SPORT RAAKT DE TOEKOMST KUNSTSCHAATSEN RAAKT IN TREK Ware woorden over kabaal tussen plcegleiders Zeeuwse en Brabantse mogelijkheden COMPLETE ONTREDDERING IN BILJARTSPORT? Over wielrennen De Bergse havenplannen mogen niet traineren Djakarta verplicht alle Buitenlandse deskundigen tot arbeid Min. Mansholt vraagt ontslag DAGBLAD DE STEM VAN DINSDAG 31 DECEMBER 1957 Handbal-federatie 871.835 leden A VOETBALKIJKERS Haatdragend Ander voorbeeld Interprovinciaal beraad Raketbases op Griekse bodem Sport behoort wezenlijk tot de zaken, waarmee de mens zijn leven vult. Ze draagt alle eigenschappen van aangelegenheden, die elk individu raken. Ze is ontspannend en blij, maar ook vol teleurstelling. En vol problemen. Over problemen, zoals die in tal van sp orttakken leven, wordt op deze pagina geschreven. Dat is niet zo zonderling in een nieuwjaarskrant, waarin veel over het voorbije 1957 wordt gemijmerd en die veel artikelen bevat, die meditaties over het ver leden zijn. Want tegelijk met dat verleden raken problemen óók de toekomst, waarin ze kunnen verscherpen of kunnen worden opgelost. Laat ons daar over praten.. Bij de Internationale Handbal Fe deratie zijn op het ogenblik 871.835 leden aangesloten, t.w. 371.462 man nen, 122.858 vrouwen en 377.515 ju niores. Zij zijn geregistreerd bij 25 nationale bonden. De Westduitse organisatie is met 422.000 leden veruit de grootste. De Oostduitse bond heeft 92.235 leden, de Japanse 64.800 leden en de Zuid- lavische 53.629 leden. Het Nederlandse Handbal Verbond staat in de rangschikking-naar-groot- te op de elfde plaats. Het heeft, vol gens de bij de internationale federa tie bekende gegevens, 19.038 geregis treerde leden. e&ki* De ontreddering in de top van de Nederlandse Biljart Bond schijnt nu wel compleet. Het is hier een kwestie, die de duizenden aangesloten biljarters wel niet direct raakt, maar die in zekere zin boven hun hoofden wordt uitgevochten en wel met zoveel rumoer, dat het wel de aandacht moet trekken. Men kent de kwestie. Het draait om de spelers, die boos uit de echte" Bond wegliepen en een eigen organisatie stchtten, uie onder de naam van Nieuwe Nederlandse Biljart Bond het leven in ging. Het werd een kort leven, want het beloofde spoedig uit te lopen op een grote verzoening. De NNBB ging in likwidatie en er werden besprekingen gevoerd over een rentree, zo dat de oude verhoudingen zouden zijn hersteld. Maar deze mogelijkheid is 22 december gekelderd, toen de afdeling Rotterdam voet bij stuk hield en bleef eisen, dat de „rebellen" een speelverbod tot 1 september 1958 moesi worden opgelegd. De Rotterdamse groep wist haar zin te krijgen en het resultaat is, dat de oud-NNBB-ers Cen wel met enige reden) woedender zijn dan ooit tevoren. Joan Haanappel is een van de vaandeldraagsters van het kunst - schaatsen in Nederland. BEI H 1 De kunstrijderij op de schaats raakt in Nederland duidelijk in goeden doen. Dat is ook wel te verklaren, want internationaal zijn enkele succesjes geboekt en dat stimuleert steeds. Ook voor dit jaar zijn de plannen legio. Zo zullen voor de wereldkampioen schappen kunstrijden, die van 13 tot en met 15 februari te Parijs worden gehouden, Joan Haanappel en Sjouke Dijkstra worden uitgezonden. Voorts bestaat de kans dat er een derde deelneemster wordt aangewezen. De voorzitter van de technische com missie kunstrijden, de heei de Voogd, heeft namelijk enige tijd geleden een Amsterdams meisje, Tonny Hoon- hout, gezien, dat volgens hem en an dere deskundigen een buitengewone aanleg heeft. Zij ging later naar Ame rika en is hierdoor uit het oog verlo ren. Twee weke, geleden kreeg de heer de Voogd echter een brief of het mogelijk zou zijn. dat Tonny Hoon- hout deelnam aan de wereldkam pioenschappen te Parijs. Beide par