PaQbUa
Dirk Witte, schepper van het
Nederlandse chanson
stierf 25 jaar geleden
Warm en charmant
HONIG
BOEKENPLANK
„De grote voltige"
in het heelal
d
SCHOENEN WORDEN IN PRIJS VERLAAGD
Aardenburgs museum boekt
waardevolle aanwinst
-10
11
VIERDE BLAD
\HIJDAG 15 NOVEMBER 1957
11
Introductie van
1 jderlands lied
ct
i Coolens laatste roman
een voortreffelijk werk
Dood op de ijzeren trap
De nichten Muller
Karavaan in de wildernis
De Suikerzoete Madonna
Een Vruchtboom is Jozef
Augustinus de Zielzorger
Oogst van Kaïn
Belangrijke beslissing van Bata.directie.
Rijksbemiddelaars
geen achterstand
beloning der
KLM-vliegers
zich ont
strijd om
rustig in
indt. Toch
Ifde mens,
toestanden
de mens
ie levens
betekenis,
olgende fa-
iet kind, de
n mens, de
lens.
van dit
mg is van
et mogelijk
onderschei-
grote trek-
opzet, be-
om de in
lok voor de
interessant
i-Tielt, Den
J. H.
Op 15 november 1932 over- t
leed Dirk Wittetekstdichter
en componist. Het feit, dat nü
nog 25 jaren na zijn dood
tal van zijn cabaretliedjes J
■worden gezongen was aanlei-
Wie de nog jonge geschiedenis van het Nederlandse cabaret
„sstudeert, zal bemerken, dat de ontwikkeling van deze kunst-
vorm vanaf het prille begin is gekenmerkt door het intensief
A reven en zoeken naar een eigen stijl. Een stijl, die het nuchtere
Nederlandse publiek zou grijpen en boeien. Een vorm, die ons
p zou maken voor het dromerige, satyrische, milde en bijtende
-houwen van het wereldgebeuren, voor met wat zelf-spot en
v ,3gerigheid gekruide meditatie.
Dat moeizaam zoeken naar een pakkende stijl duurt nog steeds
t. Het cabaret immers is als geen andere artistieke uiting
■j kunst, gebaseerd op actualiteit en de op het moment heer
st: mentaliteit. Goed cabaret is het leven zélf. Waarmede te-
is de grote rol van het „levenslied" in het internationale ca-
.trepetroire is verklaard.
ding om in enkele regels deze J
grootmeester der *-*-*-*-
te herdenken.
kleinkunst
t
t
t
Pet cabaret, oorspronkelijk ge-
insoireerd op het Franse voorbeeld
en het Duitse UUeberbrettl, werd in
Nederland geïntroduceerd door im-
p.-essario Max van Gelder. Hij vond
in de veelzijdige Koos Speenhoff een
artiest, die met hart en ziel deze
nieuwe kunstvorm op zijn eigen,
soms wel al te rauwe manier, bij
het publiek invoerde. Gróót ge
maakt werd het cabaret evenwel
vooral door de legendarische voor
drachtskunstenaar Jean-Louis Ti-
suisse. die als „Moutmartre-jon-
gen" gekleed in blauwe trui en flu
welen broek internationale ver
maardheid bezat. Zijn repertoire
omvatte honderden Franse, Duitse
en Engelse liedjes, die hij met een
onnavolgbare flair en „schwung"
zong in Scheveningen. maar ook in
München. Batavia, Yokohama en
Peking. Hij was een gevierd ar
tiest. Maar zijn talenten zouden het
glanzendst schitteren in het door-
en-door Nederlandse lied, waarnaar
hij met onvermoeide ijver zocht.
Hij vond zo'n lied in 1914, toen hij
in contact kwam met Dirk Witto,
toen nog jongste bediende bij een
Zaandammer houtfirma, later
groot-zakenman, maar voor altijd
tekstdichter en componist van het
waarachtige Nederlandse levens
lied. dat qua stijl, vorm en inhoud
sterk afweek van de cabaretliede-
ren-in-Speenhofstijl. ,.M'n eerste",
het verhaal over het sopraantje van
de zangvereniging was ook het eer
ste nummer waarmee Witte door
de vertolking van Pisuisse succes
oogstte.
