JAYAZEE
Nieuwjaarsdag 1942
Oók al aan
de sigaar?
Professor Pjotr Kapitza
Tal van amateurclubs
rond met
lopen al
kampioensaspiraties
KLAPROOSDAG
Japanse onderzeeboot torpedeert
Een der grootste geleerden
19
ZESDE BLAD
19
Ontberingen
verouderden
Jan de Mul
De man die de Russische kunstmaan maakte
Om de uranium
„Vermist, als overleden verondersteld", was
het Internationale Rode Kruisbericht dat vader
Piet de Mul (Steenkamplaan 51. Terneuzen) op
15 mei 1943 over zijn zoon Jan, 3e machinist bij
de koopvaardij ontving.
In '26 was Jan bij de koopvaardij gegaan.
Het was nu eenmaal een natuur die het niet
lang op dezelfde plaats uithield. Een vierkante
vent. Zo op het oog een beetje onverschillig,
maar lang niet kwaad als je hem wat beter
leerde kennen. Op een goede dag was hij ver
trokken en het zou jaren duren voor hij weer
terug zou komen. Jaren van verschrikkelijke
ontberingen, waaraan vele mensen ten onder
moesten gaan. Hij kwam terug uit de hel; uiter
lijk wat verouderd maar innerlijk gekraakt. Hij
kreeg op 5 oktober '57 op het Paleis op de Dam
van Prins Bernhard het Kruis van Verdienste
en woont nu in een nieuwe woning in Ter-
neuzen.
Het stoomschip „Langkoeas" heet
te, voor het bij het uitbreken van de
oorlog in beslag werd genomen,
„Stassfurt" en was oorspronkelijk
eigendom van de Hamburg-Amerika-
lijn. In de namiddag van Nieuwjaars
dag 1942 voer het van Tjandjong-
Priok uit met bestemming Soerabaya
met 135 koppen, waarvan 28 Europea
nen, 87 Chinezen en 20 Javanen. Het
schip zou zijn bestemming nooit be
reiken; van de bemanning werd één
lid gered; Jan de Mul.
De eerste dag ging alles goed. Op
2 januari 's avonds om 7 uur liep de
waaier van één van de circulatiepom-
pen der ketels vast, waardoor slechts
op halve kracht kon worden ge
stoomd. Om hall negen ging de derde
machinist Jan de Mul naar kooi om
enige ogenblikken later aan de vre
selijkste avonturen van zijn leven te
beginnen
„Door een doffe knal werd ik plot
seling wakker", zo vertelt Jan. „Ik
zag het licht in de hut uitgaan en
hoorde roepen dat wij getorpedeerd
waren. Ik nam mijn zakje met pa
pieren en mijn zwemvest en liep zo
hard ik kon naar het sloependek.
Men was reeds bezig met het ge
reedmaken van de sloepen, omdat het
commando was gegeven het schip zo
vlug mogelijk te verlaten. Ik zag dat
het schip in de machinekamer was
getroffen en dat de mensen die be
neden waren verloren moesten zijn.
De „Langkoeas" maakte zware slag
zij over stuurboord en de machineka-
merkap was totaal weggeslagen. Het
werd hoog tijd dat ik in de sloep
ging", zo vertelt Jan bijna onbewo
gen verder. „Nauwelijks had ik er
in plaats genomen of hij plofte van
een hoogte van 7 meter naar bene
den, schoot als een pijl onder water
en kwam vol water weer boven. Ik
had mij aan één der doften vastge
houden en zag dat er verschillende
mensen uit verdwenen waren. Er
klonk van alle kanten geroep om
hulp, maar omdat wij versuft waren
door de val en de zee erg onrustig
was, konden wij onmogelijk hulp bie
den. Ongeveer 18 mensen verloren
bij deze val van de sloep het leven.
De tweeëndertig overblijvenden, be
gonnen bij gebrek aan beter, met
hun schoenen de boot leeg te hozen.
Ik had hen dit verzocht omdat mij
het commando was opgedragen. Het
was een geluk dat de boot het nog
wat uithield op zijn met kapok ge
vulde luchttanks. Maar lang kon dit
niet meer duren. Wij dreven lang
zaam van de zinkende „Langkoeas"
af".
Mitrailleurvuur
„Kapitein Kreumer met de motor
sloep en de bakboordsloep op sleep
touw zou ons ter hulp komen. Wij
zagen hem op een halve mijl naderen.
