Hulst kreeg in 1957 een
nieuwe (en goede) vriend
NIEUWJAARS FLITSEN
XF
!N.
Voetbal-amateurs volop in de aandacht
Werkloosheid in 1957
toegenomen
Amateurs
Meetellen
Jeugd
Toch plannen
Tegels
K.N.Y.B.-voorzitter Scliröder „fC?) hebben
plannen in de maak voor de jeugd
8
>363
DAGBLAD DE STEM VAN DINSDAG 31 DECEMBER 1957
Cultureel...en
rakelij k
Z(
aan
buari
Jotel
ge-
zijn
Itoren
In.
luist.
l;lden:
|:raat„
eda
(Van onze redacteur)
Hulst heeft in het afgelopen jaar een hoogst belangrijke ge
beurtenis beleefd, welke ongetwijfeld vele en gunstige gevol
gen zal hebben. In augustus hield een groep studenten van de
JCS.A., een bekende en sterke Vlaamse jongerenorganisatie,
een proefkamp in de oude vestingstad. Dat is gebleken het be
gin te zijn van een grote en sterke vriendschap tussen de
Vlaamse katholieke jeugd en de stad Hulst.
Want na het proefkamp nam de K S.A. het besluit Hulst de
finitief als kampplaats te lanceren en dat komt er in de prak
tijk op neer dat de leden van drie grote ieugdgroeperingen, in
totaal zeventigduizend jongens omvattend, de mogelijkheid ge
boden wordt een kamp in Hulst door te brengen.
den hebben dan gedurende de zo
mermaanden hun heem in Hulst en
verder kunnen ook verkennersgroe-
pen uit Nederland er gebruik van
maken. Tot nog toe is er geen enkel
verkennerskamp in deze streek ge
houden. Er was nu eenmaal geen ac
commodatie!
De werkgroep Zeeuwsch-Vlaanae-
ren deed intussen nog heel wat meer
dan nota's en artikelen samenstellen.
Ze leverde een prestatie die de
grootste bewondering afdwingt, een
werkstuk dat menigeen reeds lang
van bepaalde Hulstenaren had ver
wacht. De Vlamingen stelden een fol
der over Hulst samen, die klinkt als
de spreekwoordelijke klok. Een vele
pagina's dikke brochure, met vlotte
teksten en met talrijke afbeeldingen.
Wie die folder ziet, krijgt ongetwijfeld
grote lust eens naar Hulst te gaan.
Het merkwaardige van dit initiatief is
nog wel dat het de werkgroep is ge
lukt ook nog de zakelijke kant ervan
tot een opmerkelijk succes te bren
gen. Dank zij stevige propaganda is
men er n.l. in geslaagd zoveel be
taalde tekst (advertenties e.d.) in de
folder bijeen te krijgen, dat het toch
uitstekend verzorgde drukwerk volko
men self-supporting geworden is.
Sterker nog: men heeft kans gezien
er een flink bedrag aan over te hou
den: zo'n tweehonderdvijftig gulden,
een aardig sommetje om de bouw
van het buitencentrum te helpen fi
nancieren.
Kon Hulst dat nu zelf ook niet?, zo
vraagt menigeen zich terecht af. Men
heeft er een V.V.V., die voor het uit
geven van een nieuwe (broodnodige)
folder zo'n duizend gulden in kas
heeft, een instelling welke in feite
ten dienste staat van een midden
stand die niet met kapitaalsinveste
ringsproblemen zit, en daar wordt
men beschaamd gemaakt door een
Vlaamse werkgroep, met geen cen
tiem in kas, alleen maar ten dienste
staande van een jeugdbeweging, van
jongens zonder enig inkomen. Die
komt dan even met een folder voor
de dag die iedere beroeps-toeristen-
iokker doet watertanden en houdt
dan nog een aantrekkelijk sommetje
over.
Daar rammelt toch wel iets
Zó eisten de Gentse oproerlingen
de stad Hulst voor zich op, toen de
Brugse KSA-ers van het proef
kamp met Oost-Z.-Vlaamse ver
kenners een wallenspel opvoerden.
Het volgende wallenspel zal een
grootse „show" worden
Wanneer men, aan het einde van
dit jaar. nagaat wat er in korte tijd
bereikt is, dan staat men verbaasd.
