-Wandeling op de kermis
anno
1826
Kardinaal Maürice Feltin
spreekt te Roosendaal
Géén bestedingsbeperking voor
het jeugdwerk alstublieft!
Ruzie in Axels café
met bierglas beslecht
Terneuzen genoot van de
aantrekkelijke KRO-revue
Molenberg weinig „berg" meer
DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 17 OKTOBER 1957
Jï
Mgr. Giobbe en mgr. Baeten
sullen aanwezig zijn
HOGER BEROEP
IN ZAAK MAJOOR K.
Politierechter Middelburg
Op soek naar haveningang Keldermanspoort
Kermis blijft kermis, of men
nu 1820 of 1957 schrijft; getuige
deze oude prent van Verheul.
Meisjes in zondagse kledij, kin
deren die later opblijven dan
goed voor hen is en uitgelaten
vrienden, die te veel van het
goede gehad hebben. En altijd...
het verdwaalde hondje.
„Haha! haha! Gaat binnen maar, Liefhebbers, hier zei je zien
dat je nog nooit gezien hebt!" Met deze welsprekende Eloge zullen
mijn kakelbont gekleedde confraters in de aanstaande kermisweek
voor de toonelen van Jan Klaassen, de vier kroonen en andere
schouwplaatsen niet alleen uwe ooren doof schreeuwen, maar
hunne eigene georgel zoodanig uit hun fatsoen brengen, dat zij
eiken avond een oxhoofd schiedammer met goede dikke siroop
zullen noodig hebben om den volgenden dag hunne muzijkale uit
roepingen weder te kunnen hervatten."
In de dagen dat deze regels geschreven werden was de kermis
nog „ouderwets", met polka's, koude karbonaden en glacé hand
schoenen die je niet meer van de gezwollen handen kon krijgen;
met kermispijpen die de tabakshandelaren aan hun vaste klanten
cadeau gaven; met kermisbedjes en kermiswensen: met permissie
biljetten en een strijdkreet die dag en nacht door de straten da
verde; „Hossen, hossen, hossen!"
Zo'n anderhalve eeuw geleden werd er van de kermis in
tens genoten tot in huis. Want als je eindelijk met een „zwaar
hoofd en ligte beurs" in je crapaud was neergezegen, dan stak
er nog altijd een verfomfaaid drukwerkje in de zak, een pam
flet van de een of andere kermiswandelaar die je, als „groot
introducteur"voor een paar stuivers haarfijn kon vertellen
wat er op de kermis te zien was en wat er zoal voorviel. Aan
de vooravond van de kermis te Breda en als afscheid van het
kermisseizoen 1957 wilden wij u nog even voorstellen aan een
„Bredasche Kermiswandelaar anno 1826", in wiens gezelschap
u onvermijdelijk midden in de geur van gebak- en wafelkra
men terecht komt.
Het is de eerste dag van de najaarskermis en men
zou de Baronnengevoeglijk in twee klassen kun.
nen verdelenivaarvan de ene peinst en prakkiseert
hoe het aan te leggen om gedurende de kermis t
meeste geld van de burgerij te kunnen trekken
terwijl de andere klasse overlegt op welke wijze er
voor het minste geld de meeste leut te smaken valt.
Op de ochtend van die eerste dag wemelt het aan de deur van
allerlei sierlijk uitgedoste lieden van allerlei betrekkingen, die zich
verdringen om U hun beste wensen in rijm en proza, met en zon
der houtsnee, gedrukt of extempore te uiten.
Achtereenvolgens verschijnen Uw dienstboden (die ge f 2,- a
f 5,- kermisgeld dient te geven), Uw kantoorbedienden (f 10,- a
f 25,-), de bestellers van de post, van de diligences en de veren
(f 0,50 a f 3,-), de krantenman met een geïllustreerd vel druks in
plano, dat om en bij de 144 verzen bevat (f 0.50), de as- en vuilnis
karman (f 0,25 a f 0,50), de nachtwacht (f 0.50 a f 0,75), de lan
taarnopsteker (f 0.25 a f 0,50), de torenwachter, de omroeper, de
opkorter, de jongen van de schoen- en kleermaker, van de boek
verkoper, de rondbrengers der museums en magazijnen, de knecht
uit de sociëteit, de markeur uit het Koffiehuis, enzovoorts enzo
voorts. En het is U reeds de eerste dag van de eerste week maar
al te duidelijk dat de kermis U in de beurs zal grijpen.
