I'TE JANUARI FEBRUARI MAART APRIL i"sf^^ÊRB0DÊf/ TüNNHLS JUNI MEI JUU AUCUSTÜS DAGBLAD DE STEM VAN DINSDAG 31 DECEMBER 1957 1* j. 4- mi „Kom binnen, kerel". Een breed en har telijk gebaar vergezelt de uitnodiging, die zo helemaal hoort bij de gestalte en bij het gul lachende gezicht van de spreker. Karei voelt zich, zoals alle keren wanneer hij het gastvrije huis van zijn vriend binnenkomt om het maandelijkse schaakavondje mee te maken, zo goed en geborgen alsof een rumoerige wereld eens en voorgoed is bui tengesloten. Nadat Frans bedrijvig stoelen heeft bijgeschoven en Mia de koffie heeft ingeschonken, worden de stukken opgezet en een paar uren onvolprezen ontspanning zijn begonnen. Binnen snort de haard, bui ten ruziet de wind doldriest met dode tak ken en droog ritselend papier. De mannen kijken peinzend naar de stand op het bord. Het leven is vol rust en vrede. Deze laatste dag van januari '57, peinst Karei, staat mo menteel in schrijnende tegenstelling tot het politieke wereld-lawijt van de eerste voor bije maand van het jaar. Hij zegt dit tegen zijn vriend. In zijn toon klinkt iets door van wrevel, een bijklank van misnoegen die geheel past bij zijn wat agres sief karakter. „Premier Eden heeft voor Nasser het hoofd moeten buigen", zegt hij zonder verdere in leiding. „De Britten laten zelfs hun eigen grote mannen vallen, als dat politiek voordeel brengt". „Tja", zegt de bedachtzame Frans en zijn ner veus-gevoelige hand laat even de pion los die hij had willen verzetten, „tja, wat zal je daar van zeggen? Eden heeft gespeeld en verloren. Hij droeg een kwalijke erfenis mee van zijn grote voorganger en... van de bewogen tijd, waarin we nu eenmaal allemaal leven. Nu moet MacMillan maar proberen, wat hij ervan terecht kan brengen. Maar het Suez-kanaal is naar mijn gevoelen voor altijd van eigenaar verwisseld. Trouwens, bij de Algemene Ver gadering -heeft vriend Nasser ook al een be langrijke slag binnen gehaald. Je weet toch, dat alle Israëlische troepen het Egyptische grondgebied moeten verlaten?" Karei beaamt dit, al heeft hij het antwoord maar half gehoord. Zijn blik was gevallen op een klein schilderijtje aan de muur tegenover hem. Een beetje dromerig zegt hij: „Mooi is dat, gevoelig en dwingend tegelijk. Van wie is het en hoe kom je eraan?" „Oh, had je het nog niet gezien? Ik tikte het op de kop uit een boedel-verkoop. Het is van Edgar Tijtgat, je weet wel, die pas is over leden. Weer een der grote romantici van het toneel verdwenen". „Zo gaat dat, ja. Je zou alle groten wel in leven willen houden, uit een soort valse angst dat onze eigen tjjd geen grote mannen meer voort kan brengen, vrees ik", zegt Karei. „Dat heb ik ook gedacht, toen ik dezer dagen het overlijdensbericht van Arturo Toscanini las. Een belachelijke gedachte natuurlijk. Maar óók dat brengt de tijd met zich mee...." Ze praten, als Karei het spel met een onver wachte schaakmat gewonnen heeft, nog wat door over de Poolse verkiezingen die voor de „gematigde" Gomulka zo'n succes werden en over Kashmir, dat nu definitief door India werd ingelijfd. Karei meent dat Pandit Nehroe typisch de vos is die de passie komt preken, Frans verdedigt zijn politiek van een enorme vredesas dwars door de wereld heen. Als de fles bourgogne al lang leeg is, zijn de vrien den het nog steeds niet eens. „We zullen het volgende maand wel verder uitvechten", zegt Frans en daarmee is het maandelijkse schaakgebeuren weer verleden tijd. over Euratom en Euromarkt wilde hij niet eens meer praten. „Laat de mannen-aan-het- roer (of de mannen aan „de" Ruhr...) maar eerst bewijzen, dat het allemaal méér is dan bedrukt papier", was zyn negatieve houding'. Geheel onverwacht heeft de winter toe geslagen. Niemand had nog op sneeuw of ijs gerekend. Integendeel. Menig vader en moeder had al een listig rekensommetje