dcig in Hoedekenskerke Een laars vol oeken Wonderkind Elias predikt evangelie voor Zwarten Fortune" schreef (merkwaardige over groep miljonairs Ontmoeting met Jannetje het verzande haventje en de hond op de grafsteen DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 21 NOVEMBER 1957 Di ie van Kwadendamme zijn zo kwaad niet" Australische pers over de kwestie Nieuw-Guinea Stijve nek Kloosterbalsem Sommigen hebben zelfs geen auto Diefstal snel opgelost ff jff (Van onze speciale verslaggever) De meeste mensen komen alleen maar „toe vallig" in Hoedekenskerke. Zij stappen in Goes op de bus, rijden over de kronkel-kronkel weg, passeren 's Gravenpolder en Hoedekenskerke en steken met de „Koningin Emma" over naar Ter- neuzen. Zij voelen er vermoedelijk helemaal niets voor om er een paar uur over te blijven, te dwalen door de schilderachtige straten, te pra ten met de vriendelijke mensen, te vragen naar de merkwaardigheden van dit typische dorp aan Elke dinsdag staat Jannetje met haar gebreide kousen op het grondgebied van „Hoedjeskerke". Haar Zeeuwse rok wappert breed uit in de wind. Het spierwitte kapje op haar hoofd is versierd met twee massief gouden krul len. Over haar zwarte trui draagt zij een dito omslagdoek. Op haar brede schouders torst zij een juk, waaraan twee emmers bengelen. Zij kennen Jannetje allemaal: de koK van het groene cafe-restaurant, - die frites uit deelt langs een achterdeurtje, de baas van het officiële wachthuisje, die acht keer per dag paraat moet zün op de steiger, want zó dikwijls legt de boot aan. Zij zijn de vertrouwensmannen van Jannetje, evenals natuurlijk de bus chauffeur die haar wekelijks naar Hoedekenskerke brengt, want Jan netje komt van Arnemuiden. Zij be gint onmiddellijk het liedje te zingen van de beroemde klokken, wanneer haar wordt gevraagd waar zij van daan komt. Na de eerste regel breekt zij af, want de verbaasde toeschou wer is tenslotte vreemd voor haar en hij zou wel eens van de waren wet kunnen zijn. Tot viermaal toe informeert het vrouwtje daarnaar. Als het haar eindelijk duidelijk is dat er geen sterveling van de warenwet in de verre omtrek is te bekennen, vertelt zij dat in haar emmers schar retjes en kabeljauwtjes hebben gele gen. Zij verkocht ze in Terneuzen voor een zacht prijsje. Dat doet zij elke dinsdag. Daarom komt zij steeds in dit dorp. Zij is maar eenmaal per week, want op de woensdagen gaat zij naar Zaamslag, op de donderda gen zwerft zij door Groenendijk en Kloosterzande, op vrijdag door Woensdrecht en 's zaterdags is zij in Arnemuiden om de sokken van haar man te stoppen. „Ik verdien niet zo veel", zegt Jannetje, die 63 jaar is en met haar achternaam Meulemeester heet. „Ik ben met vijf gulden te vreden. Ik zeg, dat is genog voor een vrouwspersoon." Hoedekenskerke kent zij goed. „Je kent het niet meer terug, zo als het is geweest", commenta rieert Jannetje. De chauffeur van de bus opent de kofferruimte en het vrouwtje zet er haar emmers in. Naast de be stuurder gezeten rijdt zij het dorp door. Zij komt toevallig al meer dan veertig jaar in Hoede kenskerke. Goudmijntje Aan de andere kant van het dorp staat een wit gebouw. Smeedijzeren letters zeggen waartoe het dient. Gemaal Groeneweegen, 1952. Het is gezien was van het polderbestuur om deze ..platenmuur" te bouwen. Want ginds in Baarland ging het water met de ramp over de dijk, maar hier in Hoedjeskerke kwam geen druppel. „Maar nu....!!" zegt de man en in zijn stem legt hij iets naargeestigs. „Maar nu is de dijk bij Baarland verhoogd. En aan deze dijk wordt niets door het rijk gedaan. Dat is niet rechtvaardig!" de rand van de Westerschelde. Zij verzuimen bezoek te brengen aan de kleinste haven vai het gehele land, zij gaan de grafstenen voorb: en ook de hammen aan de huisgevels en zij hc ren de dorpelingen niet zeggen, dat de inwt ners van Kwadendamme (dat ook tot de gemeen te Hoedekenskerke behoort) heus de kwaadst' niet zijn. De passanten die slechts bij toeval ii Hoedekenskerke komen, ontmoeten misschiei het vrouwtje Jannetje, maar dan moeten zi juist op de dinsdagen in de buurt van de veer pont zijn. is 57.4 procent katholiek, 27.4 pre cent hervormd. 