jPagblaD pc^tciu DE VIJF B's VAN HET MARKIEZENHOF Het Markiezenhof te Bergen op Zoom GRANT EZ WITS AL Psychische aandoeningen een groeiend vraagstuk VIJFDE BLAD \TIIJDAG 15 NOVEMBER 1957 Bouwheer Bouwmeester Bewoners Bezoekers Betekenis Dankbaarheid DOOR KORNEEL SLOOTMANS kinder HONING sirooo de sigaret met de vele extra's bestel nu dit nieuwe, fraaie album Sedert het moment, dat in 1287 het Land van Bergen werd afgescheiden van dat van Breda, werd Bergen op Zoom een zelfstandige heer lijkheid onder een eigen heer, leden van families, die onder de Brabantse adel een goede naam hadden als de Wesema- le's en de Boutersems. De erf dochter van de laatste Bou- tersem huwde een lid van de familie Glymes, die van 1419 tot 1567 niet alleen Bergen re geerde, doch onder de Bour gondiërs tevens belangrijke functies vervulden in het le ger en het bestuur van de Lage Landen. De meest bekende dezer Glymes is Jan, bijgenaamd „metten lippen" Hem en zijn zonen treffen we gere geld in de omgeving van de Bour gondische hertogen. Jan was een bereisd man, die Frankrijk, Italië en het H. Land uit eigen aanschou wing kende. Op zijn tochten zag hij de woonpaleizen van de groten de zer landen en het kan daarom geen verwondering wekken, dat hij na zoveel schoons gezien te hebben zinde op het bouwen van een woning zijn geslacht en zijn stad waardig. Hoe het oude heerlijke verblijf, waarmee hij zich behielp er uit zag, is niet meer te achterhalen. Gezien de verschillende verbouwin gen, die er tussen 1384 en 1485 aan plaatsvonden, moet het een ram melend geheel hebben gevormd. Een nieuwe heerlijke woning was zeker op zijn plaats, tenminste als de financiën dit toelieten. Nu was Bergen op Zoom een wel varende koopstad en het stedelijk bestuur zien we de gehele vijftien de eeuw belangrijke uitbreidingen en verfraaiingen aan de stedelijke parochiekerk financieren, terwijl het de kloosterlingen bij hun bouwwer ken steunt. Dank zij de relaties der Bergse heren werd de bron van deze wel vaart, de vrije jaarmarkt hunner stad met allerlei gunsten verrijkt. Bovendien wisten zij de nodige good will bij Fransen en Engelsen te kweken, zodat in de Scheldedelta Bergen onmiddellijk na Antwerpen van de grootste economische bete kenis werd. Het was deze bloei, welke het stadsbestuur in staat stelde heer Jan metten lippen bij het verlenen van een aantal nieuwe voorrechten, de kapitale gift te verstrekken van 2000 Rijnsgulden, waarmee deze zijn wens, een geheel nieuw paleis op te trekken, kon verwezenlijken. De bouwopdracht werd verstrekt aan een der meest bekende archi tecten, die Brabant in de Bourgon- disch-Oostenrijkse tijd heeft ge kend: meester Antonis Keldermans uit Mechelen. Deze bouwmeester hield zich bij zijn opzet aan de klassieke vorm van een monumentaal gebouw, hij plaatst n.l. de woon- en dienst ruimten rond een grote en kleine lichthof. Door naast baksteen het typisch Brabants materiaal de le desteen bij zijn bouwwerk aan te wenden, gaf hij de Vlaams-goti sche stijl waarin hij werkte een geheel eigen karakter. Op geniale wijze heeft hij daardoor de austère uiterlijke vorm der Ita liaanse paleizen weten te harmo niëren met de Brabantse leven digheid en liefde voor het pom peuze. Zijn voorbeeld is ingeslagen, want nadien hebben jongere Kelderman- sen en niet minder ook de Waghe- makers zijn stijl en voorbeeld na gevolgd o.a. in het bekende paleis der van Lieres (thans St. Ignatius- handelshogeschool) en het Vlees huis te Antwerpen. Dat bleek dui delijk op de boeiende en leerrijke tentoonstelling, die in 1952 te Me chelen werd gehouden over de ,,St. Romboutstoren en Keldermans". Zij gaf heel wat documentatie over de ze bekende bouwmeesters, waarbij duidelijk uitkwam, dat aan heel wat kerken in de noordelijke Nederlan den Antonis of een zijner verwanten hun talenten wijdden; we noemen Alkmaar, Delft, Haarlem, 's-Herto- genbosch (Lieve Vrouwe broeder schap), Hulst, Veere en