c\
Witte boten naar nieuwe steigers
Het Beste
Het Beste-
PIONIER PICCARD
Breskens hart wordt verlegd
Een leraren-seminarie
Spitsbergen wordt
steeds warmer
Commissie stelt voor:
VRIJDAG 27 SEPTEMBER 1957
13
uit Readers Digest
Nieuw! Koop het!
De weg naar de stratosfeer kwam open
Hard optreden
in Jordanië
wie Waarzegster drinkt, is goed afl
De Waarzegster
Het plan groeide
Vacht handen
Kleinzoon van Frans
Jozef overleden
Dc uitvoering
moet wachten
op betere tijden
(Advertentie)
HET BESTE is de nieuwe, Nederlandse editie
van „The Reader's Digest", het in de gehele
wereld bekende tijdschrift, waarvan elke
maand meer dan 19 miljoen exemplaren (in
twaalf verschillende talen) worden gekocht.
UET EERSTE NUMMER van
HET BESTE komt vandaag
uit. Het biedt U meer dan
25 boeiende, afwisselende arti
kelen, zorgvuldig gekozen en
samengevat uit de beste tijd
schriften en kranten ter wereld.
Met bovendien een veelbespro
ken, veelgevraagd boek in be
knopte vorm. En dat alles in
een aantrekkelijk tijdschrift
van handig zakformaat.
Een kleine greep uit de artike
len in dit eerste nummer:
Anne Frank en haar dagboek
Nieuwe hoop voor hart
patiënten
Bent U knap genoeg voor
Oxford?
Ik heb een atoombom on
schadelijk gemaakt
De eerste blankenin Sjangri-
La
Mijn man was diplomaat
Humor in uniform
Chroesjtsjew zonder masker
Wanneer vergaat er weer
een schip?
Een boek-in-een-notedop:
Mijn trouwe geleidehond
uil Readers Digest
slechts f. 1,15 per maand
Haal vandaag Uw exemplaar bU Uw boekhandel (of tUdschriftenhandel)
of bij de kiosk.
(Speciale correspondentie)
Nog vers in het geheuden ligt de avontuurlijke ballonreis van de Ameri
kaanse majoor Simons naar de bovenste luchtlagen. Bijna vergeten is nu
zijn grote voorganger prof. Auguste Piccard, die voor de eerste maal op
i 27 mei 1931 voor zo'n stratosfeerbezoek opsteeg.
(Van onze speciale ver slag geverl-j
,,Er werd eens een enquête ge
houden", zei de man tegenover mij
aan het tafeltje. Hij zat in het hou
ten resaurant, aan de rand van de
Westerschelde, langs de boulevard
van Breskens. Hij dronk een kopje
koffie en ik luisterde naar zijn
sprookje. ,,Er werd eens een enquête
gehouden" herhaalde hij: „want de
bestuurders wilden weten of de nieu
we haven ten oosten of ten westen
van het stadje gebouwd moest wor
den. Het was zeer democratisch deze
vraag aan het volk te stellen. Maar
het volk was in zijn antwoord schijn
baar verdeeld. Het stemde niet voor
oost en het stemde niet voor west.
Het stemde voor Breskens!"
Daarmee had de man zijn verhaal
gedaan. Hij nam zijn koffiekopje op.
Zijn ogen gleden over het water van
de Westerschelde. De witte veerboot
van Vlissingen schoof naar de aan
legsteiger.
„Nog één jaar", merkte de man
bitsig op.
Komt9 kijkt en keert
Nog één jaar en Breskens zal een
ander stadje zijn. Want in het wes
ten. op een goede kilometer van het
kleine centrum, wordt de nieuwe ha
ven gebouwd. Waar twee jaar gele-
rien. liet koren, .ruiste en het vlas om
hoog schoot, staan nu de draglines.
In vier groene keetjes, speelgoedhuis
jes op de dijk, werken de mannen,
die het hart van Breskens verleggen.
Zij vertonen beduidend meer enthou
siasme over hun werk dan de bevol
king.
„Er werden toen het moest begin
nen méér vragen gesteld", zei de
rijkswaterstaatsambtenaar G. Heeg-
stra. „Het stand vast, dat er grotere
boten ingelegd moesten worden om de
verbinding Vlissingen - Breskens te
verzekeren. Wat moesten wij gaan
doen? De bestaande haven uitbreiden
en verbreden? Een nieuwe haven
bouwen in het oosten of in het wes
ten? Een waterstaatscommissie hoor
de de bevolking. De mensen waren
voor oost noch voor* west. Uiteinde
lijk werd door de overheid west ge
kozen. Dat was technisch overigens
niet de gemakkelijkste oplossing!
