JAYAZEE Nieuwjaarsdag 1942 Oók al aan de sigaar? Professor Pjotr Kapitza Tal van amateurclubs rond met lopen al kampioensaspiraties KLAPROOSDAG Japanse onderzeeboot torpedeert Een der grootste geleerden 19 ZESDE BLAD 19 Ontberingen verouderden Jan de Mul De man die de Russische kunstmaan maakte Om de uranium „Vermist, als overleden verondersteld", was het Internationale Rode Kruisbericht dat vader Piet de Mul (Steenkamplaan 51. Terneuzen) op 15 mei 1943 over zijn zoon Jan, 3e machinist bij de koopvaardij ontving. In '26 was Jan bij de koopvaardij gegaan. Het was nu eenmaal een natuur die het niet lang op dezelfde plaats uithield. Een vierkante vent. Zo op het oog een beetje onverschillig, maar lang niet kwaad als je hem wat beter leerde kennen. Op een goede dag was hij ver trokken en het zou jaren duren voor hij weer terug zou komen. Jaren van verschrikkelijke ontberingen, waaraan vele mensen ten onder moesten gaan. Hij kwam terug uit de hel; uiter lijk wat verouderd maar innerlijk gekraakt. Hij kreeg op 5 oktober '57 op het Paleis op de Dam van Prins Bernhard het Kruis van Verdienste en woont nu in een nieuwe woning in Ter- neuzen. Het stoomschip „Langkoeas" heet te, voor het bij het uitbreken van de oorlog in beslag werd genomen, „Stassfurt" en was oorspronkelijk eigendom van de Hamburg-Amerika- lijn. In de namiddag van Nieuwjaars dag 1942 voer het van Tjandjong- Priok uit met bestemming Soerabaya met 135 koppen, waarvan 28 Europea nen, 87 Chinezen en 20 Javanen. Het schip zou zijn bestemming nooit be reiken; van de bemanning werd één lid gered; Jan de Mul. De eerste dag ging alles goed. Op 2 januari 's avonds om 7 uur liep de waaier van één van de circulatiepom- pen der ketels vast, waardoor slechts op halve kracht kon worden ge stoomd. Om hall negen ging de derde machinist Jan de Mul naar kooi om enige ogenblikken later aan de vre selijkste avonturen van zijn leven te beginnen „Door een doffe knal werd ik plot seling wakker", zo vertelt Jan. „Ik zag het licht in de hut uitgaan en hoorde roepen dat wij getorpedeerd waren. Ik nam mijn zakje met pa pieren en mijn zwemvest en liep zo hard ik kon naar het sloependek. Men was reeds bezig met het ge reedmaken van de sloepen, omdat het commando was gegeven het schip zo vlug mogelijk te verlaten. Ik zag dat het schip in de machinekamer was getroffen en dat de mensen die be neden waren verloren moesten zijn. De „Langkoeas" maakte zware slag zij over stuurboord en de machineka- merkap was totaal weggeslagen. Het werd hoog tijd dat ik in de sloep ging", zo vertelt Jan bijna onbewo gen verder. „Nauwelijks had ik er in plaats genomen of hij plofte van een hoogte van 7 meter naar bene den, schoot als een pijl onder water en kwam vol water weer boven. Ik had mij aan één der doften vastge houden en zag dat er verschillende mensen uit verdwenen waren. Er klonk van alle kanten geroep om hulp, maar omdat wij versuft waren door de val en de zee erg onrustig was, konden wij onmogelijk hulp bie den. Ongeveer 18 mensen verloren bij deze val van de sloep het leven. De tweeëndertig overblijvenden, be gonnen bij gebrek aan beter, met hun schoenen de boot leeg te hozen. Ik had hen dit verzocht omdat mij het commando was opgedragen. Het was een geluk dat de boot het nog wat uithield op zijn met kapok ge vulde luchttanks. Maar lang kon dit niet meer duren. Wij dreven lang zaam van de zinkende „Langkoeas" af". Mitrailleurvuur „Kapitein Kreumer met de motor sloep en de bakboordsloep op sleep touw zou ons ter hulp komen. Wij zagen hem op een halve mijl naderen. Plotseling meldde de 5e machinist op ongeveer 2 mijl een naderend schip. Wij keken in spanning die richting uit. Voor wij precies wisten wat het was werd een