Zierikzee. Voor gebouwen van wereldlijke aard kregen deze Keldermansen echter maar weinig opdrachten en van de weinige die hij bouwde, ble ven er slechts enkele bewaard, zo als met name het stadhuis te Mid delburg en het paleis van Marga- retha te Mechelen. De Mechelse Het Markiezenhof in 1533 Onder de oude Bergenaren heerst een gepast gevoel van be vrediging, dat de Markiezenhofgebouwen voor goed in handen komen van de gemeente. En onder alle anderen, die voor hun organisaties nu al tien jaar lang zitten te hunkeren naar meer werkruimte ging er een zucht van verlichting op: zij hopen op een kans om over enige ruime vertrekken te kunnen gaan be schikken. Al is het achtergelegen terrein met een groot magazijn gebouw en een badinrichting, nog niet overgegeven, omdat de militaire organisatie in de stad ze niet kan missen en de beste dingsbeperking de bouw elders verhindert, met het gebouw zelf ■s de gemeente al heel ver. En onze gemeenschap kan burge meester Peeters dankbaar zijn, dat door zijn rustige aanhoudende in vloed het Ministerie van Oorlog uit eindelijk de toezegging van enige jaKrCn ffe^e^en heeft gestand gedaan. Natuurlijk brengt de toekomstige restauratie en het onderhoud heel wat financiële zorgen mee en zal een ieder bevredigende toewijzing van de beschikbaar komende ruim te heel wat organisatorische zorgen geven. Over tien, twintig jaar, als restauratie en geleidelijke uitbreek en vernieuwing het gehele gebouw in volle glorie zal doen pronken, zal de bevolking van die tijd pas dank baar zijn dat het Markiezenhof wel niet aan zijn oorspronkelijke func tie is teruggegeven, maar toch door «en doelmatig burgerlijk gebruik «en aantrekkingspunt zal zijn voor vreemdelingenbezoek en concentra tie voor goede stedebouw. Uniek In allerlei in de laatste vijf- kg jaar verschenen publicaties over onze Nederlandse oude gebouwen, is zelden (eigenlijk nooit) het Nederlandse volk bekend gemaakt met dit in ons land enige stadspaleis uit de 15e en 16e eeuw. De koninklijke paleizen in Den «aag en Amsterdam zijn alle min stens twee eeuwen jonger; de hier en daar gelukkig behouden en goed gerestaureerde kastelen staan bui ten een stads- of dorpscentrum en waren ook niet bedoeld als stadspa leis het zijn geen woningen van Heeren-, Markiezen-, of vorstenge- slachten die temidden van hun ge meenschap leefden en werkten. En ni.v" juis£ h.et Nei gen °P Room se Markiezenhof wèl. Daarom mogen we in de 20e eeuw dankbaar zijn. dat toen bij het scheiden van de 18e op de 19e eeuw de staat van het regerende Markie- zengeslacht het Markizaat kocht, dit paleis in gemeentelijke handen bleef, al heeft de militaire bezetting er steeds gebruik van gemaakt, welke overigens het gebouw voor verval heeft behoed. Voorts hebben een aantal malen in het eerste kwart van deze eeuw, onder leiding van het Bureau „Monumentenzorg" enkele goede en noodzakelijke res tauraties plaats gehad. In 1925, toen in B. o. Zoom het congres van de Nederl. Oudh. Bond, tezamen met de jaarvergadering van het Provinciaal Genootschap voor K. en W. werd gehouden, heeft mijn broer, past. G. C. A. Juten, een met vele (vaak onbekende) ge zichten van B. o. Z. e.o. versierde „Beschrijving van Bergen op Zoom en omstreken" samengesteld. De uitgave is zeldzaam en een kleine 100 bladzijden groot. Van blz. 63 tot 69 werd daarin een beschrijving ge geven van het Markiezenhof. Hij heeft daartoe in de eerste plaats ge put uit 'u handschrift te vinden in de voor de Noordbrabantse geschiede nis beroemde collectie Prosper Cuy- pers en hier en daar aangevuld met gegevens uit he in de 18e eeuw ver schenen boekje van Fause: „His- toire abrégée de la ville de Bergen op Zoom". Maar G. C. A. Juten heeft méér gedaan: Uit de Heerlijk heidsrekeningen vanaf 1435 heeft hij de aanbouw van verschillende ge deelten of de vernieuwingen ervan kunnen terugvinden en is daaruit een hoewel niet altijd even duide. ijke beschrijving van