dcig
in
Hoedekenskerke Een laars vol
oeken
Wonderkind Elias predikt
evangelie voor Zwarten
Fortune" schreef
(merkwaardige
over groep
miljonairs
Ontmoeting met Jannetje
het verzande haventje en
de hond op de grafsteen
DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 21 NOVEMBER 1957
Di
ie van
Kwadendamme
zijn zo
kwaad niet"
Australische pers
over de kwestie
Nieuw-Guinea
Stijve nek
Kloosterbalsem
Sommigen hebben zelfs geen auto
Diefstal snel
opgelost
ff jff
(Van onze speciale verslaggever)
De meeste mensen komen alleen maar „toe
vallig" in Hoedekenskerke. Zij stappen in Goes
op de bus, rijden over de kronkel-kronkel weg,
passeren 's Gravenpolder en Hoedekenskerke en
steken met de „Koningin Emma" over naar Ter-
neuzen. Zij voelen er vermoedelijk helemaal
niets voor om er een paar uur over te blijven, te
dwalen door de schilderachtige straten, te pra
ten met de vriendelijke mensen, te vragen naar
de merkwaardigheden van dit typische dorp aan
Elke dinsdag staat Jannetje met haar gebreide kousen op het grondgebied
van „Hoedjeskerke". Haar Zeeuwse rok wappert breed uit in de wind. Het
spierwitte kapje op haar hoofd is versierd met twee massief gouden krul
len. Over haar zwarte trui draagt zij een dito omslagdoek. Op haar brede
schouders torst zij een juk, waaraan twee emmers bengelen. Zij kennen
Jannetje allemaal: de koK van het groene cafe-restaurant, - die frites uit
deelt langs een achterdeurtje, de baas van het officiële wachthuisje, die
acht keer per dag paraat moet zün op de steiger, want zó dikwijls legt de
boot aan.
Zij zijn de vertrouwensmannen van
Jannetje, evenals natuurlijk de bus
chauffeur die haar wekelijks naar
Hoedekenskerke brengt, want Jan
netje komt van Arnemuiden. Zij be
gint onmiddellijk het liedje te zingen
van de beroemde klokken, wanneer
haar wordt gevraagd waar zij van
daan komt. Na de eerste regel breekt
zij af, want de verbaasde toeschou
wer is tenslotte vreemd voor haar
en hij zou wel eens van de waren
wet kunnen zijn. Tot viermaal toe
informeert het vrouwtje daarnaar.
Als het haar eindelijk duidelijk is dat
er geen sterveling van de warenwet
in de verre omtrek is te bekennen,
vertelt zij dat in haar emmers schar
retjes en kabeljauwtjes hebben gele
gen. Zij verkocht ze in Terneuzen
voor een zacht prijsje. Dat doet zij
elke dinsdag. Daarom komt zij steeds
in dit dorp. Zij is maar eenmaal per
week, want op de woensdagen gaat
zij naar Zaamslag, op de donderda
gen zwerft zij door Groenendijk en
Kloosterzande, op vrijdag door
Woensdrecht en 's zaterdags is zij in
Arnemuiden om de sokken van haar
man te stoppen.
„Ik verdien niet zo veel", zegt
Jannetje, die 63 jaar is en met
haar achternaam Meulemeester
heet. „Ik ben met vijf gulden te
vreden. Ik zeg, dat is genog voor
een vrouwspersoon."
Hoedekenskerke kent zij goed.
„Je kent het niet meer terug, zo
als het is geweest", commenta
rieert Jannetje.
De chauffeur van de bus opent de
kofferruimte en het vrouwtje zet er
haar emmers in. Naast de be
stuurder gezeten rijdt zij het dorp
door. Zij komt toevallig al
meer dan veertig jaar in Hoede
kenskerke.
Goudmijntje
Aan de andere kant van het dorp
staat een wit gebouw. Smeedijzeren
letters zeggen waartoe het dient.
