kfari naar de haarden
van de zwarte koorts
De godsdiensten van China
£z wits Al
PasWa*
Niemeijer
Gouden luchtvaart-vereniging
W. van Mierlo (Breda) woonde in de Soedan
Twee medicijnmannen
Volkomen apathie
De woestijn-sheik
Wolkbreuk
VIERDE BLAD
DONDERDAG 31 OKTOBER 1957
Op een der vliegveldjes groeide
metershoog het olifantengras
Velden met doornen
van tien centimeter
half zware shag
Handig rollen Heerlijk roken
Eert boek dat antwoord geeft op vele vragen
kinder HONING siroop
De moeilijke
stappen op een
glibberig pad
De opleiding tot
stedebouwkundige
„De oude meester"
In één nacht
Uw handen
gaaf en zacht
Boven Parimaribo
Reis per rendier
(Van onze redacteur)
Vijf en zestig kilometer lang, zeven kilo.
meter breed en 2500 meter hoog tvas de
sprinkhanenzwerm, die op een gegeven
moment de Soedan overmeesterde. De zon
tverd er door verduisterd en met afgrijzen
zagen ivij de ivolken verderfbrengende in.
sekten komen afvliegen op de katoenplan.
tages. Zij trokken de grens over via Frans
Equatoria. Onze vliegtuigen stegen op, ge.
laden met chemicaliën. Het werk begon....
Wij vlogen boven de zivarte zwermen en
sproeiden de dood erover heen. Toen de
operatie beëindigd tvas, berekenden ive,
dat we ruim 120.000.000 sprinkhanen om
zeep hadden gebrachtde katoenoogst
was gered.
Dit vertelt de heer W. van Mierlo te Breda,
een stevige kerel, die het moderne com.
fort van een brede fauteuil op eigen wijze
interpreteert door er zich helemaal in te
rollen. Zo zittend, vertelt hij zonder op.
houden, zonder dat het de toehoorder ver.
veelt. Hij heeft jaren in de Soedan geiverkt
als bedrijfsleider, later onder.directeur
van een Engelse maatschappij Pest.control
uit Cambridge, die zich toelegt op insek.
tenbestrijding, W. van Mierlo (geboren in
Weert19 februari 1925), is off icier.vlie.
ger bij de Kon. Nederlandse Luchtmacht
geweest. Hij werd opgeleid in Engeland,
was o.a. gestationeerd in Gilze.Rijen. Hij
zat op straaljagers en was door deze oplei
ding alleen al de geknipte man voor een
job als deze in de Soedan.
„Van insecten weet ik zo langzamerhand het een en ander",
geeft hij te kennen.
„Ik weet wat sprinkhanen zijn en malaria-muggen. Ik heb daar
in de Soedan insecten bestreden, die blindheid veroorzaken; an
dere, die astma verwekken. Ik heb de zwarte koorts gezien, een
ziekte, die vooral de milt aantast en die ook in Europa vroeger
voorkwam.
„Tijdens mijn verblijf in de Soedan heb ik eens een epidemie
van deze laatste ziekte meegemaakt. Reeds maanden tevoren was
vanuit het zuidelijkste deel van de Blauwe Nijl-provincie gerap
porteerd, dat er zich incidentele gevallen voordeden. Het duurde
lang eer de geneeskundige dienst van de onafhankelijke staat
Soedan tot maatregelen besloot. Toen die genomen werden, was
de ziekte reeds uitgegroeid tot een epidemie. Het was midden in
de regentijd. Alleen per ezel kon men de ziektehaarden bereiken,
de afstand bedroeg ruim 700 kilometer.
met metershoog gras begroeid.
Het vliegtuigje dook het oli
fantengras binnen; een muur
van gras onttrok het aan alle
zicht. Amerikaanse zendelin
gen (het bleken twee dames te
zijn) vonden het tenslotte.. Zij
gaven later aan de zwarten op
dracht een flinke baan gras af
te snijden, opdat het vliegtuig
zonder gevaar kon opstijgen.
