Alpinisme neemt nog toe
DUJARDIN
K VP - werkbezoek en een
artikel in „De Opmars"
Belgische bezwaren tegen
Volkerak-sluis
GRIEP?
FRANSMAN 1
J. BALM AT
OVERWON 1
EUROPA 's
HOOGSTE
BERGTOP
Mont Blanc eist nog
te veel slachtoffers
Parijs door een historische bril
PagHa? pc §tcm
Avontuur en
gezonde sport
Op roekelozen
loert de dood
Scherpe uitlatingen van
Kroestjev over Dulles
IVOROL: Tanden rein - Adem fris
GRIEP??
dan COGNAC
DERDE BLAD
VRIJDAG 11 OKTOBER 1957
rengt
•oo»
ezakjes,
Dagboek
Aan problemen
geen gebrek
in w.-Brabant
Nederland sal moeten waken tegen
tijdverlies voor de scheepvaart
„Een MoerdijkkanuaV'
Met "AKKERTJES"
rolt U er vlug doorheen!
ikjes4
jen
thee.
>aar bekend
tram droog-
Bij dit laat-
;or, de baard
zijn ketens
en. ,.Dat zal
riend", brult
'orst van Su.
n te vinden,
n!"
Diepe kloven
Tienduizenden genoten in hun vakantie enkele weken onbekommerd
van zon en licht, van ruimte en vrijheid. Zeer velen trokken naar ver
re landen, naar geliefde oorden vol van variabele schoonheid. Vele
toeristen ook zochten de bergen op en maakten onder gedegen leiding
eenvoudige bergtochtjes naar fraaie punten. Anderen lieten zich ver
leiden de bergsport te beoefenen, zonder enige voorkennis evenwel van
de gevaren, daaraan verbonden. Zij gingen onvoorbereid en zonder
ervaring het avontuur tegemoet. Helaas bleven de gevolgen niet uit.
Kortelings hebben wij in onze krant over dergelijke, gevaarlijke avon
turen geschreven. Het is treurig, dat jaarlijks tientallen jonge mensen
in de met sneeuw bedekte Alpen van Oostenrijk, Duitsland, Zwitser
land, Italië en Frankrijk hun zin naar avontuur en daarmee tevens
hun roekeloosheid, zien gestraft met ongelukken. Maar al te vaak wor
den goede en wijze raadgevingen van de bevolking genegeerd. Men
trekt de bergen in zonder te zijn voorzien van gepaste uitrusting en
kleding. Vooral dit laatste is dringend nodig, want niet zelden gebeurt
het, dat men de weg kwijt raakt en door duisternis wordt overvallen.
De bergbeklimmer moet dan de nacht doorbrengen in bittere kou. En
als hulpploegen niet tijdig komen opdagen, betekent dit vaak, dat hij
door bevriezing om het leven komt. Eveneens kunnen de klimmers
plotseling worden overvallen door mist of door storm. Het spreekt
natuurlijk vanzelf, dat getrainde en ervaren alpenisten en zij die over
een goede gids beschikken, bijna steeds veilig op hun basis terugkeren.
Zij immers kennen het klappen van de zweep en nemen geen risico's.
Een berg, die al heel wat mensen
levens heeft geëist is de Mont Blanc.
Deze vervaarlijke reus (hij is 4807 m
hoog) heeft een goede 170 jaar gele
den een overwinnaar gekend in de
Franse boer Jacques Balmat. Hij na
melijk slaagde erin de top van Euro
pa's hoogste berg te bereiken, een
prestatie die men in Frankrijk niet
vergeet, want ieder jaar weer vindt
in dit lapd een aan Balmat gewijde
herdenking plaats.
De Mont Blanc staat bekend om
zijn grillig en gevaarlijk klimaat. In
1866 werden de leden van een expe
ditie door ontzettende sneeuwstormen
overvallen. Allen kwamen om. Een
fragment uit een gevonden dagboek
blad luidde:
,,7 September. We zijn twee
dagen op de Mont Blanc geweest
in de vreselijke sneeuwstormen.
We zijn dë weg kwijt en bevinden
ons in een sneeuwhol op 'n hoogte
van 15.000 voet. Ik heb geen hoop
meer ooit beneden te zullen ko
men. We hebben geen voedsel
meer, mijn voeten zijn bevroren
en ik ben uitgeput."
