Alpinisme neemt nog toe DUJARDIN K VP - werkbezoek en een artikel in „De Opmars" Belgische bezwaren tegen Volkerak-sluis GRIEP? FRANSMAN 1 J. BALM AT OVERWON 1 EUROPA 's HOOGSTE BERGTOP Mont Blanc eist nog te veel slachtoffers Parijs door een historische bril PagHa? pc §tcm Avontuur en gezonde sport Op roekelozen loert de dood Scherpe uitlatingen van Kroestjev over Dulles IVOROL: Tanden rein - Adem fris GRIEP?? dan COGNAC DERDE BLAD VRIJDAG 11 OKTOBER 1957 rengt •oo» ezakjes, Dagboek Aan problemen geen gebrek in w.-Brabant Nederland sal moeten waken tegen tijdverlies voor de scheepvaart „Een MoerdijkkanuaV' Met "AKKERTJES" rolt U er vlug doorheen! ikjes4 jen thee. >aar bekend tram droog- Bij dit laat- ;or, de baard zijn ketens en. ,.Dat zal riend", brult 'orst van Su. n te vinden, n!" Diepe kloven Tienduizenden genoten in hun vakantie enkele weken onbekommerd van zon en licht, van ruimte en vrijheid. Zeer velen trokken naar ver re landen, naar geliefde oorden vol van variabele schoonheid. Vele toeristen ook zochten de bergen op en maakten onder gedegen leiding eenvoudige bergtochtjes naar fraaie punten. Anderen lieten zich ver leiden de bergsport te beoefenen, zonder enige voorkennis evenwel van de gevaren, daaraan verbonden. Zij gingen onvoorbereid en zonder ervaring het avontuur tegemoet. Helaas bleven de gevolgen niet uit. Kortelings hebben wij in onze krant over dergelijke, gevaarlijke avon turen geschreven. Het is treurig, dat jaarlijks tientallen jonge mensen in de met sneeuw bedekte Alpen van Oostenrijk, Duitsland, Zwitser land, Italië en Frankrijk hun zin naar avontuur en daarmee tevens hun roekeloosheid, zien gestraft met ongelukken. Maar al te vaak wor den goede en wijze raadgevingen van de bevolking genegeerd. Men trekt de bergen in zonder te zijn voorzien van gepaste uitrusting en kleding. Vooral dit laatste is dringend nodig, want niet zelden gebeurt het, dat men de weg kwijt raakt en door duisternis wordt overvallen. De bergbeklimmer moet dan de nacht doorbrengen in bittere kou. En als hulpploegen niet tijdig komen opdagen, betekent dit vaak, dat hij door bevriezing om het leven komt. Eveneens kunnen de klimmers plotseling worden overvallen door mist of door storm. Het spreekt natuurlijk vanzelf, dat getrainde en ervaren alpenisten en zij die over een goede gids beschikken, bijna steeds veilig op hun basis terugkeren. Zij immers kennen het klappen van de zweep en nemen geen risico's. Een berg, die al heel wat mensen levens heeft geëist is de Mont Blanc. Deze vervaarlijke reus (hij is 4807 m hoog) heeft een goede 170 jaar gele den een overwinnaar gekend in de Franse boer Jacques Balmat. Hij na melijk slaagde erin de top van Euro pa's hoogste berg te bereiken, een prestatie die men in Frankrijk niet vergeet, want ieder jaar weer vindt in dit lapd een aan Balmat gewijde herdenking plaats. De Mont Blanc staat bekend om zijn grillig en gevaarlijk klimaat. In 1866 werden de leden van een expe ditie door ontzettende sneeuwstormen overvallen. Allen kwamen om. Een fragment uit een gevonden dagboek blad luidde: ,,7 September. We zijn twee dagen op de Mont Blanc geweest in de vreselijke sneeuwstormen. We zijn dë weg kwijt en bevinden ons in een sneeuwhol op 'n hoogte van 15.000 voet. Ik heb geen hoop meer ooit beneden te zullen ko men. We hebben geen voedsel meer, mijn voeten zijn bevroren en ik ben uitgeput." In 1820 werden de leden van een expeditie overvallen door een lawine. Vele jaren later vond men de licha men. Eveneens