9,6 procent gerefoi meerde gemeente en 3,8 procent ge reformeerde kerk. De verhouding ii de gemeenteraad is vier katholieken en drie protestanten. Er zijn op po litiek terrein maar heel weinig pro blemen. Hoedekenskerke geeft zater dags muziek- en toneeluitvoeringen, in Kwadendamme is het op zondag kermis, wielerkoers en dansen. De verdraagzaamheid is groot. Gelukkig voegt de burgemeester er aan toe. ,,In het begin", vervolgt hij, ,,was het wel eens moeilijk. Kwadendam me voelde zich historisch achterge steld. Dat menen alle kerkdorpen. Eindelijk kwam er een katholieke burgemeester. Kwadendamme was bijzonder verheugd. Het is hier pret tig werken", besluit de heer Stieger. Varkensham men Terwijl op de achtergrond van het dorp de molen draait en een auto U „HET VERLATEN EILAND" Voor kinderen van 12-15 jaar zal het boek „Het verlaten eiland" van Bru ce Carter ongetwijfeld de moeite waard zijn. Wat kan er immers alle maal niet gebeuren, wanneer twee jongens en een meisje op een eiland belanden, dat oefenterrein van vlieg tuigen en oorlogsschepen blijkt te zijn! HEIDI EN PETER" Grafsteenhond zich met veilige snelheid (aan de in gang van het bebouwde gedeelte aan gegeven) van vijftien kilometer door een bocht wringt, ruimt mevrouw P. Lucassen in de tuin naast haar vrien delijke huisje de gevallen bladeren weg. Het kan moeilijk aan de aandacht van de niet-.,toevallige" reiziger door Hoedekenskerke ontsnappen, dat aan haar huisgevel een aantal heerlijke hammen om wie-weet-welke-reden hangen. „Zijn het geen natuurstenen?" vraagt de fotograaf, die zich bij voor baat voor enkele technische proble men gesteld ziet. Het zijn geen na tuurstenen; dit is duidelijk wanneer men de merkwaardige gevelversie ring even aanraakt. Mevrouw Lucas sen merkt iets van de interesse die voor het vaikensvlees bestaat en la chend schuift zij dichterbij om uit- Dominee J. Hulsbergen houdt van historie. Hij woont temidden van zijn boeken in een groot huis aan de rand van het dorp. Hij is trots op het bezit van zijn (nooit afge bouwde) kerkje. Hij zegt, dat het 'n zeldzaam voorbeeld is van schelde- gotiek. Maar de belangrijkheid van het kerkje is niet enkel de gotiek. Het zijn de tientallen grafstenen, die in de kerkgangen zichtbaar en onder de planken vloer verborgen liggen. ,,V bent niet de enige, die de graf stenen wilt zien", merkt de dominee op. „Deze zomer kwam er nog een Engelse professor. Hij tekende ver schillende stenen na. De professor zei, dat zij zeldzaam waren. Hjj was Aan de gevel van net hu.s ian ae familie Lucassen hangen de varkenshammen zo maar voor het grypen een grafstenenkenner. De kerk be hoorde aan de katholieken. Er moet hier een bloeiend katholiek geloofs leven hebben bestaan. Ik heb tot nu toe nooit kunnen achterhalen welke geestelijken hier hebben geleefd. Ik vermoed franciscanen". De dominee wijst op een grafsteen vooraan in de kerk. Met fijne lijntjes is een geharnaste ridder ui' "beeld. Aan zijn voet rust een hond. 