PaQbUa Dirk Witte, schepper van het Nederlandse chanson stierf 25 jaar geleden Warm en charmant HONIG BOEKENPLANK „De grote voltige" in het heelal d SCHOENEN WORDEN IN PRIJS VERLAAGD Aardenburgs museum boekt waardevolle aanwinst -10 11 VIERDE BLAD \HIJDAG 15 NOVEMBER 1957 11 Introductie van 1 jderlands lied ct i Coolens laatste roman een voortreffelijk werk Dood op de ijzeren trap De nichten Muller Karavaan in de wildernis De Suikerzoete Madonna Een Vruchtboom is Jozef Augustinus de Zielzorger Oogst van Kaïn Belangrijke beslissing van Bata.directie. Rijksbemiddelaars geen achterstand beloning der KLM-vliegers zich ont strijd om rustig in indt. Toch Ifde mens, toestanden de mens ie levens betekenis, olgende fa- iet kind, de n mens, de lens. van dit mg is van et mogelijk onderschei- grote trek- opzet, be- om de in lok voor de interessant i-Tielt, Den J. H. Op 15 november 1932 over- t leed Dirk Wittetekstdichter en componist. Het feit, dat nü nog 25 jaren na zijn dood tal van zijn cabaretliedjes J ■worden gezongen was aanlei- Wie de nog jonge geschiedenis van het Nederlandse cabaret „sstudeert, zal bemerken, dat de ontwikkeling van deze kunst- vorm vanaf het prille begin is gekenmerkt door het intensief A reven en zoeken naar een eigen stijl. Een stijl, die het nuchtere Nederlandse publiek zou grijpen en boeien. Een vorm, die ons p zou maken voor het dromerige, satyrische, milde en bijtende -houwen van het wereldgebeuren, voor met wat zelf-spot en v ,3gerigheid gekruide meditatie. Dat moeizaam zoeken naar een pakkende stijl duurt nog steeds t. Het cabaret immers is als geen andere artistieke uiting ■j kunst, gebaseerd op actualiteit en de op het moment heer st: mentaliteit. Goed cabaret is het leven zélf. Waarmede te- is de grote rol van het „levenslied" in het internationale ca- .trepetroire is verklaard. ding om in enkele regels deze J grootmeester der *-*-*-*- te herdenken. kleinkunst t t t Pet cabaret, oorspronkelijk ge- insoireerd op het Franse voorbeeld en het Duitse UUeberbrettl, werd in Nederland geïntroduceerd door im- p.-essario Max van Gelder. Hij vond in de veelzijdige Koos Speenhoff een artiest, die met hart en ziel deze nieuwe kunstvorm op zijn eigen, soms wel al te rauwe manier, bij het publiek invoerde. Gróót ge maakt werd het cabaret evenwel vooral door de legendarische voor drachtskunstenaar Jean-Louis Ti- suisse. die als „Moutmartre-jon- gen" gekleed in blauwe trui en flu welen broek internationale ver maardheid bezat. Zijn repertoire omvatte honderden Franse, Duitse en Engelse liedjes, die hij met een onnavolgbare flair en „schwung" zong in Scheveningen. maar ook in München. Batavia, Yokohama en Peking. Hij was een gevierd ar tiest. Maar zijn talenten zouden het glanzendst schitteren in het door- en-door Nederlandse lied, waarnaar hij met onvermoeide ijver zocht. Hij vond zo'n lied in 1914, toen hij in contact kwam met Dirk Witto, toen nog jongste bediende bij een Zaandammer houtfirma, later groot-zakenman, maar voor altijd tekstdichter en componist van het waarachtige Nederlandse levens lied. dat qua stijl, vorm en inhoud sterk afweek van de cabaretliede- ren-in-Speenhofstijl. ,.M'n eerste", het verhaal over het sopraantje van de zangvereniging was ook het eer ste nummer waarmee Witte door de vertolking van Pisuisse succes oogstte. Dirk Witte was geen „brood schrijver". Hij had simpelweg ple zier in het schrijven en componeren van liedjes. Aanvankelijk bezorgde hem dit plaatselijke bekendheid. Na de eerste samenwerking met Pi- suisse echter nam zijn roem een groter vlucht en daarmede ook zijn produktiviteit. In hetzelfde jaar nog dat Nederland zijn „M'n Eerste..." neuriede zong Coba Kinsbergen „Voorbij" en „Het meisje van de winkel". Zijn chansons, vaak wee moedig en enigszins dramatisch van inslag, waren populair. Luchti ger en vrolijker waren zijn solda