Hebt gij nu het ongeluk om in de nabijheid van de Grote
Markt, van het Kasteelplein of van het Nonnenveld (Oude
Vest) te wonen, dan ontbreekt het U dag noch nacht aan
luidruchtige muziek en het gejoel van de hossige menigte.
Daarenboven komen Uw vrienden U dag en nacht opzoe
ken om van voor uwe ramen een kijkje op het gewoel te heb
ben en een glaasje rood of een wafeltje te gebruiken.
Wafel of punch
Van wafelen gesproken. Ik heb mij weieens laten wijsmaken
dat de wafelbakkers op de kermis het meeste geld ontvangen voor
de in hun kramen gebruikte.... punch! Begrijpelijk! Als men jong
is en, over de kermis wandelende, door een lief en aardig
Friezinnetje in haar kraam genodigd wordt, wie kan dan zo droog
zijn om zijn wafelen droog op te eten? Nee, dan hoort er een
glaasje punch bij. Temeer daar het lieve Friezinnetje niet onge
negen is om eens met U te klinken, te drinken en in de vrolijkheid
U het ene glas na het andere doet aanrukken. (Maar hoe staan
deze „lieve" Friezinnetjes op het aanslagbiljet der personele be
lasting bij haar patroon aangeduid, namelijk als dienstboden of als
werksters, of wel, of zij onafhankelijk zijn en „een eigen kostwin
ning" hebben?
Doch verlaten wij de wafelkraam en begeven wij ons in het
midden van het gewoel. Boeren en burgers, boerinnen en burgeres
sen, dienstboden en modemaaksters, met hoeden of mutsen op, da
mes in zijde, heren als modeplaatjes, bedelaars en zakkenrollers,
dat alles woelt ondereen, dringt, stoot, zingt, trapt elkaar op de
tenen, knijpt... Bij de Nieuwe Kolfbaan naast De Gouden Leeuw
in de Iierkhuisjes (Reigerstraat) wogdt het grote geïllumineerde
bal gegeven en er is geen doorkomen aan. Er wordt algemeen ge
zegd dat er een goede, gladde planken vloer ligt en dat er een
orkest van goede muzikanten speelt.
De entree bedraagt met of zonder dame dertig stuivers, waar
voor aan iedere heer een fles rode of witte wijn wordt afgege
ven. Bent ge echter voorzien van een wandelstok of ander wa
pen, dan wordt U de toegang geweigerd.
Kasteelplein
Op het Binnenhof (binnenplein over de brug van het Kasteel
KMA) vindt ge het wereldbefaamde Cirque Olympique van de heer
Blondin. De zitplaatsen zijn er proper; het amfitheater loopt
hoog op in de heerlijk behangen en versierde tent. Als rijders tre
den er op de heer Bastiaan en de kleine mejuffrouw Eleonore
Kinsbergen. Voorts is er een olifant. En ofschoon dit dier eerder
in een beestenspel dan in een cirque van kunstrijders thuishoort,
waren wij over grootte en zwaarte van het dier èn over zijn kunst
verrichtingen uiterst voldaan.
Op het Kasteelplein vinden we de speelgoedkramen, de stallen
waar dameshoeden verkocht worden zo groot als een vloermat en
waarop een hele lintenwinkel is uitgestald. Anderen proberen er
muziekinstrumenten aan de man te brengen, of Engels katoen en
linnen. Ook de prentenkramen zijn er weer met hun afschuwelijke
gekleurde en goud-afgezette, gesteendrukte platen.
Ijs en speelgoed
In de Lange Brugstraat verkoopt de confiturier van Wees heer
lijke glaasjes ijs; schuins er tegenover ligt het speelgoed voor lie
den van de bon-ton uitgestald: kanteloepen met geklede poppetjes
er in, en meloenen met monniken.
Kermisvreugd vindt ge ook op de Grote Markt in de Schouw
burg van Mullens (waar familievoorstellingen gegeven worden met
marionetten en spelers in een propere, zindelijke, met wit katoen
behangen tent, met aardige decoratiën versierd), bij de Academie
der Gedresseerde Katten onder directie van de heer Capecelli;
Frangina Kroon, de vrouw met haar haaievel, staat er tussen de
kramen van ,,De Kleine Weduwe", het meisje van zes jaar dat
zonder armen of benen geboren is, de tempel van Salomon, de
Diorama's en de Vier-Kroonen-tent van de heer Lamé.