tijen. de ouders van Tonny en de KNSB, zijn nu in principe overeen gekomen, dat, wanneer Tonny Hoon- hout met haar moeder naar Neder land komt, zij een test zou afleggen. Tevens bestaat de mogelijkheid dat zij dan aan de Nederlandse kam pioenschappen, welke op 25 maart 1958 op de Hoky te Den Haag worden gehouden, zal deelnemen. Europese titel Voor de Europese kampioens-hap- pen, die op 30, 31 januari en 1 fe bruari te Bratislava (Tsjecho-Siowa- kije) worden gehouden, heeft de KN SB zes Nederlanders aangewezen. Het zijn Joan 1 aanappel (Den Haag) Sjoukje Dijkstra (Amstelveen), Jeani- ne Ferir (Den Haag) bp de dames en voor het eerst bij de heren de jonge kunstrijder Wouter Toledo, eveneens uit Den Haag. Voorts neemt het echt paar Odink (Den Haag) te Bratislava aan de Europese damkampioenschap pen deel. Wat de uitzending van Jeanine Ferir en Wouter Toledo betreft verwacht de KNSB niet, dat zij tot grootse presta ties zullen komen, maar men acht het juist, dat beiden in verband met de Olympische spelen va. 1960 Wou ter Toledo zou dan klaargestoomd kunnen zijn wat meer in'ernatio- nale ervaring opdoen. Hier te lande heeft men alleen maar de nationale kampioenschappen en enkele natio nale wedstrijden. Trainer mee Ti'p.iner Kurt Oppelt gaat mee naar de Europese kampioenschappen. De Oostenrijkse kunstrijder Kurt Oppelt, die samen met Cissy Schwarts in 1956 triomfen heeft gevierd op de Olym pische Spelen en de wereld- en Euro pese kampioenschappen en die mo menteel op de HOKY in Den Haag enkele Nederlandse kandidaten traint, zal onze landgenoten vergezellen. Toen wij hem vroegen naar de kan sen van de Nederlanders, zei hij. dat Joan Haanappel en Sjoukje Dijkstra in staat moeten worden geacht in de voorste gelederen te eindigen, gezien de internationale ervaring, die beide meisjes hebben. Maar het is tenslotte een wedstrijd en nog wel om het Eu ropese kampioenschap, zodat de ze nuwen wel een woordje zullen mee spreken. ,,Ik kan daarom niets voor spellen en eigenlijk ben ik zelf ook wel een beetje nieuwsgierig hoe zij het er zullen afbrengen." Even voor de Europese kampioen schappen vertrekt Kurt Oppelt met Jeanine Ferir en Wouter Toledo naar Wenen. Oppelt zal daar met hen trainen. c Wij hebben de indruk, dat de Kon. Nederlandse Biljart Bond wat al te haatdragend is opgetreden. Tijdens de bewogen vergadering, waarop dit rumoer verwekkende besluit werd genomen, werd onder meer gezegd: ,,Als je good-sport wilt zijn: terug nemen, maar nauwkeurig beloeren en bij de eerste de beste keer, dat ze het niet doen, zoals het behoort er uit gooien". De woorden waren van ere-voorzitter jhr. dr. J. Mollerus. Zij kunnen hun grond hebben, maar van de verzoening, waarvan buitenstaanders zich wel licht (te) veel hadden voorgesteld, geven ze toch zeker geen blijk. Bezien van de kant van de KNBB zijn veel dingen begrijpelijk. De biljar ters, die uittraden en de NNBB oprichtten, waren verantwoordelijk voor een scheuring, waarop uiteraard geen enkele bond happig is Maar er is een andere kant en NIET speciaal de kant van de „rebellen". Dat is de nuchtere wetenschap, dat de zaak op zijn achterste dreigde te vallen en dat er dus iets moest gebeuren en liefst 'ets constructiefs. Er is een goed voorbeeld van een dreigende scheuring in een andere Bond. die van de voetballeis. Toen daar verschil van mening ontstond over bepaalde organisatorische vraagstukken (met name betalen of niet oetalen) werd de Nederlandse Beroeps Voetbal Bond opgericht Maar er werd gepraat en met het nodige gezonde verstand en de even nodige goede wil werd het geschil opgelost, zij het dan, dat de KNVB er inderdaad door in een andere koers werd gebracht. In feite gaat het ook in de biljartsport om oepaalue verschillen in opvat ting over de huidige