schot gelost op de motorsloep van de kapitein. Er volgden nog ongeveer 8 schoten op beide sloepen en vlak daarop mi trailleurvuur op de overgebleven mensen. Ondertussen kwam het schip steeds nader. Het was de duikboot die ons had getorpedeerd. Er ontstond een paniek in de sloep", aldus Jan de Mul. „Ik vroeg de mensen kalm te blijven anders zouden zij ons te vlug opmerken. Maar de duikboot kwam steeds dich terbij. Op nog geen vijftig meter werden wij nog steeds beschoten. De meeste mensen werden gedood. Ik zelf sprong overboord en zwom'een eind weg. steeds dekking zoekend door zo lang mogelijk onder water te blijven. Het vuren hield op en ik zwom terug naar de sloep. Ik hoorde Willy Brasser, de leerling-werktuig kundige. Hij bloedde hevig uit zijn bovenarm. Op dat moment verdween de sloep in de diepte. Door het ge schreeuw van Brasser werd de aan dacht van de duikbootbemanning weer op ons gevestigd. Men begon weer te schieten en ik moest Brasser loslaten. De arme jongen verdween in de golven". Jappen Jan de Mul zwom om zo ver moge lijk van de onderzeeboot vandaan te komen, maar het lukte hem niet. Aan dek klonk geschreeuw van de matrozen. Er bleef hem niets anders over dan zich aan het vaartuig vast te houden. Hij kwam aan het voor- duik-roer terecht. „Kort daarna werd ik door enige matrozen aan dek ge hesen, waarop een woest gehuil op- geing. Ik werd midscheeps bij de commandotoren gebracht", zo gaat Jan verder. „Ik had hevige pijn aan het linkerbeen en er sijpelde bloed uit. Ondertussen had ik gezien dat de opvarenden Jappen waren. Ik toonde mijn gewond been aan één der matrozen. Hij trok er zich niets van aan en stompte mij tegen de toren op onder bedreiging met een revol ver. Kort daarop ontstond een nieuw tumult. Een Chinees en een Javaan hadden zich aan het achterschip vast geklemd en werden nu op het dek getrokken. Zij werden beneden in de duikboot gebracht". „De duikboot-kapitein stelde mij al lerlei vragen: of ik de kapitein was, de naam van het schip, de koers, waar wij vandaan kwamen enz. On der allerlei bedreigingen en slagen werd dit verhoor afgenomen. Woest geschreeuw volgde omdat ik niets wilde zeggen. Mijn papieren werden afgenomen en toen ik de zee over keek zag ik de „Langkoeas" bran dend ten onder gaan. Dit drama, dat zich in korte tijd had afgespeeld, was onbeschrijfelijk". Overboord ,,Ik wist niet wat er verder ging gebeuren", vertelt Jan verder. ,,De officier, die mijn papieren had na gekeken, kwam weer boven en gaf ze mij als vodden terug. Ook de Chi nees en de Javaan werden boven ge bracht. De officier mompelde zoiets als ,,You go home". Het getier begon weer opnieuw. Ik kreeg een schop in mijn rechterzij en plofte overboord. Ik had enige ogenblikken nodig om mij te herstellen, mijn papieren dre ven rond en verdwenen. De Chinees en de Javaan werden mij na gegooid en zo dreven wij op 2 januari om middernacht in de Javazee. De on derzeeboot loste nog enkele salvo's maar wij werden niet getroffen. Wij probeerden zo dicht mogelijk bij el kaar te blijven, maar door de hoge deining waren wij elkaar na enige uren kwijt". Tegen de morgen had het zwem vest geen drijfvermogen meer. Het drukte mij onder water en ik had de grootste moeite om het uit te krij gen. Ik lag nu al tien uur in het wa ter. De zon stond hoog en ik schatte het zo ongeveer 10 uur. Van mijn wond en de pijn in mijn rechterzij had ik veel hinder. Ik worstelde de gehele dag om boven te blijven. De avond viel en ik lag al achttien uur in het water, met niets anders om me heen dan een eindeloze water vlakte en de lucht. Toen zag ik iets drijven. Na enige tijd zag ik dat het een stukgeschoten vlot was. Na veel moeite kon ik me aan boord hijsen. Grote gaten waren