-Wandeling op de kermis anno 1826 Kardinaal Maürice Feltin spreekt te Roosendaal Géén bestedingsbeperking voor het jeugdwerk alstublieft! Ruzie in Axels café met bierglas beslecht Terneuzen genoot van de aantrekkelijke KRO-revue Molenberg weinig „berg" meer DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 17 OKTOBER 1957 Jï Mgr. Giobbe en mgr. Baeten sullen aanwezig zijn HOGER BEROEP IN ZAAK MAJOOR K. Politierechter Middelburg Op soek naar haveningang Keldermanspoort Kermis blijft kermis, of men nu 1820 of 1957 schrijft; getuige deze oude prent van Verheul. Meisjes in zondagse kledij, kin deren die later opblijven dan goed voor hen is en uitgelaten vrienden, die te veel van het goede gehad hebben. En altijd... het verdwaalde hondje. „Haha! haha! Gaat binnen maar, Liefhebbers, hier zei je zien dat je nog nooit gezien hebt!" Met deze welsprekende Eloge zullen mijn kakelbont gekleedde confraters in de aanstaande kermisweek voor de toonelen van Jan Klaassen, de vier kroonen en andere schouwplaatsen niet alleen uwe ooren doof schreeuwen, maar hunne eigene georgel zoodanig uit hun fatsoen brengen, dat zij eiken avond een oxhoofd schiedammer met goede dikke siroop zullen noodig hebben om den volgenden dag hunne muzijkale uit roepingen weder te kunnen hervatten." In de dagen dat deze regels geschreven werden was de kermis nog „ouderwets", met polka's, koude karbonaden en glacé hand schoenen die je niet meer van de gezwollen handen kon krijgen; met kermispijpen die de tabakshandelaren aan hun vaste klanten cadeau gaven; met kermisbedjes en kermiswensen: met permissie biljetten en een strijdkreet die dag en nacht door de straten da verde; „Hossen, hossen, hossen!" Zo'n anderhalve eeuw geleden werd er van de kermis in tens genoten tot in huis. Want als je eindelijk met een „zwaar hoofd en ligte beurs" in je crapaud was neergezegen, dan stak er nog altijd een verfomfaaid drukwerkje in de zak, een pam flet van de een of andere kermiswandelaar die je, als „groot introducteur"voor een paar stuivers haarfijn kon vertellen wat er op de kermis te zien was en wat er zoal voorviel. Aan de vooravond van de kermis te Breda en als afscheid van het kermisseizoen 1957 wilden wij u nog even voorstellen aan een „Bredasche Kermiswandelaar anno 1826", in wiens gezelschap u onvermijdelijk midden in de geur van gebak- en wafelkra men terecht komt. Het is de eerste dag van de najaarskermis en men zou de Baronnengevoeglijk in twee klassen kun. nen verdelenivaarvan de ene peinst en prakkiseert hoe het aan te leggen om gedurende de kermis t meeste geld van de burgerij te kunnen trekken terwijl de andere klasse overlegt op welke wijze er voor het minste geld de meeste leut te smaken valt. Op de ochtend van die eerste dag wemelt het aan de deur van allerlei sierlijk uitgedoste lieden van allerlei betrekkingen, die zich verdringen om U hun beste wensen in rijm en proza, met en zon der houtsnee, gedrukt of extempore te uiten. Achtereenvolgens verschijnen Uw dienstboden (die ge f 2,- a f 5,- kermisgeld dient te geven), Uw kantoorbedienden (f 10,- a f 25,-), de bestellers van de post, van de diligences en de veren (f 0,50 a f 3,-), de krantenman met een geïllustreerd vel druks in plano, dat om en bij de 144 verzen bevat (f 0.50), de as- en vuilnis karman (f 0,25 a f 0,50), de nachtwacht (f 0.50 a f 0,75), de lan taarnopsteker (f 0.25 a f 0,50), de torenwachter, de omroeper, de opkorter, de jongen van de schoen- en kleermaker, van de boek verkoper, de rondbrengers der museums en magazijnen, de knecht uit de sociëteit, de markeur uit het Koffiehuis, enzovoorts enzo voorts. En het is U reeds de eerste dag van de eerste week maar al te duidelijk