reglementen. Er is een reorganisatiecommissie aan het werk en wellicht dat die met genoeg vertrouwenwekkende suggesties voor de dag gekomen zou zijn om zowel de getrouwen van ae KNVB als de dee moedig teruggekeerde leden van de nieuwe bond tevreden te stellen. Het is niet zo gegaan. Misschien kan het nóg. In 1958 bijvoorbeeld Over wielrennen...... Of meer speciaal over ploegleiders, want het schijnt vandaag de dag de grote mode te zijn over ploegleiders te ruziën ter verheffing van de wiel rennerij, hoewel de klinkende successen ook het volgende seizoen wel weer door malende coureurs-benen zullen moeten worden behaald en NIET door de krachttermen, waarmee de mannen in de volgwagens zich bedienen. De kwestie is al maanden actueel. Het kabaal begon, toen de terug komst van PeLenaars uit de Tour met het traditioneel vuurwerk werd gevierd en dezelfde Bellenaars ev m traditioneel kernachtige uitspraken deed over z'jn besluit om helemaal echt nooit meer naar de Ronde van Frankrijk te trekken. Het verschil met vorige jaren bleek echter onver hoeds te schuilen in de omstandig heid. dat op deze uitspraak werd ge wacht. Buchli n«^m het serieus en de zijn plannen om dan zeil maar zo'n beetje de nationale ploegleider te worden, dat Pellenaars begreep, dat het vechten beloofde te worden als hij al zijn aangekondigde stappen onge daan wenste re maken. En óf hij dat wilde Veel liever dan uit zijn boute taal on middellijk na de Tour van 1957 was op te maken. Het geweld begon dus. Het werd een welhaast politiek spel om elkaar een slag vooi te zijn en he'„ wapenge kletter vei meerderde, omdat Buchli winst boekte en Pellenaars duidelijk tei rein verloor. De slag van C grootste betekenis werd do de njwielfabrieken gefor- e?rd. Locomotief liet Bellenaars we ten dat ze niets meer zag in een verder contact met hem, juist op een momen dat, Buchli bij verschillende andere fabriekei op fluweel was ko men te zitten Pellenaars is nu „zwevend". Hij heeft een ex*va-«3pörtiel merk op de kop weten te tikken, maar vriend en vijand vraagt zich af welke renners hij daarvoor der.kt te kunnen interes seren. Het grootste deel van de cou reurs is nameli;! bij de Nederlandse rijwielfabrieken (lees bij Buchli) on derdak. Zo op het oog lijkt de strijd dus be slist. Maar aan het gerucht te oorde len. dat nog steeds op het slagveld is te horen, staan er nog genoeg com plicaties te gebeuren. Wij hebben, een heel stuk buiten de gevecAtssfeer, gezocht naar een man, die genoeg van de kwestie weet, maar die het geval als neutrale derde kan beoordelen. Die man IS er. Het is de Bredanaar Toon Simons, die zijn amateurs-ploeg naar de zege leidde in de Olympia-toer en voor het overi ge al lang genoeg in de sport heeft rond gekeken om een reëel oordeel te hebben over de verschillende proble men. Maar merkwaardig genoeg praatte deze Simons NIET speciaal over de ploeg!aiders-crisis, maar over de ge volgen, die een en ander heeft op het renners-korps. Hij zegt: „Er wordt net gepraat over ploegleiders of dié de grote klas siekers gaan winnen. Maar dat zal toch wel door de coureurs moeten ge beuren, voor zover wij tenminste nog coureurs hebben, die inderdaad een prestatie van belang kunnen ver richten. Het wordt steeds duidelijker, dat er nogal woest met onze wielerre- serves is omgesprongen. Iedere jon gen, die talent had mocht mee, de hele santekraam van etappekoersen langs. Eén seizoen kreeg hij dan alles te zien en te doen, wat er voor de groten van de weg is voorbe schikt. Maar het volgende seizoen was de droom al over. Het gros van die woncerjongens (En denk erom, dat er werkelijke „klas-man nen" bij waren), bleek namelijk over de toeren te zijn gedraaid." Het is Simons' vaste overtuiging, dat het zakke .d prestige van de Ne derlanders