Dirk Witte was geen „brood
schrijver". Hij had simpelweg ple
zier in het schrijven en componeren
van liedjes. Aanvankelijk bezorgde
hem dit plaatselijke bekendheid.
Na de eerste samenwerking met Pi-
suisse echter nam zijn roem een
groter vlucht en daarmede ook zijn
produktiviteit. In hetzelfde jaar nog
dat Nederland zijn „M'n Eerste..."
neuriede zong Coba Kinsbergen
„Voorbij" en „Het meisje van de
winkel". Zijn chansons, vaak wee
moedig en enigszins dramatisch
van inslag, waren populair. Luchti
ger en vrolijker waren zijn solda
tenliederen. „Asperine, aspe-
rien...!" zal hij vele oud-militairen
van '14-'18, toen dit schone epos in
de officiële soldatenzangbundel was
opgenomen, prettige herinnerin
gen oproepen.
Naast een weemoedig „Hand-
schoentjesbrief". waarin de twijfel
van een met de handschoen gehuwd
bruidje omtrent de gevoelens van
haar in Indië verblijvende echtge
noot op een dramatische wijze
wordt bezongen, schrijft Witte een
pittig, open en sprankelend lied
over Trien, de frisse, struise boe
renmeid uit „het Land van Noord-
Scharwou", wier geur „herinnert
aan het bonte vee". Hij compo
neert het met romantiek geladen
„Mei" en vermóórdt bewust alle
romantische gevoelens in het „Wijn
glas", een bijtend-sarcastische ver
oordeling van het politieke spel
der „hoge heren" tegen de achter
grond van de diepmenselijke el
lende. die voortvloeide uit de Eerste
Wereldoorlog. Hij dicht het impone
rende „Memento vivere", het
„Mens durf te leven...!", dat én
voor Witte én voor Jean-Louis Pi-
suisse, wiens volwaardige vertol
king dit lied tot een hoogtepunt in
de historie van het Nederlandse ca
baret maakte, een artistiek suc
ces van de eerste orde bleek. Ook
nu nog spreekt dit lied, dat als een
zweepslag tussen een fantasieloze,
apathische kudde knalde, aan:
„Het leven is heerlijk, het leven
is mooi,
Maar vlieg uit in de lucht en
kruip niet in een kooi,
Mensch durf te leven!
Je kop in de hoogte, je neus
in de wind,
en lap aan je laars hoe een
ander het vindt!
Hou een hart vol van warmte
en liefde in je borst,
Maar wees op je vierkante me
ter een Vorst!
Wat je zocht kan geen ander
je geven!
Mensch, durf te leven...
Het cabaret is het leven zélf. Het
levenslied evolueerde en klinkt van
daag. in het tijdperk van het atoom
en de Spoetniks, anders dan veer
tig jaar geleden. Maar zolang de
mens méns blijft zullen Dirk Witte's
creaties repertoire houden, omdat
zij door hun bewogen-menselijke in
houd worden begrepen.
Onsterfelijkheid zal deze te vroeg
gestorven baanbreker van het zui
vere. Nederlandse levenslied door
zijn kunst niet verwerven. Maar de
verdienste het Nederlandse cabaret
een eigen stijl en een eigen gezicht
te hebben gegeven, verwierf hij al
tijdens zijn leven.
j-1.
een soep voor fijnproevers
Een ideaal truitje voor het koude kan over het hoofd getrokken wor
jaargetijde: de grote wijde kraag,
die door de franje doet denken
aan de parka van de Eskimo's,
den. Het wordt hier gedragen door
de 21-jarige Engelse T.V.- en
filmster Shirley Eaton.