tenliederen. „Asperine, aspe- rien...!" zal hij vele oud-militairen van '14-'18, toen dit schone epos in de officiële soldatenzangbundel was opgenomen, prettige herinnerin gen oproepen. Naast een weemoedig „Hand- schoentjesbrief". waarin de twijfel van een met de handschoen gehuwd bruidje omtrent de gevoelens van haar in Indië verblijvende echtge noot op een dramatische wijze wordt bezongen, schrijft Witte een pittig, open en sprankelend lied over Trien, de frisse, struise boe renmeid uit „het Land van Noord- Scharwou", wier geur „herinnert aan het bonte vee". Hij compo neert het met romantiek geladen „Mei" en vermóórdt bewust alle romantische gevoelens in het „Wijn glas", een bijtend-sarcastische ver oordeling van het politieke spel der „hoge heren" tegen de achter grond van de diepmenselijke el lende. die voortvloeide uit de Eerste Wereldoorlog. Hij dicht het impone rende „Memento vivere", het „Mens durf te leven...!", dat én voor Witte én voor Jean-Louis Pi- suisse, wiens volwaardige vertol king dit lied tot een hoogtepunt in de historie van het Nederlandse ca baret maakte, een artistiek suc ces van de eerste orde bleek. Ook nu nog spreekt dit lied, dat als een zweepslag tussen een fantasieloze, apathische kudde knalde, aan: „Het leven is heerlijk, het leven is mooi, Maar vlieg uit in de lucht en kruip niet in een kooi, Mensch durf te leven! Je kop in de hoogte, je neus in de wind, en lap aan je laars hoe een ander het vindt! Hou een hart vol van warmte en liefde in je borst, Maar wees op je vierkante me ter een Vorst! Wat je zocht kan geen ander je geven! Mensch, durf te leven... Het cabaret is het leven zélf. Het levenslied evolueerde en klinkt van daag. in het tijdperk van het atoom en de Spoetniks, anders dan veer tig jaar geleden. Maar zolang de mens méns blijft zullen Dirk Witte's creaties repertoire houden, omdat zij door hun bewogen-menselijke in houd worden begrepen. Onsterfelijkheid zal deze te vroeg gestorven baanbreker van het zui vere. Nederlandse levenslied door zijn kunst niet verwerven. Maar de verdienste het Nederlandse cabaret een eigen stijl en een eigen gezicht te hebben gegeven, verwierf hij al tijdens zijn leven. j-1. een soep voor fijnproevers Een ideaal truitje voor het koude kan over het hoofd getrokken wor jaargetijde: de grote wijde kraag, die door de franje doet denken aan de parka van de Eskimo's, den. Het wordt hier gedragen door de 21-jarige Engelse T.V.- en filmster Shirley Eaton. (Advertentie) Terzijde van,alle stromingen en tegenstromingen in de litteraire wereld, van luidruchtige existen tialisten en experimentalisten en hun even luidruchtige tegenspre kers heeft Antoon Coolen, de pas gehuldigde, zich een oeuvre opge bouwd, dat alleen maar rustig en bespiegelend en met een wijze hu mor de mensen en verschijnselen in een kleine gemeenschap beschrijft in een fijn proza met normale vol zinnen zonder duisternis. Niet op pervlakkig of beperkt, maar met een innigheid, die doordringt tot in de diepste vezelen van 's mensen wezen en bestemming. De laatste jaren liet zijn pen niet zo veel meer los alleen het gave „De vrouw met de zeven slapers" doch er gingen allang geruchten, dat er weer een groot werk op stapel stond en in enkele tijdschriften ver schenen zelfs fragmenten. Nu is er dit werk dan, „De grote voltige" en die titel zegt reeds, dat het circus- bedrijf er een rol in speelt. Maar die titel reikt verder. Via de dorpsge meenschap, waarin men zo gemak kelijk weer het bekende Peeldorp herkent, zien we hier in treffende si- multaniteit de beelden van het oude kalm voortstappende „tegocdertrou- we" Brabant naast het Brabant, dat zich moet handhaven op de steige ringen van een nieuwe tijd. Coolen daagt de lezer als het ware uit in zijn figuren werkelijk bestaan de personen te herkennen en hij wil ook geenszins ontkennen, dat ze „mo del" voor hem hebben gestaan, maar het was