Precies eender
Genoeg. Want al heeft de kermis sindsdien een verandering on
dergaan, al was het maar dat de Gavioli's, Limonaire's, Weller-
haus' en al die andere prachtige orgels die al naar gelang hun
land van herkomst in lichte of krachtige toonaard het publiek van
hun repertoire lieten genieten, tesamen met de lachfluit in de
stoomcaroussel en de sierlijke fronten van de oude wafelhuizen
verdwenen zijn de bellen van draaimolens en luchtschommels,
de knal van de percusson van de Kop van Jut en de schetterende
muziek op de parade yan het Theater-Variété zijn nog altijd in
staat om een 20e-eeuwse menigte in zodanige gemoedstoestand te
brengen dat de dubbeltjes en kwartjes in de zakken gaan springen.
De bioscopen (de eerste stond op de kermis!) zfjn In de plaats
gekomen van de oude diorama's en het panopticum, maar de an
dere tenten, kramen en spelen zijn gebleven. Evenals het paarden
spel. Alleen heet het nu Van Bever; maar de clrcuslucht is er pre
cies eender als eens in de tjjd dat Blondin nog op het „Binnenhof"
stond.
Trits van Dixhoorn.
Langzamerhand dreigen hele
volksstammen een punthoofd te
krijgen van de bestedingsbeperking.
Nu óók in de sportsector. Men
weet dat allemaal niet zo snel, om
dat de doorwerking er van pas dui
delijk wordt, naarmate de diverse
departementen met hun bezuini
gingsvoorstellen voor de dag ko
men.
Onlangs is de vaderlandse spor
tieve gemeenschap ook met dit pro
bleem geconfronteerd. Het geschied
de tijdens een der districtsverga
deringen van de Kon. Ned. Voetbal
Bond. te Amsterdam. Het was in
een vlammend betoog, dat de voor
zitter van West 1, de heer J. Jas-
vers. te wapen riep, tegen de voor
genomen beperkende regerings
maatregelen inzake de sport en de
'chamelijke opvoeding. Zoals het
ntrekken van subsidies voor het
eugdwerk, het stop zetten van het
bouwen van gymnastieklokalen en
het niet uitbreiden van de sport
accommodatie.
De regering wil ten aanzien van
de jeugd de klok achteruit zetten,
betoogde de spreker en hij riep de
'iqevaardigden der vele verenigin
gen op. tot verzet daartegen. Men
dient dit werk niet te beperken,
maar uit te breiden, vervolgde de
heer Jaspers en concludeerde, dat
de overheid, van de sport af dient
te blijven. Uit eigen belang.
De bijeen zijnde clubbestuurde
ren hebben dit betoog met dave
rend applaus onderstreept. Terecht,
en die het wél menen met de sport
en de lichamelijke opvoeding van
de jeugd, zullen onbeperkt daar
mede instemmen.
Het zou anders zijn, wanneer Ne
derland op dit stuk het neusje van
de zalm mocht heten. Misschien
heeft men in regeringskringen het
oog op enkele stadions, een handvol
sportparken en een stuk of wat
fraaie sportterreinen, die over ons
lage landje verspreid liggen. In dat
geval heeft zij door een te licht
gekleurde bril gekeken. Zij zou zich
een rfitHstischer beeld hebben kun
nen vormen, als een blik ware ge
worpen tiaar de kleine steden en
naar de dorpen, waar men in de,
laten we zeggen hoogconjunctuur
periode zelfs tevergeefs op finan
ciële medewerking heeft zitten
wachten; de typische uitzonderin
gen daar gelaten. De gemeentebe
sturen zouden graag de noodzake
lijkste hulp hebben geboden, als-
ze slechts hadden gemogen.
En zelfs in de grote steden wor
stelt men met soortgelijke proble
men. Daar zit men nu meer dan
ooit muurvast. Wanneer althans
uitvoering wordt gegeven aan de
gewraakte plannen.