in de Tour te wijten is aan de overdadige krachtsinspanningen, die dezelfde, steeds dezelfde renners moesten verrichten. Hij meent (en het is een verstandige mening, die door verschillende grootheden in de sport wordt gedeeld), dat een cou reur bi; het begin van het seizoen kan kiezen: Of zo veel mogelijk werk verrichten en na dat seizoen de fiets met een droef gebaar aan de wilgen hangen, of zich te specialiseren op één groot karwei en daarop het hele seizoen toeleggen. Het is veelzeggend, dat deze me ning in Nederland met een scheef oog wordt bekeRen. In het buitenland weet men al lang niets anders. Er is geen enkele Belg, Fransman of Italiaan van enige betekenis, die zich èn in de Ronde van Italië èn in de Ronde van Frankrijk wenst in te spannen. Maar voor de Nederlanders is het met deze twee monsterraces dikwijls niet eens bekeken. Die „mogen" ook nog naar de Ronde van Zwitserland, van Eibar, van Luxemburg, noem maar op, Jawel.... „Het is", meent Toon Simons, „niet eens op de eerste plaats belangrijk, wie er ploegleidér wordt, maar wèl, dat er een streven komt. dat de zaken redelijker wil maken en dat een ge zonde verdeling van de beschikbare krachten wil". Daarmee is het voornaamste dus al gezegd: Si eiding en specialisatie. Er is één praktische moeilijkheid. In Frankrijk en Italië voelt men dat niet zo zeer. Daar hebben renners van kwaliteit een fabriek achter zich, die meer geoft om één klinkend succes per seizoen dan om een hele serie „halve" successen, die boven dien de „stal" te hard uitdunnen. Die zorgen dus voor een rustig pro gram, waaraan de renners zich ge heel kunnen geven, zonder dat ze fi nancieel in de knoei komen. Hun steun is dus financieel vooral veel sterker. Misschien in mindere mate is zo iets in Nederland óók mogelijk", al dus Toon Simons, „een geïnteresseerd extra-sportief merk vindt ook hier genoeg renner voor daverende inter nationale successen in de toekomst, zelfs al schreeuwt men bij gelegen heid moord en brand, dat het natio nale rennerskorps is verdwenen. Het is NIET verdwenen. Kijk maar naar de verrichtingen van een hele serie jonge coureurs. Mijn grote vrees is echter wel, dat i et in dc naaste sei zoenen zal verdwijnen, indien men blijft doorgaan op de manier, zoals tot dusver Uit publikaties in dit blad heeft men kunnen vernemen, dat de havenplannen van Bergen op Zoom nog altijd onderwerp zijn van discussie en beraad. Van de zijde van het gemeente bestuur van Halsteren kwam het verlangen naar voren, dat er overleg zou worden gepleegd over een plan, dat zich grotendeels voltrekt op het grondgebied van die gemeente. Tevens is daar bij de vraag geraakt, of er een grenswijziging zou dienen te ko men dan wel de oprichting van een havenschap moet worden overwogen. Van N.C.B.-zijde is duidelijk twijfel geopperd aan de noodzaak, om zo veel goede landbouwgrond aan dit haven plan op te offeren- Wat het eerste punt aangaat, de commissaris der koningin, prof. dr. J. de Quay, heeft als vroeger zijn ingenomenheid getoond met de ge dachte van een havenschap, waar mee de haven van Bergen op Zoom als het ware gemeengoed zou wor den van verschillende gemeenten. De gehele streek is immers bij de nieu we haven geïnteresseerd. De stichting van een havenschap lijkt ook een betere methode, omdat er wel eens heel wat tijd voorbij zou kunnen gaan eer een annexatie haar beslag kan krijgen. Men mag zich trouwens afvragen, of zelfs bij een annexatie van de Theodoruspolder door Bergen op Zoom niet evengoed een havenschap in het leven geroe pen zou moeten worden om de streekbelangen tot gelding te bren gen. Enkele maanden geleden hebben ook wij in een artikelenreeks over „het nieuwe gelaat van west-Bra bant" het samengaan der West-Bra bantse gemeenten in een havenschap en