niet zijn doel te portretteren, doch de werkelijkheden door het fil ter van de verbeelding te herschep pen tot een nieuw artistiek bestaan, dat buiten alle toevalligheden zijn le ven leidt. Wigbert Benner, de rak ker van de smid, verzot op het cir cus, die later zijn dorp tot roem strekt als schepper van een gigan tisch bedrijf, en die zelf een ama teur-circus opricht, wie zal daarbij niet dadelijk denken aan een bekend groot-industrieel in het hedendaagse Nederland Ook de andere figuren zullen zeker verscheidene aanrakingspunten heb ben met wat daar in die dorpsge meenschap is voorgevallen. Maar dit alles is niet belangrijk. Belangrijk is alleen dat we hier het wonderlijk we zen „mens" in zijn vele potenties en emoties, in zijn tocht tussen geboorte en dood zien verschijnen in al zijn verscheidenheid, in zijn gemeen schappen en zijn eenzaamheid met als achtergrond het dorp en de na tuur en de seizoenen. We beleven door een procédé van heen en weer stappen van nieuw in oud, van oud in nieuw de evolutie van de tijd, van de opvattingen, van de gesteltenissen in vaak dezelfde personen. De kwajongen, die het cir cus bezoekt, hoewel de Deken erte gen gepreekt en de Broeder ertegen gewaarschuwd heeft, is later de gro te heer, die zijn geboortedorp een circus schenkt en er hoge autoritei ten, waaronder een monseigneur mag begroeten, terwijl hij ook de vergrijs de Broeder ontmoet. „Mijnheer Ben ner herinnerde met een lachje aan de strafregels toen hij als jongen zo'n programma in de schoolklas had meegebracht. Broeder Hergolinus lachte ja, het was nu een andere tijd". Voor eenvoudige boeren, die eerst niets meer kenden dan hun dorp en de naaste omgeving, gaat de wereld open en er trekken er zelfs weg naar andere continenten. Tot de meest markante bladzijden in dit boek behoort het, waar Coolen het vertrek van het Gofferke met zijn vrouw en zijn talrijke kroost naar Canada beschrijft. Voor de grootva- <tor> ook reawaardig wee, woedt 1 het te machtig en hij emigreert naar de hemel. Allerlei figuren vinden in dit won derlijk en zorgvuldig geschreven boek hun plaats: Een deftig schoolhoofd met een mismaakt vrouwtje ge trouwd, dat hij vertroetelt, maar die de argwaan opwekt van een stiekeme zedenbewaker, omdat er ook gere geld drie levenslustige nichtjes over de vloer komen: de invalide Pauline, die een roekeloosheid uit de jeugd moet bekopen met een eeuwig ziek bed en in dienende liefde en gods vrucht haar dagen slijt: Lowieke, die zichzelf een moordenaar acht en daarvoor dan ook heeft gezeten, doch wiens onschuld posthuum aan het daglicht treedt; de filosofische jon ker-vrijgezel. die met een ongelukkig getrouwde vriend en zijn Belgische kok verrukkelijke wjjnavonden orga niseert. En dan is er telkens weer het circus, zorgvuldig en met liefde in zijn opvoeringen beschreven, het cir cus, dat meneer Benner als kleine jongen deed wegzwerven en dat hem later zijn dochter ontrooft. Over alles ligt het waas van mede dogen met de mensen, die zo vaak gedwarsboomd worden in hun verlan gens, maar verguld met de blijheid om het leven, dat aan allen toch zo dierbaar is. Het is een milde en wij ze en in zijn stijl en opbouw zorgvul dig gecomponeerde roman, die Coo len schreef. Het is de vrucht van een zeldzaam talent, dat zich niet opdringt met ma nifesten en klaroenstoten, doch met de innigheid van een sprookjesvertel ler ons het werkelijke leven laat zien en proeven en ondervinden. Nijgh en Van Ditmar te Den Haag gaven deze voortreffelijke roman uit. In de Prisma-serie van het Spec trum te Utrecht is verschenen „Dood op de Ijzeren trap", een vertaling van „Murder must advertise" van Doro thy Sayers. Lord Peter Wimsey, de voorbeeldi ge speurder, die altijd iets meer weet te ontdekken dan Scotland Yard, moet in dit verhaal tekstschrijver worden op een advertentiebureau om de moord te kunnen oplossen op een der