dat de kermis U in de beurs zal grijpen. Hebt gij nu het ongeluk om in de nabijheid van de Grote Markt, van het Kasteelplein of van het Nonnenveld (Oude Vest) te wonen, dan ontbreekt het U dag noch nacht aan luidruchtige muziek en het gejoel van de hossige menigte. Daarenboven komen Uw vrienden U dag en nacht opzoe ken om van voor uwe ramen een kijkje op het gewoel te heb ben en een glaasje rood of een wafeltje te gebruiken. Wafel of punch Van wafelen gesproken. Ik heb mij weieens laten wijsmaken dat de wafelbakkers op de kermis het meeste geld ontvangen voor de in hun kramen gebruikte.... punch! Begrijpelijk! Als men jong is en, over de kermis wandelende, door een lief en aardig Friezinnetje in haar kraam genodigd wordt, wie kan dan zo droog zijn om zijn wafelen droog op te eten? Nee, dan hoort er een glaasje punch bij. Temeer daar het lieve Friezinnetje niet onge negen is om eens met U te klinken, te drinken en in de vrolijkheid U het ene glas na het andere doet aanrukken. (Maar hoe staan deze „lieve" Friezinnetjes op het aanslagbiljet der personele be lasting bij haar patroon aangeduid, namelijk als dienstboden of als werksters, of wel, of zij onafhankelijk zijn en „een eigen kostwin ning" hebben? Doch verlaten wij de wafelkraam en begeven wij ons in het midden van het gewoel. Boeren en burgers, boerinnen en burgeres sen, dienstboden en modemaaksters, met hoeden of mutsen op, da mes in zijde, heren als modeplaatjes, bedelaars en zakkenrollers, dat alles woelt ondereen, dringt, stoot, zingt, trapt elkaar op de tenen, knijpt... Bij de Nieuwe Kolfbaan naast De Gouden Leeuw in de Iierkhuisjes (Reigerstraat) wogdt het grote geïllumineerde bal gegeven en er is geen doorkomen aan. Er wordt algemeen ge zegd dat er een goede, gladde planken vloer ligt en dat er een orkest van goede muzikanten speelt. De entree bedraagt met of zonder dame dertig stuivers, waar voor aan iedere heer een fles rode of witte wijn wordt afgege ven. Bent ge echter voorzien van een wandelstok of ander wa pen, dan wordt U de toegang geweigerd. Kasteelplein Op het Binnenhof (binnenplein over de brug van het Kasteel KMA) vindt ge het wereldbefaamde Cirque Olympique van de heer Blondin. De zitplaatsen zijn er proper; het amfitheater loopt hoog op in de heerlijk behangen en versierde tent. Als rijders tre den er op de heer Bastiaan en de kleine mejuffrouw Eleonore Kinsbergen. Voorts is er een olifant. En ofschoon dit dier eerder in een beestenspel dan in een cirque van kunstrijders thuishoort, waren wij over grootte en zwaarte van het dier èn over zijn kunst verrichtingen uiterst voldaan. Op het Kasteelplein vinden we de speelgoedkramen, de stallen waar dameshoeden verkocht worden zo groot als een vloermat en waarop een hele lintenwinkel is uitgestald. Anderen proberen er muziekinstrumenten aan de man te brengen, of Engels katoen en linnen. Ook de prentenkramen zijn er weer met hun afschuwelijke gekleurde en goud-afgezette, gesteendrukte platen. Ijs en speelgoed In de Lange Brugstraat verkoopt de confiturier van Wees heer lijke glaasjes ijs; schuins er tegenover ligt het speelgoed voor lie den van de bon-ton uitgestald: kanteloepen met geklede poppetjes er in, en meloenen met monniken. Kermisvreugd vindt ge ook op de Grote Markt in de Schouw burg van Mullens (waar familievoorstellingen gegeven worden met marionetten en spelers in een propere, zindelijke, met wit katoen behangen tent, met aardige decoratiën versierd), bij de Academie der Gedresseerde Katten onder directie van de heer Capecelli; Frangina Kroon, de vrouw met haar haaievel, staat er tussen de kramen van ,,De Kleine Weduwe", het meisje van zes jaar dat zonder armen of benen geboren