Gemaal Groeneweegen, 1952. Het is
gezien was van het polderbestuur
om deze ..platenmuur" te bouwen.
Want ginds in Baarland ging het
water met de ramp over de dijk,
maar hier in Hoedjeskerke kwam
geen druppel.
„Maar nu....!!" zegt de man en in
zijn stem legt hij iets naargeestigs.
„Maar nu is de dijk bij Baarland
verhoogd. En aan deze dijk wordt
niets door het rijk gedaan. Dat is
niet rechtvaardig!"
de rand van de Westerschelde. Zij verzuimen
bezoek te brengen aan de kleinste haven vai
het gehele land, zij gaan de grafstenen voorb:
en ook de hammen aan de huisgevels en zij hc
ren de dorpelingen niet zeggen, dat de inwt
ners van Kwadendamme (dat ook tot de gemeen
te Hoedekenskerke behoort) heus de kwaadst'
niet zijn. De passanten die slechts bij toeval ii
Hoedekenskerke komen, ontmoeten misschiei
het vrouwtje Jannetje, maar dan moeten zi
juist op de dinsdagen in de buurt van de veer
pont zijn.
is 57.4 procent katholiek, 27.4 pre
cent hervormd. 9,6 procent gerefoi
meerde gemeente en 3,8 procent ge
reformeerde kerk. De verhouding ii
de gemeenteraad is vier katholieken
en drie protestanten. Er zijn op po
litiek terrein maar heel weinig pro
blemen. Hoedekenskerke geeft zater
dags muziek- en toneeluitvoeringen,
in Kwadendamme is het op zondag
kermis, wielerkoers en dansen. De
verdraagzaamheid is groot. Gelukkig
voegt de burgemeester er aan toe.
,,In het begin", vervolgt hij, ,,was
het wel eens moeilijk. Kwadendam
me voelde zich historisch achterge
steld. Dat menen alle kerkdorpen.
Eindelijk kwam er een katholieke
burgemeester. Kwadendamme was
bijzonder verheugd. Het is hier pret
tig werken", besluit de heer Stieger.
Varkensham men
Terwijl op de achtergrond van het
dorp de molen draait en een auto
U
„HET VERLATEN EILAND"
Voor kinderen van 12-15 jaar zal het
boek „Het verlaten eiland" van Bru
ce Carter ongetwijfeld de moeite
waard zijn. Wat kan er immers alle
maal niet gebeuren, wanneer twee
jongens en een meisje op een eiland
belanden, dat oefenterrein van vlieg
tuigen en oorlogsschepen blijkt te
zijn!
HEIDI EN PETER"
Grafsteenhond
zich met veilige snelheid (aan de in
gang van het bebouwde gedeelte aan
gegeven) van vijftien kilometer door
een bocht wringt, ruimt mevrouw P.
Lucassen in de tuin naast haar vrien
delijke huisje de gevallen bladeren
weg.
Het kan moeilijk aan de aandacht
van de niet-.,toevallige" reiziger door
Hoedekenskerke ontsnappen, dat aan
haar huisgevel een aantal heerlijke
hammen om wie-weet-welke-reden
hangen.
„Zijn het geen natuurstenen?"
vraagt de fotograaf, die zich bij voor
baat voor enkele technische proble
men gesteld ziet. Het zijn geen na
tuurstenen; dit is duidelijk wanneer
men de merkwaardige gevelversie
ring even aanraakt. Mevrouw Lucas
sen merkt iets van de interesse die
voor het vaikensvlees bestaat en la
chend schuift zij dichterbij om uit-
Dominee J. Hulsbergen houdt van
historie. Hij woont temidden van
zijn boeken in een groot huis aan
de rand van het dorp. Hij is trots
op het bezit van zijn (nooit afge
bouwde) kerkje. Hij zegt, dat het 'n
zeldzaam voorbeeld is van schelde-
gotiek. Maar de belangrijkheid van
het kerkje is niet enkel de gotiek.