Is er, vraagt men zich in alle
ernst af, niet op andere wijze te
beperken? En als dit dan om be
paalde politieke of sociale, of eco
nomische redenen heus niet moge
lijk is (waaraan in brede kring
wordt getwijfeld) waarom dan niet
alle bezwaren inzake het stichten
van een nationale voetbalpool re
soluut overboord gegooid? In dat
geval zal er meer dan voldoende
geld in de staatsruif geheveld kun
nen worden, om te blijven werken
aan de opvoeding der jeugd. En-
zonder dat men zich af behoeft te
vragen of daar nog geldmiddelen in
's rijks kas voor aanwezig zijn. Om
de juistheid van deze bewering on
derschreven te zien. behoeft men
nu eens niet in oostelijke richtinp
te kijken. Sprekende voorbeelden
worden geleverd door de Scandina
vische landen (waar men reeds voor
de oorlog toto-bedrijvigheid kende)
en in Zwitserland, zomede in West-
Duitsland.
Op het ogenblik draait de KNVB-
pool op volle toeren zij het han
gende het alom bekende proces
en hoezeer de sportwereld het be
staan ervan op prijs stelt, bewijst
het wekelijks toenemende aantal
deelnemers. De massa vraagt zich
nog a-ltijd af: waarom wèl een
staatsloterij en géén nationale pool?
Die staatsloterij is destijds toch
ook niet uit weelde er gekomen?
Het was overigens goed, dat rec
tor Boymans, geestelijk adviseur
van de Ned. Katholieke Sportbond
gewaarschuwd heeft tegen te groot
optimisme ten aanzien van het
voortbestaan van die KNVB-pool.
Je weet immers niet wat er alle
maal kan gebeuren...
Steun daarom niet te veel op de
financiële voordelen, vermaande de
welsprekende Limburgse rector,
want de mogelijkheid bestaat, dat
deze toto dient te worden stop ge
zet.
Rector Boymans zou rector Boy
mans niet zijn geweest, als hij op
die waarschuwing, welke jammer
genoeg nodig was, niet een andere
waarschuwing had laten volgen.
En als steeds was ze ad rem.
Jammer genoeg, aldus de rector,
lijden vele verenigingen niet alleen
aan A-griep, maar ook aan de B-
griep, welke hij nader als de ,.be-
taal-ziekte" omschreef. Deze ziek
te hebben ook nog vele amateur
verenigingen onder de leden. Via
de toto krijgen talrijke clubs een
flink bedrag in handen en de ver
leiding is groot, dat zij zich blind
gaan staren op de prestatie? van
het eerste elftal. Waardoor het ge
vaar aanwezig is, dat men minder
interesse voor de jeugd op gaat
brengen. De clubbestuurders mogen
echter niet vergeten, dat de jeugd
naar de verenigingen komt om te
voetballen en zij hebben tot taak,
deze jeugd méér te geven dan een
brok techniek alleen.
Rector Boymans had bij zijn be
toog in feite het oog op de situatie
in Limburg. In onze gewesten duurt
in ieder geval onverminderd het te
kort aan terreinen en zalen voort,
zodat de jeugd lang niet aan haar
portie lichamelijke opvoeding toe
kan komen.
Wanneer zal onze volksvertegen
woordiging unaniem gaan denken
in deze, voor ons land zo uitermate
belangrijke kwesties?
s
Kardinaal
Maurice
Feltin
Zijne eminentie Maurice kardinaal Feltin
zal op dinsdag 22 oktober in de schouwburg
„Katholieke Kring" te Roosendaal een spreek
beurt vervullen over: „La situation religieuse
en France", zo werd in het kort gemeld. De
„Alliance Frangaise" heeft het grote genoe
gen dezelfde avond de monseigneurs Paolo
Giobbe, apostolisch internuntius te Den Haag
en Jos. Baeten, bischop van Breda, in haar
midden te mogen begroeten. Zij hebben de
wens te kennen gegeven de spreekbeurt van
de kardinaal bij te wonen.
De plaatselijke afdeling van de „Alliance Fran-
paise", die het een grote eer vindt een kerkvorst
welkom te mogen heten, besloot de spreekbeurt van
de kardinaal voor iedereen gratis toegankelijk te
maken. Het is echter noodzakelijk tevoren een plagts
te bespreken. Dit kan geschieden voor Roosendaal op
het secretariaat C. de Bruijn, Burgemeester Prin
sensingel 55; te Bergen op Zoom bij burgemeester
ir. L. Peeters, Zuidzijde Zoom 44 en te Breda bij
mevrouw C. Bosch, Baronielaan 183.