is, de tempel van Salomon, de Diorama's en de Vier-Kroonen-tent van de heer Lamé. Precies eender Genoeg. Want al heeft de kermis sindsdien een verandering on dergaan, al was het maar dat de Gavioli's, Limonaire's, Weller- haus' en al die andere prachtige orgels die al naar gelang hun land van herkomst in lichte of krachtige toonaard het publiek van hun repertoire lieten genieten, tesamen met de lachfluit in de stoomcaroussel en de sierlijke fronten van de oude wafelhuizen verdwenen zijn de bellen van draaimolens en luchtschommels, de knal van de percusson van de Kop van Jut en de schetterende muziek op de parade yan het Theater-Variété zijn nog altijd in staat om een 20e-eeuwse menigte in zodanige gemoedstoestand te brengen dat de dubbeltjes en kwartjes in de zakken gaan springen. De bioscopen (de eerste stond op de kermis!) zfjn In de plaats gekomen van de oude diorama's en het panopticum, maar de an dere tenten, kramen en spelen zijn gebleven. Evenals het paarden spel. Alleen heet het nu Van Bever; maar de clrcuslucht is er pre cies eender als eens in de tjjd dat Blondin nog op het „Binnenhof" stond. Trits van Dixhoorn. Langzamerhand dreigen hele volksstammen een punthoofd te krijgen van de bestedingsbeperking. Nu óók in de sportsector. Men weet dat allemaal niet zo snel, om dat de doorwerking er van pas dui delijk wordt, naarmate de diverse departementen met hun bezuini gingsvoorstellen voor de dag ko men. Onlangs is de vaderlandse spor tieve gemeenschap ook met dit pro bleem geconfronteerd. Het geschied de tijdens een der districtsverga deringen van de Kon. Ned. Voetbal Bond. te Amsterdam. Het was in een vlammend betoog, dat de voor zitter van West 1, de heer J. Jas- vers. te wapen riep, tegen de voor genomen beperkende regerings maatregelen inzake de sport en de 'chamelijke opvoeding. Zoals het ntrekken van subsidies voor het eugdwerk, het stop zetten van het bouwen van gymnastieklokalen en het niet uitbreiden van de sport accommodatie. De regering wil ten aanzien van de jeugd de klok achteruit zetten, betoogde de spreker en hij riep de 'iqevaardigden der vele verenigin gen op. tot verzet daartegen. Men dient dit werk niet te beperken, maar uit te breiden, vervolgde de heer Jaspers en concludeerde, dat de overheid, van de sport af dient te blijven. Uit eigen belang. De bijeen zijnde clubbestuurde ren hebben dit betoog met dave rend applaus onderstreept. Terecht, en die het wél menen met de sport en de lichamelijke opvoeding van de jeugd, zullen onbeperkt daar mede instemmen. Het zou anders zijn, wanneer Ne derland op dit stuk het neusje van de zalm mocht heten. Misschien heeft men in regeringskringen het oog op enkele stadions, een handvol sportparken en een stuk of wat fraaie sportterreinen, die over ons lage landje verspreid liggen. In dat geval heeft zij door een te licht gekleurde bril gekeken. Zij zou zich een rfitHstischer beeld hebben kun nen vormen, als een blik ware ge worpen tiaar de kleine steden en naar de dorpen, waar men in de, laten we zeggen hoogconjunctuur periode zelfs tevergeefs op finan ciële medewerking heeft zitten wachten; de typische uitzonderin gen daar gelaten. De gemeentebe sturen zouden graag de noodzake lijkste hulp hebben geboden, als- ze slechts hadden gemogen. En zelfs in de grote steden wor stelt men met soortgelijke proble men. Daar zit men nu meer dan ooit muurvast. Wanneer althans uitvoering wordt gegeven aan de gewraakte plannen. Is er, vraagt men zich in alle ernst af, niet op andere wijze te beperken? En als dit dan om be paalde politieke of sociale, of eco nomische redenen heus niet moge lijk is (waaraan in brede kring wordt getwijfeld) waarom dan niet alle