Vorig jaar (1956) is er eens een aan
tal Brugse studenten-verkenners in
Hulst geweest, onder leiding van de
seminarist Herman Verwaetermeu-
len. Hun bezoek duurde slechts een
dag, maar ze waren dan ook meteen
zó enthousiast over het Vlaamse
stadje in Nederland, een vestingstad
met wallen, waar de krijgshistorie
nog volkomen levend schijnt, dat het
plan rijpte een nauwer contact te
leggen. De rondgang die zij onder
leiding van de heer D. Biesbroeck
maakten, leerde hen het interessant
ste kennen. Een jaar later, in augus
tus van dit jaar. kwam er een groep
Brugse K.S.A,-leden een proefkamp
houden in Hulst.
Nu ja, ..kamp" is niet geheel juist:
de jongens waren gelegerd in het
Lyceum. Maar een definitief heem
vormde een probleem van later zorg.
Al was het dan geen kamp in de
volle zin des woords: de jongens
hebben een onvergetelijke week ge
had.
Voor een groot deel is dat ook te
danken aan het grenzeloze enthou
siasme van de priesterstudent Her
man Verwaetermeulen, die al dege
nen die hem hebben leren kennen
hogelijk hééft verbaasd over de
werkkracht die een mens kan op
brengen voor een zaak die zijn volle
liefde heeft. Hij is in feite de man
die de beginnende vriendschap tussen
de Vlaamse jeugd en Hulst heeft ge
zaaid.... en die het plantje later
zorgvuldig gekweekt heeft, aanvan
kelijk soms tegen onbegrip en twijfel
in.
Dat hij wist waarvoor hij vocht Is
intussen geen raadsel meer: er zijn
talrijke plannen gesmeed en voor een
groot deel is men al met grote voort
varendheid aan de uitwerking daar
van bezig. Er is een speciale ..werk
groep Zeeuwsch-Vlaanderen" opge
richt, welke talrije nota's, medede
lingen en artikelen samengesteld
heeft. Nauwgezet noteerde men dat
reeds veertig dag- en weekbladen de
door de werkgroep toegezonden kopij
publiceerden!
Het wallenspel dat in de afgelo
pen zomer werd opgevoerd, zal
voortaan een traditie zijn en er be
staan voornemens om daarvan een
pracht van een show te maken,
waarbij de Gentse oproerkraaiers
tegen de aan de Vlaamse graaf
trouwe Hulstenaren optrekken. De
slag zal echter een moderne reprise
krijgen: er zullen walkie-talkies
aan te pas komen, er komen rub
berboten voor de invasie" over
de stadsvesten, er wordt zelfs een
glijkabel aangelegd vanaf de glacis
naar de wel.
Aan deze gebeurtenis, die bijzonder
spectaculair belooft te worden, zul
len niet alleen de dan in Hulst kam
perende groep K.S.A.-ers en de Ver
kenners van het district deelnemen,
doch ook talrijke Vlaamse jongens
die daartoe speciaal een dag naar
Hulst komen. De opvoering van het
tweede wallenspel is voorlopig vast
gesteld op 22 september.
Bouw buitencentrum
Intussen staat het er ook wat het
heem betreft, gunstig voor. Slechts
een half jaar nadat het contact werd
gelegd, is al wel zeker dat de eerste
Vlaamse jongeren die op kamp naar
Hulst komen, behalve een geschikt
terrein ook een naar de eisen ge
outilleerd onderkomen tot hun be
schikking zullen vinden. Daartoe is
een plezierige samenwerking met de
Verkenners gegroeid: die hebben n.l.
al lange tijd behoefte aan een troep
huis. Door een gelukkig toeval hebben
zo dat nu plotseling cadeau gekregen.
Bovendien is er voor de nodige grond
gezorgd en nu zal de pas gevormde
••Stichting Katholieke Jeugdzorgd St.-
Willibrordus" op zich nemen het bou-
wen voor een buitencentrum",
waarvoor het geprefabriceerde troep
huis een uitstekend begin vormt. De
K--S.A. en de gelieerde Vlaamse bon-
Vele plannen
Nu we toch het toeristisch aspect
benaderen: uiteraard is de jonge
vriendschap tussen de Vlaamse jeugd
en Hulst ook in dit opzicht belang
rijk. Twee maanden lang, iedere
week een groep van zo'n veertig jon
gens, uit alle delen van Vlaanderen
in en rond de sthd: dat brengt
naar de praktijk nu al bewezen heeft
ook ouderen naar hier. Er zit een
resuachtige hoeveelheid muziek in
deze hele plezierige geschiedenis.