in een gewestelijke raad bepleit. Aan de hand van een studie, vroeger door de Bergse gemeente-archivaris, de heer C. Slootmans op schrift ge steld, wezen we er op, dat Bergen op Zoom niet alleen behoefte heeft aan een nieuwe haven, maar ook aan goede toegangswegen naar die haven zowel vanuit het zuiden vanaf de Westerschelde als vanuit het noor den via de Eendracht. Agrarische bezwaren De bezwaren van agrarische zijde tegen de aanleg van de haven in de Theodoruspolder zijn zeker reëel te achten. Op technische gronden heeft men de voorkeur gegeven aan het tweede plan, maar of het economisch ook voordeliger uitkomt, valt nog te be zien. De situatie van de nieuwe haven in de Theodoruspolder noordelijk van de stad doet de vraag rijzen, of dit plan toch niet te eenzijdig is opgezet en wel voldoende is afgestemd op het perspectief van de toekomst. Het gaat er nu niet alleen om, dat Bergen op Zoom een nieuwe haven krijgt voor het verkeer over het Berg se Diep langs Tholen. Er moeten mo gelijkheden geschapen worden voor verkeer langs de Eendracht naar het noorden en vooral naar de Wester schelde in het nabije zuiden. Wat Gedeputeerde Staten van Zuid- Holland dezer dagen met hun plan- Randstad en Delta hebben ontwikkeld noopt het zuiden, Noord-Brabant en Zeeland, een eigen visie en eigen projecten daarnaast en gedeeltelijk daartegenover te stellen. Het is niet vanzelfsprekend, dat havenbedrijven en industrieën praktisch alleen maar rond Nieuwe Waterweg en Haring vliet geconcentreerd worden; de stichting van een Deltastad zo maar uit het niets op Goeree-Overflakkee vlak tegenover de Brabantse wal, waar men de kernen voor indu striële ontwikkeling voor het grijpen heeft is geen natuurlijke gang van zaken en houdt voor Brabant en Zee land gevaren in. Bergen op Zoom moet èn om zijn ligging èn om de bevolkingsgroei in west-Brabant zijn aandeel krijgen in de ontwikkeling van het Deltagebied als invalspoort van West-Europa. Wanneer straks de Westerschelde nabij Bath genormaliseerd wordt om schepen van 50.000 ton naar Antwer pen te laten varen, dient ook Bergen op Zoom door een directe uitweg naar de Westerschelde ten oosten van Bath geschikt gemaakt om zijn bij drage te leveren aan het toenemend handelsverkeer. Het bestek van de huidige plannen houdt nog te weinig rekening met de toekomstige mogelijkheden van Ber gen op Zoom, dat zich ten gerieve van Brabant kan ontwikkelen tot een kleine zeehaven, wanneer het langs een doorgestoken Kreekrak recht streeks verbinding met de Wester schelde krijgt. Men zal nu van meet af de blik zowel naar het zuiden als naar het noorden moeten richten. De ontwik keling van het zuidelijk Deltagebied moet gelijk op gaan met de expansie van Holland en niet alleen de Rand stad, ook het zuiden moet steun bij de landelijke overheid ondervinden, wanneer er welvaartsprojecten op langere termijn en havenpiannen ter tafel worden gebracht. Aan de Scheldeboorden De Zeeuwse correspondent van de „Nieuwe Rotterdamse Courant" schreef dezer dagen over het gevaar dat de plannen van Rotterdam die aan de Scheldeboorden zullen ver dringen. Hij herinnert aan het Sloe- plan, door de maatschappij „De Schelde" gelanceerd en naar Den Haag opgezonden, waar het nochtans geruime tijd bij de regering onbe kend is gebleven. Met het Sloeplan behoort de uit breiding en modernisering van de Bergse haven tot de grote projecten aan de Scheldeboorden, welke het zuiden in de vaart der Delta-expan sie moeten opnemen. Bergen op Zoom moet daarbij niet alleen „zijn vleu gels in de Oosterschelde willen uit slaan". zoals de N. R. Ct. met inge nomenheid vaststelt, maar ook naar de Westerschelde uitvliegen. Het gaat er nu niet om, een goede jachthaven aan een binnenmeer te worden, waartoe de huidige situatie