maakte een razende lawine een einde aan het leven van enkele klimmers in 1886. Het waren een Engelsman met een gids en twee dragers Dit zijn slechts een paar gevallen uit een lange reeks. De Mont Blanc is een verraderlijke berg. Moeilijk te beklimmen is hij niet, maar vele moedige alpinisten vonden er de dood doordat zij er verdwaalden en door sneeuwstormen en lawines werden verrast. Stoutmoedig Jacques Balmat slaagde er echter in de top van de witte reus te be reiken. Hij was een echte bergbewo ner, die veel van zijn bergen hield. "Vaak ging hij naar boven. Hij ont wikkelde zich tot een goede ervaren en behulpzame gids bij tal van ex pedities.. Vanzelfsprekend wilde Bal mat proberen op de top van de Mont Blanc te komen. Een van zijn eerste ernstige pogingen liep echter op niets uit, ofschoon Jacques amper 300 meter van zijn doel verwijderd bleef. Hij kon niet verder, omdat hij onder andere geen ijsbijl bij zich had, die dringend nodig was om treden in de hard bevroren korst te hakken. Toen maakte hij een tocht met dr. Paccard, die als amateur graag met hem 'de top wilde bereiken. Het was augustus 1786 toen beiden hun stoutmoedige onderneming be gonnen. De tocht was zwaar. Aan houdende rukwinden vergden het uiterste van beide mannen. Paccard gaf de strijd op. Nog slechts enkele honderden meters scheidden hem van de top, maar hij was volgslagen uit geput. Balmat echter worstelde door en vocht om de overwinning. En die overwinning werd een feit. Balmat slaagde erin als eerste man zyn voet op de byna 5000 meter hoge Mont Blanc te plaatsen. Enthousiast schoot hij zijn jasje uit en hing het aan zijn stok op de top van de berg. Vervolgens sleepte hij Paccard naar boven. De man was totaal sneeuwblind en zo volkomen uitge put, dat hij zonder de hulp van zijn (Advertentie) Nikita Kroestjev heeft in een vraag gesprek met James Heston van de New York Times verklaard, dat de wereld in het Midden-Oosten door 'n nieuwe oorlog wordt bedreigd en hy beschuldigde de Amerikaanse minis ter van Buitenlandse Zaken, John Foster Dulles ervan Turkye te willen verlokken deze te beginnen door een aanval op Syrië. In het derde en laatste artikel over een vraaggesprek met Kroestjev, schrijft Reston, dat de Russische lei der de Amerikaanse senaat had uit gedaagd zijn beschuldigingen te on derzoeken. Kroestjev sprak scherpe woorden over Turkije. Hij waarschuwde dat dit land ingeval van oorlog geen dag zou bestaan. Indien er een oorlog uitbreekt zijn wij dichtbij Turkije en de V.S. niet. Wanneer de kanonnen gaan schieten kunnen de raketten beginnen te vliegen en dan zal het te laat zijn er nog over na te denken". De partijsecretaris beschuldigde in het bijzonder Dulles ervan, aan i oy Henderson, deskundige voor het Midden-Oosten, instructie te hebben gegeven, Jordanië en Irak tegen Syrië op te zetten. Dit was echter mislukt en Henderson zet te daarop, tijdens zijn jongste reis in het Midden-Oosten, Turkije on der druk. J°en Reston vroeg waarop hn zijn beschuldigingen baseerde en of de sovjet-Unie documenten had om ze bewijzen, antwoordde de Russi sche leider: ,,lk raad u aan de heer Dulles inlichtingen te vragen. Laat hij, als de man die dikwijls God aan roept, zweren dat hy dergeiyke in structies niet aan Henderson heeft gegeven.' er de nadruk op dat zijn beschuldigingen waar waren en dat de Sovjet-Unie documenten heeft om deze -e bewijzen. Alle documenten zullen eventueel worden gepubliceerd. Kroestjev veroordeelde de Eisenho- wer-leer voor het Midden-Oosten