SPORT RAAKT DE TOEKOMST
KUNSTSCHAATSEN
RAAKT IN TREK
Ware woorden over kabaal
tussen plcegleiders
Zeeuwse en Brabantse
mogelijkheden
COMPLETE ONTREDDERING
IN BILJARTSPORT?
Over wielrennen
De Bergse havenplannen
mogen niet traineren
Djakarta verplicht alle
Buitenlandse deskundigen
tot arbeid
Min. Mansholt
vraagt ontslag
DAGBLAD DE STEM VAN DINSDAG 31 DECEMBER 1957
Handbal-federatie
871.835 leden
A
VOETBALKIJKERS
Haatdragend
Ander voorbeeld
Interprovinciaal
beraad
Raketbases op
Griekse bodem
Sport behoort wezenlijk tot de zaken, waarmee de mens zijn leven vult.
Ze draagt alle eigenschappen van aangelegenheden, die elk individu raken.
Ze is ontspannend en blij, maar ook vol teleurstelling.
En vol problemen.
Over problemen, zoals die in tal van sp orttakken leven, wordt op deze pagina
geschreven.
Dat is niet zo zonderling in een nieuwjaarskrant, waarin veel over het voorbije
1957 wordt gemijmerd en die veel artikelen bevat, die meditaties over het ver
leden zijn.
Want tegelijk met dat verleden raken problemen óók de toekomst, waarin ze
kunnen verscherpen of kunnen worden opgelost.
Laat ons daar over praten..
Bij de Internationale Handbal Fe
deratie zijn op het ogenblik 871.835
leden aangesloten, t.w. 371.462 man
nen, 122.858 vrouwen en 377.515 ju
niores. Zij zijn geregistreerd bij 25
nationale bonden.
De Westduitse organisatie is met
422.000 leden veruit de grootste. De
Oostduitse bond heeft 92.235 leden,
de Japanse 64.800 leden en de Zuid-
lavische 53.629 leden.
Het Nederlandse Handbal Verbond
staat in de rangschikking-naar-groot-
te op de elfde plaats. Het heeft, vol
gens de bij de internationale federa
tie bekende gegevens, 19.038 geregis
treerde leden.
e&ki*
De ontreddering in de top van de Nederlandse Biljart Bond
schijnt nu wel compleet. Het is hier een kwestie, die de duizenden
aangesloten biljarters wel niet direct raakt, maar die in zekere
zin boven hun hoofden wordt uitgevochten en wel met zoveel
rumoer, dat het wel de aandacht moet trekken.
Men kent de kwestie. Het draait om de spelers, die boos uit de echte"
Bond wegliepen en een eigen organisatie stchtten, uie onder de naam van
Nieuwe Nederlandse Biljart Bond het leven in ging. Het werd een kort leven,
want het beloofde spoedig uit te lopen op een grote verzoening. De NNBB
ging in likwidatie en er werden besprekingen gevoerd over een rentree, zo
dat de oude verhoudingen zouden zijn hersteld. Maar deze mogelijkheid is
22 december gekelderd, toen de afdeling Rotterdam voet bij stuk hield en
bleef eisen, dat de „rebellen" een speelverbod tot 1 september 1958 moesi
worden opgelegd. De Rotterdamse groep wist haar zin te krijgen en het
resultaat is, dat de oud-NNBB-ers Cen wel met enige reden) woedender zijn
dan ooit tevoren.
Joan Haanappel is een van de
vaandeldraagsters van het kunst -
schaatsen in Nederland. BEI H 1
De kunstrijderij op de schaats raakt
in Nederland duidelijk in goeden doen.
Dat is ook wel te verklaren, want
internationaal zijn enkele succesjes
geboekt en dat stimuleert steeds. Ook
voor dit jaar zijn de plannen legio.
Zo zullen voor de wereldkampioen
schappen kunstrijden, die van 13 tot
en met 15 februari te Parijs worden
gehouden, Joan Haanappel en Sjouke
Dijkstra worden uitgezonden. Voorts
bestaat de kans dat er een derde
deelneemster wordt aangewezen. De
voorzitter van de technische com
missie kunstrijden, de heei de Voogd,
heeft namelijk enige tijd geleden een
Amsterdams meisje, Tonny Hoon-
hout, gezien, dat volgens hem en an
dere deskundigen een buitengewone
aanleg heeft. Zij ging later naar Ame
rika en is hierdoor uit het oog verlo
ren. Twee weke, geleden kreeg de
heer de Voogd echter een brief of het
mogelijk zou zijn. dat Tonny Hoon-
hout deelnam aan de wereldkam
pioenschappen te Parijs. Beide par
tijen. de ouders van Tonny en de
KNSB, zijn nu in principe overeen
gekomen, dat, wanneer Tonny Hoon-
hout met haar moeder naar Neder
land komt, zij een test zou afleggen.