Plotseling meldde de 5e machinist
op ongeveer 2 mijl een naderend
schip. Wij keken in spanning die
richting uit. Voor wij precies wisten
wat het was werd een schot gelost
op de motorsloep van de kapitein.
Er volgden nog ongeveer 8 schoten
op beide sloepen en vlak daarop mi
trailleurvuur op de overgebleven
mensen. Ondertussen kwam het schip
steeds nader. Het was de duikboot
die ons had getorpedeerd.
Er ontstond een paniek in de
sloep", aldus Jan de Mul. „Ik vroeg
de mensen kalm te blijven anders
zouden zij ons te vlug opmerken.
Maar de duikboot kwam steeds dich
terbij. Op nog geen vijftig meter
werden wij nog steeds beschoten. De
meeste mensen werden gedood. Ik
zelf sprong overboord en zwom'een
eind weg. steeds dekking zoekend
door zo lang mogelijk onder water
te blijven. Het vuren hield op en ik
zwom terug naar de sloep. Ik hoorde
Willy Brasser, de leerling-werktuig
kundige. Hij bloedde hevig uit zijn
bovenarm. Op dat moment verdween
de sloep in de diepte. Door het ge
schreeuw van Brasser werd de aan
dacht van de duikbootbemanning
weer op ons gevestigd. Men begon
weer te schieten en ik moest Brasser
loslaten. De arme jongen verdween
in de golven".
Jappen
Jan de Mul zwom om zo ver moge
lijk van de onderzeeboot vandaan te
komen, maar het lukte hem niet.
Aan dek klonk geschreeuw van de
matrozen. Er bleef hem niets anders
over dan zich aan het vaartuig vast
te houden. Hij kwam aan het voor-
duik-roer terecht. „Kort daarna werd
ik door enige matrozen aan dek ge
hesen, waarop een woest gehuil op-
geing. Ik werd midscheeps bij de
commandotoren gebracht", zo gaat
Jan verder. „Ik had hevige pijn aan
het linkerbeen en er sijpelde bloed
uit. Ondertussen had ik gezien dat
de opvarenden Jappen waren. Ik
toonde mijn gewond been aan één der
matrozen. Hij trok er zich niets van
aan en stompte mij tegen de toren
op onder bedreiging met een revol
ver. Kort daarop ontstond een nieuw
tumult. Een Chinees en een Javaan
hadden zich aan het achterschip vast
geklemd en werden nu op het dek
getrokken. Zij werden beneden in de
duikboot gebracht".
„De duikboot-kapitein stelde mij al
lerlei vragen: of ik de kapitein was,
de naam van het schip, de koers,
waar wij vandaan kwamen enz. On
der allerlei bedreigingen en slagen
werd dit verhoor afgenomen. Woest
geschreeuw volgde omdat ik niets
wilde zeggen. Mijn papieren werden
afgenomen en toen ik de zee over
keek zag ik de „Langkoeas" bran
dend ten onder gaan. Dit drama, dat
zich in korte tijd had afgespeeld, was
onbeschrijfelijk".
Overboord
,,Ik wist niet wat er verder ging
gebeuren", vertelt Jan verder. ,,De
officier, die mijn papieren had na
gekeken, kwam weer boven en gaf
ze mij als vodden terug. Ook de Chi
nees en de Javaan werden boven ge
bracht. De officier mompelde zoiets
als ,,You go home". Het getier begon
weer opnieuw. Ik kreeg een schop in
mijn rechterzij en plofte overboord.
Ik had enige ogenblikken nodig om
mij te herstellen, mijn papieren dre
ven rond en verdwenen. De Chinees
en de Javaan werden mij na gegooid
en zo dreven wij op 2 januari om
middernacht in de Javazee. De on
derzeeboot loste nog enkele salvo's
maar wij werden niet getroffen. Wij
probeerden zo dicht mogelijk bij el
kaar te blijven, maar door de hoge
deining waren wij elkaar na enige
uren kwijt".
Tegen de morgen had het zwem
vest geen drijfvermogen meer. Het
drukte mij onder water en ik had de
grootste moeite om het uit te krij
gen. Ik lag nu al tien uur in het wa
ter. De zon stond hoog en ik schatte
het zo ongeveer 10 uur. Van mijn
wond en de pijn in mijn rechterzij
had ik veel hinder. Ik worstelde de
gehele dag om boven te blijven. De
avond viel en ik lag al achttien uur
in het water, met niets anders om
me heen dan een eindeloze water
vlakte en de lucht. Toen zag ik iets
drijven. Na enige tijd zag ik dat het
een stukgeschoten vlot was.