aan beide kanten en het water liep er overal uit; maar ik kon uitrusten. Tenminste wat men rusten noemt want ik werd geweldig heen en weer geslingerd. Het was weer heldere maan toen ik over het water keek en plotseling iemand zag drijven. Het was de Chinees en een beetje later zagen wij ook de Javaan. Zij hadden allebei nog hun zwemvest en hadden het dus niet zo moeilijk gehad". Eenzaamheid ,.Zo werd 'n verschrikkelijke nacht ingegaan. Ik had het koud, mijn kle ren had ik door het lange zwemmen verloren. Bij het opgaan van de zon op 4 januari zagen wij iets drijven", zo gaat de Mul verder. Hij heeft niets gezegd over de verschrikkingen van die nacht, maar het is duidelijk te zien dat hij zich alles nog goed her innert en er niet meer aan wil den ken. ,,Het bleek een oude werkboot te zijn. Ik voelde er niet veel voor om er heen te zwemmen, maar mis schien was er water en eten aan boord. De Chinees kon ik niet over halen mee te zwemmen en daarom deed ik het maar alleen. De boot stond halfvol water. Ik proefde het, maar het was niet drinkbaar. Dus ook deze boot was lek. Met het oude zeil, een stuk mast en een paar rie men tuigde ik het zaakje een beetje op en zeilde naar het vlot. De Chinees en de Javaan stapten over en tegen de avond hadden wij hem leeg en de kielproppen gerepareerd. Wij hoopten op redding maar wij zagen niets dan water en nog eens water. Wij had den ontvettende dorst. Ik verbrandde door de tropenzon en alles deed pijn. Zo ging het dag in, dag uit. De Chi nees en de Javaan sprak niet meer en lagen apatisch op de bodem van de boot". Land „Op de morgen van 8 januari zag ik land. Het bleek later Bawean te zijn. Wij landden aan het noordelijk gedeelte en werden opgepikt door een inheems visser die direct hulp ging halen. Hij had klappers bij zich Ik dronk er drie van leeg en zakte in elkaar. Ik kon niet meer lopen. Een inheems dokter gaf mij een injectie maar het hielp niet Ook mijn beidé (Advertentie) kameraden waren er erg aan toe. Koelies droegen ons en na vier uren kwamen wij boven op een berg. Ik kreeg een sarong en wat slappe thee want ik had steeds dorst. Ik lag midden op de pasar, niet wetende hoe ik mij moest draaien of keren van de pijn. Ik had geen honger. Midden in de nacht werden wij met een oude taxi naar het plaatsje Sangapora ge bracht waar ik op een politiebureau terechtkwam en ik weer door een in heemse dokter werd behandeld. Ik werd bewusteloos. Hoe lang weet ik niet, maar toen ik bijkwam stond er een Hollandse marinedokter en een verpleegster bij mij. Ik werd per vliegtuig naar Soerabaya overge bracht". ,,Wij landden om één uur te Soera baya. Na een half uur kwam de ma rinecommandant ons opzoeken en ons gelukwensen met onze redding; maar ik verlangde naar een bed. Vijf we ken bleef ik in het ,,Darmo"-zieken- huis. Wat er met de Chinees en de Javaan is gebeurd, weet ik niet, want ik was te ziek om er naar te vragen. Daarna werd ik naar Batavia geroe pen om verder verslag uit te bren gen. Ik werd weer ziek en belandde in het Tjikini-hospitaal. Galblaas en blinde darm werden weggenomen, maar het ergste waar ik mee af te rekenen kreeg was de zenuwschok, waarmee ik een jaar in het zieken huis te Batavia bleef". Kampleven Na al deze wederwaardigheden kwam Jan de Mul in een Jappenkamp terecht waar hij 3jaar verbleef. Na zes jaar en vijf maanden Omdat hij weigerde te werken werd hij een jaar lang in een cel opgeslo ten. Later werd hij overgebracht naar Tjimahi, boven Bandoeng, waar hij een jaar lang de dokter hielp bij de verzorging van de melaatsen. Toen wij vroegen of hij niet bang was voor besmetting, antwoordde Jan eenvoudig: ,,Ik moest wel want niemand anders deed het". Hij overleefde al zijn ontberingen. Op de dag