employés. Er blijkt veel meer achter te zitten dan men verwacht. Wimsey raakt verzeild in een enor me handiel in narcotica en slechts zijn geniale talenten zijn voldoende om de affaire te ontraadselen. Een speurdersverhaal van het klassieke genre, dat men met veel plezier kan lezen. De jonge Franse schrijfster Gene- viève Gennari verwierf met dit boek de ,,Prix international". Staat men soms verbaasd over de uitspraken van jury's: na lezing van de ,,Drie nichten Muller" moeten wij bekennen, dat deze hoge onderscheiding volko men verdiend is. Van de berg boeken, welke jaarlijks van de persen komen, steken er gewoonlijk niet meer dan tien a twaalf boven de massa uit en dit werk is er één van. Het zijn drie romans, die harmo nisch ineenvloeien en kunstig gecom poneerd* zijn om een centrale figuur, grootvader Muller, Zwitser van af komst, die in Frankrijk, dank zij zijn stalen karakter en machtige energie een grote fabriek sticht en tot rijk dom komt. Eens in het jaar stromen de familileden naar 't kasteel, dat 't als zomerverblijf kocht en daar ont rollen zich voor het oog van de lezer de levens van de drie nichtjes, die haast niets anders met elkaar ge meen hebben dan het sterke Muller- bloed en de neiging naar het volko- mene. Dit radicale in hun wezen staat tussen hen en het geluk, dat zij harts tochtelijk zoeken, maar niet vinden, ondanks talent, invloed en geld. Het leven dwingt ook hen tot een com promis en op meesterlijke wijze beeldt de schrijfster uit, hoe ze dit liiitAiadeUjk slmtaa. De gang van het verhaal is niet vol vaart, omdat de schrijfster, die over een opmerkelijke hoeveelheid mensenkennis en levens wijsheid beschikt, haar karakters diep peilt en uitvoerig weergeeft, maar moeilijk kan men het dikke boek neerleggen als men er mee be gonnen is. Het zwaartepunt van de roman ligt in de voor Frankrijk zo bewogen pe riode van 1934-1945 en even fascine rend als de karaktertekening is de milieu-schildering. Weldadig doet het aan dat de schrijfster niet verstikt is in het materialisme en ook de waarde van de geestelijke goederen beseft. Voor rijpere lezers is dit boek. uit gave N.V. Vink (Antwerpen-Tilburg) geschikt. Een onderhoudend en dikwijls zeer spannend boek is ..Karavaan in de wildernis" van Bart Spicer, dat in de Triomfreeks van van Tuyl, Zaltbom- mel verscheen. Het is het verhaal van 300 Franse emigrés, die voor de grote revolutie op de vlucht sloegen en een nieuw vaderland willen stichten in Ohio. Twee markante figuren, de stugge maar rechtschapen en dappere Schot, kolonel Crosbee en luitenant Blan- chard, de niet minder moedige doch heel wat charmanter man, krijgen de zware taak om de emigrés. niet voor bereid op deze barre tocht van de kust uit naar hun verre bestemming te brengen. Behalve de Indianen en de natuur, bedreigen hen verraders van blanke afkomst en de schrijver maakt van dit gegeven een epos, waarin behalve de verschrikking ook de romantiek aan haar trekken komt. Wat de schrijver Hubert Janssen ons in ,,De Suikerzoete Madonna" meedeelt over ,,de eenzaamheid" is op zichzelf reeds om inhoud zowel als om dictie een compleet boek waard. Zeer diep en met een over rompelende zin voor openhartigheid ontleedt hij wezen en schijn in de eenzaamheid van de kloosterling èn van de kloostergemeenschap. Uiterst broze onderwerpen als vriendschap, totale verlatenheid, blinde onzelf zuchtigheid en niet-lichamelijke ver rukkingen toetst hij aan de persoon lijke realiteit, die zich niet los kan maken van een meer aangeduid dan wei-omschreven heimwee naar het verleden. Zijn visie op al deze pro blemen is derhalve beklemmend per soonlijk. Daaruit danken wij een boek van bescheiden omvang, dat zowel om de behandelde stof als vanwege een opvallend fijnzinnig gehanteerde en onbesmette oprechtheid de schrij vers in een-slag recht geeft op een blijvende plaats in onze Nederlandse