Het zijn de tientallen grafstenen, die
in de kerkgangen zichtbaar en onder
de planken vloer verborgen liggen.
,,V bent niet de enige, die de graf
stenen wilt zien", merkt de dominee
op. „Deze zomer kwam er nog een
Engelse professor. Hij tekende ver
schillende stenen na. De professor
zei, dat zij zeldzaam waren. Hjj was
Aan de gevel van net hu.s ian ae familie Lucassen hangen de
varkenshammen zo maar voor het grypen
een grafstenenkenner. De kerk be
hoorde aan de katholieken. Er moet
hier een bloeiend katholiek geloofs
leven hebben bestaan. Ik heb tot nu
toe nooit kunnen achterhalen welke
geestelijken hier hebben geleefd. Ik
vermoed franciscanen".
De dominee wijst op een grafsteen
vooraan in de kerk. Met fijne lijntjes
is een geharnaste ridder ui' "beeld.
Aan zijn voet rust een hond. 'n zijn
rechterzijde een helm, links de hand
schoenen.
„Wat denkt U?" vraagt de domi
nee. „Ligt deze ridder op deze teke
ning of staat hij? Ik heb er al lang
en diep over nagedacht, maar ik kan
er niet achter komen."
interessant is het opschrift van
de grafsteen:
„Hier is begrave Willem de Vrie-
se va Oostende, stierf int jaer
ons Heeren MCCCC ende LXll
den XXIV iach merte. God heb-
be zielle".
In de rand van de steen zijn acht
kwartieren. De Vriese va Oostende
Borssele. Baerschop. Butkens. Arne
muiden. Capelle. Eenkeper. Maelste-
de.
„Ik denk dat deze man, die kruis
ridder geweest is. misschien de stich
ter is van deze kerk", meent dominee
Hulsbergen, die het kerkje weer ver
laat en wijst op het grafmonument
voor de bij de bevrijding gesneuvel
den. Op een lange smalle steen staat
een witte duif.
„Het is de bedoeling daarop ooit
eens een bronzen duif te zetten" ver
duidelijkt de dominee: „een duif met
een gebroken vleugel".
Bij dit monument eindigt de dag
reis naar Hoedekenskerke. De avond
valt snel. Jannetje-met-het-juk zit
waarschijnlijk kousen ie stoppen in
Arnemuiden of na te denken of het
misschien toch niet een man van de
warenwet is geweest. Mevrouw Lu
cassen haalt de hammen binnen. De
burgemeester verlaat zijn werkka
mer en gaat naar zijn woning. De
geharnaste ridder ligt óf staat.
Het dorp van de veilige vijftien kilo
meter snelheid zakt weg in de avond
nevels.
Een bijzonder geslaagd boekje vin
den wij nog in de Wielewaal-reeks
van Ploegsma Heidi er. Peter", na
de gelijknamige kleurenfilm geschre
ven. Het eerste deeltje van Heidi heeft
al een negende druk achter de rug en
niet weinig kinderen zullen een ge
zonden nieuwsgierigheid naar wat
Heidi daar hoog in de bergen nog
meer beleeft nauwelijks kunnen be
dwingen. Nog altijd is Peter haar gro
te vriend en samen trekken ze naar
de Alpenweiden en de gletschers.
Het Australische blad, de „Sydney
Daily Herald", schrijft in een hoofd
artikel over de twistvraag t.a.v. Ned.