dat zijn ouders veertig jaar waren getrouwd (in 1945) kre gen zij bericht dat hun zoon in leven was en spoedig weer thuis zou zijn. „Wij waren zo ontdaan dat wij er de andere dag ziek van waren", vertelde vader de Mul. Jan is teruggekomen. Hij was nog zwijgzamer dan vroe ger. Een van de ontelbare drama's die de oorlog heeft gekend had zich ook in zijn leven afgespeeld. Het is nog niet zo lang geleden dat men de Russische weten schappen en vorderingen op talloze gebieden, met glimlachjes ontving. Er werd geschreven en gesproken over het gestumper der Sovjets en vooral de grootste Russische camouflage-veldtocht tegen Finland, heeft het Westen doen schateren van het lachen. Intussen heeft Rusland zijn A en H bommen, zijn raketten en nu zijn kunstmaan. De „Spoetnik", te vertalen als „fellow traveller", een lang niet van humor ontblote naam voor deze kunstmaan, houdt geheel de wereld bezig. Het Westen doet er goed aan te „leren" van deze Russische vorderingen. Wie is de grote man van de A en H bom envan de „Spoet nik"? Deze man is de grote geleerde professor Pjotr Kapitza, over wiens leven en werk onze speciale medewerker in onderstaand artikel schrijft. In het jaar 1937 ging de premier en eerste maarschalk van Mongolië Demid, op reis om een staatsie-be zoek te brengen aan Moskou. De premier en eerste maarschalk van Mongolië, Demid, bereikte de Sov jet-Unie niet. Hij stierf onderweg in de trein „Maagkanker" zei het Russische communiqué. „Moord" zeiden enige regeerders in Mongolië. Stalin betuigde diepe deelneming bij dit „onherstelbare verlies". Een jaar later werd Tschoibolsan, partijleider in Buiten-Mongolië, uit genodigd naar het gastvrije Rusland te komen. Tschoibolsan wilde niet het risico lopen „maagkanker" in een trein naar de Sovjet-Unie te krijgen. Toen werd er een ander plan be dacht. „Als je naar de Mongolen gaat, overlaad hen met geschenken!" Een delegatie ging naar de Mon goolse Republiek om een „Kunst- maand" bij te wonen. Met cadeaus, waaronder drukpersen, radiozenders, filmprojectors, met buidels vol roe bels en met een standbeeld nota bene van de vorig jaar aan „maagkanker" overleden Demid. Het standbeeld werd plechtig onthuld in de geboortestreek van Demid in Tannoe. De gulle gasten hadden behalve hun scheerapparaten ook nog andere instrumenten bij zich. Voorts bevon-1 den zich in het vrijgevige gezelschap een aantal geologen. Het bezoek was interessant: Het geboed Tannoe - Ola bevatte de groot ste uraniumvoorraden ter wereld. Tannoe werd in 1944 ingelijfd bij de Sovjet-Unie. En in 1948 begonnen de Sovjets reeds aan de exploitatie van de ontstellend grote uranium-rijkdom van 't Chinese grensgebied Dzjoengarije, dat door de Russische geleerde geoloog Gambo- jew die beweerde uit een concen tratiekamp te zijn ontvlucht te voren reeds op bodemschatten was onderzocht. Waarmede wij alleen maar willen zeggen, dat het heus niet zo'n verschrikkelijke degradatie voor Molotov was wat wij Westerlin gen zo gaarne zouden willen geloven om ambassadeur te worden in Buiten-Mongolië, een gebied waar zich, zoals reeds geschreven, de grootste uraniumschatten ter wereld bevinden. Uranium is van immens be lang bij de vervaardiging van atoom bommen, zoals u weet. En een van de geleerdste mannen ter wereld, de Russische professor Pjotr Kapitza, de man die de wa terstofbom voor de Sovjet-Unie maakte, heeft grote hoeveelheden uranium weten te gebruiken, toen hij met andere geleerden de bom ontwierp. Spelletje schaak Pjotr Leonidowitsch Kapitza was de zoon van de tsaristische generaal te geven, evenals Roosendaal wat Goes betreft. Rood Wit staat dunkt ons in eigen omgeving gunstig geno teerd tegen Hust, hoewel deze Z. Vlamingen soms (zie verleden zon