gemaakt, wat er in het nu snel naderende voorjaar zou kunnen gebeuren met het aan brandstof uitgespaarde geld. Een nieuw fleurig behangetje in de salon, een frisse kwast verf in moeders heiligdom, de keuken en voor de kindersnu ja, daar is altijd wel iets dat nodig moet worden aange schaft. Allemaal mis gerekend. Grimmig pakte een bulderende noordooster al die mooie papiertjes vast en begroef het arm tierig overschot aan blijde verwachtingen onder een hoop sneeuw. Zelfs de kinder bijslag van begin april zou er wel aan moe ten geloven, meende de meest zwartgallige. Onder die verzameling van somberen be hoorde ook Karei, toen hij voor de februari- schaakavond bij zijn vriend Frans binnenstap te. Maar dat hij zelfs nog vóór het inschen ken van de koffie zijn jeremiade afstak, had toch een andere reden: de nota van de Ne derlandse regering over bestedingsbeperking. Hoe kunnen ze daar in Den Haag iets derge lijks verzinnen, mopperde hij obstinaat. We komen nu iedere maand al tien tot vijftien per cent tekort. Bovendien worden de doodgewone dingen neem melk en vlees, om maar een ten hemel schreiend voorbeeld te noemen met de week duurder, betoogde hij vurig. Welja, onze besteding beperken in een tijd als de onze. In aantal stuks, dat zou nog gaan, al was het alleen maar omdat het moet. Maar in contanten.... Nee, ze lijken daar allemaal wel van lotje getikt of het moet zijn, dat hun enorme inkomen de ambtenaren ontslaat van de voor alle andere stervelingen nood zakelijke rekenpartijen om de eindjes aan el kaar te knopen". De bedachtzame Frans wist er natuurlijk wel weer het een en ander tegenin te brengen. Hij wees op de noodzaak terwille van de angstig- rnagere rijkskas, op de toch al zo hoge belas tingdruk „die nu toch echt niets meer kon hebben". Maar Karei was en bleef tegen de keer in deze avond. Zelfs de fles graves kort hem niet vertederen of wat eigenlijk nog veel vreemder was ook het feit dat Sjepilov door Gromyko was vervangen en het derhalve in de hoogste Russische regionen weer ruzie was, maakte op hem nauwelijks indruk. Uiteindelijk eten de hoge heren elkaar heus niet op, zelfs by de Sovjets niet, was zijn kor zelig weerwoord. En over het bereikte akkoord Frans en Karei zaten warempel al bij een open deur hun stellingen op het schaak bord te bestuderen. Een schemerlamp con curreerde tegen het heldere voorjaars maantje. Vanuit de tuin dreef een milde geur („als van verse roomboter"beweerde Karei met een merkwaardige poëtische kronkel), de kamer binnen, waar de stem ming vredig was. „In Afrika hebben we dus weer een zelf standige staat bij gekregen", zei Frans ter loops en hij zette zijn paard in een voor Karei gevaarlijke stelling. „Dat paard heb ik heus wel in de gaten", mompelde Karei, „en voor het overige: dat „erbij gekregen" zou ik maar niet zo geest driftig zeggen, als ik jou was. De hemel mag weten, waar dat allemaal op uitdraait. Als ik het goed begrepen heb, is het nieuwe staats hoofd een soort zwart Hitlertje, die met zijn tegenstanders radicaal afrekent. Bovendien ben ik en ik waarachtig niet alleen 1 doods bang voor communistische invloeden in wat men ontwakend Afrika gelieft te noemen. Het rassenprobleem zit niet alleen maar in ge bieden met een gemengde bevolking, ook al denken velen dat". „Je overdrijft gruwelijk, Karei. De inlanders in Afrika zijn lang niet overal even ver. Ik bewonder de Britten, die een politiek van ge ven en nemen zo consequent doorvoeren, dat er van hun wereldrijk tenminste nog voldoende overblijft om hele grote groepen mensen te beschermen. En met die communistische in vloed zal het juist daarom op de duur wel meevallen. Voor het zover is, moeten de wes terse mogendheden misschien de brokstukken van Rusland bij elkaar vegen, want daar is alles nu ook niet bepaald koek en ei". Een beetje opgewonden