en ontkende dat er sprake is van een .Sovjet-provocatie" in Syrië of een bedreiging van het Midden-Oosten door het communisme. Hy gaf toe, dat de Sovjet-Unie mi litaire uitrustingen aan Syrië heeft verkocht, maar ,,er is niet één van onze soldaten in Syrië". ,.De Arabieren staan ver af van de communistische ideeën. Zij zijn geen communisten maar nationalisten". De moeilijkheid in het Midden- Oosten is, dat, op het ogenblik dat de koloniale slavernij" ineenstort de V.S. de rol van ..internationale gendarmerie" op zich nemen. Overal waar de volkeren hun vrijheid krijgen wensen de V.S. deze te vernietigen, aldus Kroestjev. Reston kreeg op twee vragen geen antwoord. Deze hadden betrekking op de gebeurtenissen in de Sovjet-Unie na de dood van Stalin en op de pro blemen die zijn geschapen door de industrialisatie en de landbouwpian- nen. Steile wanden metgezel de terugtocht wis en zeker niet zou hebben overleefd. Beiden keerden behouden terug. Het bleek echter al gauw, dat men Paccard als de grote man van deze expeditie beschouwde. Men meende, dat hij de zege had behaald. Tenslotte kreeg de eenvoudige, maar hoogst moedige Balmat noch tans de eer toegezwaaid, die hij voor zijn uitzonderlijke prestatie terecht verdiende.... Jacques Balmat was niet alleen een groot alpinist, hij was ook een vooruitstrevend man. Zo wist hij zich door naarstige arbeid en door een schrandere kijk op de zaken, om hoog te werken tot een welgestelde boer. Maar wie mocht denken dat hij nu zijn bergen voortaan zou verge ten, vergiste zich, want hij bleef nog een verwoed alpinist. Vele malen nog ging hij naar boven en maakte lange en soms gevaarlijke tochten. Toen Balmat een oude man van 72 jaar was, gebeurde er iets dat spoe dig het einde van zijn leven zou betekenen. Balmat werd opgelicht voor een groot bedrag aan geld. Hij voelde zich, zoals begrijpelijk, zwaar getroffen en was gehee] overstuur. In de bergen, zijn geliefde bergen, zou zich goud bevinden. Men sprak zelfs van enorme schatten. Jacques echter wist dat dit overdreven was. Maar evenzeer wist hij, dat in het zand van de bergstromen soms goed werd aangetroffen. Balmat nu wilde zijn geld. dat men hem had ontfutseld waar terugwin nen. Dus doolde hij weken achtereen, door de woeste bergstreken naarstig speurend naar fijne goudadertjes. En inderdaad vond de rusteloze grijs aard in de vallei van Sixt enige stukjes kwarts, waarin een serie goudpuntjes fonkelden. Dit was een goede en tevens bemoedigende aan wijzing voor Balmat. En daarom ging hij er andermaal op uit. nu te zamen met een zekere Pache, een gemzenjager uit Vallorcine.... De kalender wees 1834. De tocht was bovenmenseiyk zwaar. Pache moest het opgeven. Balmat trotseerde de elementen en werkte zich naar het doel, naar het goud van de Mont Blanc. Maar.... Jacques Balmat, de moedige bergbeklimmer, die eens „de witte reus" onder zyn hoede had, keerde niet terug Twee dagen en twee nachten zocht men koortsachtig naar hem, maar helaas tevergeefs. Eerst negentien jaar later vond men zyn lichaam Het lag in een rotskloof. Het bleek dat Balmat door vallende stenen ge troffen en in duizelingwekkende vaart omlaag gestort was. De dorst naar geld moest hij op tragische wyze met het leven betalen Schaduw Ongetwijfeld heeft Balmat, als de grondlegger van het alpinisme velen geanimeerd tot het beoefenen van deze gezonde, maar moeilijke en ge vaarlijke sport. Een sport echter die door tal van onkundige avonturiers op hoogst roekeloze wijze wordt be dreven. De