(Advertentie)
Terzijde van,alle stromingen en
tegenstromingen in de litteraire
wereld, van luidruchtige existen
tialisten en experimentalisten en
hun even luidruchtige tegenspre
kers heeft Antoon Coolen, de pas
gehuldigde, zich een oeuvre opge
bouwd, dat alleen maar rustig en
bespiegelend en met een wijze hu
mor de mensen en verschijnselen in
een kleine gemeenschap beschrijft
in een fijn proza met normale vol
zinnen zonder duisternis. Niet op
pervlakkig of beperkt, maar met
een innigheid, die doordringt tot in
de diepste vezelen van 's mensen
wezen en bestemming.
De laatste jaren liet zijn pen niet
zo veel meer los alleen het gave
„De vrouw met de zeven slapers"
doch er gingen allang geruchten, dat
er weer een groot werk op stapel
stond en in enkele tijdschriften ver
schenen zelfs fragmenten. Nu is er
dit werk dan, „De grote voltige" en
die titel zegt reeds, dat het circus-
bedrijf er een rol in speelt. Maar die
titel reikt verder. Via de dorpsge
meenschap, waarin men zo gemak
kelijk weer het bekende Peeldorp
herkent, zien we hier in treffende si-
multaniteit de beelden van het oude
kalm voortstappende „tegocdertrou-
we" Brabant naast het Brabant, dat
zich moet handhaven op de steige
ringen van een nieuwe tijd.
Coolen daagt de lezer als het ware
uit in zijn figuren werkelijk bestaan
de personen te herkennen en hij wil
ook geenszins ontkennen, dat ze „mo
del" voor hem hebben gestaan, maar
het was niet zijn doel te portretteren,
doch de werkelijkheden door het fil
ter van de verbeelding te herschep
pen tot een nieuw artistiek bestaan,
dat buiten alle toevalligheden zijn le
ven leidt. Wigbert Benner, de rak
ker van de smid, verzot op het cir
cus, die later zijn dorp tot roem
strekt als schepper van een gigan
tisch bedrijf, en die zelf een ama
teur-circus opricht, wie zal daarbij
niet dadelijk denken aan een bekend
groot-industrieel in het hedendaagse
Nederland
Ook de andere figuren zullen zeker
verscheidene aanrakingspunten heb
ben met wat daar in die dorpsge
meenschap is voorgevallen. Maar dit
alles is niet belangrijk. Belangrijk is
alleen dat we hier het wonderlijk we
zen „mens" in zijn vele potenties en
emoties, in zijn tocht tussen geboorte
en dood zien verschijnen in al zijn
verscheidenheid, in zijn gemeen
schappen en zijn eenzaamheid met
als achtergrond het dorp en de na
tuur en de seizoenen.
We beleven door een procédé van
heen en weer stappen van nieuw in
oud, van oud in nieuw de evolutie
van de tijd, van de opvattingen, van
de gesteltenissen in vaak dezelfde
personen. De kwajongen, die het cir
cus bezoekt, hoewel de Deken erte
gen gepreekt en de Broeder ertegen
gewaarschuwd heeft, is later de gro
te heer, die zijn geboortedorp een
circus schenkt en er hoge autoritei
ten, waaronder een monseigneur mag
begroeten, terwijl hij ook de vergrijs
de Broeder ontmoet. „Mijnheer Ben
ner herinnerde met een lachje aan
de strafregels toen hij als jongen
zo'n programma in de schoolklas had
meegebracht. Broeder Hergolinus
lachte ja, het was nu een andere
tijd".
Voor eenvoudige boeren, die eerst
niets meer kenden dan hun dorp en
de naaste omgeving, gaat de wereld
open en er trekken er zelfs weg
naar andere continenten. Tot de
meest markante bladzijden in dit
boek behoort het, waar Coolen het
vertrek van het Gofferke met zijn
vrouw en zijn talrijke kroost naar
Canada beschrijft. Voor de grootva-
<tor> ook reawaardig wee, woedt
1 het te machtig en hij emigreert naar
de hemel.