bezwaren inzake het stichten van een nationale voetbalpool re soluut overboord gegooid? In dat geval zal er meer dan voldoende geld in de staatsruif geheveld kun nen worden, om te blijven werken aan de opvoeding der jeugd. En- zonder dat men zich af behoeft te vragen of daar nog geldmiddelen in 's rijks kas voor aanwezig zijn. Om de juistheid van deze bewering on derschreven te zien. behoeft men nu eens niet in oostelijke richtinp te kijken. Sprekende voorbeelden worden geleverd door de Scandina vische landen (waar men reeds voor de oorlog toto-bedrijvigheid kende) en in Zwitserland, zomede in West- Duitsland. Op het ogenblik draait de KNVB- pool op volle toeren zij het han gende het alom bekende proces en hoezeer de sportwereld het be staan ervan op prijs stelt, bewijst het wekelijks toenemende aantal deelnemers. De massa vraagt zich nog a-ltijd af: waarom wèl een staatsloterij en géén nationale pool? Die staatsloterij is destijds toch ook niet uit weelde er gekomen? Het was overigens goed, dat rec tor Boymans, geestelijk adviseur van de Ned. Katholieke Sportbond gewaarschuwd heeft tegen te groot optimisme ten aanzien van het voortbestaan van die KNVB-pool. Je weet immers niet wat er alle maal kan gebeuren... Steun daarom niet te veel op de financiële voordelen, vermaande de welsprekende Limburgse rector, want de mogelijkheid bestaat, dat deze toto dient te worden stop ge zet. Rector Boymans zou rector Boy mans niet zijn geweest, als hij op die waarschuwing, welke jammer genoeg nodig was, niet een andere waarschuwing had laten volgen. En als steeds was ze ad rem. Jammer genoeg, aldus de rector, lijden vele verenigingen niet alleen aan A-griep, maar ook aan de B- griep, welke hij nader als de ,.be- taal-ziekte" omschreef. Deze ziek te hebben ook nog vele amateur verenigingen onder de leden. Via de toto krijgen talrijke clubs een flink bedrag in handen en de ver leiding is groot, dat zij zich blind gaan staren op de prestatie? van het eerste elftal. Waardoor het ge vaar aanwezig is, dat men minder interesse voor de jeugd op gaat brengen. De clubbestuurders mogen echter niet vergeten, dat de jeugd naar de verenigingen komt om te voetballen en zij hebben tot taak, deze jeugd méér te geven dan een brok techniek alleen. Rector Boymans had bij zijn be toog in feite het oog op de situatie in Limburg. In onze gewesten duurt in ieder geval onverminderd het te kort aan terreinen en zalen voort, zodat de jeugd lang niet aan haar portie lichamelijke opvoeding toe kan komen. Wanneer zal onze volksvertegen woordiging unaniem gaan denken in deze, voor ons land zo uitermate belangrijke kwesties? s Kardinaal Maurice Feltin Zijne eminentie Maurice kardinaal Feltin zal op dinsdag 22 oktober in de schouwburg „Katholieke Kring" te Roosendaal een spreek beurt vervullen over: „La situation religieuse en France", zo werd in het kort gemeld. De „Alliance Frangaise" heeft het grote genoe gen dezelfde avond de monseigneurs Paolo Giobbe, apostolisch internuntius te Den Haag en Jos. Baeten, bischop van Breda, in haar midden te mogen begroeten. Zij hebben de wens te kennen gegeven de spreekbeurt van de kardinaal bij te wonen. De plaatselijke afdeling van de „Alliance Fran- paise", die het een grote eer vindt een kerkvorst welkom te mogen heten, besloot de spreekbeurt van de kardinaal voor iedereen gratis toegankelijk te maken. Het is echter noodzakelijk tevoren een plagts te bespreken. Dit kan geschieden voor Roosendaal op het secretariaat C. de Bruijn, Burgemeester Prin sensingel 55; te Bergen op Zoom bij burgemeester ir. L. Peeters, Zuidzijde Zoom 44 en te Breda bij mevrouw C. Bosch, Baronielaan 183. Het onderwerp Het onderwerp, dat door