Tevens bestaat de mogelijkheid dat
zij dan aan de Nederlandse kam
pioenschappen, welke op 25 maart
1958 op de Hoky te Den Haag worden
gehouden, zal deelnemen.
Europese titel
Voor de Europese kampioens-hap-
pen, die op 30, 31 januari en 1 fe
bruari te Bratislava (Tsjecho-Siowa-
kije) worden gehouden, heeft de KN
SB zes Nederlanders aangewezen.
Het zijn Joan 1 aanappel (Den Haag)
Sjoukje Dijkstra (Amstelveen), Jeani-
ne Ferir (Den Haag) bp de dames en
voor het eerst bij de heren de jonge
kunstrijder Wouter Toledo, eveneens
uit Den Haag. Voorts neemt het echt
paar Odink (Den Haag) te Bratislava
aan de Europese damkampioenschap
pen deel.
Wat de uitzending van Jeanine Ferir
en Wouter Toledo betreft verwacht de
KNSB niet, dat zij tot grootse presta
ties zullen komen, maar men acht het
juist, dat beiden in verband met de
Olympische spelen va. 1960 Wou
ter Toledo zou dan klaargestoomd
kunnen zijn wat meer in'ernatio-
nale ervaring opdoen. Hier te lande
heeft men alleen maar de nationale
kampioenschappen en enkele natio
nale wedstrijden.
Trainer mee
Ti'p.iner Kurt Oppelt gaat mee naar
de Europese kampioenschappen. De
Oostenrijkse kunstrijder Kurt Oppelt,
die samen met Cissy Schwarts in 1956
triomfen heeft gevierd op de Olym
pische Spelen en de wereld- en Euro
pese kampioenschappen en die mo
menteel op de HOKY in Den Haag
enkele Nederlandse kandidaten traint,
zal onze landgenoten vergezellen.
Toen wij hem vroegen naar de kan
sen van de Nederlanders, zei hij. dat
Joan Haanappel en Sjoukje Dijkstra
in staat moeten worden geacht in de
voorste gelederen te eindigen, gezien
de internationale ervaring, die beide
meisjes hebben. Maar het is tenslotte
een wedstrijd en nog wel om het Eu
ropese kampioenschap, zodat de ze
nuwen wel een woordje zullen mee
spreken. ,,Ik kan daarom niets voor
spellen en eigenlijk ben ik zelf ook
wel een beetje nieuwsgierig hoe zij
het er zullen afbrengen."
Even voor de Europese kampioen
schappen vertrekt Kurt Oppelt met
Jeanine Ferir en Wouter Toledo naar
Wenen. Oppelt zal daar met hen
trainen.
c
Wij hebben de indruk, dat de Kon. Nederlandse Biljart Bond wat al te
haatdragend is opgetreden. Tijdens de bewogen vergadering, waarop dit
rumoer verwekkende besluit werd genomen, werd onder meer gezegd: ,,Als
je good-sport wilt zijn: terug nemen, maar nauwkeurig beloeren en bij de
eerste de beste keer, dat ze het niet doen, zoals het behoort er uit gooien".
De woorden waren van ere-voorzitter jhr. dr. J. Mollerus. Zij kunnen hun
grond hebben, maar van de verzoening, waarvan buitenstaanders zich wel
licht (te) veel hadden voorgesteld, geven ze toch zeker geen blijk.
Bezien van de kant van de KNBB zijn veel dingen begrijpelijk. De biljar
ters, die uittraden en de NNBB oprichtten, waren verantwoordelijk voor een
scheuring, waarop uiteraard geen enkele bond happig is
Maar er is een andere kant en NIET speciaal de kant van de „rebellen".
Dat is de nuchtere wetenschap, dat de zaak op zijn achterste dreigde te
vallen en dat er dus iets moest gebeuren en liefst 'ets constructiefs. Er is
een goed voorbeeld van een dreigende scheuring in een andere Bond. die
van de voetballeis. Toen daar verschil van mening ontstond over bepaalde
organisatorische vraagstukken (met name betalen of niet oetalen) werd de
Nederlandse Beroeps Voetbal Bond opgericht Maar er werd gepraat en met
het nodige gezonde verstand en de even nodige goede wil werd het geschil
opgelost, zij het dan, dat de KNVB er inderdaad door in een andere koers
werd gebracht.
