Schoenen-tovenaar Mignon werkt voor acteurs prinsessen Communisme toen en nu en Zon schijnt altijd boven dromerig eiland Corsica ZWARE SHAG Een dikke roman en een vlijmscherp geschrift KRASNOV EN DJILAS Majoor K. veroordeeld Gastvrij Vakmanschapmaar.nog meer fantasie ORCAM '/pijn. Bandieten bestaan niet meer Vragen over de onbemande straaljager Verkiezing van Bondskanselier VIERDE BLAD DOUWE EGBERTS Analfabeten 44 procent Hevig gevecht op noord-Sumatra >aar Moss op huwelijksreis DONDERDAG 10 OKTOBER 1957 Het miniatuur-winkeltje van de schoenentovenaar Mignon is moeilijk te vinden.. Het heeft zich in de smalle St. Jansstraat in het hart van Amsterdam „verstopt" en de etalage is zo klein, dat men er ongemerkt langs loopt. Maar toch... „sterren", prinsessen en sportkam- pioenen hebben het adres altijd zeer goed weten te ontdekken In het klantenboek van Mignon staan de namen van Harald Kreutzberg, Yvonne Georgi, Chaja Goldstein en Cilly Wang, alsmede van Fanny Blankers-Koen, Tinus Osendarp, Slijkhuis en Berger. Onze prinsessen dansen op „spitzen" uit de St. Jansstraat en zelfs Karei I of Napoleon (overigens pseudo- figuren van het toneel) betrokken hun historisch verantwoord schoeisel bij mijnheer Mignon. In de schoenmakerswereld is de man in het kleine werkplaatsje, dat men over een steile houten trap bereikt, een „eenling". In alle werelddelen dragen artiesten, die hun voeten voor de roem van node hebben, zijn opmerkelijke werkstukken- Want hij weet, dat een koorddanser van een schoen houdt, die „ve rend" en toch „doorvoelend" is, dat een schoen-met-muziek van 89 cm voor een clown een eigen caricaturale werking moet hebben, dat een danseres spitzen wenst, die niet na vier dagen versleten zijn en dat de bokkepoot van Mefisto „griezelig" moet werken, doch tevens als een echte schoen om de voet moet sluiten... Hij weet ook, dat artiesten he laas dikwijls erg gemakkelijk zijn en altijd het woord „haast" in de mond hebben. Zo kwamen twee be kende sterren op een dag het win keltje binnenrennen en liepen bijna een deuk in de met talloze arties tenfoto's volgeplakte muur: „Vlug, vlug., onze schoenen! Vanavond gaat de eerste opvoering van de re vue..!" Mignon zei: „Uw schoenen? Die zijn niet klaar, wgnf u heeft ver geten de maat te laten nemen..." Dus speelde het duo noodgedwon gen die eerste avond op pantoffels. Mignon heeft het druk: eigenlijk té druk voor een man, die de zestig al gepasseerd is Jarenlang heeft hij naar hulp en een uiteindelijke opvolger ge zocht, maar: „Er zijn schoenmakers bij mij geweest, die er zelfs na 17 jaar nog niets van terecht brach ten". En hij voegde ér met een wat treurige stem aan toe: „Nee aan een gewone vakman heb je niets.." Het hele geheim is, dat Miggon zelf een artiest is, die evengoed een eendepoot met zwemvliezen om een schoen verwerkt als de klauw van 'n gorilla. Wanneer iemand met een ogenschijnlijk dwaze opdracht komt, blijft de meester even in gedachten en dan ziet hij volgens zijn eigen woorden al spoedig het hele werk procédé voor zich. Rode duivelslaars In de popperige etalage staan won derlijke schoenen en laarzen, soms natuurgetrouwe nabootsingen van his torische afbeeldingen, soms zuiver uit inspiratie geboren. Daar is de Ro meinse opengewerkte laars naast de narrenschoen, terwijl de lange ro de duivelslaars", waarvan destijds de bestelling voor Amerikaanse ar tiesten twee paar vervaardigd wer den, een centraal motief vormt. Mig non maakte er een als „herinnering" voor zichzelf en een rijke Canadees, zwervend door vele landen om zijn schoenenverzameling te vergroten, bood vergeefs indrukwekkende be dragen. (Advertentie) Deze