In 1820 werden de leden van een
expeditie overvallen door een lawine.
Vele jaren later vond men de licha
men. Eveneens maakte een razende
lawine een einde aan het leven van
enkele klimmers in 1886. Het waren
een Engelsman met een gids en twee
dragers
Dit zijn slechts een paar gevallen
uit een lange reeks. De Mont Blanc
is een verraderlijke berg. Moeilijk te
beklimmen is hij niet, maar vele
moedige alpinisten vonden er de dood
doordat zij er verdwaalden en door
sneeuwstormen en lawines werden
verrast.
Stoutmoedig
Jacques Balmat slaagde er echter
in de top van de witte reus te be
reiken. Hij was een echte bergbewo
ner, die veel van zijn bergen hield.
"Vaak ging hij naar boven. Hij ont
wikkelde zich tot een goede ervaren
en behulpzame gids bij tal van ex
pedities.. Vanzelfsprekend wilde Bal
mat proberen op de top van de Mont
Blanc te komen. Een van zijn eerste
ernstige pogingen liep echter op niets
uit, ofschoon Jacques amper 300
meter van zijn doel verwijderd bleef.
Hij kon niet verder, omdat hij onder
andere geen ijsbijl bij zich had, die
dringend nodig was om treden in de
hard bevroren korst te hakken.
Toen maakte hij een tocht met dr.
Paccard, die als amateur graag met
hem 'de top wilde bereiken.
Het was augustus 1786 toen beiden
hun stoutmoedige onderneming be
gonnen. De tocht was zwaar. Aan
houdende rukwinden vergden het
uiterste van beide mannen. Paccard
gaf de strijd op. Nog slechts enkele
honderden meters scheidden hem van
de top, maar hij was volgslagen uit
geput. Balmat echter worstelde door
en vocht om de overwinning. En die
overwinning werd een feit. Balmat
slaagde erin als eerste man zyn voet
op de byna 5000 meter hoge Mont
Blanc te plaatsen. Enthousiast schoot
hij zijn jasje uit en hing het aan zijn
stok op de top van de berg.
Vervolgens sleepte hij Paccard
naar boven. De man was totaal
sneeuwblind en zo volkomen uitge
put, dat hij zonder de hulp van zijn
(Advertentie)
Nikita Kroestjev heeft in een vraag
gesprek met James Heston van de
New York Times verklaard, dat de
wereld in het Midden-Oosten door 'n
nieuwe oorlog wordt bedreigd en hy
beschuldigde de Amerikaanse minis
ter van Buitenlandse Zaken, John
Foster Dulles ervan Turkye te willen
verlokken deze te beginnen door een
aanval op Syrië.
In het derde en laatste artikel over
een vraaggesprek met Kroestjev,
schrijft Reston, dat de Russische lei
der de Amerikaanse senaat had uit
gedaagd zijn beschuldigingen te on
derzoeken.
Kroestjev sprak scherpe woorden
over Turkije. Hij waarschuwde dat
dit land ingeval van oorlog geen dag
zou bestaan. Indien er een oorlog
uitbreekt zijn wij dichtbij Turkije en
de V.S. niet. Wanneer de kanonnen
gaan schieten kunnen de raketten
beginnen te vliegen en dan zal het te
laat zijn er nog over na te denken".
De partijsecretaris beschuldigde
in het bijzonder Dulles ervan, aan
i oy Henderson, deskundige voor
het Midden-Oosten, instructie te
hebben gegeven, Jordanië en Irak
tegen Syrië op te zetten. Dit was
echter mislukt en Henderson zet
te daarop, tijdens zijn jongste reis
in het Midden-Oosten, Turkije on
der druk.
J°en Reston vroeg waarop hn zijn
beschuldigingen baseerde en of de
sovjet-Unie documenten had om ze
bewijzen, antwoordde de Russi
sche leider: ,,lk raad u aan de heer
Dulles inlichtingen te vragen. Laat
hij, als de man die dikwijls God aan
roept, zweren dat hy dergeiyke in
structies niet aan Henderson heeft
gegeven.'
er de nadruk op dat zijn
beschuldigingen waar waren en dat
de Sovjet-Unie documenten heeft om
deze -e bewijzen. Alle documenten
zullen eventueel worden gepubliceerd.