gevolgen zijn veeal ern stig. Deze zomer zijn weer enkele Ne derlanders op hun bergtochten op een droevige manier om het leven ge komen. Zo wordt telkens weer een brede en diepe schaduw geworpen op deze interessante sport, waarvoor de belangstelling met het jaar toe neemt. In dit verband is het goed ook eens te wijzen op het bestaan van een Al penvereniging in ons land. Een ver eniging, die haar leden niet slechts een aantal ..voorproefjes" serveert van de majestueuze schoonheid en grootheid van de wereld der bergen en het verrukkelijke der bergsport, maar hen evenzeer attendeert op de veelheid van gevaren, die de ama teur-alpinist bedreigen. Gevaren, waarop inderdaad niet genoeg gewe zen kan worden. (Advertentie) (Van onze redacteur) Het werkbezoek, dat de K.V.P. vandaag en morgen aan west-Brabant brengt, valt samen met een aantal publikaties, die de aandacht hebben getrokken of minstens mogen trekken. Het is misschien puur toeval, dat in het oktobernummer van „De Opmars", het partijblad van de K.V.P., veel ruimte in beslag wordt genomen voor een artikel over een zaak, die in west-Brabant reeds zoveel pen nen in beweging heeft gebracht. De pendel (het lijdt geen twijfel of in Rucphen wordt er wel iets meer over verteld!) blijft nog altijd een van de grootste zorgenkinderen van dit gebied, dat daarnaast zeer zeker op nieuw de aandacht van de ka merleden zal vragen voor de verkeerssituatie, het kanalen- stelsel, de haven van Bergen op Zoom en zoveel andere proble men. Het is niet alleen goed bij voorbaat de aandacht van de Kamerleden te vragen voor het pendelprobleem, dat in west-Brabant zo sterk spreekt: het is voor de Westbrabander bovendien zeer nuttig te weten wat er in ,,De Opmars" onder de titel „Pendelaar, zorgenkind van priester en arbeiders leider" wordt gezegd. De forens is, zo wordt geschreven, historisch ge zien de man, die om een of andere persoonlijke voorkeur buiten gaat wo nen. Hij is daarom onvergelijkbaar i et de pendelaar, die terwille van het broodje belegd of beter belegd zijn arbeid ver van huis zoekt, of.... moet zoeken. Het is juist een mate riële drijfveer, die de pendelaar veel voor lief doet nemen, zelfs al vallen onder dit „veel" ook uithuizigheid, grotere gezinslasten voor moeder-de- vrouw, vervreemding in eigen omge- Hoog in de wolken Van Belgische zijde is steeds ge schermd met de eis van een „even goede, gemakkelijke en veilige" vaar weg sinds de afdamming van het Kreekrak, waardoor oorspronkelijk de Antwerpse Rijnvaart haar weg nam. Men betwistte in België, dat de vervangende vaarweg, het kanaal Hansweert-Wemeldinge „even goed. gemakkelijk en veilig" zou zijn als het Kreekrak, ofschoon de ontwikke ling van «de zeilvaart tot stoomvaart dit laatste vrij ondiepe water eerder minder gemakkelijk en veilig zou hebben doen blijken. Het criterium „even goed, gemak kelijk en veilig" speelt thans weer een rol bij de beoordeling van de in vloed, welke de uitvoering van het Deltaplan heeft op de bestaande. Rijn- vaartweg voor Antwerpen. Zulks blijkt uit de artikelenreeks van prof. dr. J. van Geetruyen in de „Gazet v. Antwerpen, waarmede in de afge lopen dagen gereageerd is op puoli- katies in ,,De Stem" over de wijze waarop de afdamming van het Vol kerak gepaard zal gaan met de bouw van een behoorlijke scheepvaartsluis. Nu is de extra sluis bij Willemstad in de Antwerpse Rijnvaartweg vol gens het Deltaplan als tijdelijk be doeld. Wanneer de Oosterschelde wordt afgesloten, zou de sluis bij We- melding permanent open