Hier had de ontmoeting plaats met
de medicijnman, een ontmoeting, die
De regering verzocht mijn mede
werking, zodoende stelde ik een vlieg-
tu'beschikbaar. Daarmee begon de
reis ende ellende. Want een
maal geland, ging de tocht door de
jungle. Het ging door metershoog
olifantengras, door een woest land
schap. Er was gevaar voor slangen,
er waren moerassen, wilde berg
stroompjes en uitgestrekte velden
met doornen, die minstens tien cen
timeter lang zijn.
Mijn jongensdromen van een safari
g'ngen zodoende in vervulling. Twin
tig zwarten van de Djum-Djum-stam,
gekit ci zoals God hen geschapen had,
begeleidden ons als dragers, zij trok
ken zingend en schreeuwend voor ons
uit. Twee uren duurde de tocht, die
voor wat mij betreft, vrijwillig onder
nomen was. Wij kwamen tenslotte
\y ar we wezen wilden: een verzame
ling erbarmelijke hutten; honderden
mensen zaten onze komst af te wach
ten. Onbeschrijfelijke ellende om ons
heen, ondragelijke stank. In hutten
voor amper zes man lag twintig,
dertig man opeengepakt. Dodelijk
ziek. zich manifesterend in vreselijk
opgezette buiken.
Maar geen gekerm, geen gehuil of
geschreeuw. Niets anders als apathie
en lijdelijke berusting. Ook hij de fa
milieleden. Geen andere wens dan
begraven te willen worden in de hut,
waar de beenderen van de voorouders
waren bijgezet.
Er werden bloedproeven genomen,
die wezen niets uit. Dan maar een
extract uit de milt. Dit gebeurde
bij twintig inlanders: mannen, vrou-
won en kinderen. Geen die een spier
vertrok bij deze pijnlijke operatic De
sterihsatiemethode was belachelijk
primitief, er was onvoldoende jodium
er was een tekort aan watten Allé
pt oeven gaven een negatief resultaat
Pas in de tweede nacht ontdekte de
(Soedanese) geneesheer, dat hij de
extracten verkeerd had getrokken.
Dit had moeten gebeuren met een
droge naald, hij had een natte ge
bruik» Zodoende trokken wij de vol
gende dag weer terug naar het dorp.
Toen werd de waarheid, die overdui
delijk te zien was, ook wetenschappe
lijk bewezen en werd de bestrijding
ter hand genomen.
Ondanks ..Pentostam", het genees
middel tegen de zwarte koorts, heeft
de ziekte nog duizenden doden ge
vergd. Men was te laat begonnen met
do bestrijding.
Nu kwam het vliegtuig pas
voor goed in actie. Het voerde
duizenden ampuilen Pentostam
naar de geteisterde gebieden.
Gevaarlijke tochten, gevaarlijke
landingen bovendien. Want door
de vreselijke regenval van de
laatste weken waren zelfs de
geïmproviseerde vliegveldjes
door de Soedanese dokter niet erg op
prijs bleek te worden gesteld. De man
naderde met veel geschreeuw. Hij
was fantastisch lang, geheel naakt
op een schaamdoek na, snoeren tan-
denkralen waren om zijn lichaam ge
wikkeld. Hij naderde trots en waardig
de dokter en begroette hem als zijns
gelijke. Die dokter (Arabier van af
komst) voelde zich allesbehalve op
zijn gemak: hier troffen elkaar twee
werelden: de heidense en de moham
medaanse. De medicijnman be
schouwde de Arabier volkomen als
collega en ging zeer familiair met
hem om.
Deze medicijnman was beroemd.
H kon regen maken, wild aantrek
ken, oogsten laten mislukken, vijan
den zoek maken, maar tegen de
zwarte ziekte was hij niet opgewas
sen. Hij kon boze geesten verdrijven
uit hoofd of buik, maar de geest, die
op het ogenblik de buikon van zijn
stamgenoten in bezit had genomen,
kon hij niet aan. Hij schaamde zich
daar niet voor, want hij was ervan
overtuigd, dat men daarvoor speciaal
geleerd moest hebben in een groot ge.
bouw, waar al de kennis van de grote
geesten verzameld was.