Kroestjev veroordeelde de Eisenho-
wer-leer voor het Midden-Oosten en
ontkende dat er sprake is van een
.Sovjet-provocatie" in Syrië of een
bedreiging van het Midden-Oosten
door het communisme.
Hy gaf toe, dat de Sovjet-Unie mi
litaire uitrustingen aan Syrië heeft
verkocht, maar ,,er is niet één van
onze soldaten in Syrië".
,.De Arabieren staan ver af van de
communistische ideeën. Zij zijn geen
communisten maar nationalisten".
De moeilijkheid in het Midden-
Oosten is, dat, op het ogenblik dat
de koloniale slavernij" ineenstort
de V.S. de rol van ..internationale
gendarmerie" op zich nemen. Overal
waar de volkeren hun vrijheid krijgen
wensen de V.S. deze te vernietigen,
aldus Kroestjev.
Reston kreeg op twee vragen geen
antwoord. Deze hadden betrekking op
de gebeurtenissen in de Sovjet-Unie
na de dood van Stalin en op de pro
blemen die zijn geschapen door de
industrialisatie en de landbouwpian-
nen.
Steile wanden
metgezel de terugtocht wis en zeker
niet zou hebben overleefd. Beiden
keerden behouden terug.
Het bleek echter al gauw, dat men
Paccard als de grote man van deze
expeditie beschouwde. Men meende,
dat hij de zege had behaald.
Tenslotte kreeg de eenvoudige,
maar hoogst moedige Balmat noch
tans de eer toegezwaaid, die hij voor
zijn uitzonderlijke prestatie terecht
verdiende....
Jacques Balmat was niet alleen
een groot alpinist, hij was ook een
vooruitstrevend man. Zo wist hij
zich door naarstige arbeid en door
een schrandere kijk op de zaken, om
hoog te werken tot een welgestelde
boer. Maar wie mocht denken dat hij
nu zijn bergen voortaan zou verge
ten, vergiste zich, want hij bleef nog
een verwoed alpinist. Vele malen
nog ging hij naar boven en maakte
lange en soms gevaarlijke tochten.
Toen Balmat een oude man van 72
jaar was, gebeurde er iets dat spoe
dig het einde van zijn leven zou
betekenen. Balmat werd opgelicht
voor een groot bedrag aan geld. Hij
voelde zich, zoals begrijpelijk, zwaar
getroffen en was gehee] overstuur.
In de bergen, zijn geliefde bergen,
zou zich goud bevinden. Men sprak
zelfs van enorme schatten. Jacques
echter wist dat dit overdreven was.
Maar evenzeer wist hij, dat in het
zand van de bergstromen soms goed
werd aangetroffen.
Balmat nu wilde zijn geld. dat men
hem had ontfutseld waar terugwin
nen. Dus doolde hij weken achtereen,
door de woeste bergstreken naarstig
speurend naar fijne goudadertjes. En
inderdaad vond de rusteloze grijs
aard in de vallei van Sixt enige
stukjes kwarts, waarin een serie
goudpuntjes fonkelden. Dit was een
goede en tevens bemoedigende aan
wijzing voor Balmat. En daarom
ging hij er andermaal op uit. nu te
zamen met een zekere Pache, een
gemzenjager uit Vallorcine....
De kalender wees 1834. De tocht was
bovenmenseiyk zwaar. Pache moest
het opgeven. Balmat trotseerde de
elementen en werkte zich naar het
doel, naar het goud van de Mont
Blanc. Maar.... Jacques Balmat, de
moedige bergbeklimmer, die eens
„de witte reus" onder zyn hoede had,
keerde niet terug
Twee dagen en twee nachten zocht
men koortsachtig naar hem, maar
helaas tevergeefs. Eerst negentien
jaar later vond men zyn lichaam
Het lag in een rotskloof. Het bleek
dat Balmat door vallende stenen ge
troffen en in duizelingwekkende vaart
omlaag gestort was. De dorst naar
geld moest hij op tragische wyze met
het leven betalen
Schaduw
Ongetwijfeld heeft Balmat, als de
grondlegger van het alpinisme velen
geanimeerd tot het beoefenen van
deze gezonde, maar moeilijke en ge
vaarlijke sport. Een sport echter die
door tal van onkundige avonturiers
op hoogst roekeloze wijze wordt be
dreven. De gevolgen zijn veeal ern
stig. Deze zomer zijn weer enkele Ne
derlanders op hun bergtochten op een
droevige manier om het leven ge
komen. Zo wordt telkens weer een
brede en diepe schaduw geworpen
op deze interessante sport, waarvoor
de belangstelling met het jaar toe
neemt.