Allerlei figuren vinden in dit won
derlijk en zorgvuldig geschreven boek
hun plaats: Een deftig schoolhoofd
met een mismaakt vrouwtje ge
trouwd, dat hij vertroetelt, maar die
de argwaan opwekt van een stiekeme
zedenbewaker, omdat er ook gere
geld drie levenslustige nichtjes over
de vloer komen: de invalide Pauline,
die een roekeloosheid uit de jeugd
moet bekopen met een eeuwig ziek
bed en in dienende liefde en gods
vrucht haar dagen slijt: Lowieke, die
zichzelf een moordenaar acht en
daarvoor dan ook heeft gezeten, doch
wiens onschuld posthuum aan het
daglicht treedt; de filosofische jon
ker-vrijgezel. die met een ongelukkig
getrouwde vriend en zijn Belgische
kok verrukkelijke wjjnavonden orga
niseert. En dan is er telkens weer het
circus, zorgvuldig en met liefde in
zijn opvoeringen beschreven, het cir
cus, dat meneer Benner als kleine
jongen deed wegzwerven en dat hem
later zijn dochter ontrooft.
Over alles ligt het waas van mede
dogen met de mensen, die zo vaak
gedwarsboomd worden in hun verlan
gens, maar verguld met de blijheid
om het leven, dat aan allen toch zo
dierbaar is. Het is een milde en wij
ze en in zijn stijl en opbouw zorgvul
dig gecomponeerde roman, die Coo
len schreef.
Het is de vrucht van een zeldzaam
talent, dat zich niet opdringt met ma
nifesten en klaroenstoten, doch met
de innigheid van een sprookjesvertel
ler ons het werkelijke leven laat zien
en proeven en ondervinden.
Nijgh en Van Ditmar te Den Haag
gaven deze voortreffelijke roman uit.
In de Prisma-serie van het Spec
trum te Utrecht is verschenen „Dood
op de Ijzeren trap", een vertaling van
„Murder must advertise" van Doro
thy Sayers.
Lord Peter Wimsey, de voorbeeldi
ge speurder, die altijd iets meer weet
te ontdekken dan Scotland Yard,
moet in dit verhaal tekstschrijver
worden op een advertentiebureau om
de moord te kunnen oplossen op een
der employés. Er blijkt veel meer
achter te zitten dan men verwacht.
Wimsey raakt verzeild in een enor
me handiel in narcotica en slechts
zijn geniale talenten zijn voldoende
om de affaire te ontraadselen. Een
speurdersverhaal van het klassieke
genre, dat men met veel plezier kan
lezen.
De jonge Franse schrijfster Gene-
viève Gennari verwierf met dit boek
de ,,Prix international". Staat men
soms verbaasd over de uitspraken
van jury's: na lezing van de ,,Drie
nichten Muller" moeten wij bekennen,
dat deze hoge onderscheiding volko
men verdiend is. Van de berg boeken,
welke jaarlijks van de persen komen,
steken er gewoonlijk niet meer dan
tien a twaalf boven de massa
uit en dit werk is er één van.
Het zijn drie romans, die harmo
nisch ineenvloeien en kunstig gecom
poneerd* zijn om een centrale figuur,
grootvader Muller, Zwitser van af
komst, die in Frankrijk, dank zij zijn
stalen karakter en machtige energie
een grote fabriek sticht en tot rijk
dom komt. Eens in het jaar stromen
de familileden naar 't kasteel, dat 't
als zomerverblijf kocht en daar ont
rollen zich voor het oog van de lezer
de levens van de drie nichtjes, die
haast niets anders met elkaar ge
meen hebben dan het sterke Muller-
bloed en de neiging naar het volko-
mene. Dit radicale in hun wezen staat
tussen hen en het geluk, dat zij harts
tochtelijk zoeken, maar niet vinden,
ondanks talent, invloed en geld. Het
leven dwingt ook hen tot een com
promis en op meesterlijke wijze
beeldt de schrijfster uit, hoe ze dit
liiitAiadeUjk slmtaa. De gang van het
verhaal is niet vol vaart, omdat de
schrijfster, die over een opmerkelijke
hoeveelheid mensenkennis en levens
wijsheid beschikt, haar karakters
diep peilt en uitvoerig weergeeft,
maar moeilijk kan men het dikke
boek neerleggen als men er mee be
gonnen is.