Nieuw-Guinea o.a.. dat Australië
wellicht gerechtigd zou zijn, naar
Ned. Nieuw Guinea troepen te stu
ren, wanneer de Indonesische rege
ring doorgaat met haar sabelgerin-
kel. In dit artikel, getiteld ..Halt aan
de onzin in Djakarta", wordt verder
geschreven, dat Australië niet be
vreesd is voor de Indonesische aan
matiging. „Maar elk gepraat over
oorlogshandeling is dom en overbo
dig. Australië zal stellig nooit de on
juiste en arrogante Indonesische eis
ten aanzien van Ned. Nw. Guinea er
kennen, maar dit heeft niets te ma
ken met het al of niet sympathie
hebben voor Nederland. Alles, wat
Australië en Nederland bij hun re
cent overlég hebben gedaan, is het
maken van een afspraak voor wat
betreft samenwerking in het gestand
doen van de consequenties hunner
verantwoordelijkheid, n.l. de bevol
king van Nieuw Guinea zo ver te
brengen, dat zij het land zelf zal
kunnen besturen".
de trots van de boeren. Enkele pol- i leg te geven.
derwerkers trekken in de nabijheid I Zij zegt er helemaal niets van te
een sloot schoon. Het schijnt dat hier
een vooruitstrevend polderbestuur is.
Een betonnen muur, bijna een meter
hoog, staat kennelijk reeds tientallen
jaren op de hoge zeedijk. Is het de
moeite waard op de dijk te klaute
ren Blijkbaar wel, want een smal
pad leidt naar de kruin. Waarachtig
achter deze dijk ligt een haventje.
Een miniatuur. De kom is hoogstens
honderdvijftig meter lang en dertig
meter breed. Het is eb. Op de zand
bodem rust een roeiboot. Zij is van
het waterschap. Dat verraden de
zwarte letters die op een witte band
van de „voorplecht" zijn geschil
derd.
Een dorpsbewoner wandelt nader-
ou. Hij ziet de belangstelling voor
de haven.
„Ingenieurs?" vraagt hij.
Geen ingenieurs, maar toeschou
wers, toeristen.
„Is niet veul hé, dit haventj'e",
mompelt de man. „Maar het is een
goudmijntje voor de gemeente. Ik
net» me laten vertellen, dat het vo
rig jaar meer dan twintigduizend gul
den uitgedaan heeft. Het is er nu
?ru,k «et jge. In de Zak (van
Zuid-Bevelandl wordt verkaveld. Er
„™ie,niVeeJ.nieuwe wegen. Het grind
ordt m Hoedjeskerke aangevoerd,
«et moet toch ergens binnenkomen!
ujP® man tikt met zijn stok op de
betonnen muur. Hij zegt dat het goed
begrijpen dat er enige belangstel
ling is voor die hammen. Zij weet
wel dat de meeste van haar dorps
genoten het vlees drie weken in pekel
en zout leggen alvorens het te roken
maar daar voelt zij niets voor. Als
het varken een week in de kuip
zit, gaat het er gedeeltelijk weer uit
worden de hammen enkele dagen aan
de huisgevel gehangen om te dro
gen en vervolgens bij de slager on
dergebracht.
,,Ik hou niet van zoutigheid", be
sluit mevrouw.
Biirgpm pester Steiger
Dat de wereld van de binnenhuis
architecten over kunstenaars be
schikt. bewijst de werkkamer van
burgemeester H. Stieger, de eerste
katholieke bestuurder van Hoede
kenskerke. een jonge, vriendelijke
man. Hij laat zijn stapel paperassen
een ogenblik in de steek nm iets
over zijn ambtsgebied te vertellen.
„Hoedekenskerke is een typische
gemeente. Zij bestaat uit twee dor
pen: dat waarnaar de gemeente is
genoemd en Kwadendamme. Twee
geheel verschillende gemeenschap,
pen. Hoedekenskerke is voor meer
dan negentig procent protestant en
Kwadendamme voor meer dan ne
gentig procent katholiek.
