge loof onmiddellijk, dat een land als Engeland dat nooit zo perfect kan doen als wij, want daar zwerven steeds wel enkele buitenlandse ploe gen de grens over. Hier is elke bui tenlandse ploeg een gebeurtenis en waarom zouden wij die dan verwaar lozen 7" Een gevolg van dit hartelijke prin cipe is. dat Nederland alleen maar vriendelijke, dankbare voetbalkennis sen heeft. Het is een kleinigheidje natuurlijk. Het telt niet mee in het geweldige ge heel van de sport. Maar als men zorg weet te besteden aan kleinigheden zal het ook de belangrijkere zaken niet aan interesse ontbreken. En nu het gesprek bij belangrijker zaken is beland, komt natuurlijk au tomatisch het woord Voetbalpool" ter tafel. Hoe ziln de kansen van de KNVB-toto, nu door de Hoge Baad is bepaald, dat die geen hazardspel is ,,lk weet het niet", zegt Schro der. „Want 't mag dan zijn, dat de toto van de Bond geen hazardspel is. wij hebben niettemin toch nog steeds een proces-verbaal te vre zen om uit te zoeken of de toto dan wellicht behoort tot de verboden loterijen. Wij gaan maar gewoon op de oude voet door. Er valt ver der niets van te zeggen." Dat is kort en bondig. Dit onderwerp is in enkele woorden uitgepuurd. Pas als de jeugd ter sprake komt, is het gesprek weer vol met lange, enthousiaste zinnen. Niet lang geleden werd over jeugd—en-sport te Amster dam een bijeenkomst gehouden van groten uit de sportwereld, waarin het probleem aan de orde werd gesteld. Meer gebeurde daar niet. De beperk te mogelijkheden van de jeugd in de sport kwamen aan het licht, maar er werden geen plannen op tafel ge bracht. „En toch hadden we die", zegt Schroder. „Het was alleen niet onze bedoeling om over plannen te praten. We waren naar Amsterdam gekomen om het probleem zo scherp mogelijk te stellen. Als we meteen met voor stellen waren gekomen, zou heel de bijeenkomst zich op die voorstellen hebben geworpen, waarbij dan waar schijnlijk het probleem, waarom het was begonnen, naar de achtergrond zou worden gebracht." Maar een feit is, dat het probleem in verschillende voetbalafdelingen al lang was aangepakt en dat met name in de afdeling Brabant hard werd ge werkt aan de vorming van jeugdlei ders. Er was verder een plan in uit voering om al deze regionale activi teiten te bundelen, zodat een zo groot mogelijk aantal belangstellenden er hun voordeel mee zouden kunnen doen. „Want het gaat niet aan", aldus de heer Schroder, „om bij voorbaat te gaan roepen, dat de regering de jeugd in de sport in de steek laat. Wij moeten zelf eerst laten zien hoe ver we kunnen komen en pas dan heeft zo'n klacht waarde. Dan zal er ook stellig aandacht aan worden be steed." r* v. Het is een beetje van de hak-op-de- tak gegaan in dit onderhoud. Maar van het een komt het ander en de voetbalsport is zo rijk geschakeerd, dat het eigenlijk niet anders kan. Vooral niet als een man als Schroder er mee gemoeid is. Die heeft in de loop der jaren te maken gekregen met alle vormen van problemen.... en mogelijkheden, die er in de sport zijn. En hij heeft er zijn frisse kijk op behouden. Schroder is de volbloed voetballer. In de ruime hall van zijn woning in Breda is het tastbare be wijs daarvan te vinden: Hij heeft daar praktisch alle stads- en provin ciewapens verzameld, netjes op te gels geschilderd. In die lange rij is één tableau, dat er niet tussen hoort. Dat is een tegel, die de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond ooit heeft uitgegeven De jaarwisseling heeft zo haar interessante kanten. Als kind vond ik de nieuwjaarsdag niet zo enorm, want wij kregen nauwelijks mid dageten. Het was het bekende hap-snap-systeem, dat men in cafetaria's wel tussen het vertrek van een tram en de komst van een nieuwe ziet toe passen. Omstreeks half vijf in de middag kon er wel even een bordje soep af. Dat was het ondefi nieerbare stukje tijd, waarop de ochtendgasten net w eg en de avondgasten net nog nie t binnen waren. Maar het gebeurde niet zelden, dat oom Toon al bij de vierde lepel binnenkwam en dan volgde de rest spoedig. De oudejaarsavond was veel aardiger. Je mocht op blijven zitten als een grote vent, maar je was bovendien op van de slaap. Om twaalf uur volgde dan het ceremonieel; de familieleden vlogen el kaar in de armen. Ik had een oom, die zo gevoe lig van aard was, dat hij op oudejaarsavond altijd precies om vijf minuten voor twaalf naar bed ging. „Ik zie jullie morgen wel", zei hij dan met een brok in de keel. Hij kon het niet. Hij had het één keer gedaan en had toen heel de nacht liggen snikken van ontroeringLater be weerde zijn vrouw, dat daar de oude klare debet aan was geweest, maar daar kom je als leek niet achter. Als de handjesaeverij en de kussen achter de rug waren, wierpen wij de tuindeuren open om naar het lawaai te luisteren. Er klonken schoten en de locomotieven stonden te fluiten. Ik weet het niet, maar ik heb de indruk, dat die gebrui ken er wat uitgaan. En wordt er nog wei anijs melk gedronken op oudejaarsavond in Neder land? Vroeger was dat gewoonte; men kan dit lezen in Potgieters ..Jan, Jannetje en hun jongste kind", dat ik altijd een van de naargeestigste boekjes uit mijn lees-leven