dag) zeer schotvaardig uit de hoek kunnen komen. Voor WVO is er een grijpbare kans om de eerste winst te boeken, nu Corn. Boys naar Oos terhout komt. v De derde klussers Ook by de derde klassers blyft het er geducht spannend toe gaan. In 3 B twee directe concurrenten voor de eerste plaats WSC en UDI; in 3 C Dongen en Hero, in 3 D Grens wachters, Terneuzen èn Meto, eentje méér dus. WSC staat ook na komende zon- Men is nog lang niet aan de helft der competitie toe, des ondanks begint er niet slechts tekening in diverse standen- lijsten te komen, enige clubs lopen kennelijk met het ernstige voornemen rond om zich meester te maken van de kampioens titel. Dit voor iedereen waarneembaar beeld, biedt op het ogen blik onnoemelijk veel stof tot gedachten wisseling. Daarnaast is het duidelijk, dat we een competitie beleven, zo spannend en zo levendig, dat er geen verbazing behoeft te bestaan over de werkelijk bijzonder grote belangstelling, welke gelukkig ook voor amateurvoetbal aan de dag wordt gelegd. Bij de eerste klassers prijkt MOC uit Bergen op Zoom, met drie punten voorsprong op De Spechten en S.C. Emma aan de kop van de ranglijst in C. Het is waar. dat de twee op de hielen volgende clubs een wedstrijd minder hebben gespeeld, maar zo'n voorsprong is waardevol genoeg om met kans op behoud tot het laatst toe door te zetten. Komende zondag worden de Bergse blauwwitten zwaar op de proef gesteld, nu ze op bezoek moeten bij Alliance in Roosendaal, dit jaar een beter spelende ploeg dan in het vorige seizoen. Deze ontmoetingen zijn steeds on der grote spanning verlopen. Zondag zien we dat opnieuw gebeuren. Hoe het resultaat wordt? We houden het op een puntenverdeling. Vlissingen, dat uit de jongste wedstrijd bij Roer mond de volle winst haalde, zien we zondag, thuis tegen Maurits, het zelfde doen. Roermond gaat hoogst waarschijnlijk een derde nederlaag tegemoet, nu De Spechten op be zoek komen. Sportclub Emma mag eveneens in staat worden geacht op eigen grond te winnen, al is Braban- tia niet zoveel zwakker. Heer, zo be scheiden begonnen, heeft zich kranig hersteld, maar meer dan een gelijk spel, tegen bezoeker Valkenswaard kunnen we het vooralsnog niet mee gegeven. Het is mogelijk, dat Kim- bria op het betere pad terugkeert, maar succes boeken contra Boxtel (zij het in Maastricht) lijkt dunkt ons, slechts ten dele mogelijk. De tweede klassers Terwijl in 2 B het Oosterhoutse T.S.C. de meest ernstige plannen blijkt te kosteren om in de kortste keren naar de eerste klasse terug te komen (drie punten voorsprong op Sarto, Rood Wit en Internos) ziet het er in 2 A héél anders uit. Daar ont dekken we drie clubs met een gelijk aantal punten (9). Koploper Taxandria heeft echter pas vijf wedstrijden gespeeld, terwijl Schijndel zes en TOP er zeven achter de rug heeft. Aldus gezien neemt Taxandria de sterkste positie in. Ko mende zondag zal weer blijken of die gehandhaafd, versterkt of ver zwakt zal worden. De uitwedstrijd bij ODC geeft namelijk wel te denken Niettemin lijkt een nieuwe zege voor de leiders voor de hand liggend. Een op de stand invloed uitoefenende match is die tussen TOP en Schijndel op het terrein van eerstgenoemde. We zullen er ons niet over verbazen ais de volle winst in Oss blijft. Uno Animo heeft een gerede kans om 'n tweede overwinning te boeken, nu het thuis tegen Boxmeer opeieert Woenselse Boys krijgt de handen voi aan Oss; hier voorspellen we een draw. Veloc en DESK doen in Eind hoven waarschijnlijk evenzo, maar JVC is te zwak om enig succes con tra Gemert te boeken. Een zeer belangrijk duel wordt in 2 B Sarto-TSC. De Oosterhoutenaren kunnen nu meteen het bewijs e/eren1 dat zij óók de sterkste tegenstanders' de baas zijn in deze competitie. De punten zijn in deze ontmoeting dus wel zeer waardevol. RAC doet het tot nog toe maar sobertjes, doch we ma- ken ons sterk, dat daar spoed:.