trok Karei aan zijn sigaar. Met een felle ruk schoof hij zijn stoel terug en ging er eens echt voor zitten om méér te verdedigen dan zijn inmiddels wankel ge worden positie op het schaakbord. Twee pion nen en een raadsheer achter was tegen Frans beslist verloren spel, vandaar.... „Dat zeg je nu wel zo gemakkelijk, alsof je bij de winkelier een pond suiker bestelt, maar zo eenvoudig is het toch niet. Denk maar eens aan Indonesië, waar de communistische in vloed met het uur toeneemt. En wij maar rus tig door-slapen. Dat het kabinet van Sastroamidjojo is geval len, schijnt je helemaal niets te zeggen. Dat Hatta afzijdig blijft en dat Soekarno zijn gang mag blijven gaan, betekent zeker ook al niets'. Man, ik voorspel je bij deze, dat er zowel in Afrika als in Azië bergen moeilijkheden op ons liggen te wachten. Niet alleen voor Neder land, maar ook voor de Fransen, de Engelsen en de Amerikanen. Tenslotte zullen Duitsland in het oude Europa en Japan in het nieuwe Azië er waarschijnlijk het beste garen bjj spin nen. „Het wordt te laat baasje, om daar nu dieper op in te gaan. Natuurlijk komen er bergen moeilijkheden. Maar vergeet niet, dat er wei nig westerse politici zullen zijn, die dat niet even goed en waarschijnlijk beter begrijpen! Tenslotte gaan wij af op wat de kranten pu bliceren. De een kleurt het een beetje rood, de ander zwart of wit en weer een ander kleurt het helemaal niet. afgezien uiteraard van het tikkeltje „sensatie". Maar achter de schermen kijken, zoals de politici doen, dat is nog heel wat anders! Hoeveel geheime con ferenties word er niet gehouden? En dan het diplomatieke verkeer? Begrijp jij bijvoorbeeld waarom pas deze maand de Israëlische troe pen de woestijn van Sinai en de strook van Gaza hebben ontruimd? Maanden lang wordt er touw getrokken om een dor stuk grond en ineensvalt de een of andere partij op het verlengde van zijn militaire (of politieke?) rug. Weet je wat ik geloof? Dat de olie en het staal nog altijd machtige factoren zijn en dat de kernsplitsing wel bijzonder spectaculair is, maar nog bij lange niet zo gemakkelijk „han teerbaar" om een praktische rol te spelen. Dat zal natuurlijk wel komen, snel komen misschien, maar voorlopig tellen andere za ken zwaar mee. En nu gaan we slapen, dan kunnen we morgen een nieuwe maand vol van strubbelingen fris in de ogen kijken tenminste". „Mijn hoofd staat vanavond niet naar schaken", kondigde Frans aan, toen hij zijn vriend Karei begroette. „Mankeert eraan?" vroeg hij, onbewust meer kernachtig dan vriendelijk. Frans kende zijn vriend lang genoeg om te be grijpen dat opzettelijke onvriendelijkheid hem vreemd was. Dus legde hij geduldig uit: „Voorjaarsmoeheid, denk ik. Zware benen en een zwaar hoofd. Het is net, of ik niet meer kan lopen en niet meer kan denken. Misschien heb ik wel vakantie nodig, wie weet!" „Wat doen we dan vanavond? Een wande lingetje durf ik je niet voor te stellen, al zou ie dat waarschijnlijk een macht goed doen." Het werd tenslotte een „babbeltje in de tuin" met veel oude koetjes en nieuwe kalfjes als onderwerpen van gesprek. Het bgon met de in de loop van de maand tot stand gekomen nieuwe luchtvaartovereen komst tussen Nederland en de Verenigde Sta ten. Daar moest Karei natuurlijk weer over op merken, dat de Amerikanen „lieve jongens" waren, zolang je maar van hun belangen (lees: dollars) afbleef. Frans zag dat nu juist precies andersom, hetgeen ook alweer bij „de orde der dingen" paste. Want Frans legde de zaken graag prettig uit, zelfs penibele aan gelegenheden als het Suezkanaal. .Alle schepen mogen er nu weer doorheen. Vasser blaft wel, maar bijten doet-ie nauwe lijks, dat zie je duidelijk". Van Nasser kwamen ze al heel gemakkelijk op Indonesië en dus op de nieuwe premier, de heer Djuanda. „Een knaap die weet wat-ie wil", kwam de sombere