Toen hij echter hoorde, dat de
dokter zo spoedig mogelijk weg wil.
de, nadat hij de injecties had gege
ven, brak de medicijnman in woe
de uit. Zijn ogen rolden in zijn
hoofd, schuim kwam op zijn mond.
,,Ik ben blij", gaf hij te kennen.
,.dat ik zo'n eenvoudig mens geble
ven ben, die van zijn volk houdt en
De eerste minister van de Soedan, de
heer Azahri, bezocht de maatschappij
Pest-control, toen deze tien jaar be
stond. Hij drukt een der medewerkers
de hand. Tussen beiden in de heer W.
van Mierlo, die thans in Breda woont.
De maatschappij had in de Soedan
zeven vliegtuigen in gebruik om de
insekten te bestrijden.
het wil bijstaan in zijn hoogste
nood. Gij moogt dan alles weten uit
het Huis der Grote Geesten, maar
gij hebt de liefde voor Uw volk ver.
loren." Hij eindigde met een ver
schrikkelijke vervloeking aan het
adres van de dokter.
,,Tja", zegt de heer Van Mierlo, en
hij trekt peinzend aan zijn sigaret,
,,zo was dat daar. Van de mensen be
greep je niet veel, af en toe werd je
een sluier van het geheimzinnige
Afrika opgetild, maar veel werd je
daar ook weer niet wijzer van. Het
maakt het benaderen van de mensen
ontzaggelijk moeilijk en gecompli
ceerd.
En dan vertelt de heer Van Mierlo
van zijn ontmoeting met een woestijn-
sheik. Het was een toevallige ontmoe
ting: hij was gedwongen met zijn
vliegtuigje te landen op de harde
woestijngrond. Zoekend naar een lan
dingsterrein ontdekte hij een tenten
kamp, waar een sheik zijn hoofd
kwartier had opgeslagen. Hij was de
trotse bezitter van een kudde van
250.000 kamelen
Met al de gastvrijheid, de Arabier
eigen, werd de heer Van Mierlo er
ontvangen. Hij werd binnengeleid in
een zeer royale, vorstelijk gestoffeer
de tent. Zij was gedrapeerd met tien-
illen kostbare tapijten. Na de be
groetingsceremonie werden versnape
ringen geserveerd.
Het gesprek kwam op gang en van
zelfsprekend toonde de sheik belang
stelling voor het vliegtuig. Gastvrij
heid moet met gastvrijheid beant
woord worden, zodoende nodigde de
heer Van Mierlo de sheik uit voor
een tochtje door de lucht. Hij stemde
toe en bezag vanuit de lucht het land
schap en zijn kudden. ,,Ik heb nooit
geweten zó rijk te zijn", gaf hij trots
te kennen. Maar na het tochtje kwa
men de vragen los.
Waarom vliegt ge was zijn eer
ste vraag.
,.Het gaat sneller dan een kameel,
men is dus vlugger waar men zijn
moet", gaf de heer Van Mierlo te
kennen.
Waarom wilt ge ergens vlug zijn?
„Om tijd te winnen. Tijd is geld....
Nu keek de sheik zijn gast hoogst-
verbaasd aan.
„Wat is tijd gaf hij te kennen.
„Waarom haast gij U Door U te
haasten miskent ge God, die honder
den genietingen voor de mens bereid
heeft, die ge in Uw haast overslaat
en niet meer ziet. Kent ge de schoon
heid van een zonsopgang boven de
woestijn Kent ge het genot van te
wiegelen op een kameelrug Daar
bij vergeleken is het wiegelen in Uw
vliegtuig ziek-makend en wat ziek
maakt kan God nooit gewild hebben,
tenzij als straf. Wat eet Uw ma
chine
„Benzine", gaf de heer Van Mierlo
te kennen.