In dit verband is het goed ook eens
te wijzen op het bestaan van een Al
penvereniging in ons land. Een ver
eniging, die haar leden niet slechts
een aantal ..voorproefjes" serveert
van de majestueuze schoonheid en
grootheid van de wereld der bergen
en het verrukkelijke der bergsport,
maar hen evenzeer attendeert op de
veelheid van gevaren, die de ama
teur-alpinist bedreigen. Gevaren,
waarop inderdaad niet genoeg gewe
zen kan worden.
(Advertentie)
(Van onze redacteur)
Het werkbezoek, dat de
K.V.P. vandaag en morgen aan
west-Brabant brengt, valt samen
met een aantal publikaties, die
de aandacht hebben getrokken
of minstens mogen trekken.
Het is misschien puur toeval,
dat in het oktobernummer van
„De Opmars", het partijblad
van de K.V.P., veel ruimte in
beslag wordt genomen voor
een artikel over een zaak, die in
west-Brabant reeds zoveel pen
nen in beweging heeft gebracht.
De pendel (het lijdt geen twijfel
of in Rucphen wordt er wel
iets meer over verteld!) blijft
nog altijd een van de grootste
zorgenkinderen van dit gebied,
dat daarnaast zeer zeker op
nieuw de aandacht van de ka
merleden zal vragen voor de
verkeerssituatie, het kanalen-
stelsel, de haven van Bergen op
Zoom en zoveel andere proble
men.
Het is niet alleen goed bij voorbaat
de aandacht van de Kamerleden te
vragen voor het pendelprobleem, dat
in west-Brabant zo sterk spreekt: het
is voor de Westbrabander bovendien
zeer nuttig te weten wat er in ,,De
Opmars" onder de titel „Pendelaar,
zorgenkind van priester en arbeiders
leider" wordt gezegd. De forens is,
zo wordt geschreven, historisch ge
zien de man, die om een of andere
persoonlijke voorkeur buiten gaat wo
nen. Hij is daarom onvergelijkbaar
i et de pendelaar, die terwille van
het broodje belegd of beter belegd
zijn arbeid ver van huis zoekt, of....
moet zoeken. Het is juist een mate
riële drijfveer, die de pendelaar veel
voor lief doet nemen, zelfs al vallen
onder dit „veel" ook uithuizigheid,
grotere gezinslasten voor moeder-de-
vrouw, vervreemding in eigen omge-
Hoog in de wolken
Van Belgische zijde is steeds ge
schermd met de eis van een „even
goede, gemakkelijke en veilige" vaar
weg sinds de afdamming van het
Kreekrak, waardoor oorspronkelijk
de Antwerpse Rijnvaart haar weg
nam. Men betwistte in België, dat de
vervangende vaarweg, het kanaal
Hansweert-Wemeldinge „even goed.
gemakkelijk en veilig" zou zijn als
het Kreekrak, ofschoon de ontwikke
ling van «de zeilvaart tot stoomvaart
dit laatste vrij ondiepe water eerder
minder gemakkelijk en veilig zou
hebben doen blijken.
Het criterium „even goed, gemak
kelijk en veilig" speelt thans weer
een rol bij de beoordeling van de in
vloed, welke de uitvoering van het
Deltaplan heeft op de bestaande. Rijn-
vaartweg voor Antwerpen. Zulks
blijkt uit de artikelenreeks van prof.
dr. J. van Geetruyen in de „Gazet v.
Antwerpen, waarmede in de afge
lopen dagen gereageerd is op puoli-
katies in ,,De Stem" over de wijze
waarop de afdamming van het Vol
kerak gepaard zal gaan met de bouw
van een behoorlijke scheepvaartsluis.