'n zijn rechterzijde een helm, links de hand schoenen. „Wat denkt U?" vraagt de domi nee. „Ligt deze ridder op deze teke ning of staat hij? Ik heb er al lang en diep over nagedacht, maar ik kan er niet achter komen." interessant is het opschrift van de grafsteen: „Hier is begrave Willem de Vrie- se va Oostende, stierf int jaer ons Heeren MCCCC ende LXll den XXIV iach merte. God heb- be zielle". In de rand van de steen zijn acht kwartieren. De Vriese va Oostende Borssele. Baerschop. Butkens. Arne muiden. Capelle. Eenkeper. Maelste- de. „Ik denk dat deze man, die kruis ridder geweest is. misschien de stich ter is van deze kerk", meent dominee Hulsbergen, die het kerkje weer ver laat en wijst op het grafmonument voor de bij de bevrijding gesneuvel den. Op een lange smalle steen staat een witte duif. „Het is de bedoeling daarop ooit eens een bronzen duif te zetten" ver duidelijkt de dominee: „een duif met een gebroken vleugel". Bij dit monument eindigt de dag reis naar Hoedekenskerke. De avond valt snel. Jannetje-met-het-juk zit waarschijnlijk kousen ie stoppen in Arnemuiden of na te denken of het misschien toch niet een man van de warenwet is geweest. Mevrouw Lu cassen haalt de hammen binnen. De burgemeester verlaat zijn werkka mer en gaat naar zijn woning. De geharnaste ridder ligt óf staat. Het dorp van de veilige vijftien kilo meter snelheid zakt weg in de avond nevels. Een bijzonder geslaagd boekje vin den wij nog in de Wielewaal-reeks van Ploegsma Heidi er. Peter", na de gelijknamige kleurenfilm geschre ven. Het eerste deeltje van Heidi heeft al een negende druk achter de rug en niet weinig kinderen zullen een ge zonden nieuwsgierigheid naar wat Heidi daar hoog in de bergen nog meer beleeft nauwelijks kunnen be dwingen. Nog altijd is Peter haar gro te vriend en samen trekken ze naar de Alpenweiden en de gletschers. Het Australische blad, de „Sydney Daily Herald", schrijft in een hoofd artikel over de twistvraag t.a.v. Ned. Nieuw-Guinea o.a.. dat Australië wellicht gerechtigd zou zijn, naar Ned. Nieuw Guinea troepen te stu ren, wanneer de Indonesische rege ring doorgaat met haar sabelgerin- kel. In dit artikel, getiteld ..Halt aan de onzin in Djakarta", wordt verder geschreven, dat Australië niet be vreesd is voor de Indonesische aan matiging. „Maar elk gepraat over oorlogshandeling is dom en overbo dig. Australië zal stellig nooit de on juiste en arrogante Indonesische eis ten aanzien van Ned. Nw. Guinea er kennen, maar dit heeft niets te ma ken met het al of niet sympathie hebben voor Nederland. Alles, wat Australië en Nederland bij hun re cent overlég hebben gedaan, is het maken van een afspraak voor wat betreft samenwerking in het gestand doen van de consequenties hunner verantwoordelijkheid, n.l. de bevol king van Nieuw Guinea zo ver te brengen, dat zij het land zelf zal kunnen besturen". de trots van de boeren. Enkele pol- i leg te geven. derwerkers trekken in de nabijheid I Zij zegt er helemaal niets van te een sloot schoon. Het schijnt dat hier een vooruitstrevend polderbestuur is. Een betonnen muur, bijna een meter hoog, staat kennelijk reeds tientallen jaren op de hoge zeedijk. Is het de moeite waard op de dijk te klaute ren Blijkbaar wel, want een smal pad leidt naar de kruin. Waarachtig achter deze dijk ligt een haventje. Een miniatuur. De kom is hoogstens honderdvijftig meter lang en dertig meter breed. Het is eb. Op de zand bodem rust een roeiboot. Zij is van het waterschap. Dat verraden de zwarte letters die op een witte band van de „voorplecht" zijn geschil derd. Een dorpsbewoner wandelt nader- ou. Hij ziet de belangstelling voor de haven. „Ingenieurs?" vraagt hij. Geen ingenieurs, maar toeschou wers, toeristen. „Is niet veul hé, dit haventj'e", mompelt de man. „Maar het is een goudmijntje voor de gemeente. Ik net» me laten vertellen, dat het vo rig jaar meer dan twintigduizend gul den uitgedaan heeft. Het is er nu ?ru,k «et jge. In