de kardinaal zal worden besproken, zal hij zonder enige twijfel in een zeer actuele vorm gieten. Frankrijk telt 17 aartsbisdom men, een exempt aartsbisdom Marseille en nog twee exempte bisdommen, Metz en Straatsburg. De mees te bisdommen zijn van zeer oude da tum. In 1905 is de scheiding van kerk ei staat tot stand gekomen. Een con cordaat is alleen nog van kracht voor de bisdommen Metz en Straatsburg. De anderen worden door de Heilige Stoel mede vrijelijk bestuurd. Het algemene karakter van de Franse religie is een groeiende be wustwording bij de leken van hun onvervangbare rol in het apostolaat. Een stroming dient te worden ver meld. De eerste en oudste vereni- g ngen van katholieke activiteit zijn gevestigd in het parochieel verband. Lange tijd hebben deze verenigingen een defensieve houding aangenomen, maar de instelling van deze vereni gingen verandert en wordt meer con structief. zelfs missionerend. Van de circa 42 miljoen Franse in woners zijn er 30 tot 35 miljoen ka tholiek gedoopt. Het aantal praktise rende katholieken wordt gesteld op ongeveer 6 miljoen. Er zijn beduiden de groepen Calvinisten en Luthera nen. Het aantal priesters bedraagt circa 55 000. Daarvan is de helft werkzaam in de parochies. De helft van deze priesters is weer aan de slag in de grotere steden. De auditeur-militair bij de krijgs raad te 's-Gravenhage heeft, naar wij vernemen, hoger beroep aange tekend in de zaak tegen' majoor K. Majoor K. zelf is tot dusverre nog niet in appèl gegaan. In de zaak van de Axelse caféhouder D. speelden zich op 20 april j.l., de avond voor Pasen, wilde taferelen af, waarbij zelfs een hoeveelheid bloed vloeide. Het bloed stroomde uit het gelaat van de Axelse fabrieksarbeider R. F. B., die van een plaatsgenoot, de loswerkman J. L. de W., een slag met een gebroken bierglas toegediend gekregen had. De politierechter, mr. B. S. Sieperda, vond deze klap f 40 waard, benevens één maand voorwaar delijke gevangenisstraf met een proeftijd van twee jaar. De politierechter kwam hierbij niet tegemoet aan de eis van de officier n Justitie, mr. Ph. M. Schenken- berg van Mierop, die twee weken hechtenis had gevraagd. Niet, dat de politierechter het feit niet ernstig ge noeg vond, maar omdat hij niet kon ontkomen aan de indruk, dat de man, die hier als het slachtoffer werd aan gemerkt, in casu B., evenmin vrijuit gaat. B. had namelijk in het café al moeilijkheden veroorzaakt met zekere K. H. Toen de W. met H. in de keu ken achter het café stond te praten, kwam B. plotseling naar binnen en viel het tweetal aan. althans volgens de lezing van de W. B. zei. dat hij langs de keuken liep, toen de W. plotseling met het bierglas op hem afgestormd kwam. De W. ontkende op zijn beurt weer 'n drinkglas gehan teerd te hebben. De zaak werd eerst volkomen onduidelijk, toen een drietal getuigen verklaarde, dat B. met een mes gedreigd had, terwijl de W., die dus door B. werd aangevallen, zei geen mes gezien te hebben. Ter zitting hield de W. hardnekkig vol, dat hij in het gevecht geen bier glas als wapen had gebruikt. Toch had hij volgens de 18-jarige metse laar L. C. de P. uit Axel na afloop geroepen „Je zult B. z'n hele leven wel herkennen, want dat litteken gaat nooit meer weg uit zijn gezicht!" De officier vond het resultaat van deze vechtpartij ernstig. Hij twijfelde er geen moment aan of B. met een glas is aangevallen, temeer daar de sporen nog duidelijk zichtbaar zijn op diens gelaat, ,,'t Kan best zijn, dat B. aanleiding heeft gegeven", aldus de officier, „maar het wapen was te gevaarlijk". Mr. Schenkenberg kwam tot een eis van twee weken hechte nis, alsmede toewijzing van een civie le vordering ten bedrage van ruim f 68. De