® ver andering in kan komen. Ójf het echter al zondag lukken zal thuis te gen Internos, is voorlopig een onen Yraat?-BSC achten we op eigen grond ui staat Middelburg met succes partij dag nog bovenaan, nu het tegen St.- Michielsgestel gaat, maar SCB kon wel eens een struikelblok worden voor UDI, dat als gastheer optreedt. VOAB heeft een kansje contra Con cordia SVD. Nevelo weet wel raad met GSBW, maar bij GW-Baardwijk hebben we het op een puntenverde ling staan. In 3 C staat een grote match op stapel, nu Dongen gast heer is van Hero. Het ziet er naar uit, dat na een zwaar gevecht de punten in Dongen blijven. RWB kan het beslist klaren tegen Hieronymus, hetgeen niet mag worden beweerd van Virtus contra Veerse Boys. RK DVC—SET wordt een gelijk opgaan de strijd, met alle mogelijkheden van dien. SCO durven we thuis echter een kleine zege op RKC voorspellen. Het „lijstje" in 3 D begint met de hoogst interessante ontmoeting Axel- Grenswachters. De Axelaren zijn zwak begonnen, maar tonen langzaam maar zeker in de betere richting te willen. De leiders, die te gast zijn, zullen dat vermoedelijk aanstaande zondag nog weten te beletten. Hon- tenisse lijkt zeker winner te worden tegen RKFC, maar Biervliet is be slist te zwak voor METO. Zeelandia klopt RCS, terwijl ODIO met veel goede wil hetzelfde hetzelfde ver mag contra Zeeland Sport. Terneu zen staat op winst tegen Zierikzee. De vierde klassers Het zou wel toevallig zijn, als men in de laagste regionen qua spanning te kort zou schieten. Het tegendeel is het geval, want in 4 E zitten Nieuwkuik en Hilvaria leider RKTVV dicht op de hielen; in 4 F is het Gil- ze, dat als bedreiger van koploper I kant en zo zien we ook de ontwife- Madese Boys fungeert; Steenbergen keling bij Luctor—'s-Heer Arendsker- en Halsteren vormen de kopgroep in 4 G (beide 11 pnt.), met de aanteke ning, dat Steenbergen één wedstrijd minder heeft gespeeld. Clinge en Ierseke zijn in 4 G de twee leiders, waarvan laatstgenoemde er relatief iets gunstiger voor staat. Eens zien, wat er zondag allemaal kan gebeu ren, ke. In 4 E wint Velocitas van Oirschot Vooruit, maar een puntenverdeling is te verwachten bij Hilvaria-Nieuw- kuik. Zwart Wit staat zwak contra Zigo, evenals TAC tegen RKTW, maar Vios klopt SVG. In 4 F staat RSV zwak tegen be zoeker Gilze, in tegenstelling tot Devo contra Zundert, waar eerder 'n puntenverdeling kan worden ver wacht. Ook bij RKWUBreda is een dergelijk resultaat voor de hand lig gend, doch Madese Boys achten we in staat Boeimeer met ledige koffers te retourneren. Het zou in 4 G 'n dave rende verrassing zijn, als Renesse succes op Steenbergen wist te boe ken. Intussen geloven we daar niet in. SC Gastel daarentegen is wellicht op eigen terrein capabel om Nieuw- Borgvliet winst te ontnemen. Cluzona kan praktisch gesproken niet van Halsteren winnen, evenmin als NSV van Noordhoek, iets waartoe men wel Kaaise Boys tegen Burgh in staat mag achten. In 4 H durven we het aan, om RIA een overwinning op Sluiskil mee te geven en ook Steen ten opzichte van Aardenburg; weini gen bovendien twijfelen aan een ne derlaag van Hansweertse Boys bij Clinge.'Oostburg-Breskens wordt voor beide clubs een dubbeltje op zijn Leonid Kapitza. Hij vluchtte in 1921 met zijn moeder naar Engeland, waar hij spoedig naam verwierf in de gehele wereld van de bekende Engelse professor Ernest Ruther- ford. Liefst 29 universiteiten ter we reld verschaften professor Kapitza het ere-doctoraat. Kapitza durfde het aan, met Stalin van mening te verschillen. Hij eiste zelfs, dat tal van geleerden die in concentratiekampen