de Zak (van Zuid-Bevelandl wordt verkaveld. Er „™ie,niVeeJ.nieuwe wegen. Het grind ordt m Hoedjeskerke aangevoerd, «et moet toch ergens binnenkomen! ujP® man tikt met zijn stok op de betonnen muur. Hij zegt dat het goed begrijpen dat er enige belangstel ling is voor die hammen. Zij weet wel dat de meeste van haar dorps genoten het vlees drie weken in pekel en zout leggen alvorens het te roken maar daar voelt zij niets voor. Als het varken een week in de kuip zit, gaat het er gedeeltelijk weer uit worden de hammen enkele dagen aan de huisgevel gehangen om te dro gen en vervolgens bij de slager on dergebracht. ,,Ik hou niet van zoutigheid", be sluit mevrouw. Biirgpm pester Steiger Dat de wereld van de binnenhuis architecten over kunstenaars be schikt. bewijst de werkkamer van burgemeester H. Stieger, de eerste katholieke bestuurder van Hoede kenskerke. een jonge, vriendelijke man. Hij laat zijn stapel paperassen een ogenblik in de steek nm iets over zijn ambtsgebied te vertellen. „Hoedekenskerke is een typische gemeente. Zij bestaat uit twee dor pen: dat waarnaar de gemeente is genoemd en Kwadendamme. Twee geheel verschillende gemeenschap, pen. Hoedekenskerke is voor meer dan negentig procent protestant en Kwadendamme voor meer dan ne gentig procent katholiek. De situatie over de gehele gemeente Schijn bedriegt..,, Schijn, menen wij, bedriegt soms. Natuurlijk hebben we ons in alle stilte en zuiver privé al lemaal wel eens een idee ge vormd van de doorsnee-miljo nair, de Noordamerikaanse dan althans. Maar nu krijgen we plotseling onvoorbereid ne venstaand artikeltje van onze Amerikaanse correspondent on der de neus, dat ons om zo te zeggen de schok van ons leven bezorgt. Want wie rekent er nu op, dat er ook nog miljo nairs zijn, rlie de bus prefere ren boven de eigen auto. omdat dit voorde'iqer is en die dan te vens hun bedienden miljoenen laten verdienen aan beurstips, hetgeen toch alweer niet voor deliger is. Dat verscheidene miljonairs weinig drinken, wil er wel in, want er zijn nog ge noeg „drooggelegde" staten, maar toch, alles bij elkaar ge nomen vinden wij h"t maar een eigenaardige conclusie, die ..Fortune" trok uit zijn onder zoek. Het schijnt, dat „Fortuna" juist toevallig precies bij 175 merkwaardige miljonairs op de thee geweest is, maarschijn, menen wij nog steeds, bedriegt soms. (Advertentie). Wrijven met de ueruiarmende. lenigmakende Kloosterbalsem heeft een weldadige werking. k wrijft de pijn weg J mm. i (Van onze correspondent) NEW YORK, NOVEMBER. Hoe leeft de gemiddelde Amerikaanse mil jonair? Smijt hij inderdaad zijn dollars in een bodemloze put van luxe en snobisme? Het Amerikaanse biad „Fortune" heeft hierover 175 rijkaards uit de V.S. ondervraagd. Allen bezitten meer dan 50 miljoen dollar, maar de helft hunner bleek slechts één woning te bezitten. Hooguit één op de vier heeft twee woningen en de rest bezit er drie of meer. In het algemeen leven ze matig, onopvallend. Hun optreden is „gewoon", hun kleding even eens. In het algemeen blijken ze meer belangstelling te hebben voor be dienden dan voor automobielen. Gemiddeld hebben ze namelijk drie lijfknechten ter beschikking, die in de meeste gevallen werkelijk met hun huis zijn vergroeid en vaak uitstekend in het testament worden bedacht; vele anderen weten met een enkele tip van hun meester zo veel geld te verdienen, dat ze niet eens meer geïnteresseerd zijn in een legaat. De chauffeur van Michaël Late Benedum bijv. kreeg nu en dan een goede beurswenk van zijn mees ter, waardoor hij een fortuin van 17 miljoen dollar wist te vergaren. Maar Bill blijft ondanks dit miljonairschap toch chauffeur van Late. Vele miljonairs klagen over de te grote