Het onderwerp
Het onderwerp, dat door de kardinaal zal worden
besproken, zal hij zonder enige twijfel in een zeer
actuele vorm gieten. Frankrijk telt 17 aartsbisdom
men, een exempt aartsbisdom Marseille en nog twee
exempte bisdommen, Metz en Straatsburg. De mees
te bisdommen zijn van zeer oude da
tum. In 1905 is de scheiding van kerk
ei staat tot stand gekomen. Een con
cordaat is alleen nog van kracht voor
de bisdommen Metz en Straatsburg.
De anderen worden door de Heilige
Stoel mede vrijelijk bestuurd.
Het algemene karakter van de
Franse religie is een groeiende be
wustwording bij de leken van hun
onvervangbare rol in het apostolaat.
Een stroming dient te worden ver
meld. De eerste en oudste vereni-
g ngen van katholieke activiteit zijn
gevestigd in het parochieel verband.
Lange tijd hebben deze verenigingen
een defensieve houding aangenomen,
maar de instelling van deze vereni
gingen verandert en wordt meer con
structief. zelfs missionerend.
Van de circa 42 miljoen Franse in
woners zijn er 30 tot 35 miljoen ka
tholiek gedoopt. Het aantal praktise
rende katholieken wordt gesteld op
ongeveer 6 miljoen. Er zijn beduiden
de groepen Calvinisten en Luthera
nen. Het aantal priesters bedraagt
circa 55 000. Daarvan is de helft
werkzaam in de parochies. De helft
van deze priesters is weer aan de
slag in de grotere steden.
De auditeur-militair bij de krijgs
raad te 's-Gravenhage heeft, naar
wij vernemen, hoger beroep aange
tekend in de zaak tegen' majoor K.
Majoor K. zelf is tot dusverre nog
niet in appèl gegaan.
In de zaak van de Axelse caféhouder D. speelden zich op 20 april j.l., de
avond voor Pasen, wilde taferelen af, waarbij zelfs een hoeveelheid bloed
vloeide. Het bloed stroomde uit het gelaat van de Axelse fabrieksarbeider
R. F. B., die van een plaatsgenoot, de loswerkman J. L. de W., een slag
met een gebroken bierglas toegediend gekregen had. De politierechter, mr.
B. S. Sieperda, vond deze klap f 40 waard, benevens één maand voorwaar
delijke gevangenisstraf met een proeftijd van twee jaar.
De politierechter kwam hierbij niet
tegemoet aan de eis van de officier
n Justitie, mr. Ph. M. Schenken-
berg van Mierop, die twee weken
hechtenis had gevraagd. Niet, dat de
politierechter het feit niet ernstig ge
noeg vond, maar omdat hij niet kon
ontkomen aan de indruk, dat de man,
die hier als het slachtoffer werd aan
gemerkt, in casu B., evenmin vrijuit
gaat.
B. had namelijk in het café al
moeilijkheden veroorzaakt met zekere
K. H. Toen de W. met H. in de keu
ken achter het café stond te praten,
kwam B. plotseling naar binnen en
viel het tweetal aan. althans volgens
de lezing van de W. B. zei. dat hij
langs de keuken liep, toen de W.
plotseling met het bierglas op hem
afgestormd kwam. De W. ontkende
op zijn beurt weer 'n drinkglas gehan
teerd te hebben. De zaak werd eerst
volkomen onduidelijk, toen een drietal
getuigen verklaarde, dat B. met een
mes gedreigd had, terwijl de W., die
dus door B. werd aangevallen, zei
geen mes gezien te hebben.
Ter zitting hield de W. hardnekkig
vol, dat hij in het gevecht geen bier
glas als wapen had gebruikt. Toch
had hij volgens de 18-jarige metse
laar L. C. de P. uit Axel na afloop
geroepen „Je zult B. z'n hele leven
wel herkennen, want dat litteken gaat
nooit meer weg uit zijn gezicht!"
De officier vond het resultaat van
deze vechtpartij ernstig. Hij twijfelde
er geen moment aan of B. met een
glas is aangevallen, temeer daar de
sporen nog duidelijk zichtbaar zijn op
diens gelaat, ,,'t Kan best zijn, dat
B. aanleiding heeft gegeven", aldus
de officier, „maar het wapen was te
gevaarlijk". Mr. Schenkenberg kwam
tot een eis van twee weken hechte
nis, alsmede toewijzing van een civie
le vordering ten bedrage van ruim
f 68. De politierechter reduceerde dus
de straf, maar wees de civiele vorde
ring toe.