dit interes sante gebouw ontstaan. Vooral de „Grote Zaal" aan de zuidzijde van de voorplaats (waar in de plechtige overdracht aanstaan, de vrijdag zal geschieden) heeft me nigmaal de aandacht getrokken. De- e is immers in een nog onbekend j ar versmald en er Is een valse doorbraak gepleegd om voor- en achterplaats met elkaar in verbin ding te brengen. Toen rijksbouwmeester, wijlen van Heeswijk, hier werkzaam was om de voorgevel van het stadhuis in z'n mooie vorm te restaureren en mij hielp met de binnen-restauratie van de Gevangen Poort (om er het museum te vestigen) zijn wij tweeën die doorbraak enige malen gaan be studeren enzijn niet tot een in zicht gekomen. Bij latere, rustiger, studie zal dit vraagstuk zeker tot oplossing gebracht kunnen worden. De „Grote Zaal", eenmaal in zijn oorspronkelijke vorm teruggebracht, brengt het vraagstuk naar voren, waar in die zaal de monumentale schouw gestaan heelt, werk van een der beroemde Keldermansen en die in de laatste helft van de vorige eeuw, door de „stadsarchitect", m'n grootvader Jan Vergroezen, ver plaatst werd van het Markiezenhof naar de wat wij nu noemen ,,Mar- kiezenzaal" op het stadhuis. Het is weer de verdienste van wijlen bouwmeester van Hees- wijk dat, bij de binnenrestauratie van het stadhuis, de tegenwoordige plaats van de schoorsteen werd ge vonden en een toegang aan die zijde van de zaal werd gevonden, zodat bij plechtige gelegenheden het col lege van b. en w. aan die zijde kan binnentreden, als het publiek de zaal reeds heeft gevuld. Maar als nu de Grote Zaal in het Markiezenhof tot in de juiste vorm zal zijn gebracht, zal een niet ge makkelijk te nemen beslissing moe ten worden genomen om de schouw weer zijn oorspronkelijke bestem ming te geven. Verantwoordelijkheid Maar hoe pijnlijk zulke overwe gingen bij onze tegenwoordige Ber genaren ook kunnen zijn, nu in dit jaar staan we voor het, voor velen verheugende, feit dat het Markie zenhof voor goed in gebruik komt bij de burgerlijke gemeenschap. Dat dit ons stadsbestuur van deze en volgende decennia voor een zware verantwoordelijkheid steit is vooi iedereen, die begrip heeft van de grote waarde van de bouwgeschie denis en schoonheid van dit gebouw, vanzelfsprekend. Wij, in 1957, beginnen met die verantwoordelijkheid op ons te ne men; onze kinderen zullen die ver der moeten dragen en onze kinds kinderen zullen beoordelen of wij die verantwoordelijkheid waardig hebben gedragen. Bergen op Zoom IR. A. J. L. JUTEN Voorz. Geschiedk. Kring tentoonstelling leerde bovendien heel duidelijk, dat van de wereldlijke gebouwen door Keldermans ontwor pen, het Markiezenhof te Bergen op Zoom het begin is van de echte Kel dermansstijl, die ook de kerk van Hoogstraten kenmerkt. Het Markiezenhof is in ons land een der weinige bouwwerken van Antonis Keldermans. De duizenden, die de tentoonstellingen in het Rijks museum, gewijd aan de Weense kunstschatten of de Bourgondische pracht bezochten, weten wat in die tijd in de Lage Landen aan kunst werd voortgebracht. Wat toen door schilders, beeldhouwers, tapijt wevers, miniaturisten, edelsmeden, schrijnwerkers werd gewrocht, wordt met zorg in de musea verza meld. Met recht worden schatten besteed om deze kostbaarheden voor het nageslacht te conserveren en op de meest gunstige wijze onder de aandacht van het publiek te bren gen. Nationale betekenis Daarnaast dienen ook de schep pingen van onze Nederlandse bouw meesters ontzien met name het Markiezenhof. Het is evengoed een nationaal mo nument als verschillende andere in ons land, zij het dan dat deze waar de van vóór de tijd van de tachtig jarige oorlog dateert, wat ook niet van veel wereldlijke gebouwen in ons land kan gezegd worden. Jan metten lippen, die in 1494 overleed, beleefde slechts de vol tooiing van een gedeelte van het pa leis, waarnaar hij zozeer had ver langd. Zijn zoon Jan III, die ook overi gens heel wat meer bekendheid ver dient, omdat