toewijding van hun huis personeel. Hoewel Mrs Matilda Ged- dings - Gray haar kamermeisje veel liever in een andere kamer laat overnachten heeft ze toch moeten toestaan, dat de jonge vrouw iede re avond haar nachtleger opslaat in de gang, naast de kamerdeur van haar meesteres. Gemiddeld blijken de Amerikaanse miljonairs maar twee automobielen te hebben en vaak nog wagentjes uit de middenklasse. Hieruit blijkt al, dat legio rijkaards het doen met één wagen. Sommigen hebben er geen, zoals de onlangs overleden Robert Welch, die in zijn testament 21 mil joen vermaakte aan liefdadige wer ken. „Waarom zou ik een wagen kopen, als ik voor een paar centen de auto bus kan nemen?" zei hij vaak. Toen zijn buurman een wagen aan schafte ondekte hij dagelijks veertien minuten uit te sparen door per auto naar zijn kantoor te gaan. Derhalve maakte hij een afspraak met zijn buurman, die hem 's morgens thuis kwam ophalen en 's avonds afleve ren. De benzine betaalden ze samen. Maar bij testamentaire beschikking kreeg de buurman niettemin toch vijf miljoen dollar. In het algemeen komen er bij de miljonairs weinig uitspattingen voor: ze drinken matig en lezen vrijwel niet. Sommigen hebben niet eens een boekenkast. De mees ten kijken slechts bij hoge uitzon dering naar de televisie. Oorzaak: geen tijd. Ze zijn maar zelden op de „club", nemen hun ontspanning merendeels thuis. Trouwens de Amerikaanse miljonairsclubs zijn veelal niet luxueus ingericht. Die van Houston, de hoofdstad van het rijke Texas lijkt meer op een oude loods en is ingericht met meube len, die gevonden zijn op de vuil nisbelt. De miljonairs blijken in het alge meen weinig of geen zorgen te heb ben met hun kinderen. Éénenveer tig van de honderd miljonairszoon tjes gaan naar de gemeente-scholen. Hun vaders hebben echter één alge mene lijn voor wat hun opvoeding be treft: „we moeten hen leren hoe ze met geld moeten omspringen". Veel al worden de knapen volkomen vrij gelaten in de keuze van hun beroep, maar enkele uitzonderingen bevesti gen overigens de regel. Zo wil Joseph Kennedy een stevige dynastie vor men. Zijn oudste zoon, John, die in middels al in het Huis van Afgevaar digden zit, waar hij kort geleden op hevige wijze de Franse Algerië-poli- tiek kritiseerde moet van zijn vader president der Verenigde Staten wor den. Slaagt hij hierin niet dan zal hij worden onterfd. William moet zijn va der opvolgen en Robert mag zich te vreden stellen met een baan als gou verneur van een Amerikaanse staat. Solidariteit onder de Amerikaanse miljonairs bestaat niet. Ze komen zelfs zelden bij elkaar op bezoek. De meesten gaan elkaar uit de weg. Zelfs met betrekking tot de aanslagen van de fiscus heeft daarom nog niemand de slogan geuit „miljonairs uit alle landen, verenigt u". Het is een boek, waaruit de frisse bergwind de lezer van iedere blad zijde als het ware tegenwaait. „MENEER CARLOS" De Prisma-juniores laten bij een gebeurtenis als het feest van de Goe de Sint natuurlijk geen verstek gaan. Wij kunnen er weer vier aankondi gen. namelijk het bekende Sinterklaas verhaal (op vakantie) van Henriëtte van Eyk maar nu onder de titel „Me neer Carlos op avontuur". Een aardig boek voor kinderen van 8 tot 13 jaar met leuke tekeningen van C. Voges. VOOR KNUTSELAARS Voor de handige en zelfs voor de minder handige maar volhardende knutselaars verscheen een alleraar digst boek (tweede druk) onder de titel ..Binnen blijven. Bezig blijven". Het bevat voorbeelden van eenvoudige handenarbeid, knutselwerk en spel letjes. bijeengebracht door Ruth Zechlin en in het Nederlands bewerkt door M. Rutgers v. d. Loeff-De Vries. Dit boekje is speciaal bedoeld voor kinderen, die om welke reden dan ook