Na veel moeite kon ik me aan
boord hijsen. Grote gaten waren aan
beide kanten en het water liep er
overal uit; maar ik kon uitrusten.
Tenminste wat men rusten noemt
want ik werd geweldig heen en weer
geslingerd. Het was weer heldere
maan toen ik over het water keek
en plotseling iemand zag drijven. Het
was de Chinees en een beetje later
zagen wij ook de Javaan. Zij hadden
allebei nog hun zwemvest en hadden
het dus niet zo moeilijk gehad".
Eenzaamheid
,.Zo werd 'n verschrikkelijke nacht
ingegaan. Ik had het koud, mijn kle
ren had ik door het lange zwemmen
verloren. Bij het opgaan van de zon
op 4 januari zagen wij iets drijven",
zo gaat de Mul verder. Hij heeft niets
gezegd over de verschrikkingen van
die nacht, maar het is duidelijk te
zien dat hij zich alles nog goed her
innert en er niet meer aan wil den
ken. ,,Het bleek een oude werkboot
te zijn. Ik voelde er niet veel voor
om er heen te zwemmen, maar mis
schien was er water en eten aan
boord. De Chinees kon ik niet over
halen mee te zwemmen en daarom
deed ik het maar alleen. De boot
stond halfvol water. Ik proefde het,
maar het was niet drinkbaar. Dus
ook deze boot was lek. Met het oude
zeil, een stuk mast en een paar rie
men tuigde ik het zaakje een beetje
op en zeilde naar het vlot. De Chinees
en de Javaan stapten over en tegen
de avond hadden wij hem leeg en de
kielproppen gerepareerd. Wij hoopten
op redding maar wij zagen niets dan
water en nog eens water. Wij had
den ontvettende dorst. Ik verbrandde
door de tropenzon en alles deed pijn.
Zo ging het dag in, dag uit. De Chi
nees en de Javaan sprak niet meer
en lagen apatisch op de bodem van
de boot".
Land
„Op de morgen van 8 januari zag
ik land. Het bleek later Bawean te
zijn. Wij landden aan het noordelijk
gedeelte en werden opgepikt door een
inheems visser die direct hulp ging
halen. Hij had klappers bij zich Ik
dronk er drie van leeg en zakte in
elkaar. Ik kon niet meer lopen. Een
inheems dokter gaf mij een injectie
maar het hielp niet Ook mijn beidé
(Advertentie)
kameraden waren er erg aan toe.
Koelies droegen ons en na vier uren
kwamen wij boven op een berg. Ik
kreeg een sarong en wat slappe thee
want ik had steeds dorst. Ik lag
midden op de pasar, niet wetende hoe
ik mij moest draaien of keren van
de pijn. Ik had geen honger. Midden
in de nacht werden wij met een oude
taxi naar het plaatsje Sangapora ge
bracht waar ik op een politiebureau
terechtkwam en ik weer door een in
heemse dokter werd behandeld. Ik
werd bewusteloos. Hoe lang weet ik
niet, maar toen ik bijkwam stond er
een Hollandse marinedokter en een
verpleegster bij mij. Ik werd per
vliegtuig naar Soerabaya overge
bracht".
,,Wij landden om één uur te Soera
baya. Na een half uur kwam de ma
rinecommandant ons opzoeken en ons
gelukwensen met onze redding; maar
ik verlangde naar een bed. Vijf we
ken bleef ik in het ,,Darmo"-zieken-
huis. Wat er met de Chinees en de
Javaan is gebeurd, weet ik niet, want
ik was te ziek om er naar te vragen.
Daarna werd ik naar Batavia geroe
pen om verder verslag uit te bren
gen. Ik werd weer ziek en belandde
in het Tjikini-hospitaal. Galblaas en
blinde darm werden weggenomen,
maar het ergste waar ik mee af te
rekenen kreeg was de zenuwschok,
waarmee ik een jaar in het zieken
huis te Batavia bleef".
Kampleven
Na al deze wederwaardigheden
kwam Jan de Mul in een Jappenkamp
terecht waar hij 3jaar verbleef.
Na zes jaar en vijf maanden
Omdat hij weigerde te werken werd
hij een jaar lang in een cel opgeslo
ten. Later werd hij overgebracht
naar Tjimahi, boven Bandoeng, waar
hij een jaar lang de dokter hielp bij
de verzorging van de melaatsen.
Toen wij vroegen of hij niet bang
was voor besmetting, antwoordde
Jan eenvoudig: ,,Ik moest wel want
niemand anders deed het".