heb gevonden. Maar ja; voor ie examen moest je het kennen. Ik heb eens onderzocht, waar die anijsdrinkerij vandaan komt. Ik heb er een paar boekjes over gelezen en nu wil ik er een boekje over opendoen. Ik ge loof eigenlijk niet, dat het erg góede boekjes waren, maar de zienswijze, die daar in tot uitdrukking kwam, was te aardig om ze te verzwijgen. Daarom moet ze nu maar eens openbaar gemaakt worden. Als U er niets van gelooft.... ik twijfel zélf ook. Vol gens mijn bronnen ontwikkelde de zaak zich als volgt: Tot omstreeks 414 na Christus plachten de in woners van Nice een stadje, zoals men weet, waar de mensen van feestvieren houden oud jaar te vieren met de „klapdans". Dit was een folkloristische dans, waarbij men zijn partner telkens, bij het begin van de maat, een flinke tik gaf. Maar zoals het met zoveel dingen gaat; het gebruik ontaardde al spoedig. Enerzijds kwam dat door het veel te frequent gebruik van Franse wijnen, die het klappen geven aanwakkerden, anderzijds omdat sommige mensen in de daiis een voorwendsel zagen om oude veten in daden om te zetten. Hoe gaat dat; men koos schuld eisers als dans-partners, het werd een bende. Een deurwaarder bracht het er in 409 nauwelijks le vend af; hij had veel te veel nieuwjaarswensen te incasseren gekregen en moest tot het voorjaar het bed houden. Het was, zoals een bestuurder opmerkte „extrémement méchant" geworden, dat gebruik, „en", voegde hij eraan toe', „c'est Ie vin. qui le fait", het is de wijn, die het hem doet. Nu kwam de reactie. Het stadsbestuur vaardigde een verordening uit, waarin heel duidelijk stond, dat het verboden was, „te klapdansen, op de open bare weg of op van de openbare weg af zichtbare plaatsen wijn te drinken en een ander nieuwjaar te wensen op andere wijze dan door middel van een gematigde, doch vriendelijke hoofdknik". Men zat daarmee. Jarenlang lag de stad droog. Er werd veel melk gedronken, maar melk is ook maar melk en een Fransman wil wel eens iets pittigers hebben. Toen vond een uitvinder iets uit. Dit was redelijk, omdat het tenslotte zijn be roep was, maar het was toch verdienstelijk, want hij had het ook kunnen nalaten. De man kon er nl. best kómen; hij vond alleen nu en dan voor de aardigheid eens iets uit. Na lang prutsen en veel gemeier in zijn huiskamer slaagde hij erin, een stof samen te stellen, die, toegevoegd aan de melk, daaraan weliswaar geen wijnsmaak ver leende, maar toch een pittige vooruitgang bete kende. Hij nam er octrooi op en bracht de blok jes, die hij helemaal alleen met zijn vrouw in elkaar prutste volgens een geheim procédé, in grote hoeveelheden op de markt. Vele mensen, die de stad met oudjaar hadden bezocht en daar bij kennissen de avond hadden doorgebracht, praatten opgetogen over het heerlijke vocht. En als men hen dan vroeg, waar zij zoveel genot hadden gevonden, antwoordden ze: „A Nice; te Nice". Uit dit „A Nice" nu ontwikkelde zich later het woord „anijs". Het gebruik werd in de karo- lingische tijd en later naar het noorden overge bracht en kwam ook in ons land tot grote bloei. Het kan wonderlijk gaan, maar ik kan, zoals ge zegd, niet instaan voor de betrouwbaarheid van mijn zegslieden. Zoals ik hierboven al zei, kwam het vroeger veelvuldig voor, dat op het ogenblik van de jaar wisseling met geweren werd geschoten. Misschien is dit in sommige dorpen nog in gebruik; in de steden schijnt het aantal vergunningen voor schietwapenen te beperkt te zijn. Een enkele ka zerne wil nog wel eens een aardige kanonnade weggeven, maar daarmee houdt het op. Mocht iemand het gebruik in ere willen herstellen, dan verdient het zeker aanbeve ling, dat hij zijn geweer op de wolken richt. Het is niet prettig voor de buren, het nieuwe jaar met glasschade te beginnen. Ik ben zo vrij geweest, hier en daar nog enkele mensen te interviewen over hun wensen ten aan zien van het nieuwe jaar. Een kleermaker, wegge doken in een hoekje van een coupé, keek me triest aan en zei: Meneerik wens maar één ding en dat is, dat ik niet zonder stof kom te zitten." Ik vroeg hetzelfde aan zijn buurman. Deze bleek schrijver te zijn. „Ik kan eigenlijk alleen maar hetzelfde wensen als meneer daar", zei hij, met zijn duim wijzend. Een meisje, dat ik vroeg, even van haar fiets te stappen, wilde eerst niets zeggen, maar toen ze hoorde, dat het in de krant zou komen, werd ze spraakzamer. Ze uitte de hoop, dat het in 1958 goed zou gaan met de wereldgeschiedenis. Ze zal achttien jaar geweest zijn en ik stond verbaasd over haar vérstrekkend verlangen. Maar het werd al spoedig duidelijk; ze moest examen doen en wereldgeschiedenis was haar zwakste vak. De directeur van een groot hotel in Tilburg sprak de wens uit, dat dè kok nooit roet in het eten zou gooien; een begrijpelijk verlangen in die branche. Een kapper wilde vele klanten bij de neus nemen en een tandarts uitte de hoop. dat talloze mensen met open mond naar hem zouden luisteren. ,,En U, meneer?", vroeg ik op de kade aan een schipper. Wat hoopt U van het nieuwe jaar?". „Dat ik er wél bij moge varen, meneer", antwoordde de man. Vaarwel, vrienden.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1957 | | pagina 9