De ambtenaar overzag het werk en
mompelde, dat het best ging. Hij
keek naar de zandzuiger, de twee
baggermolens, de bulldozers, dfe tien
draglines en achter een brede zand-
De heimachines stampende drag
lines delven. Een nieuwe haven
wordt geboren. Breskens is er blij
om, maar ook bedroefd over!
hoop ontdèkte hij de asfaltmachine.
Hij wees naar de bouw van de dam
men die vijf miljoen gaan kosten. Hij
tekende de nieuwe havenkom op een
stukje papier. Met de installaties
vergt het nog eens vijf miljoen uit
de schatkist. Tenslotte sprak hij over
de dubbelbaanse wegen, die op hun
beurt drie miljoen gulden vragen.
Vervolgens keek hij naar Breskens,
het kleine centrum, waarvoor meer
geld wordt geïnvesteerd dan eens de
hele Braakman kostte.
„Het gaat best", zei de ambtenaar
en hij prees de ruim tweehonderd
mensen, die bij de havenaanleg zijn
ingeschakeld.
„Het schema wordt ondanks de
storm en ondanks het slechte weer
gehandhaafd", vervolgde Hcegstra.
.Onvoorziene omstandigheden voor
behouden kan in juli 1958 de nieuwe
veerboot (als die tenminste klaar is)
binnenvaren. Er zit perspectief in de
ze nieuwe haven. Want ofschoon er
slechts één aanlegsteiger is gepro
jecteerd, het is meer dan waarschijn
lijk, dat er meer, ja zelfs vijf, zullen
worden gebouwd. De intensiteit van
het verkeer is zodanig, dat er spoedig
meer dan één aanlegsteiger nodig zal
zijn".
In het houten restaurant zat nog
altijd de man-van-het-kopje-koffie.
Het laatste nieuws over de werken
aan de nieuwe haven had hij gehoord.
Hij wist dat er wel meer aanlegstei
gers zouden komen, maar die konden
zijn gedachten over de toekomst niet
veranderen.
„Kijk eens", zo zei de man: „Door
de jaren heen zijn de boten van Vlis
singen naar die aanlegsteiger geva
ren", en hij wees naar de zwarte
palen rijen met hun witte koppen
waartussen de boten meren. „Of men
wil of niet, iedereen, die met de boot
meekomt, ziet Breskens. Men kijkt
naar de ranke jachten, die op het
water dobberen. Men werpt een blik
op de vissersvaartuigen, de laatste
vissersvaartuigen met hun slanke
masten en hun sierlijk gespannen net
ten. Goed, dat kan in de nieuwe ha
ven misschien ook allemaal. Maar
wat in het westen niet kan is flane
ren op de boulevard. Een kopje kof
fie drinken op een terrasje, in de zon
zitten, dan een wijde blik werpen
over de Westerschelde. Dat is Bres
kens en dit Breskens ligt niet in oost
of west. Het ligt alleen hier. Ik twij
fel er niet aan. Hier zullen de mensen
niet meer komen, want iedereen heeft
haast, ook de toerist. Hij komt, kijkt
en keert. Ik ben geen sentimentele
Over een jaar kan deze foto niet
I meer worden gemaakt. Dan vaart
I de witte veerboot niet meer naar
de oude haven van Breskens toe,
maar legt zij aan, „ergens'* in het
westen. Van d i t beeld kan de
bevolking niet gemakkelijk
afscheid nemen.
vent, maar ik durf wel zeggen, dat
voor veel mensen een poëtisch we
reldje wordt gesloten. Dat is dit
wereldje. Misschien was het dat wat
Breskens voelde, toen het voor Bres
kens stemde".
Meer wilde de man, die het alle
maal een beetje simpeler zei, maar
die het zó bedoelde, niet zeggen. Hij
behoefde het ook niet te doen. Zon
der de veerboot, die naar de vissers
vaartuigjes en de jachten toekomt
is Breskens een ander stadje. Het
zal, het volgende jaar, veel rustiger
worden aan de oude haven. Maar de
poëzie zal niet verdwijnen. Want de
oude vissers blijven zolang de netten
sierlijk worden gespannen.
Het zijn echter de laatste vissers.