kunnen blij ven, en dan behoeft de Antwerpse Rijnvaart ook slechts twee sluizen te passeren, die bij Hansweert en het Volkerak. Maar het tijdelijke van de derde sluis zal dan toch 10 a 15 jaar duren en technische of financiële moeilijkhe den kunnen die termijn gemakkelijk verlengen, zo merkt prof. van Gee truyen op. Hij vraagt zich overigens ook af, of het wel als een paal boven water staat, dat de Oosterschelde werkelijk wordt afgesloten. ..Een niet onbelangrijk deel van de Nederlandse openbare menisg is er niet voor te vinden. schrijft hij, omdat het 400 miljoen gulden vergt en de schaal- en schelpdierkwekerij uitroeit." De Antwerpse deskundige betwist nu het „even goede en gemakkelijke" van de vaarweg met de Volkerak- sluis, omdat deze meer oponthoud voor de schepen betekent. In het bij zonder zou dit dan voor de Antwerp se Rijnvaart het geval zijn. Er wordt nl. te Hansweert 's nachts niet ge schut, omdaf er dan geen douane formaliteiten kunnen plaats vinden. Het gevolg hiervan kan zijn, dat er opstoppingen ontstaan en de schepen lang moeten wachten op inklaren. Dit doet de vraag rijzen, op welke uren er aan het Volkerak zal wor den geschut, want het is niet denk beeldig, dat de opstoppingen zich daar zullen gaan herhalen. Een dan dubbel tijdverlies zou juist voor de Antwerp se Rijnvaart funest kunnen worden, omdat de Rijnschepen exportladingen aanvoeren, die bijtijds moeten kunnen worden overgeladen op zeeschepen in Antwerpen.1* Wat de veiligheid van de vaarweg betreft, verkeert men in het onzekere over de invloed welke de afdammin gen in het Volkerak en de Grevelin- gen op de vaargeulen en zandbanken in de Tussenwateren zullen uitoefe nen. De Antwerpse schrijver vreest, dat er aanzandingen zullen plaats vinden en dat men al maar voort zal moeten gaan met baggeren, wat hem nog eens „een Moerdijkkanaal" doet suggere ren als doelmatiger oplossing. Wij hebben ons er van kunnen vergewissen, dat de Antwerpse pro fessor met „een Moerdijkkanaal" niet bepaald een vaarweg bedoelt, zoals in het rapport-van Cauwelaert-Steen- berghe werd uitgestippeld, maar in beginsel denkt aan een kortere, nieu we Schelde-Rijn-verbinding, zodat in zijn gedachtengang ook zou passen de aanleg van een Eendrachtskanaal met doorgestoken Kreekrakdam als compensatie voor het nadeel, dat het Deltaplan in zijn gevolgen voor de Antwerpse Rijnvaart zou meebrengen. Voor de toekomst blijft dit vraag stuk open. In de huidige periode van geforceerde bestedingsbeperkingen, zowel in België als in Nederland, kan er natuurlijk geen sprake zijn van een nieuwe Schelde-Rijn-verbinding op korte termijn. Zij wordt echter vroeg of laat, óók van Nederlands standpunt, weer actueel, al ware het slechts om Bergen op Zoom een goe de uitweg naar de Westerschelde te bezorgen tegelijk met 'n behoorlijke aansluiting op het waterwegennet van Noordbrabant. Intussen zijn ook de artikelen, wel ke prof. van Geetruyen in het „Eco nomisch en Sociaal Tijdschrift" van de St. Ignatius Handelshogeschool te Antwerpen over het Deltaplan en het tussenwater- en rivierrecht publi ceerde, in brochurevorm verschenen. In dit gedegen stuk werk, waaraan wij reeds eerder enkele kritische ar tikelen hebben gewijd, worden de mogelijkheden van Belgische mede zeggenschap over de Nederlandse ri vieren en tussenwateren beredeneerd, waarbij de schrijver overigens een eresaluut brengt aan prof. dr. Gerret- son als krachtig vertegenwoordiger vaji de Nederlandse opvatting, dat Nederland over deze wateren souve- rein