Maar cultureel gezien is de zaak
toch het belangrijkst. Er zijn, naast
het tot een traditie groeiende wallen
spel, plannen voor een briefwisseling
tussen Vlaamse en Hulsterse jongelui,
een eigen dienst van de K.S.A. maakt
in mei a.s. een lichtbeeldenserie over
Hulst, er is al een fraai fotoverslag
van het proefkamp, dat op zijn ron
de langs alle aangesloten groepen in
geheel Vlaanderen een stevig stuk
propaganda voor het Hulsterse heem
zal vormen, kortom, er is een leven
en beweging die wel een fantastisch
resultaat moet hebben.
Daarom mag het K.S.A.-proefkamp
van deze zomer, met zijn vele en
snelle gevolgen, een van de belang
rijkste gebeurtenissen worden ge
noemd welke Hulst in 1957 beleefde.
Het is een groot woord om te
zeggen, dat er geen moeilijkhe
den meer bestaan in de Neder
landse voetbalwereld. Ze be
staan wèl. al zijn dan de zwarte
dagen voorbij, waarin ons land
het vooral internationaal nogal
eens zwaar te verantwoorden
had.
De zorgen van vandaag de
dag zijn anders. Ze zijn, geluk
kig, onschuldiger. Men kan zeg
gen, dat de rust in alle geledin
gen is hersteld, nadat het ru
moer van de inmiddels weer
vergrijsde ommezwaai naar het
betaald voetbal tot bedaren was
gekomen. Dat betaalde voetbal
heeft zich snel door de kinder
ziekten weten heen te slaan en
bouwt nu verder aan een goede
toekomst. (Al zullen er in deze
sector wel de nodige penning
meesters rondlopen, die droevig
in hun kas kijken en vaststel
len, dat het daarin maar droe
vig is gesteld).
Maar algemeen wordt aanvaard,
dat dit nu eenmaal tot de gevolgen
behoort als er geld mee gemoeid is.
Het accent valt dan onherroepelijk
ook op het zakelijke en daarin kan
men even gelukkig of ongelukkig zijn
als in het wedstrijdleven. De even
tuele financiële tegenvallers worden
over het algemeen met dezelfde moed
geslikt als een teleurstelling op het
voetbalveld.
Het ziet er alles bijeen niet gek
uit in de betaalde sector. Er worden
prachtige competities gespeeld en de
semi-profs houden honderdduizenden
in de ban van de sport der sporten.
Internationaal heeft Oranje tevens
genoeg heldendaden verricht om niet
langer meer in een klein hoekje te
hoeven staan roepen, dat het Neder
landse voetbal bankroet is. Oranje
telt mee en. objectief gezien, is dat
voor een ruim deel te danken aan
het royale besluit om het semi-pro-
fessionalisme in te voeren.
Maar er zijn nog andere voetbal
lers. Dat zijn de amateurs, van wie
er ook nog enkele slordige tienduizen
den op de Nederlandse voetbalvelden
rondsjouwen en bij wie het suppor-
tersleger, totaal genomen, eveneens
in de honderdduizenden loopt.
Met wie zou men beter over ama
teurs kunnen praten als met de heer
A. Schroder, de nieuwe voorzitter van
Een beeld van de honderdste jaar
markt te St. Jansteen op 10 maart.
De aanvoer was boven verwachting
groot.
De Keldermanspoort te Hulst en
haar ontdekker de heer P. J. Brand.
de KNVB Deze man heeft een fors
deel van zijn leven besteed aan de
sport en tot voor kort alleen aan het
front, waar de amateurs slag moes
ten leveren met de moeilijkheden.
Die „oude liefde" is niet over.
Schrüders post had de consequentie,
dat. hij zich meer dan tot dan toe
moest gaan bemoeien met het be
taalde voetbal. Dat dééd ie. Maar
daarnaast werd in de KNVB onmid
dellijk ook een verwarmend surplus
aan belangstelling voor de amateurs
merkbaar.
Met name wordt er hard gewerkt
aan een representatief amateurelftal
voor het Internationale voetbal. Kauf-
mann heeft zich sinds kort geheel in
gezet voor de training van amateur
voetballers. Het „materiaal" bevindt
zich in geheel Nederland. Er zijn niet.
wat men noemt „steunpunten". Bij de
samenstelling van het traditionele
Oranje kan men aarzelen tussen vier
of misschien vijf spelers, maar voor
de rest heeft men houvast. Bij de
amateurs ontbreekt vooralsnog deze
traditie. Hier weet men nog niet.
welke de beste krachten zijn. Die
moeten nog ontdekt worden en ver
volgens worden samengevoegd tot
een harmonisch geheel. Dat laatste
wil men bereiken door een aantal in
terlands. waarmee dit splinternieuwe
jaar reeds begonnen wordt.