De situatie over de gehele gemeente
Schijn bedriegt..,,
Schijn, menen wij, bedriegt
soms. Natuurlijk hebben we ons
in alle stilte en zuiver privé al
lemaal wel eens een idee ge
vormd van de doorsnee-miljo
nair, de Noordamerikaanse dan
althans. Maar nu krijgen we
plotseling onvoorbereid ne
venstaand artikeltje van onze
Amerikaanse correspondent on
der de neus, dat ons om zo te
zeggen de schok van ons leven
bezorgt. Want wie rekent er
nu op, dat er ook nog miljo
nairs zijn, rlie de bus prefere
ren boven de eigen auto. omdat
dit voorde'iqer is en die dan te
vens hun bedienden miljoenen
laten verdienen aan beurstips,
hetgeen toch alweer niet voor
deliger is. Dat verscheidene
miljonairs weinig drinken, wil
er wel in, want er zijn nog ge
noeg „drooggelegde" staten,
maar toch, alles bij elkaar ge
nomen vinden wij h"t maar
een eigenaardige conclusie, die
..Fortune" trok uit zijn onder
zoek. Het schijnt, dat „Fortuna"
juist toevallig precies bij 175
merkwaardige miljonairs op de
thee geweest is, maarschijn,
menen wij nog steeds, bedriegt
soms.
(Advertentie).
Wrijven met de ueruiarmende.
lenigmakende Kloosterbalsem
heeft een weldadige werking.
k wrijft de pijn weg J
mm. i
(Van onze correspondent)
NEW YORK, NOVEMBER. Hoe leeft de gemiddelde Amerikaanse mil
jonair? Smijt hij inderdaad zijn dollars in een bodemloze put van luxe en
snobisme? Het Amerikaanse biad „Fortune" heeft hierover 175 rijkaards
uit de V.S. ondervraagd. Allen bezitten meer dan 50 miljoen dollar, maar
de helft hunner bleek slechts één woning te bezitten. Hooguit één op de
vier heeft twee woningen en de rest bezit er drie of meer. In het algemeen
leven ze matig, onopvallend. Hun optreden is „gewoon", hun kleding even
eens. In het algemeen blijken ze meer belangstelling te hebben voor be
dienden dan voor automobielen.
Gemiddeld hebben ze namelijk
drie lijfknechten ter beschikking, die
in de meeste gevallen werkelijk
met hun huis zijn vergroeid en vaak
uitstekend in het testament worden
bedacht; vele anderen weten met
een enkele tip van hun meester zo
veel geld te verdienen, dat ze niet
eens meer geïnteresseerd zijn in een
legaat. De chauffeur van Michaël
Late Benedum bijv. kreeg nu en dan
een goede beurswenk van zijn mees
ter, waardoor hij een fortuin van 17
miljoen dollar wist te vergaren. Maar
Bill blijft ondanks dit miljonairschap
toch chauffeur van Late.
Vele miljonairs klagen over
de te grote toewijding van hun huis
personeel. Hoewel Mrs Matilda Ged-
dings - Gray haar kamermeisje veel
liever in een andere kamer laat
overnachten heeft ze toch moeten
toestaan, dat de jonge vrouw iede
re avond haar nachtleger opslaat
in de gang, naast de kamerdeur van
haar meesteres.
Gemiddeld blijken de Amerikaanse
miljonairs maar twee automobielen
te hebben en vaak nog wagentjes uit
de middenklasse. Hieruit blijkt al,
dat legio rijkaards het doen met één
wagen. Sommigen hebben er geen,
zoals de onlangs overleden Robert
Welch, die in zijn testament 21 mil
joen vermaakte aan liefdadige wer
ken.
„Waarom zou ik een wagen kopen,
als ik voor een paar centen de auto
bus kan nemen?" zei hij vaak.
Toen zijn buurman een wagen aan
schafte ondekte hij dagelijks veertien
minuten uit te sparen door per auto
naar zijn kantoor te gaan. Derhalve
maakte hij een afspraak met zijn
buurman, die hem 's morgens thuis
kwam ophalen en 's avonds afleve
ren. De benzine betaalden ze samen.
Maar bij testamentaire beschikking
kreeg de buurman niettemin toch vijf
miljoen dollar.