Daaraan dacht wellicht de man, die
zei, dat Breskens langs de boulevard
ligt en niet in het westen
Enige jaren reeds volgen Noorse
kenners der poolgebieden met groei
ende belangstelling de gevolgen dei
hogere temperaturen, die de laatste
jaren bestaan op Spitsbergen. Men
stelde vast, dat enige gletschers op
Spitsbergen aanmerkelijk ingekrom
pen zijn.
Een enkel voorbeeld: De Horn
Gletseher (bij Horn Sund) is sedert
1936 vijf kilometer korter geworden.
En dit geldt ook van andere glet
schers in Svabard.
Aardrijkskundigen zijn van oordeel,
aat men, als de smelting van het ijs
voorgang vindt, tot de ontdekking zal
«omen, dat de Zuidkaap van Spïts-
een bandje is, dat slechts
u.?r, eeJ, heel smalle landtong met
t hoqfdeiland is verbonden. Blijkt
dit juist te zijn en veel wijst er op,
dat zulks het geval is dan hebben
de kaartentekenaars weer werk
In vroeger jaren was het moeilijk
om Spitsbergen vóór augustus per
schip te bereiken, omdat er dan te
veel ijs in de zee was om de reis
zonder grote gevaren te kunnen on
dernemen.
De laatst» pi*«r jaar li »et echter
mogelijk om? reeds in de vroege zo
mer per schip naar Spitsbergen te
gaan. Tevens bleek het de laatste
paar jaar mogelijk om langs de
noordkust van Spitsbergen te reizen
zonder ijs tegen te komen.
Dr. Orvin, lid van de Staf van het
Noorse-Pool-instituut, heeft in een in
terview verklaard, dat de inkrimping
der gletschers op Spitsbergen „kolos
saal groot" is geweest en dat Spits
bergen er weldra geheel anders zal
uitzien, als die inkrimping der glet
schers voortgang vindt i
Drie Jordaniërs zijn ter dood ver
oordeeld wegens het verraden van
militaire geheimen aan Israël, aldus
is donderdag in Amman bekendge-
makt. De veroordeelden zouden lid
zijn geweest van een spionage-
organisatie, die. het vorig jaar na een
Israëlische aanval op een Jordaans
grensdorp ontdekt zou zijn.
Een militaire rechtbank in de Jor
daanse sector van Jeruzalem veroor
deelde woensdag een communistisch
lid van het Jordaanse parlement en
een communistische leider tot 16 jaar
gevangenisstraf wegens lidmaatschap
van de communistische partij en het
leiding geven aan een betoging tij
dens de ongeregeldheden die zich in
april jl. in Jordanië voordeden.
(Advertentie)
'n belegen genever
zo zuiver gestookt
en heerlijk zacht!
Zeer Oude Genever
een S B product
A° 1822
f
Piccard, een Zwitserse geleerde,
hoogleraar aan de universiteit van
Brussel, interesseerde zich bijzonder
voor de hogere luchtlagen en liep al
lang met het plan rond deze eens
van naderbij te onderzoeken. Een
ballon leek hem voor dit doel het
meest geschikt, daar de toenmalige
vliegtuigen voor zijn doel niet te ge
bruiken waren. Een Duitse fabriek
belastte zich met de constructie van
de ballon, die 50 meter hoog en 30
meter in doorsnee was en waarvan
de inhoud 14000 m3 bedroeg. Men
vulde de ballon op de grond maar
voor een derde, aangezien bij het ho
ger stijgen het gas verder zou gaan
uitzetten en aldus zou het gevaarte
zijn langwerpige vorm die enigs
zins vreemd aandeed verliezen en
de ronde vorm aannemen.
Vanzelfsprekend konden de profes
sor en zijn assistent Kipfer niet ge
woon in het bekende „mandje" plaats
nemen. Men zou al spoedig met zuur
stofgebrek gaan kampen. Er werd
dus een aluminium bol gebouwd, die
luchtdicht kon worden afgesloten.
Deze bol had een doorsnee van ruim
twee meter met wanden van 3 mm
dikte. Voorts waren er glazen kijk
gaten in aangebracht en twee toe
gangen. In geval van nood kon men
met een parachute, die boven op de
bol was bevestigd, met de hele gon
del en zijn inhoud naar de aarde af
dalen.
Een mislukking
Toch zou deze eerste opstijging in
Augsbiirg geen succes opleveren,
want hoewel zij een hoogte van bijna
16 km bereikten, kwam men onder
weg tot de ontdekking dat het touw
van de ventielklep vast zat, zodat een
normale daling niet zou kunnen wor
den uitgevoerd. In de hoop, dat de
zuurstofvoorraad voldoende zou blij
ken te zijn, moest men afwachten
waar men terecht zou komen, want
de ballon zonder meer opgeven wilde
men ook weer niet.