Het is dus te verwachten, dat Ne
derland ook in het amateur-vlak weer
volop gaat meetellen. Dat is zeer toe
te juichen, want een goed amateur
elftal ontbreekt vooralsnog om de ge
weldige faam. die de Nederlandse
voetbalsport internationaal heeft
„rond" te maken. Die faam ontleent
het niet slechts aan sportieve presta
ties in stadions, her en der in Europa
verspreid. Ook de ontvangsten, die
Nederland aan zijn buitenlandse voet
balvrienden bereid, worden bijzonder
gewaardeerd.
„Het is een kleine moeite", aldus
de heer Schroder, „om een bezoekend
elftal een mannetje mee te geven, dat
als gids kan optreden en zorgen, dat
de gasten een zo prettig mogelijke in
druk aan ons land meenemen. Ik ge
loof onmiddellijk, dat een land als
Engeland dat nooit zo perfect kan
doen als wij, want daar zwerven
steeds wel enkele buitenlandse ploe
gen de grens over. Hier is elke bui
tenlandse ploeg een gebeurtenis en
waarom zouden wij die dan verwaar
lozen 7"
Een gevolg van dit hartelijke prin
cipe is. dat Nederland alleen maar
vriendelijke, dankbare voetbalkennis
sen heeft.
Het is een kleinigheidje natuurlijk.
Het telt niet mee in het geweldige ge
heel van de sport. Maar als men zorg
weet te besteden aan kleinigheden zal
het ook de belangrijkere zaken niet
aan interesse ontbreken.
En nu het gesprek bij belangrijker
zaken is beland, komt natuurlijk au
tomatisch het woord Voetbalpool"
ter tafel. Hoe ziln de kansen van de
KNVB-toto, nu door de Hoge Baad is
bepaald, dat die geen hazardspel is
,,lk weet het niet", zegt Schro
der. „Want 't mag dan zijn, dat de
toto van de Bond geen hazardspel
is. wij hebben niettemin toch nog
steeds een proces-verbaal te vre
zen om uit te zoeken of de toto dan
wellicht behoort tot de verboden
loterijen. Wij gaan maar gewoon
op de oude voet door. Er valt ver
der niets van te zeggen."
Dat is kort en bondig.
Dit onderwerp is in enkele woorden
uitgepuurd.
Pas als de jeugd ter sprake komt,
is het gesprek weer vol met lange,
enthousiaste zinnen. Niet lang geleden
werd over jeugd—en-sport te Amster
dam een bijeenkomst gehouden van
groten uit de sportwereld, waarin het
probleem aan de orde werd gesteld.
Meer gebeurde daar niet. De beperk
te mogelijkheden van de jeugd in de
sport kwamen aan het licht, maar er
werden geen plannen op tafel ge
bracht.
„En toch hadden we die", zegt
Schroder. „Het was alleen niet onze
bedoeling om over plannen te praten.
We waren naar Amsterdam gekomen
om het probleem zo scherp mogelijk
te stellen. Als we meteen met voor
stellen waren gekomen, zou heel de
bijeenkomst zich op die voorstellen
hebben geworpen, waarbij dan waar
schijnlijk het probleem, waarom het
was begonnen, naar de achtergrond
zou worden gebracht."
Maar een feit is, dat het probleem
in verschillende voetbalafdelingen al
lang was aangepakt en dat met name
in de afdeling Brabant hard werd ge
werkt aan de vorming van jeugdlei
ders. Er was verder een plan in uit
voering om al deze regionale activi
teiten te bundelen, zodat een zo groot
mogelijk aantal belangstellenden er
hun voordeel mee zouden kunnen
doen.
„Want het gaat niet aan", aldus
de heer Schroder, „om bij voorbaat
te gaan roepen, dat de regering de
jeugd in de sport in de steek laat.
Wij moeten zelf eerst laten zien hoe
ver we kunnen komen en pas dan
heeft zo'n klacht waarde. Dan zal er
ook stellig aandacht aan worden be
steed."
r* v.