In het algemeen komen er bij de
miljonairs weinig uitspattingen
voor: ze drinken matig en lezen
vrijwel niet. Sommigen hebben
niet eens een boekenkast. De mees
ten kijken slechts bij hoge uitzon
dering naar de televisie. Oorzaak:
geen tijd. Ze zijn maar zelden op
de „club", nemen hun ontspanning
merendeels thuis. Trouwens de
Amerikaanse miljonairsclubs zijn
veelal niet luxueus ingericht. Die
van Houston, de hoofdstad van het
rijke Texas lijkt meer op een oude
loods en is ingericht met meube
len, die gevonden zijn op de vuil
nisbelt.
De miljonairs blijken in het alge
meen weinig of geen zorgen te heb
ben met hun kinderen. Éénenveer
tig van de honderd miljonairszoon
tjes gaan naar de gemeente-scholen.
Hun vaders hebben echter één alge
mene lijn voor wat hun opvoeding be
treft: „we moeten hen leren hoe ze
met geld moeten omspringen". Veel
al worden de knapen volkomen vrij
gelaten in de keuze van hun beroep,
maar enkele uitzonderingen bevesti
gen overigens de regel. Zo wil Joseph
Kennedy een stevige dynastie vor
men. Zijn oudste zoon, John, die in
middels al in het Huis van Afgevaar
digden zit, waar hij kort geleden op
hevige wijze de Franse Algerië-poli-
tiek kritiseerde moet van zijn vader
president der Verenigde Staten wor
den. Slaagt hij hierin niet dan zal hij
worden onterfd. William moet zijn va
der opvolgen en Robert mag zich te
vreden stellen met een baan als gou
verneur van een Amerikaanse staat.
Solidariteit onder de Amerikaanse
miljonairs bestaat niet. Ze komen
zelfs zelden bij elkaar op bezoek. De
meesten gaan elkaar uit de weg. Zelfs
met betrekking tot de aanslagen van
de fiscus heeft daarom nog niemand
de slogan geuit „miljonairs uit alle
landen, verenigt u".
Het is een boek, waaruit de frisse
bergwind de lezer van iedere blad
zijde als het ware tegenwaait.
„MENEER CARLOS"
De Prisma-juniores laten bij een
gebeurtenis als het feest van de Goe
de Sint natuurlijk geen verstek gaan.
Wij kunnen er weer vier aankondi
gen. namelijk het bekende Sinterklaas
verhaal (op vakantie) van Henriëtte
van Eyk maar nu onder de titel „Me
neer Carlos op avontuur". Een aardig
boek voor kinderen van 8 tot 13 jaar
met leuke tekeningen van C. Voges.
VOOR KNUTSELAARS
Voor de handige en zelfs voor de
minder handige maar volhardende
knutselaars verscheen een alleraar
digst boek (tweede druk) onder de
titel ..Binnen blijven. Bezig blijven".
Het bevat voorbeelden van eenvoudige
handenarbeid, knutselwerk en spel
letjes. bijeengebracht door Ruth
Zechlin en in het Nederlands bewerkt
door M. Rutgers v. d. Loeff-De Vries.
Dit boekje is speciaal bedoeld voor
kinderen, die om welke reden dan ook
gedwongen zijn om binnen te blijven.
Dus niet alleen het gezonde kind, dat
op een regendag noodgedwongen de
vreugde van de buitenlucht moet mis
sen, maar ook het kind. dat door
heel wat triester oorzaak gedwongen
is binnenshuis te blijven kan in dit
boek een schier onuitputtelijke bron
van vermaak en bezigheid vinden.
Nauwkeurig gerubriceerd vinden wij
het volgende overzicht: a. bezighe
den voor kinderen, die hun armèn
weinig mogen bewegen; b. spelletjes,
die weinig of geen geestelijke inspan
ning vereisen; c. knutselwerk e.d.
voor kinderen, die hun ogen moeten
ontzien en tenslotte d. een grote hoe
veelheid goede vondsten voor zieke
kinderen, die iets voor een ander wil
len maken. Duidelijke tekeningen zijn
kwistig door de tekst heengestrooid
en wij kunnen niet anders zeggen dan
dat dit boekje naar onze mening in
ieder gezin een plaatsje behoort te
krijgen.