Nu is de extra sluis bij Willemstad
in de Antwerpse Rijnvaartweg vol
gens het Deltaplan als tijdelijk be
doeld. Wanneer de Oosterschelde
wordt afgesloten, zou de sluis bij We-
melding permanent open kunnen blij
ven, en dan behoeft de Antwerpse
Rijnvaart ook slechts twee sluizen te
passeren, die bij Hansweert en het
Volkerak.
Maar het tijdelijke van de derde
sluis zal dan toch 10 a 15 jaar duren
en technische of financiële moeilijkhe
den kunnen die termijn gemakkelijk
verlengen, zo merkt prof. van Gee
truyen op. Hij vraagt zich overigens
ook af, of het wel als een paal boven
water staat, dat de Oosterschelde
werkelijk wordt afgesloten. ..Een niet
onbelangrijk deel van de Nederlandse
openbare menisg is er niet voor te
vinden. schrijft hij, omdat het
400 miljoen gulden vergt en de schaal-
en schelpdierkwekerij uitroeit."
De Antwerpse deskundige betwist
nu het „even goede en gemakkelijke"
van de vaarweg met de Volkerak-
sluis, omdat deze meer oponthoud
voor de schepen betekent. In het bij
zonder zou dit dan voor de Antwerp
se Rijnvaart het geval zijn. Er wordt
nl. te Hansweert 's nachts niet ge
schut, omdaf er dan geen douane
formaliteiten kunnen plaats vinden.
Het gevolg hiervan kan zijn, dat er
opstoppingen ontstaan en de schepen
lang moeten wachten op inklaren.
Dit doet de vraag rijzen, op welke
uren er aan het Volkerak zal wor
den geschut, want het is niet denk
beeldig, dat de opstoppingen zich daar
zullen gaan herhalen. Een dan dubbel
tijdverlies zou juist voor de Antwerp
se Rijnvaart funest kunnen worden,
omdat de Rijnschepen exportladingen
aanvoeren, die bijtijds moeten kunnen
worden overgeladen op zeeschepen
in Antwerpen.1*
Wat de veiligheid van de vaarweg
betreft, verkeert men in het onzekere
over de invloed welke de afdammin
gen in het Volkerak en de Grevelin-
gen op de vaargeulen en zandbanken
in de Tussenwateren zullen uitoefe
nen.
De Antwerpse schrijver vreest, dat
er aanzandingen zullen plaats vinden
en dat men al maar voort zal moeten
gaan met baggeren, wat hem nog eens
„een Moerdijkkanaal" doet suggere
ren als doelmatiger oplossing.
Wij hebben ons er van kunnen
vergewissen, dat de Antwerpse pro
fessor met „een Moerdijkkanaal" niet
bepaald een vaarweg bedoelt, zoals
in het rapport-van Cauwelaert-Steen-
berghe werd uitgestippeld, maar in
beginsel denkt aan een kortere, nieu
we Schelde-Rijn-verbinding, zodat in
zijn gedachtengang ook zou passen
de aanleg van een Eendrachtskanaal
met doorgestoken Kreekrakdam als
compensatie voor het nadeel, dat het
Deltaplan in zijn gevolgen voor de
Antwerpse Rijnvaart zou meebrengen.
Voor de toekomst blijft dit vraag
stuk open. In de huidige periode van
geforceerde bestedingsbeperkingen,
zowel in België als in Nederland, kan
er natuurlijk geen sprake zijn van
een nieuwe Schelde-Rijn-verbinding
op korte termijn. Zij wordt echter
vroeg of laat, óók van Nederlands
standpunt, weer actueel, al ware het
slechts om Bergen op Zoom een goe
de uitweg naar de Westerschelde te
bezorgen tegelijk met 'n behoorlijke
aansluiting op het waterwegennet van
Noordbrabant.
Intussen zijn ook de artikelen, wel
ke prof. van Geetruyen in het „Eco
nomisch en Sociaal Tijdschrift" van
de St. Ignatius Handelshogeschool te
Antwerpen over het Deltaplan en het
tussenwater- en rivierrecht publi
ceerde, in brochurevorm verschenen.
In dit gedegen stuk werk, waaraan
wij reeds eerder enkele kritische ar
tikelen hebben gewijd, worden de
mogelijkheden van Belgische mede
zeggenschap over de Nederlandse ri
vieren en tussenwateren beredeneerd,
waarbij de schrijver overigens een
eresaluut brengt aan prof. dr. Gerret-
son als krachtig vertegenwoordiger
vaji de Nederlandse opvatting, dat
Nederland over deze wateren souve-
rein te beschikken heeft.