te beschikken heeft. Het laatste woord in deze aangele genheid zal wel afhangen van even tuele Belgische initiatieven ten op zichte van de maatregelen, die Ne derland treft in het kader van het Deltaplan. Er is thans geen aanwij zing voor dergelijke initiatieven. Bel- Prof. dr. J. van Geetruyen heeft in de „Gazet van Antwerpen" een reeks artikelen geschreven naar aanleiding van de berich ten in „De Stem" over de af damming van het Volkerak en de aanleg van een „verkeers plein" ten westen van Willem stad in het Hollandsch Diep. De Antwerpse deskundige is bezorgd over de weerslag van de hier te maken afsluiting op de Antwerpse Rijnvaart, meer speciaal over de extra-sluis, welke hier op de Antwerpse Rijnvaartweg tot stand komt. Hij vraagt zich af, of deze vaarweg nog wel „even goed en gemakkelijk en even veilig" zal zijn als de huidige open vaarweg. Hij zinspeelt hiermede op het criterium, dat in de Scheidingsakte van 1839 tussen Nederland en België werd ge steld voor iedere nieuwe water weg, welke de toenmaals be staande verbinding, als deze in het ongerede mocht raken, zou moeten vervangen. gië kan trouwens ook wachten, maar minister Spaak heeft, toen België zijn beslissing over het Moerdijkkanaal uitstelde en dit kanaal daardoor in de ijskast werd geplaatst, alle Bel gische „rechten" voorbehouden. Zal het afhangen van de mate, waarin België hinder ondervindt van de gevolgen der Deltawerken, of t.z.t. al dan niet een proces zal worden ingespannen bij het Internationaal Gerechtshof? Nederland kan trachten dit zo veel mogelijk te voorkomen door bezwaren, welke voor de Belgische Rijnvaart uit de Deltawerken kun nen voortvloeien, zoveel mogelijk weg te nemen. Dat de derde sluis de Rijnvaartweg minder „veilig" zou maken, zien wij niet in. Dat zij een langer oponthoud kan be tekenen en dus de weg minder „gemakkelijk" maakt, valt moeilijk te betwisten. Daarom zal Nederland door het bepalen en op elkaar af stemmen van de schuturen te Hans weert en in het Volkerak er in ieder geval wel voor waken dat de Antwerpse Rijnschepen doordat zij van de nieuwe sluis gebruik moe ten maken, geen etmaal tijdverlies gaan lijden. ving, offers aan vrije tijd enzovoorts. De pendelaar schept weer een nieuw vraagteken in de tijd, waarin het woord probleem toch al iedereen in de mond bestorven ligt. Het leger van arbeiders, die met de regelmaat van een klokslinger in de vroege morgen in bus of trein van huis lijden en 's avonds terugkeren is duizenden mannen sterk. Het is na de oorlog snel gegroeid, vooral in de kop van Noord-Holland en in het westen van Brabant, dat verkeers-technisch nog niet voldoende ontsloten is voor fa brieken en andere bedrijven. Op de akker, waarvan de boer en zijn knecht verdreven zijn, verrijst een industrie, die nieuwe arbeid aan ijverige handen geeft. Doch die ont wikkeling loopt vooruit op de mense lijke aard. Zo gauw de mens een factor wordt in een economische ont wikkeling kloppen de rekensommetjes niet meer. Een omscholing op het platteland is dan ook met voldoende. Er is een omwenteling van een generatie nodig om een bevolking aan nieuwe be staansmogelijkheden aan te passen. Er gaan jaren overheen alvorens een gehele streek, die op het keerpunt staat tussen landbouw en industrie, van aanschijn is veranderd. Zo lang deze ontwikkeling nog gaande is. de nieuwe industrieën van het platteland nog niet voldoende in aantal zijn en deze weinige bovendien kwalitatief beperkt zijn in hun personeelskeuze, zal de pendel blijven voortduren