litteratuur. Voor ontwikkelde lezers van harte aanbevolen (Uitgave J. M. Meulenhoff 'n Roman zoals Frits Huël ons in 'n uitgave van Leopold heeft gegeven met als titel ..Een vruchtboom is Jo zef" kan wellicht om de compositie aanspraak maken op bewondering. De verwerking van de stof kan dat in alle overige bij de beoordeling van een roman belangrijke opzichten ech ter niet of nauwelijks. Wanneer wij hem bijvoorbeeld verge lijken met een schrijver als Walter (Advertentie) Breedveld dan komen wij tot de con clusie. dat deze laatste wellicht ge brek heeft aan compositorisch raffi nement, maar eveneens dat hij als verteller de meerdere is van Huël. waarmee we maar willen zeggen, dat Breedveld een goede plaats inneemt onder de ..minores" en dat wij der halve Frits Huël voor zijn toekom stig werk nog enkele hoedanigheden toewensen, welke hem tenminste op een gelijke hoogte brengen. Vergele ken met eerder werk van zijn hand lijkt dit boek ons een (kleine) stap terug. Het inmiddels al in brede kring be kend geworden boekwerk van de Nij meegse hoogleraar F. Van Der Meer: „Augustinus de zielzorger" heeft een welverdiende tweede druk gekregen in twee Prisma-deeltjes, waardoor het wijde verspreiding kan vinden. Wat deze talentvolle en deskundige schrijver uit de geschriften van de grote Kerkvader en diens tijdgenoten heeft opgegraven als kostbaar getui genis van een nog steeds niet ver bleekte beschaving verdient om meer dan een reden zeer brede belangstel ling. Wanneer André Maurois, lid van de Académie Francaise aan een roman een bewonderend voorwoord geeft, dan staat dit gelijk met een keur op de kwaliteit. Niet vaak echter heeft hij dit met zoveel zin gedaan als bij ..Oogst van Kaïn", een roman van Rosalina Coelho Lisboa. Maurois ver gelijkt dit werk over Mexico als kei zerrijk en republiek met de meest beroemde roman van de Russische grootmeester Tolstoi Oorlog en Vre de". Dit geschiedt ook min of meer terecht, al haalt naar onze mening de familieroman Oogst van Kaïn" slechts zelden hoogte en diepte, wel ke ons in Oorlog en Vrede" over rompelen en overtuigen. Dit neemt niet weg, dat Rosalina Coelho Lisboa een litteraire schepping tot stand bracht, die in een bepaald deel van de wereld vermoedelijk onverganke lijk zal blijven. Hiermee menen wij zowel haar grootheid als haar beperkt-zijn te hebben getekend. Het werk van Tol stoi, zo zou men misschien mogen formuleren, is boeiend en levend voor alle mensen van alle tijden, terwijl Oogst van Kaïn" waarschijnlijk op de erfgenamen van wat wij in beperk te zin de Westerse beschaving zou den willen noemen misschien vandaag nog diepe indruk maakt en vermoe delijk bij komende geslachten niet meer dan vluchtige ontroering wekt. De compositie van het boek is be wonderenswaardig. De schrijfster vertelt zonder dat haar dit enig merkbare moeite kost van detail tot detail het leven van enkele geslach ten. Ondanks deze gedetailleerde be schrijving ziet zij kans om in betrek kelijk klein bestek het grote geheel van al deze levens en van de zeden die daarmee komen en gaan tot één bont en niettemin samenhangend ge heel te verwerken. Bovendien krijgt de lezer een heldere kijk op de groei van Mexico als staat en als volk. Dit nu is zelfs in de grote litteratuur een aanmerkelijke prestatie. En het ver wondert ons dan ook niet. dat de Uit geverij P. Vink tot een uitgave in de Nederlandse Taal heeft besloten. Wel. licht is aan dit besluit het actueel zijn van het rassenprobleem overi gens niet helemaal vreemd. Voor volwassen lezers aanbevolen. Gunstige wereldmarkt een der oorsaken. De gemeente Aardenburg heeft van de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek te Amersfoort een zending oudheden ontvangen, welke als een waardevolle aanwinst voor het in opbouw zijnde museum kan worden beschouwd. Uit de in Aarden burg bij opgravingen gevonden scher ven kon deze rijksdienst