politierechter reduceerde dus de straf, maar wees de civiele vorde ring toe. Dure brillen De gedetineerde koopman P. H. R. (zonder verblijfplaats) werd verdacht van oplichting van de 74-jarige me vrouw J. M. D. uit Zaamslag. Op 12 juli belde de koopman bij de bejaar de vrouw aan; hjj kwam haar brillen controleren. „Maar ik heb pas nieu we", had mevrouw D. gezegd. Na de controle leek het R. echter beter, dat mevrouw in haar loop- en leesbril toch maar nieuwe glazen nam en hij ried haar verder aan nog een derde bril te kopen, speciaal om 's avonds mee te lopen. R. deed het voorkomen, alsof hij knechten in dienst had. wier werk hij moest nagaan en de vrouw tippelde er in; zij bestelde de nieuwe brillen. Toch vertrouwde zij de zaak niet en liep 's avonds nog naar de politie, want de f 200, die zij had moeten be talen, waarvan f 45 voor de glazen, vond zij nogal aan de hoge kant. R.. die aanvankelijk tegenover de politie had ontkend bij mevrouw D. geweest te zijn, verklaarde ter zit ting, dat zijn „cliënte" slechts f 145 had moeten betalen. De officier betitelde R. als een plattelandskoopman, die de zaken mooier voorstelt dan zij zijn. „De verdachte is het normale koopmans- gebruik en koopmanspraatje te bui ten gegaan. Hij kwam er als baas van een zaak", sprak mr. Schenken berg, die het oplichtersverhaal bewe zen achtte en de prijs van de spullen ook veel te hoog vond. Hij wees er voorts op, dat R. voor de oorlog reeds enkele malen voor precies dezelfde feiten veroordeeld is en hij vroeg tenslotte drie maanden hechtenis met aftrek. Alvorens de verdediger, mr. P. C. Adriaanse, aan het woord kwam, be sloot de politierechter evenwel de zaak aan te houden om de verbali sant te horen. Volgende week zal deze kwestie verder worden behandeld. Broeken „Ik ben Hendrikse", zei een Mid delburgse varensgezel in spe op de vierde mei tegen een textielwinkelier. H.j vertelde nog meer. o.a. dat zijn broer uit het ziekenhuis zou komen, dat deze geen broeken meer had en dat hij er graag twee „op zicht" wil de meenemen. En omdat de klant nog steeds koning is, kreeg hij een twee tal broeken mee. Maar Hendrikse bracht de broeken g-en van1 beide terug en betaalde ze al evenmin. De politie ging op zoek en viste uit, dat achter de naam Hendrikse zekere J. de B. schuil ging. En de politierechter vond één maand voorwaardelijke gevangenisstraf (proêftijd drie jaar) en onder toe- zichtstelling op ziin plaats, conform de eis van de officier. Er is nog altijd heel wat werk aan de vier eeuwen oude Land- en Zee poort, die men te Hulst aan het uit graven is. Maar niettemin is er thans toch ook al heel wat te zien. Het om vangrijke ontgravingswerk is reeds zo ver gevorderd, dat men een aar dig overzicht begint te krijgen van de omvang van het bouwwerk en de oor spronkelijke vorm ervan. Even vóór de poort, aan de zijde van het Bolwerk, had men reeds eni ge tijd terug overblijfselen van een of ander bouwwerk gevonden en deze heeft men nu wat dieper uitgegraven. Hoewel men voorlopig nog vrij diep g gaan is, heeft men nog niet kunnen vaststellen wat het geweest moet zijn en ook is de juiste omvang nog niet bekend. De heer P. Brand, wiens me ning wij hierover vroegen, maakte de veronderstelling (onder alle voor behoud uiteraard), dat het hier wel licht een „voorpoort" betreft, een bouwwerk in een poortvorm, waar door men de ophaalbrug bereikte, die toegang gaf tot de eigenlijke poort. Men heeft bij de ontgraving nu een diepte bereikt, welke ruim een meter lager ligt dan het wandelpad aan de binnenzijde van de wal. Vooralsnog zal men niet verder gaan. Men gaat nl. eerst in de rondte graven, zodat de gehele poort, tot op de thans be reikte hoogte