„Kunt gij die benzine gebruiken in
de woestijn, als ge versmacht van
dorst
De gast schudde verwonderd het
hoofd
„Als ik door ae woestijn dwaal en
ik heb geen water meer, dan kan
ik desnoods mijn kameel doden en
zijn waterzak leegdrinken. Kent ge
de zaligheid van één druppel water,
als ge twee dagen van dorst hebt
versmacht En als ik vijf kamelen
bij me heb op mijn tochwaoor de
woestijn, is ieder van deze dieren
voor mij de garantie, dat ik water
in voorraad heb. Water, dat nodig
is om te leven. Uw machine heeft
dat nietWat gebeurt er als het
vliegtuig plots naar beneden valt?"
..Dan is er alle kans. dat ge het er
niet levend afbrengt, sheik..."
„Dan deugt Uw vliegmachine niet,"
gaf de sheik beslist maar hoffelijk te
kennen. ,.Dit kan God niet gewild
hebben...."
Dit is het oosten in optima forma,
geeft de heer Van Mierlo te kennen.
Hier demonstreert zich een levens
houding en -wijsheid, die wij wester
lingen niet begrijpen kunnen en die
het werken in het oosten daarom zo
moeilijk, maar ook zo aantrekkelijk
maakt.
(Advertentie)
Super kwaliteit
halfzware shag
in moderne
plastic verpakking
met extra voordelen:
grote ruimte
om uit te rollen
altijd verse shag
geen stuktrekken
van de tabak
geen draadje verlies
prettig in de aak te dragen
Advertentie)
(Van onze luchtvaart-medewerker)
„EEN VOLK, DAT NIET VLIEGT, loopt gevaar overvleugeld te wor
den". Dit devies heeft de Kon. Ned. Vereniging voor Luchtvaart steeds
gevoerd in zyn banier, ook in de prille jaren van zijn bestaan, toen er nog
veel baanbrekend werk viel te verrichten.
Zo is door toedoen van deze vereniging ontwikkeld: de zweefvliegerij,
het motorvliegen, de ballonvaart, de modelvliegsport en het parachute
springen, terwijl ook de Ned. Vereniging voor Ruimtevaart hier deel van
uitmaakt. En dit alles is het resultaat van vijftig jaar onvermoeid werken,
een resultaat waar men met recht prat op kan gaan.
(Advertentie)
Een halve eeuw geleden - om
precies te zijn 19 oktober 1907 -
zette genoemde vereniging de eer
ste schrede op het glibberige
luchtvaartpad. Vooral de eerste
jaren bleek het pionieren geblazen,
aangezien de belangstelling vrijivel
nihil was en men letterlijk tegen
stoelen en banken stond te pra
ten.
Het enige wat toen aanspraak op
luchtvaart mocht maken was de bal
lonvaart door militairen als middel
om waarnemingen te doen en door
enkele „buitenbeentjes" als privé-
sport beoefend. Zo nu en dan lekten
er dan berichten door uit het bui
tenland over waaghalzerij met ge
motoriseerde toestellen, hoofdzake
lijk bestaande uit latten en Unnen.
®®grUPe'1J'( trokken dergelijke be
richten wel de belangstelling van en
kele technici onder de Nederlandse
ballonvaarders en zagen zij in de
„aeroplannen" toch wel toekomst
Dit in tegenstelling tot het gewone
publiek, dat dergelijke dingen tot
„kermisgedoe" nivelleerde.
Toen in 1909 de heer A. Kapteyn
voor het Kon. Instituut van Ingeni
eurs een voordracht hield over de
theoretische aërodynamica begonnen
de activiteiten aan het licht te ko
men en richtte de technische com
missie van de Kon. Ned. Vereniging
voor Luchtvaart in de Technische
Hogeschool te Delft een aërodyna
misch laboratorium in, hiermee de
basis leggend voor wat veel later
zou uitgroeien tot de vliegtuigbouw-
kundige faculteit van de T.H. Acht
jaar later volgde de rijksstudie
dienst voor de luchtvaart. Deze, oor
spronkelijk gevestigd te Amsterdam
aan de marinewerf groeide uit tot
het huidige nationale luchtvaartlabo
ratorium aan de Sloterweg aldaar.