laars van soepel, enigszins dof uitziend leer is niet slechts een knap stukje vakwerk, maar bezit ook de suggestie, ergens thuis te horen in een vreemde legende. Want stond er niet eens een man voor het raam, die gefascineerd werd door de laars en Mignon enthousiast kwam vertel len, dat hij het motief voor een nieu we roman gevonden had? De schoen maker glimlachte hij had het als steeds te druk en vergat de naam van de onbekende te vragen. Later kwam de vrouw van de auteur nog eens in de zaak om te zeggen, dat 't manuscript slechts gedeeltelijk was klaar gekomen, daar haar man in de oorlog gedood werd En weer had Mignon het te druk en vergat nadere informaties, maar de hele zaak intrigeert hem achter af toch wel enigszins, want hij zegt: ,,Ik heb er wel spijt van. dat ik er niet nader op inging., ik had zo graag willen weten, wie het was.." Nog steeds is Mignon met een ro de draad met de opera-, operette-, theater- en circuswereld verbonden. Hij maakte schoenen voor Hamlet en voor soldaten uit de tijd van de Franse revolutie, truc-schoenen voor goochelaars, „miniatuurtjes" voor het Lilliputvrouwtje Anny, dat maat 18 had (het voetje van een pasge boren kindje) en toch een grote-men- senschoen eiste. Hiervoor moest een aparte leest gemaakt worden, terwjjl het hakje zo giroot werd als een stui vertje. De heer Mignon sr. „deed" reeds in schoenen, doch op een andere ma nier. Hij was fabrikant en had een grote liefde voor „exentriciteiten" zo maakte hij o.a. schoenen voor het Russische Hof. Men kan dus spre ken van een vak, dat in zekere zin in de familie zit en de zoon, die des tijds begon met „fabriekswerk" in Brabant, kon al spoedig de „drang van het bloed" niet weerstaan... „Maar ik word een dagje ouder", aldus Mignon, „en ik heb de meeste bijzondere opdrachten in mijn leven nu wel gedaan. Men heeft mij nu ook als vakman geinteresseerd bij een balletschoenenfabriek, die in Vo- lendam staat., ja, u weet; een mens heeft tenslotte maar twee handen. Maar toch: Mignon maakt zich nog niet los van het kleine werkplaatsje zijn geest is en blijft verbonden aan het eigenaardige vlak, waar fan tasie, scheppend vermogen en vak kennis elkaar ontmoeten. Natuurlijk kan men met hem uren lang praten over het onuitputtelijke thema „schoenen". De „spikes" maakt hij reeds lang niet meer, om dat dit werk hem wat al te nuchter was en omdat hij zijn krachten bij het stijgen der jaren ook wat wilde sparen. Met lichtende ogen zal hij u vertellen, met hoeveel plezier hij werkte aan het model van een zeer oude historische schoen in op dracht van Cruijs Voorbergh of aan clowneske scheppingen voor Bu- ziau. En dan die fijne, ranke voetjes van die twee Oostenrijkse Prinses sen, die een beroep op hem deden! Het was een waar feest om voor hen dansschoentjes te mogen maken. Zo begon het „In 1920 trok ik op goed geluk naar Amsterdam en toen kwam een vriend van mij 'n paar voetbalschoe nen bestellen. Dat was het begin weldra volgden er tientallen paren en kreeg ik ook de eerste opdrachten voor circussen. De vele foto's langs de wanden in het kleine winkeltje spreken overi gens hun eigen taal. Zwierige hand tekeningen en opdrachten wisselen elkaar af daar zijn portretten van Albert van Dalsum en van Strass burger, van koorddansers en fakirs, van., maar het is werkelijk teveel om alles op te sommen. Klanten en nog eens klanten van Mignon. die zich steeds het meest erkentelijk ge toond heeft voor hele dwaze of hele moeilijke opdrachten. Wie bij hem op bezoek geweest is, zou haast een nieuw woord in De omstandigheden leidden ertoe, dat we achter elkaar twee werken lazen, die zich met het communisme, zijn