Het zwaartepunt van de roman ligt
in de voor Frankrijk zo bewogen pe
riode van 1934-1945 en even fascine
rend als de karaktertekening is de
milieu-schildering. Weldadig doet het
aan dat de schrijfster niet verstikt
is in het materialisme en ook de
waarde van de geestelijke goederen
beseft.
Voor rijpere lezers is dit boek. uit
gave N.V. Vink (Antwerpen-Tilburg)
geschikt.
Een onderhoudend en dikwijls zeer
spannend boek is ..Karavaan in de
wildernis" van Bart Spicer, dat in de
Triomfreeks van van Tuyl, Zaltbom-
mel verscheen.
Het is het verhaal van 300 Franse
emigrés, die voor de grote revolutie
op de vlucht sloegen en een nieuw
vaderland willen stichten in Ohio.
Twee markante figuren, de stugge
maar rechtschapen en dappere Schot,
kolonel Crosbee en luitenant Blan-
chard, de niet minder moedige doch
heel wat charmanter man, krijgen de
zware taak om de emigrés. niet voor
bereid op deze barre tocht van de
kust uit naar hun verre bestemming
te brengen. Behalve de Indianen en
de natuur, bedreigen hen verraders
van blanke afkomst en de schrijver
maakt van dit gegeven een epos,
waarin behalve de verschrikking ook
de romantiek aan haar trekken komt.
Wat de schrijver Hubert Janssen
ons in ,,De Suikerzoete Madonna"
meedeelt over ,,de eenzaamheid" is
op zichzelf reeds om inhoud zowel
als om dictie een compleet boek
waard. Zeer diep en met een over
rompelende zin voor openhartigheid
ontleedt hij wezen en schijn in de
eenzaamheid van de kloosterling èn
van de kloostergemeenschap. Uiterst
broze onderwerpen als vriendschap,
totale verlatenheid, blinde onzelf
zuchtigheid en niet-lichamelijke ver
rukkingen toetst hij aan de persoon
lijke realiteit, die zich niet los kan
maken van een meer aangeduid dan
wei-omschreven heimwee naar het
verleden. Zijn visie op al deze pro
blemen is derhalve beklemmend per
soonlijk. Daaruit danken wij een boek
van bescheiden omvang, dat zowel
om de behandelde stof als vanwege
een opvallend fijnzinnig gehanteerde
en onbesmette oprechtheid de schrij
vers in een-slag recht geeft op een
blijvende plaats in onze Nederlandse
litteratuur. Voor ontwikkelde lezers
van harte aanbevolen (Uitgave J. M.
Meulenhoff
'n Roman zoals Frits Huël ons in 'n
uitgave van Leopold heeft gegeven
met als titel ..Een vruchtboom is Jo
zef" kan wellicht om de compositie
aanspraak maken op bewondering.
De verwerking van de stof kan dat in
alle overige bij de beoordeling van
een roman belangrijke opzichten ech
ter niet of nauwelijks.
Wanneer wij hem bijvoorbeeld verge
lijken met een schrijver als Walter
(Advertentie)
Breedveld dan komen wij tot de con
clusie. dat deze laatste wellicht ge
brek heeft aan compositorisch raffi
nement, maar eveneens dat hij als
verteller de meerdere is van Huël.
waarmee we maar willen zeggen, dat
Breedveld een goede plaats inneemt
onder de ..minores" en dat wij der
halve Frits Huël voor zijn toekom
stig werk nog enkele hoedanigheden
toewensen, welke hem tenminste op
een gelijke hoogte brengen. Vergele
ken met eerder werk van zijn hand
lijkt dit boek ons een (kleine) stap
terug.