In 1910 werd de basis gelegd voor
een Nederlands luchtwapen en werd
een verenigingscomité geïnstalleerd
onder voorzitterschap van kolonel
W. H. van Terwisga met als resul
taat een militaire luchtvaartafdeling
op Soesterberg, 1 juli 1913 aldaar ge
vestigd. Eerste commandant was
kapitein H. VValaardt Sacré.
Pas na de eerste wereldoorlog
ging de KNVvL zich bezighouden
met de burgerluchtvaart. Er werd
een studiecommissie in het leven ge
roepen, die zijn licht in Engeland
ging opsteken, waar deze tak van
luchtvaart reeds in opkomst was.
Tevens werd in Amsterdam een
luchtvaarttentoonstelling de eer
ste op dit gebied gehouden, die
men ELTA noemde. De initiatiefne
mers hiervoor waren de luitenants
A. Plesman en M. J. L. Hofstee, be
nevens de toenmalige voorzitter van
de KNVvL generaal Snijders en het
lid dezer vereniging Eddy Fuld.
Door middel van deze ELTA nu
groeide de luchtvaartmaatschappij
voor Nederland en koloniën, waaruit
later weer de KLM zou ontstaan.
Een nieuwe daad van de KNVvL
was voorts de oprichting in 1927 van
de nationale luchtvaartschool, waar
de opleiding van verkeersvliegers
plaatsvond. Deze werd na de tweede
wereldoorlog vervangen door de
Rijksluchtvaartschool, terwijl daar
naast nog een school voor de op
leiding voor burger-hefschroefvlieger
is gekomen.
Uit een en ander ulijkt dus welk
een pionierswerk er door de
K.N.V.v.L. is verricht en welk een
vooraanstaande plaats deze ver
eniging zich in de Nederlandse
luchtvaart heeft weten te verove
ren. Wij bieden hierbij onze geluk
wensen aan bij dit gouden jubi
leum en hopen dat nog vele jaren
van voorspoed mogen volgen.
B. en W. hebben aan de gemeente
raad van Amsterdam gevraagd te ver
klaren, dat het instellen van een af
deling voor opleiding tot stedebouw
kundige aan de Academie van Bouw
kunst te Amsterdam nodig is.
Het ligt in de bedoeling in het bij
zonder cursisten, die tijdens de oplei
ding praktisch werkzaam zijn in een
stedebouwkundige werkkring, een op
leiding te geven tot stedebouwkun
dige.
„Hoe meer taboes en verbodsbepalingen er
bestaandes te armer wordt het volk.
Hoe meer nuttige werktuigen het volk bezit,
des te meer oproer is er in de straat.
Hoe meer vernuftige vaklieden er zijn, des
te nueer verwonderlijke uitvindingen ivor.
den voortgebracht.
Hoe talrijker wetten en verordeningen wor
den afgekondigd, des te meer dieven en
rovers verschijnen er.
Zo slaat te lezen in Hoofdstuk 57
van het Tao-teetsjing, het klassieke
boek dat ongeveer in de vierde eeuw
v. Christus door Lao-tze de „oude
meester" van het taoïsme geschreven
zou zijn.
U ziet het is nogal voorzichtig ge
steld: „ongeveer in de vierde eeuw"
en „geschreven zou zijn". Helemaal
zeker van mijn zaak ben ik dus niet
en dat komt omdat de studie en ge
schiedenis van het tatoïsme en Lao-tze
nog maar in een beginstadium ver
keren. Maar wie was Lao-tze nu eigen
lijk? Wat is het taoïsme? Een gods
dienst, een filosofie? en waar komt
het voor? Het heeft met China te
maken, dat weten de meeste mensen
wel, maar wanneer dit taoïsme ont
staan is, of het ouder of veel jonger
is dan de leer van Confucius en of het
taoïsme misschien het oude volks
geloof der Chinezen was, daarop weet
men meestal geen antwoord.
Het is vaak een kleine groep van
geïnteresseerden die belangstelling
hebben voor dergelijke onderwerpen,
die ditmaal aan de orde zijn in deze
rubriek.