ontstaan en bedoelingen bezig houden. Beide beschrijven het als een fanatie ke tyrannie. Doch verder, welk een verschil in behandeling! de mond willen nemen en wel „schoen-psychologie". De geest kan hier dwalen van het „voetenwerk" van boksers, schermers en hardlo pers naar dat van danseressen, clowns en operazangers., en Mignon heeft steeds alle fijne nuances van ieder beroep terstond begrepen en in zijn schoenen „verwerkt". Toen we afscheid genomen hadden en het kleine werkplaatsje met zijn leesten, stukken leer en eenvoudige krukjes verlieten om voorzichtig tas- Meester Mignon (samen met zijn dochterhij enkele van zijn curieuze schoen-scheppingen. tend het nauwe trapje af te dalen, stond er alweer een danseres in het winkeltje: „Ik heb haast.ik moet vanavond optreden.ik kan toch wel even wachten, totdat ze klaar zijn..?" JAAP STIGTER (Advertentie) Het eerste is een romantrilogie, echter barstensvol historische ge beurtenissen als persoonlijke erva ringen beleefd door Peter Krasnow. Het Russische Voorspel noemt hij zijn werk. In het eerste deel geeft hij, de gardeofficier der cavalerie, een beeld van het gistende Tsaren rijk. Zijn hoofdpersoon Sablien is ge- confijt in de opvatting van de godde lijke roeping der Tsaren. Het militai re leven is alles voor hem. Met verheerlijkende termen spreekt hij erover. Zijn privé-leven is niet vlek keloos. Hij laat een minnares schie ten, als er schandaal van dreigt te komen. Het meisje blijft hem trouw, ook als een revolutionair student zich over haar ontfermt en zijn zoon onder zijn hoede neemt. Sablien trouwt met een meisje van zijn stand, heeft met haar gelukkige jaren, doch dan komt de sinistere Raspoetin in haar leven en het eindigt met zelf moord. Inmiddels is ook het Russi sche Rijk almeer in gisting geraakt. De Tsaar doet toegevingen die de onrust slechts aanwakkeren. Kras now staat eigenlijk even hulpeloos te genover het wassen van de spring vloed. De oorlog van 1914 is als het ware een uitkomst. Het tweede deel schildert de heroische verrukkingen en diepe ellenden van de slagvelden. Ook in het leger begint de revolutio naire ontreddering door te dringen. En in het laatste deel voltooit de re volutie haar overwinning. De zoon van Sabliens verstoten minnares nog eenmaal zag hij haar op het sterfbed speelt er een belangrijke en zeer verachtelijke rol in. Krasnow kan in deze ontbinding van het Tsa ristische Rusland slechts duivelse in vloeden zien. Hij mengt in zijn verhalen zelfs anti-semitische sprook jes. Het ligt er allemaal heel erg dik op. Sadistische tonelen en gruwe lijke martelingen worden ons mimj» tieus beschreven. Als dit het alleen maar was geweest wat het Oude Rijk ten val bracht, dan is het on begrijpelijk, hoe allerlei contra-revo lutionaire pogingen, waarin ook Kras now alias Sablien zijn deel had, zo roemloos in elkaar stortten. Het is dan ook een zeer eenzijdig verhaal, dat ons hier wordt opge dist, maar zeker ontbreekt het de generaal-auteur niet aan dramati- sche kwaliteiten. Men moet er de tijd en het geduld voor nemen, om de ze lectuur aan te vatten, Doch dan raakt men wel geboeid door de sfeer en de tekening van verschillende fi- IIr. Luther Evans, directeur-gene raal van de Unesco, heeft op een Persconferentie verklaard, dat 700 miljoen volwassenen, d.w.z. 44 pet. der wereldbevolking analfabeten zijn. be Unesco is de organisatie der V.N. voor onderwijs, wetenschap en cul- De meeste ongeletterden worden ge vonden in Afghanistan, Saoedie-Ara- oie, aemen en bepaalde gebieden van Afrika (95 tot 99 pet. van de bevol king m deze landen is analfabeet), vervolgens komen India (80 tot 85 PCt.), Bolivia (67 pet.), Brazilië (50 Pet.), Portugal (44), Griekenland (25) en Bulgarije (24). Voor Engeland, de V.S., Frankrijk de Sovjet-Unie zijn de percentages respectievelijk: 1 tot 2 procent, 2,5- °io en 5 tot 10 procent. De Krijgsraad te Velde West, ge presideerd door mr. J. Ph. van Eerk, heeft gisteren majoor H. A. I. K. ver oordeeld tot een jaar en drie maan den gevangenisstraf met aftrek, ont slag uit de militaire dienst zonder ontneming van de bevoegdheid om bij de gewapende macht te dienen, De krijgsraad achtte het tenlaste ge legde bewezen, namelijk dat majodT K. als ambtenaar meermalen giften had aangenomen en meermalen de dienstvoorschriften had overtreden De eis was 1 jaar gevangenisstraf met atrek en ontslag uit de militaire dienst. Het ligt in de bedoeling dat de ver oordeelde hoger beroep tegen zijn vonnis zal aantekenen. De naam Corsica wekt direct herinneringen aan ondoor dringbaar struikgewas met scherpe doornen, struikroverachtige gestalten met witte tanden in een tanigbruin gezicht, drei gende dolkmessen en vooral... vendetta! De werkelijkheid ligt wel iets anders. Zeker, het struikgewas is er, bruine gezichten heeft iedereen, met dien verstande, dat de toeristen meer bronsbruin zijn en de Corsicanen tanigbruin. Ook dolkmessen zijn er in overvloed! Bepaald dreigend zien ze er echter niet uit, zoals ze daar netjes volgens grootte gerangschikt liggen in de etalages van de souvenirwinkeltjes. Op het lemmet staat in vlammende letters het woord „vendetta". In de toeristen centra kan men dan ook bijna niet aan de indruk ontkomen, dat de vendetta voor Corsica is, wat de Eiffeltoren voor Parijs is... een attractie van de eerste orde! een Frans kamp, waar ook En do struikrover dan? Wat een teleurstelling voor de op sensatie be luste toerist. De Corsicaan heeft in doen en laten wel zeer wéinig met een bandiet gemeen. Hij is hartelijk en gastvrij, altijd bereid om zijn laatste voedsel te delen met de vreem deling. Opvliegend is hij wel, maar alleen dan wanneer de buitenlander duidelijk neerziet op zijn land. Cor sica is hem heilig. Hij bemint zijn eiland met de vurigheid, een Latijns ras eigen, een vurigheid, die de nuch tere Nederlander soms verbaasd doet staan. Mochten de „gevaarlijke" Corsica nen u wat tegenvallen, het landschap zal dit zeker niet doen. Corsica is met geen enkel ander stukje Frank rijk te vergelijken. Het klimaat lijkt op dat van zuid-Frankrijk, maar het is er warmer, het landschap heeft aan de kust iets van de Cotc d'Azur, maar lijkt in het binnenland meer op de woeste grootsheid van de Pyre neeën. De autowegen zijn er niet zeer talrijk, maar goed onderhouden. Toeristen met een groot soort auto doen er beter aan deze thuis te la ten. Corsica is echter een paradijs voor kleine auto's en motoren. De westkust is ontegenzeggelijk de schoonste. Een plaats als Calvi bijvoorbeeld met zijn 6 km. lange zandstrand, omzoomd door dennebo- men. zijn gezellige kade, die wijds de Boulevard wordt genoemd, zijn eeuwenoude Citadel en zijn intieme cafeetjes, waar de Pernod maar 40 en de landwijn maar 20 frs. kost, doet de zich in de zon koesterende toerist het woelige Europa vergeten en verzuchten dat deze vakantie eeu wig moge duren. Calvi heeft een ze vental hotels, terwijl zich hier voorts enkele internationale bungalowkam pen bevinden, waaronder een Hol lands. Bugalowkampen zijn er overi gens vele op Corsica. Een der be kendste is wel „le Village du Cor- saire een Frans kamp, waar buitenlandse toeristen kunnen verblij ven en dat zich bevindt te Propriano, in het uiterste zuidwesten van het eiland. Romantiek Ajaccio, de hoofdstad, is in ver gelijking met