en de gemoederen bezig houden. Wie eens in de schoenen gaat staan van de pendelaar zal begrijpen, waarom deze er elke dag zover op uittrekt. De zuigkracht van het westen, dat elk jaar achttienduizend nieuwe werk-» krachten nodig heeft, is voor hem on weerstaanbaar. Er is veel en veel soortige arbeid te verrichten: vooral ook ongeschoolde arbeid, waar da meeste pendelaars om vragen. De pendelaar geeft zich dan ook gewon nen, al levert hij aan de havens van Amsterdam en Rotterdam niet meer uit dan zijn arbeid. Zijn leven, zijn hart en zijn gezin laat hij thuis, al komt hij later wel tot de ontdekking, dat hij juist verliest, wat hij wilde be. waren. De pendelaar migreert niet. Hij gaat alleen maar werken in een omgeving, waar de bedrijven een loon betalen, die de hoogste is in de gemeenteclassificatie. Zijn reis- uren en kosten krijgt hij betaald: soms zelfs met vergoeding van koffie geld, waarmee vooral de zogenaamde koppelbazen hem strikken. Het wordt alles dik beloond. Maar dat mag men deze arbeider niet misgunnen. Maar daarmee zijn de bezwaren van de pendel niet weggepraat. Op de duur zullen de pendelaars in het westen blijven hangen. De industrieën zijn daar hongerig naar arbeidskrachten. Tot zover ,,De Opmars", dat verder gaat met het geven van een beschou wing hoe moeilijk de pendel is voor de priester en de arbeidersleider. Cijfers Het is wellicht nuttig ter gelegen heid van het KVP-bezoek nog te wij zen op een andere recente publikatie, Iii het jongste nummer van „Noord- Brabant" het ETI-tijdschrift, vertelt men niet alleen over de verkeers- geografische problemen van het wes ten (uitvoerig in dit blad besproken), maar valt ook een lijst te lezen van het aantal mannelijke werklozen in 0/00 van de mannelijke beroepsbevol king. Zeven Westbrabantse gemeenten prijken aan de kop van de rangorde- lijst. Het zijn Hoeven, Rucphen, Nieuw-Vossemeer, Halsteren, Ossen- drecht, Woensdrecht en Etten, Steen bergen volgt na Oeffeit op de liegende plaats. Het is overbodig daarop ver der commentaar te geven. De Kamerleden zullen voldoende te horen en te zien krijgen. Het is te ho pen, dat zij twee aangename dagen in west-Brabant zullen doorbrengen. Voor west-Brabant is het te hopen, dat de Kamerleden „gewapend" zui len terugkeren naar het parlement, dat ondanks de befaamde beste dingsbeperking belangrijke beslis singen voor west-Brabant dient te na. men. (Advertentie) Natuurlijk, als u in het jaar 1957 een bezoek gaat brengen aan Parijs, de gejachte Metro pool met zijn zeven miljoen inwoners, zijn, mé tro en zijn drukke verkeer dan doet u dit om te genieten van de talloze kunstschatten, die in de musea te bewonderen zijn om te flane ren over de gezellige boulevards met hun terrasjes, om lange wandelingen te maken waarbij u tientallen eethuisjes ontdekt, om te dwalen door de Grands Magasins en des avonds uit te rusten in theater of cabaret. hoogste Franse Niemand verlangt dan ook van van u, dat u voortdurend denkt aan dat Middeleeuwse Pa rijs, dat 200.000 zielen tel de, voor die tijd al een respectabel aantal, of aan de 18e eeuwse stad toen het inwonerstal al tot 560.000 gestegen was. Maar wist u, dat op de plaats waar u thans uw fototoestel instelt om een zo gunstig mogelijke foto te krijgen van het Louvre in het jaar 885 de Noor mannen hun tenten had den opgeslagen? En dat op de plaats van de Hallen in 1110 de eerste markt werd gehouden? Parijs is rijker aan his- torishe souvenirs dan welke stad ook. Vrijwel iedere patrieërswoning. iedere