(Uitgevers Maatschappij Ploegsma
Amsterdam).
„DE BEER EN DE MENSEN"
Een alleraardigst boekje in deze
reeks is ..De Beer en de Mensen" van
Reiner Zimnik, vertaald door Mar-
greet Bruyn en door haar geïllustreerd.
Dit verhaal over een bereman en een
beer, die door vele dorpen en steden
trekken, is zo eenvoudig en opgewekt
maar tegelijk zo vol wijsheid geschre
ven, dat wij durven te zeggen: dit is
leeftijden. De illustraties vooral val
len op door originaliteit en uitermate
een pracht prentenboek voor alle
knappe compositie. De uitgeverij
Ploegsma mag zich met dit boekje
gelukwensen.
DRIEMAAL „LIENKE"
De Deense schrijver Poul Nörgaard
is, om zo te zeggen, al jaar en dag
bezig met een serie boekjes over
Lienke, waarvoor zijn eigen dochter
tje als model dient. Bij Van Holkema
en Warendorf verschenen tegen Sin
terklaas weer drie deeltjes, waarin
Lienke respectievelijk Zomervakantie
Kerstvakantie en nog een keer Zo
mervakantie meemaakt. Wij zouden
deze boekjes nog het best kunnen
omschrijven als hele echte grote
mensen-romans voor kinderen. Het
hoeft natuurlijk geen betoog, dat voor.
al de meisjes hiervan zullen genieten.
Vlotte tekeningen verluchten de frisse
tekst en de uitstekende vertaling is
van Henriette van der Kop.
OVER HET OERWOUD
Jongens van 12 tot 17 jaar krijgen
hun deel aan boeiende en avontuur
lijke lectuur in „50 dagen oerwoud"
van Alfred Hageni. Een merkwaar
dige weddenschap zorgt er voor, dat
twee padvinders vijftig dagen lang in
het oerwoud moeten verblijven. Ze
brengen het er - natuurlijk! - nog
prachtig af ook.
Het haventje is een curiositeit. Maar het brengt tegenwoordig toch nog
20.000.per jaar in de gemeentela.
De Apeldoornse politie is erin ge
slaagd, binnen 24 uur een diefstal op
te lossen, die bij een juwelier is ge
pleegd. Bij de juwelier vervoegde
zich maandag een man, die kwam
vragen naar een in reparatie gegeven
ring. Nadat de juwelier in zijn werk
plaats naar deze ring had gezocht,
vertrok de man, naar later bleek met
medeneming van drie horloges. De
juwelier kon slechts een vage be
schrijving geven, maar ondanks de
weinige gegevens vond de politie al
spoedig een spoor, dat naar een
woonwagenkamp in Dieren leidde.
Het kamp werd doorzocht, en tenslot
te trof men een man aan, die zich in
een bed had verborgen. De man ver
zette zich hevig toen de politie hem
wilde inrekenen, en ook enkele an
dere woonwagenbewoners werden
agressief. Bij fouillering van de man,
de 20-jarige J. B., bleek, dat hij
I de drie horloges bij zich droeg. De
man, die ook in de gemeente Rhe-
den enkele inbraken blijkt te hebben
gepleegd, is enkele weken geleden
ontvlucht uit een inrichting te Ave-
reest,
Vanaf de geboorte van Elias Mu-
rambodoro zijn z'n ouders van de ene
verbazing in de andere gevallen. Zijn
vader had het niet erg op die raad
selachtige gebeurtenissen rondom zijn
zoon en toen het ventje ongewoon
vroeg begon te praten stak hij zijn
verontwaardiging niet onder stoelen
of banken. Hij vond het een onge
hoord verschijnsel en schreef het toe
aan de negergodsdienst waarvan de
moeder, in haar jeugd ook opvallend
bedeeld met allerlei talenten, een vu
rig aanhangster was. De ouders kre
gen verschil van mening en de vader
joeg zijn vrouw met het kind de hut
uit. Zelf trok hij de bossen in om de
toorn van de goden te ontlopen.