Karei. „En voor ons betekent dat weinig goeds, let maar op", voegde hij eraan toe. Hij sneed het puntje van zijn sigaar zo venijnig weg alsof hij een terechtstelling uit voerde. Sliep uil", zegt Spoetnik Het geofisiscli jaar begon „Je kunt ervan op aan, dat hij de Nederlan ders en misschien wel alle „blanda's" haat. Ik vraag me af, hoe lang we daar nog met rust gelaten zullen worden. Soekarno wil zo genaamd Irian terughebben (alsof-ie het ooit gehad heeft!) en in werkelijkheid ons weg jagen, wat ik je brom". „Dat zullen we dan maar rustig afwachten. Voorlopig heeft de wereld de handen vol aan Egypte en de laatste dagen ook aan Jordanië. Daar is een crisis aan de gang, die weinig goeds voorspelt. Alleen de Sovjets zullen er wel bij winnen. Die zij bezig het hele Midden- Oosten te vergiftigen". „Dat doen ze al jaren, ondanks al hun lief- klinkende nota's. Daar kan een mens eigenlijk al niet meer bfj stil blijven staan. Dan houd ik me liever aan de bestedingsbeperking. Dat Is vlak bij huis tenminste. Neem mij maar: ik rook een pakje sigaretten per week min der. Ik loop afwisselend op mijn tenen en op mijn hielen om de zolen van mijn schoenen te sparen. In mijn thee gebruik ik om de an dere dag geen suiker en ga zo maar door! Maar de aardigheid is er best af!" „Voor jouw doen ben je somber, beste kerel. Ook al een gevolg van de voorjaarsmoeheid, zullen we maar denken. Als ik jou was, nam ik maar eens iedere morgen een ijskoude douche. Ook moet je licht verteerbaar voed sel nemen..." „Zo licht als onze gesprekken, zeker? Ik ge loof toch, dat we beter een partij schaak had den kunnen opzetten. Maar goed, ik heb nog een verrukkelijk licht Frans landwijntje en daar zullen we de avond maar mee besluiten. De rest van het gesprek liep over voetbal pool en prijspuzzels, weshalve we de inhoud (zijnde vooruit bij alle lezers bekend) niet ver melden. Het leek wel of Frans wraak wilde nemen voor zijn mi 1 nederlaag van de vorige maand. Zo mu als hij toen was, zo geladen leek hij nu. Met een klap zette hij het schaakbord op tafel en begon meteen de stukken op te zetten. „Je gaat er vlot in deze keer, Karei." „Och", zei deze laconiek, „wanneer overal in de wereld de oprechte geestdrift gelijke tred hield met vernuft en inzicht, dan zou ik bang van je worden. Heb je gehoord, dat de NATO de heer Spaak gekregen heeft als secretaris generaal? Tot nu toe hëeft hij zijn sporen voor de gemeenschap van Europa wel verdiend, maar ik vind toch dat tegenwoordig een land zijn beste mannen aan die soort functies te gemakkelijk kwijt kan raken. Zit in de hoge salarissen waarschijnlijk, belastingvrije dol lars zijn in de regel méér welkom dan franken of guldens". „Toe maar. Nog één stap verder en je be weert dat al die functionarissen zich in feite laten omkopen door Amerika. En dan nog een klein stapje en je bent de beste Sovjet-pro pagandist in West-Europa. Nee- Karei, je mag zo zwartgallig zijn als je groot bent, maar je moet m elk geval proberen een eerlijk oordeel over te houden. Stel je voor, dat een man als Spaak 's nachts in bed moest liggen piekeren, hoe hij deze maand een nieuw zomerkostuum zou kunnen betalen. Hij heeft wel andere zaken om over wakker te liggen. De geleerden waar schuwen echt niet zo maar tegen het gebruik de proeven dus met atoomwapens. En toch moet er telkens opnieuw met proeven gewerkt worden om vrede en veiligheid te waarborgen op de lange duur. Dat spookt door Spaak zijn bol heen, geloof dat maar. Om niet te praten van de Algerijnse kwestie, de soms stroeve houding van Engeland of de aanspraken die West-Duitsland maakt. Ziezo, dat ben ik weer goed kwijt en let nu maar op, want je staat er niet te best voor." „Ik voel me anders kip-lekker. Kijk maar eens naar mijn toren, die ga ik heerlijk twee plaatsen verschuiven en dan laat ik het aan jou