Calvi een grote schil derachtige stad, met een druk ver keer, grote winkels, maar ook gezel lige kleine eethuisjes in de havenwijk, waar men de stevige Corsicaanse ge rechten kan proberen. Degenen die niet in het bezit zijn van een eigen vervoermiddel kunnen de reis van Calvi naar Ajaccio maken per tou ringcar of per Micheline. De laatste gaat wel niet zo snel, maar tenslot te is 175 km. naar Corsicaanse be grippen een hele afstand en haasten is erg moeilijk op dit traject, waar kudde wilde geiten een wonderlijke voorliefde schijnen te hebben voor de treinrails, zodat de machinst her haaldelijk gedwongen is te stoppen als hij tenminste geen slachtoffers wil maken. Afgronden Het binnenland is onherbergzaam op een wonderlijke manier. Im mers, bergen als kale steenmassa's zonder enige vegetatie vindt men in Corsica niet. Bijna alle bergen zijn bedekt met bossen, die zich als een golvend groen tapijt uitstrekken over het hele eiland. Misschien zijn het de talloze afgronden langs de uiterst bochtige wegen of de schaarse huis jes, die hulpeloos hier en daar in de dalen of tegen de berghellingen ge bouwd zijn, die op het landschap het stempel drukken van grandioze ver latenheid en onherbergzaamheid. Menige automobilist zal dan ook op gelucht zijn geweest bij het binnen rijden van een plaats als Corte, een dromerige provinciestad, maar die terfminste bewoond wordt door 6.000 personen. Corsica is al met al een ideaal va kantieoord, waar men in praktisch alle jaargetijden zeker kan zjjn van stralend weer en een milde zee. En voor diegenen, die het erg tegenvalt dat de Corsicanen geen bandieten zjjn verwoed met dolkmessen zwaai en, voor diegenen dus, die van het onverwachte houden: één raad, laten ze de inheemse schapenkaas eens proeven. Gevaarlijk kan ze nog net niet genoemd worden, maar zij heeft het onverwachte van een plotselinge donderslag en het prikkelende van een door peper veroorzaakte niesbui. Het Tweede Kamerlid de heer E, A Vermeer heeft aan de minister voor defensie de volgende schrifte lijke vragen gesteld: 1. Kan de minister mededelen of het juist is, dat bij het vlieg tuigongeval van 3 oktober 1957, waarbij een straaljager, na an. derhalf uur zonder piloot te heb ben rondgevlogen, neerkwam in de omgeving van Venray, een defect aan het hydraulische sy steem, waarmede roeren, rem men, landingskleppen, landings gestel en andere onderdelen wor den bediend, de oorzaak is ge weest? 2. Kan de minister mededelen of reeds eerder vliegtuigen zijn ver ongelukt of defect geraakt door dezelfde oorzaak? 3. Is het juist, dat een nieuw sy steem is ontworpen, waardoor de in vraag 1 genoemde oorzaak van het ongeval kan worden weggenomen? 4. Is het juist, dat dit systeem in de vliegtuigen van het type ..Thundersteak" en ..Thunder- flash" wordt ingebouwd? 5. Indien bovenstaande vragen be vestigend worden beantwoord, acht de minister het dan ver antwoord om genoemde types vliegtuigen in de vaart te hou den zolang het nieuwe systeem niet is ingebouwd? Het bestuur van de Christen Demo cratische Partij heeft 22 oktober voor. gesteld als datum waarop de nieuwe Westduitse Bondskanselier door de Bondsdag zal worden gekozen. Het staat wel vast, dat de Bondsdag de voorgestelde datum zal aanvaarden. Het bestuur stelde verder voor, dat het kabinet de dag na de verkiezing van de Bondskanselier zal worden beëdigd en dat de regeringsverkla ring op 25 oktober zal wordien afge legd. guren in dit dramatische tijdsbeeld. Vooral het eerste deel is daar sterk in. Maar deze roman heeft toch ook zijn onnodige uitweidingen en de rea listische verbeeldingen, maken hem tot beslist voorbehouden lectuur. Als