Hij overleefde al zijn ontberingen.
Op de dag dat zijn ouders veertig
jaar waren getrouwd (in 1945) kre
gen zij bericht dat hun zoon in leven
was en spoedig weer thuis zou zijn.
„Wij waren zo ontdaan dat wij er de
andere dag ziek van waren", vertelde
vader de Mul. Jan is teruggekomen.
Hij was nog zwijgzamer dan vroe
ger. Een van de ontelbare drama's
die de oorlog heeft gekend had zich
ook in zijn leven afgespeeld.
Het is nog niet zo lang geleden dat men de Russische weten
schappen en vorderingen op talloze gebieden, met glimlachjes
ontving. Er werd geschreven en gesproken over het gestumper
der Sovjets en vooral de grootste Russische camouflage-veldtocht
tegen Finland, heeft het Westen doen schateren van het lachen.
Intussen heeft Rusland zijn A en H bommen, zijn raketten en nu
zijn kunstmaan.
De „Spoetnik", te vertalen als „fellow traveller", een lang niet
van humor ontblote naam voor deze kunstmaan, houdt geheel de
wereld bezig.
Het Westen doet er goed aan te „leren" van deze Russische
vorderingen.
Wie is de grote man van de A en H bom envan de „Spoet
nik"?
Deze man is de grote geleerde professor Pjotr Kapitza, over
wiens leven en werk onze speciale medewerker in onderstaand
artikel schrijft.
In het jaar 1937 ging de premier
en eerste maarschalk van Mongolië
Demid, op reis om een staatsie-be
zoek te brengen aan Moskou. De
premier en eerste maarschalk van
Mongolië, Demid, bereikte de Sov
jet-Unie niet. Hij stierf onderweg
in de trein „Maagkanker" zei
het Russische communiqué. „Moord"
zeiden enige regeerders in Mongolië.
Stalin betuigde diepe deelneming bij
dit „onherstelbare verlies".
Een jaar later werd Tschoibolsan,
partijleider in Buiten-Mongolië, uit
genodigd naar het gastvrije Rusland
te komen. Tschoibolsan wilde niet het
risico lopen „maagkanker" in een
trein naar de Sovjet-Unie te krijgen.
Toen werd er een ander plan be
dacht.
„Als je naar de Mongolen gaat,
overlaad hen met geschenken!"
Een delegatie ging naar de Mon
goolse Republiek om een „Kunst-
maand" bij te wonen. Met cadeaus,
waaronder drukpersen, radiozenders,
filmprojectors, met buidels vol roe
bels en met een standbeeld nota
bene van de vorig jaar aan
„maagkanker" overleden Demid. Het
standbeeld werd plechtig onthuld in
de geboortestreek van Demid in
Tannoe.
De gulle gasten hadden behalve
hun scheerapparaten ook nog andere
instrumenten bij zich. Voorts bevon-1
den zich in het vrijgevige gezelschap
een aantal geologen.
Het bezoek was interessant: Het
geboed Tannoe - Ola bevatte de groot
ste uraniumvoorraden ter wereld.
Tannoe werd in 1944 ingelijfd bij de
Sovjet-Unie.
En in 1948 begonnen de Sovjets reeds
aan de exploitatie van de ontstellend
grote uranium-rijkdom van 't Chinese
grensgebied Dzjoengarije, dat door de
Russische geleerde geoloog Gambo-
jew die beweerde uit een concen
tratiekamp te zijn ontvlucht te
voren reeds op bodemschatten was
onderzocht. Waarmede wij alleen
maar willen zeggen, dat het heus niet
zo'n verschrikkelijke degradatie voor
Molotov was wat wij Westerlin
gen zo gaarne zouden willen geloven
om ambassadeur te worden in
Buiten-Mongolië, een gebied waar
zich, zoals reeds geschreven, de
grootste uraniumschatten ter wereld
bevinden. Uranium is van immens be
lang bij de vervaardiging van atoom
bommen, zoals u weet.
En een van de geleerdste mannen
ter wereld, de Russische professor
Pjotr Kapitza, de man die de wa
terstofbom voor de Sovjet-Unie
maakte, heeft grote hoeveelheden
uranium weten te gebruiken, toen
hij met andere geleerden de bom
ontwierp.
Spelletje schaak
Pjotr Leonidowitsch Kapitza was de
zoon van de tsaristische generaal
te geven, evenals Roosendaal wat
Goes betreft. Rood Wit staat dunkt
ons in eigen omgeving gunstig geno
teerd tegen Hust, hoewel deze Z.