om een degelijk antwoord te zoeken. Zal ik je nog een beetje afleiden door een buiten lands probleem uit de afgelopen maand te bespreken? De nieuwe Italiaanse regering bij voorbeeld of de zoveelste val van het Franse kabinet. De heer Mollet heeft het in Parijs niet kunnen redden, de Franse franc is zo goed als waardeloos en...." „Houd maar op. Ik geef de partij gewonnen. Je hebt me lelijk te pakken, maar ik eis nog een revanche, al moet het vannacht drie uur worden. Winnen zal ik!" „Je lijkt onze regering wel tegenover de stad Amsterdam." „Wat bedoel je daar nu weer mee?" „Precies wat ik zeg: de regering wil ook met alle geweld winnen van de stad Amsterdam. Eerst is toestemming gegeven om de voorbe reidende werken aan de IJ-tunnel uit te voe ren. Nu zitten er ettelijke miljoentjes in de grond. De bestedingsbeperking komt ertussen en daarmee het gebod uit Den Haag om het werk aan de IJ-tunnel stop te zetten. Maar ik heb gehoord, dat Amsterdam het er niet hij Iaat zitten. Er schijnt een soort burgerzin-lening te worden uitgeschreven om het geld bijeen te krijgen. De oude Amsterdamse geest van koopman schap en onafhankelijkheid herleeft, alsof de Gouden Eeuw nog steeds aan de gang is. Ik ben alleen maar bang, dat Den Haag maar al te zeer m de twintigste eeuw leeft. Dus zal er wel gauw een sein komen: geef alle in schrijvers op die lening het geld maar vlug retour, want het feest gaat niet door. Jullie konden het al eeuwen zonder tunnel doen, dus het zal nog wel een poosje gaan. We staan voor een „economische onmogelijkheid" heet dat officieel. Ik houd mijn hart vast, als ik eraan denk, wat er nog meer onder deze val bijl het moede hoofd zal moeten laten. „De kunst waarschijnlijk op de eerste plaats Ik heb gehoord, dat al heel wat beeldende kunstenaars in zak en as zitten vanwege op gehouden opdrachten aan openbare gebou wen." „Ja, er zullen genoeg slachtoffers vallen. Zul len we nog maar een klein flesje druivennat opentrekken, vóór we zelf aan de beurt ko- SMDf' Het was al halverwege de tweede partij schaak en na een derde kopje koffie, toen Karei voor het eerst over wat hij zelf „de grote politiek" noemde begon te praten. Dat de Sovjetheer Kroetsjev als een duvel tje uit een doosje voor de Amerikaanse televisie was opgedoken, vond hij zonder meer een belachelijke reclame-stunt. „Het zit je niet lekker vanavond", meende Frans een beetje spottend. In twee zetten ruimde hij het middenveld radicaal leeg, glimlachte vaag en vroeg langs zijn neus weg: „Is de vakantie-toeslag dit jaar tegengevallen misschien?" „Kan niet tegenvallen, staat immers vast bij landelijk contract. Nee, ik ben woest over de slappe pudding-politiek in Frankrijk. Daar hebben ze weer een nieuwe premier plus ka binet en je kunt op tien blote vingers natel len, dat de knaap het nog geen twee maanden, uithoudt. Ze schreeuwen daar om een sterke man en ze knoeien telkens net zo lang tot er weer een soort harlekijn-aan-een-touwtje op het podium springt. Zo moet Europa de af grond in. Al dat gepraat over systemen van supra-nationale inhoud strandt keer op keer op een starre en kleinzielige houding van na tionaal egoïsme. De tijd van reizen zonder pas poort, Europees geld en vrije handel is nog eeuwen ver weg. zo schijnt het." „Maar dat kan Frankrijk toch niet helpen? Je kijkt te donker en te eenzijdig. Denk liever eens aan je vakantieplannen, dan klaart de lucht wel op!" „Opklaren? Het mocht wat. Het zal dit jaar wel weer een week aan zee worden: regen en jiog eens regen en in het beste geval' een serie middagen aan het strand en dan maar boter hammen met zand eten. En dat pension van ons: watersoep vooraf, een taai lapje vlees met drie slablaadjes en glas-aardappelen als hoofdschotel en een bordje gries met besse- sap toe. Allemaal zo slap als de algemene hou ding van de wereld