vertoefden, on middellijk werden vrijgelaten. Deze eisen werden gewoonlijk gesteld, wan neer hij een partij schaak speelde met Stalin. Kapitza was aanvankelijk evenals Einstein - bevreesd dat Einstein's energieformule slechts tot onheil zou leiden. Wat dit be treft, liet Stalin duidelijk merken dat het om bommen ging en voor alsnog niet om een stof waarvan een kilogram wellicht voldoende zou zijn om miljoenen tonnen ko len te vervangen. Het duurde daarom niet lang, of Kapitza ging in gezelschap van de even beroemde professor Joffe en... Malenkov naar het Sewangmeer, waar binnen een tijdsbestek van eni ge jaren een van de grootste atoom steden in Rusland ontstond. Intussen stelt de Franse communis tische professor Joliot-Curie zijn uit vinding ter beschikking van de Sov jet-Unie; een uitvinding die van het grootste gewicht is, namelijk: „Bij een juiste afstemming van de „re giem golf" grijpt het atoomsplit- singsproces met een dergelijke snel heid om zich heen, dat het gebeuren zich praktisch in een ogenblik vol trekt..." Deze uitvinding heeft miljarden roe bel bespaard. Hij bleef leven t In de Russische atoomsteden wordt ononderbroken gewerkt... Iedere in gewijde die op enigerlei wijze het woord super complex" noemde in het bijzijn van een niet-ingewijde (de naam waaronder de vervaardiging van de A-bom tot stand werd ge bracht), werd mèt deze niet-inge wijde meestal dezelfde dag geëxe cuteerd. Dit lijkt ons Nederlanders zelfs na de bezetting iets onmogelijks. Het is gebeurd, dat professor Ka pitza in een auto, bestuurd door een door Stalin bevoorrecht chauffeur, even in de „richting" van het „su per complex" sprak met een collega. Stalin kwam dit ter ore en dezelfde dag nog werd de „chauffeur-prote- gé" van de dictator doodgeschoten, Kapitza, de man die zo nodig was, bleef in leven. Maar het geduld van Stalin was in sommige opzichten gering. Het duurde hem te lang, dat Kapitza tot resultaten kwam. Het vreemde was dat Kapitza zich niet liet haas ten. Hij nam de tijd. Stalin benoemde anderen om tot snellere resultaten te komen. Deze gingen door op het werk van Kapit za en kwamen tot een „ontsteking" van de A-bom die niet deugde, vol gens Kapitza's mening. Dat bleek juist, want de „anderen" werden bij de ontploffing gedood. Weer werd Kapitza de verantwoor delijke man en opnieuw viel hij even later in ongenade, omdat hij in con tact wilde treden met buitenlandse geleerden. Zo heeft Kapitza slechts als toe schouwer de eerste gelukte A-bom zien ontploffen. Toen Amerika de waterstofbom aankondigde, haastte Stalin zich op aandrang van een aantal ge leerden om Kapitza wederom gra tie te verlenen en opdracht te ver strekken tot het vervaardigen van de waterstofbom. Binnen weinig tijd lanceerde Rusland zijn water stofbom. Fellow traveller..: De naam van Kapitza verdween weer in de oneindigheid van da step pen. Daar werd de geleerde door een Inmiddels in schijn veranderde leiding opgedragen, zich bezig te hou- den met het onderzoek naar en de vervaardiging van de kunstmaan. Weggedoken in nieuwe „weten schappelijke steden", begeleid door talloze onderzoekers, vooral ook uit Duitsland, liet Kapitza de wereld eni ge weken geleden versteld staan. Hij zond „Spoetnik" naar het „heel al". de scheldnaam die Kapitza in dertijd kreeg fellow traveller De „Fellow Travellers" in de Wes terse wereld zijn voor de democratie een even groot gevaar als de grote Russische geleerde Kapitza. die men wellicht op één lijn kan stellen met de grote denker Einstein. Herinnert u zich zondag 17 september 1944 nog, nu dertien jaar geleden? Het begon als een mooie, zonnige najaarsdag, maar het zou eindigen als één van de zwartste bladzijden uit de ge schiedenis van de tweede