Vlamingen soms (zie verleden zon
dag) zeer schotvaardig uit de hoek
kunnen komen. Voor WVO is er een
grijpbare kans om de eerste winst
te boeken, nu Corn. Boys naar Oos
terhout komt. v
De derde klussers
Ook by de derde klassers blyft
het er geducht spannend toe gaan.
In 3 B twee directe concurrenten
voor de eerste plaats WSC en UDI;
in 3 C Dongen en Hero, in 3 D Grens
wachters, Terneuzen èn Meto, eentje
méér dus.
WSC staat ook na komende zon-
Men is nog lang niet aan de helft der competitie toe, des
ondanks begint er niet slechts tekening in diverse standen-
lijsten te komen, enige clubs lopen kennelijk met het ernstige
voornemen rond om zich meester te maken van de kampioens
titel. Dit voor iedereen waarneembaar beeld, biedt op het ogen
blik onnoemelijk veel stof tot gedachten wisseling. Daarnaast is
het duidelijk, dat we een competitie beleven, zo spannend en zo
levendig, dat er geen verbazing behoeft te bestaan over de
werkelijk bijzonder grote belangstelling, welke gelukkig
ook voor amateurvoetbal aan de dag wordt gelegd.
Bij de eerste klassers prijkt MOC uit Bergen op Zoom, met drie
punten voorsprong op De Spechten en S.C. Emma aan de kop van
de ranglijst in C. Het is waar. dat de twee op de hielen volgende
clubs een wedstrijd minder hebben gespeeld, maar zo'n voorsprong is
waardevol genoeg om met kans op behoud tot het laatst toe door te
zetten. Komende zondag worden de Bergse blauwwitten zwaar op de
proef gesteld, nu ze op bezoek moeten bij Alliance in Roosendaal,
dit jaar een beter spelende ploeg dan in het vorige seizoen.
Deze ontmoetingen zijn steeds on
der grote spanning verlopen. Zondag
zien we dat opnieuw gebeuren. Hoe
het resultaat wordt? We houden het
op een puntenverdeling. Vlissingen,
dat uit de jongste wedstrijd bij Roer
mond de volle winst haalde, zien we
zondag, thuis tegen Maurits, het
zelfde doen. Roermond gaat hoogst
waarschijnlijk een derde nederlaag
tegemoet, nu De Spechten op be
zoek komen. Sportclub Emma mag
eveneens in staat worden geacht op
eigen grond te winnen, al is Braban-
tia niet zoveel zwakker. Heer, zo be
scheiden begonnen, heeft zich kranig
hersteld, maar meer dan een gelijk
spel, tegen bezoeker Valkenswaard
kunnen we het vooralsnog niet mee
gegeven. Het is mogelijk, dat Kim-
bria op het betere pad terugkeert,
maar succes boeken contra Boxtel
(zij het in Maastricht) lijkt dunkt
ons, slechts ten dele mogelijk.
De tweede klassers
Terwijl in 2 B het Oosterhoutse
T.S.C. de meest ernstige plannen
blijkt te kosteren om in de kortste
keren naar de eerste klasse terug te
komen (drie punten voorsprong op
Sarto, Rood Wit en Internos) ziet het
er in 2 A héél anders uit. Daar ont
dekken we drie clubs met een gelijk
aantal punten (9).
Koploper Taxandria heeft echter
pas vijf wedstrijden gespeeld, terwijl
Schijndel zes en TOP er zeven achter
de rug heeft. Aldus gezien neemt
Taxandria de sterkste positie in. Ko
mende zondag zal weer blijken of
die gehandhaafd, versterkt of ver
zwakt zal worden. De uitwedstrijd bij
ODC geeft namelijk wel te denken
Niettemin lijkt een nieuwe zege voor
de leiders voor de hand liggend.
Een op de stand invloed uitoefenende
match is die tussen TOP en Schijndel
op het terrein van eerstgenoemde. We
zullen er ons niet over verbazen ais
de volle winst in Oss blijft. Uno
Animo heeft een gerede kans om 'n
tweede overwinning te boeken, nu
het thuis tegen Boxmeer opeieert
Woenselse Boys krijgt de handen voi
aan Oss; hier voorspellen we een
draw. Veloc en DESK doen in Eind
hoven waarschijnlijk evenzo, maar
JVC is te zwak om enig succes con
tra Gemert te boeken.