hij nationaal gezien zeker van groter betekenis was dan zijn vader, deed de bouwwerkzaam heden met kracht voortzetten. Nog in 1494 ontving hij hier de Duitse koning en latere keizer Maximiliaan met zijn jonge echtgenote Blanca Maria Sforza en in 1496 zijn mede leden in de ridderorde van het Gul den Vlies. In het Markiezenhof ver bleef eveneens de Spaanse prinses Juana, de bruid van Philips de Schone, onmiddellijk nadat zij in Vlissingen voet aan wal had gezet. Maximiliaan kwam hier zelfs als keizer nog verschillende malen te rug en besprak in het Markiezenhof met de goed geïnformeerde en sterk op de buitenlandse politiek ingestel de Bergse heer Jan III van Glymes, hoe de vijand der Nederlanden, Frankrijk in toom diende te worden gehouden. Op de reizen, die Maximiliaans dochter de landvoogdes Margaretha van Oostenrijk-Savoie naar het noor den of Zeeland ondernam, koos zij Bergen op Zoom als pleisterplaats, niet alleen om te rusten, doch niet minder om hier belangrijke bespre kingen te houden. Het interieur voldeed aan hoge eisen en wekte o.a. de bewondering op van Maximiliaan. Schatten aan meubilair en versieringen als gobe lins waren in dit paleis te vinden, doch het werd naar alle windstre ken verspreid nadat de laatste Gly mes, door van Duinkerken zo prach. tig gekarakteriseerd in zijn balla de „Jan van Glymes de Vierde", naar Spanje toog om het Smeek schrift der Edelen aan te bieden en aldaar overleed. Door de Bloedraad schuldig bevonden aan majesteits schennis werd het markizaat ver beurd verklaard. Op last van Alva werd daarop de kostelijke inventa ris, waarvan de opsomming een boekdeel omvat, naar Antwerpen vervoerd en aldaar openbaar ge veild. Tegelijk geraakte Bergen koopstad af en wordt de stad een militaire voorpost in de Nederlan den. Dan verblijven in het Markie zenhof aanvankelijk hoge militairen van Engelse nationaliteit en vinden bij hun bezoeken prins Maurits en de raadpensionaris Johan van 01- denbarnevelt er onderdak. Langdu rig was er Oldenbarnevelts verblijf toen in de hofzaal de onderhandelin gen plaatsgrepen voor het Twaalf jarig Bestand en de gehele Neder landse delegatie van statenleden in het Markiezenhof woonde. Later verbleef Frederik Hendrik eveneens binnen de muren van het hof, maar het inwendige was lang niet meer wat het geweest was tot in 1648, als gevolg van de vrede van Munster, het Markizaat weer geheel terug kwam aan de rechtmatige erfgena men en het Markiezenhof zijn bete kenis als adellijke woning terug kreeg. In de achttiende eeuw, wanneer rond 1712 de Kardinaal de Bouillon er verblijft om de voogdij te voeren voor de jeugdige erfgename Maria Henriette de la Tour d'Auvergne, is een onderdeel, gelegen aan de ach terzijde van het gebouw, nog ge heel vernieuwd. Het vertrek van de ze erfdochter naar Beieren, het land van haar gemaal, en vooral het be leg en de plundering van 1747, dat het Markiezenhof als gebouw, in scherpe tegenstelling tot het zuide lijke gedeelte van de stad, bijna ongeschonden overleefde, brachten mee, dat de markiezen niet meer in Bergen vertoefden. Hoge ambtena ren met de administratie der do meinen namen de plaats in van de markizale familie, en dat ontnam veel aan de inwendige luister van dit gebouw. Hospitaal en kazerne De intocht der Fransen in 1795 met hun idealen van Vrijheid, Ge lijkheid en Broederschap, maakte ook een eind aan de heerlijkheid zelf. De Bataafse Republiek nam het Markizaat voor een groot be- (Advertentie) drag van de Beierse hertog over. Wederom stond daar het machtige gebouw ontdaan van zijn inventaris te wachten op een nieuwe bestem ming. In die tijd van armoe en eco nomische achteruitgang, met weinig gevoel voor de waarde van histori sche bouwwerken, was niet te ver wachten, dat men het Markiezenhof met bijzondere reverentie zou be handelen. Tijd en omstandigheden bepaalden het gebruik. Toen de En gelsen in 1809 hun inval waagden in Zeeland, ten einde te