wereldoorlog. Want op deze dag begon de Slag om Arnhem. Ons hele volk veerde op. De bevrijding van vijf jaar onder drukking was onze grenzen reeds gepasseerd. Maar nu leek het uur der algehele vrijheid met snelle passen nader te komen. Ge allieerde parachutisten marcheerden door Oosterbeek naar de Rijnbrug bij Arnhem, om die voor vernieling te behoeden zodat het uit het zuiden optrekkende leger zomaar ons land boven de grote rivieren zou kunnen binnenrukken. Het heeft niet zo mogen zijn. De parachutisten waren ge land om het twee dagen te kunnen uithouden. Zij hielden het tien dagen en tien nachten vol, zonder slaap, zonder voed sel, zonder medicijnen. En een handjevol dapperen overleefden deze hel, door tenslotte over de Rijn naar het zuiden te trek ken. Tweeduizend bleven er achter in de bodem van ons land, tussen de bomen van de Veluwse bossen, waar zij hun heldhaftige strijd voerden... U vindt daar Engelsen en Ca nadezen, Nieuwzeelanders en Polen. Daar ligt ook de enige zoon van die oude Poolse moe der. Zij wist dat haar zoon naar Engeland was gegaan. Vier jaar lang is zij op pad geweest om daar met hem te worden her enigd. Zij trok door Rusland en Azië en eindelijk gelukte het ham een boot te vinden, die haar mee naar Engeland zou nemen. Vol goede moed stapte zij aan wal. Nu zou ze binnen enkele dagen haar zoon weerzien. Maar toen hoorde zij dat hij er niet meer was. Hij was met zijn vrienden vertrokken om te vechten bij Arnhem en vandaar niet meer teruggekeerd... Een leuk joch Daar is ook het graf van de vader van die Engelse jongen, die een half jaar na vaders dood werd geboren. Een leuk joch, vol guitestreken. AUeen... één ding begrijpt hij nog niet: waarom hij geen vader heeft. Alle vriendjes op school vertel len van hun vader en hij heeft alleen maar verhalen over moe der... Zo rijen de graven zich aaneen, honderden na honderden. Ach ter elke steen spreekt weer een andere gschiedenis van verdriet en gemis en... van verlangen. Want de liefste wens van al die vaders en moeders, weduwen en kinderen der gesneuvelden is, eens te mogen staan bij het graf van hem, die opgewekt en sterk de huiselijke kring ver liet, om daarin nooit weer terug te keren. Doch vrijwel allen zijn maar „gewone mensen", die zo'n dure reis naar Nederland nooit kunnen bekostigen, hoe graag zij ook zouden willen. Tussen september 1944 en nu liggen ruim dertien jaar. Een lange tijd, waarin veel is ver geten. Maar ook een periode, die zo weinig betekent in de mate van verdriet en gemis. Daarom is het straks weer Klap roosdag en wordt in de week van 2 tot en met 9 november de Klaprooscollecte weer ge houden. Uit de opbrengst hier van werden dat Poolse moe dertje en die Engelse jongen en meer dan 15.000 andere nabe staanden in staat gesteld om naar Nederland te komen. Het Nederlands Oorlogsgravencomi- té dat achter deze collecte staat, regelt alles voor deze mensen: de reis, het verblijf, een gids die hun taal spreekt. Dit alles kost hun niets. Het wordt be taald uit de giften, die het Ne derlandse volk door de Klap rooscollecte schenkt aan de na bestaanden van hen, die voor onze vrijheid sneuvelden. Dank zij deze collecte kan het Nederlands Oorlogsgravenco- mité haar zegenrijke troostbie- dende taak voortzetten. Het is een taak. die nog lang niet is volbracht. In ons land werden meer dan 30.000 geallieerde mi litairen begraven, die eens met hun vliegtuigen neerstortten of vielen in de bevrijdingsstrijd. Vele tienduizenden wachten tot de Klaprooscollecte ook hén in staat stelt om te komen. Zij wachten., op u: op uw gift aan deze inzameling en op de paar uur van uw vrije tijd om te collecterenl

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1957 | | pagina 9