Een zeer belangrijk duel wordt in
2 B Sarto-TSC. De Oosterhoutenaren
kunnen nu meteen het bewijs e/eren1
dat zij óók de sterkste tegenstanders'
de baas zijn in deze competitie. De
punten zijn in deze ontmoeting dus
wel zeer waardevol. RAC doet het tot
nog toe maar sobertjes, doch we ma-
ken ons sterk, dat daar spoed:.® ver
andering in kan komen. Ójf het
echter al zondag lukken zal thuis te
gen Internos, is voorlopig een onen
Yraat?-BSC achten we op eigen grond
ui staat Middelburg met succes partij
dag nog bovenaan, nu het tegen St.-
Michielsgestel gaat, maar SCB kon
wel eens een struikelblok worden
voor UDI, dat als gastheer optreedt.
VOAB heeft een kansje contra Con
cordia SVD. Nevelo weet wel raad
met GSBW, maar bij GW-Baardwijk
hebben we het op een puntenverde
ling staan. In 3 C staat een grote
match op stapel, nu Dongen gast
heer is van Hero. Het ziet er naar
uit, dat na een zwaar gevecht de
punten in Dongen blijven. RWB kan
het beslist klaren tegen Hieronymus,
hetgeen niet mag worden beweerd
van Virtus contra Veerse Boys. RK
DVC—SET wordt een gelijk opgaan
de strijd, met alle mogelijkheden van
dien. SCO durven we thuis echter
een kleine zege op RKC voorspellen.
Het „lijstje" in 3 D begint met de
hoogst interessante ontmoeting Axel-
Grenswachters. De Axelaren zijn
zwak begonnen, maar tonen langzaam
maar zeker in de betere richting te
willen. De leiders, die te gast zijn,
zullen dat vermoedelijk aanstaande
zondag nog weten te beletten. Hon-
tenisse lijkt zeker winner te worden
tegen RKFC, maar Biervliet is be
slist te zwak voor METO. Zeelandia
klopt RCS, terwijl ODIO met veel
goede wil hetzelfde hetzelfde ver
mag contra Zeeland Sport. Terneu
zen staat op winst tegen Zierikzee.
De vierde klassers
Het zou wel toevallig zijn, als men
in de laagste regionen qua spanning
te kort zou schieten. Het tegendeel
is het geval, want in 4 E zitten
Nieuwkuik en Hilvaria leider RKTVV
dicht op de hielen; in 4 F is het Gil-
ze, dat als bedreiger van koploper I kant en zo zien we ook de ontwife-
Madese Boys fungeert; Steenbergen keling bij Luctor—'s-Heer Arendsker-
en Halsteren vormen de kopgroep in
4 G (beide 11 pnt.), met de aanteke
ning, dat Steenbergen één wedstrijd
minder heeft gespeeld. Clinge en
Ierseke zijn in 4 G de twee leiders,
waarvan laatstgenoemde er relatief
iets gunstiger voor staat. Eens zien,
wat er zondag allemaal kan gebeu
ren,
ke.
In 4 E wint Velocitas van Oirschot
Vooruit, maar een puntenverdeling is
te verwachten bij Hilvaria-Nieuw-
kuik. Zwart Wit staat zwak contra
Zigo, evenals TAC tegen RKTW,
maar Vios klopt SVG.
In 4 F staat RSV zwak tegen be
zoeker Gilze, in tegenstelling tot
Devo contra Zundert, waar eerder 'n
puntenverdeling kan worden ver
wacht. Ook bij RKWUBreda is een
dergelijk resultaat voor de hand lig
gend, doch Madese Boys achten we in
staat Boeimeer met ledige koffers te
retourneren. Het zou in 4 G 'n dave
rende verrassing zijn, als Renesse
succes op Steenbergen wist te boe
ken. Intussen geloven we daar niet in.
SC Gastel daarentegen is wellicht op
eigen terrein capabel om Nieuw-
Borgvliet winst te ontnemen. Cluzona
kan praktisch gesproken niet van
Halsteren winnen, evenmin als NSV
van Noordhoek, iets waartoe men wel
Kaaise Boys tegen Burgh in staat
mag achten. In 4 H durven we het
aan, om RIA een overwinning op
Sluiskil mee te geven en ook Steen
ten opzichte van Aardenburg; weini
gen bovendien twijfelen aan een ne
derlaag van Hansweertse Boys bij
Clinge.'Oostburg-Breskens wordt voor
beide clubs een dubbeltje op zijn
Leonid Kapitza. Hij vluchtte in 1921
met zijn moeder naar Engeland,
waar hij spoedig naam verwierf in
de gehele wereld van de bekende
Engelse professor Ernest Ruther-
ford. Liefst 29 universiteiten ter we
reld verschaften professor Kapitza
het ere-doctoraat.