Het is een beetje van de hak-op-de-
tak gegaan in dit onderhoud. Maar
van het een komt het ander en de
voetbalsport is zo rijk geschakeerd,
dat het eigenlijk niet anders kan.
Vooral niet als een man als Schroder
er mee gemoeid is. Die heeft in de
loop der jaren te maken gekregen
met alle vormen van problemen....
en mogelijkheden, die er in de sport
zijn. En hij heeft er zijn frisse kijk op
behouden. Schroder is de volbloed
voetballer. In de ruime hall van zijn
woning in Breda is het tastbare be
wijs daarvan te vinden: Hij heeft
daar praktisch alle stads- en provin
ciewapens verzameld, netjes op te
gels geschilderd. In die lange rij is
één tableau, dat er niet tussen hoort.
Dat is een tegel, die de Koninklijke
Nederlandse Voetbal Bond ooit heeft
uitgegeven
De jaarwisseling heeft zo haar interessante
kanten. Als kind vond ik de nieuwjaarsdag
niet zo enorm, want wij kregen nauwelijks mid
dageten. Het was het bekende hap-snap-systeem,
dat men in cafetaria's wel tussen het vertrek van
een tram en de komst van een nieuwe ziet toe
passen. Omstreeks half vijf in de middag kon er
wel even een bordje soep af. Dat was het ondefi
nieerbare stukje tijd, waarop de ochtendgasten
net w eg en de avondgasten net nog nie t
binnen waren. Maar het gebeurde niet zelden,
dat oom Toon al bij de vierde lepel binnenkwam
en dan volgde de rest spoedig.
De oudejaarsavond was veel aardiger. Je mocht
op blijven zitten als een grote vent, maar je was
bovendien op van de slaap. Om twaalf uur volgde
dan het ceremonieel; de familieleden vlogen el
kaar in de armen. Ik had een oom, die zo gevoe
lig van aard was, dat hij op oudejaarsavond
altijd precies om vijf minuten voor twaalf naar
bed ging. „Ik zie jullie morgen wel", zei hij dan
met een brok in de keel. Hij kon het niet. Hij
had het één keer gedaan en had toen heel de
nacht liggen snikken van ontroeringLater be
weerde zijn vrouw, dat daar de oude klare debet
aan was geweest, maar daar kom je als leek niet
achter.
Als de handjesaeverij en de kussen achter de
rug waren, wierpen wij de tuindeuren open om
naar het lawaai te luisteren. Er klonken schoten
en de locomotieven stonden te fluiten. Ik weet
het niet, maar ik heb de indruk, dat die gebrui
ken er wat uitgaan. En wordt er nog wei anijs
melk gedronken op oudejaarsavond in Neder
land? Vroeger was dat gewoonte; men kan dit
lezen in Potgieters ..Jan, Jannetje en hun jongste
kind", dat ik altijd een van de naargeestigste
boekjes uit mijn lees-leven heb gevonden. Maar
ja; voor ie examen moest je het kennen.
Ik heb eens onderzocht, waar die anijsdrinkerij
vandaan komt. Ik heb er een paar boekjes over
gelezen en nu wil ik er een
boekje over opendoen. Ik ge
loof eigenlijk niet, dat het
erg góede boekjes waren,
maar de zienswijze, die daar
in tot uitdrukking kwam,
was te aardig om ze te
verzwijgen. Daarom moet
ze nu maar eens openbaar gemaakt worden. Als
U er niets van gelooft.... ik twijfel zélf ook. Vol
gens mijn bronnen ontwikkelde de zaak zich als
volgt:
Tot omstreeks 414 na Christus plachten de in
woners van Nice een stadje, zoals men weet,
waar de mensen van feestvieren houden oud
jaar te vieren met de „klapdans". Dit was een
folkloristische dans, waarbij men zijn partner
telkens, bij het begin van de maat, een flinke tik
gaf. Maar zoals het met zoveel dingen gaat; het
gebruik ontaardde al spoedig. Enerzijds kwam
dat door het veel te frequent gebruik van Franse
wijnen, die het klappen geven aanwakkerden,
anderzijds omdat sommige mensen in de daiis
een voorwendsel zagen om oude veten in daden
om te zetten. Hoe gaat dat; men koos schuld
eisers als dans-partners, het werd een bende. Een
deurwaarder bracht het er in 409 nauwelijks le
vend af; hij had veel te veel nieuwjaarswensen te
incasseren gekregen en moest tot het voorjaar
het bed houden. Het was, zoals een bestuurder
opmerkte „extrémement méchant" geworden, dat
gebruik, „en", voegde hij eraan toe', „c'est Ie vin.
qui le fait", het is de wijn, die het hem doet. Nu
kwam de reactie. Het stadsbestuur vaardigde een
verordening uit, waarin heel duidelijk stond, dat
het verboden was, „te klapdansen, op de open
bare weg of op van de openbare weg af zichtbare
plaatsen wijn te drinken en een ander nieuwjaar
te wensen op andere wijze dan door middel van
een gematigde, doch vriendelijke hoofdknik".