In feite gaat het ook in de biljartsport om oepaalue verschillen in opvat
ting over de huidige reglementen. Er is een reorganisatiecommissie aan het
werk en wellicht dat die met genoeg vertrouwenwekkende suggesties voor
de dag gekomen zou zijn om zowel de getrouwen van ae KNVB als de dee
moedig teruggekeerde leden van de nieuwe bond tevreden te stellen.
Het is niet zo gegaan. Misschien kan het nóg. In 1958 bijvoorbeeld
Over wielrennen......
Of meer speciaal over ploegleiders, want het schijnt vandaag de dag de
grote mode te zijn over ploegleiders te ruziën ter verheffing van de wiel
rennerij, hoewel de klinkende successen ook het volgende seizoen wel weer
door malende coureurs-benen zullen moeten worden behaald en NIET door
de krachttermen, waarmee de mannen in de volgwagens zich bedienen.
De kwestie is al maanden actueel.
Het kabaal begon, toen de terug
komst van PeLenaars uit de Tour
met het traditioneel vuurwerk werd
gevierd en dezelfde Bellenaars ev m
traditioneel kernachtige uitspraken
deed over z'jn besluit om helemaal
echt nooit meer naar de Ronde van
Frankrijk te trekken. Het verschil
met vorige jaren bleek echter onver
hoeds te schuilen in de omstandig
heid. dat op deze uitspraak werd ge
wacht. Buchli n«^m het serieus en de
zijn plannen om dan zeil maar zo'n
beetje de nationale ploegleider te
worden, dat Pellenaars begreep, dat
het vechten beloofde te worden als hij
al zijn aangekondigde stappen onge
daan wenste re maken. En óf hij dat
wilde
Veel liever dan uit zijn boute taal on
middellijk na de Tour van 1957 was
op te maken.
Het geweld begon dus. Het werd
een welhaast politiek spel om elkaar
een slag vooi te zijn en he'„ wapenge
kletter vei meerderde, omdat Buchli
winst boekte en Pellenaars duidelijk
tei rein verloor.
De slag van C grootste betekenis
werd do de njwielfabrieken gefor-
e?rd. Locomotief liet Bellenaars we
ten dat ze niets meer zag in een
verder contact met hem, juist op een
momen dat, Buchli bij verschillende
andere fabriekei op fluweel was ko
men te zitten
Pellenaars is nu „zwevend". Hij
heeft een ex*va-«3pörtiel merk op de
kop weten te tikken, maar vriend en
vijand vraagt zich af welke renners
hij daarvoor der.kt te kunnen interes
seren. Het grootste deel van de cou
reurs is nameli;! bij de Nederlandse
rijwielfabrieken (lees bij Buchli) on
derdak.
Zo op het oog lijkt de strijd dus be
slist. Maar aan het gerucht te oorde
len. dat nog steeds op het slagveld
is te horen, staan er nog genoeg com
plicaties te gebeuren.
Wij hebben, een heel stuk buiten de
gevecAtssfeer, gezocht naar een man,
die genoeg van de kwestie weet, maar
die het geval als neutrale derde kan
beoordelen. Die man IS er. Het is de
Bredanaar Toon Simons, die zijn
amateurs-ploeg naar de zege leidde
in de Olympia-toer en voor het overi
ge al lang genoeg in de sport heeft
rond gekeken om een reëel oordeel te
hebben over de verschillende proble
men.
Maar merkwaardig genoeg praatte
deze Simons NIET speciaal over de
ploeg!aiders-crisis, maar over de ge
volgen, die een en ander heeft op het
renners-korps.
Hij zegt: „Er wordt net gepraat
over ploegleiders of dié de grote klas
siekers gaan winnen. Maar dat zal
toch wel door de coureurs moeten ge
beuren, voor zover wij tenminste
nog coureurs hebben, die inderdaad
een prestatie van belang kunnen ver
richten.
Het wordt steeds duidelijker, dat
er nogal woest met onze wielerre-
serves is omgesprongen. Iedere jon
gen, die talent had mocht mee, de
hele santekraam van etappekoersen
langs. Eén seizoen kreeg hij dan
alles te zien en te doen, wat er voor
de groten van de weg is voorbe
schikt. Maar het volgende seizoen
was de droom al over. Het gros
van die woncerjongens (En denk
erom, dat er werkelijke „klas-man
nen" bij waren), bleek namelijk
over de toeren te zijn gedraaid."