Het laatste woord in deze aangele
genheid zal wel afhangen van even
tuele Belgische initiatieven ten op
zichte van de maatregelen, die Ne
derland treft in het kader van het
Deltaplan. Er is thans geen aanwij
zing voor dergelijke initiatieven. Bel-
Prof. dr. J. van Geetruyen heeft
in de „Gazet van Antwerpen"
een reeks artikelen geschreven
naar aanleiding van de berich
ten in „De Stem" over de af
damming van het Volkerak en
de aanleg van een „verkeers
plein" ten westen van Willem
stad in het Hollandsch Diep.
De Antwerpse deskundige is
bezorgd over de weerslag van
de hier te maken afsluiting op
de Antwerpse Rijnvaart, meer
speciaal over de extra-sluis,
welke hier op de Antwerpse
Rijnvaartweg tot stand komt.
Hij vraagt zich af, of deze
vaarweg nog wel „even goed
en gemakkelijk en even veilig"
zal zijn als de huidige open
vaarweg. Hij zinspeelt hiermede
op het criterium, dat in de
Scheidingsakte van 1839 tussen
Nederland en België werd ge
steld voor iedere nieuwe water
weg, welke de toenmaals be
staande verbinding, als deze in
het ongerede mocht raken, zou
moeten vervangen.
gië kan trouwens ook wachten, maar
minister Spaak heeft, toen België zijn
beslissing over het Moerdijkkanaal
uitstelde en dit kanaal daardoor in
de ijskast werd geplaatst, alle Bel
gische „rechten" voorbehouden.
Zal het afhangen van de mate,
waarin België hinder ondervindt van
de gevolgen der Deltawerken, of t.z.t.
al dan niet een proces zal worden
ingespannen bij het Internationaal
Gerechtshof?
Nederland kan trachten dit zo
veel mogelijk te voorkomen door
bezwaren, welke voor de Belgische
Rijnvaart uit de Deltawerken kun
nen voortvloeien, zoveel mogelijk
weg te nemen. Dat de derde sluis
de Rijnvaartweg minder „veilig"
zou maken, zien wij niet in. Dat
zij een langer oponthoud kan be
tekenen en dus de weg minder
„gemakkelijk" maakt, valt moeilijk
te betwisten. Daarom zal Nederland
door het bepalen en op elkaar af
stemmen van de schuturen te Hans
weert en in het Volkerak er in
ieder geval wel voor waken dat de
Antwerpse Rijnschepen doordat zij
van de nieuwe sluis gebruik moe
ten maken, geen etmaal tijdverlies
gaan lijden.
ving, offers aan vrije tijd enzovoorts.
De pendelaar schept weer een nieuw
vraagteken in de tijd, waarin het
woord probleem toch al iedereen in
de mond bestorven ligt. Het leger van
arbeiders, die met de regelmaat van
een klokslinger in de vroege morgen
in bus of trein van huis lijden en
's avonds terugkeren is duizenden
mannen sterk. Het is na de oorlog
snel gegroeid, vooral in de kop van
Noord-Holland en in het westen van
Brabant, dat verkeers-technisch nog
niet voldoende ontsloten is voor fa
brieken en andere bedrijven.
Op de akker, waarvan de boer en
zijn knecht verdreven zijn, verrijst
een industrie, die nieuwe arbeid aan
ijverige handen geeft. Doch die ont
wikkeling loopt vooruit op de mense
lijke aard. Zo gauw de mens een
factor wordt in een economische ont
wikkeling kloppen de rekensommetjes
niet meer.
Een omscholing op het platteland
is dan ook met voldoende. Er is een
omwenteling van een generatie nodig
om een bevolking aan nieuwe be
staansmogelijkheden aan te passen.
Er gaan jaren overheen alvorens een
gehele streek, die op het keerpunt
staat tussen landbouw en industrie,
van aanschijn is veranderd. Zo lang
deze ontwikkeling nog gaande is. de
nieuwe industrieën van het platteland
nog niet voldoende in aantal zijn en
deze weinige bovendien kwalitatief
beperkt zijn in hun personeelskeuze,
zal de pendel blijven voortduren en
de gemoederen bezig houden. Wie
eens in de schoenen gaat staan van
de pendelaar zal begrijpen, waarom
deze er elke dag zover op uittrekt.