gedwongen zijn om binnen te blijven. Dus niet alleen het gezonde kind, dat op een regendag noodgedwongen de vreugde van de buitenlucht moet mis sen, maar ook het kind. dat door heel wat triester oorzaak gedwongen is binnenshuis te blijven kan in dit boek een schier onuitputtelijke bron van vermaak en bezigheid vinden. Nauwkeurig gerubriceerd vinden wij het volgende overzicht: a. bezighe den voor kinderen, die hun armèn weinig mogen bewegen; b. spelletjes, die weinig of geen geestelijke inspan ning vereisen; c. knutselwerk e.d. voor kinderen, die hun ogen moeten ontzien en tenslotte d. een grote hoe veelheid goede vondsten voor zieke kinderen, die iets voor een ander wil len maken. Duidelijke tekeningen zijn kwistig door de tekst heengestrooid en wij kunnen niet anders zeggen dan dat dit boekje naar onze mening in ieder gezin een plaatsje behoort te krijgen. (Uitgevers Maatschappij Ploegsma Amsterdam). „DE BEER EN DE MENSEN" Een alleraardigst boekje in deze reeks is ..De Beer en de Mensen" van Reiner Zimnik, vertaald door Mar- greet Bruyn en door haar geïllustreerd. Dit verhaal over een bereman en een beer, die door vele dorpen en steden trekken, is zo eenvoudig en opgewekt maar tegelijk zo vol wijsheid geschre ven, dat wij durven te zeggen: dit is leeftijden. De illustraties vooral val len op door originaliteit en uitermate een pracht prentenboek voor alle knappe compositie. De uitgeverij Ploegsma mag zich met dit boekje gelukwensen. DRIEMAAL „LIENKE" De Deense schrijver Poul Nörgaard is, om zo te zeggen, al jaar en dag bezig met een serie boekjes over Lienke, waarvoor zijn eigen dochter tje als model dient. Bij Van Holkema en Warendorf verschenen tegen Sin terklaas weer drie deeltjes, waarin Lienke respectievelijk Zomervakantie Kerstvakantie en nog een keer Zo mervakantie meemaakt. Wij zouden deze boekjes nog het best kunnen omschrijven als hele echte grote mensen-romans voor kinderen. Het hoeft natuurlijk geen betoog, dat voor. al de meisjes hiervan zullen genieten. Vlotte tekeningen verluchten de frisse tekst en de uitstekende vertaling is van Henriette van der Kop. OVER HET OERWOUD Jongens van 12 tot 17 jaar krijgen hun deel aan boeiende en avontuur lijke lectuur in „50 dagen oerwoud" van Alfred Hageni. Een merkwaar dige weddenschap zorgt er voor, dat twee padvinders vijftig dagen lang in het oerwoud moeten verblijven. Ze brengen het er - natuurlijk! - nog prachtig af ook. Het haventje is een curiositeit. Maar het brengt tegenwoordig toch nog 20.000.per jaar in de gemeentela. De Apeldoornse politie is erin ge slaagd, binnen 24 uur een diefstal op te lossen, die bij een juwelier is ge pleegd. Bij de juwelier vervoegde zich maandag een man, die kwam vragen naar een in reparatie gegeven ring. Nadat de juwelier in zijn werk plaats naar deze ring had gezocht, vertrok de man, naar later bleek met medeneming van drie horloges. De juwelier kon slechts een vage be schrijving geven, maar ondanks de weinige gegevens vond de politie al spoedig een spoor, dat naar een woonwagenkamp in Dieren leidde. Het kamp werd doorzocht, en tenslot te trof men een man aan, die zich in een bed had verborgen. De man ver zette zich hevig toen de politie hem wilde inrekenen, en ook enkele an dere woonwagenbewoners werden agressief. Bij fouillering van de man, de 20-jarige J. B., bleek, dat hij I de drie horloges bij zich droeg. De man, die ook in de gemeente Rhe- den enkele inbraken blijkt te hebben gepleegd, is enkele weken geleden ontvlucht uit een inrichting te Ave- reest, Vanaf de geboorte van Elias Mu- rambodoro zijn z'n ouders van de ene verbazing in de andere gevallen. Zijn vader had het niet erg op die raad selachtige gebeurtenissen