Elias was in veel opzichten een
merkwaardig kind. Bij zijn geboorte
had hij al een volledig gebit, waar
uit zijn moeder afleidde, dat hij
rechtstreeks uit de hemel moest zijn
gekomen. Nog voordat hij een jaar
oud was predikte Elias al het evange
lie en op zijn vijfde jaar kon hij de
bijbel van voor tot achter lezen in
verscheidene Afrikaanse talen. Nu de
moeder niet in haar veronderstellin
gen werd weerhouden door een bose
echtgenoot, begon zij overal te ver
kondigen dat haar zoon de wederge
boorte van Christus op aande was
wat door veel goedgelovige Afrikanen
voetstoots werd aangenomen. Negen
maanden geleden beklom de kleine
Elias voor het eerst het spreekgestoel
te in het stadje Harere. Dat dit
spreekgestoelte een limonade-krat was,
intimideerde het kereltje, toen nau
welijks zes jaar oud, niet het minst.
Het droeg voor deze bijzondere ge
legenheid schoenen en er straalde een
grote autoriteit van hem uit. Zijn
moeder, gekleed in een smetteloos-
witte japon, stond achter hem. Ter
inleiding van de religieuze voordracht
begon zij zacht te zingen, waarbij zij
zichzelf met een ritmisch handge
klap begeleidde. Geboeid door haar
kristallen geluid verzamelde zich
rondom hen een grote groep kinderen,
slordig geklede mannen en vrouwen
m bont gekleurde jurken. De kleine
Elias wierp met een imponerende
waardigheid het hoofd in de nek en
sloot de ogen toen hij luid uitriep:
..Luistert alleen naar wat ik u te zeg
gen heb" Hij richtte zich tot zijn ge
hoor in het Shona, een inboorlingen
dialect. „Het is aan uw zonden te
wijten dat Christus de kruisdood is
gestorven", vervolgde hij. „Doordat
er onder u bedriegers, moordenaars,
dieven en afgodendienaren zijn ge- van de wereld worden",
weest en nog zijn, moest Hij zich op
offeren. Toont berouw en Hij zal in
uw harten en huizen terugkeren"
Elias geeft de woorden van het
evangelie vrijwel letterlijk weer en
legt een uitzonderlijke kennis van de
H. Schrift aan de dag. Dat zijn woor
den insloegen bewees zijn hand over
hand toenemend gehoor, dat binnen
twee weken al tot drieduizend volge
lingen was uitgebreid. Van heinde en
verre stroomden uit Rhodesia zieken
en verminkten toe om aan zijn voe
ten te bidden, daar zich het gerucht
had verspreid dat hij over bovenna
tuurlijke geneeskrachtige gaven be
schikte. Moeder en zoon reizen op dit
ogenblik van noord naar zuid om al
deze mensen naar hun beste vermogen
te helpen.
De kleine prediker kiest zijn woor
den steeds met het grootste gemak en
kleedt zijn betogen zo tactisch in dat
niemand het waagt hem openlijk aap
te vallen. Enkele weken geleden begon
hij zijn toespraak op een open plek
in een bos met de woorden: „Spot
niet met mij omdat ik mij als kind
vermanend tot u richt want ik breng
u het woord van God".
Enkele missionarissen in Rhodesia
hebben hun misnoegen uitgesproken
over het feit dat hier een kind wordt
misbruikt om de waarheden van het
Christendom op aanmatigende wijze
naar voren te brengen. Zij zijn van
plan te protesteren als blijkt dat hier
boos opzet in het spel is. Intussen
heeft Elias al blijk gegeven van am
bitieuze aardse neigingen met het ge
zegde: „Ik wil de jongste bisschop