De zuigkracht van het westen, dat elk
jaar achttienduizend nieuwe werk-»
krachten nodig heeft, is voor hem on
weerstaanbaar. Er is veel en veel
soortige arbeid te verrichten: vooral
ook ongeschoolde arbeid, waar da
meeste pendelaars om vragen. De
pendelaar geeft zich dan ook gewon
nen, al levert hij aan de havens van
Amsterdam en Rotterdam niet meer
uit dan zijn arbeid. Zijn leven, zijn
hart en zijn gezin laat hij thuis, al
komt hij later wel tot de ontdekking,
dat hij juist verliest, wat hij wilde be.
waren. De pendelaar migreert niet.
Hij gaat alleen maar werken in een
omgeving, waar de bedrijven een
loon betalen, die de hoogste is in
de gemeenteclassificatie. Zijn reis-
uren en kosten krijgt hij betaald:
soms zelfs met vergoeding van koffie
geld, waarmee vooral de zogenaamde
koppelbazen hem strikken. Het wordt
alles dik beloond. Maar dat mag men
deze arbeider niet misgunnen. Maar
daarmee zijn de bezwaren van de
pendel niet weggepraat. Op de duur
zullen de pendelaars in het westen
blijven hangen. De industrieën zijn
daar hongerig naar arbeidskrachten.
Tot zover ,,De Opmars", dat verder
gaat met het geven van een beschou
wing hoe moeilijk de pendel is voor
de priester en de arbeidersleider.
Cijfers
Het is wellicht nuttig ter gelegen
heid van het KVP-bezoek nog te wij
zen op een andere recente publikatie,
Iii het jongste nummer van „Noord-
Brabant" het ETI-tijdschrift, vertelt
men niet alleen over de verkeers-
geografische problemen van het wes
ten (uitvoerig in dit blad besproken),
maar valt ook een lijst te lezen van
het aantal mannelijke werklozen in
0/00 van de mannelijke beroepsbevol
king.
Zeven Westbrabantse gemeenten
prijken aan de kop van de rangorde-
lijst. Het zijn Hoeven, Rucphen,
Nieuw-Vossemeer, Halsteren, Ossen-
drecht, Woensdrecht en Etten, Steen
bergen volgt na Oeffeit op de liegende
plaats. Het is overbodig daarop ver
der commentaar te geven.
De Kamerleden zullen voldoende te
horen en te zien krijgen. Het is te ho
pen, dat zij twee aangename dagen
in west-Brabant zullen doorbrengen.
Voor west-Brabant is het te hopen,
dat de Kamerleden „gewapend" zui
len terugkeren naar het parlement,
dat ondanks de befaamde beste
dingsbeperking belangrijke beslis
singen voor west-Brabant dient te na.
men.
(Advertentie)
Natuurlijk, als u in het jaar 1957 een bezoek
gaat brengen aan Parijs, de gejachte Metro
pool met zijn zeven miljoen inwoners, zijn, mé
tro en zijn drukke verkeer dan doet u dit om
te genieten van de talloze kunstschatten, die
in de musea te bewonderen zijn om te flane
ren over de gezellige boulevards met hun
terrasjes, om lange wandelingen te maken
waarbij u tientallen eethuisjes ontdekt, om
te dwalen door de Grands Magasins en des
avonds uit te rusten in theater of cabaret.
hoogste Franse
Niemand verlangt dan
ook van van u, dat u
voortdurend denkt aan
dat Middeleeuwse Pa
rijs, dat 200.000 zielen tel
de, voor die tijd al een
respectabel aantal, of aan
de 18e eeuwse stad toen
het inwonerstal al tot
560.000 gestegen was.
Maar wist u, dat op de
plaats waar u thans uw
fototoestel instelt om een
zo gunstig mogelijke foto
te krijgen van het Louvre
in het jaar 885 de Noor
mannen hun tenten had
den opgeslagen? En dat op
de plaats van de Hallen in
1110 de eerste markt werd
gehouden?