althans, zichbaar wordt. Wanneer men zo ver is, zal men 'de omvang en de vorm van het impo sante bouwwerk kunnen overzien. Het eigenlijke doel is echter de havenin gang te vinden; dat is het belangrijk ste van het ontgravingswerk. Wan neer men deze gevonden heeft zal men heel wat meer weten over het machtige vestingwerk, dat Kelder mans op dit punt van Hulst bouwde. Boyendien krijgt men dan een juist Inzicht in de loop van de vroegere ha ven van de stad. Mocht men de haveningang, na ge heel rond de poort te hebben gegra ven, nog niet gevonden hebben, dan zal men weer wat dieper gaan. De heer Brand verwacht, naar hij zei, dat men nog heel wat de diepte in moet alvorens de voet van het gebouw wordt bereikt. Er is dus nog genoeg te doen. On getwijfeld zullen ook in het zomersei zoen van 1958 talrijke toeristen ervan kunnen genieten. Want ook dit jaar hebben velen (waaronder talrijke ken. ners en liefhebbers van historische oudheden) het werk bezichtigd In zijn openingswoord tot een ge heel uitverkocht Concertgebouw te Terneuzen sprak de K.R.O.-propa gandist, de heer G. de Vletter, over de programmakeuze voor wat be treft radio en televisie. Dit naar aanleiding van de jongste encycliek van de Paus over dit onderwerp. De K.R.O. is momenteel met zijn meer dan 480.000 leden de grootste omroep aldus spreker. Hij deed een beroep op de luisteraars propaganda voor de omroep te maken en het getal op te voeren tot een half miljoen. De speciale groet, die de K.R.O. dit jaar zijn luisteraars brengt, gaat onder het motto: Revue-menue voor u" een alleraardigst programma, dat met veel vaart en elan wordt gebracht door een bezetting, die de klappen van de revue-zweep kent. Ook nu weer droegen Berry Kievits, Gerard Walden en Harry Boda een groot deel van dit muziek- en kijkspel Zij werden echter bijzonder goed bij gestaan door Coby Beek (sopraan) en John van Heumen (tenor), die en kele zeer geslaagde zangnummers brachten. Vooral de fragmenten uit „Das Land des Lachelns" van Léhar klonken uitstekend. Wllly Wolf zorg de voor een uitstekende vioolbege leiding. Nol Kievits, Harry Woodson, Betty Bell en Mitzy Tieland waren goed op dreef in verscheidene zang en dansnummers Het gezelschap ver zorgde enkele sketches waarom uit bundig werd gelachen. Ook Frances en Capy. het uitstekende danspaar, waren weer van de partij. Hun dan sen dwongen veel bewondering af en vooral het gedanste sprookje van de prinses en de betoverde prins werd in een weelde van kleuren en licht effecten opgevoerd. André van Wattingen met zijn or kest zorgde voor een uitstekende be geleiding. Zoals wij dit van de KRO gewend zijn, was er ook nu weel een weelde aan décors (P.A. de Kruijff) en kostuums (Coby Stijlen) te bewonderen. De enscenering van Berry Kievlt's en Gerard Walden's algehele leiding waren uitstekend verzorgd, zodat de talrijke luisteraars uit Terneuzen, Sluiskil, Philippine, Sas van Gent, Westdorpe en Axel en de vele verde re belangstellenden die het Concert gebouw tot de laatste plaats bezet ten, met heel veel genoegen naar de ze groet van de K.R.O. hebben ge luisterd. De artiesten van de KRO-revue ontmoetten na afloop van de suc cesvolle voorstelling te Terneuzen elkaar in de lunchroom „Porgy Bess". Voor zo lang de tijd het toe liet (de voorstelling eindigt wel heel laat) werd er zo nog eens even nagekaart over de belevenissen van de avond. Morgenavond zijn zij weer ergens anders en zo gaat het het gehele seizoen door. Trekkend van de ene plaats naar de andere, aan enthousiaste KRO-luisteraars in een werveling van muziek, zang, dans. kleur en licht de groeten brengend van hun omroep.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1957 | | pagina 9