rondom zijn zoon en toen het ventje ongewoon vroeg begon te praten stak hij zijn verontwaardiging niet onder stoelen of banken. Hij vond het een onge hoord verschijnsel en schreef het toe aan de negergodsdienst waarvan de moeder, in haar jeugd ook opvallend bedeeld met allerlei talenten, een vu rig aanhangster was. De ouders kre gen verschil van mening en de vader joeg zijn vrouw met het kind de hut uit. Zelf trok hij de bossen in om de toorn van de goden te ontlopen. Elias was in veel opzichten een merkwaardig kind. Bij zijn geboorte had hij al een volledig gebit, waar uit zijn moeder afleidde, dat hij rechtstreeks uit de hemel moest zijn gekomen. Nog voordat hij een jaar oud was predikte Elias al het evange lie en op zijn vijfde jaar kon hij de bijbel van voor tot achter lezen in verscheidene Afrikaanse talen. Nu de moeder niet in haar veronderstellin gen werd weerhouden door een bose echtgenoot, begon zij overal te ver kondigen dat haar zoon de wederge boorte van Christus op aande was wat door veel goedgelovige Afrikanen voetstoots werd aangenomen. Negen maanden geleden beklom de kleine Elias voor het eerst het spreekgestoel te in het stadje Harere. Dat dit spreekgestoelte een limonade-krat was, intimideerde het kereltje, toen nau welijks zes jaar oud, niet het minst. Het droeg voor deze bijzondere ge legenheid schoenen en er straalde een grote autoriteit van hem uit. Zijn moeder, gekleed in een smetteloos- witte japon, stond achter hem. Ter inleiding van de religieuze voordracht begon zij zacht te zingen, waarbij zij zichzelf met een ritmisch handge klap begeleidde. Geboeid door haar kristallen geluid verzamelde zich rondom hen een grote groep kinderen, slordig geklede mannen en vrouwen m bont gekleurde jurken. De kleine Elias wierp met een imponerende waardigheid het hoofd in de nek en sloot de ogen toen hij luid uitriep: ..Luistert alleen naar wat ik u te zeg gen heb" Hij richtte zich tot zijn ge hoor in het Shona, een inboorlingen dialect. „Het is aan uw zonden te wijten dat Christus de kruisdood is gestorven", vervolgde hij. „Doordat er onder u bedriegers, moordenaars, dieven en afgodendienaren zijn ge- van de wereld worden", weest en nog zijn, moest Hij zich op offeren. Toont berouw en Hij zal in uw harten en huizen terugkeren" Elias geeft de woorden van het evangelie vrijwel letterlijk weer en legt een uitzonderlijke kennis van de H. Schrift aan de dag. Dat zijn woor den insloegen bewees zijn hand over hand toenemend gehoor, dat binnen twee weken al tot drieduizend volge lingen was uitgebreid. Van heinde en verre stroomden uit Rhodesia zieken en verminkten toe om aan zijn voe ten te bidden, daar zich het gerucht had verspreid dat hij over bovenna tuurlijke geneeskrachtige gaven be schikte. Moeder en zoon reizen op dit ogenblik van noord naar zuid om al deze mensen naar hun beste vermogen te helpen. De kleine prediker kiest zijn woor den steeds met het grootste gemak en kleedt zijn betogen zo tactisch in dat niemand het waagt hem openlijk aap te vallen. Enkele weken geleden begon hij zijn toespraak op een open plek in een bos met de woorden: „Spot niet met mij omdat ik mij als kind vermanend tot u richt want ik breng u het woord van God". Enkele missionarissen in Rhodesia hebben hun misnoegen uitgesproken over het feit dat hier een kind wordt misbruikt om de waarheden van het Christendom op aanmatigende wijze naar voren te brengen. Zij zijn van plan te protesteren als blijkt dat hier boos opzet in het spel is. Intussen heeft Elias al blijk gegeven van am bitieuze aardse neigingen met het ge zegde: „Ik wil de jongste bisschop

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1957 | | pagina 7