Parijs is rijker aan his-
torishe souvenirs dan
welke stad ook. Vrijwel
iedere patrieërswoning.
iedere kerk en ieder plein
bergt herinneringen in
zich. Herinneringen aan
vrolijke of droeve gebeur
tenissen, die plaatsvon-
in het grijs of het nabij
verleden. Zoals de Champs
Elysées, die in het begin
van de 17e eeuw op last
van Maria de Medicis
werd aangelegd en toen
de naam droeg van Cours-
de-la-Reine. Het was in
die tijd mode om een
nieuw aangekochte karos
„in te rijden" op deze
laan onder het bewonde
rend of afgunstig oog van
vriend en vijand. Veel
ramances vonden hun be
gin en ook weieens hun
einde op deze Cours-de-la
Reine.
Op de plaats, waar nu
het Palais de Chaillot
staat was vroeger een
schitterend landhuis, dat
bewoond werd door maar
schalk de Bassompierre,
dapper krijgsman, verwoed
speler en onverbeterlijk
charmeur. Hij heeft het
ongeluk zich Richelieu
tot vijand te maken en
wordt in 1631 naar de Bas
tille gezonden. Voor zijn
arrestatie verbrandt hij de
ruim zesduizend liefdes
brieven, die hij in zijn le
ven ontvangen heeft en
waarvan vele ten zeerste
compromitterend zijn
voor de afzenders, dames
uit de
kringen.
Het kleine triomfboog-
je op de Place du Carous-
sel heeft ook niet altijd
dezelfde gedaante gehad.
Het werd in 1808 gebouwd
op last van Napoleon ter
herinnering aan de over
winningen van het jaar
1805. De kroon op de boog
waren vier vergulde paar
den, die waren buitge
maakt in Venetië. Na de
val van Napoleon ver
zochten de Veneti anen
echter beleefd doch drin
gend om teruggave van
dit kunstwerk, wat in
1815 gebeurde. Zij werden
toen vervangen door een
beeldhouwwerk van Bo-
sio, voorstellende een go
din, die een vierspan be
dwingt, welke groep nu
nog steeds vele camera
lenzen op zich gericht
ziet.
De Seine-kade op de
rechteroever - u weet wel,
waar al die dierenwinkels
zijn, die bij mooi weer hun
hele levende have buiten
hebben staan en waar men
de laatste jaren gemakke
lijk vervoerbare goudvis
jes in plastic zakjes ver
koopt is nooit van naam
veranderd en heet dan ook
nog steeds Quai de la Mé-
gisserie. Zoals deze naam
al aangeeft waren vroeger
op de plaats van de die
renwinkels ateliers van
leerlooiers gevestigd. De
ze kade stond dan ook let
terlijk en figuurlijk in een
kwade reuk en de Parij-
zenaars liepen slechts
geval van uiterste x
zaak over deze Quai.
rn
nood-
Tegenover de Quai de la
Mégisserie ligt de Pont
des Arts, één der mooiste
Seine-bruggen. In vroeger
eeuwen stonden op deze
brug sinaasappelboompjes,
geplant in groengeschil-
derde houten tonnen en
in het midden was een
soort wintertuin, waar
men bij slecht weer ge
zellig kon zitten temidden
van exotische planten. Tot
in 1849 werd hier tolgeld
geheven en het verhaal
gaat, dat bij de inge
bruikneming van de brug
wel 64.000 Parijzenaars 'n
stuiver offerden.
Zoals bekend is de grond
prijs in Parijs bijzonder
hoog. Verwonderlijk is 't
daarom, dat een gehele
hoek in de Rue des Lom
bards (bij de Hallen) on
bebouwd is. In 1569 stond
hier een groot huis, dat
bewoond werd door twee
kooplieden, die Hugenoot
waren. In deze tijd van
godsdiensttwisten werden
door een besluit van de
regering de huizen der
Hugenoten afgebroken of
verbeurd verklaard, ter
wijl voor de bewuste wo
ning in de Rue des Lom
bards tevens gold, dat op
deze plaats nooit meer
iets gebouwd mocht wor
den. Nu, na bijna vier
eeuwen, wordt dit besluit
nog steeds gerespecteerd.
U weet het dus, mocht u
ooit nog eens een huis wil
len laten bouwen in Pa
rijs, kies dan niet de Rue
des Lombards, want daar
maakt u toch geen kans.
(Kr