Kapitza durfde het aan, met Stalin
van mening te verschillen. Hij eiste
zelfs, dat tal van geleerden die in
concentratiekampen vertoefden, on
middellijk werden vrijgelaten. Deze
eisen werden gewoonlijk gesteld, wan
neer hij een partij schaak speelde
met Stalin.
Kapitza was aanvankelijk
evenals Einstein - bevreesd dat
Einstein's energieformule slechts
tot onheil zou leiden. Wat dit be
treft, liet Stalin duidelijk merken
dat het om bommen ging en voor
alsnog niet om een stof waarvan
een kilogram wellicht voldoende
zou zijn om miljoenen tonnen ko
len te vervangen.
Het duurde daarom niet lang, of
Kapitza ging in gezelschap van de
even beroemde professor Joffe en...
Malenkov naar het Sewangmeer,
waar binnen een tijdsbestek van eni
ge jaren een van de grootste atoom
steden in Rusland ontstond.
Intussen stelt de Franse communis
tische professor Joliot-Curie zijn uit
vinding ter beschikking van de Sov
jet-Unie; een uitvinding die van het
grootste gewicht is, namelijk: „Bij
een juiste afstemming van de „re
giem golf" grijpt het atoomsplit-
singsproces met een dergelijke snel
heid om zich heen, dat het gebeuren
zich praktisch in een ogenblik vol
trekt..."
Deze uitvinding heeft miljarden roe
bel bespaard.
Hij bleef leven
t
In de Russische atoomsteden wordt
ononderbroken gewerkt... Iedere in
gewijde die op enigerlei wijze het
woord super complex" noemde in
het bijzijn van een niet-ingewijde (de
naam waaronder de vervaardiging
van de A-bom tot stand werd ge
bracht), werd mèt deze niet-inge
wijde meestal dezelfde dag geëxe
cuteerd.
Dit lijkt ons Nederlanders zelfs
na de bezetting iets onmogelijks.
Het is gebeurd, dat professor Ka
pitza in een auto, bestuurd door een
door Stalin bevoorrecht chauffeur,
even in de „richting" van het „su
per complex" sprak met een collega.
Stalin kwam dit ter ore en dezelfde
dag nog werd de „chauffeur-prote-
gé" van de dictator doodgeschoten,
Kapitza, de man die zo nodig was,
bleef in leven.
Maar het geduld van Stalin was
in sommige opzichten gering.
Het duurde hem te lang, dat Kapitza
tot resultaten kwam. Het vreemde
was dat Kapitza zich niet liet haas
ten. Hij nam de tijd.
Stalin benoemde anderen om tot
snellere resultaten te komen. Deze
gingen door op het werk van Kapit
za en kwamen tot een „ontsteking"
van de A-bom die niet deugde, vol
gens Kapitza's mening. Dat bleek
juist, want de „anderen" werden bij
de ontploffing gedood.
Weer werd Kapitza de verantwoor
delijke man en opnieuw viel hij even
later in ongenade, omdat hij in con
tact wilde treden met buitenlandse
geleerden.
Zo heeft Kapitza slechts als toe
schouwer de eerste gelukte A-bom
zien ontploffen.
Toen Amerika de waterstofbom
aankondigde, haastte Stalin zich
op aandrang van een aantal ge
leerden om Kapitza wederom gra
tie te verlenen en opdracht te ver
strekken tot het vervaardigen van
de waterstofbom. Binnen weinig
tijd lanceerde Rusland zijn water
stofbom.
Fellow traveller..:
De naam van Kapitza verdween
weer in de oneindigheid van da step
pen. Daar werd de geleerde door
een Inmiddels in schijn veranderde
leiding opgedragen, zich bezig te hou-
den met het onderzoek naar en de
vervaardiging van de kunstmaan.
Weggedoken in nieuwe „weten
schappelijke steden", begeleid door
talloze onderzoekers, vooral ook uit
Duitsland, liet Kapitza de wereld eni
ge weken geleden versteld staan.
Hij zond „Spoetnik" naar het „heel
al". de scheldnaam die Kapitza in
dertijd kreeg fellow traveller
De „Fellow Travellers" in de Wes
terse wereld zijn voor de democratie
een even groot gevaar als de grote
Russische geleerde Kapitza. die men
wellicht op één lijn kan stellen met
de grote denker Einstein.