proberen vas te voet te krijgen aan de boorden van de Schelde, werden de troepen aan beide zijden bezocht en in hun activiteit verlamd door de Zeeuwse koortsen. Dat noopte de Franse le gerleiding de dichtstbijzijnde grote ruimte in casu het Markiezenhof te Bergen op Zoom te gebruiken voor hospitaal, alwaar vele honder den jongemannen uit heel West-Eu ropa verpleging en gelukkig ook be terschap vonden. Onder koning Willem I is deze toestand bestendigd, doch bij k.b. van 20 juli 1818 nr. 28 werd het gebouw aan de gemeente Bergen op Zoom in eigendom gegeven in ruil voor het Gouvernementshuis dat nu hospitaal zou worden. Op het bezit van het Markiezenhof kwam evenwel het bezwarende servituut, dat het in gebruik zou gegeven worden voor de legering van militairen. Vrijdag 15 november a.s. komt aan het militair gebruik een einde. Het Markiezenhof zal nu weer HOF moeten worden. Tot 1800 was het dit voor de Bergse Heren en hun vrien den, d.w.z. voor een aristocratische, kleine groep. Nu in deze tijd, zal het bewijs dienen geleverd te worden, dat wij, democraten, hetzelfde cultuurpeil in dit gebouw kunnen brengen voor allen. Verpleegsters, psychiaters en psychiatrisch-sociale werkers uit 18 landen, waaronder uit de Sowjet-Unie, zijn van 4 tot 15 november onder auspiciën van de Nederlandse regering en het Europese bureau van de We reldgezondheidsorganisatie in Noordwijk bijeen ter bespreking van een groeiend vraagstuk in de volksgezondheid: de genezing en het voorkomen van psychia trische aandoeningen. Drie procent van de Europese be volking lijdt aan geestelijke stoornis sen van de een of andere aard en het totale aantal bedden in de ziekenhui zen wordt voor de helft ingenomen door patiënten, bij wier genezing ten minste een psychiater is betrokken. De studieconferentie, die thans in Noordwijk wordt gehouden, is in de (Advertentie) eerste plaats bedoeld om een pro gramma op te stellen voor een bre dere opleiding van verpleegsters en haar reeds dan kennis bij te brengen van psychiatrische behandelingen om op deze wijze een betere samenwer king te krijgen tussen arts en ver pleegster. Indien dit kan worden be reikt, zal de verpleegster ook beter in staat zijn psychiatrische patiënten in hun eigen omgeving te helpen en daarmede een bijdrage leveren aan de steeds toenemende neiging deze pa tiënten buiten de ziekenhuizen te hou den. De huidige conferentie zal over deze vraagstukken echter geen beslissing nemen. De gedachtenwisselingen zul len in de vorm van een rapport wor den voorgelegd aan de WHO, die het ter kennis zal brengen van de aan gesloten landen. Ook Oost-Europa Voor het eerst sinds 1950 is op een conferentie van de WHO ook weer Oost-Europa vertegenwoordigd. Be- (Advertentie) halve een delegatie uit Polen en Bul garije is in Noordwijk aanwezig een vooraanstaande Russische psychiater, dr. E. A. Babaian van het ministerie van openbare gezondheid in Moskou, die een met grote belangstelling ont vangen inleiding hield over de orga nisatie van psychiatrische diensten in de Sovjet-Unie. -f Geheel nieuwe serie prachtige scheeps plaatjes van Captain Grant Hier is de nieuwe serie van 180 scheepsplaatfes in natuurlijke kleuren en een nieuw album: „Op de lange deining". Even boeiend als zijn voorganger, even rijk aan interessante wetenswaardigheden. Een kostelijk bezit voor het gehele gezin. 180 plaatjes en 69 pagina's - leerzame ontspanning - fris als de zeewind. Rook voortaan Captain Grant! Extra geur extra fijne smaak - met op de binnenhuis van elk doosje een extra mooi scheepsplaaqe. Bestel bij Uw winkelier of vraag bet aan bij John Wood Son (Tobacco) Ltd., Postbus 95, Dordrecht. Voeg f. 1.95 aan postzegels bij en het album wordt U franco toegezonden. Ook de eerste serie plaat|es en het eerste album blijven in omloop. Voor ruilmoeelijkheden; Ruilcentrale „AHOY" Postbus IH, Amsterdam.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1957 | | pagina 9