sleutel tot het verstaan van het bol sjewisme schiet de roman tekort. He is een stem uit het afgedane verle den. Nog even zij vermeld, dat de uit. geverij L. Stafleu aan deze nieuwe vertaling van J.C. van den Muijzen- berg een kloeke uitmonstering gaf. Ste muit de kerken Het boek, dat we hierna lazen, is van geheel andere aard. Het is er een van strakke zo niet dorre rede nering zonder enig romantisch ver siersel. De omstandigheden, waaron der het verscheen zijn echter van zeer dramatische aard. Het werd na melijk in een Yoegoslavische ge vangenis geschreven en van daaruit gesmokkeld om in Amerika uitgege ven te worden. Het is het boek van Milvan Djilas, eens de vertrouwde van Tito, medeschepper en later vi ce-president van een der grootste communistische staten, die echter, zoals hij zelf getuigt, meer en meer vervreemdde van het tegenwoordige communisme en dichter bij het idee van het democratisch socialisme kwam. Zijn desillusie was niet scherp en heftig. Hij trok zich geleidelijk en bewust terug. Maar hij kon niet na laten ervan te getuigen en dat is een misdaad, ook in het land van Ti to, dat door democratisch-sooialisti- sche leiders van het slag van Attlee nog eens graag bezocht en tot op ze kere hoogte bewonderd wordt. Djilas werd als een melaatse afgezonderd in een afgelegen woning en toen hij. nog niet zweeg, in de gevangenis ge stopt. Met rustige taaiheid ging hij echter verder met te getuigen van zijn veranderde inzichten en hij vond voor zijn boek de weg naar de vrije wereld. De tyran, die eens zijn vriend was, gelastte een nieuw proces, 'n geheim proces, aldus zijn machteloos heid bewijzend tegenover deze pein zende man met het melancholieke ge zicht, zoals dat van de achterkant van de omslag ons toestaart. De Nieuwe Klasse, zo luidt de ti tel van dit boek (in Nederlandse ver taling thans uitgegeven bij H.J.W. Becht te Amsterdam) en daarmee is tevens de mislukking van de oor spronkelijke communistische concep tie getypeerd. Die conceptie was im mers het opbouwen van een klasse, loze maatschappij, waarin geen uit buiters en uitgebuiten meer zouden bestaan. Djilas toont aan met de fei ten, zoals hij ze van dichtbij heeft kunnen waarnemen, hoe er in de communistische staten een nieuwe klasse is ontstaan, genietend van het goede der aarde ten koste wederom van de werkers. Het is de klasse der bureauoraten, die zich zelf heeft omhoog gewerkt door een gewetenlo ze eerzucht. Het militarisme is de fundamentele noodzaak van deze nieuwe klasse, het is een van de machten, die het bestaan, da kracht en de voorrechten van de nieuwe klasse mogelijk maken, zo berede neert Djilas. Hij laat zien, hoe er in wikkeld, welke het bestaan van een de economie een dogmatiek is ont- gezond en harmonieus systeem on mogelijk maakt. Bijzonder scherp wordt Djilas' aanklacht, als hij de tyrannie van de geest, door het com munisme uitgeoefend, beschrijft. Hij trekt hier historische parallellen o. a. met Calvijn, die natuurlijk niet in alles kloppen, maar de snijdende eindconclusie van dit hoofdstuk heeft grote kans later ais een historische profetie te worden gewaardeerd! De geschiedenis zal de communisten veel vergeven door te zeggen dat zij tot veel brute daden waren gedwon gen vanwege de omstandigheden. Maar dat zij «ke gedachte die niet overeenkwam met de hunne hebben gesmoord, het exclusieve monopolie over het denken van de mens hebben ingesteld teneinde hun persoonlijke belangen te verdedigen zbl ten ge» volge hebben dat de communisten voor altijd aan de schandpaal zullen worden genageld. Nog zo'n snijdende uitspraak» De wereld heeft weinig helden ge kend die bereid waren