Het inmiddels al in brede kring be
kend geworden boekwerk van de Nij
meegse hoogleraar F. Van Der Meer:
„Augustinus de zielzorger" heeft een
welverdiende tweede druk gekregen
in twee Prisma-deeltjes, waardoor
het wijde verspreiding kan vinden.
Wat deze talentvolle en deskundige
schrijver uit de geschriften van de
grote Kerkvader en diens tijdgenoten
heeft opgegraven als kostbaar getui
genis van een nog steeds niet ver
bleekte beschaving verdient om meer
dan een reden zeer brede belangstel
ling.
Wanneer André Maurois, lid van de
Académie Francaise aan een roman
een bewonderend voorwoord geeft,
dan staat dit gelijk met een keur op
de kwaliteit. Niet vaak echter heeft
hij dit met zoveel zin gedaan als bij
..Oogst van Kaïn", een roman van
Rosalina Coelho Lisboa. Maurois ver
gelijkt dit werk over Mexico als kei
zerrijk en republiek met de meest
beroemde roman van de Russische
grootmeester Tolstoi Oorlog en Vre
de". Dit geschiedt ook min of meer
terecht, al haalt naar onze mening
de familieroman Oogst van Kaïn"
slechts zelden hoogte en diepte, wel
ke ons in Oorlog en Vrede" over
rompelen en overtuigen. Dit neemt
niet weg, dat Rosalina Coelho Lisboa
een litteraire schepping tot stand
bracht, die in een bepaald deel van
de wereld vermoedelijk onverganke
lijk zal blijven.
Hiermee menen wij zowel haar
grootheid als haar beperkt-zijn te
hebben getekend. Het werk van Tol
stoi, zo zou men misschien mogen
formuleren, is boeiend en levend voor
alle mensen van alle tijden, terwijl
Oogst van Kaïn" waarschijnlijk op
de erfgenamen van wat wij in beperk
te zin de Westerse beschaving zou
den willen noemen misschien vandaag
nog diepe indruk maakt en vermoe
delijk bij komende geslachten niet
meer dan vluchtige ontroering wekt.
De compositie van het boek is be
wonderenswaardig. De schrijfster
vertelt zonder dat haar dit enig
merkbare moeite kost van detail tot
detail het leven van enkele geslach
ten. Ondanks deze gedetailleerde be
schrijving ziet zij kans om in betrek
kelijk klein bestek het grote geheel
van al deze levens en van de zeden
die daarmee komen en gaan tot één
bont en niettemin samenhangend ge
heel te verwerken. Bovendien krijgt
de lezer een heldere kijk op de groei
van Mexico als staat en als volk. Dit
nu is zelfs in de grote litteratuur een
aanmerkelijke prestatie. En het ver
wondert ons dan ook niet. dat de Uit
geverij P. Vink tot een uitgave in de
Nederlandse Taal heeft besloten. Wel.
licht is aan dit besluit het actueel
zijn van het rassenprobleem overi
gens niet helemaal vreemd. Voor
volwassen lezers aanbevolen.
Gunstige wereldmarkt een der oorsaken.
De gemeente Aardenburg heeft van
de Rijksdienst voor Oudheidkundig
Bodemonderzoek te Amersfoort een
zending oudheden ontvangen, welke
als een waardevolle aanwinst voor
het in opbouw zijnde museum kan
worden beschouwd. Uit de in Aarden
burg bij opgravingen gevonden scher
ven kon deze rijksdienst meerdere
stenen vazen, kruiken, urnen, potten
en andere voorwerpen in elkaar zet
ten. Hierdoor is de gemeente onder
meer in het bezit gekomen van een
prachtige Romeinse amphora, die in
Nederland zeer zeldzaam is, van 50
om hoog.