Het is Simons' vaste overtuiging,
dat het zakke .d prestige van de Ne
derlanders in de Tour te wijten is aan
de overdadige krachtsinspanningen,
die dezelfde, steeds dezelfde renners
moesten verrichten. Hij meent (en
het is een verstandige mening, die
door verschillende grootheden in de
sport wordt gedeeld), dat een cou
reur bi; het begin van het seizoen
kan kiezen: Of zo veel mogelijk werk
verrichten en na dat seizoen de fiets
met een droef gebaar aan de wilgen
hangen, of zich te specialiseren op
één groot karwei en daarop het hele
seizoen toeleggen.
Het is veelzeggend, dat deze me
ning in Nederland met een scheef oog
wordt bekeRen. In het buitenland weet
men al lang niets anders. Er is geen
enkele Belg, Fransman of Italiaan
van enige betekenis, die zich èn in
de Ronde van Italië èn in de Ronde
van Frankrijk wenst in te spannen.
Maar voor de Nederlanders is het met
deze twee monsterraces dikwijls niet
eens bekeken. Die „mogen" ook nog
naar de Ronde van Zwitserland, van
Eibar, van Luxemburg, noem maar
op, Jawel....
„Het is", meent Toon Simons, „niet
eens op de eerste plaats belangrijk,
wie er ploegleidér wordt, maar wèl,
dat er een streven komt. dat de zaken
redelijker wil maken en dat een ge
zonde verdeling van de beschikbare
krachten wil".
Daarmee is het voornaamste dus al
gezegd: Si eiding en specialisatie.
Er is één praktische moeilijkheid.
In Frankrijk en Italië voelt men dat
niet zo zeer. Daar hebben renners
van kwaliteit een fabriek achter zich,
die meer geoft om één klinkend
succes per seizoen dan om een hele
serie „halve" successen, die boven
dien de „stal" te hard uitdunnen.
Die zorgen dus voor een rustig pro
gram, waaraan de renners zich ge
heel kunnen geven, zonder dat ze fi
nancieel in de knoei komen. Hun
steun is dus financieel vooral veel
sterker.
Misschien in mindere mate is zo
iets in Nederland óók mogelijk", al
dus Toon Simons, „een geïnteresseerd
extra-sportief merk vindt ook hier
genoeg renner voor daverende inter
nationale successen in de toekomst,
zelfs al schreeuwt men bij gelegen
heid moord en brand, dat het natio
nale rennerskorps is verdwenen. Het
is NIET verdwenen. Kijk maar naar
de verrichtingen van een hele serie
jonge coureurs. Mijn grote vrees is
echter wel, dat i et in dc naaste sei
zoenen zal verdwijnen, indien men
blijft doorgaan op de manier, zoals
tot dusver
Uit publikaties in dit blad heeft men kunnen vernemen, dat
de havenplannen van Bergen op Zoom nog altijd onderwerp
zijn van discussie en beraad. Van de zijde van het gemeente
bestuur van Halsteren kwam het verlangen naar voren, dat er
overleg zou worden gepleegd over een plan, dat zich grotendeels
voltrekt op het grondgebied van die gemeente. Tevens is daar
bij de vraag geraakt, of er een grenswijziging zou dienen te ko
men dan wel de oprichting van een havenschap moet worden
overwogen. Van N.C.B.-zijde is duidelijk twijfel geopperd aan
de noodzaak, om zo veel goede landbouwgrond aan dit haven
plan op te offeren-
Wat het eerste punt aangaat, de
commissaris der koningin, prof. dr.
J. de Quay, heeft als vroeger zijn
ingenomenheid getoond met de ge
dachte van een havenschap, waar
mee de haven van Bergen op Zoom
als het ware gemeengoed zou wor
den van verschillende gemeenten. De
gehele streek is immers bij de nieu
we haven geïnteresseerd.
De stichting van een havenschap
lijkt ook een betere methode, omdat
er wel eens heel wat tijd voorbij zou
kunnen gaan eer een annexatie haar
beslag kan krijgen. Men mag zich
trouwens afvragen, of zelfs bij een
annexatie van de Theodoruspolder
door Bergen op Zoom niet evengoed
een havenschap in het leven geroe
pen zou moeten worden om de
streekbelangen tot gelding te bren
gen.