Het is toch wel merkwaardig dat
de gedachten van de wijze, neerge
legd in het 57e hoofdstuk van het
Tao-tee-tsjing, dat ik ontleende aan
het boek dat ik voor u ga bespreken,
2350 jaar later nog geheel van toe
passing zijn op de situatie waarin onze
huidige samenleving verkeert.
Waren deze wijsgerige beschouwin
gen een onderdeel van een godsdienst
filosofie? Zo kan ik wel doorgaan met
het stellen van vragen.
Doorwrocht
Voor een belangrijk deel zullen deze
vragen beantwoord kunnen worden
door het zeer doorwrochte werk van
Prof. Dr. Luigi Vannicelli O.F.M. ge
titeld: „De godsdiensten van China",
bewerkt door M. van Oss C.I.C.M,
met een bijdrage over het Christen
dom in China door Dr. Bcnno Bier
man n O.P. en verschenen als 6e deel
in de reeds bekend geworden serie
„De godsdiensten der mensheid" on
der hoofdredactie van Prof. Dr. J. P.
Michels O.P. en zeer verzorgd uitge
geven bij de uitgevers van deze serie
J. J. Romen en Zonen te Roermond
en Maaseik in 1957.
In de inleiding van de redactie
en bewerker neem ik aan wordt
gesteld dat uit ondervinding blijkt,
„dat het gebruik van vele technische
termen en Chinese woorden bij een
eerste kennismaking afstotend werken.
Het boek is bovendien niet bedoeld
voor vakmensen, maar voor hen, die
ver van China, zich ervoor interesse
ren, hoe het godsdienstig probleem
zich daar gesteld heeft en welke op
lossing men er daar aan heeft gegeven.
Wij zullen vooral aandacht schenken
aan de ontwikkeling van het godsbe
grip".
Aan dit laatste wordt het volle pond
gegeven in de beide eerste hoofdstuk
ken, waarin alle belangrijke werken
over de Jcennis van God en de bena
mingen, waarmee het Christelijk Gods
begrip moest worden weergegeven (de
zg. ritenstrijd) en de theorieën van
de oudere godsdienstwetenschap de
revue passeren.
Wonderlijk
Het wemelt van aanhalingen van
gezegden in het Chinees (hiermee be
doel ik niet de eigen- en begripsna
men) zodat ik me verbaasd afvraag
voor welke groep van hen, „die na
hun middelbare studies" zoals de
inleiders schrijven „krachtens hun
beroep of uit ernstige belangstelling
meer willen weten van de Chinese
godsdiensten", dit werk is geschreven
als men ervan overtuigd is dat vele
Chinese woorden en technische ter
men afstotend werken en dat het bo
vendien niet voor vakmensen bedoeld
is.
Maar er wordt wel verondersteld
aan het einde van de inleiding dat
de in dit boek gebruikte woorden en
uitdrukkingen voor iemand die een
weinig Chinees kent, duidelijk zijn,
Het doet even wonderlijk aan bijna
aan het einde van het eerste hoofd
stuk te lezen, dat de bekende Prof
Wilhelm Schmidt n.a.v. een voorwoord
dat hij schreef bewonderd wordt om
z'n wijsheid en wetenschappelijke
ernst. Uit dit voorwoord blijkt n.L
dat hij zich afvraagt of een weten-
Daarom heeft een heilige gezegd s Als ik de
daadloosheid betracht, verandert het volk
zich vanzelf.
Als ik de stilheid liefheb, wordt het volk
vanzelf recht.
Als ik mij onthoud van handelenwordt het
volk vanzelf rijk.
Als ik vrij ben van begeerten, wordt het volk
vanzelf ongekunsteld
Waarzeggerstent, genaamdt „de zaal van de grote oprechtheid**
Men lette op de 8 trigrammen op het doek rondom de tafel*
schappelijke studie over de hemelgod
na zoveel discussies dienaangaande,
die de wetenschap niets verder ge
bracht hebben, nog wel zin heeft.