Gelukkig liep alles verder goed af
en landde de ballon veilig op een al
pengletsjer in Tirol. Evenwel was
door de doorgestane emoties niet veel
van wetenschappelijke waarnemingen
terechtgekomen en moest deze tocht
als een mislukking worden afgeschre
ven.
En een succes
Ruim een jaar later op 18 augus
tus 1932 werd een nieuwe poging
ondernomen en nu met meer succes.
Professor Piccard was met zijn nieu
we assistent, de Belg Max Cosijns,
van het plaatsje Dubendorf bij Zü-
rich opgestegen. Terwijl de ballon
onder enorme belangstelling lang
zaam steeds hoger steeg, dreef hij
met een „snelheid" van ongeveer 25
km per uur in zuidelijke richting af
om tenslotte in noord-Italië in de
buurt van het Garda-meer veilig te
landen. De tocht bleek voor beide
geleerden tot volle tevredenheid te
zijn verlopen en zij waren een gchat
van ervaring rijker geworden. Men
had nu een hoogte bereikt, die zeker
een duizend meter hoger lag dan de
vorige maal. Was het wonder, dat
onze helden op de frontpagina van
alle kranten ter wereld voorkwa
men?
Assistent Cosijns maakte nog een
maal een tocht naar hoger sferen, sa
men met van der Eist, een landge
noot. In België opgestegen, evenaard.
den zij het record van Piccard. Er be.
stond evenwel lange tijd onzekerheid
over hun lot, omdat zij als het ware
in het niet verdwenen waren. Ten
slotte kwamen zij toch weer boven
water. Zij waren ergens in de rimboe
van Joego-Slavië beland.
(Advertentie)
en nimmer
ruw of schraal
jflfYlEA f Tub. 95 e*.
Het is de Hamamelis die het 'm doet
Te Carcavelos, dicht bij Lissabon,
is in de ouderdom van 62 jaar over
leden Aartshertog Jozef Franz von
Habsburg, oudste kleinzoon van kei
zer Franz Jozef van Oostenrijk.
Op 15 juli 1954 stelde minister Cals een commissie in, die tot taak
kreeg, een nieuwe regeling te ontwerpen voor de pedagogische en
didactische scholing van de aanstaande leraren met middelbare akte
bij het VHMO. Na een vijftiental bijeenkomsten had de commissie
deze materie doorsproken en zij bracht op 6 november 1956 haar rap
port uit aan de minister. Vrij laat, ivegens de verlate publikatie en
andere factoren, besteden wij thans enige aandacht aan dit rapport.
Het heeft weinig zin op deze plaats uitvoerig in te gaan op de techni
sche inhoud; deze zal meer in het bijzonder voor insiders en betrok
kenen van belang zijn. In dit artikel willen wij slechts stilstaan bij
enige wezenlijke kivesties. f
ren heeft de commissie zich door de
volgende gedachten laten leiden: de
wetenschappelijke vakopleiding en de
v rming als leraar dienen niet ge
lijktijdig. doch na elkaar te geschic-
den: behandeling der theorie van op
voeding en onderwijs dient in direct
verband met de eigen praktijk van
de leraar ie geschieden: basis van
een didactische vorming moet zijn:
een idealistische belangstelling voor
de te onderwijzen jeugd.
In grove lijn geschetst, wil de com
missie deze vorming bereiken mid
dels een leraren-seminarie. Instiuten
van deze naam, bij onze oosterburen
een vertrouwd begrip, organiseren de
onderwijspraktijk, welke door iedere
aanstaande leraar aan verschillende
scholen van middelbaar onderwijs
moet worden verricht. Deze les-prak.
tijk biedt dan tevens het uitgangspunt
vc r de lessen en discussies, welke
systematisch de daadwerkelijk-erva-
ren problemen als onderwerp van
studie nemen. Voor de aldus al hospi-
terend gegeven lessen ontvangt de
aanstaande leraar een vergoeding,
doch hij is pas volslagen leraar na
beëindiging van zijn twee-jarige stu
die aan een dergelijk seminarium.