Dure brillen
De gedetineerde koopman P. H. R.
(zonder verblijfplaats) werd verdacht
van oplichting van de 74-jarige me
vrouw J. M. D. uit Zaamslag. Op 12
juli belde de koopman bij de bejaar
de vrouw aan; hjj kwam haar brillen
controleren. „Maar ik heb pas nieu
we", had mevrouw D. gezegd. Na de
controle leek het R. echter beter, dat
mevrouw in haar loop- en leesbril
toch maar nieuwe glazen nam en hij
ried haar verder aan nog een derde
bril te kopen, speciaal om 's avonds
mee te lopen. R. deed het voorkomen,
alsof hij knechten in dienst had. wier
werk hij moest nagaan en de vrouw
tippelde er in; zij bestelde de nieuwe
brillen.
Toch vertrouwde zij de zaak niet en
liep 's avonds nog naar de politie,
want de f 200, die zij had moeten be
talen, waarvan f 45 voor de glazen,
vond zij nogal aan de hoge kant.
R.. die aanvankelijk tegenover de
politie had ontkend bij mevrouw D.
geweest te zijn, verklaarde ter zit
ting, dat zijn „cliënte" slechts f 145
had moeten betalen.
De officier betitelde R. als een
plattelandskoopman, die de zaken
mooier voorstelt dan zij zijn. „De
verdachte is het normale koopmans-
gebruik en koopmanspraatje te bui
ten gegaan. Hij kwam er als baas
van een zaak", sprak mr. Schenken
berg, die het oplichtersverhaal bewe
zen achtte en de prijs van de spullen
ook veel te hoog vond.
Hij wees er voorts op, dat R. voor
de oorlog reeds enkele malen voor
precies dezelfde feiten veroordeeld is
en hij vroeg tenslotte drie maanden
hechtenis met aftrek.
Alvorens de verdediger, mr. P. C.
Adriaanse, aan het woord kwam, be
sloot de politierechter evenwel de
zaak aan te houden om de verbali
sant te horen. Volgende week zal deze
kwestie verder worden behandeld.
Broeken
„Ik ben Hendrikse", zei een Mid
delburgse varensgezel in spe op de
vierde mei tegen een textielwinkelier.
H.j vertelde nog meer. o.a. dat zijn
broer uit het ziekenhuis zou komen,
dat deze geen broeken meer had en
dat hij er graag twee „op zicht" wil
de meenemen. En omdat de klant nog
steeds koning is, kreeg hij een twee
tal broeken mee.
Maar Hendrikse bracht de broeken
g-en van1 beide terug en betaalde
ze al evenmin. De politie ging op
zoek en viste uit, dat achter de naam
Hendrikse zekere J. de B. schuil ging.
En de politierechter vond één maand
voorwaardelijke gevangenisstraf
(proêftijd drie jaar) en onder toe-
zichtstelling op ziin plaats, conform
de eis van de officier.
Er is nog altijd heel wat werk aan
de vier eeuwen oude Land- en Zee
poort, die men te Hulst aan het uit
graven is. Maar niettemin is er thans
toch ook al heel wat te zien. Het om
vangrijke ontgravingswerk is reeds
zo ver gevorderd, dat men een aar
dig overzicht begint te krijgen van de
omvang van het bouwwerk en de oor
spronkelijke vorm ervan.
Even vóór de poort, aan de zijde
van het Bolwerk, had men reeds eni
ge tijd terug overblijfselen van een
of ander bouwwerk gevonden en deze
heeft men nu wat dieper uitgegraven.
Hoewel men voorlopig nog vrij diep
g gaan is, heeft men nog niet kunnen
vaststellen wat het geweest moet zijn
en ook is de juiste omvang nog niet
bekend. De heer P. Brand, wiens me
ning wij hierover vroegen, maakte
de veronderstelling (onder alle voor
behoud uiteraard), dat het hier wel
licht een „voorpoort" betreft, een
bouwwerk in een poortvorm, waar
door men de ophaalbrug bereikte, die
toegang gaf tot de eigenlijke poort.
Men heeft bij de ontgraving nu een
diepte bereikt, welke ruim een meter
lager ligt dan het wandelpad aan de
binnenzijde van de wal. Vooralsnog
zal men niet verder gaan. Men gaat
nl. eerst in de rondte graven, zodat
de gehele poort, tot op de thans be
reikte hoogte althans, zichbaar wordt.