Enkele maanden geleden hebben
ook wij in een artikelenreeks over
„het nieuwe gelaat van west-Bra
bant" het samengaan der West-Bra
bantse gemeenten in een havenschap
en in een gewestelijke raad bepleit.
Aan de hand van een studie, vroeger
door de Bergse gemeente-archivaris,
de heer C. Slootmans op schrift ge
steld, wezen we er op, dat Bergen op
Zoom niet alleen behoefte heeft aan
een nieuwe haven, maar ook aan
goede toegangswegen naar die haven
zowel vanuit het zuiden vanaf de
Westerschelde als vanuit het noor
den via de Eendracht.
Agrarische bezwaren
De bezwaren van agrarische zijde
tegen de aanleg van de haven in de
Theodoruspolder zijn zeker reëel te
achten.
Op technische gronden heeft men
de voorkeur gegeven aan het tweede
plan, maar of het economisch ook
voordeliger uitkomt, valt nog te be
zien.
De situatie van de nieuwe haven
in de Theodoruspolder noordelijk van
de stad doet de vraag rijzen, of dit
plan toch niet te eenzijdig is opgezet
en wel voldoende is afgestemd op het
perspectief van de toekomst.
Het gaat er nu niet alleen om, dat
Bergen op Zoom een nieuwe haven
krijgt voor het verkeer over het Berg
se Diep langs Tholen. Er moeten mo
gelijkheden geschapen worden voor
verkeer langs de Eendracht naar het
noorden en vooral naar de Wester
schelde in het nabije zuiden.
Wat Gedeputeerde Staten van Zuid-
Holland dezer dagen met hun plan-
Randstad en Delta hebben ontwikkeld
noopt het zuiden, Noord-Brabant en
Zeeland, een eigen visie en eigen
projecten daarnaast en gedeeltelijk
daartegenover te stellen. Het is niet
vanzelfsprekend, dat havenbedrijven
en industrieën praktisch alleen maar
rond Nieuwe Waterweg en Haring
vliet geconcentreerd worden; de
stichting van een Deltastad zo maar
uit het niets op Goeree-Overflakkee
vlak tegenover de Brabantse wal,
waar men de kernen voor indu
striële ontwikkeling voor het grijpen
heeft is geen natuurlijke gang van
zaken en houdt voor Brabant en Zee
land gevaren in.
Bergen op Zoom moet èn om zijn
ligging èn om de bevolkingsgroei in
west-Brabant zijn aandeel krijgen in
de ontwikkeling van het Deltagebied
als invalspoort van West-Europa.
Wanneer straks de Westerschelde
nabij Bath genormaliseerd wordt om
schepen van 50.000 ton naar Antwer
pen te laten varen, dient ook Bergen
op Zoom door een directe uitweg
naar de Westerschelde ten oosten van
Bath geschikt gemaakt om zijn bij
drage te leveren aan het toenemend
handelsverkeer.
Het bestek van de huidige plannen
houdt nog te weinig rekening met de
toekomstige mogelijkheden van Ber
gen op Zoom, dat zich ten gerieve
van Brabant kan ontwikkelen tot een
kleine zeehaven, wanneer het langs
een doorgestoken Kreekrak recht
streeks verbinding met de Wester
schelde krijgt.
Men zal nu van meet af de blik
zowel naar het zuiden als naar het
noorden moeten richten. De ontwik
keling van het zuidelijk Deltagebied
moet gelijk op gaan met de expansie
van Holland en niet alleen de Rand
stad, ook het zuiden moet steun bij
de landelijke overheid ondervinden,
wanneer er welvaartsprojecten op
langere termijn en havenpiannen ter
tafel worden gebracht.
Aan de Scheldeboorden
De Zeeuwse correspondent van
de „Nieuwe Rotterdamse Courant"
schreef dezer dagen over het gevaar
dat de plannen van Rotterdam die
aan de Scheldeboorden zullen ver
dringen. Hij herinnert aan het Sloe-
plan, door de maatschappij „De
Schelde" gelanceerd en naar Den
Haag opgezonden, waar het nochtans
geruime tijd bij de regering onbe
kend is gebleven.
Met het Sloeplan behoort de uit
breiding en modernisering van de
Bergse haven tot de grote projecten
aan de Scheldeboorden, welke het
zuiden in de vaart der Delta-expan
sie moeten opnemen. Bergen op Zoom
moet daarbij niet alleen „zijn vleu
gels in de Oosterschelde willen uit
slaan". zoals de N. R. Ct. met inge
nomenheid vaststelt, maar ook naar
de Westerschelde uitvliegen. Het
gaat er nu niet om, een goede
jachthaven aan een binnenmeer te
worden, waartoe de huidige situatie
na afsluiting van de Oosterschelde
zou kunnen leiden, als er geen ver
binding met de Westerschelde komt.