na afsluiting van de Oosterschelde zou kunnen leiden, als er geen ver binding met de Westerschelde komt. Wij moeten veel verder zien en wer kelijk alle goede kansen in iedere richting uitbuiten om te voorkomen dat, zoals de directeur van het Zeeuwse E.T.I., drs. M. Verburg, on langs kernachtig opmerkte, het Zeeuwse Scheldegebied „een andere Biesbos wordt". In gemeen overleg tussen Zeeland en Noord-Brabant, waarbij ook Zuid- Holland wordt betrokken, dienen hier plannen met wijd perspectief te wor den opgezet. Dit alles wil niet zeggen, dat daarom de Bergse havenplan nen maar weer eens moeten traineren, nog wel op een mo ment, waarop er rijksgelden voor de aanvang daarvan ge reed liggen. Men moet vertrou wen, dat een verantwoord be raad tussen de betrokken auto riteiten in het licht van nieu we behoeften en mogelijkhe den niet langer zal worden ge rekt dan strikt noodzakelijk is, en dat zo snel mogelijk thans de grondslag zal worden ge legd voor de ontplooiing van Bergen op zoom en het Schel degebied tot een nieuwe ha ven- en industriekern in de Delta. Met uitzondering van de twee jiterst linkse partijen, staan de Griekse oppositie-partijen in princi pe niet afwijzend tegenover de aan leg van raketbases op Griekse bo dem, aldus verneemt men in politie ke kringen te Athene. De voorzitter van de liberale partij, Sophocles Ve- nizelos. legde er echter de nadruk op. dat de oppositie de regering niet het recht toekent om beslissingen in dit opzicht te nemen zonder voor overleg met de leiders van de op positie. Volgens een maandag in Djakarta bekend gemaakte militaire verorde ning, kunnen deskundigen van alle nationaliteiten, die in Indonesië wo nen, door het militair gezag te werk worden gesteld in dienst der regering of bij alle particuliere bedrijven. De deskundigen, die op grond van de bepalingen der nieuwe verorde ning te werk worden gesteld, stellen zich bloot aan twee jaar gevangenis straf of een boete van maximum rph. 10.000 in geval van „opzettelijke nalatigheid" aan hun kant om hun taak te vervullen. De verordening, die is gebaseerd op de bepalingen van de staat van oorlog en beleg, die in maart jongst leden voor geheel Indonesië is af gekondigd. verd twee weken geleden uitgevaardigd, doch eerst vandaag bekend gemaakt. In een officiële vertaling, welke door het ministerie van voorlichting werd verstrekt, staat: „Met de uit drukking deskundigen in deze veror dening van het militair gezag worden bedoeld al diegenen die over weten schappelijke, deskundige, technische, of andere gespecialiseerde kennis be schikken". De woordvoerder van het ministe rie van voorlichting zeide aan de cor respondent van het A.N.P., dat het woord „alle" omvat alle deskundi gen van elke nationaliteit, die in In donesië wonen. Hij voegde hier ech ter aan toe, dat hoewel de verorde ning op 14 december werd uitgevaar digd. zij nog niet tot uitvoering is gebracht. Wat betreft de Nederlanders in In donesië, wees hij op de recente ver klaring van premier Djuanda, dat de Indonesische egering geen enkele Nederlander, die het land west te verlaten, zal verplichten in Indonesië te blijven. Desgevraagd verklaarde de woord voerder van de Nederlandse diploma tieke missie in Djakarta: „Tot dus ver is nog geen enkel positief geval van weigering van een uitreisvergun ning aan Nederlanders te onzer ken nis gebracht". Dr. S, L. Mansholt heeft H.M. de Koningin verzocht hem per 1 januari 1958 onts' g te willen verlenen als minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening. Zoals Dekend, zal de Nederlandse regering dr. Mansholt voordragen als lid der Europese commissie, het ge zagsorgaan der Europese economi sche gemeenschap. Dr. S. L. MANSHOLT

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1957 | | pagina 7