Naar onze mening geeft dit rapport
een uitstekend voorbeeld van wel-
Het is thans een levende overtui
ging, dat de vorming van een leraar
meer vereist dan een grondige vak
scholing. Wil men in zijn vak doel
treffend onderricht kunnen geven, dan
zal mén zich bovendien bezonnen
moeten hebben op pedagogische en
didactische kwesties. Het is daarbij
nauwelijks lonend, to discussiëren
over de vraag, welke voorbereidende
studie van het grootste belang is:
zowel het een als het ander is essen
tieel voor goed gegeven onderwijs.
Gezien de hedendaagse tendens naar
pedagogische overwaardering van de
school, moge slechts worden opge
merkt, dat een pedagogische scholing
van de leraar nimmer ten koste zal
mogen gaan van de intensieve vak
scholing.
Bij het ontwerpen van de pedago-
gisch-didactische opleiding van lera-
doordachte bezinning op en aanpak
Vin het hoogst-belangrijke vraagstuk
der leraren-opleiding. Het lijdt geen
twijfel, dat vele leerlingen het maxi
male onderwijs-rendement niet ont
vangen, omdat hun docenten een ef
fectieve voorbereiding op het leraars
ambt missen. Evenzo ontbeert meni
ge leraar het bereikbare levensgeluk
in zijn arbeid, omdat hij de oplossing
van velerlei pedagogische en didacti
sche moeilijkheden niet, of slechts na
een lange weg van tegenvallers en
mislukkingen vindt.
Een andere vraag is het echter, of
de werkwijze, zoals in dit rapport
voorgesteld, direct te verwezenlijken
is. De commissie heeft deze moei
lijkheid zeer wel voorzien. Zij hechtte
er echter aan. een regeling voor te
stellen, die een definitieve vorm de
zer opleiding zou geven voor de toe
komst. Men zal gaarne met deze ge
dachte meegaan Helaas is het intus
sen wel zeker, dat de huidige nood
aan bevoegde leerkrachten geen uit
stel van twee jaar verdraagt van het
binnentreden in de school, terwijl een
volle of misschien zelfs over-volle
lesrooster niet verenigbaar is met het
hospitant-schap, laat staan met een
rustige bezinning daarnaast en daar
na op pedagogische en didactische
viaagstukken. Met andere woorden:
de volkomen doorvoering van de ge
dachten uit dit rapport wacht op be
tere tijden.
Aansluiting bij de lagere
school
Belangrijk is intussen reeds, dat de
ideeën omtrent deze materie blijk
baar reeds zover gegroeid zijn, dat
een staatscommissie plus een door
wrocht rapport over deze aloude pro
blemen mogelijk zijn geworden. Niet
het minst het lager onderwijs zal gro.
te waardering hebben voor de aan
pak van deze steen des aanstoots. Het
wijd-verspreide vraagstuk der aan
sluiting tussen lagere en middelbare
school bleef bijvoorbeeld mede daar
door voortbestaan, dat men in krin
gen van het v.h.m.o. andere opvat
tingen huldigde over opvoeding en on
derwijs dan men soms in het lager
onderwijs meende te moeten aanhou
den. Hiermee is niet gezegd, dat de
oorzaak van het aansluitingsprobleem
alleen in het m.o. te zoeken is, doch
wel. dat wederzijdse bezinning op de
fundamentele vragen der jeugdvor-
ming de oplossing van vraagstukken
als dit zeker ten goede zal kunnen
komen. Met bijzondere voldoening
bemerkt men dan ook, dat de com
missie voor de aanstaande leraren
binnen hun stage een kennismaking
met de hoogste klassen der lagere
school voorschrijft. Langs een derge
lijke weg van kennisname over-en-
ueer moeten vele verschilpunten uit
de weg te ruimen zijn.
De ouders tenslotten kunnen het
slechts toejuichen, dat men ervoor
ijvert, hun kinderen niet slechts be-
ki ame wetenschapsmensen voor te
zetten, doch tevens mensen die, door
warme idealen bezield en getraind
m het lesgeven, gereed staan, de
jeugd als mens tegemoet te treden en
op te voeden.
Het ware dwaas, te beweren, dat
oo) thans niet talrijke begaafde en
edele docenten hun beste krachten
geven aan de vorming der jeugd
Eenieder weet in eigen omgeving
deze mensen te kennen en te waar
deren. Een geperfectioneerde leraren,
opleiding kan echter worden toege
juicht, omdat ons volk nimmer ge
noeg geschoolde opvoeders bezit
Zelfs zij, die nu reeds door natuur
lijke gaven of eigen studie pedago
gisch en didactisch tot de besten wor
den gerekend, hebben er niet bij te
verliezen, doch «Hes te winnen.