zoveel op t« offeren zo veel te lijden als de com munisten aan de vooravond van en tijdens de revolutie. Maar zij heeft waarschijnlijk ook nog nooit zulke karakterloze nietsnutten en domme verdedigers van nietszeggende for mules gekend wanneer deze mensen macht verkrijgen. Als de essentie van het communis me ziet Djilas „de macht", de macht van de nieuwe klasse. „Door da macht worden de materiële voorde len en het beheer van de heersende klasse over de nationale goederen verwezenlijkt. De macht bepaalt de waarden van de ideeën en bepaalt of .deze ideeën openbaar gemaakt mo gen worden. „Zal het opkomen van „het nationale communisme" veran dering brengen? Het wereldcentrum van de communistische ideologie be staat niet meer, zo meent Djilas, de eenheid van het wereldcommunisme is ongeneeslijk aangedaan. Maar even weinig als de aard van het stel sel in de Sovjet-Unie zelf is veran derd bij de overgang van Stalin naar het „collectieve leiderschap", zo weinig heeft het nationale com munisme ook kunnen veranderen aan de aard van het stelsel, de totale controle en het monopolie over de gedachten en de eigendom van de partijbureaucratie. Wel kent Djilas grote invloed toe aan het nationale communisme, wat betreft de commu nistische partijen van niet-communis- tische staten, vooral in Italië en Frankrijk. De toekomst In de wereld van nu ziet Djilas een Sovjet-Unie, die zich economisch nog staande kan houden ondanks da isolering van de rest van de we reld. Dit is buitengewoon duur, maas het wordt veroorzaakt door het We» reldomvattende gebruik van macht, „Daar de situatie kan niet lang voortduren; de grens zal zo langza merhand wel zijn bereikt. En dit zal het begin van het einde vatl onbe perkte heerschappij door de politie ke bureaucratie, of van de nieuwd klasse betekenen". Djilas ziet dus licht in het ver schiet en zijn boek eindigt ook mei een uitspraak vol hoop; „In ieder geval zal de wereld zich wijzigen en zal zij in de richting waarin zij zich beweegt voortgaan naar een gro tere eenheid grotere vooruitgang en grotere vrijheid. De macht van de werkelijkheid en de macht van het leven is altijd sterker geweest dan welke soort brute kracht ook en wer kelijker dan elke theorie". Men kan begrijpen, hos dit soort van beschouwingen de woede van da tyrannen moet opwekken. Hier is ie mand aan het woord, die achter de schermen heeft gezien en veel heeft nagedacht. Nog erger, die ondanks kerker en klassejustitie toch weet ta getuigen van zijn ontgoochelingen. Dit rustig getuigenis is van veel mee# waarde om het communisme in zijn ware aard te Ieren kennen dan een roman-in-vervolgen. Volgens gisteren dn Djakarta ont vangen berichten, heeft maandagmor gen vroeg een hevig gevecht plaats gehad bij, Pematang Siantar, in Iloord- Sumatra, tussen een bende opstandige elementen en militaire troepen. Het gevecht duurde twee en een half uur. Volgens de correspondent van het persbureau PIA werden elf burgers door verdwaalde kogels gedood, en een aantal anderen ernstig gewond- Volgens de woordvoerder van hej militaire commando van noord-SumSjg tra was de situatie vandaag weey maal. Een aantal aanvallers is, Jnejtë hun wapens, gevangen genomen, ,;d| De woordvoerder deelde nog tnê3s§ dat vorige week vrijdag bij pemat-an^j Siantar ook reeds een treffen van gc-J ringe betekenis tussen opstandelingen} en, militairen heeft plaatsgehad-» Stirling Mossde beroemde Engelse autorenner, die maandag te Londen in het huwelijk trad met de Cana dese Katie Molson, vertoefde dins dag met zijn jonge vrouw in het Amstelhotel te Amsterdam,

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1957 | | pagina 13