tegenover Hongarije. Nu is in Londen het rapport van de Opstand ge publiceerd. Ziezo, dat staat dan weer netjes op papier, de helden zijn geëerd en wij kunnen rustig overgaan tot de orde van de dag." „Mag ik u meedelen, dat het inmiddels ten tweede male schaakmat is ten nadele van mijn tegenstander?" „Dat mag", mompelde Karei, „en je mag er wel bij vertellen dat het voor de zoveelste maal schaakmat is voor het arme volk van Indonesië. Soekarno heeft zijn nationale Raad gekregen en dat is naar mijn mening de eer ste stap op weg naar een radicale dictatuur, tenzij de gezonde geesten daar bijtijds ingrij pen. En nu wilde ik er wel een dikke punt achter zetten...." „Jammer", meende Frans, „ik had nog net een machtig mooi flesje Riesinger staan. Maar als je met alle geweld wilt opbreken!" Een uurtje later was de Riesinger wijlen ge worden en stapte Karei welgemoed over de nacht-donkere straat huistoe. Hij was verzoend met de hele wereld. Nooit tevoren had Karei méér reden gehad om somber te zijn. Zijn vreugde aan het begin van deze maand over het geofysische jaar („een monument in de historie van de wetenschap"en zijn genoegen over het ..verdwijnen" van Molotov, Malenkov en Sjepilov werden zwaar overschaduwd door de ramp met de „Neutron". De trotse KLM- constellation stortte neer bij Biak, waarbij 57 van de 63 inzittenden om het leven kwa men. Bij zo'n zwarte dag zou ik alle narigheid over de huurverhoging graag vergeten, had hij ge zegd. Zelfs op de opmerking van Frans, dat diezelfde huurverhoging voor de eigenaren van huizen een lang-verwachte rechtzetting was van een jaren gerekte verkeerde toestand, lokte hem niet uit zijn tent. Hij bleef erbij, dat de „Neutron" een van de ergste rampen was van dit jaar. Hij bleef de hele avond zo maar stilletjes naar zijn schaakstukken staren, dronk zo te zien zonder smaak een glas Liebfraumilch en nam vroeg afscheid. Frans was nog helemaal van slag. Zijn va kantie was letterijk in het water gevallen. Vrijwel dadelijk na thuiskomst was boven dien zijn vrouw ziek geworden, twee dagen daarna lagen de twee jongste kinderen ho rizontaal en tussen warme kruiken hun laatste vakantiedagen te vieren, terwijl Frans met een barstende koppijn probeerde zieken en huishouden zo recht mogelijk te houden. Toen Karei kwam schaken, vond hij zijn vriend vermomd als ziekenverpleger-huishoud- ster bezig in de keuken met het uitpersen van citroenen. „Kan ik helpen?", informeerde Karei stra lend van gezondheid en een goed humeur. Karei kon helpen, al was het een week 'aan eén stuk. Van schaken kwam natuurlijk wéér mets, maar de avond vloog om met het ma ken van hete kruiken en dunne boterhamme tjes, het omwassen van de vaat en het zuigen van grote hoeveelheden stof. Frans kon zelfs een kwartiertje, na een tabletje te hebben ge slikt. rustig Zijn hoofdpijn laten wegebben. Toen de klok elf donkere slagen had doen horen, was alle werk aan de kant. De vrien den konden zich toen ontfermen over een flesje door Frans meegebrachte Oostenrijkse Wijn en zich meester maken van de politieke feiten en problemen. Zo kregen ze het opgeruimd (Frans) over de Amerikaanse ontwapeningsplannen en de som bere (Karei) vooruitzichten derzelve, over het ueinongeluk dat bij Eindhoven aan vijf men sen het leven kostte en over de grootse ma nifestatie van de katholieke wereld-jeugd in Kome. Dertigduizend man stoottroepen voor le katholieke frontlinies! De stemming was uitstekend. Karei bood '-ijn diensten aan voor de te verwachten zware dagen in verband met de ziekte van Frans on „aanhorigheden" (protest uit de ziekenkamer) en na nog even te hebben vastgesteld dat de sigaretten alwéér duurder geworden waren kwam met een hartelijk „Het allerbeste" ook deze dag tot een bevredigend einde.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1957 | | pagina 13