Herinnert u zich zondag 17 september 1944 nog, nu dertien
jaar geleden? Het begon als een mooie, zonnige najaarsdag, maar
het zou eindigen als één van de zwartste bladzijden uit de ge
schiedenis van de tweede wereldoorlog. Want op deze dag begon
de Slag om Arnhem.
Ons hele volk veerde op. De bevrijding van vijf jaar onder
drukking was onze grenzen reeds gepasseerd. Maar nu leek het
uur der algehele vrijheid met snelle passen nader te komen. Ge
allieerde parachutisten marcheerden door Oosterbeek naar de
Rijnbrug bij Arnhem, om die voor vernieling te behoeden zodat
het uit het zuiden optrekkende leger zomaar ons land boven de
grote rivieren zou kunnen binnenrukken.
Het heeft niet zo mogen zijn.
De parachutisten waren ge
land om het twee dagen te
kunnen uithouden. Zij hielden
het tien dagen en tien nachten
vol, zonder slaap, zonder voed
sel, zonder medicijnen. En een
handjevol dapperen overleefden
deze hel, door tenslotte over
de Rijn naar het zuiden te trek
ken. Tweeduizend bleven er
achter in de bodem van ons
land, tussen de bomen van de
Veluwse bossen, waar zij hun
heldhaftige strijd voerden...
U vindt daar Engelsen en Ca
nadezen, Nieuwzeelanders en
Polen. Daar ligt ook de enige
zoon van die oude Poolse moe
der. Zij wist dat haar zoon naar
Engeland was gegaan. Vier jaar
lang is zij op pad geweest om
daar met hem te worden her
enigd. Zij trok door Rusland en
Azië en eindelijk gelukte het
ham een boot te vinden, die
haar mee naar Engeland zou
nemen.
Vol goede moed stapte zij aan
wal. Nu zou ze binnen enkele
dagen haar zoon weerzien. Maar
toen hoorde zij dat hij er niet
meer was. Hij was met zijn
vrienden vertrokken om te
vechten bij Arnhem en vandaar
niet meer teruggekeerd...
Een leuk joch
Daar is ook het graf van de
vader van die Engelse jongen,
die een half jaar na vaders dood
werd geboren. Een leuk joch,
vol guitestreken. AUeen... één
ding begrijpt hij nog niet:
waarom hij geen vader heeft.
Alle vriendjes op school vertel
len van hun vader en hij heeft
alleen maar verhalen over moe
der...
Zo rijen de graven zich aaneen,
honderden na honderden. Ach
ter elke steen spreekt weer een
andere gschiedenis van verdriet
en gemis en... van verlangen.
Want de liefste wens van al die
vaders en moeders, weduwen
en kinderen der gesneuvelden
is, eens te mogen staan bij het
graf van hem, die opgewekt en
sterk de huiselijke kring ver
liet, om daarin nooit weer terug
te keren. Doch vrijwel allen zijn
maar „gewone mensen", die zo'n
dure reis naar Nederland nooit
kunnen bekostigen, hoe graag
zij ook zouden willen.
Tussen september 1944 en nu
liggen ruim dertien jaar. Een
lange tijd, waarin veel is ver
geten. Maar ook een periode,
die zo weinig betekent in de
mate van verdriet en gemis.
Daarom is het straks weer Klap
roosdag en wordt in de week
van 2 tot en met 9 november
de Klaprooscollecte weer ge
houden. Uit de opbrengst hier
van werden dat Poolse moe
dertje en die Engelse jongen en
meer dan 15.000 andere nabe
staanden in staat gesteld om
naar Nederland te komen. Het
Nederlands Oorlogsgravencomi-
té dat achter deze collecte staat,
regelt alles voor deze mensen:
de reis, het verblijf, een gids
die hun taal spreekt. Dit alles
kost hun niets. Het wordt be
taald uit de giften, die het Ne
derlandse volk door de Klap
rooscollecte schenkt aan de na
bestaanden van hen, die voor
onze vrijheid sneuvelden.
Dank zij deze collecte kan het
Nederlands Oorlogsgravenco-
mité haar zegenrijke troostbie-
dende taak voortzetten. Het is
een taak. die nog lang niet is
volbracht. In ons land werden
meer dan 30.000 geallieerde mi
litairen begraven, die eens met
hun vliegtuigen neerstortten of
vielen in de bevrijdingsstrijd.
Vele tienduizenden wachten tot
de Klaprooscollecte ook hén in
staat stelt om te komen. Zij
wachten., op u: op uw gift aan
deze inzameling en op de paar
uur van uw vrije tijd om te
collecterenl