kerk en ieder plein bergt herinneringen in zich. Herinneringen aan vrolijke of droeve gebeur tenissen, die plaatsvon- in het grijs of het nabij verleden. Zoals de Champs Elysées, die in het begin van de 17e eeuw op last van Maria de Medicis werd aangelegd en toen de naam droeg van Cours- de-la-Reine. Het was in die tijd mode om een nieuw aangekochte karos „in te rijden" op deze laan onder het bewonde rend of afgunstig oog van vriend en vijand. Veel ramances vonden hun be gin en ook weieens hun einde op deze Cours-de-la Reine. Op de plaats, waar nu het Palais de Chaillot staat was vroeger een schitterend landhuis, dat bewoond werd door maar schalk de Bassompierre, dapper krijgsman, verwoed speler en onverbeterlijk charmeur. Hij heeft het ongeluk zich Richelieu tot vijand te maken en wordt in 1631 naar de Bas tille gezonden. Voor zijn arrestatie verbrandt hij de ruim zesduizend liefdes brieven, die hij in zijn le ven ontvangen heeft en waarvan vele ten zeerste compromitterend zijn voor de afzenders, dames uit de kringen. Het kleine triomfboog- je op de Place du Carous- sel heeft ook niet altijd dezelfde gedaante gehad. Het werd in 1808 gebouwd op last van Napoleon ter herinnering aan de over winningen van het jaar 1805. De kroon op de boog waren vier vergulde paar den, die waren buitge maakt in Venetië. Na de val van Napoleon ver zochten de Veneti anen echter beleefd doch drin gend om teruggave van dit kunstwerk, wat in 1815 gebeurde. Zij werden toen vervangen door een beeldhouwwerk van Bo- sio, voorstellende een go din, die een vierspan be dwingt, welke groep nu nog steeds vele camera lenzen op zich gericht ziet. De Seine-kade op de rechteroever - u weet wel, waar al die dierenwinkels zijn, die bij mooi weer hun hele levende have buiten hebben staan en waar men de laatste jaren gemakke lijk vervoerbare goudvis jes in plastic zakjes ver koopt is nooit van naam veranderd en heet dan ook nog steeds Quai de la Mé- gisserie. Zoals deze naam al aangeeft waren vroeger op de plaats van de die renwinkels ateliers van leerlooiers gevestigd. De ze kade stond dan ook let terlijk en figuurlijk in een kwade reuk en de Parij- zenaars liepen slechts geval van uiterste x zaak over deze Quai. rn nood- Tegenover de Quai de la Mégisserie ligt de Pont des Arts, één der mooiste Seine-bruggen. In vroeger eeuwen stonden op deze brug sinaasappelboompjes, geplant in groengeschil- derde houten tonnen en in het midden was een soort wintertuin, waar men bij slecht weer ge zellig kon zitten temidden van exotische planten. Tot in 1849 werd hier tolgeld geheven en het verhaal gaat, dat bij de inge bruikneming van de brug wel 64.000 Parijzenaars 'n stuiver offerden. Zoals bekend is de grond prijs in Parijs bijzonder hoog. Verwonderlijk is 't daarom, dat een gehele hoek in de Rue des Lom bards (bij de Hallen) on bebouwd is. In 1569 stond hier een groot huis, dat bewoond werd door twee kooplieden, die Hugenoot waren. In deze tijd van godsdiensttwisten werden door een besluit van de regering de huizen der Hugenoten afgebroken of verbeurd verklaard, ter wijl voor de bewuste wo ning in de Rue des Lom bards tevens gold, dat op deze plaats nooit meer iets gebouwd mocht wor den. Nu, na bijna vier eeuwen, wordt dit besluit nog steeds gerespecteerd. U weet het dus, mocht u ooit nog eens een huis wil len laten bouwen in Pa rijs, kies dan niet de Rue des Lombards, want daar maakt u toch geen kans. (Kr

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1957 | | pagina 9