Ook andere fraaie potten en krui
ken uit de Romeinse tijd kwamen
hierdoor in het bezit van Aarden
burgs museum, alsmede een serie klei
ner aardewerk, zoals kannetjes. Ver
der werden Romeinse dakpannen ge
vonden, stenen deksels, alsmede een
fraaie kruik uit de vroege Middel
eeuwen, welker vorm tot nu toe wei
nig werd aangetroffen. Ook werden
stukken van molenstenen aan het
museum afgestaan. Deze stukken mo
lensteen dateren ook uit de Romein
se tijd en zijn afkomstig van de Ro
meinse legerscharen. Bij de Romein
se legers was het namelijk gebruike
lijk. dat de soldaten in natura wer
den uitbetaald, in plaats van geld in
hun handen te krijgen. Zo kreeg elke
soldaat een hoeveelheid graan toege
wezen, dat hijzelf moest malen. Hier
voor werden in het leger dan gegroef
de molenstenen meegevoerd. De voor
delen daarvan waren, dat de soldaten
zelf voor het eten moesten zorgen en
niet te veel vrije tijd hadden, waar
door ze zich niet aan wandaden kon
den overgeven, doch bij aanvallen der
Germaanse stammen moesten deze
molenstenen, die zeer zwaar waren,
dikwijls in de steek worden gelaten,
hetgeen moeilijkheden voor de voed
selvoorziening van het leger mee
bracht.
De Rijksdienst voor het Oudheid
kundig Bodemonderzoek heeft bij de
diverse stukken aardewerk een toe
lichting en datering gegeven, zodat
door deskundigen is bepaald, wat de
gevonden voorwerpen zijn en uit wel
ke eeuw zij stammen. Ook dit zal
(Advertentie)
voor het museum van belang zijn,
daar hierdoor de samenstelling der
collectie uit cultureel oogpunt een
veel grotere waarde krijgt. Te Aar-
denbuvg heeft de oudheidkundige J.
van Hinte uit Sint Kruis zich belast
met de ordening en het beheer, totdat
het museum in gebruik wordt geno
men.
Het College van Rijksbemid
delaars heeft de partijen bij het
verschil van inzicht inzake de
beloning van de KLM-vliegers,
zijn standpunt medegedeeld. In
het kort mokt dit erop neer, dat
het College van oordeel is, dat
er geen achterstand is in de
reële inkomens van de KLM-
vliegers vergeleken met het ge
middeld reële inkomen van hun
Westeuropese collega's, maar
dat er wellicht mogelijkheden
zijn gelegen in de destijds door
de KLM gedane suggestie tot
een zekere technische herziening
ten aanzien van de promotie en
de pensionering der vliegers.
Het college stelt in verband daar
mede partijen, voor, het overleg over
deze herziening op korte termijn te
openen en, zo mogelijk, de lonen en
andere arbeidsvoorwaarden voor de
toekomst in een collectieve arbeids
overeenkomst neer te leggen.
Van de zijde der directie van de
KLM zeide men ons, desgevraagd, op
de mededelingen geen commentaar te
hebben.
Een belangrijke beslissing is dezer
dagen genomen door de directie van
de N.V. Bata Schoen- en Lederfa-
brieken. Heden werd bekend ge
maakt, dat de prijzen van een aantal
dames-, heren- en kinderschoenen
worden verlaagd. Dit is he' ant
woord op een indertijd door de minis
ter van economische zaken aan de
ondernemers gedaan verzoek om
otöra sulks mogelijk was tot prijs
verlaging over te gaan. Dit in ver
band met bestedingsbeperking en de
door de regering voorgenomen poli
tiek ten aanzien van lonen en prij
zen. Er wordt vertrouwd, dat de
daling van de grondstoffenprijzen
op de wereldmarkt ook in de Icder-
sector tot uiting zal komen.
Met de verkoop der in prijs ver
laagde artikelen wordt hedenmiddag
een aanvang gemaakt
Een fraai voorbeeld van etalage
bouw in een Amsterdams waren
huis, dat een etalage ter gelegen
heid van het komende SL-Nico-
laasfeest aan de ruimtevaart wijd
de. De voorstelling geeft een lan
ding op de maan weer.