meerdere stenen vazen, kruiken, urnen, potten en andere voorwerpen in elkaar zet ten. Hierdoor is de gemeente onder meer in het bezit gekomen van een prachtige Romeinse amphora, die in Nederland zeer zeldzaam is, van 50 om hoog. Ook andere fraaie potten en krui ken uit de Romeinse tijd kwamen hierdoor in het bezit van Aarden burgs museum, alsmede een serie klei ner aardewerk, zoals kannetjes. Ver der werden Romeinse dakpannen ge vonden, stenen deksels, alsmede een fraaie kruik uit de vroege Middel eeuwen, welker vorm tot nu toe wei nig werd aangetroffen. Ook werden stukken van molenstenen aan het museum afgestaan. Deze stukken mo lensteen dateren ook uit de Romein se tijd en zijn afkomstig van de Ro meinse legerscharen. Bij de Romein se legers was het namelijk gebruike lijk. dat de soldaten in natura wer den uitbetaald, in plaats van geld in hun handen te krijgen. Zo kreeg elke soldaat een hoeveelheid graan toege wezen, dat hijzelf moest malen. Hier voor werden in het leger dan gegroef de molenstenen meegevoerd. De voor delen daarvan waren, dat de soldaten zelf voor het eten moesten zorgen en niet te veel vrije tijd hadden, waar door ze zich niet aan wandaden kon den overgeven, doch bij aanvallen der Germaanse stammen moesten deze molenstenen, die zeer zwaar waren, dikwijls in de steek worden gelaten, hetgeen moeilijkheden voor de voed selvoorziening van het leger mee bracht. De Rijksdienst voor het Oudheid kundig Bodemonderzoek heeft bij de diverse stukken aardewerk een toe lichting en datering gegeven, zodat door deskundigen is bepaald, wat de gevonden voorwerpen zijn en uit wel ke eeuw zij stammen. Ook dit zal (Advertentie) voor het museum van belang zijn, daar hierdoor de samenstelling der collectie uit cultureel oogpunt een veel grotere waarde krijgt. Te Aar- denbuvg heeft de oudheidkundige J. van Hinte uit Sint Kruis zich belast met de ordening en het beheer, totdat het museum in gebruik wordt geno men. Het College van Rijksbemid delaars heeft de partijen bij het verschil van inzicht inzake de beloning van de KLM-vliegers, zijn standpunt medegedeeld. In het kort mokt dit erop neer, dat het College van oordeel is, dat er geen achterstand is in de reële inkomens van de KLM- vliegers vergeleken met het ge middeld reële inkomen van hun Westeuropese collega's, maar dat er wellicht mogelijkheden zijn gelegen in de destijds door de KLM gedane suggestie tot een zekere technische herziening ten aanzien van de promotie en de pensionering der vliegers. Het college stelt in verband daar mede partijen, voor, het overleg over deze herziening op korte termijn te openen en, zo mogelijk, de lonen en andere arbeidsvoorwaarden voor de toekomst in een collectieve arbeids overeenkomst neer te leggen. Van de zijde der directie van de KLM zeide men ons, desgevraagd, op de mededelingen geen commentaar te hebben. Een belangrijke beslissing is dezer dagen genomen door de directie van de N.V. Bata Schoen- en Lederfa- brieken. Heden werd bekend ge maakt, dat de prijzen van een aantal dames-, heren- en kinderschoenen worden verlaagd. Dit is he' ant woord op een indertijd door de minis ter van economische zaken aan de ondernemers gedaan verzoek om otöra sulks mogelijk was tot prijs verlaging over te gaan. Dit in ver band met bestedingsbeperking en de door de regering voorgenomen poli tiek ten aanzien van lonen en prij zen. Er wordt vertrouwd, dat de daling van de grondstoffenprijzen op de wereldmarkt ook in de Icder- sector tot uiting zal komen. Met de verkoop der in prijs ver laagde artikelen wordt hedenmiddag een aanvang gemaakt Een fraai voorbeeld van etalage bouw in een Amsterdams waren huis, dat een etalage ter gelegen heid van het komende SL-Nico- laasfeest aan de ruimtevaart wijd de. De voorstelling geeft een lan ding op de maan weer.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1957 | | pagina 7