Wanneer men zo ver is, zal men 'de
omvang en de vorm van het impo
sante bouwwerk kunnen overzien. Het
eigenlijke doel is echter de havenin
gang te vinden; dat is het belangrijk
ste van het ontgravingswerk. Wan
neer men deze gevonden heeft zal
men heel wat meer weten over het
machtige vestingwerk, dat Kelder
mans op dit punt van Hulst bouwde.
Boyendien krijgt men dan een juist
Inzicht in de loop van de vroegere ha
ven van de stad.
Mocht men de haveningang, na ge
heel rond de poort te hebben gegra
ven, nog niet gevonden hebben, dan
zal men weer wat dieper gaan. De
heer Brand verwacht, naar hij zei,
dat men nog heel wat de diepte in
moet alvorens de voet van het gebouw
wordt bereikt.
Er is dus nog genoeg te doen. On
getwijfeld zullen ook in het zomersei
zoen van 1958 talrijke toeristen ervan
kunnen genieten. Want ook dit jaar
hebben velen (waaronder talrijke ken.
ners en liefhebbers van historische
oudheden) het werk bezichtigd
In zijn openingswoord tot een ge
heel uitverkocht Concertgebouw te
Terneuzen sprak de K.R.O.-propa
gandist, de heer G. de Vletter, over
de programmakeuze voor wat be
treft radio en televisie. Dit naar
aanleiding van de jongste encycliek
van de Paus over dit onderwerp. De
K.R.O. is momenteel met zijn meer
dan 480.000 leden de grootste omroep
aldus spreker. Hij deed een beroep
op de luisteraars propaganda voor de
omroep te maken en het getal op te
voeren tot een half miljoen.
De speciale groet, die de K.R.O.
dit jaar zijn luisteraars brengt, gaat
onder het motto: Revue-menue voor
u" een alleraardigst programma,
dat met veel vaart en elan wordt
gebracht door een bezetting, die de
klappen van de revue-zweep kent.
Ook nu weer droegen Berry Kievits,
Gerard Walden en Harry Boda een
groot deel van dit muziek- en kijkspel
Zij werden echter bijzonder goed bij
gestaan door Coby Beek (sopraan)
en John van Heumen (tenor), die en
kele zeer geslaagde zangnummers
brachten. Vooral de fragmenten uit
„Das Land des Lachelns" van Léhar
klonken uitstekend. Wllly Wolf zorg
de voor een uitstekende vioolbege
leiding. Nol Kievits, Harry Woodson,
Betty Bell en Mitzy Tieland waren
goed op dreef in verscheidene zang
en dansnummers Het gezelschap ver
zorgde enkele sketches waarom uit
bundig werd gelachen. Ook Frances
en Capy. het uitstekende danspaar,
waren weer van de partij. Hun dan
sen dwongen veel bewondering af en
vooral het gedanste sprookje van de
prinses en de betoverde prins werd
in een weelde van kleuren en licht
effecten opgevoerd.
André van Wattingen met zijn or
kest zorgde voor een uitstekende be
geleiding. Zoals wij dit van de KRO
gewend zijn, was er ook nu weel
een weelde aan décors (P.A. de
Kruijff) en kostuums (Coby Stijlen)
te bewonderen.
De enscenering van Berry Kievlt's
en Gerard Walden's algehele leiding
waren uitstekend verzorgd, zodat de
talrijke luisteraars uit Terneuzen,
Sluiskil, Philippine, Sas van Gent,
Westdorpe en Axel en de vele verde
re belangstellenden die het Concert
gebouw tot de laatste plaats bezet
ten, met heel veel genoegen naar de
ze groet van de K.R.O. hebben ge
luisterd.
De artiesten van de KRO-revue
ontmoetten na afloop van de suc
cesvolle voorstelling te Terneuzen
elkaar in de lunchroom „Porgy
Bess". Voor zo lang de tijd het toe
liet (de voorstelling eindigt wel
heel laat) werd er zo nog eens even
nagekaart over de belevenissen van
de avond. Morgenavond zijn zij
weer ergens anders en zo gaat het
het gehele seizoen door. Trekkend
van de ene plaats naar de andere,
aan enthousiaste KRO-luisteraars
in een werveling van muziek, zang,
dans. kleur en licht de groeten
brengend van hun omroep.