Waarom zich dan deze wijsheid niet
eigen gemaakt en beide eerste hoofd
stukken beknopter en overzichtelijker
samengevat in één hoofdstuk en de
détailgegevens in de Aantekeningen
verwerkt? De „Aantekeningen" bij
ieder hoofdstuk geven de belangstel
lende lezer niet alleen zeer uitvoerige
literatuuropgaven tot 1956 bijge
werkt maar tevens vele waarde
volle notities. De overige 7 hoofdstuk
ken laten zich veel beter lezen. Zij
behandelen: Confucius' leven en leer,
Lao-tze en het taoïsme, Chinees boed
dhisme, de godsdienst in de praktijk
van het dagelijks leven, zorg voor de
doden, godsdienstzin en zedelijk ge
drag, het Christendom in China (het
nestorianisme, de katholieke missie,
de zending).
Grote verdienste
Een grote verdienste van dit boek
is, dat de behandeling van het
onderwerp van ieder hoofdstuk
doorgetrokken wordt (voor zover
dit mogelijk is) tot in de huidige
tijd.
Wat ik o.a. gemist heb is de Chinese
naam van het enkele malen genoem
de „Boek van de Riten": Li Tsji.
Bij het zeer ruime gebruik van Chi
nese namen valt deze weglating op.
Wat mij tevens opgevallen is bij de
uitvoerige behandeling van de vere
ering van de Hemel door de schrijvers,
is het niet vermelden van de zeer
belangrijke rol welke Jade heeft ge
speeld in China's oudste godsdiensten
bij de verering van de hemel.
„Jade is de hemel", zo staat ge
schreven in het Li Tsji.
Bij de behandeling van de trigram
men (die men o.a. bij het waarzeggen
gebruikte) had men een goede aan
leiding gehad om een foto bij te voe
gen van één van de vele jade Yin en
Yang-symbolen die op de hoeken met
trigrammen versierd zijn.
Nu ik toch over foto's spreek, waar
om niet bij plaat VI vermeld, dat deze
prachtige houtsculptuur van Kwan-yin
één van de pronkstukken is van het
Museum van Aziatische Kunst in het
Rijksmuseum te Amsterdam?
Bij het doorwerken van dit boek
moest ik constateren, dat het register
(10 bladz.) niet geheel is bijgewerkt.
Ik miste o.a. tigrammen en de ziele-
plankjes.
Hoewel ik hier en daar kritiek heb
uitgeoefend (juist omdat dit boek mij
zo boeide) moet ik van dit werk zeg
gen dat ik het niet gaarne uit m'n
boekerij zou missen, waarin dit beefc
een waardevolle aanwinst vormt.
Ik kan dit boek zeer aanbevelen aas
al degenen, die iets meer willen weten
van de godsdiensten van dit zeer oude
cultuurgebied dat China heet. Tevens
zou ik hen, die dit boek ter hand ne
men, de raad willen geven zich niet
van de wijs te laten brengen door de
uitroep van Lao-tze (blad. 135): „Schaf
af de studie en ge zijt zonder zorgen".
S. N.
(Advertentie)
Na een felle droogte barstte een de
zer dagen boven Paramaribo een ge
weldige regenbui los. De regenmeter
noteerde een regenval van 34 mm. De
wegen waren overstroomd, waarin
zelfs het gemotoriseerde verkeer bleef
steken. De diepe afvoertrenzen waren
niet zichtbaar, waardoor een 8-jarige
knaap in de diepte verdween en ver
dronk.
Een achttienjarige Nederlan
der, H. Silvergieter, die gewerkt
heeft te Hammersfest in het
uiterste noorden van Noorwe
gen, is van plan een rendier en
een slee te kopen om daarmee
van Kautokeino of Karasjok in
de noordelijkste Noorse provin
cie, Finmarken, naar zijn huis
in Zutphen te gaan.
Hij wil op de dag voor Kerst
mis aankomen. Het is nog niet
bekend of de Noorse autoritei
ten hun toestemming voor de
uitvoering van dit plan zullen
geven.