Men zat daarmee. Jarenlang lag de stad droog.
Er werd veel melk gedronken, maar melk is ook
maar melk en een Fransman wil wel eens iets
pittigers hebben. Toen vond een uitvinder iets
uit. Dit was redelijk, omdat het tenslotte zijn be
roep was, maar het was toch verdienstelijk, want
hij had het ook kunnen nalaten. De man kon er
nl. best kómen; hij vond alleen nu en dan voor
de aardigheid eens iets uit. Na lang prutsen en
veel gemeier in zijn huiskamer slaagde hij erin,
een stof samen te stellen, die, toegevoegd aan de
melk, daaraan weliswaar geen wijnsmaak ver
leende, maar toch een pittige vooruitgang bete
kende. Hij nam er octrooi op en bracht de blok
jes, die hij helemaal alleen met zijn vrouw in
elkaar prutste volgens een geheim procédé, in
grote hoeveelheden op de markt. Vele mensen,
die de stad met oudjaar hadden bezocht en daar
bij kennissen de avond hadden doorgebracht,
praatten opgetogen over het heerlijke vocht. En
als men hen dan vroeg, waar zij zoveel genot
hadden gevonden, antwoordden ze: „A Nice; te
Nice". Uit dit „A Nice" nu ontwikkelde zich later
het woord „anijs". Het gebruik werd in de karo-
lingische tijd en later naar het noorden overge
bracht en kwam ook in ons land tot grote bloei.
Het kan wonderlijk gaan, maar ik kan, zoals ge
zegd, niet instaan voor de betrouwbaarheid van
mijn zegslieden.
Zoals ik hierboven al zei, kwam het vroeger
veelvuldig voor, dat op het ogenblik van de jaar
wisseling met geweren werd geschoten. Misschien
is dit in sommige dorpen nog in gebruik; in de
steden schijnt het aantal vergunningen voor
schietwapenen te beperkt te zijn. Een enkele ka
zerne wil nog wel eens een aardige kanonnade
weggeven, maar daarmee houdt het op. Mocht
iemand het gebruik in ere willen herstellen, dan
verdient het zeker aanbeve
ling, dat hij zijn geweer op
de wolken richt. Het is niet
prettig voor de buren, het
nieuwe jaar met glasschade
te beginnen.
Ik ben zo vrij geweest,
hier en daar nog enkele
mensen te interviewen over hun wensen ten aan
zien van het nieuwe jaar. Een kleermaker, wegge
doken in een hoekje van een coupé, keek me
triest aan en zei: Meneerik wens maar één
ding en dat is, dat ik niet zonder stof kom te
zitten." Ik vroeg hetzelfde aan zijn buurman.
Deze bleek schrijver te zijn. „Ik kan eigenlijk
alleen maar hetzelfde wensen als meneer daar",
zei hij, met zijn duim wijzend. Een meisje, dat ik
vroeg, even van haar fiets te stappen, wilde eerst
niets zeggen, maar toen ze hoorde, dat het in de
krant zou komen, werd ze spraakzamer. Ze uitte
de hoop, dat het in 1958 goed zou gaan met de
wereldgeschiedenis. Ze zal achttien jaar geweest
zijn en ik stond verbaasd over haar vérstrekkend
verlangen. Maar het werd al spoedig duidelijk;
ze moest examen doen en wereldgeschiedenis
was haar zwakste vak. De directeur van een groot
hotel in Tilburg sprak de wens uit, dat dè kok
nooit roet in het eten zou gooien; een begrijpelijk
verlangen in die branche. Een kapper wilde vele
klanten bij de neus nemen en een tandarts uitte
de hoop. dat talloze mensen met open mond naar
hem zouden luisteren. ,,En U, meneer?", vroeg ik
op de kade aan een schipper. Wat hoopt U van
het nieuwe jaar?". „Dat ik er wél bij moge varen,
meneer", antwoordde de man.
Vaarwel, vrienden.