Wij moeten veel verder zien en wer
kelijk alle goede kansen in iedere
richting uitbuiten om te voorkomen
dat, zoals de directeur van het
Zeeuwse E.T.I., drs. M. Verburg, on
langs kernachtig opmerkte, het
Zeeuwse Scheldegebied „een andere
Biesbos wordt".
In gemeen overleg tussen Zeeland
en Noord-Brabant, waarbij ook Zuid-
Holland wordt betrokken, dienen hier
plannen met wijd perspectief te wor
den opgezet.
Dit alles wil niet zeggen, dat
daarom de Bergse havenplan
nen maar weer eens moeten
traineren, nog wel op een mo
ment, waarop er rijksgelden
voor de aanvang daarvan ge
reed liggen. Men moet vertrou
wen, dat een verantwoord be
raad tussen de betrokken auto
riteiten in het licht van nieu
we behoeften en mogelijkhe
den niet langer zal worden ge
rekt dan strikt noodzakelijk is,
en dat zo snel mogelijk thans
de grondslag zal worden ge
legd voor de ontplooiing van
Bergen op zoom en het Schel
degebied tot een nieuwe ha
ven- en industriekern in de
Delta.
Met uitzondering van de twee
jiterst linkse partijen, staan de
Griekse oppositie-partijen in princi
pe niet afwijzend tegenover de aan
leg van raketbases op Griekse bo
dem, aldus verneemt men in politie
ke kringen te Athene. De voorzitter
van de liberale partij, Sophocles Ve-
nizelos. legde er echter de nadruk
op. dat de oppositie de regering niet
het recht toekent om beslissingen in
dit opzicht te nemen zonder voor
overleg met de leiders van de op
positie.
Volgens een maandag in Djakarta
bekend gemaakte militaire verorde
ning, kunnen deskundigen van alle
nationaliteiten, die in Indonesië wo
nen, door het militair gezag te werk
worden gesteld in dienst der regering
of bij alle particuliere bedrijven.
De deskundigen, die op grond van
de bepalingen der nieuwe verorde
ning te werk worden gesteld, stellen
zich bloot aan twee jaar gevangenis
straf of een boete van maximum
rph. 10.000 in geval van „opzettelijke
nalatigheid" aan hun kant om hun
taak te vervullen.
De verordening, die is gebaseerd
op de bepalingen van de staat van
oorlog en beleg, die in maart jongst
leden voor geheel Indonesië is af
gekondigd. verd twee weken geleden
uitgevaardigd, doch eerst vandaag
bekend gemaakt.
In een officiële vertaling, welke
door het ministerie van voorlichting
werd verstrekt, staat: „Met de uit
drukking deskundigen in deze veror
dening van het militair gezag worden
bedoeld al diegenen die over weten
schappelijke, deskundige, technische,
of andere gespecialiseerde kennis be
schikken".
De woordvoerder van het ministe
rie van voorlichting zeide aan de cor
respondent van het A.N.P., dat het
woord „alle" omvat alle deskundi
gen van elke nationaliteit, die in In
donesië wonen. Hij voegde hier ech
ter aan toe, dat hoewel de verorde
ning op 14 december werd uitgevaar
digd. zij nog niet tot uitvoering is
gebracht.
Wat betreft de Nederlanders in In
donesië, wees hij op de recente ver
klaring van premier Djuanda, dat
de Indonesische egering geen enkele
Nederlander, die het land west te
verlaten, zal verplichten in Indonesië
te blijven.
Desgevraagd verklaarde de woord
voerder van de Nederlandse diploma
tieke missie in Djakarta: „Tot dus
ver is nog geen enkel positief geval
van weigering van een uitreisvergun
ning aan Nederlanders te onzer ken
nis gebracht".
Dr. S, L. Mansholt heeft H.M. de
Koningin verzocht hem per 1 januari
1958 onts' g te willen verlenen als
minister van Landbouw, Visserij en
Voedselvoorziening.
Zoals Dekend, zal de Nederlandse
regering dr. Mansholt voordragen als
lid der Europese commissie, het ge
zagsorgaan der Europese economi
sche gemeenschap.
Dr. S. L. MANSHOLT